TURKENBURG's
De Nederlandsche
Padvinderij
ZADEN BODEGRAVEN
WOENSDAG 5 APRIL 1939
DERDE BLAD PAG. <i
Prins Bernhard leidt een
persconferentie
Eenheid bij verscheidenheid
Op het Nationale Hoofdkwartier van
de Nederlandsche Padvinders is dezer
dagen een persbijeenkomst gehouden,
welke gepresideerd werd door Z. K H.
Prins Bernhard, als Koninklijk commis
saris der Ned. Padvindersbeweging.
Aanwezig waren mede de leden van den
Nationalen Padvindersraad A. Oosterlee,
Mr R. Höppener, A. H. v. Leeuwen, C. Beels,
Ds W. M. A. Kalkman, Dr A. Ramselaar,
Prof. Dr J. E. de Quay, C. R. T. Baron
Krayenhoff als Hoofdkwartierscommissaris
,voor Pers en Propaganda, G. Smit in de
zelfde functie voor de Katholieke Verken
ners en H. J. Spijkerman, secretaris van
het Nationale Hoofdkwartier.
De Prins opent
Prins Bernhard, die vooraf kennis had
gemaakt met de aanwezigen buiten de Pad-
yindersbeweging, richtte zich tot het gezel
schap met een korte rede. Z.K.H. sprak als
ivolgt:
Ik ben U erkentelijk voor de moeite,
'die U hebt willen nemen, om hier te
genwoordig te zijn. Het is voor mij, als
Koninklijk Commissaris der padvinders
in Nederland een bewijs, dat ook U be
lang stelt in deze Beweging, die ten
doel heeft mede te werken aan de op
voeding der jeugd tot goede burgers
van ons land. Doordat de zelfopvoeding
en de paraatheid om anderen te helpen
er zoo op den voorgrond treden, is de
ONS FEUILLETON
Korte inhoud van het voorafgaande
Tusschen twee groote moderne gebouwen
van een manufacturenmagazijn en een filiaal
van de Provinciale Bank, staat in het dorp
Waterdam het kleine antieke pandje De
Bloeyende Amandelboom, eigendom van den
ouden heer Wiechers.
Adriaan, eenige zoon van den heer Wie
chers komt na het eindexamen van de H.B.S.
bij zijn vader in den kruidenierswinkel. Dit
leven bevredigt heim echter niet en ruim
een jaar na den dood van zijn vader besluit
Ihij voor predikant te gaan studeeren. Hij
verkoopt de zaak aan juffrouw Cosijn, de
moeder van zijn winkelbediende
Nu wordt Adriaan student in Amsterdam.
Nadat hij zijn eerste kosthuis wegens
verhuizing heeft moeten verlaten, is hij
tenslotte door bemiddeling van een mede
student, Pieter Bolstra, in een tamelijk
•armoedig straatje terechtgekomen, ook al in
verband met zijn niet al te rooskleurigen
ïinancieelen toestand.
Oom Geurt en tante Tine zjjn In tusschen
Sn Amsterdam komen wonen en Adriaan
brengt hen zoo af en toe een bezoek.
Op tantes verjaardag maakt hij kennis
met Jantien van Gelder. Reeds dadelijk
voelen de twee jonge mensdhen zich tot
'eikandei aangetrokken. Doch Jantien is
vrijzinnig en Adriaan orthodox. Na een een
wandeling brengt Jam tien „De kleine Jo
hannes" ter lezing op zijn kamer.
(Zie vervolg hieronder)
Z.K.H. Prins Bernhard tijdens de lunch
padvindersbewcging geheel in den geest
van de moreele herbewapening, waar
op door Hare Majesteit zoozeer de aan
dacht is gevestigd.
En nu geef ik het woord aan mijn
Hoofdkwartierscommissaris voor Pers
en Propaganda, die U nog eenige na
dere toelichtingen zal geven, aangaan
de ons Werk.
Maar voor ik dit doe, meen ik U een
klein souvenir te mogen aanbieden, als
herinnering aan de Wereld-Jamboree-
1937.
Persoonlijk kweet de Prins zich van deze
taak. Het souvenir bestond in een sigaret
tenkoker van bakeliet in rood en zwart. Op
de voorzijde is liet padvindersembleem: de
Jacobsstaf aangebracht.
Het woord was aam Baron Krayen
hoff.
Deze vroeg de aandacht voor de
in Nederland in den aaniang van 1938,
welke mede onder den invloed van
de Jamboree te Vogelenzang heeft
geleid tot een hechte en hartelijke sa
menwerking tusschen de onderscheiden
padvindersorganisaties, die naar buiten
als eenheid optreden.
Naar binnen kan men van een federatie
spreken: er zijn twee Hoofdcommissarissen,
waarvan één speciaal voor de Katholieke
Verkenners. Ds Kalkman vertegenwoor
digt in deze samenwerking als hoofdkwar
tierscommissaris de Ned. Chr. Padvinders
beweging.
In de technische leiding is er eenheid;
de godsdienstige belangen van Protestanten
en Katholieken worden daarnaast door de
eigen organisatie verzorgd.
De eenheid in leiding wordt tot stand
gebracht in den Nationalen Padvinders-
raad. Deze vergadert ongeveer eenmaal per
twee maanden en tot dusver heeft de Ko
ninklijke Commissaris, Prins Bernhard, alle
vergaderingen bijgewoond en daarbij van
zijn groote belangstelling blijk gegeven
door deze persoonlijk te presideeren.
Het voornaamste middel, waarover de
Beweging de beschikking heeft om het Ver
kennen voor Jongens (het eigenlijke werk
dus) zuiver te houden is wel het
Buitencentrum te Ommen,
waar cursussen voor de leiders worden ge
houden. Deze zoogenaamde Gilwell cursus
sen worden gegeven door leiders, die op hun
beurt op het Moedercentruni Gilwell Park
in Engeland, onder directe leiding van den
Chief Scout opgericht, hun opleiding heb
ben ontvangen. Toen deze cursussen, waar
mede in 1923 een aanvang is gemaakt, in
de Beweging begonnen door te werken,
nam het aantal Padvindersgroepen belang
rijk toe. In 1925 was het aantal padvinders
nog slechts 4000, in 1930 6000, in 1935 16.000
en thans 26.000.
Voor de verschillende, onderdeelen van
het omvangrijke werk is de outillage ge
leidelijk verbeterd, mede door de aanstel
ling van Hoofdkwartierscommissarissen.
Ieder van hen heeft z'n eigen taak. Het
land is ten aanzien van de organisatie ver
deeld in Districten en voor ieder District
is een Districts Commissaris, ook weer bij
gestaan door Assistenten voor de verschil
lende onderdeelen, in functie.
Feitelijk staan alle Commissarissen mid
den in het padvinderswerk en zijn ook
daaruit voortgekomen. Zoo is het Nationaal
Hoofdkwartier in staat om in het geheele
land toezicht op de padvindersgroepen te
laten uitoefenen, de leiders voorlichting en
hulp te geven en voor nieuwe werkers in
de Beweging voorbereidende cursussen te
geven. De Districts Commissarissen zien
toe, dat de werkwijze van Baden Powell
juist wordt toegepast en dat alleen die lei
ders met de jeugd in aanraking komen, die
daartoe geschikt geacht kunnen worden.
Voor 't overige zijn de Groeper. zelfstandig,
leiden hun eigen groepsleven. Hierin komt
het typische van deze jongensbeweging tot
uiting.
Ongeveer
drie duizend leiders en leidsters
geven zich alle moeiten om geheel belange
loos de wekelijksche bijeenkomsten met de
jongens in 't belang van de karaktervor
ming, de lichamelijke en geestelijke ont
wikkeling van óe jeugd, zoo goed mogelijk
te doen slagen. Hun opleiding bekostigen
ze zelf.
De groote zorg van de centrale leiding is
de uitbreiding van het leiderscorps en het
verhoogen van het peil van de training in
de Groepen door de voorlichting en oplei
ding van de leiders. Daartoe is veler finon-
cieele vaste steun noodig. Met het oog daar
op heeft het hoofdkwartier zijn maatrege
len genomen.
Een serie brochures is beschikbaar om de
padvindersidee te propageeren.
Het systeem van plaatselijke propaganda
leiders, dat voor de Jamboree zoo uitne
mend heeft gewerkt, zal in eenigszins ge-
wijzigden vorm worden voortgezet.
De groeiende belangstelling voor de pad
vinderij wordt eenigszins geremd door de
omvangrijke huiswerktaken voor de mid
delbare schooljeugd. Op dit punt bestaat
dan ook de wensch het huiswerk voor de
Maandaglessen af te schaffen.
De heer Krayenhoff besloot zijn rede met
de aanbieding van een welverzorgd rapport
omtrent de Jamboree-1937 en verband daar
aan zijn hartelijken dank voor hetgeen de
pers in die dagen gedaan heeft in het be
lang van de Padvindersbeweging van de
heele wereld. De naam van ons land en
van het werk is toen in goeden zin over de
gansche wereld verspreid.
Discussie
De gelegenheid om nog verder te worden
ingelicht bleef- niet onbenut De vragen
werden deels door den Prins en deels door
anderen beantwoord.
Daarbij bleek, dat met Pinksteren te
Ommen een kamp zal worden gehou
den, waar men zal kunnen zien hoe
goed getrainde patrouilles het spel van
verkennen spelen.
De nadruk verd er op gelegd, dat de
Christ padvindersorganisa.ties
technisch in niets verschillen
van de N.P.V.; de godsdienstige
vorming geschiedt naar eigen
inzicht.
De heer Oosteriee, voorzitter van den
Ned. Padvindersraad, zette uiteen, dat zoo
wel de leiders als de jongens op de betee-
kenis van de geestelijke herbewapening
worden gewezen. Op velerlei manieren wor
den ze aangespoord om nog meer ernst te
maken niet de afgelegde belofte als pad
inder. Dat zal ook weer geschieden op St.
Jorisdag. 23 April a.s., de dag, waarop deze
belofte pleegt te worden vernieuwd.
In de groepen moet worden nagegaan of
er aanleiding is deze zaak nader ter hand
te nemen.
Na de discussie werd de bijeenkomst
door den Prins gesloten. Een foto werd ge
maakt en ten slotte vereenigde het gezel
schap zich aan een eenvoudigen koffie
maaltijd. De stemming was er zeer onge
dwongen.
Omstreeks half 3 nam de Prins met een
handdruk van allen afscheid.
Nederland en de Pauskroning
Waarom geen vertegenwoordiger naar
Rome ging
DEN HAAG, 5 April Op de vraag van den
heer Deckers betreffende het niet vertegen
woordigd doen zijn van Nederland bij de
kroning van Paus Pius JII heeft Minister
Colijn als volgt geantwoord:
Als regel is aangenomen, Nederland n>e{
te doen, vertegenwoordigen bij kroning^-
plechtigheden aan Hoven, waar het lauc
geen diplomatieke vertegenwoordiging
heeft. Zoolang Nederland geen gezant bij
het vaticaan heeft gehad, is ook bij de kro
ning van geen der pausen een afvaardi
ging uit Nederland aanwezig geweest
Er was in dit geval te minder aanleiding,
van dezen regel af te wijken, nu in 1925 en
in 1926 de tweede kamer aan de regeering
de gelden voor een gezantschap bij den
H. Stoel heeft onthouden en van een gewij
zigd inzicht in dezen zin, dat de kamer ver
tegenwoordiging bij het vaticaan erkent als
een zaak van nationaal belang, sindsdien
niet is gebleken In verband met de oiu
stnndigheden, waaronder het gezantschap
destijds is moeten worden opgeheven, zou
allen een in dezen zin gewijzigd inzicht
grondslag kunnen zijn voor herstel der ver
tegenwoordiging. Door gemis van redelijke
waarborgen, dat ook een incidenteele ver
tegenwoordiging hier te lande in vorenb©-
doelden zin zou zijn opgevat, heeft de regee
ring vertegenwoordiging van Nederland bij
de kroning van Paus Pius XII niet in
overweging kunnen nemen.
Een steenen pier, door Drusus
aangelegd
Belangwekkende vondst ln den Rijn
In de Kon. Ned. Akademie van Weten
schappen heeft prof. dr. G W. Vollgraff een
mededeelmg gedaan over: ,4e moles van
Drusus".
De Romeinsche veldheer Drusus heeft
tusschen de jaren 12 en 9 vóór Chr. bij het
verdee'ingspunt tusschen Waal en Neder-
Rijn een steenen pier in de rivier laten
Louwen met het doel om meer water in
den Nedcr-Rijn te stuwen, die dreigde te
.vcrzaiaeu. Tacitus in zijn „Historiae" ge
bruikt voor dit groote waterwerk het woord
„nioles". Op een in de vergadering der
Akademie van 14 Nov. j.l. door spr. behan
delde Romeische inscriptie, die onlangs te
Herwen in de Over-Betuwe is gevonden, is
van deze zelfde „moles" van Drusus sprake.
Thans blijkt, dat ook de ligging van dit
oudste Romeinsche bouwwerk in Neder
land nauwkeurig kan worden bepaald. Er
wordt in de nabijheid van Herwen naar
grind gebaggerd door een maatschappij. De
aanwezigheid in den bodem te dier plaatse
van uitgestrekte grindbanken strekt ten
bewijze, dat de Rijn eens zijn bedding hier
heen had verplaatst. Door het baggeren is
daar nu een groote diepe plas ontstaan. Bij
deze werkzaamheden stuit men op een 10
tot 12 m. onder den waterspiegel liggend
terrein, dat geheel bezaaid is met brokken
turfsteen.
Op dit terrein zelf te baggeren is niet
doenlijk, men gaat er dus omheen, en men
heeft aan den rand onlangs verscheidene
fragmenten van Romeinsche voorwerpen
opgevischt, o.a. van een steenen statuette,
voorstellende een halfnaakte Venus. De met
steenen bedekte plek grond is naar schat
ting 200 m. lang en 70 m. breed. Deze op
merkelijke steenophooping moet de plaats
aanduiden, waar eens de door Drusus ge
bouwde pier lag.
VRAAGT ONZE GEÏLLUSTREERDE
BB y fel PRIJSCOURANT
8.009.15 Gram.muziek. (Om 8.15 Berichten)
10.00 Gram.muziek. 10.15 Mog-endienst. 10.45
Gram.muziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtj.
12.00 Berichte
12.15 Het KRO-Orkes
iek. 3.45 Bijbelle]
kwartet en gram.muziek. (Om 6.30 B.
ten). 6 45 C.X.V.-Kwartiert je. 7.00 B.
ten 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45
Gram.muziek. 8.00 Berichten ANP, hei
SOS-Beriohten. 8.15 Gram.muziek. 8.31
Zangvereeniging „Spangens koor" en
10.00 Berichten ANP. actueel halfuul
Gram.muziek. 10.45 Gymnastiekles. Il.'JO
Gram.muziek. 11.5012.00 Schriftlezing.
IILVF.RSCM II 301.1 M. AVRO-Uit«en<
8.00 Gram.muziek. (Om 8.15 Berichten).
Morgenwijding. 10.15 Gewflde muziek (gr.
pi.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroep
orkest. 11.05 Declamatie. 11.30 Omroeporkest
en solist. (Om 12.15 Berichten). 12.30 Gram.
muziek. 12.45 AVRO-Amusementeorkeat. 1.15
Orgelspel. 1.35 Gram.muziek. 2.00 Caueerie:
3.45 Gr!
Voor zieken en thuiazlttenden. 4.30 Matro-
zenkoor (opn.) en gram.muziek. 5.00 Voor.
de kinderen. 5.30 AVRO-Amusementsorkest.
(Om 6.00 Gram.muziek). 6.28 Berichten,
6.30 Sporthal"
kindei
7.05 PianovoordrachL 7.30 En«elsche le«.
8.00 Berichten ANP, radiojournaal, mede-
deellngen. 8 20 Omroeporkest en HilTer-
sumsch Toonkunstkoor. 9 20 RadlotooneeL
10.00 Goede Vri Jdag-Voorbereid ingsdienat,
11.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 gram.
muziek.
DnoiTWICH 1500 M. 11.20 OrgeL 12.15 Kerk
dienst. 1.20 Orkest. 2 05 Zang 2.50 Zangera,
3.15 Declamatie. 3 35 Oldest. 5.05 Causerie.
5.50 „The Alphas" 6.40 Voor de boeren. 7.00
Cembalo-trio. 7.35 OrgeL 8.00 Causegie. 8.20
Orkest. 8.50 Causerie 9.45 Orkest. 10.20
Kerkdienst. 10.40 Kwintet. 11.20 BandL
BRUSSEL 322 en 4S4 M. 322 M.: 7.20 Lijdens
meditatie. 8.20 en 9.20 Orkest.
4S4 M.: 12.50 en 1.30 Orkest 6.35 Orkest,
8.20 Zang. 9.20 en 10.30 Symphonie-orkeet-
DEITSCHLAXDSENDER 1571 >1. 7.30 Interview
en declamatie, 8.09 Orkest. 9.50 Trio. 10.20
Concert.
De wereldjamboree
in 1937
Een interessant rapport
Jamboree in cijfers en getallen
Er is een keurig, wel verzorgd en uit-
vociig rapport versohenen omtrent de
wereldjamboree 1937. Het is samenge
steld door den heer H. J. Spijkerman,
secretaris van het nationaal Hoofdkwar
tier van de N.P.V., met medewerking
van de hoofden van dienst der Jamboree-
organisatie.
Uitgebreide gegevens omtreut deze wereld
gebeurtenis voor de Padvinders-beweging
zijn bijeengebracht op ©en wijze, welke den
samensteller eer aandoet.
Niet alleen zijn op deze manier de erva
ringen vastgelegd, welke bij volgende orga
nisaties van .TamOoree's, "(het rapport wordt
ook in de Engelsche taal uitgegeven), on
schatbare diensten kunne-n bewijzen, doch
voor allen, zoowel in als buiten de Padvin
dersbewcging. die met deze Wereldbijeen
komst in aanraking gekomen zijn, zal het
boek herinneringen oproepen aan een wel
geslaagde gebeurtenis, welke op ondubbel
zinnige wijze getuigde van Nedcrland's
„kunnen" en ondernemingsgeest Ook \oor
hen die betrokken worden bij groote bijeen
komsten, bij de organisatie van tentoonstel
lingen b.v., zijn de verschillende daarin ge
noemde gegevens en inlichtingen ongetwij
feld in hooge mate belangwekkend.
De oud-Hoofdverkenner, vice-admiraal
Rambonnet, vertelt van de voorgeschiedenis.
Daarna volgen mededeelingen omtrent de
voorbereiding van den bouw, de organisatie,
den bouw van het Kamp, enz. De 80 bladzij
den vormen interessante lectuur.
We kunnen geen lange aanhalingen doen
om de geschiedenis van de Jamboree te repe-
teeren. Slechts enkele grepen veroorloven
Cijfers
Er zijn 33 millioen Jamboreepostzegels
verkocht Het aantal deelnemers aan het
groote wereldkamp is geweest 27.060. De
baten voor het kamp hebben nedragen
f 690.230.S3 en de uitgaven f 614.966,68; er
was dus een overschot van f 75.284,15, dat
ten goede is gekomen aan de Ned. Padvin-
dersvereeniging.
Het zijn dus respectabele cijfers, welke
met de kamp-exploitatie verband houden.
Economisch zijn ze stellig van beteekenis te
achten.
De kampgelden bedroegen f 442.464,50,
waarvan f 317.215 uit het buitenland. Aan
Met den afbraak der gebouwen aart
den Hofweg te Den Haag, waar een
nieuw parkeerterrein en een plantsoen
zullen worden aangelegd, is men
bijna gereed.
entrée's werd ontvangen f 183.133,53. Giften
beliepen f 7.062,38. de verkoop van de bro
chure „U komt" leverde f 11.143,61 op. Uit
de huur van de winkels werd f 14.069,24 ver
kregen, terwijl het -winstaandeel in het
restaurant f 20.365 bedroeg Dit zijn, wat do
ontvangsten betreft, zooa'l de voomaanista
cijfers.
Wat de uitgaven aangaat de bouw
van het kamp heeft f 111.391.60 gekost. Aan
terreinhuur is f 15.956,33 betaald. Aan voe
ding werd uitgegeven f 287.248.92 en aan
excursies f 86.351,50. De administratieve
Kampdiensten, het beheer, demonstraties
c. d. vorderden f 71.561.24 en de propaganda
f 14.8i8.ll. Voor de godsdienstige verzorging)
werd f 5.352,22 besteed en voor den meJi-
schen dienst f 4.801.08.
De Post
De Post heeft -voor f 28.700 aan zegels ver
kocht De ontvangen en verzonden «tukken
bedroegen ruim 898.000 stuks. Voor de ver-
zending was er een spitsdag van 55.000 stuks,
voor de ontvangst was dit cijfer 34.000.
Het gebruik van Esperanto kwam zeer
sporadisch voor.
De Telefoondienst telde 21.352 ge«prekken.
De Spoorwegen verkochten te Vogelenzang
60.329 reisbiljetten. Op 8 Aug. "37 werden op
het kleine stationnetje SO.OOO reizigers „ver
werkt"; het totaal-vervoer gedurende de
Jamboree is op 623.000 geschat
Van de parkeerterreinen werd ge'h4*uik ge*
maakt door 42.000 fietsen, 3770 motorrijwiel
len, 52 autobussen en 16.000 auto's.
De afdeeling voeding geeft een indruk vaif
wat er door de jongelui geconsumeerd is.
we geven weer enkele cijfers: aardappelen,
247.250 K.G, brood bijna 200.000 K.G.. stamp
pot 26.700 K G., suiker 38.700 K.G., kaas 10 750
K.G., boter 25.925 K.G.. andijvie 21.000 K.G.,
appelmoes 21.000 K.G. melkpoeder 15.651
K.G., eieren 158.000 stuks, llollandsche ha
ring 36.000 stuks, kippered herring 40.000
stuks, gemarineerde haring 18.000 stuks en
melk 200.000 liter.
Door de voortrekkers is enorm veel werk
verricht: ze krijgen in het rapport een extra
vermelding.
De tijdelijke stichting „Wereld-Jamboree
1937" is eind November van genoemd jaar
weer opgeheven.
dec. Kaarsenkronen
Pradx «ortcenog rttuf L
N.V. Co«r-fce Middefliadstt. 72)
Rotterdam (ReclJ
(66
Zoo neemt ze zich voor en zoo doet ze. Jantien houdt er
niet van ergens gias over te laten groeien. Tot haar ver
wondering stelt de vrouw, die haar opendoet, haar voor,
het pakje zelf maar even op mijnheers kamer te leggen, of,
als ze soms liever even im de huiskamer wachten wil, want
het zal nog zeker wel een half uur duren, eer mijnheer thiuis
komt. Natuurlijk is hier een misverstand in het spel. Adriaans
kostjuffrouw begrijpt haar niet. Die denkt, dat ze
Adriaan spreken wil, of wie weet, wat ze denkt, mogelijk
denkt ze ook heelemaal niet, verstaêt ze Jantien alleen maar
.verkeerd.
Het is een kleine moeite haar te beduiden, wat wèl de
bedoeling isdoch vliegensvlug schiet er een gedachte
door Jantiens hoofd: een prachtgelegenheid om eens te zien,
hoe het er bij Adriaan uitziet, hij komt voorloopig toch nog
niet thuis, over een kwartiertje zal ze dan wel weer ver
trekken met het smoesje, dat ze heusch niet langer wachten
kan. Op de trap ziet ze al in. dat ze dom heeft gedaan:
Adriaan komt dit vanzelf 'te weten; wat moet hij wel van
haar denken? Doch ze zit nu eenmaal in het schuitje, of
liever, ze loopt op de trap en ze moet naar boven. Ze zal
maar direct weer weggaan, neemt ze zich voor.
Neen, van dat aanbod om in de huiskamer te wachten zal
ze geen gebruik maken, ze is nogal gepasseerd, en zal dat
boek wel even op mijnheers kamer leggen en dan gaat ze
zoo weer weg. Maar jawel. Daar staat ze dan in Adriaans
kamer. Moet die jongen daar studeeren en eten en slapen?
In die ongezellige kale ruimte? Dat een mensch arm is, kan
hij niet helpen, daar zal Jantien nooit iemand op aan zien.
Maar dat iemand voor zóó'n kamer elke maand geld durft
op te strijken! Heeft dat mensch dan in 't geheel geen
smaak? Ergernis tegenover Adriaans hospita en medelijden
met den armen jongen, die dit zijn „thuis" moet noemen,
strijden in haar om den voorrang. Meteen rijpt er een plan in
Jantien. 't Is goed, dat zij hier is gekomen. Niet alleen, dat
Adriaan straks, als hij thuiskomt „De Kleine Johannes"
vindt, zal een verrassing voor hem zijn. Jantien trekt haar
mantel uit en tegelijk gaat ze aan den slag. Hier wat ver
zetten, daar wat schikken of plooien. Dan loopt ze de gang
op. de kostjuffrouw zoeken. Óf die geen gezetlia theelichtje
heeft voor mijnheers kamer, en een frisch tafelkleedje zal
ook geen weelde wezen, 't Mensch blijkt gewillig genoeg te
zijn. Wat ze zelf heeft en eenigszins missen kan, wil ze
graag geven, maar ze heeft nooit den indruk gehad, dat
mijnheer iets om zulke dingen gaf. Neen, vanzelf niet. de
„dingen" op zichzelf mist een man niet. maar daarom is hij
nog niet ongevoelig voor wat gezelliqheid. O. meent de
juffrouw zóó, nu ze zal zien wat ze bij elkaar kan zoeken, en
of mijnheeT Wiechers nu werkelijk ieder oogenblik thuis
kan komen? Nu, ze zou het eten om zes uur klaar hebben, en
het is nu net vier. Voor vijven komt hij zeker niet thuis.
Toen ze zooeven sprak van een half uurtje moet ze zich
vergist hebben,
Nog een uur heeft ze dus. Dan gaat ze even weg: over
een kwartier zal ze terug zijn. Dat kwartier wordt een half
uur, maar dan gebeuren er ook wonderen in Adriaan's
kamer. Jantien is met een grooten koffer komen aanzetten,
en daar komt van alles uit: een fleurige theemuts. en een
gezellig trommeltje met koek een een pakje goede thee en
kleurige kleedjes. Nog vóór vijven is het vertrek als ge
in eta mof oseerd. Het ziet er nu misschien wat tè dames
achtig uit, maar dat merkt noch Jantien zelf. noch de hos
pita, die met een eerlijke bewondering op haar gezicht
aan de deur naar binnen staat te gapen. Nog maar net is
die weer naar haar eigen domein verdwenen, en wil Jantien
de laatste hand leggen aan het schikken van het thee
serviesje of daar komt Adriaan binnen. Wat is dat?. Hij
overziet de situatie en hij begrijpt alles en niets, op hetzelfde
oogenblrk. Tegelijk loopt hij op Jantien toe. en slaat hij zijn
armen om haar heen.
„Jantien".
„Adriaan".
Weet hij. wat hij doet, of weet hij het niet?
„Adriaan".
„Jantien".
„De Kleine Johanmes" ligt vergeten ergens in een hoek.
maar buiten zingen de vogels en groent de lente, en hier
binnen, dragen de harten van twee mensc hen kind eren één
zelfde groot gehik.
Adriaans hospita is de eerste, die het groote nieuws hoort.
Maar daar staat ze me tooh van te kijken. Zoon jongen
toch! Maar hij heeft gelijk, daar niet van: een mensch alleen
is maar verdrietig. Nou, dan zal ze de juffrouw hier nog wel
eens méér zien. En dan maar veel geluk samen en (de vrouv?
bedenkt dat ze het tegen een aanstaanden dominee heeft) t
veel zégen ook. want daar komt het toch maar op aan.
En dan gaat het naar Oom Geurt en Tante Trac. Tante
had al zoo'n onbestemd voorgevoel, dat er vanavond wel
eens bezoek zou kunnen komen. Daarom heeft ze wat bijtijds
gegeten en nu zit ze. vóór half acht al. in d'r spionnetje te
kijken, en wat ziet ze daar dan? Adriaan en Jantien. „O
Geurt, ik zie het toch goed. ze zijn het toch? Gearmd! Neen
maar. zouden ze het dan toch heusch eens zijn geworden.**
Oom Geurt bromt iets tusschen zijn tanden, wat tante
vanzelf niet verstaat. Ze is de kamer al uit. naar de trap,
naar de deur. Nog voor ze hebben kunnen bellen, gaat de
deur al open. Jantien vliegt de trap op. „O tantetje, ik ben
zoo gelukkig." „Heerlijk, voor je. kinderen, heerlijk, ik ben
net zoo blij als jullie en Oom. nou. die zal me ook staan te
kijken, maar kom binnen, doe eerst je jassen uit en kom dan
binnen."
Binnen het half uur is er thee met gebakjes en dan snapt
Oom. naar hij meent ongemerkt, de deur uit. Jongensachtig
vroolijk komt hij binnen de tien minuten weer terug met een
zakje feestsigaren en een flesch heuschelijke champagne.
Die Oom toch! En die tante! En die twee zielsgelukkige
kinderen!
Den dag daarop begint tante er over. dat ze nu toch
werkelijk wel eens aan een testament mogen gaan denken.
„Je bent toch geen rare dingen van plan." probeert Oom
te gekscheren, „het leven begint nu juist zoo mooi te
worclen."
("Wordt vervolgdj