IBIS'xag
Overheersching of
samenwerking?
Chamberlain spreekt voor de
Londensche vrouwen
"KJONKHEID
VRIJDAG ia MEI 1939
Britsch-Turksche overeen
stemming bereikt
Ook Frankrijk streeft naar accoord
RONDBLIK
TWEE REDEVOERINGEN
Op denzelfden dag, doch in een geheel
Verschillend milieu, hebben de minister
presidenten van Groot-Brittannië en van
Frankrijk het woord gevoerd over den
huidigen internationalen toestand. Dala-
dier sprak voor de kamer van afgevaardig
den, aan welke hy zoo juist een boodschap
van president Lebrun had voorgelezen,
waarin deze verklaarde, waarom hij zich
voor een tweede maal de verkiezing tot
president had laten welgevallen. Waar zulks
geschiedde als demonstratie van Frankrijks
politieke koersvastiheid en continuïteit, daar
vond Daladier erin een gereede aanleiding,
ook de Kamer, en over de hoofden der
Kamerleden heen, het geheele volk in al zijn
geledingen tot een gelijke nationale vast
beradenheid op te wekken.
Minister-president Chamberlain bevond
zich voor een geheel ander soort van audi
torium. Hij voerde het woord op het podium
van de reusachtige Albert Hall in Londen,
een van de grootste vergadergelegenheden
van Engeland, welke geheel met een pu
bliek, bestaande uit vrouwen en meisjes,
was gevuld. De huidige leider van Enge-
lands politiek kon zidh het optreden voor
zulk een publiek veroorloven; hij heeft zich
zeer snel ontwikkeld tot een der meest mar
kante nationale figuren, welke Brittannië
bezit, en zich als zoodanig een ontzaglijk
prestige, ja zelfs een bijna unanieme toe
genegenheid verworven. Men vertrouwt
hem, niet enkel om de rustige koenheid van
blik, welke hij onder de meest nijpende om
standigheden wist te handhaven, doch wel
licht noL meer omdat hij op zoo zuivere
Wijze het edht-menschelijke in zijn beleid
tweet naar voren te brengen. Hij heeft wei
nig van de sfinxachtige houding van dvn
politicus-diplomaat, maar daarentegen zeer
veel van den modernen vader des vader
lands.
Daladier stelde zijn gehoor voor het be
klemmende dilemma, hetwelk onze tijd met
zijn benauwende vraagstukken biedt, en
hetwelk hierop neerkomt, of samenwerking
dn Europa het verlossende woord zal spre
ken, dan wel overheersching den toon zal
moeten aangeven. De oplossing van deze
kwestie zal, naar den mensbh gesproken,
over de toekomst van de Europeesohe cul-
ituur beslissen. Daladier gaf als Frankrijks
inzicht te kennen, en de Kamer heeft zijn
rede algemeen met luide toejuichingen
onderstreept, dat een oorlog niet het ge-
sohikte middel is, om problemen op te
•lossen. Slechts door samenwerking kan men
tot betere verhoudingen geraken; door sa
menwerking wordt de oorlogsdreiging weg
genomen en de weg geopend naar herstel
van rust en welvaart Eertijds heeft men
gehoopt het gebouw van den vrede op een
zeer breede basis te kunnen optrekken; dat
was in den bloeitijd van den volken
bond, toen men de these van de zoogenaam
de collectieve veiligheid aanhing. De ge
schiedenis der laatste jaren heeft helaas
bewezen, dat afspraken tusschen zoo tal
rijke deelnemers, die ieder voor zicih boven
dien zoo uiteenloopende belangen en levens
omstandigheden hebben, te weinig vast
heid konden bieden. Frankrijk en Groot-
Brittannië zyn noodgedwongen van dit pad,
dat dood bleek te loopen, teruggekeerd, om
thans door middel van overeenkomsten
tusschen volk en volk hetzelfde te beoogen.
De nieuwe veiligheid, welke aldus moet
Worden verkregen, is zeer kostbaar; zij
eischt geweldige nationale inspanningen,
ook van economisahen en financieelen aard.
Frankrijk heeft deze eenparig aanvaard
en wenscht ook verder by deze offers te
volharden, die jegens niemand vijandigheid
beoogen, doch enkel het in evenwicht hou-
de van de algemeen-Europeesche balans.
Ook Chamberlain heeft voor zijn vrou
welijk gehoor in wezen hetzelfde gezegd,
zij het in anderen toonaard. Voor Engeland
Is het zwaarste offer dat van den dienst
plicht, doch het is er een, dat onvermyde-
lijk is. De premier heeft z Jks met klem
onderstreept, doch tevens heeft hij de ver
zekering gegeven, dat hij zal voortgaan, ge
lijk hij tot op heden heeft gedaan, te zoeken
naar het herstel van het geschokte ver
trouwen, omdat hy geen oorlog wil, doch
vrede. Oorlog aanvaardt Engeland louter in
geval van uiterste noodzaak. Ook ditmaal
wees hij erop, dat de welvaart onmiddellijk
zou kunnen terugkeeren, zoo men zich
slechts internationaal zou willen verstaan.
In zijn peroratie riep hij verleidelijke ver
schieten voor heel Europa op, die ook voor
Duitsdhland en Italië hun bekoring niet
kunnen missen. Moge in deze landen de be
geerte naar hegemonie de plaats ruimen
voor nieuwen drang naar een zooveel be
lovende samenwerking!
Oorlogen kunnen geen
moeilijkheden oplossen
Daladier over Frankrijks
nationale inspanning en
eenheid
Na een bood
schap te heb
ben voorge
lezen van den
herkozen pre
sident Lebrun
aan het parle
ment, waarin
deze verklaart
dat hij de
herkiezing
heeft aange
nomen, om
aan de wereld
te toonen, dat
Frankrijk een
geest van sta
biliteit bezit,
heeft minis
ter-president
Daladier een regeeringsverklaring af
gelegd.
Frankrijk, zoo zeide hij, is geworden tot
één groote werkplaats, waar millioenen
mannen zonder ophouden en zonder res
pijt werken voor de landverdediging. Het
is onze plicht, slechts aan het vaderland
te denken en de besluiten te nemen, welke
voor zijn welzijn noodig zijn.
Reeds eenige dagen geleden heb ik ge
tracht, de gevoelens van Frankrijk te ver
tolken ten aanzien van de Kwesties, die
thans Europa in spanning houden. Hoe
verscheiden en verwikkeld de problemen
ook zijn, één is er die ze alle beheerscht:
de kwestie of overheersching dan wel sa
menwerking Europa's lot zal zijn. Inder
daad, de groote vraag is. of de verschil
lende belangen, welke de volken scheiden,
geregeld zullen worden door vreedzame
samenwerking of door geweld en macht
Is het noodig, hier te herinneren aan de
geschonden overeenkomsten, de verdwenen
landen of de landen, die werden onderwor
pen in weerwil van de meest plechtige
beloften; beloften, afgelegd op hetzelfde
oogenlblik, dat in het geheim tegenoverge
stelde besluiten werden genomen. Moet ik
herinneren aan economische eischen, die
sommigen landen werden gesteld, en die
slechts tot voorwendsel dienden voor poli
tieke strevingen.
Moet er aan herinnerd worden, dat ter
wijl men niet ophoudt den vrede aan te
roepen, legers worden gemobiliseerd, eska
ders de zeeën doorklieven, luchtvloten zich
concentreeren en dat 20 jaar na den oorlog
millioenen mannen opnieuw de wapens dra
gen?
Maar. de liefde tot den vrede is bij alle
volken zóó sterk, dat men den vrede wel
moet aanroepen, om gewelddadige onderne
mingen te kunnen verbloemen. Is dét vrede,
als men het gebied van andere staten binnen
valt? Bestaat de vrede in het stellen van
aldoor nieuwe eischen, die een conflict kun
nen veroorzaken, in het onderdompelen van
heele volken in de ellende, wijl men hen
steeds dwingt tot nieuwe bewapening, welke
volkomen overbodig zou worden door de
internationale samenwerking, die hun aan
geboden wordt.
Frankrijk weet, dat oorlog geen enkel der
bestaande vraagstukken zou oplossen. Het
is van meening, dat in een wereld, welker
natuurlijke rijkdommen vertienvoudigd zijn
door de uitvindingen der wetenschap, ieder
volk gemakkelijk zijn aandeel in het geluk
en de vrijheid zou kunnen krijgen. De volken
weten het wel, en wij zijn er trotsch op het
te kunnen getuigen, dat Frankrijk hen niet
bedreigt, dat het verlangt met alle samen te
werken en geen enkel wil overheerschen.
'R eel.)
Wij behoeven niet rondom ons de volken te
ondervragen, om te bewijzen, dat wij geen
agressie in den zin hebben. Onze politiek
is uitsluitend gericht op het tot elkaar bren
gen van menschen en volken voor de verde
diging van den vrede.
Die gedachten hebben de onderhandelin
gen geïnspireerd, waaraan wij hebben deel
genomen en waartoe wij, in de afgeloopen
weken, het initiatief hebben genomen.
De Fransch-Brifsche solidariteit
De solidariteit tusschen Engeland en
Frankrijk is hechter en vertrouwelijker dan
ooit. Zij blijft de basis der Fransche politiek
en wij zullen döen grondslag niet laten ver
zwakken door intriges of door hatelijke en
leugenachtige propaganda. Op het oogenblik,
dat het Britsche volk, brekend met een
eeuwenlange traditie, zich vrij den dienst
plicht oplegt, hernieuwt het Fransche volk
zijn broederlijken groet aan Engeland.
Ongetwijfeld heeft ons land altijd ver
klaard, voorstander te zijn van de leerstel
ling, die door een algemeen accoord een
vereeniging wil tot stand brengen van alle
mogendheden, die hun veiligheid willen
waarborgen. Maar de ervaring van de afge
loopen 20 jaar heeft ernstige moeilijkheden
voor een dergelijke algemeene overeenkomst
aan het licht gebracht. Hoe meer volken men
tracht te vereenigen In een dergelijke over
eenkomst des te meer verliest de overeen
komst aan nauwkeurigheid en kracht, door
dat iedere staat beperkingen of voorkeur In
die overeenkomst wenscht in te lassohen.
Daarom hebben wij duidelijke en eenvoudige
overeenkomsten gesloten met de volken, die
zich met ons willen vereenigen voor de
gemeenschappelijke verdediging van hun en
onze levensbelangen. In andere streken van
Europa hebben wij, in overleg met Engeland,
zekeren staten een spontane en eenzijdige
garantie gegeven.
Er worden nog andere onderhandelingen
gevoerd, waarbij men uitgaat van hetzelfde
inzicht voor de werkelijkheid. Ik herhaal,
dat alle vredelievende landen tot samen
werking worden uitgenoodigd.
Zoo hebben wij op 20 Maart Roemenië la
ten weten, dat wij het onmiddellijk te hulp
zouden snellen als het zou worden aange
vallen. Ook Griekenland hebben wij onzen
onmiddellijken bijstand beloofd In geval van
een aanvalsbedreiging. Verder hebben wij,
na het bezoek van minister Beek aan Lon
den en de belofte van wederkeerige garan
ties door Engeland en Polen in overleg met
dit nobele en moedige volk de noodige maat
regelen genomen, die vereischt zijn voor het
onmiddellijk inwerkingtreden van ons
alliantie-verdrag.
Wij onderhandelen met Turkije over
een garantieovereenkomst voor de hand
having van den vrede in het Oostelijk
deel der Middiellandsche Zee, waar onze
belangen solidair zijn.
Tenslotte achten wij het zeer wensche-
lijk, dat de Sovjet-Unie deelneemt aan
dezen gemeenschappelijken arbeid van
wederzijdschen bijstand. Het Fransch-
Russische verdrag getuigt, dat het stre
ven naar en het handhaven van deze
deelneming op den voet van gelijkheid
en wederkeerigheid tot de constante ge
gevens van onze diplomatieke actie be-
hooren. Al bestaat er nog eenig verschil
van meening over de bijzonderheden van
dit accoord tusschen de regeerioigen van
Engelland, Rusland en Frankrijk, men
heeft toch reeds bij het begin der be
sprekingen den nadruk erop gelegd, dat
de groote belangen van den vrede door
gemeenschappelijke actie gered moeten
worden. Zoo ziet men in Midden-Europa
en het Naburige Oosten voor het eerst
een der voorwaarden vervuld, die wij
altijd onmisbaar hebben geacht voor de
handhaving van den vrede: gemeen
schappelijke verplichtingen van Enge
land en Frankrijk.
De vrede wordt behouden of veroverd
Haar handen stijf van
rheumatische pijn
Zijn nu echter weer normaal
Hoe lang U ook reeds aan rheumatische pijnen
lijdt, er is altyd hoop voor U als U regelma
tig Kruschen gebruikt:
„Ong-veer 2 jaar geleden ging ik byna nooit
uit, want loopen was my te pynlyk Ik pro
beerde van alles, maar werd niet beter. Toen
las ik zooveel over Kruschen. dat ik het nog
één keer wilde probeeren. Het duurde drie
maanden, voordat ik mii wat beter voelde,
maar ik hield vol en sindsdien voel ik my uit
stekend en gebruik nooit meer een stok. Mijn
handen waren stiif. maar zü zijn nu weer nor
maal." Mevr. A. L.
Rheumatische piinen ontstaan, doordat opge
hoopte afvalstoffen, waaronder urinezuur een
der gevaarlijkste is, Uw organisme ernstig
verontreinigen. De zee zouten in Kruschen
verwijderen deze afvalstoffen volkomen langs
de natuurlijke kanalen door aansporende wer
king op lever, nieren en ingewanden, waar
door uw bloed wordt gezuiverd en de pijnen
langzamerhand zullen verminderen, om ten
slotte geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is
uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten. (Reel.)
door volhardenden dagelijkschen arbeid,
door den standvastigen wil van een ge
heel volk.
Frankrijks offers
De nationale verdediging eisciht ook finan-
cieele economische en maatschappelijke
maatregelen. Alleen voor het jaar 1939 moe
ten wij meer dan 50 milliard besteden aan
de bescherming van het vaderland.
Het was dus niet te vermijden, dat van
den Franschen burger zware offers ge
vraagd werden. Wij hebben dat gedaan,
slechts bezield door de zorg voor het natio
nale welzijn.
Hoe zwaar deze offers ook zijn, wij kun
nen tenminste zeggen, dat het levenspeil van
onze arbeidende klasse aanzienlijk hooger ls
dan het peil, dat den arbeiders van aangren
zende groote staten wordt opgelegd.
Frankrijk blijft een schuilplaats voor geld.
Het goud blijft naar Frankrijk terugstroo-
men. De schatkist kan aan iedere noodzake
lijkheid het hoofd bieden. De heillooze voor
uitzichten van bankroet en inflatie zijn
voortaan verdwenen. Bewijst dat niet de
doeltreffendheid van het plan, dat wij blij
ven uitvoeren?
Terwijl zekere personen spieden naar onze
tekortkomingen, behoef ik slechts te zeggen,
dat er op het oogenblik in Frankrijk één
onderneming is, waar gestaakt wordt: 13
arbeiders hebben namelijk 't werk neerge
legd. Ik wil hulde brengen aan de vader
landsliefde der Fransche arbeiders, ook aan
diegenen hunner, die onder de wapenen zijn
geroepen, en die er van verzekerd kunnen
zyn, dat zij krachtens onze decreten hun
betrekking terug zullen krijgen, wanneer de
internationale toestand het weer mogelijk
maakt, dat zij naar hun haardsteden terug
keeren.
Onze kradht is de diepgewortelde eenheid
van Frankrijk, de onverwoestbare eenheid
van alle Franschen. Sommigen hebben ge
hoopt, dat men Fran rijk, dat onoverwin
nelijk is in eenheid, zou kunnen demorali-
seeren door een afwisseling wan bedreigin
gen en vredesbelgften. Men scheen Frankrijk
te willen uitputten door dezen nieuwen vorm
van oorlog, een oorlog zonder veldslagen,
een oorlog van onzekerheid, van bezorgd
heid om vervlogen hoop.
Maar onze vastberadenheid is niet ver
zwakt en zal niet verzwakken. Wij weten,
dot wij ons vaderland, onze vrijheden, ons
geloof, ons ideaal, onze menschelijke waar
digheid hebben te verdedigen.
Als men een rechtvaardigen vrede op den
voet van gelijkheid wil, zijn wij daartoe be
reid. Wie een aanslag op den vrede doet, zal
de kracht van onze wapenen voelen.
Als men er naar streeft ons uit te putten
door de weifeling tusschen oorlog en vrede,
zullen wij stand houden, zoolang het noo
dig is.
Noch geweld, noch list zullen tegen Frank
rijk iets vermogen".
De diplomatieke redacteur van Reuter
verneemt, dat bij de Britsch-Turksche on
derhandelingen algeheele overeenstemming
is bereikt.
De Fransche regeering streeft naar een
dergelijke overeenkomst met Turkije en het
is dan ook mogelijk, dat het accoord drie
zijdig zal zijn.
Naar verluidt, heeft de Turksche regee
ring overleg gepleegd met Potemkin, die de
overeenkomsten volkomen goedkeurde.
Britsch-Roemeensch
handelsverdrag geteekend
Gistermiddag is te Boekarest het En-
gelsch-Roemeensche handelsverdrag onder
teekend.
De overeenkomst voorziet in de organi
satie van een wederkeerigen handel, wijzi
ging in het betalingsverkeer, een crediet
van vijf millioen pond sterling voor het
aankoopen van Britsche goederen, terwijl
de Britsche regeering zich verbindt, 200.000
ton te koopen van den komenden tarwe
oogst van Roemenië, tegen de prijzen van
de wereldmarkt
De tekst van het verdrag zal in Roemenië
en Engeland worden gepubliceerd.
De leider van de Britsche missie, Leith
„Ik zal geen moeite sparen,
om het vertrouwen
terug te brengen"
Danzig is thans het
gevaarlijke punt
Op een vrouwenvergadering in de
Albert Hall te Londen heeft Chamber
lain gisteren het woord gevoerd, en
o.a. gezegd:
Welke verschillen er ook onder ons zijn
over de gevolgde methoden, ik voel mij
voldaan, dat het geheele land het eens is
over het beginsel der politiek, welke wij
volgen.
Verwijzende naar hen, die critiek op
hem uitoefenen, zeide Chamberlain te
meenen, dat hij den steun had van de
vrouwen en dat dezen een helderder blik
hadden dan sommigen van hen, wier in
zicht verduisterd is door vooroordeelen
van partijen of personen.
„Ge hebt, aldus Chamberlain, de oude
parapluie zien rondgaan, en ge hebt, ge
loof ik, onze tot dusver succesvolle pogin
gen goedgekeurd, Europa buiten een oor
log te houden. Ge weet, dat niets ons er
toe zou kunnen brengen, een oorlog aan
te gaan, tenzij wij er absoluut van over
tuigd zijn, dat een oorlog niet voorkomen
kan worden zonder opoffering van onze
eigen vrijheden en van onzen eigen goe
den naam.
Het optreden van Duitschland ging ons
niet aan, zoolang het beperkt bleef tot de
grenzen, welke het zelf gesteld had en
slechts de belangen zocht te bevorderen van
de Duitschers, zonder de onafhankelijkheid
van niet-Duitsche landen te bedreigen.
Nooit is het in ons opgekomen, Duitsch
land te isoleeren, of de wettige uitbreiding
van den Duitschen handel in Midden- en
Zuid-Oost-Europa in den weg te staan en
nog minder, eenige combinatie tegen
Duitschland op touw te zetten met de ge
dachte aan een oorlog. Iedere bewering var.
dien aard is eenvoudig fantastisch en wordt
ook nergens buiten Duitschland geloofd.
Ten aanzien van het vlootverdrag zeide
Chamberlain: „Ik wensch thans met kracht
te verklaren, dat, voor zoover ons betreft, de
grondslag van het verdrag niet vervallen is,
integendeel, ik sta op het standipunt, dat het
verdrag kan worden beschouwd als *t sym
bolische verlangen van beide volken, nooit
tegen elkander te strijden".
De premier verklaarde vervolgens, dat de
Britsche regeering aan Hitiers verklaring,
dat hij bereid is over vlootvraagstukken te
onderhandelen en een bewapeningswedloop
hoopt te kunnen voorkomen, de grootste
aandacht zal schenken en weldra zal ant
woorden op het Duitsche memorandum.
„Laat mij hier zeggen, aldus Chamberlain,
dat wij noch op het gebied der wapenen,
noch in economisch opzicht, een ongebrei-
delden wedloop met Duitschland wenschen.
En zelfs vandaag den dag
mijn krant blijmoedig lezen
WtW V VOORDEPIJP
Dobbelmannlekker, man I
(Recl.Jt,
Ross, is uit Boekarest'vertrokken, om via
Constanza en Istanboel naar Athene to
gaan.
De overige leden van do missie zullen
naar Londen terugkeeren.
Besprekingen over middelen tot uitbreiding
van den wederzijdschen handel of tot ver-
betering van den economischen toestand
zouden wij niet van de hand wijzen, maap
slechts, indien ondubbelzinnig zal blijken,
dat men het vertrouwen, dat zoo ernstig ge-
schokt is, wenscht te herstellen.
De verstrekte garanties
Ik wensch verder duidelijk te verklaren1,
dat wij niet bereid zijn, werkeloos toe laj
zien bij de vernietiging der onafhankelijk
heid van het eene land na het andere. Wij
hebben Polen, Roemenië en Griekenland
garantie gegeven, omdat Europa geen rust
en geen veiligheid zal kennen, tenzij do
volken ervan overtuigd zijn, dat mien streeft
naar het herstel van het vertrouwen.
Met ditzelfde doel hebben wij onderhand
delingen aangeknoopt met andere landen,
in het bijzonder Rusland en Turkije. Ik kan
slechts zeggen, ernstig te wenschen, dat
deze onderhandelingen spoedig tot een goed
einde zullen worden gebracht.
Volgens veler meening, zoo vervolgde de
premier, is Danzig thans het gevaarlijke
punt in Europa. Ten dien aanzien zijn onze
garanties aan Polen duidelijk en scherp om
lijnd. Hoewel wij ons erover zouden verheu
gen, wanneer de geschillen tusschen Polen
en Duitschland minnelijk geschikt zouden
worden, hoewel wij van meening zijn, dat
een dergelijke regeling tot stand moet
komen, zou een poging, om met geweld ver»
andering in den toestand te brengen, waar
bij de Poolsdhe onafhankelijkheid bedreigd
zou worden, onvermijdelijk leiden tot een
algemeen conflict, waarin Engeland betrok
ken zou zijn".
Chamiberlain zeide verder, dat de dienst
plicht was ingevoerd, omdat in 6omimige
Europeesohe landen getwijfeld werd aan den
ernst der Britsche bedoelingen. Het zou een
verschrikkelijk ding zijn, indien Europa In
een oorlog werd gestort door een misver-
„De houding van de labourpartij, aldus
spreker, ten aanzien van den dienstplicht,
is bijzonder ongelukkig. Ik ben er van over
tuigd, dat de labourpartij in deze kwestie
niet de mienschen vertegenwoordigt, namens
wie zij zegt te spreken. Indien wij slechts
een weinig ontspanning konden krijgen xn
den internationalen toestand, zijn er vele
aanwijzingen, dat we een grooten opbloei
zouden zien in den handel en dat er voor
spoed zou komen, waarin iedere natie tor
wereld zou deelen.
De macht, om het vertrouwen te herstel
len, ligt niet in onze handen, dodh zoo lang
als ik minister-president ben, zal ik hoop
blijven koesteren en geen moeite sparen, ami
het vertrouwen terug te brengen".
(RecZJ
(Reel.)
15)
VIII.
Dat de P.P., toen hij op den feestelijken dag het woord
voerde, met zulk een opvallend zachte stem gesproken heeft,
was niet zonder oorzaak. Een verradelijke ziekte is bezig,
hem te ondermijnen en heeft het zegel des doods reeds ge
stempeld in zijn vleesch. Maar de P.P. weet het niet en het
gaat heel langzaam. Zijn omgeving ziet. dat hij mager wordt,
soms klaagt hij over een pijnlijke plek, en hoewel er geen
koorts is, voelt hij zidh lusteloos en neerslachtig.
De dokter tracht hem gerust te stellen, spreekt van zenu
wen op de maag, een rustige levenswijs en een matig diëet.
Maar de verschijnselen blijven.
De dokter houdt consult met een specialist en de specialist
komt met een chirurg.
Op een bepaalden morgen is de P.P. niet tijdig op zijn
post. Na tien minuten komt zijn oudste zoon. vraagt den
directeur te spreken en vertelt den toestand. Vader moet
thuis een paar dagen rust houden, daarna wordt hij opgeno
men in een ziekenhuis voor het ondergaan van een operatie.
Slaagt dezt, dan zal de patiënt nog *es of acht weken moe
ten thuisblijven voor volledig herstel.
's Avonds in den huiselijken kring bespreken de twee di
recteuren het geval en overwegen de te nemen maatregelen.
„Mij dunkt het beste, dat jij tijdelijk zijn plaats bezet en
de dagelijksohe leiding van het kantoor op je neemt", zegt
papa tot Arnold. „Je regelt en controleert het werk, zooals
hij dat altijd deed en zoo voort".
Arnold hapt niet dadelijk toe. „De leiding is altijd in zijn
handen geweest, zoo lang mij heugt. De techniek van ons
kantoormechanisme is me eigenlijk onbekend. Ik heb altijd
bij u op Privé gezeten".
Hij spreekt wat bedremmeld, maar Clara valt hem bij.
„Ja, het lijkt mij wel wat gewaagd. Het kan Arnold z'n
prestige kosten, want het werk is hem vreemd en ieder lid
van het personeel is ingegroeid in den gang van zaken, dus
als Arnold een fout maakt, zal het door groot en klein gezien
worden".
„Maar wat dan? Ik kan het toch moeilijk zelf doen", ant
woordt papa min of meer geprikkeld.
Clara doet, alsof ze nadenkt en zegt dan langzaam: „Ja
wat dan?" Na een pauze van drie seconden: „Wat dunkt u
van Walle? Dat is, als ik het zoo zeggen mag, een soort
manusje van alles. Ik hoop niet, dat ik oneerbiedig ben je
gens uw factotum". Er is een klankje van lichten spot in
haar stem.
Papa lacht, een beetje onzeker, voor zoover zulks bij hem
mogelijk is.
„Hij is mijn factotum niet meer. Al lang bevorderd tot
hooger waardigheid".
„Des te beter".
Den volgenden morgen wordt Aat op Privé geroepen en
krijgt opdracht, dan procuratiehouder op kantoor te vervan
gen, terwijl de uitgaande stukken onderteekend zullen wor
den door een van de directeuren.
Nu is Clara Aats ondergeschikte.
Dat is toch eigenlijk belachelijk. Uiterlijk reageeren ze
geen van beiden, maar innerlijk wel en zulks zeer verschil
lend. Hun eerste gedachten gaan terug naar de H.B.S. Het
kan raar loopen in de wereld! Maar nu? Bijna vijf jaar later?
Hoe is de verhouding? Eigenaardig. Ze doen gewoon en
ze doen niet gewoon. De vrouwelijke collega's draaien om
hem heen, vooral na zijn promotie. Op de H.B.S. was het
ook al zoo. Dat kan verderfelijk werken.
Maar Aat lijkt onaandoenlijk. En Clara dito.
Beiden blijven correct, beiden bewaren den afstand, Aat
beleefd en schoorvoetend, Clara gedistingeerd en formeel,
hoewel vriendelijk. Ze veracht 't gedoe van die meisjes. Dat
is niets voor haar. Geen eigen aanbod, geen presenteer
blaadje, nooit. Ze zal afwachten.
Aat meet den afstand met zijn oogen, hij weegt de bezwa
ren met zijn verstand. Het resultaat is niet bemoedigend.
Na tien dagen vertelt hij zijn moeder voor het eerst iets
van den nieuwen toestand.
„Maar jongen! Wat een gehik. Dat is prachtig!"
„Het is maar tijdelijk."
„Toch is het mooi."
Onwillig haalt hij zijn schouders op.
„Ben je er niet blij om?"
„Och, dat weet ik niet. Ik weet niet, of ik blij moet
wezen." Dan lacht hij. Om zijn ware gevoelens te verber
gen, neemt hij den schijn aan van te schertsen.
Maar zij doorziet hem. „Is er iets? Heb je kwestie
gehad?"
„O nee, helemaal niet. Er Is niets, moeder* Waarom
denkt u dat?"
„Ik zie het. Ik heb al meer getwijfeld. Waarom zit je
soms zoo neerslachtig te peinzen?"
„Neerslachtig te peinzen?" Verrast kijkt hij op. Heeft
hij zich verraden?
„Ja. zeker. Er is iets. Vertel het me, Arte", Ze noemt
hem weer bij den naam uit zijn kinderjaren.
„Ik ga er vandaan."
Als hij zijn voornemen had te kennen gegeven, binnen
kort af te reizen naar een andere planeet, had moeder niet
verschrikter kunnen zijn.
„Er-van-daan?!"
„Ja."
„Waarom? Waarom dat?"
Balsturig kijkt hij voor zich. „Er is iets, dat me in den
weg staat."
„Je promotie loopt toch vlot."
„Het heeft met promotie niets te maken. Maar het hin
dert me."
„En daarom wil je weg. Dat ben ik niet van je gewend."
„Wat niet?"
„Dat je voor de^ omstandigheden op den loop gaat. Dat
zie ik voor 't eerst."
Dat prikkelt hem. Op den loop gaan voor de omstandig
heden. Dat nooit. Ze beoordeelt hem verkeerd. Als ze 't
maar goed wist, zou ze wel anders praten. Hij zal het ver-
„Het zijn geen omstandigheden. Het is een mensch."
„Een meneer van 't kantoor?"
„Een juffrouw."
(Wordt vervolgd^»