Naar Saksen en het Sudetenland Nederland een „Proiestantsche Natie?" Het Merkartikel ZATERDAG i APRIL 1939 Onilcr bovenstaand opschrift heeft dc heer Lanunertso in de Mausbocle een twee tal artikelen geschreven in verband met een pas verschenen boek van Ds A. M. Brouwer over „de taak van de kerk in de Nederland- ache volks- en staatsgemeenscliap". l)eze Ned. Herv. predikant heeft er ernstig bezwaar tegen om van Nederland als een protesiantsche natie te spreken. Volgens hem wordt te veel uit het oog verloren, dat in don opstand tegen Spanje tijdens den Ü0- jarigen oorlog Roomschen en Protestant- scln-n hebben samengestreden Het verheugt den heer L., dat deze nu eens niet vrijzinnige theoloog zulk een on- benevelden blik heeft voor de werkelijkheid .van het tijdsgebeuren in don 80-jarige 11 oorlog. We kunnen den heer L. echter de verze kering geven, dat Ds Brouwer heusoh niet de cerijge orlhadox-.protestant is, die terdege er rekening mee wil houden, dat in den SU- jarigen oorlog Hollands burgers, om het even, of zij Roomsch of Gereformeerd waren gezamenlijk streden vcor vrijheid tegenover de Spaansche dwingelandij. Dr A. Kuyper zei reeds in 1874 in zijn ma gistrale rede „Het Calvinisme, oorsprong en waarborg onzer constitution eel e vrijheden' de veelzeggende woorden: „Neen, dorst naar vrijheid en afkeer van dwingelandij, is niet eerst door den hervormer van Genève in het bloed van den Germaansclien stam ge mengd! Reeds een Arminius in het Teuto- burgerwoud, een Claudius Civilis op onze eigen erve wisten den slavenboti te verbre ken. Vijand van dwingelandij is onze stam door alle eeuwen geweest en Roornsclie zoo wel als HerVoimde Edelen hebben onze rechten en volksvrijheden tegen de Alva's en de Vargassen verweerd". Ja, Kuyper gaat nog verder en vestigt de aandacht op den invloed der Chr. Kerk ge durende de eerste vijftien eeuwen van haar bestaan en dc beteckenis der Renaissance en noemt dan dc hang naar vrijheid bij den Germaanschcn stam, den invloed der Chr. Kerk en de beteekenis der Renaissance 'te drie factoren, welke reeds van milder volks vrijheden profeteerden, eer Calvijns naam ïiog genoemd kon worden. Maar met dat al liield tot op de dagen der Hervorming het absolutisme stand. En wat was nu de beteekenis van het Protestantis me, met name het Calvinisme? Het Calvi nisme leidde de tintelende levenskracht der Germanen, het zuiverde de kerk, het heiligde de Renaissance. Zoo werd het Cal vinisme oorsprong en waarborg onzer oon- stitutionee'.e vrijheden Zoo werd Nederland een Protestantsche natie. Niet in dien zin. dat alle burgers van ons land tot den Gereformeerden godsdienst over gingen. Maar wil in dezen zin, dat het Calvinisme een stempel drukte, niet enkel op het Gereformeerd kerkelijk leven, maar niet minder op het staatkundig en maat schappelijk leven in ons land. Aan dat stempel is zelfs de Roomsehe kerk niet ontkomen. Om ons nu maar tot ons eigen land te beperken, lijkt het oris .voor goen tegenspraak vatbaar, dat we in eigen omgeving de P.oomsche kerk, die in haar zichtbare eenheid zich beroemt de wereldkerk te zijn, op haar best terug vin den. De h^er L. beweert nu wel, in navolging van Ds Brouwer, dat de gewetensvrijheid voor niet-Protestantcn in ons land niet te danken is aan de theologie van Calvijn, maar beweren en bewijzen is nog niet het zelfde. Wij erkennen, dat het uitgesproken be ginsel der gewetensvrijheid noch bij Calvijn zelf nóch hij de latere Gereformeerden direct volledig heeft doorgewerkt Maar het feit, dat Calvijn dat beginsel uitsprak, is op zichzelf ree-Is van groote beteckenis. Terecht merkt Dr. Kuyper in zijn bekende Stonelezingen op, dal het Calvinisme niet eerst als stelsel is doorgedacht en daarna aan het leven opgelegd. Het leven was hier eerst. Er was in de dagen van Calvijn te veel te doen en te lijden, om lijd voor na- en doordenken te laten Maar de praktijk der gewetensvrijheid lag in het Calvinis tisch beginsel besloten en moest vanze'f- sprokond in de historie aan den dag treden. Dat het Calvinisme de gewetensvrijheid niet aanstonds consequent doorvoerde, lag niet aan dat Calvinisme, doch veeleer aan de onzalige erfenis, welke het van Rome in den aanvang meennvi. De historie van eeuwen legt hiervan getuigenis af. 1-Iet stel sel, om afwijking in rcligie-anngelegenhe- den onder de crimineele jurisdictie der Overheid te brengen, en dat in het ongewij zigde artikel 30 der Nederlandsche Geloofs belijdenis nog wordt teruggevonden, mocht waarlijk bij Rome feitelijk geen tegenstand vinden. Dat stelsel toch daglcckent reeds !van Constautijn den Groote en werd door alle Roomsehe theologen bepleit. En nog heden ten dage wordt in Roomsehe geschriften dit stelsel verdedigd. Kortgele den verscheen er van Roomsehe zijde een geschrift over de verhouding van Kerk en Staat door Prof. Dr. L. Bender O. P. Daar in wordt betoogd, dat de Kerk alleen macht heeft ©ver bovennatuurlijke aangelegenhe den, maar dat regeling van natuurlijke aangelegenheden noodig kan zijn voor het bovennatuurlijk doel. De Schr. rekent daar bij met de mogelijkheid, dat er tusschen kerkelijke overheid en Staatsovcrheid con flicten kunnen ontstaan over de vraag, wat in bepaalde omstandigheden noodig is voor het bovennatuurlijk doel. Onomwonden wordt dan uitgesproken, dat de Staat zich hij het oordeel der Kerkelijke Overheid moet neerleggen. De vraag mag gesteld, of bij die opvatting 'de gewetensvrijheid gewaarborgd blijft. Ro me meent, dat de Kerk van Christus slechts in één vorm en als één instituut kan optre den. Vestiging van een nieuw kerkelijk in stituut naast het bestaande Roomsehe in stituut is dus ontoelaatbaar, als niet in overeenstemming mr-t hef boven natuurlijk doel der eiy^ig ware Kerk. Waar het eenigszins mogelijk i?, moeten Kerk en Staat niet gescheiden worden, vol gens Pror. Ronder. En hij dien nauwen band tusschen Kerk en Staat moot aan de Kerk hot hoogste en laatste woord blijven. We herhalen on/e vraag, of bij die beschouwing de gewetensvrijheid gewaarborgd is, de ge wetensvrijheid, waarvoor de heer L. schijn baar toch veel voelt. Beginselen werken door, zegt men terecht. Welnu, slellcn we dan eens hef Roomsehe en Calvinistische beginsel tegenover elkaar Het Roomsehe beginsel heeft vanaf Con- stantijn den Groote doorgewerkt tot op den dag van heden. Nog altijd houdt het vest aan de suprematie van de Kerk boven den Staat. Dat liet in landen met sterk geme de bevolking scheiding van Kerk en Sb voorstaat, is alleen, omdat in dien weg Roomsehe religieuze leven zich zoo vrij breed mogelijk kon ontplooien. Dan geeft men eigen beginsel prijs, om zooveel moge lijk voordcel te behalen van de omstandig heden. Elaats nu hiertegenover het Calvinistisch Een bezoek aan het Museum van Volkenkunde te Leipzig Sebnitz, de stad van 't sympathieke handwerk WIE naar de Leip- ziger Messe gaat 'delt zich geheel omge- ren door een sfeer van zakelijkheid. De koopman is hier in zijn element. Hij vindt volop zijn ga ding; in technische per fectie en wondere ver scheidenheid zijn de voortbrengselen van de moderne industrie aan wezig. Vraag en aanbod ontmoeten elkaar, het is onderhandelen en zaken doen, men kan bereiken aarvoor men gekomen is. De fabrikant maakt kennis met nieuwe ma chines, die de productie ereenvoudigen en ver snellen, de deskundige uit het bouwbedrijf kan zich verdiepen in de be studeering van de aller- wste materialen en methoden. Er komen ech ter ook honderden be langstellenden uit Duitsohland en den reemde, die niets te koo ien en niets aan te bie den, maar toch een taak te vervullen hebben. Het zijn de dienaren ■an de Koningen der aarde, die indrukken willen verzamelen, om daarvan aan hun lezers te vertellen. U zoudt zoo meenen, dat ook zij niet buiten het domein van Mercurius komen en dit was destijds zoo, tot een vijftal jaren geleden. Toen zijn de Saksische overheid in Dresden en het ge meentebestuur van Leipzig tot het inzicht gekomen, dat men althans aan de buitcn- landsche journalisten nog iets meer kon toonen dan uitsluitend de voorzeker inte ressante Leipzi'ger jaarbeurs. Zoodoende ontstonden de „Sachsenfahrten", die tij dens de Voorjaars-Messen worden onder nomen en waarvan dezen keer het eerste lustrum is herdacht. Het zijn tochten van enkele dagen, gedurende welke men in contact komt met kunst en onderwijs, ar chitectuur, huisvlijt en fabrieksarbeid, sociale voorzieningen, het grootsche of idyllische van stad en landschap en ande- beziens- of wetenswaardigheden. On- noodig te zeggen, dat aldus uit een bezoek de Leipziger Messe en hetgeen men met zorgvuldig uitgekozen reisprogramma's daaromheen weet te groepecrcn, een be langwekkend geheel ontstaat, dat niet spoedig uit de herinnering verdwijnt. Te recht wordt Saksen, met zijn sterk ontwik kelde en rijk geschakeerde nijverheid, met zijn natuurschoon en kunstbezit „das Land der Vielfalt" genoemd. Wanneer wij nu zulk een excursie na der willen karakteriseeren, dan geschiedt dit het beste met bijgaande twee afbeeldin gen uit Leipzig, zijnde het historische ge bouw „Die alte Waage" (zetel van 't Messe- bestuur) als kentceken van het zakelijke en „Das Gahliser Schlösschcn", een haard stede van kunst en ontwikkeling. De eerst genoemde foto. welke krachtig het jaar beurswezen accentueert, spreekt voor zich zelf. Omtrent liet liefelijke „Gohliser Het Gohliser Schlösschen Schlösschen" valt te vermelden, dat het kort vóór het begin van den zevenjarigen oorlog, dus omstreeks het midden van de lSde eeuw, door den Leipziger koopman Caspar Richter als zomerverblijf is gesticht en in den bouwstijl een overgang vertoont van barok naar rococo. Reeds vroegtijdig was het een kunstzinnig en intellectueel centrum, waar o.a. Schiller en Gellert zich thuis gevoelden-. Tegenwoordig herleeft daar als het ware het verleden, klassieke muziek wordt er op welluidende oude in strumenten bij kaarsverlichting gespeeld en ook op andere wijze wordt het gemak kelijk gemaakt, zich in een voorbije perio de te verplaatsen, hetgeen niet uitsluit, dat de moderne kunsten er bij tijd en wijle eveneens tot haar recht komen. Het stadsbestuur van Leipzig had de gasten voor een dagje onder zijn hoede ge nomen en leidde hen allereerst naar het Museum van Volkenkunde, waar een spe ciaal op het Sudelengebied betrekking heb bende tentoonstelling werd bezichtigd. Het was een aanschouwelijke les in de econo mische geographie en merkwaardig von den wij de absolute volledigheid, waar mede men het onderwerp had behandeld. Er.was nauwelijks aanleiding meer tot het stellen van vragen, want de expositie om vatte letterlijk ailes. Dit was een respecta bel stuk werk, in alle onderdeelen door het tot het museum behoorend personeel in de eigen werkplaatsen tot stand gebracht. Hierop volgde een bezoek aan de stedelijke nijverheidsschool, die een samensmel ting is van verschillende soortgelijke on- derwijs-instellingen, die vroeger in Leipzig bestonden. In hoever hierdoor een aanzien lijke verbetering is bereikt, zooals in de bedoeling lag, kunnen wij niet nader be- oordeelen. Wel bleek de centralisatie te hebben geleid tot een over het geheel doel matig ingericht complex, waar de leerlin gen hun opleiding kunnen ontvangen in erschillende vakken van het bouwbedrijf, de houtbewerking en de kunstnijverheid. Theorie en practijk gaan hier hand in hand. Er is ook een afdeeling voor bijzon dere onderrichtsklassen, zooals voor bin- nen-architectuur, textiele kunstnijverheid, goud- en zilversmeedkunst, decoratie-schil deren, mode-teekenen, pottenbakkers- en beeldhouwkunst, enz. Daarna begaven wij ons naar een temid den van opgaand hout gelegen, geheel ,ve jeugdherberg. Behalve de ruime opzet en het aanlokkelijke interieur, maak te tevens de moderne keuken een gunsti- gen indruk. Men was er geheel op voorbe reid, in de komende maanden de jongelui uit het binnen- en buitenland te ontvan gen. De dag werd besloten met een extra concert in het „Gewandhaus", zooals in den regel tijdens de Messe, met het oog op de vreemde bcozekers gegeven wordt, even dis nu in een vrijwel uitverkocht* huis. De dirigent van het Gewandhaus-orkest, Her mann Abendroth, zwaaide den staf over zijn uitgelezen schare en bracht zijn audi torium tot groote erkentelijkheid door de gloedvolle vertolking van aan de luiste raars niet te zware eischen stellende com posities, als de Ge Symphonie van Beet hoven en „Die Moldau" van Smetana. Er was op deze wijze terecht gezorgd voor verkwikking na vermoeienis, die onvermij delijk samengaat met een drukke jaar beurs week. Den anderen morgen gingen persverte genwoordigers van 23 naties op weg. om na kennismaking met de zeer bekende tapijt-industrie in Wurzen een kijkje te nemen in de duizend-jarige stad Meissen, r reeds meer dan twee eeuwen Staatliche Porzellan-Manufaktur gevestigd is, nadat Johann Friedrich Böttger in 17f" een methode voor de samenstelling van Europeesch porselein had ontdekt Tot dan Het Marktplein in Leipzig met Die alte Waage". beginsel, dat onvoorwaardelijk vasthoudt aan de vrijheid van geweten. Ook dat be ginsel heeft iji de historie doorgewerkt. Niet direct in al zijn consequenties, ot k niet bij Calvijn zelf. Maar het was toen Calvijn al, die in z.ijn Institutie afwijking van de Geref. belijdenis duldde, mits de hoofdwaarheden des Christendoms werden beleden, terwijl de inquisitie niet de minste afwijking van Rome's belijdenis gedoogde. Terwijl de Gereformeerden den toon aan gaven, vonden de vervolgde Jo£en in Ara sterdam een schuilplaats. Kregen afwijken de secteu uitoefening van vrijen eeredienst, zij het ook in besloten huiskerken: En al hadden de Roomschen bij den voortgaan- den invloed der Reformatie geen vrijheid van eeredienst. dat ze nochtans geduld werden, was zeker meer een doorwerking van het Calvinistisch beginsel der gewetens vrijheid, dan van den ouden nawerkenden Roomschen zuurdeesem. Had deze laatste onbelemmerd doorgewerkt, dan was er zelfs van dulden geen sprake geweest. Tenslotte nog een tweetal opmerkingen. De heer I, is wol wat oppervlakkig in zi;n beide artikelen. Hij zegt. dat Ds. Brouwer, als h.ij beweert, dat het Calvinisme voor een groot gedeelte leefde uit de juridische sa tisfactie, daarmee spijkers met koppen slaat. Eilieve, veroordeelt de heer L. hiermede niet een hoofdwaarheid van do Roomsehe religie? Erkent Rome dan niet de verzoe ning in Christus, maar dan door de voldoe ning aan het recht Gods. dat de zonde niet ongestraft kon laten? E11 wanneer Ds. Bi wer spreekt van de Kerk als verge vingsge- meensehap tegenover den Staat als recht? gemeenschao, dan wil hij wel weten va Christus als Verzoener der zonden, Di daartoe in al onze ele-nde nederdaalt, maar niet als den Voldoener aan hel recht Gods. Is dat „orthodox" in den zin van 't woord, zooals dat bedoeld wordt als tegenstelling met de vrijzinnigen? Onze tweede opmerking betreft het slot van de beide artikelen van den heer L Daar zegt hij, dat het Calvinistisch Proles- tantisme overschat wordt als cultuurbon- wende factor. We haddon gaarne gezien, dat bij die bewering met feiten gestaafd had. Ons dunkt dat dit hem niet gemakkelijk ware gevallen. Want rlr meeste historici, en heusch niet alleen die uit het Calvinistisch kamp, zijn tot een heel tegengestelde eon clusie gekomen. i GRENSWACHTER. was hel geheim van de vervaardiging, Oost-Azië reeds omstreeks het jaar 700 bekend, voor ons werelddeel verborgen ge bleven. De toonzalen van Meissen bevatten een moeilijk te evenaren weelde van gebruiks- en luxe voorwerpen, een edele harmonie ormen en kleuren. Voor Jen van het waarmerk der Meissner Mar.ufaktur. de twee blauwe zwaarden, vindt dit Sak sische porselein gemakkelijk zijn weg naar de woningen van velen, die hechten aan een smaakvol bezit. Langs de van wijnber gen omgeven tuin- en industriestad Rade- beul, waar asperges en aardbeien gekweekt worden (voor het indusprieele gedeelte was een pharmaceutische fabriek doel van het bezoek) werd de reis voortgezet naar het aan den rechteroever van de Elbe bevallig gelegen Bad Schandau. In voorjaar en zo mer een druk bezocht oord voor hen, die Kneipp- en luchtkuren wenschen te volgen, nu bij avond een als uitgestorven plaatsje waar de waakzaam rondloopende politie agent nauwelijks iemand op zijn weg ont moette. Sebnitz, de bloemenstad. Men kan zich nauwelijks voorstellen, dat deze kleine ge meente, welke slechts 12.G00 inwoners telt, over de geheele wereld bekendheid heeft en toch is dit zoo. Kunsthlop.men uit Sebnitz zijn of worden zoowel in de Nieuwe als in kringen. RELIGIE EN STAATKUNDE Een brochure van Jhr Mr D. J. de Geer De Vereeniging „De Savornin Lohman- Fonde" verzocht den voorzitter der Chr. Hist Unie sommige beschouwingen ovei de ver houding tusschen religie en staatkunde, in redevoeringen ontwikkeld, afzonderlijk het licht te doen zien en d-> heer De Geer ver leende daaraan medewerking. Wij zijn blij met de verschijning van deze brochure, want hel is van beteekenis het oordeel van don voorzitter der C.H.U te ver nemen over de verschillende vraagstukken, welke thans aan de orde zijn; ook al heeft zijn stem ten deze geen officieel gezag Ook dit blijft een persoonlijk woord, maar dan toch met meer dan gewoon gezag' de uit geefster kondigt den schrijver nadrukkelijk aan als voorzitter der Unie. Er zit nog een algemecne kant aan Na lezing is onze indruk, dat de auteur een vermanend woord spreekt lot z'jn volgelin gen en een verzoening nastreeft tusschen de verschillende stroomingeil, welke zich thans ten aanzien van p ilitieke vraagstukken openbaren in Protestantsch Christelijke de Oude Wereld gedragen, tot in het hoo- ge Noorden toe. In zijn welkomstwoord gal de joviale burgemeester te kennen, dat Seb nitz voor den uitvoer van zijn product met 55 landen in relatie staat, maar dat het wel en wee van de bevolking grootendeels afhangt van de luimen der mode. Op het oogenblik had men den wind in de zeilen en spreker bleef ook voor de toekomt ho pen op de welwillendheid van de dames, om het groote belang dat hierin voor zijn medeburgers gelegen is. Wij zagen in een der fabrieken hoe mannen en vrouwen, van jeugdigen tot gevorderden leeftijd, met een als aangeboren vaardigheid en verras send resultaat de natuur nabootsten, waar door uit het simpele materiaal allengs de fraaiste bloemen ontstonden. Hier was een sympathiek handwerk in eere en deze nij vere menschcn verdienen stellig wel een roosje op hun verderen levensweg. 1. H. BRAUN Het merkartikel neemt in ons dagelij ksoh leven een belangrijke plaats in. Over dit onderwerp wordt zeer zelden ge schreven, terwijl het toch ten volle onze aandacht verdient; immers, er verschijnen gedurende den laatsten tijd diverse artikc- iver den nood van den middenstand, welke ten nauwste samenhangt met het erkartikel. Stelt U zich zelf eens de volgende vragen er handelingen, die gij dagelijks waar neemt en gij zult moeten toegeven, dat de diepere beweegredenen niet zoo maar voor de hand liggen. Waarom koopt U altijd bij winkelier Jansen en niet bij winkelier Pietersen? Waarom concurreeren dezen niet tegen eikaar, de één voor den prijs van 45 cent. de ander van 42 of 40 cent? U zult zeggen, dat is nog al te begrijpen, de prijzen zijn toch vastgestcldl Echter, hierop rijst de vraag weer: Waarom zijn de prijzen vastgesteld? Waarom verlangt U van Uw schoenen handelaar bijvoorbeeld een Robinson-schoen en wilt U op het gebied van sigaretten Chief Whip bezitten? Waarom kruipt Jan en alle man in een winkel? (om het zoo eens populair te zeg gen). U ziet, vele vragen, welke een antwoord behoeven. Laten we trachten langs geleide lijken weg de ontwikkeling van dezen in den loop der tijden gegroeiden toestand te vinden. De invoering De fabrikanten van de meeste industriee- le producten werken onder invloed van de tendenzen van de wet der elasticiteit, d.w.z bij een slechts geringen prijsval een relatief veel grootere omzet en omgekeerd bij een grooter aanbod slechts geringe prijsdaling, waardoor de totaalwinst derhalve stijgt, en die van de wet der toenemende meerop bi-engst. Een gevolg van deze twee tenden zen is, dat de fabrikant zal trachten zijn omzet zooveel mogelijk te vergrooten in ver band met de voordeden, die dit voor zijn bedrijf oplevert. Dit pousseeren van den omzet is de zoogenaamde „actieve ten- den z". De fabrikant wil daartoe een zekere pre tentie aan zijn fabrikaat brengen. Deze ipretentie is de wil van den fabrikant en als middel gebruikt hij daartoe een zoo opvallend mogelijk aangebracht merk. Deze wil van den fabrikant wordt door de wet beschermd. Dit verschijnsel ontmoeten wij iederen dag iq het dagelijksch leven. Gaat U maar bij U zelf na. Wanneer U een mes gaat koo pen, zal de winkelier er U verscheidene leooncn in diverse kwaliteiten en prijsklas sen. Tenslotte komt de winkelier aanzetten met een aanmerkelijk duurder mes en voegt hieraan de woorden toe: „Ja, mijn heer, maar dit is een merkmes. Ziet U wel. Herder, Solingen, dat is prima kwaliteit staal!" En wanneer Uw financiën het toelaten, zult U Uw keus vermoedelijk wel laten val len op een merkmes. In dit voorbeeld komt de pretentie duidelijk te voorschijn, immers het merk waarborgt als het ware de kwali teit van het staal. In den loop van de tijden echter ver trouwde de fabrikant deze „poussee- rende functi e", die vroeger door den detaillist verricht werd, welke uiteindelijk het artikel aan den man bracht, niet mepr aan deze handelaren toe. Hij nam zelf de functie van hen over. Reclamecampagne Vanaf dit oogenblik zien we in den han del een geweldige groote reclame-cam pagne, waarbij het opmerkelijk is. dat de fabrikant zich niet wendt tot zijn debiteu ren. de detaillisten, die toch zijn directe af nemers zijn, maar tot het publiek. Dit kan hij juist doen. omdat hij merkarlikclen heef) ingevoeld. Hoe men het beste dergp lijko reclames kan indeelon is een psycho logische kwestie. Men heeft geconstateerd, dat men pretentie aan zijn product kan brengen, door zijn goede eigenschappen te vermelden Nn verloop van eenigen tijd zal hef pnhliek de opgesomde eigenschappen samenvatten onder het merk. Men vraagt den winkelier niet moer naar een artikel welke die en die eigenschappen heeft, doeh noemt een merk. hiermede de eigenschap en samenvattend. Voorbeelden hiervan ko men wij dag olijks tegien. niet het onderwerp: „Reclame en reclame- ipsychologie", doch we zijn bezig met de ontwikkeling van het merkartikel. Gevolgen Toen echter de merken goed waren inge burgerd, werden de winkeliers verplicht om rle door hun koopeis gevraagde merken in voorraad te hebben, wilden zij althans in de running blijven bij hun klanten. Het gevolg hiervan is weer op zijn beurt, dat de fabrikant den reiziger kan missen om zijn waren bij den detaillist aan te prijzen, daar deze toch zijn merken moet bestellen ter wille van zijn cliënten. Er zijn dan ook momenteel diverse ondernemingen, wier reizigerscorps sterk is ingekrompen. Een volgende stap is geweest de vaststel ling der verkoopprijzen door de fabrikan ten en wel als gevolg van de elasticiteit van vraag en aanbod. Tevens wilde men voorkomen, dat bij een eventueele prijsda ling van de zijde der fabrikanten met het oogmerk op productie- en omzetvergrootmg, de detaillist dit verschil als extra winst in zijn zak stak. Het merkartikel heeft al deze aatregeicn mogelijk gemaakt, waardoor ae winkeliers in een voor hun ongunstige positie gedrongen zijn, welke zelfs nog af hankelijker is dan die van den arbeider. De fabrikant stelt zijn verdienste vast naar eigen willekeur, terwijl anderzijds de de taillist door dc vraag der klanten gedAvon- gen is die artikelen te nemen. Het komt zelfs voor, dat fabrikanten om htin afzetdebiel te vergrooten den verkooos- prijs van een bepaald sigaremnerk verlaag den van 7 op 6 cent en in overeenstemming daarmede de winstmarge van 3 op 2 oent brachten of van 2 op 1 cent. De winkelier n.oet in dit geval lijdelijk toezien. Verder kunnen we gerust aannemen, dat het pu- Dliek geen warenkennis bezit, doch wel smaak. Dit werd vroeger aangevuld door selecteerende functie van den detaillist. Dank zij warenkennis en manschap wist hij de eigenschappen en hoedanigheden van ieder artikel. Voor ja ren vertelde de klant den winkelier, Avaar- voor hij het artikel noodig had, waarn inkclier dan onmiddellijk wist, Avelk Mirt hij had te leveren. De Avinkeiier tegenwoordig als het ware slechts mag; zijnmeester. daar zijn Avinkel alleen nog rnaar de functie van voorraadschuur ver vult. Het publiek loopt naar de zaak, die het wil bevoordeelnn, want merk (kwaliteit) e prijs staan toch vast en zijn overal eendei Dit verlies aan economische functies gaat vanzelf gepaard met verlies aan inkomen! 't Gevolg is. minder commercieele eischen, financieele eischen en Avarenkennis. Ieder een kruipt maar in een Avinkel. Deze ver schijnsolon nu vatten we samen onder het begrip Proletariseering van detailhandel. Nabeschouwingen Na het licht, dat de vorige regels geworpen hebben over de organisatie van den detail handel. Avaarbij wij ten slotte eindlgdc-n inet het verschijnsel der Proletariseering van den detailhandel, komen de ordeningsmaatrege len, welke tot op den huidigen dag van cle zijde der regcering genomen zijn, in een «•igenaardig daglicht te staan. Immers we hebben nu enkele oorzaken van den nood van den middenstand opgespoord. In het midden latende, of Ave voor of togen ordening moeten zijn, blijkt duidelijk uit het voor gaande. dat men eventueele maatregelen zou moeten baseeren op financieele credietAvnar- dighcid, commercieel inzicht, en of er be hoefte aan een dergelijke firma is. Dit laat ste punt is zeer moeilijk te beoordeelen. We laten dit verder rusten. Wanneer bi] de instelling van het heden ten dage gel dende middenstandsdiploma een accent wordt gelegd op warenkennis is dit niet juist, immers door het merkartikel is de selecteerende functie, gebaseerd op aa'aren- kennis. vervallen. Een ander punt, wat men zich zal afvra gen. is wel: „Nu de prijs en de kAvaliteit van hel artikel toch vaststaan. Avaarom zet de fabrikant den detaillist niet geheel opzij?" Het publiek vraagt toch naar het bepaalde merk. Anderzijds ondervindt de fabrikant veel last van den winkelier o.a. het vele terugsturen en weigeren van kwitanties ep wissels. Oorzaak hiervan is assortimenls- functie van den winkelier, welke de fahri- kanl niet over kan nemen. Bij het publiek is veel verschil in smaak, waardoor het moet kunnen beschikken over een uitgebreide keus. Zou men een filiaal We zouden daarvoor echter we willen het niet verzwijgen nog ineer waardee ring hebben, wanneer Mr de Geer (lezer da gen in een politieke bijeenkomst niet zonder reserve de brochure-Schmal had aungeAve- zen als konbron vou» het verschil tusschen de C.H.U. en de Anti-rev. Partij. Globaal genomen onderscheidt de schrij ver vier hoofdrichtingen: de piëtistische, do theocratische, de machiavellistische en dc Christelijk-histurische opvatting Wij kun nen ons daarmee zeer wei vereenigen. ?t is een dwaling, dat de Christen niet politiek mag doen; het is evenzeer een dwaling, wanneer men de dwangmiddelen van staat en overheid in dienst wil steRen van (le Chr.stelijke religie; het is geen ge- vinger dwaling, als de staat wil heerschen over de Kerk. Ziedaar de eerste drie hoofd richtingen afgeweken, waarbij men er op letten moet, dat de tweede en derde richting principieel dichtbij elkaar komen wanneer ?t staats-absolutisine het karakter krijgt in een pseudo godsdienst. Nadat de schrijver do drie aangeduide stroomingen heeft afgewezen, spreekt hij breedvoeriger over de Christelijk historische richting. Daarbij wordt natuurlijk aandacht geschonken aan de toenadering van vrij zinnige zijde tot „Christelijke politiek", ook aan de nieuwe bestrijding, welke vooral komt van de zijde van het extremo individualisme. Dit laatste leert, dat wij systeemloos moe ten „luisteren" naar Gods stem; doch, zoo raagt de auteur te recht: ,er bestaat toch geen zekerheid, dat wij die stem altijd zul- erstaan". Daarom zijn ook „programs noodig, die ordening van gedachten beoogen niet knechting van geweten". In dit verband wijst de heer De Geer met instemming op de wijziging van artikel 3G der Ned. Geloofsbelijdenis door de Gerefor meerde Kerken; waaruit naar Lohmans oord bleek, dat dwalen wel menschelijk blijft, ook als men de H. Schrift als richt snoer aanvaardt; maar dan zal dieper on derzoek en ervaring telkens den dwa lende terecht brongen. „Dit is iets anders dan de geestelijke ver starring. waarvan Groen en zijn epigonen beticht worden en waaruit hel late nakroost door de nieuAvste theologie zou moeten wor den gered"; laat de schrijver hierop A'olgen. De Bijbel richtsnoer, maar niet als de Ko ran: „gij kunt beginselen vinden in de H. Schrift, maar de toepassing daarvan wisselt met de wisseling van toestanden en om standigheden". Daarom concludeert Mr de Geer; „Uitlatingen als deze Avekten niet den indruk, dat vóór Prof Barth „christelijke stelselbouw" aan het beluisteren van Go Is stem in den weg heeft gestaan, evenmin als zij in het onzekere laten omtrent het besef, dat men loon reeds had van de be trekkelijke waarde der programs". Wij citeeren een dergelijke uitspraak met genoegen, omdat zij oi. tot leering moet strekken aan de velen, die in deze (la gen zich op.niaken om de geschilpunten tus schen antirevolutionairen en christelijk- historischen zoo miüutieua mogelijk uit te spinnen. Wil Mr de Geer daaraan toevoegen, dat de principieele eenheid der Chr. Hist Unie er niet onder lijdt, al verk'aren sommigen dat zij het juiste inzicht aan Barth te dan ken hebben; - dan zullen wij daartegen niet opponeeren. Met den schrijver verheugen wij er ons over, dat over het verhand tusschen Chris tendom en openbare instellingen thans m vele kringen meer onbevangen wordt ge oordeeld dan voorheen; wij geven hem ook toe, dat althans buiten onze grenzen het loslaten van dat verhand geleid heeft tot een geestelijke ontwrichting en tot staat kundige excessen, welke men thans niet meer mogelijk zou hebben geacht En het lijkt ons beter, dat de groote Chrislelijk- protesiantsche partijen daartegen gezamen lijk AAeerstand b'eden, dan dat ze zoeken naar wat verdeelt. vestigen, dan kreeg men slechts een ge.ieel- te van den omzet \an den winkelier; de an dere afnemers, d>e men nog zou kunnen winnen, wonen le ver van het filiaa: af. Men kan zijn omzet wel vergrooten maar alleen langs den weg van specialisatie en via de wereldmarkt. De fabrikant streeft naar socialisatie 0 a. ook in verband met de mechanisatie. Ren fiiiaalsystoem is daardoor niet loonend. Ten slotte nog iets ovpt de door hel merk artikel ontslane gedAvongen afhankelijke positie van den winkelier. Om hieraan e ontkomen vraaet men aan diverse fabrikan ten (hijvoorbeeld van chocolade) priisopgave en bestelt vervoleens. daarbij gewicht en samenstelling van het gewenschte ari kri naar eigen inzichl opgevend. Men voorziet het nn van een eigen merk met een aardige verpakking en plaatst het in de <ieinnt*?tel- ling van het publiek donr reclame M n trekl zoo de pousseerenrle en splecteerende functie Aveer tot zich! Voorbeelden hicvan zien wij te?enwoordie in dp diverse meier de clit AN deze strijd is n.n. nok het ontstaan te hc- schomven van de verschillende winkeliers- conperaties. Hoe echter deze strijd zich verder zal it- wikkelen, zullen Ave moeten afwachten De toeKomst zal het ons wel leeren. A. W. S,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10