"red©)) VIER GEBOUWEN IN DE DOMSTAD DOOR DE GEREFORMEERDE JEUGD BEZET IRIC SHAG VRIJDAG 19 MEI 1939 DERDE BLAD PAG. TO| Geweldige geestdrift in Tivoli Toespraken van Minister-President Colijn en Minister de Wilde Belangrijke referaten en waardeerende woorden Duizenden jonge menschen binnen Utrechts muren, jongelingen en meisjes van Christelijken huize. Deze Hemelvaartsdag is voor het aloude Utrecht, dat zoozeer zich vernieuwt, een jeugd-dag bij uitnemendheid geworden. Vanaf het station trokken de groote groepen Gereformeerde jongelingen op naar Tivoli, naar de eeuwenoude Buurkerk met haar machtige gewelven, naar de Oosterkerk en de Westerkerk, die dateeren van den tijd der Doleantie. De duizenden, zij gingen op tot hun toogdag en de straten waren vervuld van hun voetstappen. En dit opgaan was een manifestatie van fris- sche jeugd en van sterke saamhoorigheid; één levensrichting, één levens kring, één ievensdoelDeze Bondsdag heeft laten hooren het lied der jeugd, den zang der levensblijheid en van jeugd en moed en kracht. En deze toogdag zal een stimulans zijn voor het vereenigingswerk, dat wacht Licht in den avond Op het Domplein, het oudste stukje van Utrecht, dat anders in den avond stil en verlaten ligt, kwamen Woensdagavond de honderden jongelingen aan, die de huishou delijke vergadering van den Bond van J011- gelings vereerd gingen op Gereformeerden Grondslag hadden bijgewoond. Hoog rees da Domtoren, overgoten met het blanke licht van de vele electrische schijnwerpers. De transen en de pinakels, de zuilen en de borstweringen, ze waren alle in stralend licht gezet en zoo stond daar de Domtoren als een symbool van de saamhoorigheid en het opwaartsche streven der jeugdactie. In de Oosterkerk De huishoudelijke vergadering was in de Oosterkerk gehouden onder leading van dien Bondsvoorzitter, Prof. ï>r K. Dij k. Nadar- twee coupletten van het Bondslied waren gezongen opende de Voorzitter de vergade ring met gebed- Na enkele begroetingswoor den kwam de agenda aan de orde. Besloten werd, dat volgend jaar de Bondsdag te Gro Hingen zal worden gehouden. De jaarverslagen van den secretaris, den heer J. W ij n b e e k en den penningmeester, den beer A. van Rijn, werden goedge keurd; de penningmeester werd onder dank .voor zijn beheer gedechargeerd. Aangenomen werd een voorstel van het Bondsbestuur inzake de verhouding van den Bond tot de vereeniging „De Gereformeer de Jongelingsbond". Artikel 49 van 't Bonds- reglcment werd daartoe gewijzigd en een reglement als bedoeld in het gewijzigde ar tikel 49. aangenomen. Breede discussie ontspon zich over het voorstel van den Ring Haarlem, om in het Bondsbestuur een tiental jongeren op te nemen en die toe te voegen aan de volgens het Bondsregloment gekozen leden. Het .voorstel werd verworpen. Evenzoo werd verworpen een voorstel van „Saevis" te Utrecht, om de Bnndsuitgave en het Bondsorgaan in de spelling 1934 en de daarin eventueel door de Regeering aan te brengen wijzigingen- uit te geven. Eveneens werd verworpen een voorstel der J.V. te Terzooi, inzake een officieeJea kerkdienst ter gelegenheid van den Bonds dag in het gebouw, waar de Bond vergadert. Ingetrokken werd een voorstel der afdee- ling Gelderland inzake de verhouding Ker kenJeugdvereenigingen, nadat de Voorzit ter heeft medegedeeld, dat richtlijnen over dit vraagstuk binnenkort aan de orde komen in de drie jeugdbonden- Na dankgebed van den tweeden Bonds voorzitter, den heer P. van Nes C.zn.werd de vergadering gesloten. DE BONDSDAG - Een stralende zonneschijn gaf aan de stad een vroolijk aanzien toen Donder dagmorgen de duizendten jongeren de stad Utrecht binnentrokken. Vanaf het Centraal Station was het één stoet van jongelingen en hoemeer men Tivoli na derde, hoe drukker het werd. Want daar passeerden ook de honderden, die naar de Oosterkerk moesten. In de bin nenstad was het druk van de duizenden, drie de Buurkerk en de Westerkerk zou den vullen. Wij woonden de vergadering in Tivoli bij. Reeds lang voor clen aanvang stroomde de zaal vol. Men kortte zich den tijd met het zingen van liederen. Het Bondslied van Jo jongelingen en het Bondslied van de meis jes, het Zij zullen het niet hebben, en het Wilhelmus en andere vaderlandsdhe zangen klonken helder op en onder daverend ap plaus trad toen het Bondsbestuur met de genoodigden binnen. Rede Prof. Dr K. Dijk bed, zijn openingsrede uit welke getiteld was „Opvaren en voortvaren". Na herinnerd te hebl>cn aan de viering van het gouden jubi leum, wees spr. er op, dat na dit feest eenige teruggang gekomen ie. Het £an niet aan ons ideaal liggen, want dat is door Vonken- berg zuiver en Schriftuurlijk gegrepen en door mannen als De Lange en Van Over steeg, Schouten en Zijlstra prachtig aan ons doorgegeven. En onze methode heeft waar lijk de vuurproef doorstaan, dus daaraan kan het ook niet liggen- Dan ligt het aan onszelf, dan zijn wij te laks geweest. We moeten den roep tot voortvaren ver staan. Bij het vasthouden aan de princi pieel© vorming in eigen vrije jeugdorgani saties- zonder eenigen arbeidsdienst met dwang van den Staat, hebben we den wind en de volksgunst niet mee. Toch voort varen, in den Naam van Jezus Christus, Dia de verticale lijnen heeft getrokken, vanuit den hemel naar de aarde. We moeten ons wachten voor geestelijks geblaseerdheid. Bij al ons voortvaren be denke een ieder, dat we ook op de J.V slechts ten deele kennen en ten deele pro- fetecren. Ons jonge oog zij gericht op de voortrekkers en de reformatoren- die ons een exempel hebben nagelaten. Zij hebben in nederigheid gewerkt en gingen hun weg in ootmoed. Zij hebben en ik denk hier bij aan onzen Minister-President nooit veel beloofd, maar altijd gezien op Gods be loften. Zij hebben van zichzelf klein ge dacht, maar van Gods liefde groot gedaoht en niemand hunner heeft ooit gezegd, dat zonder hem of zonder zijn partij, Neder land geen toekomst heeft (Daverend ao- plausj. Dat heeft voor twee jaar alleen Mussert gezegd en het antwoord der kiezers was, dat de N.S.B. meer dan de helft in stemmen-aantal achteruitging omdat de kiezers op Musserts toekomst niet gesteld waren. Bij de Statenverkie zingen hebben de liberalen de versleten leuze van Mussert overgenomen en ge zegd, dat zonder het liberalisme Neder land geen toekomst had, maar zij deden daarmee nieuwe wijn m oude lederen zakken, doch deze wijn bleek reeds ver zuurd te zijn voordat hij in de zakken kwam (daverend applaus). Wij danken God, dat Hij ons in onze eereleden zulke raadslieden geeft; dat Hij ons volk in hen zulke leidslieden wil schen ken en we volgen hun spoor. Maar dan ook vooruit, voorttrekken, hoe veel tegen sohijne te zijn. En als ge dan vraagt: hoe, dan antwoord ik niet eerst met den oproep tot propaganda voor het groote getal- want ik geef er weinig om of we 23 dian wel 26.000 jongens onder onze banieren kunnen vereenigen en als ge me vraagt of ik het niet spijtig vind, dat de Meisjesbond zooveel meer leden telt, dan zeg ik: ach, ik gun het die wichten wel. (Gelach). Maar het komt erop aan, dat we in de verecnigin- gen werkers hebben- die zidh stellen tot het werk, tot biddend studeeren. Wat zegt deze Bondsdag na ons jubileum? Wel: zegt den jongeren, dat zij voorttrekken enjong?. Calvinisten zijn de jongeren der heilige voortvarendheid. (Langdurig applaus). Verwelkoming der gasten Na dez» openingsrede verwelkomde Prof. Dijk de gasten. Hij zeide, dat Minister do Wilde en de heer Schouten eigenlijk geer. gasten zijn. Ze zijn echt thuis hier vandaag. Zeer welkom is ons de deputatie van de tad Utrecht, in dien persoon van wethou der H. Botter weg Verwelkomd werd voorts de Raad der Geref. Kerk, die ver tegenwoordigd was door den heer J. van Vliet, mevrouw de Lange, die de Moeder van den Bond genoemd werd, de hecrea Van Hulzen en CamJiee- die in Utrecht de ol der Geref. Jeugdbeweging zijn geweest, do dames Kok en Jansen namens den Bond Gerof. Meisjesvereen., de heer Joh. C. Franaken en mej. Diepersloot namens don Bond voor Geref- jeugdorganisatie, 't Ne t. Jongelingsverbond, dat vertegenwoordigd wa6 door den heer Remijn- de Calv. Studen- Aan de bestuurstafel in ..Tivoli" tij dens de rede van Dr C. N. Impeta. tenbeweging door den heer Bouma, het Centraal Comité, dat door den heer Schou ten vertegenwoordigd was. Voorts waren aanwezig de heer A. Stapelkamp, voorzitte- van het C.N.V., het Kamerlid mr van Dijken namens den Militairen Bond, de heer Goote van Vecnendaal, die namens Patrimonium Voorlezing werd gedaan van telegrammen die waren ingekomen van de Duitsche bon den, die verhinderd waren, van de Geref. J.V. in Ned.-Indië, uit Tjimahi, van de Bondsvriendcn in Sonnevanck en den Bond van Ned. Herv. J.V. op G.G- Beslotm werd onder da\ erend applaus om telegrammen te verzenden aan H. M. do Koningin en aan R H. K. K. H. H. Prinses Juliana en Prins Bemhard, waarin aanhan kelijkheid en trouw werd betuigd en Gods zegen werd afgesmeekt. Gezongen werd het Wilhelmus en het Mijn Schild en mijn Be- Voorts werden telegrammen verzonden aan Dr. H. Colijn, aan den Bond van Ned. Herv. J. V. op G. G. (op de bondsvergadering van 't N.J.V. was een afgevaardigde aanw< zog), aan de Jongelingsvereenigingen in Ned. Indië en aan de Bondsvrienden op Son nevanck. B estuursverkiezing De bestuursverkiezing, welke was gehou den, had tot resultaat, dat Mr. J. A. d( Wilde met groote meerderheid als raadsman herkozen was, dat de heer A. van Rijn D.zn. te Rotterdam eveneens was herkozen, en wel als bondspenningmeestcr, en dat gekozen was in de financieele commissie de heer D, Meilink te Zwolle. Een geschenk voor Minister de Wilde Het vorig jaar zoo zeide Prof. Dijk tot Minister de Wilde i6 u benoemd tot eere lid van den Bond. U hebt toen gezegd, dat u altijd met groot genoegen terugdacht aan de gezellige en schoone sfeer van den Bond. U hebt, nog geen bewijs van die benoeming, maar dat willen we u nu gaarne aanbieden in den vorm van dit mooie diploma, fraai gecalligrafeerd en in schoone lijet gevat. Wij hopen, dat U dit diploma een waar dige plaats in uw studeerkamer zult willen geven zooals ook Z.Exc. Dr. H. Colijn' heeft willen doen. Met deze woorden overhandig de Prof. Dijk het bewijs van het ecrelidmaat- schap aan Z.Exc. Mr J. A. de Wilde. Minister de Wilde zeide met groot genoe gen dit diploma te willen aanvaarden. Har telijk dank voor dit geschenk. Het zal een hervorragende plaats krijgen in mijn stu deerkamer. Als raadsman kan ik de be stuursvergaderingen van uw bond niet gere geld bijwonent. Wel neem ik steeds kennis van de agenda en dan bemerk ik, dat even als de Ministerraad ook uw Bondsbestuur steeds voor moeilijke problemen gesteld wordt. Maar het is aan uw bondsbestuur toevertrouwd om den Bond op het rechte spoor te houden. Dit is geen tijd voor kleine verschillen, of voor bijkomstige kwesties. Dit is 'n tijd van ernst en dreiging. Sinds den oorlog is er niet alleen ten aanzien van het sociale en het economische leven, maar ook met betrek king tot het geestelijke leven van een om wenteling sprake. Verkeerde beginselen dreigen door te dringen en de problemen door Groen en Kuyper zoo klaar gesteld, krijgen nieuw accent. De vraagstukken van de verhouding tot den Staat en tot de overheid, omtrent Staats absolutisme of eouvereiniteit in eigen kring en zooveel andere zijn actueel. De tegenstan der poogt van de verwarring gebruik 1e ma ken om het beginsel te ondermijnen. Maar laten we daaraan krachtig weerstand bieden en wilt uw leven richten naar de A.R. richt lijnen. Vergeet niet dat de vijand op den loer ligt om, kon het zijn, uw organisatie los te slaan van haar anker. Aanvaard g>een ande re voogdij dan die van het Gereformeerde beginsel. Verkoop uw rechten nooit voor een schotel begeerlijke spijze. Liever arm in eigen kring dan rijk in de vergadering dei- aanbidders van den Staat. Onze Bond is nog een organisatie, die hoopt geeft voor de toekomst van ons volk. Ik ben met hart en ziel aan u verbonden als uw eerelid. Eerelid van uw Bond te zijn beschouw ik als een der grootste voorrech ten. Ik roep u op de historie trouw te blij ven en uw trouw aan het beginsel in leer en leven te bewijzen. (Applaus). De heer H. B o 11 e r w e g sprak namens bet gemeentebestuur van Utrecht. Onze stad is een stad der vergaderingen en door haar ligging is ze daarvoor aangewezen. Utrecht ziet graag, dat men haar opzoekt om te ver gaderen en het gemeentebestuur hoopt, dat Uw Bond hier nog vaak zal terugkomen om uw Bondsvergadering te houden. Maar er is nog een andere reden, waarom Utrechts ge meentebestuur uw Bond gaarne ziet. Het eet dat uw Bond is een organisatie, die haar leden wil maken tot trouwe Nederlan ders. die met het wettig gezag willen staan om den Troon van Oranje. Het is een verkwikking als men den groo- Referaat Dr Impeta Dr. C. N. Impeta uit Kampen hield zijn referaat over Persoonlijk Bijbelonderzoek Is ons ideaal niet: vereenigen? aldus spr. Gaat dit niet tegen 't persoonlijke in, tegen alle afzondering? Niet tegen 't persoonlijke. Hier is wisselwerking. Het persoonlijk zich geven doet het vereenigingswerk slagen. En het zich vereenigen prikkelt tot persoonlijke krachtsinspanning. Persoonlijk staat tegen over: vertegenwoordiging; niet tegenover: gezamenlijk arbeiden in de kracht Gods. Persoonlijk Schriftonderzoek blijft óók den oudere noodig; maar is in 't bijzonder nood zakelijk voor het vereenigingslid. De Schrift staat bij ons in het middelpunt. Tot recht gebruik dier Schrift, al6 d e Bron, is persoon lijk Bijbelonderzoek altijd reeds noodig; ook bij al onze besprekingen laten we ons lei den door de vraag: „Wat zegt de Schrift?". Maar we doelen ditmaal op 'n bijzondere persoonlijke roeping. We moeten Schriftge- loovigen willen zijn en al meer en meer willen wrorden. Daartoe is de jongelingsleef tijd in duur ontoereikend. Maar op dien leef tijd beginnen we alvast. Houdt de jongeling niet speciaal van het persoonlijke, „zelf onderzoek is volgens het Woordenboek der Nederlandsche taal niet: zoeken van iets dat onder iets anders verborgen ligt; maar: het zoeken naar den aard of de wijze van iets; èn: van het onstoffelijke in het stoffelijke. Dit is het Gij onderzoekt het Boek, ja. Maar om er Gods deugden en ver- bondsgeheimen, om er den Christus in te vinden! Bijbel-onderzoek brengt mee: liefst één der Bijbelboeken, aan de hand van Kok's K.V., doorwerken; èn: persoonlijk lezen, in de een zaamheid; aanteekeningen maken, moeilijkheden, licht hegeeren, enz. Niet om de wetenschap verder te brengen. Maar op dat we ons verzadigen met den voedenden inhoud. Met name het Nieuwe Verbond dringt op het persoonlijke aan. Persoonlijk geloof; daartoe: persoonlijk Schriftonderzoek. Men stemme het toe. Maar doe e óók naar! Uit waarachtige liefdel Na deze rede werd de morgenvergadering gesloten. DE MIDDAGSAMENKOMST De middagsamenkomst was ook weer zeer goed bezet. Onmiddellijk na de heropening der bijeenkomst werd het woord gegev aan Dr. G. C. B e r k o u w e r uit Amsterdam over het onderwerp: „Is onze werkwijze intellectualistisch?" Het gevaar van intellectualisme dreigt, wanneer er iemand is, die de heerlijkheid van de roeping der jeugd niet meer verstaat en die er een intellectueel spelletje maken. Het zou een verschrikkelijke versto ring van ons werk zijn als we de vragen om trent het verband tusschen het Woord Gods en het menschelijk leven zouden isoleeren uit onze taak, waarmee God ons jonge men schen roept in deze wereld en wanneer we die vragen op zichzelf zouden stollen en er ons in zouden verlustigen als een intel- lectuecle vreugde zonder dat we in dat zoe ken naar het verband God zouden willen dienen. Als we zou zouden doen, dan bruiken we ten diepste toch nog niet de lamp van het Woord, maar dan gaan we vertrouwen op de lamp van onze eigen men- schelijke kennis en ons vernuft. Ons werk moet altijd het contact met het leven bewaren. De Jongelingsvereeniging 1: een instituut, waarin het er om gaat te lee- ren zien, de verbanden die God aan.vijst voor het gan6che leven, de verbanden, waar in alleen de heerlijkheid Gods en de heer lijkheid van het leven openhaar wordt. En daarin ligt de dienst van God. Laten we toch nooit van het methode-pro bleem een psychologisch probleem maken. Dan krijgen we de verstandsmenschen, rie ilsmensehen en de gevo-elsmenschen, die straks met elkaar overhoop liggen aan het front van een gróóte eeuw. Het is immers een strijd van het gelóóf, van het waarachtige geloof, van de overgave aan den vollen dienst van God, Die ons niet met een déél van on6 leven of van onze ziel roept tot den strijd, maar Die ons roept met héél ons hart. Daar komt het op aan, dat we het strijd terrein zién. En als er dan zijn, die afdwalen en die niet meekomen en den geest der eeuw eenzijdig verstaan en de kleun van het Woord Gods ook voor het persoonlijk leven van den strijder niet verstaan en zonder gebed meeloopen in dezen strijd, laten we daar dan geen methode-probleem van ma ken, maar de diepte van onze roeping hen doen verstaan om ze weer mee te krij gen in den strijd, waarin we onder Chris tus' zegen de overwinning zullen behalen in een eeuw, van onheil vol. Men zie den vijand toch niet alleen daar waar hij zich zijn duidelijke wapenrusting aan ons oog voordoet. Aan de bespreking op dit onderwerp nam ook deel de heer J. Schouten die van do gelegenheid gebruik maakte om te zeggen, dat hij elk jaar met groot genoegen den Bondsdag bijwoont en dan in den kring der Bondsvrienden is. Terwijl Dr Berkouwer de vragenstellers beantwoordde, brak een daverend applaus los, dat steeds aanzwol, en dat over sloeg ware ovatie, een geweldig eerbe toon. Het werd spoedig duidelijk voor wien dat bestemd was, want naar voren kwam Z.Exc. Dr H. Colijn. Toen aan het gejuich een einde was ge komen, verwelkomde Prof. Dijk den Minis ter-President, dien hij hartelijk dankte, dat hij op oe doorreis van Leeuwarden naar huis, langs Utrecht komende, toch nog even hier wilde komen kijken. (Daverend ap plaus). Opwekkende rede Ds v. d. Vliet Ds P. C h. v. d. Vliet te Utrecht hield een opwekkende rede over het onderwerp: ,Wees sterk en doe het" De titel van dit slotwoord is ontleend aan een ander slotwoord, ze is do peroratie van kleine, maar zeer ingrijpende rede van den volkevertegenwoordiger Sechanja. Dit slotwoord, deze opwekking om zich in geen enkel opzicht zwak te betoonen, om niet terug te deinzen voor eventueele tegen werking, om met vaste hand op te treden en tot agressie over te gaan, te doen is het resultaat van de levenshouding van een wet- I jeleerde, van een Schriftkenner bij uitne mendheid'. En waarom, zegt Spr., leg ik nu juist dit woord als slotaccoord, als eindkoraal van dezen dag u op de lippen? We hebben vandaag over twee dingen ge sproken. Over het persoonlijk Bijbellezen. Het persoonlijk geloof voedt zich aan de persoonlijke lezing der Heilige Schrift. Het heeft den Bijbel lief. Die als Ezra bidt, zal als Ezra sterk zijn en doen. Die in z'n binnenkamer God en Gods Woord liefheeft, die is hoorder des Woords, die zal luisteren en die zal van daag en morgen dader des Woords zijn, Daartoe is kracht noodig. De geestelijke dingen gaan niet van zelf. Daartoe is strijd noodig, worsteling uit je levensnood. Maar als je dan God weer vindt, weer terugvindt in Zijn vaste en onwankelbare Woord, dan zult ge als één man optrekken cn sterk zijn en doen! Het tweede, waarover we vandaag met elkander gesproken hebben is de vraag ge weest, of onze werkmethode intellectualis tisch is of niet. En ook in dit opzicht is Ezra een pracht voorbeeld. Ezra is student in den hoogsten zin, maai van liet intellect, een mensch, die peinst over de Schrift en worstelt met de waarheid, een denker Gods, een nadenker van de waarheid der Openbaring, een onderzoeker, een geleerde. En in zijn stu die van Gods Woord geeft Ezra zich ge heel. Als ge spreken wilt van verstand, hart en wil, als ge onderscheiden wilt tusschen hoofd, hart en hand, dan is hier de een heid dezer drie wel ten voeten uit ge demonstreerd. En zoo alleen zal ons voor- bereidingsvverk vruchtbaar kunnen zijn. Zoo we ons geheel geven aan het Woord des Heeren. zoo we geen brok van onze levensorganisatie aan God onttrekken, maar zoo we als Gereformeerde jonge mannen met blijdschap ons geheel geven aan het levend onderzoek van het eeuwige Woord Gods. Welnu, aldus besloot spr., dan neem ik het Woord van den God des Verbonds en en ik hef het hoog en ik bid, of de Hei lige Geest het bezielen wil, het leven wil geven en ik wijs u op Jezus Christus, Die het vleeschgeworden Woord is en Die ons den Vader verklaard heeft en door Zijn groote levensdaad verzoening aanbracht met God en ik geloof in oen Heiligen Geest, Die ons in al de waarheid leidt en Die de kinderen Gods tot overwinning voert en ik zeg het biddend, geloovig en vertrou wend: Wees sterk en doe het. Dankwoord van den Voorzitter Alvorens het woord te geven aan Z.Exc. Dr H. Colijn, wilde de voorz. Prof. Dr K. Dijk een woord van dank spreken tot allen óie hadden meegewerkt aan de organisatie van dezen Bondsdag. Zich richtend tot Dr Colijn, zeide spreker, dat er in de jonge harten van Calvinistisch jong Nederland slechts éen begeeren leeft, en wel dit begeeren om het vaandel, dat i den strijd is vooruitgedragen en dat nu door God in handen van Dr Colijn gegeven is, te volgen in kinderlijke gehoorzaam heid. Zij bidden U Gods zegen toe op uw moeilijken arbeid en zeggen U: Als het op den strijd aankomt, dan willen wij gaarne mede strijden, (daverend applaus) Rede Dr Colijn Dr Colijn werd met een nieuwe uitbarsting van aanhankelijkheid en toegenegenheid begroet, in den. vorm van een ovatie die bijna geen einde scheen te nemen. En toen de stilte was weergekeerd ving de Minister President als volgt aan: Waarde Bondsvrienden. Zoo mag ik u toch wel noemen, ik ben bij uw Bond toch ingelijfd als eerelid. Zoo als de voorz. gezegd heeft, was ik vanmor gen in Leeuwarden op den hoogtijdag a het Ned. Jongelingsverbond en toen ik den trein tusschen Leeuwarden en Utrecht hieraan dacht, dat daar in Leeuwarden tus schen de vier- en vijfduizend jonge man nen van Christelijke levensovertuiging en in Utrecht, naar me was meegedeeld, wel een zesduizend jonge menschen van Chris telijke levensovertuiging bijeen waren, rees de gedachte in me op: wat is de beteekenis hiervan voor ons volksleven. Ginds en hier is vandaag veel gesproken over de beteekenis van actie in uw veree- nigingsleven, in den engeren kring. Daar naast is echter zeker ruimte voor de vraag, wat de beteekenis is van deze organisaties voor ons volksleven. En als ik hierop ant woord zou moeten geven dan zou dit ant woord als volgt luiden: Der jongeren be teekenis voor het volksleven ligt al in hun trouw. Er zijn veel deugden die het men- schenleven kunnen 6ieren als eerlijkheid, waarachtigheid, arbeidzaamheid, maar van al die eigenschappen geef ik aan de trouw de voorrang, als we begrijpen waarin die trouw behoort te bestaan. Ik heb het oog op trouw aan het beginsel. We leven in een zeer verwarde wereld. Dit niet alleen wat betreft de uiterlijke ver schijnselen maar veel meer nog wat betreft de geestelijke verwarring, die verwarrend werkt op het geestelijke leven van den mensch. Aan dien verwoestenden invloed staan ook wij bloot en dit maakt het vol strekt noodzakelijk ons te bezinnen op on- *e trouw aan het beginsel. Dit is ook noodig om een zeer bijzondere reden. Allcrwege is er een drang en een roep naar eenheió. Het valt niet te ont kennen, dat de gemeenschappelijke gevaren, waaraan de Christenheid bloot, staat, no pen tot eenheid en saamhoorigheid in doel stelling en streven, waar dat mogelijk is. Verdeeldheid die niet beslist geboden is door het beginsel, is een gevaar voor de Christenheid te noemen. Het merkwaardige is evenwel, dat die eenheid en dat gezamenlijk optreden tegen do kwalen van dezen tijd alleen mogelijk is als men goed gefundeerd is op het be ginsel. Halven kunnen niet met elkaar sa menwerken. Dit is alleen mogelijk tusschen mannen en tusschen jongeren die een wel gefundeerde overtuiging bezitten. Trouw an het beginsel is noooig om te komen tot en nauwere saamhoorigheid van hen die n algemeenen zin dezelfdo doelstelling hebben. En de trouw aan het beginsel wordt rkregen in den weg van ijverig onderzoeik en studie. Dankbare herinneringen heb ik aan de J.V. Daar heb ik leeren 6preken en nog zooveel andere dingen geleerd. Dat is nuttig en noodig. Maar er moet oen óing bij ko men en dat is dat we ook en vooral moeten leeren onze knieën te buigen om den zegen af te smeeken óver het wérk, dat in onze jongelingsvereenigingen wordt verricht Alleen die eerst op de knieën heeft ge legen, kan daarna staan en staande blijven. Een ieder naar zijn meug: een aardworm voor den merel, Een pijp en Ibis-shag voor iederen flinken kerel! H Bal VOORDEPIJP Dobbelmannlekker, man (Reel.)! ZATERDAG, 20 MEI 1030 HILERSUM I. 1875 cn 415.5 M. KRO-l ilicn.i ding. 8.00—9.15 Gram.muzlek. (ca. 8.15 u. Ber.) 10.00 Gra/m.muzlek. 11.30 Godsdienstig! halfuurtje. 12.00 Ber. 12.15 KED-Orkesij (1.00—1.20 Grai jeugd. 2.30 Graim.muziek. 2.(5 Kinderuur. 4.00 Gram.muzlek. 5.15 Inti nationale Sportrevue. 5.30 Gi IvRO-Nacht egaal tji 6.15 Gram.muzlek. 6 .14 zicht 6.45 Be-rlchtei Ber. 7.15 Causerli ïrt 10.30 Ber. ANP. 10.40 Cause onvergankelijke Rijk" (met mu nlö-sting). 11.10—12.00 Gram.muzlel 10.00 Mi in de CointlnubedriJ' (Om 12.15 Ber.) 12.00 Gram.muziek Imprantje. 2.15 Or-I 3.00 Repc-rtage. "i Gronlngsche Orkest-vereenJglng ei (opn.) 4.20 Gratm.muziek. 4.30 Radiot 4.50 Gram.muziek. 5.30 Filmlai de Roode Jeugdbeweging. 6.30—6.55 ierichten, Q 7.00 VARA-Kalen. ..icitatles. 7.10 Politiek Radio. journaal. 7.30 Causerie ..Het geestelijk le« ven in Amerika". 8.00 Herhaling S.O.S.. Berichten. 8.03 Ber. ANP. VARA-Varia. 8.24 VARA-Ork&st. 9.00 Puzzle-uitzendlng. 9.15 En nuOké. 10.30 Ber. ANP. 10.40 Gr, jnuziek. 10.45 Radiotooneel. 11.00 De Ram- Sollstent 3.50 Declaa oor. 7.05 Strijkkwartet. 7.50 inding. 8 20 Variété. 9.50 PARIS 1648 Ms 2.50 Piano. 8.35 en 3.50 Zang. 5.05 Cello. 11.20 Orkest. EtILEN 456 M: 7.30 Orkest. 8.50 Orkest. 12.2) Orkest. 4.20 Orkest en solisten. 7 30 Orkest; en koor. 9.20 Vroolijk programma. 10.55 u. Gevar. Concert. 12.20 Orkest en solisten; (opn.) 2.20—3.20 Nachtconcert. lek. 3.05 Reportage. tage.. „Die Bovenal gaat het om de verwerving van! het geloof, waarvan Da Costa zong: Stort in mijn aad'ren die kracht van gelooven, die bergen ter neer stort en marmer verbreekt Als we dit geloof hebben mogen verkrij-l gen, als Goo ons dit geloof heeft willen schenken in den weg van ootmoedig ge bed, dan versagen we niet, dan laten we ons door niets verontmoodigen en verschrik ken. Want we weten het dan, dat de over winning is aan Hem, Die de Koning is van hemel en van aarde. Hierna ging Dr Colijn voor in dankgebed. Een ontroerend moment was het, ae griju Minister-President, die de jongeren toe sprak, de leider van het vaderland, die voorging in gebedEn na dit innige ge bed zong de schare den Minister President toe oe zegenbede uit Psalm 134. Daarna werd nog gezongen: „Gij toch Gijj zijt hun roem, de kracht van hunne kracht1 en daarmee was deze welgeslaagde Bondsdag ten einde. De duizenden stroom-1 den naar buiten. In de drie kerken In de Buurkerk stond de vergadering on cer leiding van den tweeden Bondsvoor zitter, den heer P. van Nes Czn te Den Haag, die een openingsrede hield over hel onderwerp „Tegen den stroom op". Na (lil openingswoord leidde Dr B. A. Knoppers M Amsterdam het referaat in „Persoonlijk Bijbelonderzoek". In de middagvergaaeringl refereerde hier Dr A. de Bondt te Pen Haag over: „Is onze werkwijze te intellec tualistisch?". De opwekkende rede werd ge! houden door Ds M. B. v. 't Veer te Gro; ningen over het ondenverp: „Christus' Rijk totalitair". De samenkomst in de Oosterkerk werd geleia door den heer A. K u i p e r te Utrechl die de vergadering opende met een redl over „Ik hoor trompetten klinken, de vij and is nabij". Over persoonlijk Bijbelondei zoek sprak hier de heer C. G i l h u i s Utrecht, over het ondenverp: „Is ona! werkwijze te intellectualistisch" refereerd! Ds E. T. v. d. Born te Heemstede. Ds Chf W. J. Tee uwen te Heerde sprak de op wekkende rede uit over „Agressief Chris tendom". Do vierde bijeenkomst was in de Wester kerk, en werd geleid door den heer J. Wijn- bee k te Zwolle. Als ondenverp voor zijn openingswoord had hij gekozen: „En nu...".| De lieer C. v. d. Ploeg te Eindhoven re fereerde over „Persoonlijk Bijbelonderzoek". Dr P. Prins te Deventer over „Is onze werkwijze te intellectualistisch". De op wekkende rede werd uitgasproken door Ds Veenhof te Haarlem over het ondenverp „Beginsel of persoon'^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10