Hartjes
Generaal Snijders te Hilversum overleden
ZATERDAG 27 MEI 1939
DERDE BLAD PAG. 9
Onze Oud-Opper
bevelhebber van
Land- en Zeemacht
Een man, die met bijzondere
verantwoordelijkheid
bekleed is geweest
Groot militair en pionier
voor t'e burgerluchtvaart
HILVERSUM, 27 Mei. Vannacht om
tien minuten vóór twaalf is generaal C.
S n ij ders zacht en kalm overleden.
De tijding van het heengaan van gene
raal Snijders zal in heel ons land en
ook daarbuiten met ontroering verno
men zijn. Zijn positie als Opperbevelheb
ber van Laaid- en Zeemacht in de mobili
satie-jaren Qieeft hem alom een groote be
kendheid doen verwerven en ook zijn te
genstanders hebben altijd toegegeven, dat
Snijders een man was met zeer bijzondere
gaven. Klein van postuur, maar bezield met
groote geestkracht was deze militair in
hart en nieren, die zich reeds op jeugdigen
leeftijd in onze gewesten overzee bijzonder
onderscheidde. De daar met zooveel succes
begonnen loopbaan is steeds excelsior ge
gaan. Maar toch zou generaal Snijders nooit
zoodanige bekendheid verworven hebben,
als nu het geval is, indien in 1914 ons leger
en onze vloot niet gemobiliseerd waxen. Dan
zou men hem nu gekend hebben als een
verdienstelijk, gepensionneerd luitenant-ge
neraal, eenmaal chef van den Generalen
Staf. Voorwaar, ook deze functie is een zeer
uitzonderlijke, waartoe alleen de besten ge
roepen worden. Dodh niet ieder valt in deze
functie op, en velen hebben haar in den
doop der jaren vervuld.
De zaken namen voor generaal Snijders
echter een andere wending. Toen leger en
vloot in 1914 gemobiliseerd waren, werd de
noodzakelijkheid gevoeld, één man de al-
geheele leiding in handen te geven, ook al
waren wij gelukkig niet direct bij den
oorlog betrokken. Die eene man nu werd de
toenmalige luitenant-generaal Snijders,
wien het opperbevel werd opgedragen.
Nu is er wel eens beweerd', dat het niet
zóón heksentoer is, om een paar jaar een
weermacht, die aan den oorlog niet deel
neemt, te commandeeren. Maar hebben zij,
die zulks beweren, wel eens bedacht, dat
het een zeer moeilijke taak is, om een le
ger buiten den 6trijd te houden? Wij
willen niet zeggen, dat generaal Snijders
dat in zijn eentje heeft klaar gespeeld. Maar
dat hij zich op dit terrein wel zeer verdien
stelijk heeft gemaakt, staat onomstootelijk
vast Bovendien, zijn taak als Opperbevel
hebber in de jaxen van 1914 tot 1918 is toch
wel van een ongewone zwaarte geweest.
Er is in die jaren welhaast geen verant
woordelij ker positie te vervullen geweest
Gevolg daarvan was, dat veel critiek en veel
miskenning het deel van den generaal zijn
geweest. Men heeft hem zware verwijten
gemaakt, men heeft hem gelasterd en toen
in 1916 de militaire verloven werden inge
trokken, heeft men hem daarvoor aanspra
kelijk gesteld. Onverdiend. Het was niet
zijn schuld. Doch zoo zouden er meer din
gen zijn te noemen. Zijn eervol ontslag in
1918 heeft voor hem ook zeker een bitteren
bijsmaak gehad, dooh waar hij zelf later
hierover niet meer spreken wilde, zullen
wij over al deze dingen miet nader in bij
zonderheden treden. Het is een kenmerk
van groote mannen, dat zij ook miskenning
manmoedig dragen. Dat heeft generaal
Snijders .immer gedaan.
Toen zijn militaire loopbaan een einde
genomen had, is hij niet gaan genieten
van een rustigen dag. Hij was immers nog
vol van levenslust en vitaliteit, het lag
niet in zijn aard om „met een boekske in
een hoekske" te gaan zitten. Dat heeft hij
ook nooit gedaan. Met veel geestdrift is hij
gaan werken voor de dingen, waarvoor hij
oen bijzondere belangstelling had en daar
bij trad wel het meest op den voorgrond
zijn belangstelling voor de luchtvaart. Daar
voor heeft hij dan ook ijx zijn „ouden dag"
nog zeer veel nuttig werk verricht. Tot drie
maal toe maakte de gepensionneerde opper-
officier een reis naar Oost-Indië, om daar
de belangen van de luchtvaart te gaan be
spreken en tot driemaal toe wist hij goede
resultaten te boeken. Groot is ook zijn ver
dienste geweest voor de Kon. Ned. Ver
eeniging voor de Luchtvaart, van welke
vereeniging hij de gouden medaille ont
ving. Overigens was dat niet bepaald de
eerste onderscheiding van den generaal.
Hij had er zeer vele en hij had ze verdiend!
Zijn laatste levensjaren heeft hij in Hil
versum gewoond, in een mooie en ru6tige
omgeving, die weldadig aandeed. Dadr is
I bij ook overleden op zeer hoogen ouder
dom. Een rijk en welbesteed leven heeft
een einde genomen. Een groot land- en tijd
genoot, een groot vaderlander is met gene
raal Snijders heengegaan. Zijn naam zal in
de geschiedenis voortleven als van een
j man, die, als ie'ter mensch, zijn fouten en
gebreken had, maar die zich voor het va
derland, dat hij had. zeer verdienstelijk
beeft gemaakt.
Zijn levensloop
Cornelis Jacobus Sn ij ders, was
geboren op één der Zuid-Hollandsche eilan
den en wel dat, 't welk het zuidelijkst ge
legen is, n.l. Flakkee. Op 29 September
1852, aanschouwde hij aldaar in het dorp
Nieuwe T o n g e als zoon van een arts
het levenslicht. Op 13 Juli 1869 kwam hij
ls cadet op de Kon. Mil. Academie te
Breda, welke inrichting hij in 1872 verliet
als 2de lnitenant. Hij werd benoemd bij het
korps Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs,
de latere Genietroepen. Van 18731875 was
hij in Indië gedetacheerd bij de Genie, van
waar hij in 1875 als le luitenant terugkeer
de. Met jaar daarop werd hij leeraar aan de
K.M.A. te Breda en was hier 3JA jaar werk
zaam. In 1883 werd hij bevorderd tot kapi
tein bij de Genie en keerde in 1887 terug
als leeraar aan de K.M.A. tot 1893.
In 1901 werd hij bevorderd tot majoor, in
1903 tot luitenant kolonel en in 1906 tot ko
lonel. Inmiddels was hij in 1904 benoemd
tot commandant van het le Geniecomman-
dement. Zijn benoeming tot Generaal-Ma-
joor en sous-chef van den Generalen Staf
olgde in 190S en in 1911 werd hij luitenant-
generaal.
Van 190S1912 was hij lid van de Per
manente Militaire Spoorwegoommissie.
Toen op 31 Juli 1914 de mobilisatie
van Leger en Vloot werd afgekondigd,
werd de heer Sn,ijders aangewezen als
opperbevelhebber van onze weermacht
en werd hij tot Generaal benoemd.
Na ruim vier jaar deze functie te heb
ben bekleed, werd hom op zijn aanvrage op
de meest eervolle wijze ontslag verleend
uit den militairen dienst.
Hierna volgde voor generaal Snijders de
tijd waarin hij verdienstelijk werk verricht
te velerlei gebied, vooral op dat van de
burgerluchtvaart. In 1933 werd hij voor
Nationaal Herstel tot lid van de Tweede
Kamer gekozen, maar nam geen zitting.
De overledene was drager van tal van
Nederlandsche en buitenlandsehe hooge
onderscheidingen.
Naar de Oost
De eerste Atjeh-expeditie had niet aan de
verwachtingen voldaan en daarom organi
seerde het Indische legerbestuur een twee
den veldtocht. Men vroeg hiervoor ook of
ficieren uit het Moederland en luitenant
Snijders was een van de eersten, die zich
hiervoor opgaf.
Op 10 Juli 1873 vertrok hij uit Nieuwe
diep en arriveerde op 31 Augustus d.a.v. te
Batavia. Men was in Indië bezig met de
voorbereiding tot uitvoering der plannen
van kolonel Pel, om in verschillende rich
tingen om Kola Bae'ja ruim baan te maken,
de stellingen waaru.t de vijand onze ves
tingen en posten beschoot, te nemen en
«lasr nieuwe versterkingen aan te leggen en
te bezetten. Aanvankelijk werd luitenant
■Snijders te Soerabaja geplaatst, maar kwam
in November 1878 te Kota Radja.
Bij de krijgsverrichtingen op het eind
Van 1874 en de tweede helft van 1S75
onderscheidde hij zich bijzonder. Onder
hevig vijandelijk vuur wist hij door
geniewerkzaamlheden Kota Alam, Long-
battah Missigit en Lamara Olejlo in
staat van verdediging te brengen.
In 1875 repatrieerde hij naar Holland en
op 12 November van dat jaar werd hij bij
K. B. benoemd tot Ridder in de Militaire
Willemsorde 4de klasse. Tijdens de garni
zoensparade te Utrecht in de Maliebaan
ter eere van 's Konings verjaardag op 19
Februari 1876 werd hem het eeremetaal uit
gereikt. Weldra sierden naast dit Ridder
kruis, de Atjeh medaille 1874-1875 en het
Eereteelken voor belangrijke krijgsbedrij
ven 1873-1874 zijn jonge borst.
Aan het hoofd van de Weermacht
In de 38 jaar, die volgden op de Indische
periode, klom de heer Snijders, zooals boven
reeds werd medegedeeld, langzamerhand tot
eten allerhoogsten rang, dien m.en in Neder
land slechts in tijd van oorlogsgevaar kent,
tot dien van opperbevelhebber.
Als chef van den Generalen Staf bereidde
Generaal Snijders do mobilisatie voor, welke
hij enkele jaren later, als opperbevelhebber,
zou ten uitvoer brengen.
Op het vele, dat door Generaal Snijders
tijdens de mobilisatie tot stand werd ge
bracht, kunnen we uit den aard der zaak
niet ingaan, dat zou te ver voeren. Op en
kele belangrijke punten willen we echter de
aandacht vestigen.
Kort na den opmarsch der Duitschers in
België vlak langs de Zuidgrens van Lim
burg, werden allerlei berichten in de En
tente pers, toegelicht met kaartjes, opge
nomen, waarin werd gemeld, dat de Duit
schers dwars door Limburg naar Belgic
waren gerukt.
Gedurende de oorlogsjaren werden deze
praatjes aanhoudend gelanceerd en hot is
de gi-oote verdienste van Generaal Snijders
geweest, dat hij bij offieieele proeessen-ver-
baal, steunend op beëedigde verklaringen
van burgers en militairen, autoriteiten en
particulieren onomstootelijk heeft doen vast
leggen (in t Oranjehoek door Regeering be
kend gemaakt) dat geen Duitsch militair
ooit een voet op Nederlandschen bodem ge
zet heeft.
Door den opjierbevelhebber werd alzoo
voor goed een einde gemaakt aan verzin
sels, welke anders nog jarenlang voor waar
heid zouden hebben gegolden.
Kort voor Paschen 1916 werden de mili
taire verloven stopgezet. Men gaf hiervan
Generaal Snijders de schuld. Deze zweeg
echter op deze beschuldigingen. Naderhand
werd bekend, dat Duitschland aan Neder
land eenige moeilijkheden veroorzaakte. Het
voorstel tot stopzetting van de verloven
bleek echter niet van Generaal Snijders te
z3jn uitgegaan, maar van don Ministerraad.
Voor de mobilisatie van 1914 wist het Ne
derlandsche volk over het algemeen niet,
behalve dan in militaire kringen, wie Gene
raal Snjjders was. Gedurende de oorlogs
jaren heeft men Generaal Snijders, die, toen
hij het oj:perbevel aanvaardde, reeds op een
leeftijd gekomen was, dat men den militai
ren dienst pleegt te veriatien, leeren kennen
als een stoeren en onvermoeiden werker, die
op de bres stond voor Neêrlands onzijdig
heid.
Na meer dan vier jaar zijn taak te 'hebben
vervuld, werd de heer Snijders, op 9 Nov.
J918, genoopt zijn ontslag uit den militairen
dienst aan te vragen, dat hom op de meest
eervolle wijze werd verleend.
In 1919 werd hij benoemd tot Ridder
Grootkruis in de Orde van den Nederland
scfhien Leeuw. Daarvoor was hij begiftigd
miet de Huisorde van den Gouden Leeuw
van Nassau.
Op de bres voor de luchtvaart
Vele functies heeft Generaal Snijders na
zijn pensionneering nog bekleed. Een groo
te activiteit bleef hij aan den oag leggen
hoe kon het anders van iemand, die eens
het opperbevel voerde, voor onze weer
macht.
Ook voor de ontwikkeling der burger
luchtvaart stond hij op de bres.
Driemaal na 1918 maakte hij een reis
naar Nederlandsch Indië in het belang
van de luchtvaart. De laatste xeis deed hij
in 1929 op bijna 77-jarigen leeftijd. Toen
Generaal Smijoers in 1920 zijn eerste reis
naar Indië zou maken, als voorzitter van
de Ned. Ver. „Ons Leger" om de algemee-
ne vergadering van de Zuster-organisatie
„Indië Weerbaar" te Bandoeng bij te wonen
ontving hij tevens van den Raad van Be
stuur der K.L.M., hoewel hij in geeneriei
betrekking 6tond tot de K.L.M., het ver
zoek besprekingen met de autoriteiten te
voeren ter voorbereiding om een afd. van
ae K.L.M. in Ned. Oost-Indië te vestigen. Op
al zijn reizen werd de heer Snijders in
Indië met de grootste onderscheiding tegen-
getreden. Op zijn laatste reis in 1929 woon
de hij de opening van de luchtlijn Welte
vredenSoerabaja bij, en vloog den eersten
tocht mee.
Ook trad hij destijds als voorzitter van de
E.L.T.A., (Eerste Luchtv. Tentoonstelling
Amsterdam) op.
Voor zijn groote verdiensten op lucht
vaartgebied werd hem de gouden medaille
der Kon. Ned.. Ver. voor Luchtvaart aange
boden. Op zijn tachtigsten verjaardag in
1932 werd Generaal Snijders op grootsche
wijze gehuldigd en 'ter zijner eer werd toen
het Generaal Snijdersfonds, uit welks ren
te jaarlijks een gouden C. J. Snijders-me
daille wordt toegekend aan dengene die zich
het verdienstelijkst heeft gemaakt voor de
Groot Nederlandsche Luchtvaart, ingesteld.
Verder heeft de heer Snijders een werk
zaam aandeel gehad in verschillende Na
tionale Vereenigingen.
Enkele werken op militair gebied zagen
van hem het licht.
1 IS HET U BEKEND:
dat de Vereeniging van Slechthoorenden
i voortdurend waarschuwt dat er tallooze
Kerktelefoon-Installaties zijn en worden
aangelegd door op dil speciale terrein
onkundige personen? Versterkers en tele
foons, die normaal in den handel zijn kun
nen immers aan de slechthoorenden onmo
gelijk blijvende voldoening schenken. Men
zorge, dat deze zaak deskundig wordt be
handeld, maar niet door z.g. plaatselijke
technici.
(Reel.)
moet onverbiddelijk wijken voor
VAN MIJNHARDT
KERK EN ZENDING
NBD. HHRV. KERK
Beroepen: Te Brielle (toez.), J. J.
Kloots te Maassluis. Te Oude Pekela
(toez.), G. W. B. A. Thoden van Velzen te
Rauwend (Fr.).
Aangenomen: Naar Haarlem-Noord
(toez.), H. J. Drost te Aalten. Naar Hage-
stein. cand. P. v. d. Berg te Amersfoort.
Bedankt: Voor Goedereede en voor
Gouderak, cand. P. v. d. Berg te Amersfoort.
Voor Schildwolde, B. J. Lietaert Peerbolte
te Willemsoord (Ov.).
Hoekstra te Drachten.
HULPPREDIKERS
Tot hulpprediker 'bij de Géref. Kerk van
Amsterdam-Noord (Buiksloot) is benoemd
cand. A. Verschoor te Vlaardingen, die
deze benoeming, ingaande 1 Juni a.s„ heeft
aanvaard.
BEROEPBAAR
Cand. S. M. v. d. Zanden, adres Geleen-
straat 8 II, Amsterdam-Zuid bericht ons, dat
hij thans gaarne een beroep uit de Geref.
Kerken terstond in overweging zal nemen.
Dr. G. J. SCHOLTEN f
Het Zendingsblad van Oegsteeest meldt
hef overlijden van Dr G. J. Sc hol ten,
zendeling-arts te Sibolangit (Deli).
Hij was officier van gezondheid en werd
door den Dienst der Volksgezondheid ge
detacheerd bij het nieuwe zendingszieken
huis te Sibolangit.
LEGER DES HEILS
Vanwege het Leger des Heils hier te
lande zal Woensdag 12 Juli a.s. in het
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
te 's-Gravcnhage een groote openbare
vaarwel-samenkomst worden gehouden,
waarin Generaal Evangeline Booth offi
cieel afscheid nemen zal van de officieren
en soldaten van het Heilsleger benevens
van haar vriopden hier te lande.
HET WEESHUIS DER CHR. GEREF. KERK
Het te Utrecht gevestigde Weeshuis der
Chr. Geref. Kerk heeft op 15 Juni a.s. een
Jubileum-Weeshuisdag. Te Zeist op het
schoone landgoed „Boek en Royen" gelegen
in de directe nabijheid der tramhalte
„Ilooge weg", hoopt men tezamen te komen
met allen die in liefde aan de weezen
denken. Spreken zullen: Ds. W. Ileernia
over „Langs vaste lijnen", Ds. L. S. den
Roer over „De vijf weezen van Zclafead".
Na de pauze, des n.m. te half drie, spreekt
Prof. G. Wis se, die in het feestwoord zal
gewagen van „Romvtranen en Feestklan
ken", terwijl Ds. D. J. van Brum men
I de „sluitrede" houdt.
GEREF. KERK IN N- FRANKRIJK
Zomerdiensten
De kerkeraad der Geref. Kerk van Brussel
richt evenals andere jaren ook thans weer
een beleefd verzoek aan professoren, predi
kanten en candidaten, die eventueel lezen
zomer een reis door Frankrijk maken hun
diensten te willen aanbieden aan één der
onderstaande kringen:
1. Parijs. Adres: Candidaat A. de Groot
9 rue. do Civry, Paris (XVIe).
2. Yonne. Chr. van der Wekken,
Chasse-Profit, Rigny-le-Ferron (Aube).
3. Orne. J. J. h. Koning, ferme de Cavru
La Chapelle, Montligeon (Orne).
4. Eure. G. Dijkstra, ferme d'Aurigny,
Corneville la Fouquetière par Bernay
(Eure).
Nord. W. C n o s s e n, ferme des Mar
guerites, Marcq- en Baroeul (Nord).
6. Nice. K. J. van de Ree, 10 Avenue du
Chateau de la Tour.
Voor de organisatie van de samenkom
sten is het wenschelijk den kerkeraad van
te voren mej het verblijf in kennis te stel
len. Mocht dit niet tijdig kunnen, dan zal
in ieder geval een bezoek aan onze broeders
en zusters in Frankrijk op prijs worden
gesteld. Vanuit de groepen zelf zal men
dan nog trachten de verschillende gezinnen
die soms 60 K.M. verwijderd wonen, bijeen
te krijgen.
GIFTEN EN LEGATEN
Wijlen mevr. v. d. Brink-B om as uit
Hilversum heeft aan de Geref. Kerk aldaar
een bedrag van duizend gulden gelegateerd.
Prof. Dr. A. G. Honig, rustend hoog
leeraar aan de Theol. School te Kampen, ont
ving ten bate van het Studiefonds dezer
School een legaat groot f 391.
ONDERWIJS
VOLK EN KUNST
Lezing Dr. H. Smilde
Voor de afdeeling Groningen van S. S. R.
„V.E.E.A." heeft Dr. H. Smilde te Gronin
gen een lezing gehouden over het onderwerp:
„Volk en Kunst".
Dr Smilde beperkte het onderwerp tot de
literaire kunst in Nederland.
Het eerst wordt bij dit onderwerp ge
dacht aan: Volkskunst. Hierbij komen ter
sprake de verschillende opvattingen van
volk en de verhouding van den kunstenaar
tot dat volk.
Volk wordt in de eerste plaats gezien als
publiek dat, volgens de humanistisch filoso
fische opvatting, als gunst iets van den kun
stenaar ontvangt, en volgens de sociaal pro
letarische opvatting recht heeft op de kunst.
In de tweede plaats kan het volk worden
gezien als organisch geheel, waarin gedach
ten leven, die door den dichter, die het die
pere, de godsgedach'.e voelt, worden geuit.
Ten eerste kan hij dit doen door het volk
op te voeren tot z'n eigen hoogte: het te la
ten voelen wat hij zelf voelt, volgens Dr
Smilde de hoogste opvatbing van kunst.
In de tweede plaats kan hij het volk een
bepaalde gedachte voorhouden: opvoedend
werken. Tenslotte kan de kunstenaar dat,
wat hij voelt en denkt, beschouwen als een
persoonlijk bezit, waarmee het volk niets te
maken heeft omdat 't die gedachten toch
niet begrijpt. Dr Smilde vraagt zich af of
zoo iemand wel een kunstenaar is.
Vervolgens geeft Dr Smilde een overzicht
over de historische ontwikkeling van deze
opvattingen.
In de ontreddering van den wereldoorlog
staat ook een „ontredderde" kunst, waarin
pas langzamerhand weer richtingen te on
derscheiden zijn: de biologisch vegetatieve
richting en het vitalisme (pessimistisch).
De dichter gaat zich toeleggen op psycho
analyse. Tenslotte wijst Dr. Smilde op de
metaphysisch optimistische richting: de
mensch is beelddrager Gods. De kunst moet
daarom aanknoopen bij levensdraden die
van Goddelijiken oorsprong zijn. „We moe
ten onze kunst zetten op de Araeopagus".
Volgens Dr Smilde is echte volkskunst al
leen mogelijk als religieuse kunst.
Na de discussie, die op deze lezing volgde,
dankte de praeses Dri Smilde hartelijk voor
wat hij V.E.R.A. had 'gegeven in zijn lezing
en beantwoording van de vragen.
Belangrijk werk voor
't Chr. Onderwijs
De Sleutelstad verleent gastvrijheid
Men schrijft ons:
De volgende week is een zeer belangrijke
voor het Christelijk onderwijs. Dinsdag en
Woensdag wordt de jaarvergadering gehou
den van de Vereeniging van Chr. onderwij
zers en onderwijzeressen in Nederland en de
Overzeesohe Gewesten, tijdens welke bijeen
komst ook de vergaderingen der vereenigin
gen „Lucas" en Jacobus" plaats vinden, ter
wijl Donderdag de Vereeniging voor Chr.
Volksonderwijs, ook in Leiden, haar alge-
meene vergadering houdt.
De afdeeling Leiden van de Vereeniging
van Chr. Onderwijzers deed een fraaie uitge
voerde gids het licht zien. Met aardige
plaatjes ran Leiden verlucht bevat deze gids
alle bijzonderheden die men over de verga
dering en wat daarmee annex is, dient te
weten, terwijl voorts in een aantrekkelijk
artikel C. H. v. U. het een en ander mede
deelt over de glorieuse dingen van de Sleu
telstad. Wij hebben reeds eerder de hoofd
zaken uit het programma weergegeven en
behoeven daarop thans niet terug te komen.
Slechts dient nog in 't bijzonder de aandacht
gevestigd te worden op de tentoonstelling van
leermiddelen, die in de Stadsgehoorzaal wordt
gehouden en waaraan de uiterste zorg is
besteed, terwijl voorts alle vrienden van het
Chr. Onderwijs die in Leiden en omgeving
wonen speciaal opgewekt worden om de wij
dingssamenkomst bij te wonen, die op Maan
dagavond in de Pieterskerk wordt gehouden
en waar Ds. G. C. N i f t r i k uit Rijnsburg en
Ds. H. A. W i e r s i n g a uit Leiden het woord
zullen voeren, terwijl de orgelist Hennie
Schouten en een zangkoor medewerking
verleenen.
Overigens mag men gelooven. dat het in de
dagen na Pinksteren in Leiden merkbaar en
zichtbaar drukker dan in gewone dagen zal
worden van onderwijzers en onderwijzeres
sen, die uit alle oorden des lands naar deze
stad samenstroomen, daartoe uit liefde voor
het Chr. Orderwijs gedreven. Leiden, onder-
wijsstad bij uitnemendheid, zal hen hartelijk
welkom heeten en gaarne al haar schatten
van ou.1e en nieuwe schoonheid voor hen
openstellen.
PROF. OBBINK
Sluit voor de laatste maal het
Academisch cursusjaar
UTRECHT. 27 Mei. De kerkelijke sluiting
van het Academisch Cursusjaar, dank zij de
Theologische Faculteit der Utrechtsche Stu
denten, tot goede traditie geworden, heeft
gisteravond in de Pieterskerk te Utrecht
plaats gevonden en droeg ditmaal wel een
zeer bijzonder karakter omdat het Prof. Dr.
H. Th. Obbink was die in dezen dienst
voorging.
Prof. Obbink die een dag tevoren officieel
afscheid genomen had als hoogleeraar der
Theologische Faculteit aan de Alma Mater
van Utrecht, zou nog eenmaal den kansel
beklimmen om de studenten en hoogleeraren
toe te spreken.
Het had een diepe beteekenis dat juist
Prof. Obbink ditmaal het Academisch Cursus
jaar kerkelijk sloot.
„Eigenlijk is het de Oudejaarsavond van
het schooljaar en voor mij de Oudejaarsavond
van mijn Academisch werk" aldus ving Prof.
Obbink zijn predikatie aan.
„In mijn hart zijn oudejaarsavondgedachten
en het zal u niet verbazen dat ik dezen avond
spreek over een woord dat op den 31sten
December zou gebruikt kunnen worden."
Prof. Obbink bepaalde zijn gehoor bij
Prediker 3 vers 15 „God zoekt het wegge
drevene".
Op dezen avond liet spr. zijn toehoorders
ook een blik slaan op de rivier des tijds. Daar
drijven bloemen op de rivier. Dat zijn de
bloemen van den vroolijken kant
leven. Er drijven ook stukken hout. Dat zijn
de stukken hout van het kruis dat wij hadden
te dragen. Het leven is immers rijk aan lief
en leed. Daar drijven de uiterlijke teekenen
van onze zonde en tekortkomingen naar den
Oceaan der Eeuwigheid. Is alles weg? Neen,
want God zoekt he' weggedrevene en God de
alwetende kan dat. God de rechtvaardige
moet dat doen krachtens zijn eigen wezen.
God zoekt alles weer op en stapelt het alles
op voor onze oogen. zoo dat wij verbaasd
staan en zullen zeggen: wat dat wel van mij?
Ja. want onze naam staat erop en God toont
Het leven is zoo ernstig, het is een zaaitijd
en elke daad. elk woord en elke gedachte
een zaad.
Welk een verantwoordelijkheid hebben de
studenten wanneer zij ook bedenken dat het
leven een zaaitijd Ls en dat alles eenmaal
weer terugkomt.
Wij zijn het misschien allang vergeten,
maar ook het luieren dat de student eens
gedaan heeft, het zal alles weer opgediept
worden
God zoekt het weggedrevene en wat nu
verknoeid wordt, zal zich eens wreeken. God
zoekt ons heil maar Hij spreekt eens Zijn
oordeel. Het is onze taak Gode ons leven te
wijden. Het is de hoofdzaak wat wü worden
terwijl wij wat doen of laten.
Op dezen Oudejaarsavond voor u en voor
mij. aldus besloot Prof. Obbink, wilde ik u
dit zeggen. Iets anders had ik niet op het hart.
God moge het aan u aller hart
Nadat Prof. Obbink het Onze Vader had
gebeden, werd tenslotte gezongen „Halleluja,
eeuwig, dank en eere". Diep onder den indruk
verliet de schare het bedehuis. Onder de aan
wezigen hebben wii opgemerkt Prof. dr. J. J
Se ver ij n. prof. dr. M. J. A. de Vrijer
prof. dr. M. van R ij n. prof. dT. S. F. H.
Berkelbach van der Sprenkel,
prof. dr. J. de Groot, dr. H. W. Obbink,
Ned. Herv. predikant te Utrecht, ds. O.
Mans velt, em. pred. te Utrecht, tal van
hoogleeraren van andere faculteiten en 'stu
denten.
SALARIEERING VAN LEERAREN
LICH. OPVOEDING
De besturen van het Gen. van Leeraren
aan Ned. Gymnasiën, de Alg. Ver. van
Leeraren bij het MO., de R.K. Leerarenver-
eeniging en Ver. van Leeraren bij het Chr.
M.O., hebben zich tot den Minister
Onderwijs gericht in verband met het feit.
dat in 1938 in Ned.-Indië op voorstel van
den Volksraad, een aanmerkelijke verbete
ring gebracht is in de salarissen van de
leeraren in de lichamelijke oefening.
He besturen van bovengenoemde ver
gingen vonden daarin aanleiding, aan den
Minister het reeds vroeger gedane verzoek
te herhalen, een wijziging in het bezoldi
gingsbesluit van de leeraren te willen be
vorderen in dien zin, dat de leeraren in de
lichamelijke oefening bij het maxii
aantal lesuren, dat hun opgedragen is,
gelijke wedde genieten als andere leeraren
Schietoefeningen aan boord van H.M.
Repulseals onderdeel der oefe
ningen van de Engelsche Home
Fleet, welke thans gehouden worden.
C. de Bruvn
Gisteren is te Hillegersherg plotseling
op 72-jarigen leeftijd overleden de heer C.
de B r u y n, oud-hoefd van de Oranje Nas-
sausohool te Rotterdam.
ONDER'WIJSBENOEMINGEN
Arnhem. Chr. U.L.O.-school (hfd J. Uit-
tenbogaard). Tot onderwijzer: de heer H.
Braaksma.
Baambrugge. C. N. School. Tot hoofd
(vac. J. v. d. Woerd): de heer Th. C. Borst,
onderw. Talma-school te Arnhem (met in
gang van 1 Sept.).
Breukelen. School m. d. Bijbel. Tot
onderwijzer: de heer P. B. Kriebel, ond.
Waalsche school te Den Haag.
Groningen. Leerschool van de Kweek
school m. d. Bijbel (vac. J. Oosterheert, die
met pensioen gaat). Tot hoofd: de heer R.
van Huizen, hoofd der Parkschool aldaar.
Groningen. Parkschool. To: hoofd (vac.
van Huizen). Tot hoofd: de heer W. Meyer
(pseud. Wolf Meesters), onderw. aan die
school. Tot onderwijzer: de heer G. Arke-
i. onderw. Ohr. Noorderbui'.ensingelscbool
te Groningen. Chr. Noorderbui'.ensingelschool.
Tot onderwijzer: de heeren J. Zoutman te
Winschoten en R. Sloot te Groningen. J. C.
Wirtzschool. Tot kw. m. a.: de heer K. O os-
terbeek.
Waar der. Chr. School. Tot onderwijzer:
de heer D.Kruithof. kw. m. a. Chr. school
te Driebrugge.
Examens
recht. Gepromov. op proefschrift Gou
da, proeve eener stadsn.onograph e, totdoctor
msterdam. Bev. tot doet ln de
uurk. op proeefschrift get.: „Untee
über die Entwlcklung der Gea
de heer H. F.
rsuchun"
Amsterdam. Vrife Univ. Cand. Rechten:
de heeren A. C. de Ruiter te Ou.de Bildiijl cft|
J Kramer te Heemstede; Cand. Theologie, do
heeren J. Wolv.
J. Visser, Lu t Jog.
Cand. rechten: M. I* Kuiten
brouwer: Doet kla«s. lett. mej. H. Schuuring
Doet. pharmacie mej. H. Kolkman: Sonil-aJta,
A. J. Goedhard; C. M. MoenWk: P. R. E. t-en
Have Nijhoff, H. de Vries: Arte-examen J.
H. Sling-enburg: Theoh. tandheelk eerste ged.
mevr. L M. Storm-BaumgartenW. O. Wink;
mej. J. L. Schapptrt: Thor. tandheelk. Ie ged.
mej. R. C. Moll: Tand-arts examen U. J. van
Dijk; G. F. Stoker, mej. H. Son: Th S. Val.
V. Kettler. D.
J.
n; H.
lej. A. J.
de heer R.
Cand. klai
Backer Dlrks. R'dam.
Cand. kunstgeschiedenis
Artsexamen le ged. de heer E. G. van Breu
kelen. Den Haag.
Bevord. tot arts mej. J. N. Schmidt. Den
Haag en de heeren P. M. v. d. Gugten. Den
Haag. Soedarso. Lelden: Doet Ned. lett mej.
S. E. E. van Gilse, Lelden: prop theologie: de
heer K. J. Bosnia, Oostêrlltten*Doet. rechten:
de heer R. Loggers.
Utrecht Prop. theologie cum laude: dc
Doet oeconomie: de heeren A. A. Ultenbage»
mej. H. J. van Weering en de heeren A. Ba-
rentsen enM. Kunst, beiden Groningen.
Lelden. Geel. de heer M. W. Gomt?. Den
Haag.
dipl.: de heeren J. J. Zembsch te Goes: R. v.
d. Brink. Utrecht: H. J. H.-ge. Middelburg: J.
v. Dijk. Bolnes en M. C. Bokolman en A. Keu-
lemans. belden te Amsterdam.
Chr. Bevr-nchool-onderrrljcercameit. Utrecht
Gesl. voor het- theor. ged. hoofdakte dor Ver
een. van Chr. Bew. school Onderw!Ixeressen: ce
dames: I. Pieterse. G. Krult te Rotterdam cn
N. van Beveien te Oostkapelle.
ONTVANGEN DRUKWERKEN
Van de Stichting R v e il-A r ch i e f te
Amsterdam:
Het negende jaarverslag (1938)
Leerolan Afd. Gezondheids-, verwar
ming® en koeltechniek. lSe-t. 1939 te
openen.