DND1E9LAD
"°f, christelijke dagbladen
I JOZEF IN EGYPTE
VAN HERDERSKNAAP
TOT ONDERKONING
De geschiedenis van Jozef aan kinderen verteld
Door J. SNOEP
11)
^"V wat vreemd vindt Jozef die boodschap. Hij
moet dadelijk bij Farao komen! Hij, een
arme gevangene, moet hij bij den machtigen
heerser van 't grote Egypteland komen? Wat
moet hij daar doen?
De mannen, die Jozef komen halen, hebben
grote haast. Farao mag niet lang wachten en
ze hebben nog zo veel te doen. Want zó kan
de Hebreër niet voor den koning gebracht
worden. Hij moet eerst worden gewassen en
geschoren en ook moet hij behoorlijk zijn ge
kleed. Want anders kan hij niet voor Farao
verschijnen.
De mannen haasten zich wat ze kunnen, en als
Jozef helemaal klaar is, wordt hij met spoed
naar 't paleis gebracht.
Jozef ziet de heerlijke zon weer, die staat te
schitteren aan de blauwe hemel. Hij ziet de
pracht van 't paleis, waarin Farao woont. En
straks zal hij Farao zélf zien en met hem
spreken!
O. wat gaan er vele gedachten door 't hoofd
van Jozef op deze haastige tocht van de donkere
gevangenis naar 't prachtige paleis. Hij is nu al
dertien jaar in Egypte. Hij is slaaf geweest en
gevangene, en nu moet hij bij Farao komen. O,
wat zal er nü weer met hem gaan gebeuren?...
Stil nu! Wachten, afwachten wat God zal
doen. Want Hij verlaat Zijn kinderen nóóit.
Daar gaan de deuren al open en Jozef wordt
de paleiszaal binnen geleid.
Daar zit Farao op zijn troon van goud.
O, wat is 't hier prachtig. Zuilen en muren zijn
bedekt met schone schilderijen. En daar vlak
bij de troon zitten in witte klederen de priesters,
de schrijvers, de waarzeggers, de raadslieden,
de paleismeesters en de schatmeesters.
Allen kijken naar Jozef, dien jongen Hebreër,
die zo pas uit de gevangenis is gehaald.
Een voornaam heer leidt Jozef voor de troon.
En daar staat Jozef nu vlak voor den machti
gen vorst, die te gebieden heeft over dood en
leven.
Jozef moet wachten tot Farao tot hem spreken
zal. En Farao wacht daar niet lang mee. want
o, hij wil de betekenis van zijn wonderlijke
dromen weten.
..Ik heb een droom gedroomd," vertelt de
koning aan Jozef, ..en er is niemand onder mijn
wijzen die hem kan uitleggen. Maar men heeft
mij verteld, dat wanneer gij een droom hoort,
gij hem kunt uitleggen.
Farao kijkt Jozef aan of hij zeggen wil: dat heb
ik van u gehoord, maar is dat ook waar?
Wat zal Jozef zeggen?
De machtige koning en al de grote heren kijken
hem aan en 't wordt heel stil in de prachtige
paleiszaal. Wat zal de Hebreër zeggen?
Maar Jozef is kalm en rustig. Neen, net zo min
als Farao's slimme droomuitleggers kan hij den
koning helpen. Dat kan God alleen, maar op
ditzelfde ogenblik weet Jozef heel zeker, dat de
Heere hem ook nü weer helpen zal, net als
twee jaar geleden bij de dromen van Farao's
oversten.
Jozef zegt tot Farao: ..Niet ik kan uw droom
uitleggen, o koning. Maar God zal Farao zeg
gen wat zijn droom te beduiden heeft".
't Zijn maar enige woorden, die Jozef spreekt
tot den bevreesden koning, maar zijn stem geeft
rust en vertrouwen. Zó kan alleen iemand spre
ken, die niet twijfelt maar die zeker is van de
waarheid.
Aanstonds gaat Farao nu Jozef vertellen wat
hij gedroomd heeft. O, de droomuitleggers
weten 't wel, want de koning heeft 't hen ook
verteld. Zij konden de dromen niet uitleggen.
Zal die jonge Hebreër 't wèl kunnen?
Luister! Farao vertelt. „In mijn droom stond
ik aan de oever van de rivier de Nijl. En zie,
er kwamen uit de rivier óp zeven koeien, die er
vet en prachtig uitzagen. Deze dieren begon
nen gras te eten aan de oever der rivier. Toen
zag ik zeven andere koeien opkomen, maar
deze dieren waren mager en lelijk en zagen
er uitgeteerd uit. Nooit heb ik zulke lelijke
dieren eerder gezien. Toen zag ik, dat die
zeven magere koeien die zeven vette, koeien op
aten. Maar de magere koeien werden niet dik
ker. ze bleven even mager en lelijk als in 't
begin. Toen werd ik wakker".
Farao houdt even op met spreken. Maar de
droomuitleggers weten wel, dat de koning nog
meer gedroomd heeft en ook die tweede droom
moet Jozef horen.
Farao vertelt verder: „Toen ik weer sliep, zag
ik in mijn droom ópschieten zeven aren in één
halm en die aren waren vol en schoon. Daarna
zag ik zeven andere aren opschieten, maar die
waren dor en dun en door de hete woestijn
wind verschroeid. Toen zag ik, dat de zeven
dunne aren de zeven volle aren opaten".
Farao heeft zijn droom verteld, en terwijl hij
rond ziet naar de deftige mannen, die zijn
troon omringen, zegt hij nog: „Ik heb mijn
0000»esas000000000g0»s3s900000000000«
Psalm 105 10, 11 en 12
X Wie kan Gods wijs beleid doorgronden? X
X Een man werd voor hen heen gezonden: X
<6 De vrome Jozef, rijk in deugd, X
Tot slaaf verkocht in zijne jeugd, 3
I? In ijzren boeien wreed gekneld,
X Werd, hun tot heil, in eer hersteld.
X Toen hij door 't Godlijk alvermogen
A Beproefd was, toen voor aller ogen j
Zijn woord in 't helder daglicht scheen, 3
v Toen bood de koning, om zijn reen 2
v Verbaasd, hem straks de vrijheid aan: 2
X De volkren Heer deed hem ontslaan. <j
X Hij kreeg van Farao in handen
A 't Bestier van huis en goed en landen, j
Dies bond hij vorsten naar zyn lust. 3
v Van zijn verstand en deugd bewust, 2
5? Deed gans Egypte's opperheer, 2
Al d* oudsten luistren naar zyn leer. X
dromen aan al mijn wijzen veteld, maar er is
niemand die ze mij kan verklaren".
De koning is uitgesproken en Farao en alle
mannen in de prachtige paleiszaal kijken naar
Jozef. Zal de Hebreër de dromen kunnen uit
leggen?
Neen, dat kan Jozef niet, maar God heeft hem
de betekenis van Farao's dromen bekend ge
maakt en hij mag 't den koning zeggen. O. hoe
luistert Farao en zijn deftige hofstoet als de
Hebreër begint te spreken. Jozef mag Gods
woorden uitspreken, hier in de prachtige pa
leiszaal van den machtigen Farao van Egypte.
En hij doet 't rustig en eerbiedig als een die
weet. dat Gods woorden de waarheid zijn.
„De twee dromen van Farao hebben dezelfde
betekenis", zo zegt Jozef tot den koning. „Wat
God straks doen zal heeft Hij Farao nu
reeds willen bekend maken. Die zeven schone
koeien en die zeven schone aren betekenen
zeven jaren. En die zeven lelijke koe'en en die
zeven dorre aren zijn óók zeven jaren. Dit is
de betekenis van uw droom, o koning, die
God u laat bekend maken: Zie, in de volgende
zeven jaren zal er grote overvloed in Egypte
zijn. Maar dan zullen zeven jaren van hon
gersnood aanbreken, waarin al de overvloed
van de vorige zeven jaren zal worden opge
geten. God heeft Farao in de twee dromen
hetzelfde willen zeggen omdat Hij vast beslo
ten is zó te doen".
Jozef heeft de boodschap des Heeren aan
Farao overgebracht. Maar hij mag nog meer
doen. Hij mag den koning óók een goede raad
geven om de moeilijke jaren door te komen.
Wat luistert Farao als Jozef verder spreekt:
„Farao moet een wijs en verstandig man zoe
ken en die aanstellen tot een heer over het
land. Deze man moet gij macht geven om op
zichters en werklieden aan te stellen om in de
jaren van overvloed een vijfde deel van de
rijke oogst in te zamelen en om in grote schu
ren koren te bewaren voor de jaren van ge
brek, die op de jaren van overvloed zullen
volgen".
Jozef is uitgespoken. Farao en al zijn raads
heren hebben met grote aandacht geluisterd.
Zij geloven, dat de dromen van den koning
de betekenis hebben als de Hebreër heeft ge
zegd. En zij geloven óók, dat Farao niet beter
kan doen dan de raad van Jozef op te volgen.
O, wat is Farao blij, dat hij nu niet alleen
weet wat in de volgende jaren gebeuren zal,
maar dat hij óók weet wat hij doen moet om
met zijn grote volk de moeilijke jaren door te
komen. Ja, dat weet hij nu. Maar waar moet
hij zulk een verstandig en wijs man zoeken om
die aan te stellen tot een heer over heel het
land?
Hij weet er geen dan Jozef. En daarom
zegt de koning tot zijn raadsheren: „Zouden
wij wel ergens een man kunnen vinden als deze
Jozef, dien zijn God zo grote wijsheid gegeven
heeft?"
Al de wijzen van Egypteland moeten Farao
gelijk geven. Niet één weet een man aan te
wijzen, die wijzer is dan Jozef.
Volgende week verder
,,'k Heb m'n wagen vol geladen vol met leuke kleuter*.'"
132
Zaterdag 18 Maart - No. 12 - Jaargang 1939
vandeVIJF samenwerkende
de rotterdammer
nieuwe haagsche courant
NIEUWE UTRECHTSCHECOURANT
i nieuwe leidsche courant
dordtsch dagblad h
strubbeling tussahen de centrale hoofdstad Praag
en Ohust, de residentie der landelijke Karpatlho-
Oekrainsche regeering. Praag had een ongewen ch-
ten Oekrainschen minister terzijde gesteld en
daarvoor in de plaats eigenmachtig een Tsjechi-
schen generaal benoemd, den heer Prchala. Er
werd wat over geroddeld en gemodderd, en toen
werd het weer stil
Een soortgelijk autonomistisch gehaspel speelde zich
af te Bratislava, de hoofdstad der landelijke Slo-
waaksche regeermg. Minister-president was hier
Mgr. dr. Tiso, een trouw aanhanger van wijlen
Hlinka, den chef der nationale Slowaaksche partij.
Slowakije heeft, binnen het kader van den Tsje-
choslowaakschen staat, steeds aanzienlijk meer
beteekenis dan het arme en achterlijke Karpatho-
Oekrainsche land gehad. Vóór de gebeurtenissen
van München was het een rijk en welvarend land
bouw- en industriegebied, met een vrij talrijke
Hongaarsche minderheid, tevens met Duitsche
taaleilanden. De Roomsch-katholieken speelden er
een eerste viool, voorzoover Praag, liberaal of
nog verder links georiënteerd, zulks toeliet. In de
dagen der Benesj-politiek reeds, die op Frankrijk
en Rusland was gericht, waren deze Roomschen
DONDERDAGAVOND
BUITENLAND
ER is in Midden-Europa als een nevel vaneen
gereten, en in het daardoor open gekomen
verschiet neemt men ondanks den verren afstand
duidelijk het verspreide opmarsoheeren van Duit
sche troepen gewaar. Die nevel was geen natuur
verschijnsel als van allen dag, gelijk dit nog
wintersche voorjaar ons in ruime male i:chenki.
doch veeleer van het bedrieglijke soort, hetwelk
men rookgordijnen noemt. Zulk een rookgordijn,
doch dan niet van militairen, maar van politieken
aard, had den laatsten tijd boven een landstreek
gehangen welke zich van Warschau naar Rome, en
van Boedapest naar Berlijn uitstrekt. Geografisch
vormen deze beide richtingen zoo ongeveer een
kruis, doch ook in diplomatiek opzicht hadiden zij
wel iets daarvan. Op bescheiden schaal, gelijk het
landen past, welke beseffen niet tot de staten van
den allereersten rang te behooren, hadden Polen
en Hongarije gedurende enkele weken een stil
Verzet tegen de ..spilT-staten gevormd. Niet een
verzet in een actieven vijandigen geest natuurlijk,
daarvoor kende men te goed eigen en anderer
waarde, doch zoodanig, dait men te Berlijn en te
Rome ging bespeuren, dat er een verkilling viel
waar te nemen in de aitmosfeer. Men zou kunnen
zeggen, dat de gehoopte cohesie, waardoor de „as"'
aan kracht en
omvang moest
toenemen, op de
een of andere
manier niet naar
wensah leek door
te zetten; een ma
laise dus in de
vriendschap. Wel
reisde minister
Ciano naar minis
ter Beck, en had
men samen veler
lei besprekingen,
doch resultaat
daarvan werd
practisch niet ge
zien. In diezelfde
dagen werd nog
een ander ver
schijnsel opge
merkt. De interne
verhoudingen in
ie Tsjedhoslo-
vaaksche repu-
>iiek, welke se-
lert München wat
lit hot middel-
junt der Euro-
jeesche belang-
jtelling waren ge
raakt, kwamen
wederom meer
naar den politie
ken voorgrond.
Het vraagstuk der
aan de Karpatho-
Dekraine en aan
Slowakije toege
zegde autonomie
ging zijn defini
tieve oplossing
eisahen. Een der
ïerste symptomen
daarvan was een
Voor iemand het
goed besefte, be
vonden Tiso en
Durcansky, twee
van de terzijde
geschoven Slo
waaksche leiders,
zich te Berlyn,
alwaar zij een be
roep op Hitier
leden, hetwelk
welwillend werd
ïntvangen. De
jitslag was, dat
Slowakije volle-
lig onafhankelijk
word verklaard.
Wie zich nu even
de republiek van
Masaryk en Be
nesj in haar ge-
rekten vorm voor
den geest roept,
weet dat men
deze kon beschou
wen als een ge
heel, bestaande
uit drie geledin
gen: Mora vie en
beducht voor den aanwas van communistischea
invloed. In het buitenland, o.a. te Genève, werden
herhaaldelijk Slowaaksche protesten daartegen
ingediend, o.m. tegen den aanleg van vliegvelden,
waarvan t.z.t. naar men vreesde de luchtmacht
van het Roode Leger zich zou kunnen gaan bedie
nen. Men wenschte in deze streken geen voorpost
van Rusland geacht te worden, en evenmin nog
veel langer een aanhangwagen der overheerschen-
de Tsjechen te blijven. In dit opzicht gingen Slo-
waken en bij-wonende Duitsche minderheid
vriendschappelijk samen. Welnu, onder Tiso wies
zeer snel een politieke slrooming, welke voor zeer
vèr strekkende autonomie het pleit voerde. Da
Hlinka-partij, bij den dood van haar grooten leider
op twee gedachten hinkende,'koos meer en meer
de rad;cale richting. Tc onzaliger ure meendo
Praag de Slowaken op gelijke manier te kunnen
dwingen, gelijk het de Oekrainers had gedaan.
De regeering-Tiso werd afgezet en vervangen door
het kabinet-Sidor, dat de meer gematigde na
tionale strooming vertegenwoordigde. Toen het
zoover was gekomen, weken enkele der Slowaak
sche leiders uit naar Weenen, en wisten daar, uit
hoofde van hun goede relaties met Karmasin, den
aanvoerder der Duitsch-Slowaaksche minderheid,
een ruim gebruik van den radio-zender te verkrij
gen. Zoo werd dan vanuit de „Oostmark" vrijelijk
tegen de binnenlandsche toestanden in Tsjecho-
Slowakije geageerd; te verstaan is, dat zulks in dit
land een nieuwe anomositeit tegen de üitheemschö,
en met name de-Duitsche en Hongaarsche elemen
ten ontketende. Opnieuw deed daarop in de ge
lijkgeschakelde Duitsche en in de Hongaarsche
pers een gruwel-campagne haar verwarrenden
arbeid. Zoo ontstond, door een opeenvolging van
oncontroleerbare, elkander ook meermaals tegen
sprekende verhalen over bedreiging van goed en
leven van Duitschers in de Tsjechoslowaaksche
republiek, inzonderheid in de Tsjechisch sprekende
deelen, dat vermaarde, het uitzicht belemmerende
rookgordijn, waarover wij in den aanvang reeds
repten, Dat daar
achter iets werd
voorbereid, was
wel aan te nemen,
doch dat de af
faire zulk een ver
bijsterend snel
verloop zou ne
men, had een
week geleden ze
ker nog niemand
wagen te voor
spellen.
121