IBIS'xag Overheersching of samenwerking? Chamberlain spreekt voor de Londensche vrouwen "KJONKHEID VRIJDAG ia MEI 1939 Britsch-Turksche overeen stemming bereikt Ook Frankrijk streeft naar accoord RONDBLIK TWEE REDEVOERINGEN Op denzelfden dag, doch in een geheel Verschillend milieu, hebben de minister presidenten van Groot-Brittannië en van Frankrijk het woord gevoerd over den huidigen internationalen toestand. Dala- dier sprak voor de kamer van afgevaardig den, aan welke hy zoo juist een boodschap van president Lebrun had voorgelezen, waarin deze verklaarde, waarom hij zich voor een tweede maal de verkiezing tot president had laten welgevallen. Waar zulks geschiedde als demonstratie van Frankrijks politieke koersvastiheid en continuïteit, daar vond Daladier erin een gereede aanleiding, ook de Kamer, en over de hoofden der Kamerleden heen, het geheele volk in al zijn geledingen tot een gelijke nationale vast beradenheid op te wekken. Minister-president Chamberlain bevond zich voor een geheel ander soort van audi torium. Hij voerde het woord op het podium van de reusachtige Albert Hall in Londen, een van de grootste vergadergelegenheden van Engeland, welke geheel met een pu bliek, bestaande uit vrouwen en meisjes, was gevuld. De huidige leider van Enge- lands politiek kon zidh het optreden voor zulk een publiek veroorloven; hij heeft zich zeer snel ontwikkeld tot een der meest mar kante nationale figuren, welke Brittannië bezit, en zich als zoodanig een ontzaglijk prestige, ja zelfs een bijna unanieme toe genegenheid verworven. Men vertrouwt hem, niet enkel om de rustige koenheid van blik, welke hij onder de meest nijpende om standigheden wist te handhaven, doch wel licht noL meer omdat hij op zoo zuivere Wijze het edht-menschelijke in zijn beleid tweet naar voren te brengen. Hij heeft wei nig van de sfinxachtige houding van dvn politicus-diplomaat, maar daarentegen zeer veel van den modernen vader des vader lands. Daladier stelde zijn gehoor voor het be klemmende dilemma, hetwelk onze tijd met zijn benauwende vraagstukken biedt, en hetwelk hierop neerkomt, of samenwerking dn Europa het verlossende woord zal spre ken, dan wel overheersching den toon zal moeten aangeven. De oplossing van deze kwestie zal, naar den mensbh gesproken, over de toekomst van de Europeesohe cul- ituur beslissen. Daladier gaf als Frankrijks inzicht te kennen, en de Kamer heeft zijn rede algemeen met luide toejuichingen onderstreept, dat een oorlog niet het ge- sohikte middel is, om problemen op te •lossen. Slechts door samenwerking kan men tot betere verhoudingen geraken; door sa menwerking wordt de oorlogsdreiging weg genomen en de weg geopend naar herstel van rust en welvaart Eertijds heeft men gehoopt het gebouw van den vrede op een zeer breede basis te kunnen optrekken; dat was in den bloeitijd van den volken bond, toen men de these van de zoogenaam de collectieve veiligheid aanhing. De ge schiedenis der laatste jaren heeft helaas bewezen, dat afspraken tusschen zoo tal rijke deelnemers, die ieder voor zicih boven dien zoo uiteenloopende belangen en levens omstandigheden hebben, te weinig vast heid konden bieden. Frankrijk en Groot- Brittannië zyn noodgedwongen van dit pad, dat dood bleek te loopen, teruggekeerd, om thans door middel van overeenkomsten tusschen volk en volk hetzelfde te beoogen. De nieuwe veiligheid, welke aldus moet Worden verkregen, is zeer kostbaar; zij eischt geweldige nationale inspanningen, ook van economisahen en financieelen aard. Frankrijk heeft deze eenparig aanvaard en wenscht ook verder by deze offers te volharden, die jegens niemand vijandigheid beoogen, doch enkel het in evenwicht hou- de van de algemeen-Europeesche balans. Ook Chamberlain heeft voor zijn vrou welijk gehoor in wezen hetzelfde gezegd, zij het in anderen toonaard. Voor Engeland Is het zwaarste offer dat van den dienst plicht, doch het is er een, dat onvermyde- lijk is. De premier heeft z Jks met klem onderstreept, doch tevens heeft hij de ver zekering gegeven, dat hij zal voortgaan, ge lijk hij tot op heden heeft gedaan, te zoeken naar het herstel van het geschokte ver trouwen, omdat hy geen oorlog wil, doch vrede. Oorlog aanvaardt Engeland louter in geval van uiterste noodzaak. Ook ditmaal wees hij erop, dat de welvaart onmiddellijk zou kunnen terugkeeren, zoo men zich slechts internationaal zou willen verstaan. In zijn peroratie riep hij verleidelijke ver schieten voor heel Europa op, die ook voor Duitsdhland en Italië hun bekoring niet kunnen missen. Moge in deze landen de be geerte naar hegemonie de plaats ruimen voor nieuwen drang naar een zooveel be lovende samenwerking! Oorlogen kunnen geen moeilijkheden oplossen Daladier over Frankrijks nationale inspanning en eenheid Na een bood schap te heb ben voorge lezen van den herkozen pre sident Lebrun aan het parle ment, waarin deze verklaart dat hij de herkiezing heeft aange nomen, om aan de wereld te toonen, dat Frankrijk een geest van sta biliteit bezit, heeft minis ter-president Daladier een regeeringsverklaring af gelegd. Frankrijk, zoo zeide hij, is geworden tot één groote werkplaats, waar millioenen mannen zonder ophouden en zonder res pijt werken voor de landverdediging. Het is onze plicht, slechts aan het vaderland te denken en de besluiten te nemen, welke voor zijn welzijn noodig zijn. Reeds eenige dagen geleden heb ik ge tracht, de gevoelens van Frankrijk te ver tolken ten aanzien van de Kwesties, die thans Europa in spanning houden. Hoe verscheiden en verwikkeld de problemen ook zijn, één is er die ze alle beheerscht: de kwestie of overheersching dan wel sa menwerking Europa's lot zal zijn. Inder daad, de groote vraag is. of de verschil lende belangen, welke de volken scheiden, geregeld zullen worden door vreedzame samenwerking of door geweld en macht Is het noodig, hier te herinneren aan de geschonden overeenkomsten, de verdwenen landen of de landen, die werden onderwor pen in weerwil van de meest plechtige beloften; beloften, afgelegd op hetzelfde oogenlblik, dat in het geheim tegenoverge stelde besluiten werden genomen. Moet ik herinneren aan economische eischen, die sommigen landen werden gesteld, en die slechts tot voorwendsel dienden voor poli tieke strevingen. Moet er aan herinnerd worden, dat ter wijl men niet ophoudt den vrede aan te roepen, legers worden gemobiliseerd, eska ders de zeeën doorklieven, luchtvloten zich concentreeren en dat 20 jaar na den oorlog millioenen mannen opnieuw de wapens dra gen? Maar. de liefde tot den vrede is bij alle volken zóó sterk, dat men den vrede wel moet aanroepen, om gewelddadige onderne mingen te kunnen verbloemen. Is dét vrede, als men het gebied van andere staten binnen valt? Bestaat de vrede in het stellen van aldoor nieuwe eischen, die een conflict kun nen veroorzaken, in het onderdompelen van heele volken in de ellende, wijl men hen steeds dwingt tot nieuwe bewapening, welke volkomen overbodig zou worden door de internationale samenwerking, die hun aan geboden wordt. Frankrijk weet, dat oorlog geen enkel der bestaande vraagstukken zou oplossen. Het is van meening, dat in een wereld, welker natuurlijke rijkdommen vertienvoudigd zijn door de uitvindingen der wetenschap, ieder volk gemakkelijk zijn aandeel in het geluk en de vrijheid zou kunnen krijgen. De volken weten het wel, en wij zijn er trotsch op het te kunnen getuigen, dat Frankrijk hen niet bedreigt, dat het verlangt met alle samen te werken en geen enkel wil overheerschen. 'R eel.) Wij behoeven niet rondom ons de volken te ondervragen, om te bewijzen, dat wij geen agressie in den zin hebben. Onze politiek is uitsluitend gericht op het tot elkaar bren gen van menschen en volken voor de verde diging van den vrede. Die gedachten hebben de onderhandelin gen geïnspireerd, waaraan wij hebben deel genomen en waartoe wij, in de afgeloopen weken, het initiatief hebben genomen. De Fransch-Brifsche solidariteit De solidariteit tusschen Engeland en Frankrijk is hechter en vertrouwelijker dan ooit. Zij blijft de basis der Fransche politiek en wij zullen döen grondslag niet laten ver zwakken door intriges of door hatelijke en leugenachtige propaganda. Op het oogenblik, dat het Britsche volk, brekend met een eeuwenlange traditie, zich vrij den dienst plicht oplegt, hernieuwt het Fransche volk zijn broederlijken groet aan Engeland. Ongetwijfeld heeft ons land altijd ver klaard, voorstander te zijn van de leerstel ling, die door een algemeen accoord een vereeniging wil tot stand brengen van alle mogendheden, die hun veiligheid willen waarborgen. Maar de ervaring van de afge loopen 20 jaar heeft ernstige moeilijkheden voor een dergelijke algemeene overeenkomst aan het licht gebracht. Hoe meer volken men tracht te vereenigen In een dergelijke over eenkomst des te meer verliest de overeen komst aan nauwkeurigheid en kracht, door dat iedere staat beperkingen of voorkeur In die overeenkomst wenscht in te lassohen. Daarom hebben wij duidelijke en eenvoudige overeenkomsten gesloten met de volken, die zich met ons willen vereenigen voor de gemeenschappelijke verdediging van hun en onze levensbelangen. In andere streken van Europa hebben wij, in overleg met Engeland, zekeren staten een spontane en eenzijdige garantie gegeven. Er worden nog andere onderhandelingen gevoerd, waarbij men uitgaat van hetzelfde inzicht voor de werkelijkheid. Ik herhaal, dat alle vredelievende landen tot samen werking worden uitgenoodigd. Zoo hebben wij op 20 Maart Roemenië la ten weten, dat wij het onmiddellijk te hulp zouden snellen als het zou worden aange vallen. Ook Griekenland hebben wij onzen onmiddellijken bijstand beloofd In geval van een aanvalsbedreiging. Verder hebben wij, na het bezoek van minister Beek aan Lon den en de belofte van wederkeerige garan ties door Engeland en Polen in overleg met dit nobele en moedige volk de noodige maat regelen genomen, die vereischt zijn voor het onmiddellijk inwerkingtreden van ons alliantie-verdrag. Wij onderhandelen met Turkije over een garantieovereenkomst voor de hand having van den vrede in het Oostelijk deel der Middiellandsche Zee, waar onze belangen solidair zijn. Tenslotte achten wij het zeer wensche- lijk, dat de Sovjet-Unie deelneemt aan dezen gemeenschappelijken arbeid van wederzijdschen bijstand. Het Fransch- Russische verdrag getuigt, dat het stre ven naar en het handhaven van deze deelneming op den voet van gelijkheid en wederkeerigheid tot de constante ge gevens van onze diplomatieke actie be- hooren. Al bestaat er nog eenig verschil van meening over de bijzonderheden van dit accoord tusschen de regeerioigen van Engelland, Rusland en Frankrijk, men heeft toch reeds bij het begin der be sprekingen den nadruk erop gelegd, dat de groote belangen van den vrede door gemeenschappelijke actie gered moeten worden. Zoo ziet men in Midden-Europa en het Naburige Oosten voor het eerst een der voorwaarden vervuld, die wij altijd onmisbaar hebben geacht voor de handhaving van den vrede: gemeen schappelijke verplichtingen van Enge land en Frankrijk. De vrede wordt behouden of veroverd Haar handen stijf van rheumatische pijn Zijn nu echter weer normaal Hoe lang U ook reeds aan rheumatische pijnen lijdt, er is altyd hoop voor U als U regelma tig Kruschen gebruikt: „Ong-veer 2 jaar geleden ging ik byna nooit uit, want loopen was my te pynlyk Ik pro beerde van alles, maar werd niet beter. Toen las ik zooveel over Kruschen. dat ik het nog één keer wilde probeeren. Het duurde drie maanden, voordat ik mii wat beter voelde, maar ik hield vol en sindsdien voel ik my uit stekend en gebruik nooit meer een stok. Mijn handen waren stiif. maar zü zijn nu weer nor maal." Mevr. A. L. Rheumatische piinen ontstaan, doordat opge hoopte afvalstoffen, waaronder urinezuur een der gevaarlijkste is, Uw organisme ernstig verontreinigen. De zee zouten in Kruschen verwijderen deze afvalstoffen volkomen langs de natuurlijke kanalen door aansporende wer king op lever, nieren en ingewanden, waar door uw bloed wordt gezuiverd en de pijnen langzamerhand zullen verminderen, om ten slotte geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. (Reel.) door volhardenden dagelijkschen arbeid, door den standvastigen wil van een ge heel volk. Frankrijks offers De nationale verdediging eisciht ook finan- cieele economische en maatschappelijke maatregelen. Alleen voor het jaar 1939 moe ten wij meer dan 50 milliard besteden aan de bescherming van het vaderland. Het was dus niet te vermijden, dat van den Franschen burger zware offers ge vraagd werden. Wij hebben dat gedaan, slechts bezield door de zorg voor het natio nale welzijn. Hoe zwaar deze offers ook zijn, wij kun nen tenminste zeggen, dat het levenspeil van onze arbeidende klasse aanzienlijk hooger ls dan het peil, dat den arbeiders van aangren zende groote staten wordt opgelegd. Frankrijk blijft een schuilplaats voor geld. Het goud blijft naar Frankrijk terugstroo- men. De schatkist kan aan iedere noodzake lijkheid het hoofd bieden. De heillooze voor uitzichten van bankroet en inflatie zijn voortaan verdwenen. Bewijst dat niet de doeltreffendheid van het plan, dat wij blij ven uitvoeren? Terwijl zekere personen spieden naar onze tekortkomingen, behoef ik slechts te zeggen, dat er op het oogenblik in Frankrijk één onderneming is, waar gestaakt wordt: 13 arbeiders hebben namelijk 't werk neerge legd. Ik wil hulde brengen aan de vader landsliefde der Fransche arbeiders, ook aan diegenen hunner, die onder de wapenen zijn geroepen, en die er van verzekerd kunnen zyn, dat zij krachtens onze decreten hun betrekking terug zullen krijgen, wanneer de internationale toestand het weer mogelijk maakt, dat zij naar hun haardsteden terug keeren. Onze kradht is de diepgewortelde eenheid van Frankrijk, de onverwoestbare eenheid van alle Franschen. Sommigen hebben ge hoopt, dat men Fran rijk, dat onoverwin nelijk is in eenheid, zou kunnen demorali- seeren door een afwisseling wan bedreigin gen en vredesbelgften. Men scheen Frankrijk te willen uitputten door dezen nieuwen vorm van oorlog, een oorlog zonder veldslagen, een oorlog van onzekerheid, van bezorgd heid om vervlogen hoop. Maar onze vastberadenheid is niet ver zwakt en zal niet verzwakken. Wij weten, dot wij ons vaderland, onze vrijheden, ons geloof, ons ideaal, onze menschelijke waar digheid hebben te verdedigen. Als men een rechtvaardigen vrede op den voet van gelijkheid wil, zijn wij daartoe be reid. Wie een aanslag op den vrede doet, zal de kracht van onze wapenen voelen. Als men er naar streeft ons uit te putten door de weifeling tusschen oorlog en vrede, zullen wij stand houden, zoolang het noo dig is. Noch geweld, noch list zullen tegen Frank rijk iets vermogen". De diplomatieke redacteur van Reuter verneemt, dat bij de Britsch-Turksche on derhandelingen algeheele overeenstemming is bereikt. De Fransche regeering streeft naar een dergelijke overeenkomst met Turkije en het is dan ook mogelijk, dat het accoord drie zijdig zal zijn. Naar verluidt, heeft de Turksche regee ring overleg gepleegd met Potemkin, die de overeenkomsten volkomen goedkeurde. Britsch-Roemeensch handelsverdrag geteekend Gistermiddag is te Boekarest het En- gelsch-Roemeensche handelsverdrag onder teekend. De overeenkomst voorziet in de organi satie van een wederkeerigen handel, wijzi ging in het betalingsverkeer, een crediet van vijf millioen pond sterling voor het aankoopen van Britsche goederen, terwijl de Britsche regeering zich verbindt, 200.000 ton te koopen van den komenden tarwe oogst van Roemenië, tegen de prijzen van de wereldmarkt De tekst van het verdrag zal in Roemenië en Engeland worden gepubliceerd. De leider van de Britsche missie, Leith „Ik zal geen moeite sparen, om het vertrouwen terug te brengen" Danzig is thans het gevaarlijke punt Op een vrouwenvergadering in de Albert Hall te Londen heeft Chamber lain gisteren het woord gevoerd, en o.a. gezegd: Welke verschillen er ook onder ons zijn over de gevolgde methoden, ik voel mij voldaan, dat het geheele land het eens is over het beginsel der politiek, welke wij volgen. Verwijzende naar hen, die critiek op hem uitoefenen, zeide Chamberlain te meenen, dat hij den steun had van de vrouwen en dat dezen een helderder blik hadden dan sommigen van hen, wier in zicht verduisterd is door vooroordeelen van partijen of personen. „Ge hebt, aldus Chamberlain, de oude parapluie zien rondgaan, en ge hebt, ge loof ik, onze tot dusver succesvolle pogin gen goedgekeurd, Europa buiten een oor log te houden. Ge weet, dat niets ons er toe zou kunnen brengen, een oorlog aan te gaan, tenzij wij er absoluut van over tuigd zijn, dat een oorlog niet voorkomen kan worden zonder opoffering van onze eigen vrijheden en van onzen eigen goe den naam. Het optreden van Duitschland ging ons niet aan, zoolang het beperkt bleef tot de grenzen, welke het zelf gesteld had en slechts de belangen zocht te bevorderen van de Duitschers, zonder de onafhankelijkheid van niet-Duitsche landen te bedreigen. Nooit is het in ons opgekomen, Duitsch land te isoleeren, of de wettige uitbreiding van den Duitschen handel in Midden- en Zuid-Oost-Europa in den weg te staan en nog minder, eenige combinatie tegen Duitschland op touw te zetten met de ge dachte aan een oorlog. Iedere bewering var. dien aard is eenvoudig fantastisch en wordt ook nergens buiten Duitschland geloofd. Ten aanzien van het vlootverdrag zeide Chamberlain: „Ik wensch thans met kracht te verklaren, dat, voor zoover ons betreft, de grondslag van het verdrag niet vervallen is, integendeel, ik sta op het standipunt, dat het verdrag kan worden beschouwd als *t sym bolische verlangen van beide volken, nooit tegen elkander te strijden". De premier verklaarde vervolgens, dat de Britsche regeering aan Hitiers verklaring, dat hij bereid is over vlootvraagstukken te onderhandelen en een bewapeningswedloop hoopt te kunnen voorkomen, de grootste aandacht zal schenken en weldra zal ant woorden op het Duitsche memorandum. „Laat mij hier zeggen, aldus Chamberlain, dat wij noch op het gebied der wapenen, noch in economisch opzicht, een ongebrei- delden wedloop met Duitschland wenschen. En zelfs vandaag den dag mijn krant blijmoedig lezen WtW V VOORDEPIJP Dobbelmannlekker, man I (Recl.Jt, Ross, is uit Boekarest'vertrokken, om via Constanza en Istanboel naar Athene to gaan. De overige leden van do missie zullen naar Londen terugkeeren. Besprekingen over middelen tot uitbreiding van den wederzijdschen handel of tot ver- betering van den economischen toestand zouden wij niet van de hand wijzen, maap slechts, indien ondubbelzinnig zal blijken, dat men het vertrouwen, dat zoo ernstig ge- schokt is, wenscht te herstellen. De verstrekte garanties Ik wensch verder duidelijk te verklaren1, dat wij niet bereid zijn, werkeloos toe laj zien bij de vernietiging der onafhankelijk heid van het eene land na het andere. Wij hebben Polen, Roemenië en Griekenland garantie gegeven, omdat Europa geen rust en geen veiligheid zal kennen, tenzij do volken ervan overtuigd zijn, dat mien streeft naar het herstel van het vertrouwen. Met ditzelfde doel hebben wij onderhand delingen aangeknoopt met andere landen, in het bijzonder Rusland en Turkije. Ik kan slechts zeggen, ernstig te wenschen, dat deze onderhandelingen spoedig tot een goed einde zullen worden gebracht. Volgens veler meening, zoo vervolgde de premier, is Danzig thans het gevaarlijke punt in Europa. Ten dien aanzien zijn onze garanties aan Polen duidelijk en scherp om lijnd. Hoewel wij ons erover zouden verheu gen, wanneer de geschillen tusschen Polen en Duitschland minnelijk geschikt zouden worden, hoewel wij van meening zijn, dat een dergelijke regeling tot stand moet komen, zou een poging, om met geweld ver» andering in den toestand te brengen, waar bij de Poolsdhe onafhankelijkheid bedreigd zou worden, onvermijdelijk leiden tot een algemeen conflict, waarin Engeland betrok ken zou zijn". Chamiberlain zeide verder, dat de dienst plicht was ingevoerd, omdat in 6omimige Europeesohe landen getwijfeld werd aan den ernst der Britsche bedoelingen. Het zou een verschrikkelijk ding zijn, indien Europa In een oorlog werd gestort door een misver- „De houding van de labourpartij, aldus spreker, ten aanzien van den dienstplicht, is bijzonder ongelukkig. Ik ben er van over tuigd, dat de labourpartij in deze kwestie niet de mienschen vertegenwoordigt, namens wie zij zegt te spreken. Indien wij slechts een weinig ontspanning konden krijgen xn den internationalen toestand, zijn er vele aanwijzingen, dat we een grooten opbloei zouden zien in den handel en dat er voor spoed zou komen, waarin iedere natie tor wereld zou deelen. De macht, om het vertrouwen te herstel len, ligt niet in onze handen, dodh zoo lang als ik minister-president ben, zal ik hoop blijven koesteren en geen moeite sparen, ami het vertrouwen terug te brengen". (RecZJ (Reel.) 15) VIII. Dat de P.P., toen hij op den feestelijken dag het woord voerde, met zulk een opvallend zachte stem gesproken heeft, was niet zonder oorzaak. Een verradelijke ziekte is bezig, hem te ondermijnen en heeft het zegel des doods reeds ge stempeld in zijn vleesch. Maar de P.P. weet het niet en het gaat heel langzaam. Zijn omgeving ziet. dat hij mager wordt, soms klaagt hij over een pijnlijke plek, en hoewel er geen koorts is, voelt hij zidh lusteloos en neerslachtig. De dokter tracht hem gerust te stellen, spreekt van zenu wen op de maag, een rustige levenswijs en een matig diëet. Maar de verschijnselen blijven. De dokter houdt consult met een specialist en de specialist komt met een chirurg. Op een bepaalden morgen is de P.P. niet tijdig op zijn post. Na tien minuten komt zijn oudste zoon. vraagt den directeur te spreken en vertelt den toestand. Vader moet thuis een paar dagen rust houden, daarna wordt hij opgeno men in een ziekenhuis voor het ondergaan van een operatie. Slaagt dezt, dan zal de patiënt nog *es of acht weken moe ten thuisblijven voor volledig herstel. 's Avonds in den huiselijken kring bespreken de twee di recteuren het geval en overwegen de te nemen maatregelen. „Mij dunkt het beste, dat jij tijdelijk zijn plaats bezet en de dagelijksohe leiding van het kantoor op je neemt", zegt papa tot Arnold. „Je regelt en controleert het werk, zooals hij dat altijd deed en zoo voort". Arnold hapt niet dadelijk toe. „De leiding is altijd in zijn handen geweest, zoo lang mij heugt. De techniek van ons kantoormechanisme is me eigenlijk onbekend. Ik heb altijd bij u op Privé gezeten". Hij spreekt wat bedremmeld, maar Clara valt hem bij. „Ja, het lijkt mij wel wat gewaagd. Het kan Arnold z'n prestige kosten, want het werk is hem vreemd en ieder lid van het personeel is ingegroeid in den gang van zaken, dus als Arnold een fout maakt, zal het door groot en klein gezien worden". „Maar wat dan? Ik kan het toch moeilijk zelf doen", ant woordt papa min of meer geprikkeld. Clara doet, alsof ze nadenkt en zegt dan langzaam: „Ja wat dan?" Na een pauze van drie seconden: „Wat dunkt u van Walle? Dat is, als ik het zoo zeggen mag, een soort manusje van alles. Ik hoop niet, dat ik oneerbiedig ben je gens uw factotum". Er is een klankje van lichten spot in haar stem. Papa lacht, een beetje onzeker, voor zoover zulks bij hem mogelijk is. „Hij is mijn factotum niet meer. Al lang bevorderd tot hooger waardigheid". „Des te beter". Den volgenden morgen wordt Aat op Privé geroepen en krijgt opdracht, dan procuratiehouder op kantoor te vervan gen, terwijl de uitgaande stukken onderteekend zullen wor den door een van de directeuren. Nu is Clara Aats ondergeschikte. Dat is toch eigenlijk belachelijk. Uiterlijk reageeren ze geen van beiden, maar innerlijk wel en zulks zeer verschil lend. Hun eerste gedachten gaan terug naar de H.B.S. Het kan raar loopen in de wereld! Maar nu? Bijna vijf jaar later? Hoe is de verhouding? Eigenaardig. Ze doen gewoon en ze doen niet gewoon. De vrouwelijke collega's draaien om hem heen, vooral na zijn promotie. Op de H.B.S. was het ook al zoo. Dat kan verderfelijk werken. Maar Aat lijkt onaandoenlijk. En Clara dito. Beiden blijven correct, beiden bewaren den afstand, Aat beleefd en schoorvoetend, Clara gedistingeerd en formeel, hoewel vriendelijk. Ze veracht 't gedoe van die meisjes. Dat is niets voor haar. Geen eigen aanbod, geen presenteer blaadje, nooit. Ze zal afwachten. Aat meet den afstand met zijn oogen, hij weegt de bezwa ren met zijn verstand. Het resultaat is niet bemoedigend. Na tien dagen vertelt hij zijn moeder voor het eerst iets van den nieuwen toestand. „Maar jongen! Wat een gehik. Dat is prachtig!" „Het is maar tijdelijk." „Toch is het mooi." Onwillig haalt hij zijn schouders op. „Ben je er niet blij om?" „Och, dat weet ik niet. Ik weet niet, of ik blij moet wezen." Dan lacht hij. Om zijn ware gevoelens te verber gen, neemt hij den schijn aan van te schertsen. Maar zij doorziet hem. „Is er iets? Heb je kwestie gehad?" „O nee, helemaal niet. Er Is niets, moeder* Waarom denkt u dat?" „Ik zie het. Ik heb al meer getwijfeld. Waarom zit je soms zoo neerslachtig te peinzen?" „Neerslachtig te peinzen?" Verrast kijkt hij op. Heeft hij zich verraden? „Ja. zeker. Er is iets. Vertel het me, Arte", Ze noemt hem weer bij den naam uit zijn kinderjaren. „Ik ga er vandaan." Als hij zijn voornemen had te kennen gegeven, binnen kort af te reizen naar een andere planeet, had moeder niet verschrikter kunnen zijn. „Er-van-daan?!" „Ja." „Waarom? Waarom dat?" Balsturig kijkt hij voor zich. „Er is iets, dat me in den weg staat." „Je promotie loopt toch vlot." „Het heeft met promotie niets te maken. Maar het hin dert me." „En daarom wil je weg. Dat ben ik niet van je gewend." „Wat niet?" „Dat je voor de^ omstandigheden op den loop gaat. Dat zie ik voor 't eerst." Dat prikkelt hem. Op den loop gaan voor de omstandig heden. Dat nooit. Ze beoordeelt hem verkeerd. Als ze 't maar goed wist, zou ze wel anders praten. Hij zal het ver- „Het zijn geen omstandigheden. Het is een mensch." „Een meneer van 't kantoor?" „Een juffrouw." (Wordt vervolgd^»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2