"red©))
VIER GEBOUWEN IN DE DOMSTAD DOOR DE
GEREFORMEERDE JEUGD BEZET
IRIC SHAG
VRIJDAG 19 MEI 1939
DERDE BLAD PAG. TO|
Geweldige geestdrift in Tivoli
Toespraken van Minister-President
Colijn en Minister de Wilde
Belangrijke referaten en waardeerende woorden
Duizenden jonge menschen binnen Utrechts muren, jongelingen en meisjes
van Christelijken huize. Deze Hemelvaartsdag is voor het aloude Utrecht,
dat zoozeer zich vernieuwt, een jeugd-dag bij uitnemendheid geworden.
Vanaf het station trokken de groote groepen Gereformeerde jongelingen op
naar Tivoli, naar de eeuwenoude Buurkerk met haar machtige gewelven,
naar de Oosterkerk en de Westerkerk, die dateeren van den tijd der
Doleantie. De duizenden, zij gingen op tot hun toogdag en de straten waren
vervuld van hun voetstappen. En dit opgaan was een manifestatie van fris-
sche jeugd en van sterke saamhoorigheid; één levensrichting, één levens
kring, één ievensdoelDeze Bondsdag heeft laten hooren het lied der
jeugd, den zang der levensblijheid en van jeugd en moed en kracht. En deze
toogdag zal een stimulans zijn voor het vereenigingswerk, dat wacht
Licht in den avond
Op het Domplein, het oudste stukje van
Utrecht, dat anders in den avond stil en
verlaten ligt, kwamen Woensdagavond de
honderden jongelingen aan, die de huishou
delijke vergadering van den Bond van J011-
gelings vereerd gingen op Gereformeerden
Grondslag hadden bijgewoond. Hoog rees da
Domtoren, overgoten met het blanke licht
van de vele electrische schijnwerpers. De
transen en de pinakels, de zuilen en de
borstweringen, ze waren alle in stralend
licht gezet en zoo stond daar de Domtoren
als een symbool van de saamhoorigheid en
het opwaartsche streven der jeugdactie.
In de Oosterkerk
De huishoudelijke vergadering was in de
Oosterkerk gehouden onder leading van dien
Bondsvoorzitter, Prof. ï>r K. Dij k. Nadar-
twee coupletten van het Bondslied waren
gezongen opende de Voorzitter de vergade
ring met gebed- Na enkele begroetingswoor
den kwam de agenda aan de orde. Besloten
werd, dat volgend jaar de Bondsdag te Gro
Hingen zal worden gehouden.
De jaarverslagen van den secretaris, den
heer J. W ij n b e e k en den penningmeester,
den beer A. van Rijn, werden goedge
keurd; de penningmeester werd onder dank
.voor zijn beheer gedechargeerd.
Aangenomen werd een voorstel van het
Bondsbestuur inzake de verhouding van den
Bond tot de vereeniging „De Gereformeer
de Jongelingsbond". Artikel 49 van 't Bonds-
reglcment werd daartoe gewijzigd en een
reglement als bedoeld in het gewijzigde ar
tikel 49. aangenomen.
Breede discussie ontspon zich over het
voorstel van den Ring Haarlem, om in het
Bondsbestuur een tiental jongeren op te
nemen en die toe te voegen aan de volgens
het Bondsregloment gekozen leden. Het
.voorstel werd verworpen.
Evenzoo werd verworpen een voorstel van
„Saevis" te Utrecht, om de Bnndsuitgave en
het Bondsorgaan in de spelling 1934 en de
daarin eventueel door de Regeering aan te
brengen wijzigingen- uit te geven.
Eveneens werd verworpen een voorstel
der J.V. te Terzooi, inzake een officieeJea
kerkdienst ter gelegenheid van den Bonds
dag in het gebouw, waar de Bond vergadert.
Ingetrokken werd een voorstel der afdee-
ling Gelderland inzake de verhouding Ker
kenJeugdvereenigingen, nadat de Voorzit
ter heeft medegedeeld, dat richtlijnen over
dit vraagstuk binnenkort aan de orde komen
in de drie jeugdbonden-
Na dankgebed van den tweeden Bonds
voorzitter, den heer P. van Nes C.zn.werd
de vergadering gesloten.
DE BONDSDAG -
Een stralende zonneschijn gaf aan de
stad een vroolijk aanzien toen Donder
dagmorgen de duizendten jongeren de
stad Utrecht binnentrokken. Vanaf het
Centraal Station was het één stoet van
jongelingen en hoemeer men Tivoli na
derde, hoe drukker het werd. Want
daar passeerden ook de honderden, die
naar de Oosterkerk moesten. In de bin
nenstad was het druk van de duizenden,
drie de Buurkerk en de Westerkerk zou
den vullen.
Wij woonden de vergadering in Tivoli bij.
Reeds lang voor clen aanvang stroomde de
zaal vol. Men kortte zich den tijd met het
zingen van liederen. Het Bondslied van Jo
jongelingen en het Bondslied van de meis
jes, het Zij zullen het niet hebben, en het
Wilhelmus en andere vaderlandsdhe zangen
klonken helder op en onder daverend ap
plaus trad toen het Bondsbestuur met de
genoodigden binnen.
Rede Prof. Dr K. Dijk
bed, zijn openingsrede uit welke getiteld was
„Opvaren en voortvaren". Na herinnerd te
hebl>cn aan de viering van het gouden jubi
leum, wees spr. er op, dat na dit feest eenige
teruggang gekomen ie. Het £an niet aan
ons ideaal liggen, want dat is door Vonken-
berg zuiver en Schriftuurlijk gegrepen en
door mannen als De Lange en Van Over
steeg, Schouten en Zijlstra prachtig aan ons
doorgegeven. En onze methode heeft waar
lijk de vuurproef doorstaan, dus daaraan
kan het ook niet liggen- Dan ligt het aan
onszelf, dan zijn wij te laks geweest.
We moeten den roep tot voortvaren ver
staan. Bij het vasthouden aan de princi
pieel© vorming in eigen vrije jeugdorgani
saties- zonder eenigen arbeidsdienst met
dwang van den Staat, hebben we den wind
en de volksgunst niet mee. Toch voort
varen, in den Naam van Jezus Christus, Dia
de verticale lijnen heeft getrokken, vanuit
den hemel naar de aarde.
We moeten ons wachten voor geestelijks
geblaseerdheid. Bij al ons voortvaren be
denke een ieder, dat we ook op de J.V
slechts ten deele kennen en ten deele pro-
fetecren. Ons jonge oog zij gericht op de
voortrekkers en de reformatoren- die ons
een exempel hebben nagelaten. Zij hebben
in nederigheid gewerkt en gingen hun weg
in ootmoed. Zij hebben en ik denk hier
bij aan onzen Minister-President nooit
veel beloofd, maar altijd gezien op Gods be
loften. Zij hebben van zichzelf klein ge
dacht, maar van Gods liefde groot gedaoht
en niemand hunner heeft ooit gezegd, dat
zonder hem of zonder zijn partij, Neder
land geen toekomst heeft (Daverend ao-
plausj.
Dat heeft voor twee jaar alleen
Mussert gezegd en het antwoord der
kiezers was, dat de N.S.B. meer dan de
helft in stemmen-aantal achteruitging
omdat de kiezers op Musserts toekomst
niet gesteld waren. Bij de Statenverkie
zingen hebben de liberalen de versleten
leuze van Mussert overgenomen en ge
zegd, dat zonder het liberalisme Neder
land geen toekomst had, maar zij deden
daarmee nieuwe wijn m oude lederen
zakken, doch deze wijn bleek reeds ver
zuurd te zijn voordat hij in de zakken
kwam (daverend applaus).
Wij danken God, dat Hij ons in onze
eereleden zulke raadslieden geeft; dat Hij
ons volk in hen zulke leidslieden wil schen
ken en we volgen hun spoor.
Maar dan ook vooruit, voorttrekken, hoe
veel tegen sohijne te zijn. En als ge dan
vraagt: hoe, dan antwoord ik niet eerst met
den oproep tot propaganda voor het groote
getal- want ik geef er weinig om of we 23
dian wel 26.000 jongens onder onze banieren
kunnen vereenigen en als ge me vraagt of
ik het niet spijtig vind, dat de Meisjesbond
zooveel meer leden telt, dan zeg ik: ach,
ik gun het die wichten wel. (Gelach). Maar
het komt erop aan, dat we in de verecnigin-
gen werkers hebben- die zidh stellen tot het
werk, tot biddend studeeren. Wat zegt deze
Bondsdag na ons jubileum? Wel: zegt den
jongeren, dat zij voorttrekken enjong?.
Calvinisten zijn de jongeren der heilige
voortvarendheid. (Langdurig applaus).
Verwelkoming der gasten
Na dez» openingsrede verwelkomde Prof.
Dijk de gasten. Hij zeide, dat Minister do
Wilde en de heer Schouten eigenlijk geer.
gasten zijn. Ze zijn echt thuis hier vandaag.
Zeer welkom is ons de deputatie van de
tad Utrecht, in dien persoon van wethou
der H. Botter weg Verwelkomd werd
voorts de Raad der Geref. Kerk, die ver
tegenwoordigd was door den heer J. van
Vliet, mevrouw de Lange, die de Moeder
van den Bond genoemd werd, de hecrea
Van Hulzen en CamJiee- die in Utrecht de
ol der Geref. Jeugdbeweging zijn geweest,
do dames Kok en Jansen namens den Bond
Gerof. Meisjesvereen., de heer Joh. C.
Franaken en mej. Diepersloot namens don
Bond voor Geref- jeugdorganisatie, 't Ne t.
Jongelingsverbond, dat vertegenwoordigd
wa6 door den heer Remijn- de Calv. Studen-
Aan de bestuurstafel in ..Tivoli" tij
dens de rede van Dr C. N. Impeta.
tenbeweging door den heer Bouma, het
Centraal Comité, dat door den heer Schou
ten vertegenwoordigd was. Voorts waren
aanwezig de heer A. Stapelkamp, voorzitte-
van het C.N.V., het Kamerlid mr van Dijken
namens den Militairen Bond, de heer Goote
van Vecnendaal, die namens Patrimonium
Voorlezing werd gedaan van telegrammen
die waren ingekomen van de Duitsche bon
den, die verhinderd waren, van de Geref.
J.V. in Ned.-Indië, uit Tjimahi, van de
Bondsvriendcn in Sonnevanck en den Bond
van Ned. Herv. J.V. op G.G-
Beslotm werd onder da\ erend applaus om
telegrammen te verzenden aan H. M. do
Koningin en aan R H. K. K. H. H. Prinses
Juliana en Prins Bemhard, waarin aanhan
kelijkheid en trouw werd betuigd en Gods
zegen werd afgesmeekt. Gezongen werd het
Wilhelmus en het Mijn Schild en mijn Be-
Voorts werden telegrammen verzonden
aan Dr. H. Colijn, aan den Bond van Ned.
Herv. J. V. op G. G. (op de bondsvergadering
van 't N.J.V. was een afgevaardigde aanw<
zog), aan de Jongelingsvereenigingen in
Ned. Indië en aan de Bondsvrienden op Son
nevanck.
B estuursverkiezing
De bestuursverkiezing, welke was gehou
den, had tot resultaat, dat Mr. J. A. d(
Wilde met groote meerderheid als raadsman
herkozen was, dat de heer A. van Rijn D.zn.
te Rotterdam eveneens was herkozen, en wel
als bondspenningmeestcr, en dat gekozen
was in de financieele commissie de heer D,
Meilink te Zwolle.
Een geschenk voor
Minister de Wilde
Het vorig jaar zoo zeide Prof. Dijk tot
Minister de Wilde i6 u benoemd tot eere
lid van den Bond. U hebt toen gezegd, dat
u altijd met groot genoegen terugdacht aan
de gezellige en schoone sfeer van den Bond.
U hebt, nog geen bewijs van die benoeming,
maar dat willen we u nu gaarne aanbieden
in den vorm van dit mooie diploma, fraai
gecalligrafeerd en in schoone lijet gevat.
Wij hopen, dat U dit diploma een waar
dige plaats in uw studeerkamer zult willen
geven zooals ook Z.Exc. Dr. H. Colijn' heeft
willen doen. Met deze woorden overhandig
de Prof. Dijk het bewijs van het ecrelidmaat-
schap aan Z.Exc. Mr J. A. de Wilde.
Minister de Wilde zeide met groot genoe
gen dit diploma te willen aanvaarden. Har
telijk dank voor dit geschenk. Het zal een
hervorragende plaats krijgen in mijn stu
deerkamer. Als raadsman kan ik de be
stuursvergaderingen van uw bond niet gere
geld bijwonent. Wel neem ik steeds kennis
van de agenda en dan bemerk ik, dat even
als de Ministerraad ook uw Bondsbestuur
steeds voor moeilijke problemen gesteld
wordt. Maar het is aan uw bondsbestuur
toevertrouwd om den Bond op het rechte
spoor te houden.
Dit is geen tijd voor kleine verschillen, of
voor bijkomstige kwesties. Dit is 'n tijd van
ernst en dreiging. Sinds den oorlog is er niet
alleen ten aanzien van het sociale en het
economische leven, maar ook met betrek
king tot het geestelijke leven van een om
wenteling sprake. Verkeerde beginselen
dreigen door te dringen en de problemen
door Groen en Kuyper zoo klaar gesteld,
krijgen nieuw accent.
De vraagstukken van de verhouding tot
den Staat en tot de overheid, omtrent Staats
absolutisme of eouvereiniteit in eigen kring
en zooveel andere zijn actueel. De tegenstan
der poogt van de verwarring gebruik 1e ma
ken om het beginsel te ondermijnen. Maar
laten we daaraan krachtig weerstand bieden
en wilt uw leven richten naar de A.R. richt
lijnen. Vergeet niet dat de vijand op den loer
ligt om, kon het zijn, uw organisatie los te
slaan van haar anker. Aanvaard g>een ande
re voogdij dan die van het Gereformeerde
beginsel. Verkoop uw rechten nooit voor een
schotel begeerlijke spijze. Liever arm in
eigen kring dan rijk in de vergadering dei-
aanbidders van den Staat.
Onze Bond is nog een organisatie, die
hoopt geeft voor de toekomst van ons volk.
Ik ben met hart en ziel aan u verbonden
als uw eerelid. Eerelid van uw Bond te zijn
beschouw ik als een der grootste voorrech
ten. Ik roep u op de historie trouw te blij
ven en uw trouw aan het beginsel in leer
en leven te bewijzen. (Applaus).
De heer H. B o 11 e r w e g sprak namens
bet gemeentebestuur van Utrecht. Onze stad
is een stad der vergaderingen en door haar
ligging is ze daarvoor aangewezen. Utrecht
ziet graag, dat men haar opzoekt om te ver
gaderen en het gemeentebestuur hoopt, dat
Uw Bond hier nog vaak zal terugkomen om
uw Bondsvergadering te houden. Maar er is
nog een andere reden, waarom Utrechts ge
meentebestuur uw Bond gaarne ziet. Het
eet dat uw Bond is een organisatie, die
haar leden wil maken tot trouwe Nederlan
ders. die met het wettig gezag willen staan
om den Troon van Oranje.
Het is een verkwikking als men den groo-
Referaat Dr Impeta
Dr. C. N. Impeta uit Kampen hield zijn
referaat over
Persoonlijk Bijbelonderzoek
Is ons ideaal niet: vereenigen? aldus spr.
Gaat dit niet tegen 't persoonlijke in, tegen
alle afzondering? Niet tegen 't persoonlijke.
Hier is wisselwerking. Het persoonlijk zich
geven doet het vereenigingswerk slagen. En
het zich vereenigen prikkelt tot persoonlijke
krachtsinspanning. Persoonlijk staat tegen
over: vertegenwoordiging; niet tegenover:
gezamenlijk arbeiden in de kracht Gods.
Persoonlijk Schriftonderzoek blijft óók den
oudere noodig; maar is in 't bijzonder nood
zakelijk voor het vereenigingslid. De Schrift
staat bij ons in het middelpunt. Tot recht
gebruik dier Schrift, al6 d e Bron, is persoon
lijk Bijbelonderzoek altijd reeds noodig; ook
bij al onze besprekingen laten we ons lei
den door de vraag: „Wat zegt de Schrift?".
Maar we doelen ditmaal op 'n bijzondere
persoonlijke roeping. We moeten Schriftge-
loovigen willen zijn en al meer en meer
willen wrorden. Daartoe is de jongelingsleef
tijd in duur ontoereikend. Maar op dien leef
tijd beginnen we alvast. Houdt de jongeling
niet speciaal van het persoonlijke, „zelf
onderzoek is volgens het Woordenboek
der Nederlandsche taal niet: zoeken van
iets dat onder iets anders verborgen ligt;
maar: het zoeken naar den aard of de wijze
van iets; èn: van het onstoffelijke in het
stoffelijke. Dit is het Gij onderzoekt het
Boek, ja. Maar om er Gods deugden en ver-
bondsgeheimen, om er den Christus in te
vinden!
Bijbel-onderzoek brengt mee: liefst één der
Bijbelboeken, aan de hand van Kok's K.V.,
doorwerken; èn: persoonlijk lezen, in de een
zaamheid; aanteekeningen maken,
moeilijkheden, licht hegeeren, enz. Niet om
de wetenschap verder te brengen. Maar op
dat we ons verzadigen met den voedenden
inhoud.
Met name het Nieuwe Verbond dringt op
het persoonlijke aan. Persoonlijk geloof;
daartoe: persoonlijk Schriftonderzoek.
Men stemme het toe. Maar doe e
óók naar! Uit waarachtige liefdel
Na deze rede werd de morgenvergadering
gesloten.
DE MIDDAGSAMENKOMST
De middagsamenkomst was ook weer zeer
goed bezet. Onmiddellijk na de heropening
der bijeenkomst werd het woord gegev
aan Dr. G. C. B e r k o u w e r uit Amsterdam
over het onderwerp:
„Is onze werkwijze intellectualistisch?"
Het gevaar van intellectualisme dreigt,
wanneer er iemand is, die de heerlijkheid
van de roeping der jeugd niet meer verstaat
en die er een intellectueel spelletje
maken. Het zou een verschrikkelijke versto
ring van ons werk zijn als we de vragen om
trent het verband tusschen het Woord Gods
en het menschelijk leven zouden isoleeren
uit onze taak, waarmee God ons jonge men
schen roept in deze wereld en wanneer we
die vragen op zichzelf zouden stollen en er
ons in zouden verlustigen als een intel-
lectuecle vreugde zonder dat we in dat zoe
ken naar het verband God zouden willen
dienen. Als we zou zouden doen, dan
bruiken we ten diepste toch nog niet de
lamp van het Woord, maar dan gaan we
vertrouwen op de lamp van onze eigen men-
schelijke kennis en ons vernuft.
Ons werk moet altijd het contact met het
leven bewaren. De Jongelingsvereeniging 1:
een instituut, waarin het er om gaat te lee-
ren zien, de verbanden die God aan.vijst
voor het gan6che leven, de verbanden, waar
in alleen de heerlijkheid Gods en de heer
lijkheid van het leven openhaar wordt. En
daarin ligt de dienst van God.
Laten we toch nooit van het methode-pro
bleem een psychologisch probleem maken.
Dan krijgen we de verstandsmenschen, rie
ilsmensehen en de gevo-elsmenschen, die
straks met elkaar overhoop liggen aan het
front van een gróóte eeuw.
Het is immers een strijd van het gelóóf,
van het waarachtige geloof, van de overgave
aan den vollen dienst van God, Die ons niet
met een déél van on6 leven of van onze ziel
roept tot den strijd, maar Die ons roept met
héél ons hart.
Daar komt het op aan, dat we het strijd
terrein zién.
En als er dan zijn, die afdwalen en die
niet meekomen en den geest der eeuw
eenzijdig verstaan en de kleun van het
Woord Gods ook voor het persoonlijk leven
van den strijder niet verstaan en zonder
gebed meeloopen in dezen strijd, laten we
daar dan geen methode-probleem van ma
ken, maar de diepte van onze roeping
hen doen verstaan om ze weer mee te krij
gen in den strijd, waarin we onder Chris
tus' zegen de overwinning zullen behalen
in een eeuw, van onheil vol. Men zie den
vijand toch niet alleen daar waar hij zich
zijn duidelijke wapenrusting aan ons oog
voordoet.
Aan de bespreking op dit onderwerp nam
ook deel de heer J. Schouten die van do
gelegenheid gebruik maakte om te zeggen,
dat hij elk jaar met groot genoegen den
Bondsdag bijwoont en dan in den kring
der Bondsvrienden is.
Terwijl Dr Berkouwer de vragenstellers
beantwoordde, brak een daverend applaus
los, dat steeds aanzwol, en dat over sloeg
ware ovatie, een geweldig eerbe
toon. Het werd spoedig duidelijk voor wien
dat bestemd was, want naar voren kwam
Z.Exc. Dr H. Colijn.
Toen aan het gejuich een einde was ge
komen, verwelkomde Prof. Dijk den Minis
ter-President, dien hij hartelijk dankte, dat
hij op oe doorreis van Leeuwarden naar
huis, langs Utrecht komende, toch nog even
hier wilde komen kijken. (Daverend ap
plaus).
Opwekkende rede Ds v. d. Vliet
Ds P. C h. v. d. Vliet te Utrecht hield
een opwekkende rede over het onderwerp:
,Wees sterk en doe het"
De titel van dit slotwoord is ontleend aan
een ander slotwoord, ze is do peroratie van
kleine, maar zeer ingrijpende rede
van den volkevertegenwoordiger Sechanja.
Dit slotwoord, deze opwekking om zich in
geen enkel opzicht zwak te betoonen, om
niet terug te deinzen voor eventueele tegen
werking, om met vaste hand op te treden
en tot agressie over te gaan, te doen is het
resultaat van de levenshouding van een wet- I
jeleerde, van een Schriftkenner bij uitne
mendheid'.
En waarom, zegt Spr., leg ik nu juist dit
woord als slotaccoord, als eindkoraal van
dezen dag u op de lippen?
We hebben vandaag over twee dingen ge
sproken. Over het persoonlijk Bijbellezen.
Het persoonlijk geloof voedt zich aan de
persoonlijke lezing der Heilige Schrift. Het
heeft den Bijbel lief.
Die als Ezra bidt, zal als Ezra sterk zijn
en doen. Die in z'n binnenkamer God en
Gods Woord liefheeft, die is hoorder des
Woords, die zal luisteren en die zal van
daag en morgen dader des Woords zijn,
Daartoe is kracht noodig. De geestelijke
dingen gaan niet van zelf. Daartoe is strijd
noodig, worsteling uit je levensnood. Maar
als je dan God weer vindt, weer terugvindt
in Zijn vaste en onwankelbare Woord, dan
zult ge als één man optrekken cn sterk zijn
en doen!
Het tweede, waarover we vandaag met
elkander gesproken hebben is de vraag ge
weest, of onze werkmethode intellectualis
tisch is of niet.
En ook in dit opzicht is Ezra een pracht
voorbeeld. Ezra is student in den hoogsten
zin, maai van liet intellect, een mensch, die
peinst over de Schrift en worstelt met de
waarheid, een denker Gods, een nadenker
van de waarheid der Openbaring, een
onderzoeker, een geleerde. En in zijn stu
die van Gods Woord geeft Ezra zich ge
heel.
Als ge spreken wilt van verstand, hart
en wil, als ge onderscheiden wilt tusschen
hoofd, hart en hand, dan is hier de een
heid dezer drie wel ten voeten uit ge
demonstreerd. En zoo alleen zal ons voor-
bereidingsvverk vruchtbaar kunnen zijn.
Zoo we ons geheel geven aan het Woord
des Heeren. zoo we geen brok van onze
levensorganisatie aan God onttrekken, maar
zoo we als Gereformeerde jonge mannen
met blijdschap ons geheel geven aan het
levend onderzoek van het eeuwige Woord
Gods.
Welnu, aldus besloot spr., dan neem ik
het Woord van den God des Verbonds en
en ik hef het hoog en ik bid, of de Hei
lige Geest het bezielen wil, het leven wil
geven en ik wijs u op Jezus Christus,
Die het vleeschgeworden Woord is en Die
ons den Vader verklaard heeft en door Zijn
groote levensdaad verzoening aanbracht met
God en ik geloof in oen Heiligen Geest,
Die ons in al de waarheid leidt en Die de
kinderen Gods tot overwinning voert en
ik zeg het biddend, geloovig en vertrou
wend: Wees sterk en doe het.
Dankwoord van den Voorzitter
Alvorens het woord te geven aan Z.Exc.
Dr H. Colijn, wilde de voorz. Prof. Dr K.
Dijk een woord van dank spreken tot allen
óie hadden meegewerkt aan de organisatie
van dezen Bondsdag.
Zich richtend tot Dr Colijn, zeide spreker,
dat er in de jonge harten van Calvinistisch
jong Nederland slechts éen begeeren leeft,
en wel dit begeeren om het vaandel, dat i
den strijd is vooruitgedragen en dat nu
door God in handen van Dr Colijn gegeven
is, te volgen in kinderlijke gehoorzaam
heid. Zij bidden U Gods zegen toe op uw
moeilijken arbeid en zeggen U: Als het op
den strijd aankomt, dan willen wij gaarne
mede strijden, (daverend applaus)
Rede Dr Colijn
Dr Colijn werd met een nieuwe uitbarsting
van aanhankelijkheid en toegenegenheid
begroet, in den. vorm van een ovatie die
bijna geen einde scheen te nemen. En toen
de stilte was weergekeerd ving de Minister
President als volgt aan:
Waarde Bondsvrienden.
Zoo mag ik u toch wel noemen, ik ben
bij uw Bond toch ingelijfd als eerelid. Zoo
als de voorz. gezegd heeft, was ik vanmor
gen in Leeuwarden op den hoogtijdag a
het Ned. Jongelingsverbond en toen ik
den trein tusschen Leeuwarden en Utrecht
hieraan dacht, dat daar in Leeuwarden tus
schen de vier- en vijfduizend jonge man
nen van Christelijke levensovertuiging en
in Utrecht, naar me was meegedeeld, wel
een zesduizend jonge menschen van Chris
telijke levensovertuiging bijeen waren, rees
de gedachte in me op: wat is de beteekenis
hiervan voor ons volksleven.
Ginds en hier is vandaag veel gesproken
over de beteekenis van actie in uw veree-
nigingsleven, in den engeren kring. Daar
naast is echter zeker ruimte voor de vraag,
wat de beteekenis is van deze organisaties
voor ons volksleven. En als ik hierop ant
woord zou moeten geven dan zou dit ant
woord als volgt luiden: Der jongeren be
teekenis voor het volksleven ligt al in hun
trouw. Er zijn veel deugden die het men-
schenleven kunnen 6ieren als eerlijkheid,
waarachtigheid, arbeidzaamheid, maar van
al die eigenschappen geef ik aan de trouw
de voorrang, als we begrijpen waarin die
trouw behoort te bestaan. Ik heb het oog
op trouw aan het beginsel.
We leven in een zeer verwarde wereld.
Dit niet alleen wat betreft de uiterlijke ver
schijnselen maar veel meer nog wat betreft
de geestelijke verwarring, die verwarrend
werkt op het geestelijke leven van den
mensch. Aan dien verwoestenden invloed
staan ook wij bloot en dit maakt het vol
strekt noodzakelijk ons te bezinnen op on-
*e trouw aan het beginsel.
Dit is ook noodig om een zeer bijzondere
reden. Allcrwege is er een drang en een
roep naar eenheió. Het valt niet te ont
kennen, dat de gemeenschappelijke gevaren,
waaraan de Christenheid bloot, staat, no
pen tot eenheid en saamhoorigheid in doel
stelling en streven, waar dat mogelijk is.
Verdeeldheid die niet beslist geboden is
door het beginsel, is een gevaar voor de
Christenheid te noemen.
Het merkwaardige is evenwel, dat die
eenheid en dat gezamenlijk optreden tegen
do kwalen van dezen tijd alleen mogelijk
is als men goed gefundeerd is op het be
ginsel. Halven kunnen niet met elkaar sa
menwerken. Dit is alleen mogelijk tusschen
mannen en tusschen jongeren die een wel
gefundeerde overtuiging bezitten. Trouw
an het beginsel is noooig om te komen tot
en nauwere saamhoorigheid van hen die
n algemeenen zin dezelfdo doelstelling
hebben. En de trouw aan het beginsel wordt
rkregen in den weg van ijverig onderzoeik
en studie.
Dankbare herinneringen heb ik aan de
J.V. Daar heb ik leeren 6preken en nog
zooveel andere dingen geleerd. Dat is nuttig
en noodig. Maar er moet oen óing bij ko
men en dat is dat we ook en vooral moeten
leeren onze knieën te buigen om den zegen
af te smeeken óver het wérk, dat in onze
jongelingsvereenigingen wordt verricht
Alleen die eerst op de knieën heeft ge
legen, kan daarna staan en staande blijven.
Een ieder naar zijn meug:
een aardworm voor den merel,
Een pijp en Ibis-shag
voor iederen flinken kerel!
H Bal VOORDEPIJP
Dobbelmannlekker, man
(Reel.)!
ZATERDAG, 20 MEI 1030
HILERSUM I. 1875 cn 415.5 M. KRO-l ilicn.i
ding. 8.00—9.15 Gram.muzlek. (ca. 8.15 u.
Ber.) 10.00 Gra/m.muzlek. 11.30 Godsdienstig!
halfuurtje. 12.00 Ber. 12.15 KED-Orkesij
(1.00—1.20 Grai
jeugd. 2.30 Graim.muziek.
2.(5 Kinderuur. 4.00 Gram.muzlek. 5.15 Inti
nationale Sportrevue. 5.30 Gi
IvRO-Nacht egaal tji
6.15 Gram.muzlek. 6 .14
zicht 6.45 Be-rlchtei
Ber. 7.15 Causerli
ïrt 10.30 Ber. ANP. 10.40 Cause
onvergankelijke Rijk" (met mu
nlö-sting). 11.10—12.00 Gram.muzlel
10.00 Mi
in de CointlnubedriJ'
(Om 12.15 Ber.)
12.00 Gram.muziek
Imprantje. 2.15 Or-I
3.00 Repc-rtage. "i
Gronlngsche Orkest-vereenJglng ei
(opn.) 4.20 Gratm.muziek. 4.30 Radiot
4.50 Gram.muziek. 5.30 Filmlai
de Roode Jeugdbeweging.
6.30—6.55
ierichten,
Q 7.00 VARA-Kalen.
..icitatles. 7.10 Politiek Radio.
journaal. 7.30 Causerie ..Het geestelijk le«
ven in Amerika". 8.00 Herhaling S.O.S..
Berichten. 8.03 Ber. ANP. VARA-Varia. 8.24
VARA-Ork&st. 9.00 Puzzle-uitzendlng. 9.15
En nuOké. 10.30 Ber. ANP. 10.40 Gr,
jnuziek. 10.45 Radiotooneel. 11.00 De Ram-
Sollstent 3.50 Declaa
oor. 7.05 Strijkkwartet. 7.50
inding. 8 20 Variété. 9.50
PARIS 1648 Ms 2.50 Piano. 8.35 en
3.50 Zang. 5.05 Cello. 11.20 Orkest.
EtILEN 456 M: 7.30 Orkest. 8.50 Orkest. 12.2)
Orkest. 4.20 Orkest en solisten. 7 30 Orkest;
en koor. 9.20 Vroolijk programma. 10.55 u.
Gevar. Concert. 12.20 Orkest en solisten;
(opn.) 2.20—3.20 Nachtconcert.
lek. 3.05 Reportage.
tage..
„Die
Bovenal gaat het om de verwerving van!
het geloof, waarvan Da Costa zong:
Stort in mijn aad'ren die kracht van
gelooven,
die bergen ter neer stort en marmer
verbreekt
Als we dit geloof hebben mogen verkrij-l
gen, als Goo ons dit geloof heeft willen
schenken in den weg van ootmoedig ge
bed, dan versagen we niet, dan laten we
ons door niets verontmoodigen en verschrik
ken. Want we weten het dan, dat de over
winning is aan Hem, Die de Koning is van
hemel en van aarde.
Hierna ging Dr Colijn voor in dankgebed.
Een ontroerend moment was het, ae griju
Minister-President, die de jongeren toe
sprak, de leider van het vaderland, die
voorging in gebedEn na dit innige ge
bed zong de schare den Minister President
toe oe zegenbede uit Psalm 134.
Daarna werd nog gezongen: „Gij toch Gijj
zijt hun roem, de kracht van hunne kracht1
en daarmee was deze welgeslaagde
Bondsdag ten einde. De duizenden stroom-1
den naar buiten.
In de drie kerken
In de Buurkerk stond de vergadering on
cer leiding van den tweeden Bondsvoor
zitter, den heer P. van Nes Czn te Den
Haag, die een openingsrede hield over hel
onderwerp „Tegen den stroom op". Na (lil
openingswoord leidde Dr B. A. Knoppers M
Amsterdam het referaat in „Persoonlijk
Bijbelonderzoek". In de middagvergaaeringl
refereerde hier Dr A. de Bondt te Pen
Haag over: „Is onze werkwijze te intellec
tualistisch?". De opwekkende rede werd ge!
houden door Ds M. B. v. 't Veer te Gro;
ningen over het ondenverp: „Christus'
Rijk totalitair".
De samenkomst in de Oosterkerk werd
geleia door den heer A. K u i p e r te Utrechl
die de vergadering opende met een redl
over „Ik hoor trompetten klinken, de vij
and is nabij". Over persoonlijk Bijbelondei
zoek sprak hier de heer C. G i l h u i s
Utrecht, over het ondenverp: „Is ona!
werkwijze te intellectualistisch" refereerd!
Ds E. T. v. d. Born te Heemstede. Ds Chf
W. J. Tee uwen te Heerde sprak de op
wekkende rede uit over „Agressief Chris
tendom".
Do vierde bijeenkomst was in de Wester
kerk, en werd geleid door den heer J. Wijn-
bee k te Zwolle. Als ondenverp voor zijn
openingswoord had hij gekozen: „En nu...".|
De lieer C. v. d. Ploeg te Eindhoven re
fereerde over „Persoonlijk Bijbelonderzoek".
Dr P. Prins te Deventer over „Is onze
werkwijze te intellectualistisch". De op
wekkende rede werd uitgasproken door Ds
Veenhof te Haarlem over het ondenverp
„Beginsel of persoon'^