beMjes ke weliswaar zeer juiste woorden zou spreken, doch niet tevens op practisch militair overleg, en op hechte verbondsclausules zou steunen. Hel ideaal der zgn. collectieve veiligheid is inderdaad, o.a. in volkenbondskringen, te lang gepredikt en in verhouding daar'oe te weinig beleefd, dan dat men aan woorden alleen Zich thans nog zou dur- ven toevertrouwen. Wat Rusland aangaat, dit land is zeer zeker ertoe bereid, eventueele aan slagen op de Poolsche en Roemeensche onschend baarheid te helpen afslaan, doch het kan zich in Europa niet in een oorlog begeven, zonder zich gelijktijdig in het Verre Oosten tegen Japan te ontblooten, en in Russische leidende kringen ont- ve.nst men zich geen oogenblik, wat daarvan in Oost-Siberië de gevolgen zouden zijn. Japan zou van het eerste het beste grens- of visscherijgesahil een dankbaar gebruik maken, om zich een reprise van den krijg van 1905 te verzekeren. Ook Polen bracht zwaar wegende dingen in het midden. Een openlijke adhaesie aan een vler- mogendheden-verklaring zou dit land bloot stel len aan een scherp Duitsch misnoegen, en tevens aan het gevaar, dat het Derde Rijk niet alleen Danzig, doch ook den befaamden Corridor zon der meer naar zich toe zou halen. Zulk een risico meent Beek niet te mogen aanvaarden, zonder een solide contract in den zak, waarin Engeland en Frankrijk zwart op wit hebben gesteld, dat zij onmiddellijk militair zouden intervenieeren. Zoo kwam dan dit Britsch-Fransche initiatief reeds zeer spoedig in een impasse, waarin het tot heden is blijven steken. De toestand werd er in middels niet beter op, want Italië, waarvan men vermoedt, dat het de zaken eerst eens even heeft willen aanzien, heeft thans het democratische front op zijn juiste waarde getaxeerd, en bevon den, dat men daarvoor voorshands nog niet al te benauwd behoeft te zijn. Zoo kon dan de groote fascistische raad, welke onder Mussolini's presi dium bijeenkwam, gerust verklaren, dat Rome met Berlijn geheel en al zou solidair blijven, ook als de internationale toestand zich tot een oorlog zou moeten toespitsen. Het wil ons toeschijnen dat daarmee een der hoofddoeleinden, welke de Britsche politiek zich stelde, n.l. het bevredigen van Italië, teneinde dit land van Duitschland los te weeken, eens te meer geheel en al is mislukt. Vooralsnog blijven de befaamde as Rome-Berlija en de driehoek Berlijn-Tokio-Rome in aanzien lijke mate den loop der groote politiek beheer- schen. Men moge zulks diep betreuren, doch het feit ligt ertoe en dient te worden aanvaard. Wat de positie van Hongarije ten opzichte van Roemenië aanbelangt blijft ook dezelfde onzeker heid heerschen, welke haar sedert de Hongaar- sche bezetting van Roethenië gekenmerkt heeft In Boekarest weet men heel goed, dat Boedapest dit succes, deze territoirwinst slechts bij de gra tie van Berlijn is toegevallen, en dat een Duitsche militaire manoeuvre zich -daarachter kan verber gen, n.L een opmarschpoging in de richting van Zevenburgen. Door Hongarije te steunen bij een eventueele coup om dit oude Hongaarsche gebied te herwinnen, zou Duitschlands toeleg wezen, zich van de zeggenschap over de Roemeensche graan- en olierijkdommen te verzekeren, terwyl een Duitsch-Hongaarsche relatie, gelijk ten tijde van de Oostenrijksch-Hongaarsche dubbelmonar chie bestond, daarvan de uiterste consekwentie zou kunnen zijn. De toestand is thans zoo, dat zoowel Roemenië en en Polen als bij den dag leven. Zij weten zich bedreigd, doch zien tevergeefs uit naar een demo cratisch blok, hetwelk hun positie zou kunnen consolideeren - Het Derde Rijk heeft intusschen zich van het Memelland weten meester te maken, een nieuwe annexatie, waarvan men zich niet door dreigende geruchten uit Londen heeft laten weerhouden. Litauen heeft, in het volledige besef zjjner on macht, in deze gebiedsoverdracht toegestemd, en daarvoor medezeggenschap over de Oostzee-haven Memel verworven. Voor Polen beteekent dit, dat het naar het noorden van de Qverige Baltische staten'Is geisoleerd; het geraakt zoo geleidelijk meer en meer in de Duitsche klem Dat Engeland president Lebrun van Frankrijk overhartelijk heeft ingehaald, toen deze als tegen- beleefdheid voor het bezoek van koning George VI aan Parijs de Theemsstad bezocht, heeft ge zien den loop, welke het internationaal gebeuren heeft genomen, thans niet de uitwerking, welke men van deze vriendschapsdemonstratie aan weerszijden van het Kanaal had gehoopt. Te goed beseft men daartoe in Berlijn, Rome en Tokio, dat aan den democratischen kant het cement der eenheid nog ontbreekt. BINNENLAND II ET wereldrumoer neemt ons dermate in be- slag, dat we geen tijd overhouden en ge dachten te kort komen voor de dingen, welke dagelijks om ons heen gebeuren. Rampen en 134 voorvallen, waarover we anders dagen zouden kunnen praten en die nauwlijks in het avondblad een plaats konden krijgen, worden een paar uur later al weer door de radioberichten verdrongen. Onze geest is nog bezig met het drama in de haven van Vreeswijk, of daar komt reeds het bericht, dat de heeren P. Guilonard, onder-direc teur van de K.L.M. en ir A. G. van Baumhauer, ingenieur bij den Rijks-Luchtvaartdienst met nog 8 andoren, onder wie nog een Nederlander #van geboorte, Johan Kijlstra, zoon van een Frie-ohen diominé, bij een proefvlucht met de Boeing Stratoliner in de omgeving van Seattle (Staat Washington) om het leven zijn gekomen. Deze ramp heeft de K.L.M. wel zwaar 'getrof fen. Men zegt dat de onderdirecteur in technisch opzicht zijns gelijke niet had. Intusschen vestigt deze gebeurtenis als van zelf weer de aandacht op het betreurenswaardige feit, dat de K.L.M. voortgaat haar machines uit 't buitenland te ha len, terwijl de Nederlandsche vliegtuigindustrie zich volkomen in staat acht in de behoefte te voorzien. Fokker stuurt er nu met kracht op aan om er verandering in te krijgen en de regeering schynt er niet onwelwillend tegenover te staan. Maar dan moet zij ook aan de eigen bestellingen denken. Er wordt hard gewerkt in de Koolho- venfabriek. Maarals wij navragen, voor wie deze machines bestemd zijn, dan krijgen wij ten antwoord: voor het Fransche leger! Dat is toch een vreemde geschiedenis! Er gaat een Ne derlandsche militaire commissie naar Amerika om machines te kdopen, en in ons eigen land is een industrie, die militaire machines kan maken, en dat inderdaad ook doet, maarvoor een vreemde mogendheid. Een .zonderlinge toestand. De Nederlandsche scheepswerven van Rotterdam en Vlissingen zyn overladen met werk voor de regeering: groote en kleine schepen en geschut; het is werkelijk niet aan te nemen, dat de vliegtuigen uit het buitenland moeten komen. Dat deze volmaakt zyn is tot heden niet gebleken. Deskundigen oor- deelen wel eens anders. Natuurlijk kan men zoo iets niet beweren op grond van een of ander ongeval. Tijdens oefenin gen met afdeelingen van de genie-troepen is Maandagmiddag een militair vliegtuig een Fok ker C 5, no 626, van het vliegkamp Soesterberg, by het maken van een noodlanding in de weiden achter het fort Blauwkapel (nabij Groenekan, Maartensdyk) over de kop geslagen. De piloot was gewond, de ander ongedeerd. Niemand zal zonder meer dit ongeval toeschryven aan tech nische fouten, welke de machine kan hebben. De oorzaak kan zeer verschillend zyn. Een ongeluk ligt op een klein plaatsje. Dat heb ben we vorige wéék weer geleerd met de vreese- lijke gebeurtenis in Vreeswijk. Vier ingezetenen uit Hilversum waren per auto op weg om de voetbalmatch in Antwerpen bij te wonen, maar moesten in genoemde plaats uitwijken voor een fietsrijder: de wagen slipte en kwam in de haven terecht. Hoewel er van alle kanten onmiddellijk hulp geboden werd, zijn de vier inzittenden ver dronken: twee nog betrekkelijk jonge echtparen, wier kinderen zoo plotseling weezen werden. Hert aantal verkeersongevallen is in Januari sterk gedaald. In die maand vielen er ki ons land 42 dooden bij verkeersongelukken te betreuren, wat 10 minder is dan in Januari 1938. Tooh ging deze week* niet zonder ernstige ongevallen voorbij. De onbewaakte overweg tussahen OLsterwijk en Boxtel kostte aan een motorrijder het leven; bij Wyster in Drente geraakte een ledige vrachtauto onder een trein. De wagen werd geheel vernield en de beide personen, die in de cabine zaten, werden op slag gedood. Het waren twee jonge menschen uit de buurt: één gehuwd, één ongehuwd. De bot sing by Culemborg, waar een D-trein op twee wagons liep, bracht gelukkig slechts materieele schade. Hetzelfde was ook het geval by een brand in Tilburg, waar vijf kinderen in levensgevaar verkeerden, dodh op het laatste oogenblik gered werden. Het was een damesmodemagazijn, dat ge heel uitbrandde. Hopelijk zuilen deze menschen niet verzekerd zijn geweest bij het assurantie-kantoor „Het Zui den" te Breda. Want dit bleek een zwendelzaak te zijn. De „directeur" specialiseerde zich in het verzekeren van zeer brandgevaarlijke huizen, welke geen enkele bonafide maatschappij wilde verzekeren. Hij gaf daarbij voor een groote bui'.en- lamLche maatschappij te vertegenwoordigen, welke in het geheel niet bestond. Zeer veel men schen in geheel Brabant heeft hij op deze wijze van ongedekte brandpolissen voorzien. Ook stelde hij in verschillende plaatsen agenten op borgstel ling aan; het geld verdween ip zijn zak en men hoorde er nooit weer van. In Amsterdam ontdekte de politie eenige lieden, die een volledige installatie bezaten voor het ver- valschen van passen. Werklooze arbeiders vroegen een pas aan voor het buitenland en verkochten deze aan de „handelscentrale" voor een paar tientjes, die ze behoorlijk vervadscht weer overdeed voor bedragen tot 350.en meer. Want een pas is in deze dagen voor velen, die nergens veilig zyn, een waardevol bezit. Sedert het nationaal-socialisme zijn intrede in de wereld gedaan heeft, is het er niet rustiger op geworden. Soms zou men zeggen, dat de kwaliteit der inlandsche nation aal-socialisten beter is dan die der buitenlandsche en in de Eerste Kamer P. Guilomard, onder-directeur van de K.L.M., die by het vliegongeluk met de Boeing Stratoliner om t leven kwam heeft zelfs één van hun voormannen gezegd, dat de slechtste Nederlandsche regeering te verkiezen is boven de beste in het buitenland, zelfs in Duitschiland. Het is schoon en mooi; maar twijfel rijst tegen deze verklaring, wanneer men op hun handelingen let. Men dehke aan de.... „aether-geuzen" (pira- ten ware beter naam), die wekenlang 's Woen- dags en 's Zaterdags na twaalf uur politieke rede voeringen uitzonden en daarbij de eene beleedd- gmg op de andere stapelden aan het adres der regeering. In Sudetenland kan het niet erger geweest zijn. Een groote politiemaahrt heeft ze Zondagnacht na een sensationeele achtervolging, welke op een Wild-West-jacht geleek, in een bollenschuur te Lisse by de kraag gepakt, (Intus schen is de eigenaar plotseling overleden). De justitie moge deze misdadigers niet te zachtzinnig behandelen en het voorbeeld volgen van de poli tierechter te Zutien. Een 18-jarige klompenmakersknecht uit Win terswijk sloeg eerst bij een Joodschen godsdienst leeraar een ruit in en een paar dagen later gooi de hij steenkool door de ruiten van iemand, die veel voor vluchtende Joden deed. Voor den politierechter gaf hij de feiten toe. Hy beriep er zich op, dat hij als N.S.B.-er anti- semietisch is en daarom by de Joden de ruiten ingooide. Deze uitlating bezorgde hem de volgende schrobbeering van den politierechter, waarvan wij de woordkeus niet geheel voor onze rekening zou» den nemen, maar die wél duidelijk was: „Lafaard, wy zullen je wel krijgen. Wil jy, die nog niet eens goed schrijven kan, je een oordeel aanmatigen over rechtschapen menschen en de rechtsorde in ons land aantasten? Slechts stie- kum, lafhartig de ruiten inslaan. Dat noemen ze brengen van een nieuwe cultuur!" De verwijzing naar de niéuwe cultuur is koste lijk, als men bedenkt, dat de N.S.B. een wets ontwerp heeft ingediend tot verbod van politieke vergaderingen op Zondagen en door de Kerkge nootschappen van den Christelijken godsdienst algemeen erkende en gevierde Christelijke hoog dagen. Zij acht dat hoog noodig, want zoo heet het in de memorie van toelichting: „De steeds toenemende invloed van volksvreemde elementen maakt in ons land een steeds sterker wordende neiging be merkbaar, om de Zondagen en de Christelijke feestdagen niet meer te eerbiedigen, zooals deze door onze vaderen geëerbiedigd zyn)." Ja, dat gelooven wij ook. Zie bijv. naar Lisse. Onze vaderen ontvingen vervolgde joden en hu genoten met groote gastvrijheid maar volks vreemde elementen werpen bij joden en jodenge- nooten de ruiten in.omdat zij joden zijn. Ech ter, zoodra men de volksvreemde elementen bij de N.S.B. constateert, staat hun advokaat in vast verband gereed om een aanklacht bij de Justitie in te dienen wegens beleediging van een volks groep. Men neme er niet te veel notitie van; het zijn allemaal verkiezingstrucjes, omdat men voelt: dat loopt weer mis bij de stembus; wy raken het laatste schijntje vertrouwen ook nog kwyt. Ons volk moet van deze „patriotten" niets hebben. Want zij geven de regeering in Berlijn altyd ge lijk. „In Tsjecho-Slowakije heet nu „het recht hersteld"! Ook daar is het „volksohe beginsel" doorgebroken. We kunnen nu ook in dat hoekje een .gelukkig volkerenleven" verwachten. En na tuurlijk heet hef ook, dat „aan het gestook van communisten, vrijmetselarij en internationaal Jo dendom" (waar wy volgens de N.S.B. ook onder zuchten!) een einde moet worden gemaakt. Dit is de reactie van een orgaan der N.S.B. - dat by zijn laster van onze zelfstandigheids politiek reeds eens gesmaald heeft op „het eens onafhan kelijke Nederland" op het ergste wat een volk kan overkomen. En dergelijke menschen, die zich Nederlanders noemen, hebben wij in ons midden! Laten wy ze althans buiten de vertegenwoordi-. gende lichamen houden. Niet met geweld, maar met het onnoozole stembiljet! VEILIG BIJ JEZUS OM NA TE TEKENEN OF TE KLEUREN Veilig in Jezus' armen, Veilig aan Jezus' hartl Daar in Zijn teer erbarmen, Daar rust mijn ziel van smart. Hoor, 't is het lied der eng'len Zingend van liefd' en vree. Ruisend uit 's hemels zalen. Over de glazen zee. Veilig in Jezus' armen, Vrij bij mijn Heer en Borg; Vrij van 't gewoel der wereld, Vrij van verdriet en zorg; Vrij van de vrees en twijfel. Vrij van der zonden macht: Nog slechts een weinig lijden, Nog slechts een korte nacht. Jezus, mijn dierb're Toevlucht, Jezus, Gij stierft voor myJ Dat op die rots der eeuwen Eeuwig myn hope zij 1 Heer, laat mij lijdzaam wachten, Totdat het duister vliedt, En 't oog aan gindsche kusten Uw heillicht gloren ziet. groot volk van meer dan twee millioen gelukkige mensen, het volk van God Het land bleef verlaten achter. De huizen stonden leeg. De akkers werden niet meer verzorgd. De trotse bouwwerken waren half voltooid. En overal door het land trokken klagend de lijk stoeten der Egyptenaren, die hun zonen gingen begraven. Die laatste nacht in Egypte is nooit meer ver geten. Ieder jaar hebben de Israëlieten een feest gevierd, in het voorjaar, als de volle maan glansde over de aarde. Pascha, zoo werd dit ^est genoemd. „V o o r b ij g a a n" betekende dat. Dat was een herinnering aan die nacht, toen de engel des doods hun deur voorbij was gegaan. Dan aten zy een gebraden lam en ongegiste koe ken, gedoopt in bittere saus. Dan zongen zij hun liederen ter eer van God. En als de kinderen vroegen, waarom dat feest gevierd werd, dan zei den de ouders: „Omdat God ons gespaard heeft m Egypte door het bloed van het lam en ons bevrijd heeft uit de harde slavernij. Omdat wy nooit mogen vergeten, dat wij het volk des Heeren zijn".... En later, vele eeuwen later, toen is nóg eens Gods toorn ontbrand, nu niet alleen tegen Egypte, maar tegen de hele zondige wereld. Toen was er Iemand, die zei: „Vader, Ik wil de straf dragen voor de mensen, want Ik heb hen lief. Ik wil wel voor hen sterven, zoals het lam in Egypte voor de mensen gestorven is" Dat was Jezus Christus, Gods eigen Zoon. Op Golgotha stierf Hij aan het kruis. Hij was het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Zijn bloed redde ons het leven. 1. Welke stoel heeft geen leuning? 2. Er is weinig, dat men zonder my eet, maar men eet my nooit alleen. Wie ben ik? 3. Hoeveel is twee en half dozijn? 4. KruisraadseL Verplaats de letters in onderstaand kruis zo, dat in de staande en L liggende balk een goed woord staat Tc Weet iets, dat bitter smaakt En toch graag wordt gegeten. Wie nadenkt zal heel gauw, Mijn ware naam wel weten. Bindt g' aan een man, heel knap in 't kok In braden en in bakken mee, Een beest dat soms heel woest kan wezen, Maar ook zeer dikwijls heel gedwee. En voegt ge aan 't einde nog een vrucht, Dan hebt ge 't raadsel zonder zucht, 't Geheel groeit niet in onze landen, 't Is groter dan twee kinderhanden. KUNSTSTUKJE MET DRIE MESSEN Een heel aardig kunststukje kan met drie tafel mesjes worden uitgevoerd. Ze moeten niet de heften op de rand van een gewoon soepbord wor den gelegd. Dit moet natuurlijk op een bijzondere meinier worden gedaan. Van geen enkel mes mag de sny- kant op het bord rusten, m.a.w. de drie messen moeten dus op elkaar steunen, en wel zó stevig, dat men er desnoods een waterglas op kan zetten, zonder dat er een mes naar beneden wordt ge drukt De oplossing voor dit schijnbaar eenvoudige vraagstukje geeft de tekening wel duidelijk aan. Men kan heel goed zien hoe de messen over elkaar moeten worden gelegd om zo'n stevige brug te vormen. En dit kunststukje kan niet alleen op een bord worden uitgevoerd, maar ook op drie glazen, zoals voorbeeldje tv*ee laat zien. Probeer het maar eens, het is vooral in gezelschap een aardig kunststukje, waarmee men veel suc ces kan oogsten. OPLOSSING van de rebus in de vorige Kinderkrant Enkele mensen, die een gemeenschappelijk doel hebben en elkaar kennen en begrijpen, kunnen wonderen verrichten. 6. Maak uit de volgende letters een huismeubel: A L F E T OPLOSSING van bet Letterraadsel in de vorige Kinderkrant Het geheel is: Schonwtooneei. De onderdelen zyn: 1. S. voor 70; 2. ach; 3. Achel; 4. droogte; 5. schuurton; 6. geldswaarde; 7. schouwtooneel; 8. onderonsjes; 9. ongeopend; 10. karnton; 11. geest; 12. bes; 13. L voor 50. Professor: „En kunnen de vissen ook ruiken?^ Student: „Nou en of, professui als ze niet erg fris meer zyn". van Ooro (^an. Jongens en Meisjes, WIE de laatste dagen de krant bgnuudt heeft heel wat om over te denken en te praten. Zo is 't met de grote mensen en ook met heel wat jongens en meisjes. Er staat in de krant heel wat dat jullie overslaan en nooit lezen. Bijvoorbeeld de hoofdartikelen en de „driestarren". Weet je wat dat zijn en waar die staan? NietDan moet je 't maar eens aan je vader vragen. Dat zijn stukken, waarin over zeer belangrijke zaken geschreven wordt. Vooral over de politiek. En dóar bemoeien jongens en meisjes zich niet mee. Dat komt later wel als je groot bent. Tóch zijn er heel wat jongelui, die al deksels goed op de hoogte zijn hoe er in ons land geregeerd wordit. Dat horen en leren ze op school. Want over die dingen wordt tegenwoordig op school veel meer gesproken dan vroeger. Ik ken jongens, die de namen van de ministers op hun duimpje ken nen, heel goed weten hoeveel leden de Eerste en Tweede Kamer telt en ook kunnen vertellen wat er in ons land allemaal gebeuren moet eer een wet van kracht is. De onderwijzers en de leer boeken vertellen dat heel eenvoudig en 'k denk wel eens: hadden wij dat vroeger op school óók maar geleerd. Want wat je in je schooljaren leert, zit er meestal goed in, en wat je niet weet als je de schoolbanken vaarwel zegt, daar kom je later meestal o zo moeilijk achter. Hoe 'k aan dit „politiek praatjekom? Wel, Zon dagmiddag was k ergens op bezoek en daar hadden twee jongens van 'k denk 13, 14 jaar 't over het hoofdartikel uit onze krant van Zaterdagavondl Wat 'n eigenwijze mispunten', denk je misschien, en eerlijk gezegd dacht k er eerst óók zo over. Maar al heel gauw werd dit anders. Want 't ging over Tjechoslöwakije en die twee waren erg verontwaardigd, dat dit kleine land door z n machtige buur zo maar ingerekend was. Dat von den die jongens geméén en ze kwamen ronduit voor hun mening uit. Een van hen had t hoofd artikel ..Trouw noch waarheidgelezen en 'k hoorde hem tegen z'n makker zeggen: Jö. dat mot je ook 's lezen'. Telkens weer moet 'k aan die twee jongens den ken. En ze zijn heus de enigen niet, die de ge weldige buitenlandse gebeurtenissen van dag tot dag met grote belangstelling meeleven. We zijn nog jong. Maar als 't recht wordt vertrapt, als plechtige afspraxen opeens blijken vergeten te zijn. als de gepantserde vuist regeert dan krijgen we een raar gevoel, dan beseffen we dat •t zó lïiet mag en dun kiezen we vanzelf dp kant van hen, die door d. macht onrecht moeten Vjden. 'k Las vorige week een bericht dat in pen grote stad van ons land iemand blijkbaar zó ingenomen was met de Duitse ..overwinningen'' dat hi; een hakenkruisvlag uit z'n raam stak. Maar de straat jeugd dwevg hem de vlag spoedig tpeer in te halen! Laten we hopen en bi aden dat de donkere wolken boven Europa weer spoedig zullen afdrijven, En ten slotte, ook als jongens en meisjes wéten we: niet de mens, hoe machtig hij ook is, maar a'leen Gód regeert de wereld' OOM JAN. 143

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12