Bond van Besturen
Chr. (M.)U.L.O. Scholen
SANOSTOL
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
WOENSDAG 29 MAART 1939
TWEEDE BLAD PAG. 5
Algemeene Vergadering
te Utrecht
Lichamelijke Oefening
Onderwijsvernieuwing
Te Utrecht is vandaag in het Gebouw
voor K. en W. gehouden de algemeene ver
gadering van den Bond van Besturen van
Chr. (M.)U.L.O.-scholen, onder leiding van
den Bondsvoorzitter ds J. C. van D ij k,
van Bloemendaal, die het
openingswoord,
sprak, waarin hij allen welkom heette, om
vervolgens het accent te leggen op het feit,
dat men in deze bewogen tijden het werk
op en niet de scholen ongestooi'd heeft mo
gen voortzetten, waarvoor dankbaarheid
past. Dankbaarheid ook hiervoor, dat zon
der het oude af te breken toch op onder
wijsgebied de oogen open zijn en steeds
meer opengaan voor nieuwe wegen, getuige
ook het actueele programma van deze
jaarvergadering.
Indien ergens, dan behoort dit op het ter
rein van het Christelijk onderwijs ook zoo
te wezen, naar het Bijbelwoord: „Die den
Heere verwachten zullen de kracht ver
nieuwen", dat is immers mèt alles op oude
wegen staande blijven, maar dat is ook
nieuwe wegen durven exploreeren, c.q.
Als in deze tijden en in de toekomst met
Gods hulp ook het Chr. onderwijs dienst
baar mag zijn tot opvoeding van een gees
telijk weerbaar volk, van menschen, die
in gebondenheid aan Christus, zich voor
geen afgoden buigen, dan is het een vreug
de dit werk te mogen doen, een ieder van
ons op zijn plaats.
Jaarverslagen
Hierna kwamen de jaarverslagen aan de
orde. Aan dat van den secretaris, den heer
C. F. Verschoor van Scheveningen, ont-
leenen we, dat twee scholen zich aan het
lidmaatschap onttrokken, terwijl 1 toetrad,
zoodat het aantal aangesloten scholen nu
153 bedraagt.
Mede dank zij de door het bestuur ver
leende hulp werd te Almelo een vereeni-
ging voor Chr. Mulo gesticht, die in Sept.
a.s. haar eerste school opent. In tal van
lichamen bleef de vereeniging vertegen
woordigd. Als haar rechtskundig adviseur
trad op mr Th. G. Donner te Schevenin
gen.
Het verslag werd, evenals dat van den
penningmeester, mr J. J. v. M e 11 e, te
Kampen, goedgekeurd.
Het aftredend bestuurslid, de heer N.
H e u k e 1 s, te Ouderkerk a. d. Amstel,
werd herkozen.
ONS FEUILLETON
Korte inhoud van het voorafgaande
Tusschen twee groote moderne gebouwen
van een manufacturenmagazijn en een filiaal
van de Provinciale Bank, staat in het dorp
Waterdam het kleine antieke pandje De
Bloeyende Amandelboom, eigendom van den
ouden heer Wiechers.
Adriaan, eenig zoontje van den heer Wie
chers, bekijkt zijn vader en tante Ditje, de
huishoudster, op zijn eigen wijze.
Na de lagere school gaat hij naar de H.B.S.
'van een naburig stadje.
Na het eindexamen komt Adriaan in den
kruidenierswinkel van zijn vader. Dit leven
bevredigt hem echter niet.
Dat duurt eenige jaren. Tot de oude heer
Wiechers gaat sukkelen en tenslotte komt te
'overlijden.
Nog ruim een jaar na den dood van zijn
vader zet Adriaan de zaak geheel in diens
geest voort.
Dan besluit hij achter dit leven, dat
hem toch nooit zal kunnen bevredigen, een
punt te zetten en een nieuwe richting in te
slaan. Hij wil predikant worden. Hij ver
koopt de zaak aan juffrouw Cosijn, de moe
der van zijn winkelbediende.
Nu wordt Adriaan student in Amsterdam.
Hij woont op kamers bij het echtpaar
Broekmeyer.
Een jaar later ontvangt hij een onder-
trouwkaart van Sander Witkop, zijn vroe-
geren vriend. Hij besluit er heen te gaan.
Hier ontmoet hij Stiene, een jonger zusje
van Sander. Hij schenkt echter niet veel
aandacht aan haar.
Het echtpaar Broekmeyer gaat verhuizen
en Adriaan is nu wel genoodzaakt een ander
kosthuis te zoeken. Hij komt terecht by
mevrouw Beulemans, die hem boven den
vastgestelden prijs, nog allerlei kleine dien
sten in rekening brengt.
(Zie vervolg hieronder)
Wijzende op de nog te geringe waardee
ring, welke dit vak geniet, en op de teeke
nen van vermeerderde belangstelling, wel
ke dit tekort kunnen doen inhalen, merkt
spr. op, dat wij op grond van wat Gods
Woord over de beteekenis en waarde van
het lichaam zegt, het als een roeping be
schouwen de lichamelijke opvoeding als
deel der geheele vorming recht te doen
wedervaren. In dit verband wijst spr. op
enkele uitspraken van voormannen als
Kuyper, Bavinck, Aalders en Waterink,
die het pleit voeren vóór lichamelijke oefe
ning.
Niet alleen uit onze levensbeschouwing
vloeit deze noodzaak voort, zij is óók eisch
van den tegenwoordigen tijd.
Op grond van tal van onderzoekingen
wordt gewezen op het groote belang van
goed-geleide, systematisch in-elkaar-g.-zette
lichamelijke oefening, speciaal voor de op
groeiende jeugd, fin hier heeft ook de
school een belangrijke taak, die tot dusver
al te zeer verwaarloosd is. Ongeveer de
helft der bijz. scholen doen er
niets aan. En juist de school kan hier
corrigeerend en positief-vonnend optreden.
Zij toch dwingt de leerlingen tot rust, ter
wijl de drang tot bewegen hun van nature
eigen is en daaraan voldaan moet worden
om de groei- en functie-ontplooiing tot
haar recht te doen komen. Bovendien is de
lichamelijke oefening noodig voor de hou
ding der leerlingen.
Nader wordt ingegaan op het leerplan en
wat daarmee samenhangt, op de noodzake
lijkheid van bezinning en het komen van
een eigen lijn Gewezen wordt op het baan
brekend werk van de bestaande organisa
ties op dit gebied in onzen kring cn lot
samenwerking opgeroepen. Spr. bepleit
aanstelling van vakleeraren en
dan van zulke, die het Chr. onderwijs uit
beginsel dienen. Hij staat stil bij den tijd,
die er aan besteed moet worden en gaat in
dat verband de wenschen van het Rapport
het Rijkscollege voor de lichamelijke
opvoeding na. Hij vreest, dat het voors
hands niet mogelijk zal zijn alles te ver
wezenlijken en wijst daarom op het ver-
eenigingswerk, maar dan moet er zeker
heid bestaan, dat de Vereeniging onder
deskundige leiding werkt en niet tot top
prestaties van den enkeling voeren wil. Hij
wil dit slechts zien als noodmaatregel,
maar dit mag niet als motief aangevoerd
worden van schoolzijde om het van zich
af te schuiven.
Maar Dokter heeft gezegd, dat 3
theelepeltjes per dag voldoende
voor hem zijn. Dus hoe heerlijk
Sanostol ook smaakt, de kurk gaat
erop! Sanostol is een volwaardig
levertraan-product, smakelijk ge
maakt met het sap van zonrijpe
sinaasappelen en nóg waardevoller
gemaakt door toevoeging van mout,
dat veel diastase bevat. Een schat
van vitaminen A, D. C en B is in
Sanostol vereenigd. Per flacon
f. 1.40 In de extra-voordeellge „fa-
mllieverpakking" (2j$ X zooveel)
slechts f 2.75.
Sanostol is óók voor volwassenen
het aangenaamste, natuurlijke
tonicum.
„Hel lekkere levertraan-product!"
BROCADES STHEEMAN PHARMACIA
ProfWaterink
Spr. maakt nog enkele opmerkingen over
de verhouding tot de andere vakken op de
rooster en o\er de kleeding en eindigt met
den wensch, dat de belangstelling moge
toenemen, zoodat er kome een omzetting
der geesten, waardoor het juiste inzicht
zich moge baanbreken van de roeping en
taak, die ons Chr. onderwijs ook op dit
terrein heeft
In de middagvergadering trad als refe
rent op prof. dr. J. W a t e r i n k, van Am
sterdam, die tot onderwerp had
Onderwijsvernieuwing
op de Chr. M.U.L.O.-school
Na een omschrijving van het karakter
der (M.)U.L.O.-school, in verband waar
mee hij de ontwikkeling der H.B.S. in vo
gelvlucht overziet, merkt spr. op, dat de
(M.)U.L.O.-school thans min of meer op
den tweesprong
staat. Haar doel
moet z.i. primair
blijven: het op
leiden voor de
levenspraktijk
in dien zin, dat
abituriënten van
de M.U.L.O.-
school algemeen
erkend kunnen
worden als men
schen met een
behoorlijk cul
tuurbezit.
Wanneer het
zoover komt,
dat de (M.)U.
L.O.-school vrij
wel over de geheele linie wordt oplei
dingsschool voor nieuwe (hoogere) in
stanties, dan zal ons volk moeten zoe
ken naar een nieuwe school, die enkel
ten doel heeft cultureele ontwikke
ling bij te brengen.
Ook waarschuwt spr. er tegen, dat de
(M.)U.L.O.-school niet wordt de opleidings
school voor het kantoor.
Onderwijsvernieuwing op de (M.)U.L.O.-
school moet daarom allereerst gericht zijn
op het handhaven van het eigen karakter
van het (M.)UX.O.-onderwijs.
Een splitsing in een A- en B-examen,
zooals die thans bestaat, kan gehandhaafd
worden. Men lean dan eenigszins tegemoet
komen aan de thans reeds aanwezige ten-
denz om de (M.)U.L.O.-school te richten
op wat anderen eischen. Spr. wil dat als
een concessie beschouwen; ook de (M.)U.
L.O.-school kan moeilijk meer terug. Maai
daarmede moet het dan ook radicaal uit
In het algemeen is er, volgens spr., op
de Chr. M.U.L.O.-school te weinig tijd voor
principieele vakken. Voor het Godsdienst
onderwijs moeten er, wanneer het onderwijs
werkelijk vernieuwd wordt volgens den
eisch van beginselen, minstens vijf lesuren
van veertig minuten per klas pér week
worden uitgetrokken. Men zegge niet, dat
hiervoor geen tijd is. Zulk een opmerking
zou slechts bewijzen, dat wij ons leerplan
reeds laten bepalen door het examen, terwijl
de eisch gesteld moet worden, dat het exa
men wordt nepaald door het
ideale leerplan.
Voor een Christen is het belangrijkste
cultuur-gegeven altijd nog zijn eigen belij
denis en geloofsinhoud.
Vervolgens zij het onderwijs op de (M.)Ü.
L.O. zooveel mogelijk gericht op het literair
cultuur-bezit en de historische ontwikke
ling der cultuur zelve.
Er zal, zoo vervolgt spr., op den duur
een principieele scheiding moeten komen
tusschen de drie- en de vier jarige M.U.L.O.
De drie-jarige (M.)U.L.O. zij de A.-
M.U.L.O. Het vierde jaar zij een ver-
volgklas, die speciaal wiskundig is
ingesteld met het oog op de eventueele
examen-eischen voor het B-diploma.
Bij de organisatorische vragen wijst spr.
op het gevaar, dat de klasse-onderwijzer
steeds meer door den vak-onderwijzer ver
vangen wordt. Verder is er de vraag, of de
(M.)U.L.O. dient aan te sluiten bij de zesde
klas van de L.O. of bij de zevende.
Zal onderwijsvernieuwing voor de
(M.)U.L.O.-school iets beteekenen, dan
moet de methode gericht zijn op
de facultatieve splitsing van de klas
sen in groepen jongens en groepen
meisjes. Wetenschappelijk gezien, is
coïnstructie voor jonge menschen in de
puberteitsjaren fout.
Vervolgens wijst spr. op de mogelijk
heden, die het onderwijs in de moderne
talen ten deze biedt De school zij zoo in
gericht dat het mogelijk is, dat een leer
ling zich specialiseere op twee of drie van
de moderne talen. Het examen zal zich
hiernaar hebben te richten.
Bij een didactische structuur als de
door spreker voorgestelde, heeft de
(M.)U.L.O.-school het belangrijke voor
deel, dat zij eerst met wiskunde be
gint. wanneer de kinderen daarvoor
rijp zijn.
Den tijd, die door het minder wiskunde
onderwijs in de lagere klassen vrijkomt, be
stede men aan het oefenen van de leerlin
gen in het zelfstandig spreken en schrij
ven. Vooral de oefening in de uitdrukking
der gedachten zij meer opzettelijk.
Zoo opgevat kan het onderwijs op de
(M.)U.L.O.-school een krachtige bijdrage
vormen voor de handhaving van het kos
telijk bezit dat wij allen hebben in onze
eigen vaderlandsche cultuur.
HEESCH?
HOEST?
met de genees
krachtige ingrediënten van
Vicks VapoRub. Groote doos 25c.
Crisis-besluit onverbindend?
Men heeft zich civielrechtelijk
gebonden, zegt de rechtbank
Voor de Tweede Kamer van de Haagsche
rechtbank, gepresideerd door mr. A. N
Kuhn, heeft de firma L. de Winter tegen
den Staat der Nederlanden een procedure
aanhangig gemaakt. De firma De Winter
exporteerde melk en melkpoeder naai
Engeland, welke goederen in Engeland
gecontingenteerd waren. Voor de certifi
caten, welke voor den uitvoer noodig
waren, betaalde de firma De Winter een
heffing aan den Slaat
Voor de rechtbank vorderde de firma nu
de betaalde heffingen terug, van meening
zijnde, dat het K.B., ter uitvoering van ie
crisis-uitvoerwet, dat den invoer naar En
geland regelde, onverbindend was.
De rechtbank, vonnis wijzend, stelde de
firma de Winter in het ongelijk.
Afscheid H. Meinesz
Als voorzitter Tariefscommissie
De heer H. Meinesz, voorzitter der
lariefscommissie, presideerde na een
twintigjarige ambtsvervulling, Maandac
voor de laatste maal een zitting van dit
college.
Nadat in de zitting door hfct lid mr. B
P. Enklaar enkele woorden van dank voor
de aangename samenwerking waren ge
sproken, werd in de raadzaal van het
rijksadministratiegebouw een druk bezoch
te receptie gehouden.
AUTOBUSDIENST MAASSLUIS—BRIELLE
Wordt opgeheven
Naar wij vernemen, zal waarschijnlijk
de autobusdienst MaassluisBrielle om fi-
nancieele redenen opgeheven worden. Zoo-
als men weet. wordt deze dienst geëxploi
teerd door de Fa. van der Schuyt, te Rot
terdam, tevens ondernemer van de veer
diensten MaassluisRozenburg en Brielle
Rozenburg.
WEER EEN TOL MINDER
Vrijdag 31 Maart, des namiddags 3 uur.
zal de tol tusschen Oldeberkoop en Oude-
horne met eenige plechtigheid worden op
geheven.
DOLLE KOE ZET DE LIER
OP STELTEN
Maakt enkele slachtoffers
Na een opwindende jacht
doodgeschoten
DE LIER, 29 Maart. Een dol gewor
den koe heeft gistermiddag tusschen
drie en vier uur het dorp De Lier ge
durende eenigen tijd danig in rep en
roer gebracht.
Het beest was met een veewagen van de
markt te Rotterdam overgebracht naar De
Lier en bestemd voor den slager de Bruin
aldaar
Zoodra de koe uit den wagen was gehaald
bevrijdde zij zich van haar begeleider en
rende de buurtschap ,.De nieuwe tuinen" in.
Eenige omstanders, die van de vlucht ge
tuige waren, zetten het op een loopen om
het beest te vatten, doch zij mochten hierin
met slagen. Nabij de woning van den heer
van Harmeien wilde een 20-jarige jongeman
de koe grijpen, doch de vluchteling bleek
hier in het geheel niet op gesteld te zijn en
beloonde haar belager met een stevigen
stoot van de horens tegen het been.
Met hevige pijn ging de jongen het huis
van den heer van Harmeien binnen. De koe
vervolgde haar weg in de richting van het
z g. Achterlaantje. Hier bezocht het beest
de wonine van den heer Voskamp, waar het
groote schade aanrichtte. In de groote broei
kas achter het huis waron twee zestienjari
ge jongens aan het werk die. zoodra zij de
koe zagen aankomen hef verstandigst meen
den te doen, zich zoodanig te verbergen,
dat hpf teest hen niet in de gaten kreeg.
Zij gingen daartoe achter in het z.g. waren
huis languit op den cronfl liggen. Fen var-
hen, H de Bruin, wist echter niet aan het
waakzaam oog van de koe te ontsnappen.
Het woedende beest rende pardoes op den
jongen af. nam hem op de horens en wierp
zijn prooi hoog tegen het dak van de broei
kas. Gelukkig kwam de jongen tegen het
houtwerk on niet tegen het glazen deel van
het dak terecht Nauwelijks was echter hel
slachtoffer on den grond terecht gekomen,
of de koe stormde wederom op den jongen
af en duwde hem tegen den zijkant van de
kas.
Op dat oogenblik evenwel werd het beest
dondelijk gpfroffen door een sehot van een
der inwoners van De L;er, die het dier had
gevolgd en de Bruin, die in doodsangst ver
keerde op deze wijze wist te verlossen. De
jongen is er vrij goed afgekomen.
Bont werd gesmokkeld
ALMELO, 28 Maart. Zes uren lang heeft
Je Almelosche rechtbank zich bezig gehou
den met een smokkelzaak. De verdachte
was een Haagsche mej. M., die ervan be-
schuldigd werd 'een hoeveelheid bont ter
waarde van c.a. f 10.000 over de grens bij
Oldpnzaal te hebben willen smokkelen.
De dame. die een bontzaak in de residen
tie heeft, beweerde, dat de bontmantels alle
particuliei bezit zijn en ter staving had zij
een 7-tal dames, voor een groot deel man
nequins en ander personeel, als getuigen
k decharge meegebracht,, die verklaarden,
dat het bont reeds in Nederland aan mej.
M. behoorti had.
Het O. M geloofde dit echter niet en
eischte ƒ50 boete of 50 dg. hechtenis, be
nevens verbeurd verklaring van de kostbare
bontverzameling.
MOTORSCHIP „SAKITO MARU"
Een prachtig schip is het nieuwe ms.
„Sakito Maru", gebouwd voor de Nippon
Yusen Kaisya, te zamen met zes andere van
hetzelfde type. Het is thans op haar maiden
trip op weg naar Rotterdam.
Deze zeven schepen zullen de Eastward
round the world express cargo service waar
nemen, welke maandelijks de volgende route
bedient: JapanVer. Staten (Los Angelos,
New York)—Buropa (gewone Noord-Conti
nentale havens, w.o. Rotterdam en via
het Suez-kanaal terug naar Japan.
De „Sakito Maru", een schip van 7.103
ton bruto, zal in 34 dagen, d.i. twee dagen
sneller dan de populaire „Akagi Maru", via
het Panamakanaal de reis YokohamaLon
den kunnen maken. Het wordt 4 April te
Rotterdam verwacht.
ROFFELRIJM
,JLENTE"
Hoe traag de eerste lenteweek
Ten einde is gespoed,
Je voelt het door je winterjas:
't Gaat zóó helaas niet goed.
De negen dagen zonneschijn
Die Maart ons meestal biedt
We hijgen ze haast ieder jaart
Maar ditmaal zéker niet.
Al knopt en bot het overal
In tuinen en plantsoen,
De weiden blijven grauivig-grijs,
Het lijkt nog niets op groen.
Al piept het in het duivennest
Zoodra de morgen grauwt,
Voor d' eerste uitvlucht van het broed
Is het nog veel te koud.
Al slaat de vrouw een roffeitje
De helderheid ter eer,
Al klopt ze alle bedden plat,
Het wordt geen schoonmaakiveer.
Ja zelfs al is mijn buurvrouw schóón.
Het geeft haar geen genot
Omdat het daaglijksch weerbericht
Met haar verwachting spot:
't Is: kouder, of iets minder koud,
't Is: regen, wind of storm,
En soms: wellicht wat zonneschijn,
Maar dat is voor de vorm.
Dat is omdat het „Lente" is
Naar de kalender zegt;
Er komt helaas in de praktijk
Maar weinig van terecht.
(Nadruk verboden)
LEO LENS
FELLEN BRAND TE OMMEN
Gisternacht is te Ommen brand ontstaan
in de timmermanswerkplaats van den heer
Takman. Daar er veel hout in de werkplaats
was opgeslagen vond het vuur gretig voed
sel Het greep zoo snel om zich heen. dat de
bewoners van de belendende perceelen in
nachtgewaad de straat op moesten vluch
ten. De timmermanswerkplaats en een dier
woningen, waarin vier gezinnen waren ge
huisvest, zijn in de vlammen opgegaan;
Voor de rechtbank te Middelburg heeft
terecht gestaan do 51-jarige slager J. A. van
E. uit Terneuzen, die op 10 November 193S
op de veemarkt 1e Rotterdam is aangehou
den, verdacht van het knoeien met kalver-
schetsen. Verd. zat sindsdien te Middelburg
in voorarrest
Van E. wordt beschouwd als de hoofdda
der van de knoeierijen, die in Oost
Zeeuwsch-VIaanderen zijn gepleegd en
waarvoor reeds andere personen tot drie en
vier maanden gevangenisstraf zijn veroor
deeld. Niettegenstaande zijn ontkennen,
werd tegen hem wegens uitlokken van het
maken van valsche schetsen acht maan
den met aftrek van het voorarrest geëischt
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U ruit 's morgéns „kiplekker'
uit bed springen,
lederen d&g moet üw lever minstens een liter gal
In Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende is. verteert Uw voed-el
niet. het bederft. U voelt opgeblazen. U raakt
verstopt. Uw lichaam ls vergiftigd en U bent
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen,
moet CARTER S LEVERPILLETJES nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen cn U zult weer
uU de I,
DOOR MARTHA V155LR
(60
Nog een maand houdt Adriaan den strijd vol. Hij doet het
nu met drie overhemden en zes halfhemdjes en hij studeert
bij een temperatuur van even vijftig graden, om een kit kolen
uit te sparen, terwijl hij ernstig probeert zijn maag het zwijgen
op te leggen na het laatste hapje van zijn „eenvoudigen"
maaltijd, zonder soep of pudding en met slechts één groente.
Gemakkelijk is dat allemaal niet. maar het gaat. Een mensch
kan zich ten slotte aan veel wennen.
Tot Adriaans niet geringe verbazing krijgt hij echter aan
het eind van de maand toch weer een vrij hooge rekening.
De Wasch- en Strijkinrichting heeft haar tarieven verhoogd.
Daar staat mevrouw Beulemans ook machteloos tegenover.
En weet mijnheer niet meer. dat hij een gaatje in het tafel
kleed heeft gebrand mpt een sigaar? fa, Adriaan herinnert
zich dat, het was He !-»e sigaar, die hij deze maand rookte,
een „krijgertje". 7- dingen krijgt mevrouw Beulemans
van de assuranti- p;?' vergoed. Het was een nieuw tafel
kleed. Tegen h-t •'-.nr. met de schoonmaak, zal ze het
laten stoppen Dat kost haar minstens een rijksdaalder, en
dan blijft °*r\ gestopt kleed toch altijd maar een gestopt
kleed. Z'n waarde heeft het verlorenDan heeft ze nog
twee paar nieuwe sokken voor mijnheer moeten koopen; de
oude waren het stoppen niet meer waard
Adriaan meent zich te herinneren, dat juffrouw Broek-
meijer voordeeliger sokken voor hem kochttegen
mevrouw Beulemans' logica omtrent het gestopte tafelkleed
kan hij vanzelf heelemaal niets inbrengen. Eén ding staat
echter wel voor hem vast: zóó kon hij niet blijven voortleven.
Op deze wijze haalt hij het einde van zijn studietijd niet.
Bezuinigen wordt dringende eisch.
Een van Adriaans medestudenten, zoon van eenvoudige
ouders, die zich eenigermate lotgemeen met Wiechers ge
voelt, en deswege nogal opvallend zijn gezelschap zoekt,
brengt hem op de hoogte met het bestaan van volksgaar
keukens. Voor een prikje kun je daar je genoegen eten. Heel
eenvoudigen, maar stevigen, voedzamen kost, juist wat zij.
arme drommels, noodig hebben. Met de daadwerkelijke hulp
van dezen nieuwen vriend, die zich Pieter Bolstra noemt,
vindt Adriaan voor zeer billijken prijs een „kamer met
ontbijt", bij een bejaarde weduwe, die zich tegen een geringe
vergoeding tevens gaarne belast met het wasschen en ver
stellen van Adriaans kleeren. Het middagmaal zullen Adriaan
en Pieter voorloopig samen gebruiken in de gaarkeuken.
Voor zijn avondbrood zorgt Pieter zelf. Dat is een kwestie
van eenige centen per dag. Gaarne wil hij Adriaan ook in dit
opzicht wegwijs maken. „We zullen jou voorstellen voor
minister van financiën", gekscheert Adriaan bij de eerste
praktische les, doch dat is alleen maar om zich een houding te
geven. Van zijn innerlijk is de humor verre geweken. Zijn
burgertrots heeft een gevoeligen knak gekregen. Adriaan
Wiechers. de welgestelde jongeling, voelt zich afgezakt tot
proletariër. Als hij er niet van overtuigd was. dat dit on
redelijk is, zou hij Pieter hiervan een verwijt willen maken.
den arbe dersjongen, die hem meetrekt naar een levensniveau,
dat wel van ouds het zijne, doch inderdaad niet dat van
Adriaan is. Dat zijn voor Adriaan harde noten, om te kraken.
De saneering van zijn financiën is hem echter veel waard,
móét hem eenvoudig veel waard zijn, zoodat hij zich ten
slotte ietwat onwillig aan de curateele van Pieter Bolstra
onderwerpt. Zoo zit Adriaan, als dat jaar de winter vroeg
invalt, te blokken bij een ongezellig vulkacheltje, dat zijn
op het Noorden liggend kabinetje niet voldoende verwarmen
kan. Het is hem zoo wel eens heel moeilijk zijn gedachten
bij zijn studie te houden. Als hij dezen weg niet gegaan was
indertijd, doch „gebleven in hetgeen hij geroepen was", zoo
als vader dat uitdrukte, was het hem dan nu niet beter
geweest? Neen, Adriaan wil niet toegeven aan zulke ge
dachten, doch dat ze oprijzen, kan hij niet verhinderen. Nu
nog maar enkele jaren, zoo probeert hij zichzelf te bemoe
digen, en dan wacht hem de allerschoonste taak. Neen, neen,
niet zelf gezocht, doch geleid, inderdaad geleid. En ook al
zou hij zichzelf begeerig uitgestrekt hebben naar het op
zienersambt. wat dan nog? P r ij s t de Apostel de broeders
niet. die dit in zijn dagen deden?
Toch worden de aanvechtingen zoo tegen het midden van
Adriaans studietijd talrijker en heviger. Ondanks alle be
zuiniging blijkt het leven in de groote stad duurder te zijn
dan Adriaan aanvankelijk had berekend. Ook al vermijdt hij
angstvallig alle niet striktnoodzakelijke uitgaven, daar blijft
nog heel wat, waaraan hij zich ten eenemale niet onttrekken
kèn. Als het ten slotte toch nog spaak loopt met zijn finan
ciën, wat moet hij dèn beginnen?
Langs een omweg bereikt hem op zekeren dag. het is hartje
winter, een brief van Oom Geurt, of beter gezegd, van Tante
Tine, die hem doet weten, dat Oom nu eindelijk zijn pensioen
heeft gekregen en zij van plan zijn hun levensavond in de
hoofdstad des Rijks te slijten. Tante Tine heeft als kind in
Amsterdam gewoond en haar leven lana heimwee gehad naar
de gezellige drukte van Groot Mokum. Zoodra ze een woning
Oom en Tante dan maar eens gauw komen opzoeken. Ze
hebben, zal ze Adriaan weer schrijven. Hij moet z'n ouden
zijn erg benieuwd, hoe hij het maakt met zijn studie. Tante
vindt het altijd nog een heele onderneming van hem, doch
Oom is trotsch op zijn neef Adriaan
Tot zoover Tante Tine's brief.
Hoe moet Adriaan zich stellen tegenover deze poging van
zijn oom en tante, om opnieuw met hem in contact te komen?
Met eenige schaamte bedenkt hij dat hij zijn beide laatste
adresveranderingen niet eens aan Oom Geurt heeft opge
geven. Diens brief bereikte hem via den nieuwen bewoner
van het oude huis der Broekmeijers en wel met een vertraging
van veertien dagen. Nog niet eens lano. gezien de ingewik
keldheid der situatie, erkent Adriaan. Het zou hem intusschen
niet verwonderen, als Tante onderwijl al een woning ge
vonden had. Mogelijk waren ze al over
Inderdaad nog diezelfde week loopt Adriaan zijn Oom
bijna tegen het lijf. mklden in de drukke Kalverstraat. „Ie
ziet nu maar weer eens hoe klein de wereld is", zoo begroet
Oom hem hartelijk. Samen loooen ze nu een e:«d op. en als
ze bij het Frederiksplein afscheid nemen, is Adriaan zijn
belofte van een spoedig bezoek kwijt H.'i V™ „w los
maken van den indruk, dat Oom Geurt toch wel een qoede.
hartelijke baas is. Een tikje eigenwijsmaar zoo zal Oom
wellicht over bèm óók denkenJammer eigenlijk, dat
vader zich indertijd zoo geheel van zijn eeniqen broer heeft
afgetrokken(Wordt vervolgd)