P/iCKiTt sgeécC-cfo&b Ttu? Vluchtige Rondblik Wegbeplanting SIHI-POMPEN - BEVERWIJK MAANDAG 5 JUNI 1939 No. 460 Weet op tijd met belangstelling te luisteren naar dingen die gij al lang weetook dan wanneer ge er meer van weet dan die ze U komt vertellen. VIII Nederlandsche bloembollen op de wereldtentoonstelling Röntgen- bestraling bij tulpen Wacht ons een rijk fruitjaar? Een nieuwe insectenplaag dreigt Het in komen van den Chineeschen boer Onze roem of, beter gezegd, één van onze nationale beroemdheden de bloembol, heeft weer eens een succes ge boekt en den Hollandschen naam op vele buitenlandsche lippen gebracht. De Ne derlandsche bloembollen op de wereldtentoonstel li ng te New York hebben aller aandacht ge trokken en duizenden en duizenden be zoekers hebben in bewondering bij de tulpen en hyacinthen van de Hollandsche bollenkweekers gestaan en geraakten in extase voor de schoone kleurencombina ties en de elegante vormen der bloemen. In tal van redevoeringen, in menig krantenbericht, is deze Nederlandsche inzending geroemd. We kunnen tevreden zijn, zeggen de bloembollenkweekers, die dit millioen bloembollen aanboden. De resultaten zullen niet uitblijven. Zooals wij zijn toch met de bloem bollen bezig ook de resultaten van de röntgenbestralingsproe v'e n der tulpen niet uitgebleven zijn. Men weet, dat dr. W. E. de Mol daar reeds jaren mee bezig is en verschillende labo ratoriumproeven nam die het vermoeden wettigden, dat door een bepaalde rönt- genbestraling blijvende veranderingen bij een bepaalde variëteit kunnen ontstaan. Met hyacinten was dit al bewezen. Nu waren het tulpen die „onder handen ge nomen" werden en ook goed resultaat gaven. Op den z.g. „röntgenproeftuin" van gebr. Segers te Hillegom staan nu verschillende tulpen, die door een bestra ling blijvende verandering ondergingen zoowel wat de bloemkleur, als den bloem vorm en de stengelbladeren aangaat. .Verdere blijvende veranderingen zijn niet onwaarschijnlijk. De verwachtingen zijn dus hoopvol. Dat is ook het geval voor de bezitters van boomgaarden. Men verwacht een r ij k fruitjaar. Dat is geheel in te genstelling met het begin van dit jaar, toen men algemeen vreesde dat de bui tengewoon strenge vorst in de week vóór Kerstmis de bloemknoppen groote schade zou hebben gedaan. Ook de overvloedige regens tijdens den bloei zouden, zoo oor deelde men toen, schade doen. Maar van geen van beide nadeelige factoren is een ongunstige invloed gebleken. Integen deel. het lijkt er op. dat we een Keel goede oogst van verschillende fruitsoorten kun nen verwachten. Wat we zagen bij ons bezoek aan enkele boomgaarden geeft goede hoop, dat die verwachting niet ij del zal zijn. De vrees van dit voorjaar is gelukkig beschaamd. Wel hopen we, dat de vrees voor een vreemd insect, dat in de omgeving .van Namen in België voorkomt, be schaamd zal worden. We hebben heusch geen narigheid met nieuwe schadelijke in secten meer noodig. Een coloradokever is al genoeg. Wat dit nieuw opgetreden insect aan gaat, dit moet een op een kleinen sprink haan lijkend wezentje zijn, dat groote schade aanricht in de aardbeienvelden rondom Namen. Dit beestje heeft het voornamelijk voorzien op de bloemsten gels. Na een bezoek van dit insect aan een plant, verwelken de bloemen en ver drogen de reeds gezette vruchten. Het insect vermenigvuldigt zich heel snel. Het blijkt afkomstig te zijn uit Algiers en daarvandaan met een lading stroo, be stemd voor de Belgische cavaleriestallen, in België te zijn ingevoerd. De mest uit de cavaleriestallen wordt veel gebruikt in de aardbeigebieden rondom Namen. Bijna al deze gebieden zijn aangetast. Er dreigt een ware ramp voor de telers, die toch al geen grooten weerstand hebben. Evenmin als de Chineesche boeren, die volgens berekening samen het negende deel van de bevolking der geheele aarde uitmaken. En het jaarinkomen van een Chineeschen boer is ongeveer 5 dollar. Dat is dus iets meer dan 9 gulden per jaar. Men pro beert het wel, den landbouw daar te ver beteren, doch tot dusver zijn de resulta ten nog niet moedgevend. De Chineesche boer voelt niet veel voor veranderingen. Want als er iemand ter wereld conserva tief is, dan is hij het, en van wegenaanleg, nieuwe aanplantingen, bodemonderzoek en modernen landbouw moet hij niets hebben. De Japanners doen in het gebied waar «ij overheerschen, wel alles om verbete ring te brengen, doch pas in de toekomst zal het resultaat te zien zijn. Een gunstig resultaat zal een nieuwen en belangrijken concurrent op de agrarische wereldmarkt brengen. van aJdazr an. umzajJji, VXJXJT /oasHszr etc-tucn. Tot kijk. PRAATJESMAKER. Veertig jaren landbouwcrediet De coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven Het vorig jaar, in de maand Juni, maak ten we melding van het veertig-jarig be staan van de Coöperatieve Centrale Raiffei- senbank te Utrecht, Daarin werd o.m. ook melding gemaakt van het feit, dat kort na dat enkele plaatselijke boerenleenbanken zich hadden aaneengesloten tot een Centrale Coöperatieve Boerenleenbank te Utrecht, er eenig verschil ontstond over den te kiezen rechtsvorm, met als gevolg, dat twee groe pen ontstonden, één met Utrecht als cen trum en één met Eindhoven als middelpunt. Een vriendschappelijke samenwerking tus- schen deze beide Centrale Banken bleef ech ter bestaan. Do laatste Centrale kwam 5 Dec. 1898 tot stand op een vergadering te Venlo, waar 22 plaatselijke boerenleenbanken, alle in N. Brabant en in Limburg gelegen tot oprich ting besloten. De betreffende acte dateert van 24 December 1898. In verband met het veertig-jarig bestaan van deze Coöperatieve Centrale Boerenleen bank te Eindhoven, is een in keurig linnen gestoken boek verschenen, dat de drukkerij H. van der Marck en Zonen te Roermond, alle eer aandoet en op vaak geestige pak kende wijze geïllustreerd is door Mr. D. Vis. De samenstellers van dit Gedenkboek, zijn mr. H. van Haastert en dr. G. W. M. Huys- mans, die op verzoek van het bestuur dit werk verrichtten. Hot vraagstuk der credietvoorziening van den land- en tuinbouw wordt in dit boek in een breeder economisch verband gesteld. Door dr. Huysmans wordt dit vraagstuk van de economische en financieele zijde bezien, terwijl mr. van Haastert het landbouw crediet sociaal-ethisch beechouwt. 't Geheel is een boekwerk geworden, waar door ieder die er ook maar eenig belang in stelt, dus ook de niet-boeren en -tuinders, een goed inzicht krijgt in de werking van het landbouwcrediet en in do groote betee- kenis hiervan. Hoe groot die be teekenis is, moge blijken uit het feit, dat in het eerste jaar van het bestaan er 33 plaatselijke boerenleenbanken met ruim 1100 leden aangesloten waren en thans 568 met ruim 75.000 leden. In 1899 (het eerste jaar) waren uitgegeven 1072 spaarboekjes, thans 164.000. In 1899 was het totaal bedrag dor spaargelden en ont vangsten in loopende rekening f 198.600 en het totaal bedrag der voorschotten en uitga ven in loopende rekening f244.000 (in 1900). Thans zijn deze bedragen re6p. f 140.000.000 en f 60.000.000. De reserves bedragen thans ruim f9.400.000, althans volgens de statistiek op pag. 118, volgens het artikel van mr. van Haastert echter f 6.200.000. Men krijgt bij het lezen van dit boeit, en van dat wat is uitgegeven bij het veer tig-jarig bestaan van de Raiffeisen Bank te Utrecht („Groeizaam geld" door Mr. W. J. van Balen) een goeden indruk van wat met het stelsel Raiffeisen is bereikt voor do Agrarische bevolking. Harmonie met de omgeving is eisch Ons land beroemd om zijn schoone wegen „Ons land is terecht beroemd om zijn mooie wegbeplanting en we kunnen daar trotsch op zijn. Nergens vindt men die op zoo groote schaal als bij ons. Maar thans worden in verschillende opzichten andere eischen gesteld dan 30 of 40 jaar geleden. Het verkeer is geheel anders geworden en de aesthetische eischen zijn ook meer ontwikkeld". Deze woorden sprak dr. H. J. Lovink. bij de installatie van een door de Ned. Heide maatschappij ingestelde commissie*, die het vraagstuk van de wegbeplanting in haar geheel onder oogen moest zien. Deze commissie heeft kort geleden een met vele fraaie foto's en teekeningen ver lucht rapport uitgegeven, dat de belangstel ling zal hebben van alle minnaars van na tuurschoon, die zoo vaak klagen over de nieuw aangelegde wegen, welke het land schap volgens velen niet sieren. In dit rapport zijn de beplantingen bin nen de bebouwde kommen buiten beschou wing gelaten en is alleen gelet op de buiten wegen, die door de commissie in een viertal typen verdeeld werden nl. a: autowegen; b: andere wegen van belang voor doorgaand verkeer; c: wegen van minder belang voor doorgaand verkeer en d: land- en polderw'e- gen. Op den voorgrond moet worden gesteld, dat de wegbeplanting niet aan vaste regels gebonden kan worden, doch in de eerste plaats in harmonie moet zijn met de om geving. Dit wordt door foto's verduidelijkt. Maar ook dan is men er nog niet, want de defensie spreekt ook een woord mee en dat wel op vrij sterken toon. Wat nu de autosnelwegen aangaat, meent de commissie, dat de afstand tns- schen het opgaand geboomte en den rijweg zóó moet zijn, dat geen takken boven den rij weg hangen. Dit vooral met het oog op de gladheid bij vochtige weersgesteldheid en ij zei. De boomen zullen c.a. 5 M. buiten het wegdek moeten staan wat practisch hierop neer komt, dat voor opgaand geboomte langs autosnelwegen geen plaats is. Voor middenberm en buitenbermen zal struikbeplanting wel toepassing vinden. Op den middenberm geplant struikgewas is meteen een middel tegen hinderlijke verblinding door tegenlig gers. Ook een bijna onbeplante berm kan nog veel doen voor het natuurschoon, door een bloemrijke vegetatie van wilde planten, met hier en daar een boom, struik of boschje. Opgaand geboomte is op andere we gen van belang voor doorgaand verkeer wel op zijn plaats. Deze laanbé- planting geeft een zeker cachet aan ons landschap. Maar dan moet de plantafstand zoo zijn, dat deze zich voegt bij d© eischen van snelverkeer en van landschapschoon, d.w.z. de afstand moet ruim zijn (1215 M.), zoodat geen gesloten beplanting wordt ver kregen. Bij kruispunten en binnenbochten en bij mooie vergezichten moet de weg on- beplant blijven. Zijn de wegen smal, dan zal een een- rijige beplanting uit een oogpunt van natuurschoon wonderen doen en bij duisternis en mist groote waarde heb ben voor het aangeven van richting aan het verkeer, vooral als de weg langs vaarten, kanalen en slooten gaat. Aanbevolen wordt om bij verbreeding van bestaande wegen den oorspronkelijken weg voor fiets- en voetpad te bestemmen en den nieuwen rijweg er naast aan te leggen. Een gesloten laanbeplanting is aan te be velen voor wegen die voor het doorgaand verkeer van weinig beteekenis zijn. Men moet echteir ook hier voldoende ruimte laten tusschen boomen en rijweg en uitzicht la ten bij vergezichten en wegkruisingen. Land- en polderwegen beplant met boo men zullen voor 't landschap maar zelden storend zijn, doch integendeel het landelijk karakter verhoogen. Daar hier beplanting een bron van opbrengst kan vormen, is in vele gevallen de fruitboom (o.a. de appel en peresoorten) en ntoteboom op zijn plaats. De nood is alleen voor zwaardere gronden te benutten. Do defensiebelangen in verband met be planting der wegen, bestaan hoofdzakelijk in de mogelijkheid door beplanting het ver keer te maskeeren. Het rapport voert nog het pleit voor den eik, die bij de nieuwe beplantingen teveel in onbruik geraakt en toch ook voor de moderne verkeerswegen in alle gevallen nog de meest aangewezen boomsoort is. Wel groeit de eik lang zaam, maar hij groeit op de meest ver schillende gronden en neemt drogere gronden ook voor lief. Voor hoofdwegen passen boomen die, zooals de eik, mo numentale afmetingen kunnen verkrij gen. Voor struikbeplanting worden zeer nuttige wenken gegeven, evenals voor aanleg en verzorging. Dit rapport is een belangrijke handleiding geworden voor bevordering en behoud van ons natuurschoon. Wij twijfelen er niet aan of de betrokken autoriteiten zullen met de wenken hierin ge geven, rekening houden, wat ons land ten goede zal komen. De landbouw in Turkije Belangrijkste deel van het economisch leven Door het Turksche ministerie van Econo mische Zaken is een beeld gegeven van de beteekenis van den landbouw voor het eco nomisch leven in dat land. Uit de volkstelling, vier jaren geleden ge houden, is gebleken, dat van de arbeidende bevolking ongeveer 82 pet. werkzaam is in Noteboomen langs den Lingedijk (Foto lr. G. A. Overdinkel). Fietspad door boomenrij van de verkeersbaan afgescheiden (de BiltHuis ter Heide) (Foto lr. G. A. Overdinkel) landbouwbedrijven. Dat is nog hooger dan in Bulgarije waar het 81 pet, bedraagt. In Griekenland is het bijna 54 pet In genoemd jaar, 1935, is een onderzoek ingesteld omtrent het volksinkomen in Tur kije. Dit werd toen berekend op 1.330 mil lioen Turksche ponden (een Turksch pond is ongeveer f 1.50). Van dit volksinkomen moet ongeveer 70 pet. (934 millioen T. pond) als afkomstig uit de agrarische bedrijven gerekend wor den. Wat den uitvoer van producten uit Tur kije betreft, merkt men weer de groote be teekenis van den landbouw in dat land. Zoo werd in 1936 aan landbouw-producten ge ëxporteerd voor een waarde van 110 millioen pond, dat was ruim 93 pet. van den geheelen uitvoer. In 1937 was deze export gestegen tot 129 millioen pond of 93.6 pet. van den gehee len uitvoer. Wat den aard van deze agrarische betee kenis aangaat, moet opgemerkt worden, dat het vooral de landbouw en niet zoozeer de veeteelt is die een voorname rol speelt. Al leen de schapenteelt is van belang en over treft die van de andere Europeesche landen, maar kan echter nog lang niet vergeleken worden met de schapenteelt in Australië, Zuid Afrika en bepaalde deelen van Ame rika. Uit een en ander blijkt wel de groote be teekenis van den landbouw voor Turkije. De land- en tuinbouwgebieden Kunstmestgebruik en veevoederaankoop Door de Directie van den Landbouw wordt in het jaarlijks verschijnend verslag over den Landbouw in Nederland ter ver gemakkelijking van het overzicht ons land in verschillende land- en tuinbouwgebieden verdeeld. Daarmede worden dan bedoeld bepaalde gedeelten van iedere provincie, waar het agrarisch bedrijf ongeveer gelijk gevoerd wordt. Zoo wordt de provincie Zuid-Holland ver deeld in 13 gebieden, Groningen en Gelder land ieder in 12, N.-Holland in 11, Utrecht in 6, Drenthe en Overijssel ieder in 4, Friesland in 5, Zeeland en N.-Brabant in 7 en Limburg in 2. Maar de gebieden in de eene provincie komen soms weer tamelijk veel met elkaar overeen. Door den directeur van het Land- en Tuinbouwbureau van de I. G. Farben- industrie A.G. te Amsterdam, Amsteldljk 37, werd aap de hand der gebiedsverdeeling uit het bovengenoemd verslag, de agrari sche kaart van ons land verdeeld op zes- derlei wijze, n.l. Zeeklei met akkerbouw en gemengd bedrijf. Rivierklei met gemengd bedrijf, Weidebedrijf, Zandbedrijf, Veen- koloniaalbedrijf en Tuinbouwbedrijf. Over deze zes verschillende gebieden wordt in een dior genoemd bureau en door het Landbouwkundig Bureau der Ned. Stikstofindustrie in Limburg te Heerlen uit gegeven boekje een korte beschrijving gegeven. Tevens wordt daarbij vermeld wat per H.A. uitgegeven werd aan kunstmest en aan veevoeder. Speciaal wordt de aandacht gevestigd op de stikstofbemesting van de voor ieder gebied belangrijkste gewassen. Deze uitgave ziet er niet alleen keurig uit doch bevat ook veel lezenswaardigs en leerzaams. Men vrage het aan. Het is gratis verkrijgbaar bij genoemde bureaux. WEET GE dat in Wittenberg aan de Elbe een fabriek is gebouwd, die per jaar 100.000 ton stroo zal verwerken tot cellulose voor kunstzij de fabricage; dat de prijzen der akkerbouwproducten vol gens de laatste indexcijfers een neiging tot stijging vertoonden, die voor kool- en karwijzaad zelfs vrij aanzienlijk was; dat de prijzen der veeteeltproducten daar entegen een prijsdaling vertoonden; dat de Italiaansche regeering om speculatie in granen tegen te gaan den graanhandel in de hand wil hebben en daarom over al in het land magazijnen bouwt, die 1400 millioen kg graan kunnen bevatten, terwijl het aantal spoedig uitgebreid zal worden tot een capaciteit van 2000 mil lioen kg; Ontvangen boeken SCHEIKUNDE, herzien door S. R. Dijkstra, Groningen. J. B. Wolters. Van dit deeltje van de Handleiding bij het Lager Land- en Tuinbouwonderwijs, ver scheen een 15de druk. Dit zegt meer dan een goede recensie. BIJENTEELT door A. S. Planting, Groningen. J. B. Wolters. Als nummer 13 van de bekende Handlei ding bij het Lager Land- en Tuinbouwonder wijs verscheen thans ook een boekje over bijenteelt Dat is niet voor zijn tijd. Er was o.i. be hoefte aan zoo'n leerboekje. Niet alleen voor de cursussen en lagere land- en tuinbouw scholen, doch ook voor vele en vooral voor beginnende bijenhouders. De bijenteelt heeft, met name in de fruittuinen en boomgaar den, in de laatste jaren meer belangstel ling gekregen, dan deze voorheen wel had. Daarom juichen wij het toe dat dit deeltje verscheen. Het zal zijn nuttig werk wel ver richten en gezien de u-ij ze, waarop de schrij ver de stof behandelt, kan deze en kan de uitgever er o.i. verzekerd van rijn, dat ook dit deeltje veel gevraagd zal worden, even als de andere deeltjes uit deze bibliotheek, waarvan er zijn die reeds 12, 15 en zelfs 18 drukken beleefden. D VAN DEN BOSCH Telefoon 28 NAALDWIJK T uinbouw gereedschappen KASSENBOUW IN IJZER VERWARMING - WATERLEIDING STALEN WAGENS eil BURRIES De SIHI-POMP is de aangewezen pomp voor Land- en Tuin bouwbedrijven. Wij vragen U Waarom Z. B. S. OMDAT OMDAT een icdei u.ngdelüke construe wanrbore geeft voor een betrou aterkc Silo. leiding1 zelf" zUndSlloakanVbonwenhaniï" OMDAT leder onderdeel tot In de puntjea k verzorgd tegen roest en slUtngc. OMDAT een 7..R.S. zich gemnkkelUk lont ver. plaatsen, dus de Silo la voor de elge. naar èn do pachter. OMDAT niet gebonden la aan een klein ot veel te hoog zittend Inrijgat, doch dit ln c 1 k e breedte en diepte kan mnken, Silobouw Z.B.S Oud-Alblas - Tel. 16 Het Nederlandsche landvarken De fokkerij levert geen bezwaren Strenge controle is noodig De fokkerii van het Nederlandsche land- varken levert geen grootere bezwaren op den de fokkerii van een der andere Nederlandsche landrassen. Een krachtige leiding en strenge controle zijn in den beginne echter op haar plaats. Aldus schrijft Ir Ryssenbeek in het Maandblad voor de Varkenshouderij in een uitvoerig artikel otfer het standpunt dat men in Nederland heeft in te nemen inzake rassenvraagstuk bij de varkensfokkerij. Voor provinciën of districten met een eenigszins belangrijken zouterafzet biedt he( V.D.L. op den duur onvoldoende toekomst, zoowel wat de resultaten in de selectiemesta rij als de uitbetaling naar de kwaliteit be treft. Provinciën met een minder belangrijk tercontingent, met name Limburg, bezitten in het V.D.L. een goedsoortig bedrijfsvarken, dat door zijn groote hoeveelheid vleesch van goede kwaliteit een prima consumptievarken levert. De uitstekende classificatie van worst- varkens aan de export^jagery te Weert levert daarvoor het bewijs. Een verstandige inmen ging van nieuw bloed behoeft dit resultaat echter niet te schaden, doch met behoud hiervan kan de baconkwaliteit worden opge voerd. Het Deensche Landvarken, dat dringend om bloedverversching vraagt, vindt in het Nederlandsche Landvarken nieuwe toekomst mogelijkheden, waardoor tevens een terug slag naar te groote verfijning kan worden vermeden. In het algemeen biedt het Neder landsche Landvarken nieuwe en grootert perspectieven voor bloedverversching. Het Gr.-Y. wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de zwaarmesterii. In de zware consump- tie-varkens, waarbij het spek een belangrijk onderdeel vormt, kan men van het G.-Y. een beter resultaat verwachten dan van de lange bacon-typen. Alhoewel bij de G.-Y. de pro ductie van vleesch zoowel als soek van be teekenis is, richt de selectie zich toch voorna melijk naar het vleeschpercentage, daar het selecteeren geschiedt op het betrekkelijk lich te gewicht van 125 Kgr., waarbij het vleescli nog de overhand dient te hebben, willen varkens op zwaarder gewicht niet te veel vervetten. Sneelt de kleur van het vleesch bij het slagersvarken een groote rol, het is nog niet voldoende bekend in hoeverre erfelijke aanleg dan wel voeding en verpleging hier van invloed zijn. Men kan zich afvragen, aldus Ir R. in zijn beschouwingen over de Landvarkens, waarom de bacon-productie, die feitelijk een minder heid t.o.v. de vleeschwarenbereiding en dj consumptievarkens vormt steeds op den voor grond wordt gesteld? Het antwoord is, dat de regeering het rijkssubsidie voor de selectie- mesterijen in de eerste plaats heeft toegekend met het doel de slachtkwaliteit van onze Land- varkens voor de baconproductie te verbeteren. Wil men door een verbetering van de kwali teit de kansen op behoud van het afzetgebied in Engeland vergrooten, dan zal men in deze richting ook zoo actief mogelijk moeten zijn, Wat dit afzetgebied voor Nederland waard is, kan men zich het beste voorstellen door te bedenken, dat elke vermindering van het tingent bacon, dat in Engeland mag wc ingevoerd, tevens een vermindering van aantal toe te kennen biggenmerken beteekent. Men kan pessimistisch zyn ten aanzien vad de toekomst van onzen bacon-export op Enge land uit hoofde van voorkeursrechten voor da Engelsche dominions, doch zoolang deze be dreiging geen werkelijkheid is, zou het onjuist zyn ons afzetgebied niet door een opgevoerde kwaliteit te versterken en daardoor zoo moge lijk te behouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8