Hartjes Generaal Snijders te Hilversum overleden ZATERDAG 27 MEI 1939 DERDE BLAD PAG. 9 Onze Oud-Opper bevelhebber van Land- en Zeemacht Een man, die met bijzondere verantwoordelijkheid bekleed is geweest Groot militair en pionier voor t'e burgerluchtvaart HILVERSUM, 27 Mei. Vannacht om tien minuten vóór twaalf is generaal C. S n ij ders zacht en kalm overleden. De tijding van het heengaan van gene raal Snijders zal in heel ons land en ook daarbuiten met ontroering verno men zijn. Zijn positie als Opperbevelheb ber van Laaid- en Zeemacht in de mobili satie-jaren Qieeft hem alom een groote be kendheid doen verwerven en ook zijn te genstanders hebben altijd toegegeven, dat Snijders een man was met zeer bijzondere gaven. Klein van postuur, maar bezield met groote geestkracht was deze militair in hart en nieren, die zich reeds op jeugdigen leeftijd in onze gewesten overzee bijzonder onderscheidde. De daar met zooveel succes begonnen loopbaan is steeds excelsior ge gaan. Maar toch zou generaal Snijders nooit zoodanige bekendheid verworven hebben, als nu het geval is, indien in 1914 ons leger en onze vloot niet gemobiliseerd waxen. Dan zou men hem nu gekend hebben als een verdienstelijk, gepensionneerd luitenant-ge neraal, eenmaal chef van den Generalen Staf. Voorwaar, ook deze functie is een zeer uitzonderlijke, waartoe alleen de besten ge roepen worden. Dodh niet ieder valt in deze functie op, en velen hebben haar in den doop der jaren vervuld. De zaken namen voor generaal Snijders echter een andere wending. Toen leger en vloot in 1914 gemobiliseerd waren, werd de noodzakelijkheid gevoeld, één man de al- geheele leiding in handen te geven, ook al waren wij gelukkig niet direct bij den oorlog betrokken. Die eene man nu werd de toenmalige luitenant-generaal Snijders, wien het opperbevel werd opgedragen. Nu is er wel eens beweerd', dat het niet zóón heksentoer is, om een paar jaar een weermacht, die aan den oorlog niet deel neemt, te commandeeren. Maar hebben zij, die zulks beweren, wel eens bedacht, dat het een zeer moeilijke taak is, om een le ger buiten den 6trijd te houden? Wij willen niet zeggen, dat generaal Snijders dat in zijn eentje heeft klaar gespeeld. Maar dat hij zich op dit terrein wel zeer verdien stelijk heeft gemaakt, staat onomstootelijk vast Bovendien, zijn taak als Opperbevel hebber in de jaxen van 1914 tot 1918 is toch wel van een ongewone zwaarte geweest. Er is in die jaren welhaast geen verant woordelij ker positie te vervullen geweest Gevolg daarvan was, dat veel critiek en veel miskenning het deel van den generaal zijn geweest. Men heeft hem zware verwijten gemaakt, men heeft hem gelasterd en toen in 1916 de militaire verloven werden inge trokken, heeft men hem daarvoor aanspra kelijk gesteld. Onverdiend. Het was niet zijn schuld. Doch zoo zouden er meer din gen zijn te noemen. Zijn eervol ontslag in 1918 heeft voor hem ook zeker een bitteren bijsmaak gehad, dooh waar hij zelf later hierover niet meer spreken wilde, zullen wij over al deze dingen miet nader in bij zonderheden treden. Het is een kenmerk van groote mannen, dat zij ook miskenning manmoedig dragen. Dat heeft generaal Snijders .immer gedaan. Toen zijn militaire loopbaan een einde genomen had, is hij niet gaan genieten van een rustigen dag. Hij was immers nog vol van levenslust en vitaliteit, het lag niet in zijn aard om „met een boekske in een hoekske" te gaan zitten. Dat heeft hij ook nooit gedaan. Met veel geestdrift is hij gaan werken voor de dingen, waarvoor hij oen bijzondere belangstelling had en daar bij trad wel het meest op den voorgrond zijn belangstelling voor de luchtvaart. Daar voor heeft hij dan ook ijx zijn „ouden dag" nog zeer veel nuttig werk verricht. Tot drie maal toe maakte de gepensionneerde opper- officier een reis naar Oost-Indië, om daar de belangen van de luchtvaart te gaan be spreken en tot driemaal toe wist hij goede resultaten te boeken. Groot is ook zijn ver dienste geweest voor de Kon. Ned. Ver eeniging voor de Luchtvaart, van welke vereeniging hij de gouden medaille ont ving. Overigens was dat niet bepaald de eerste onderscheiding van den generaal. Hij had er zeer vele en hij had ze verdiend! Zijn laatste levensjaren heeft hij in Hil versum gewoond, in een mooie en ru6tige omgeving, die weldadig aandeed. Dadr is I bij ook overleden op zeer hoogen ouder dom. Een rijk en welbesteed leven heeft een einde genomen. Een groot land- en tijd genoot, een groot vaderlander is met gene raal Snijders heengegaan. Zijn naam zal in de geschiedenis voortleven als van een j man, die, als ie'ter mensch, zijn fouten en gebreken had, maar die zich voor het va derland, dat hij had. zeer verdienstelijk beeft gemaakt. Zijn levensloop Cornelis Jacobus Sn ij ders, was geboren op één der Zuid-Hollandsche eilan den en wel dat, 't welk het zuidelijkst ge legen is, n.l. Flakkee. Op 29 September 1852, aanschouwde hij aldaar in het dorp Nieuwe T o n g e als zoon van een arts het levenslicht. Op 13 Juli 1869 kwam hij ls cadet op de Kon. Mil. Academie te Breda, welke inrichting hij in 1872 verliet als 2de lnitenant. Hij werd benoemd bij het korps Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs, de latere Genietroepen. Van 18731875 was hij in Indië gedetacheerd bij de Genie, van waar hij in 1875 als le luitenant terugkeer de. Met jaar daarop werd hij leeraar aan de K.M.A. te Breda en was hier 3JA jaar werk zaam. In 1883 werd hij bevorderd tot kapi tein bij de Genie en keerde in 1887 terug als leeraar aan de K.M.A. tot 1893. In 1901 werd hij bevorderd tot majoor, in 1903 tot luitenant kolonel en in 1906 tot ko lonel. Inmiddels was hij in 1904 benoemd tot commandant van het le Geniecomman- dement. Zijn benoeming tot Generaal-Ma- joor en sous-chef van den Generalen Staf olgde in 190S en in 1911 werd hij luitenant- generaal. Van 190S1912 was hij lid van de Per manente Militaire Spoorwegoommissie. Toen op 31 Juli 1914 de mobilisatie van Leger en Vloot werd afgekondigd, werd de heer Sn,ijders aangewezen als opperbevelhebber van onze weermacht en werd hij tot Generaal benoemd. Na ruim vier jaar deze functie te heb ben bekleed, werd hom op zijn aanvrage op de meest eervolle wijze ontslag verleend uit den militairen dienst. Hierna volgde voor generaal Snijders de tijd waarin hij verdienstelijk werk verricht te velerlei gebied, vooral op dat van de burgerluchtvaart. In 1933 werd hij voor Nationaal Herstel tot lid van de Tweede Kamer gekozen, maar nam geen zitting. De overledene was drager van tal van Nederlandsche en buitenlandsehe hooge onderscheidingen. Naar de Oost De eerste Atjeh-expeditie had niet aan de verwachtingen voldaan en daarom organi seerde het Indische legerbestuur een twee den veldtocht. Men vroeg hiervoor ook of ficieren uit het Moederland en luitenant Snijders was een van de eersten, die zich hiervoor opgaf. Op 10 Juli 1873 vertrok hij uit Nieuwe diep en arriveerde op 31 Augustus d.a.v. te Batavia. Men was in Indië bezig met de voorbereiding tot uitvoering der plannen van kolonel Pel, om in verschillende rich tingen om Kola Bae'ja ruim baan te maken, de stellingen waaru.t de vijand onze ves tingen en posten beschoot, te nemen en «lasr nieuwe versterkingen aan te leggen en te bezetten. Aanvankelijk werd luitenant ■Snijders te Soerabaja geplaatst, maar kwam in November 1878 te Kota Radja. Bij de krijgsverrichtingen op het eind Van 1874 en de tweede helft van 1S75 onderscheidde hij zich bijzonder. Onder hevig vijandelijk vuur wist hij door geniewerkzaamlheden Kota Alam, Long- battah Missigit en Lamara Olejlo in staat van verdediging te brengen. In 1875 repatrieerde hij naar Holland en op 12 November van dat jaar werd hij bij K. B. benoemd tot Ridder in de Militaire Willemsorde 4de klasse. Tijdens de garni zoensparade te Utrecht in de Maliebaan ter eere van 's Konings verjaardag op 19 Februari 1876 werd hem het eeremetaal uit gereikt. Weldra sierden naast dit Ridder kruis, de Atjeh medaille 1874-1875 en het Eereteelken voor belangrijke krijgsbedrij ven 1873-1874 zijn jonge borst. Aan het hoofd van de Weermacht In de 38 jaar, die volgden op de Indische periode, klom de heer Snijders, zooals boven reeds werd medegedeeld, langzamerhand tot eten allerhoogsten rang, dien m.en in Neder land slechts in tijd van oorlogsgevaar kent, tot dien van opperbevelhebber. Als chef van den Generalen Staf bereidde Generaal Snijders do mobilisatie voor, welke hij enkele jaren later, als opperbevelhebber, zou ten uitvoer brengen. Op het vele, dat door Generaal Snijders tijdens de mobilisatie tot stand werd ge bracht, kunnen we uit den aard der zaak niet ingaan, dat zou te ver voeren. Op en kele belangrijke punten willen we echter de aandacht vestigen. Kort na den opmarsch der Duitschers in België vlak langs de Zuidgrens van Lim burg, werden allerlei berichten in de En tente pers, toegelicht met kaartjes, opge nomen, waarin werd gemeld, dat de Duit schers dwars door Limburg naar Belgic waren gerukt. Gedurende de oorlogsjaren werden deze praatjes aanhoudend gelanceerd en hot is de gi-oote verdienste van Generaal Snijders geweest, dat hij bij offieieele proeessen-ver- baal, steunend op beëedigde verklaringen van burgers en militairen, autoriteiten en particulieren onomstootelijk heeft doen vast leggen (in t Oranjehoek door Regeering be kend gemaakt) dat geen Duitsch militair ooit een voet op Nederlandschen bodem ge zet heeft. Door den opjierbevelhebber werd alzoo voor goed een einde gemaakt aan verzin sels, welke anders nog jarenlang voor waar heid zouden hebben gegolden. Kort voor Paschen 1916 werden de mili taire verloven stopgezet. Men gaf hiervan Generaal Snijders de schuld. Deze zweeg echter op deze beschuldigingen. Naderhand werd bekend, dat Duitschland aan Neder land eenige moeilijkheden veroorzaakte. Het voorstel tot stopzetting van de verloven bleek echter niet van Generaal Snijders te z3jn uitgegaan, maar van don Ministerraad. Voor de mobilisatie van 1914 wist het Ne derlandsche volk over het algemeen niet, behalve dan in militaire kringen, wie Gene raal Snjjders was. Gedurende de oorlogs jaren heeft men Generaal Snijders, die, toen hij het oj:perbevel aanvaardde, reeds op een leeftijd gekomen was, dat men den militai ren dienst pleegt te veriatien, leeren kennen als een stoeren en onvermoeiden werker, die op de bres stond voor Neêrlands onzijdig heid. Na meer dan vier jaar zijn taak te 'hebben vervuld, werd de heer Snijders, op 9 Nov. J918, genoopt zijn ontslag uit den militairen dienst aan te vragen, dat hom op de meest eervolle wijze werd verleend. In 1919 werd hij benoemd tot Ridder Grootkruis in de Orde van den Nederland scfhien Leeuw. Daarvoor was hij begiftigd miet de Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau. Op de bres voor de luchtvaart Vele functies heeft Generaal Snijders na zijn pensionneering nog bekleed. Een groo te activiteit bleef hij aan den oag leggen hoe kon het anders van iemand, die eens het opperbevel voerde, voor onze weer macht. Ook voor de ontwikkeling der burger luchtvaart stond hij op de bres. Driemaal na 1918 maakte hij een reis naar Nederlandsch Indië in het belang van de luchtvaart. De laatste xeis deed hij in 1929 op bijna 77-jarigen leeftijd. Toen Generaal Smijoers in 1920 zijn eerste reis naar Indië zou maken, als voorzitter van de Ned. Ver. „Ons Leger" om de algemee- ne vergadering van de Zuster-organisatie „Indië Weerbaar" te Bandoeng bij te wonen ontving hij tevens van den Raad van Be stuur der K.L.M., hoewel hij in geeneriei betrekking 6tond tot de K.L.M., het ver zoek besprekingen met de autoriteiten te voeren ter voorbereiding om een afd. van ae K.L.M. in Ned. Oost-Indië te vestigen. Op al zijn reizen werd de heer Snijders in Indië met de grootste onderscheiding tegen- getreden. Op zijn laatste reis in 1929 woon de hij de opening van de luchtlijn Welte vredenSoerabaja bij, en vloog den eersten tocht mee. Ook trad hij destijds als voorzitter van de E.L.T.A., (Eerste Luchtv. Tentoonstelling Amsterdam) op. Voor zijn groote verdiensten op lucht vaartgebied werd hem de gouden medaille der Kon. Ned.. Ver. voor Luchtvaart aange boden. Op zijn tachtigsten verjaardag in 1932 werd Generaal Snijders op grootsche wijze gehuldigd en 'ter zijner eer werd toen het Generaal Snijdersfonds, uit welks ren te jaarlijks een gouden C. J. Snijders-me daille wordt toegekend aan dengene die zich het verdienstelijkst heeft gemaakt voor de Groot Nederlandsche Luchtvaart, ingesteld. Verder heeft de heer Snijders een werk zaam aandeel gehad in verschillende Na tionale Vereenigingen. Enkele werken op militair gebied zagen van hem het licht. 1 IS HET U BEKEND: dat de Vereeniging van Slechthoorenden i voortdurend waarschuwt dat er tallooze Kerktelefoon-Installaties zijn en worden aangelegd door op dil speciale terrein onkundige personen? Versterkers en tele foons, die normaal in den handel zijn kun nen immers aan de slechthoorenden onmo gelijk blijvende voldoening schenken. Men zorge, dat deze zaak deskundig wordt be handeld, maar niet door z.g. plaatselijke technici. (Reel.) moet onverbiddelijk wijken voor VAN MIJNHARDT KERK EN ZENDING NBD. HHRV. KERK Beroepen: Te Brielle (toez.), J. J. Kloots te Maassluis. Te Oude Pekela (toez.), G. W. B. A. Thoden van Velzen te Rauwend (Fr.). Aangenomen: Naar Haarlem-Noord (toez.), H. J. Drost te Aalten. Naar Hage- stein. cand. P. v. d. Berg te Amersfoort. Bedankt: Voor Goedereede en voor Gouderak, cand. P. v. d. Berg te Amersfoort. Voor Schildwolde, B. J. Lietaert Peerbolte te Willemsoord (Ov.). Hoekstra te Drachten. HULPPREDIKERS Tot hulpprediker 'bij de Géref. Kerk van Amsterdam-Noord (Buiksloot) is benoemd cand. A. Verschoor te Vlaardingen, die deze benoeming, ingaande 1 Juni a.s„ heeft aanvaard. BEROEPBAAR Cand. S. M. v. d. Zanden, adres Geleen- straat 8 II, Amsterdam-Zuid bericht ons, dat hij thans gaarne een beroep uit de Geref. Kerken terstond in overweging zal nemen. Dr. G. J. SCHOLTEN f Het Zendingsblad van Oegsteeest meldt hef overlijden van Dr G. J. Sc hol ten, zendeling-arts te Sibolangit (Deli). Hij was officier van gezondheid en werd door den Dienst der Volksgezondheid ge detacheerd bij het nieuwe zendingszieken huis te Sibolangit. LEGER DES HEILS Vanwege het Leger des Heils hier te lande zal Woensdag 12 Juli a.s. in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravcnhage een groote openbare vaarwel-samenkomst worden gehouden, waarin Generaal Evangeline Booth offi cieel afscheid nemen zal van de officieren en soldaten van het Heilsleger benevens van haar vriopden hier te lande. HET WEESHUIS DER CHR. GEREF. KERK Het te Utrecht gevestigde Weeshuis der Chr. Geref. Kerk heeft op 15 Juni a.s. een Jubileum-Weeshuisdag. Te Zeist op het schoone landgoed „Boek en Royen" gelegen in de directe nabijheid der tramhalte „Ilooge weg", hoopt men tezamen te komen met allen die in liefde aan de weezen denken. Spreken zullen: Ds. W. Ileernia over „Langs vaste lijnen", Ds. L. S. den Roer over „De vijf weezen van Zclafead". Na de pauze, des n.m. te half drie, spreekt Prof. G. Wis se, die in het feestwoord zal gewagen van „Romvtranen en Feestklan ken", terwijl Ds. D. J. van Brum men I de „sluitrede" houdt. GEREF. KERK IN N- FRANKRIJK Zomerdiensten De kerkeraad der Geref. Kerk van Brussel richt evenals andere jaren ook thans weer een beleefd verzoek aan professoren, predi kanten en candidaten, die eventueel lezen zomer een reis door Frankrijk maken hun diensten te willen aanbieden aan één der onderstaande kringen: 1. Parijs. Adres: Candidaat A. de Groot 9 rue. do Civry, Paris (XVIe). 2. Yonne. Chr. van der Wekken, Chasse-Profit, Rigny-le-Ferron (Aube). 3. Orne. J. J. h. Koning, ferme de Cavru La Chapelle, Montligeon (Orne). 4. Eure. G. Dijkstra, ferme d'Aurigny, Corneville la Fouquetière par Bernay (Eure). Nord. W. C n o s s e n, ferme des Mar guerites, Marcq- en Baroeul (Nord). 6. Nice. K. J. van de Ree, 10 Avenue du Chateau de la Tour. Voor de organisatie van de samenkom sten is het wenschelijk den kerkeraad van te voren mej het verblijf in kennis te stel len. Mocht dit niet tijdig kunnen, dan zal in ieder geval een bezoek aan onze broeders en zusters in Frankrijk op prijs worden gesteld. Vanuit de groepen zelf zal men dan nog trachten de verschillende gezinnen die soms 60 K.M. verwijderd wonen, bijeen te krijgen. GIFTEN EN LEGATEN Wijlen mevr. v. d. Brink-B om as uit Hilversum heeft aan de Geref. Kerk aldaar een bedrag van duizend gulden gelegateerd. Prof. Dr. A. G. Honig, rustend hoog leeraar aan de Theol. School te Kampen, ont ving ten bate van het Studiefonds dezer School een legaat groot f 391. ONDERWIJS VOLK EN KUNST Lezing Dr. H. Smilde Voor de afdeeling Groningen van S. S. R. „V.E.E.A." heeft Dr. H. Smilde te Gronin gen een lezing gehouden over het onderwerp: „Volk en Kunst". Dr Smilde beperkte het onderwerp tot de literaire kunst in Nederland. Het eerst wordt bij dit onderwerp ge dacht aan: Volkskunst. Hierbij komen ter sprake de verschillende opvattingen van volk en de verhouding van den kunstenaar tot dat volk. Volk wordt in de eerste plaats gezien als publiek dat, volgens de humanistisch filoso fische opvatting, als gunst iets van den kun stenaar ontvangt, en volgens de sociaal pro letarische opvatting recht heeft op de kunst. In de tweede plaats kan het volk worden gezien als organisch geheel, waarin gedach ten leven, die door den dichter, die het die pere, de godsgedach'.e voelt, worden geuit. Ten eerste kan hij dit doen door het volk op te voeren tot z'n eigen hoogte: het te la ten voelen wat hij zelf voelt, volgens Dr Smilde de hoogste opvatbing van kunst. In de tweede plaats kan hij het volk een bepaalde gedachte voorhouden: opvoedend werken. Tenslotte kan de kunstenaar dat, wat hij voelt en denkt, beschouwen als een persoonlijk bezit, waarmee het volk niets te maken heeft omdat 't die gedachten toch niet begrijpt. Dr Smilde vraagt zich af of zoo iemand wel een kunstenaar is. Vervolgens geeft Dr Smilde een overzicht over de historische ontwikkeling van deze opvattingen. In de ontreddering van den wereldoorlog staat ook een „ontredderde" kunst, waarin pas langzamerhand weer richtingen te on derscheiden zijn: de biologisch vegetatieve richting en het vitalisme (pessimistisch). De dichter gaat zich toeleggen op psycho analyse. Tenslotte wijst Dr. Smilde op de metaphysisch optimistische richting: de mensch is beelddrager Gods. De kunst moet daarom aanknoopen bij levensdraden die van Goddelijiken oorsprong zijn. „We moe ten onze kunst zetten op de Araeopagus". Volgens Dr Smilde is echte volkskunst al leen mogelijk als religieuse kunst. Na de discussie, die op deze lezing volgde, dankte de praeses Dri Smilde hartelijk voor wat hij V.E.R.A. had 'gegeven in zijn lezing en beantwoording van de vragen. Belangrijk werk voor 't Chr. Onderwijs De Sleutelstad verleent gastvrijheid Men schrijft ons: De volgende week is een zeer belangrijke voor het Christelijk onderwijs. Dinsdag en Woensdag wordt de jaarvergadering gehou den van de Vereeniging van Chr. onderwij zers en onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesohe Gewesten, tijdens welke bijeen komst ook de vergaderingen der vereenigin gen „Lucas" en Jacobus" plaats vinden, ter wijl Donderdag de Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs, ook in Leiden, haar alge- meene vergadering houdt. De afdeeling Leiden van de Vereeniging van Chr. Onderwijzers deed een fraaie uitge voerde gids het licht zien. Met aardige plaatjes ran Leiden verlucht bevat deze gids alle bijzonderheden die men over de verga dering en wat daarmee annex is, dient te weten, terwijl voorts in een aantrekkelijk artikel C. H. v. U. het een en ander mede deelt over de glorieuse dingen van de Sleu telstad. Wij hebben reeds eerder de hoofd zaken uit het programma weergegeven en behoeven daarop thans niet terug te komen. Slechts dient nog in 't bijzonder de aandacht gevestigd te worden op de tentoonstelling van leermiddelen, die in de Stadsgehoorzaal wordt gehouden en waaraan de uiterste zorg is besteed, terwijl voorts alle vrienden van het Chr. Onderwijs die in Leiden en omgeving wonen speciaal opgewekt worden om de wij dingssamenkomst bij te wonen, die op Maan dagavond in de Pieterskerk wordt gehouden en waar Ds. G. C. N i f t r i k uit Rijnsburg en Ds. H. A. W i e r s i n g a uit Leiden het woord zullen voeren, terwijl de orgelist Hennie Schouten en een zangkoor medewerking verleenen. Overigens mag men gelooven. dat het in de dagen na Pinksteren in Leiden merkbaar en zichtbaar drukker dan in gewone dagen zal worden van onderwijzers en onderwijzeres sen, die uit alle oorden des lands naar deze stad samenstroomen, daartoe uit liefde voor het Chr. Orderwijs gedreven. Leiden, onder- wijsstad bij uitnemendheid, zal hen hartelijk welkom heeten en gaarne al haar schatten van ou.1e en nieuwe schoonheid voor hen openstellen. PROF. OBBINK Sluit voor de laatste maal het Academisch cursusjaar UTRECHT. 27 Mei. De kerkelijke sluiting van het Academisch Cursusjaar, dank zij de Theologische Faculteit der Utrechtsche Stu denten, tot goede traditie geworden, heeft gisteravond in de Pieterskerk te Utrecht plaats gevonden en droeg ditmaal wel een zeer bijzonder karakter omdat het Prof. Dr. H. Th. Obbink was die in dezen dienst voorging. Prof. Obbink die een dag tevoren officieel afscheid genomen had als hoogleeraar der Theologische Faculteit aan de Alma Mater van Utrecht, zou nog eenmaal den kansel beklimmen om de studenten en hoogleeraren toe te spreken. Het had een diepe beteekenis dat juist Prof. Obbink ditmaal het Academisch Cursus jaar kerkelijk sloot. „Eigenlijk is het de Oudejaarsavond van het schooljaar en voor mij de Oudejaarsavond van mijn Academisch werk" aldus ving Prof. Obbink zijn predikatie aan. „In mijn hart zijn oudejaarsavondgedachten en het zal u niet verbazen dat ik dezen avond spreek over een woord dat op den 31sten December zou gebruikt kunnen worden." Prof. Obbink bepaalde zijn gehoor bij Prediker 3 vers 15 „God zoekt het wegge drevene". Op dezen avond liet spr. zijn toehoorders ook een blik slaan op de rivier des tijds. Daar drijven bloemen op de rivier. Dat zijn de bloemen van den vroolijken kant leven. Er drijven ook stukken hout. Dat zijn de stukken hout van het kruis dat wij hadden te dragen. Het leven is immers rijk aan lief en leed. Daar drijven de uiterlijke teekenen van onze zonde en tekortkomingen naar den Oceaan der Eeuwigheid. Is alles weg? Neen, want God zoekt he' weggedrevene en God de alwetende kan dat. God de rechtvaardige moet dat doen krachtens zijn eigen wezen. God zoekt alles weer op en stapelt het alles op voor onze oogen. zoo dat wij verbaasd staan en zullen zeggen: wat dat wel van mij? Ja. want onze naam staat erop en God toont Het leven is zoo ernstig, het is een zaaitijd en elke daad. elk woord en elke gedachte een zaad. Welk een verantwoordelijkheid hebben de studenten wanneer zij ook bedenken dat het leven een zaaitijd Ls en dat alles eenmaal weer terugkomt. Wij zijn het misschien allang vergeten, maar ook het luieren dat de student eens gedaan heeft, het zal alles weer opgediept worden God zoekt het weggedrevene en wat nu verknoeid wordt, zal zich eens wreeken. God zoekt ons heil maar Hij spreekt eens Zijn oordeel. Het is onze taak Gode ons leven te wijden. Het is de hoofdzaak wat wü worden terwijl wij wat doen of laten. Op dezen Oudejaarsavond voor u en voor mij. aldus besloot Prof. Obbink, wilde ik u dit zeggen. Iets anders had ik niet op het hart. God moge het aan u aller hart Nadat Prof. Obbink het Onze Vader had gebeden, werd tenslotte gezongen „Halleluja, eeuwig, dank en eere". Diep onder den indruk verliet de schare het bedehuis. Onder de aan wezigen hebben wii opgemerkt Prof. dr. J. J Se ver ij n. prof. dr. M. J. A. de Vrijer prof. dr. M. van R ij n. prof. dT. S. F. H. Berkelbach van der Sprenkel, prof. dr. J. de Groot, dr. H. W. Obbink, Ned. Herv. predikant te Utrecht, ds. O. Mans velt, em. pred. te Utrecht, tal van hoogleeraren van andere faculteiten en 'stu denten. SALARIEERING VAN LEERAREN LICH. OPVOEDING De besturen van het Gen. van Leeraren aan Ned. Gymnasiën, de Alg. Ver. van Leeraren bij het MO., de R.K. Leerarenver- eeniging en Ver. van Leeraren bij het Chr. M.O., hebben zich tot den Minister Onderwijs gericht in verband met het feit. dat in 1938 in Ned.-Indië op voorstel van den Volksraad, een aanmerkelijke verbete ring gebracht is in de salarissen van de leeraren in de lichamelijke oefening. He besturen van bovengenoemde ver gingen vonden daarin aanleiding, aan den Minister het reeds vroeger gedane verzoek te herhalen, een wijziging in het bezoldi gingsbesluit van de leeraren te willen be vorderen in dien zin, dat de leeraren in de lichamelijke oefening bij het maxii aantal lesuren, dat hun opgedragen is, gelijke wedde genieten als andere leeraren Schietoefeningen aan boord van H.M. Repulseals onderdeel der oefe ningen van de Engelsche Home Fleet, welke thans gehouden worden. C. de Bruvn Gisteren is te Hillegersherg plotseling op 72-jarigen leeftijd overleden de heer C. de B r u y n, oud-hoefd van de Oranje Nas- sausohool te Rotterdam. ONDER'WIJSBENOEMINGEN Arnhem. Chr. U.L.O.-school (hfd J. Uit- tenbogaard). Tot onderwijzer: de heer H. Braaksma. Baambrugge. C. N. School. Tot hoofd (vac. J. v. d. Woerd): de heer Th. C. Borst, onderw. Talma-school te Arnhem (met in gang van 1 Sept.). Breukelen. School m. d. Bijbel. Tot onderwijzer: de heer P. B. Kriebel, ond. Waalsche school te Den Haag. Groningen. Leerschool van de Kweek school m. d. Bijbel (vac. J. Oosterheert, die met pensioen gaat). Tot hoofd: de heer R. van Huizen, hoofd der Parkschool aldaar. Groningen. Parkschool. To: hoofd (vac. van Huizen). Tot hoofd: de heer W. Meyer (pseud. Wolf Meesters), onderw. aan die school. Tot onderwijzer: de heer G. Arke- i. onderw. Ohr. Noorderbui'.ensingelscbool te Groningen. Chr. Noorderbui'.ensingelschool. Tot onderwijzer: de heeren J. Zoutman te Winschoten en R. Sloot te Groningen. J. C. Wirtzschool. Tot kw. m. a.: de heer K. O os- terbeek. Waar der. Chr. School. Tot onderwijzer: de heer D.Kruithof. kw. m. a. Chr. school te Driebrugge. Examens recht. Gepromov. op proefschrift Gou da, proeve eener stadsn.onograph e, totdoctor msterdam. Bev. tot doet ln de uurk. op proeefschrift get.: „Untee über die Entwlcklung der Gea de heer H. F. rsuchun" Amsterdam. Vrife Univ. Cand. Rechten: de heeren A. C. de Ruiter te Ou.de Bildiijl cft| J Kramer te Heemstede; Cand. Theologie, do heeren J. Wolv. J. Visser, Lu t Jog. Cand. rechten: M. I* Kuiten brouwer: Doet kla«s. lett. mej. H. Schuuring Doet. pharmacie mej. H. Kolkman: Sonil-aJta, A. J. Goedhard; C. M. MoenWk: P. R. E. t-en Have Nijhoff, H. de Vries: Arte-examen J. H. Sling-enburg: Theoh. tandheelk eerste ged. mevr. L M. Storm-BaumgartenW. O. Wink; mej. J. L. Schapptrt: Thor. tandheelk. Ie ged. mej. R. C. Moll: Tand-arts examen U. J. van Dijk; G. F. Stoker, mej. H. Son: Th S. Val. V. Kettler. D. J. n; H. lej. A. J. de heer R. Cand. klai Backer Dlrks. R'dam. Cand. kunstgeschiedenis Artsexamen le ged. de heer E. G. van Breu kelen. Den Haag. Bevord. tot arts mej. J. N. Schmidt. Den Haag en de heeren P. M. v. d. Gugten. Den Haag. Soedarso. Lelden: Doet Ned. lett mej. S. E. E. van Gilse, Lelden: prop theologie: de heer K. J. Bosnia, Oostêrlltten*Doet. rechten: de heer R. Loggers. Utrecht Prop. theologie cum laude: dc Doet oeconomie: de heeren A. A. Ultenbage» mej. H. J. van Weering en de heeren A. Ba- rentsen enM. Kunst, beiden Groningen. Lelden. Geel. de heer M. W. Gomt?. Den Haag. dipl.: de heeren J. J. Zembsch te Goes: R. v. d. Brink. Utrecht: H. J. H.-ge. Middelburg: J. v. Dijk. Bolnes en M. C. Bokolman en A. Keu- lemans. belden te Amsterdam. Chr. Bevr-nchool-onderrrljcercameit. Utrecht Gesl. voor het- theor. ged. hoofdakte dor Ver een. van Chr. Bew. school Onderw!Ixeressen: ce dames: I. Pieterse. G. Krult te Rotterdam cn N. van Beveien te Oostkapelle. ONTVANGEN DRUKWERKEN Van de Stichting R v e il-A r ch i e f te Amsterdam: Het negende jaarverslag (1938) Leerolan Afd. Gezondheids-, verwar ming® en koeltechniek. lSe-t. 1939 te openen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 3