CHAMBERLAIN SPREEKT SOMBERE WOORDEN
IN SPREEKT SOMBERE W
Wat is er geworden van
Hitiers verzekeringen
vraagt hij
Staan wij aan het begin van
een nieuw avontuur?
Delegatie-systeem niet
zonder bezwaar
ZATERDAG 18 MAART 1939
TWEEDE BLAD PAG. s
KIORTH STATE 1
I M j AMERICAN ^✓CIGARETTES] J
Gisteravond heeft minister-president
Chamberlain te Birmingham een rede ge
houden over „de geweldige gebeurtenis'
sen, welke deze week in Europa hebben
plaats gegrepen."
De openbare meening, zoo zeide hij,
heeft een zwaarder schok gekregen dan
haar ooit, zelfs door het huidige regiem
in Duitschland, was toegebracht. De ge
volgen daarvan moeten vérstrekkend zijn
voor de toekomst.
Er vonden in het lagerhuis debatten
plaats op den dag, waarop de Duitschers
Tsjecho-Slowakije binnentrokken en wij
allen, in het bizonder de regeering, waren
ten achter bij de feiten, omdat de be
richten, waarover wij beschikten, slechts
,van gedeeltelijken aard waren, terwijl
,vele ervan niet officieel waren.
Noodzakelijkerwijze vloeide daaruit
.voort, dat ik, sprekende namens de re
geering, met alle verantwoordelijkheid,
die aan die positie verbonden is, verplicht
.was, mij te beperken tot een al te gere
serveerde, voorzichtige uiteenzetting en
dat die eenigszins koele verklaring, tot
misverstand aanleiding heeft gegeven en
sommige lieden heeft doen denken, dat,
omdat ik rustig sprak en weinig uitdruk
king gaf aan mijn gevoel, mijn medeminis
ters en ik geen sterke gevoelens hadden
in deze zaak.
Ik hoop die onjuistheid hedenavond
Weg te nemen. Maar voordien wil ik iets
zeggen over de redeneering, die uit deze
gebeurtenissen zich ontwikkeld heeft.
Het denkbeeld is uitgesproken, dat de be
zetting -wan Tsjecho-Slowakije het recht-
streeksche gevolg is geweest van de bezoe
ken, die ik den vorigen herfst aan Duitsch
land heb gebracht en dat, aangeaien 't resul
taat der recente gebeurtenissen geweest is
een verscheuren van de regeling, die te
Müncben tot stand was gebracht, hierdoor
be wee en is, dat deze bezoeken geheel ver
keerd waren.
Gezegd is verder, dat, aangezien dit een
ï>ersoonlijke politiek van den eersten mi
nister was, de blaam voor het lot van
iTsjecho-Slowakije op zijn schouders moet
rusten. Dat is een volkomen onverdedigbare
conclusie. Ik ben den vorigen herfst naar
'Duitschland gegaan op de eerste en belang
rijkste plaats, omdat dat mij, in wat een
bijna wanhopige toestand leek te zijn, toe
scheen, de eenige kans te bieden tot het af
wenden van een Europeeschen oorlog.
Ik nuag u er aan herinneren, dat, toen de
teerste aankondiging kwam, dat ik naar
Duitschland ging, geen stem opging, om cri-
tiek uit te oefenen. Iedereen juichte die
ring toe, doch eerst later, toen bleek, dat
resultaten der uiteindelijke regeling min
der waren dan de verwachtingen van som
migen, die de feiten niet volledig op hun
waarde schatten, begon de aanval en zelfs
toen werd nog geen afkeuring uitgesproken
over het bezoek, maar over de termen der
regeling
Ik heb nooit ontkend, dat de voorwaarden,
'die ik in staat was te München te verkrij
gen, niet zoo waren, als ik zelf gewenscht
zou hebben, maar, gelijk ik toen uiteenzette
jhad ik niet met een nieuw probleem te
doen. Het ging bier om iets, dat steeds be
staan had sedert het verdrag van Versail
les. een probleem, dat lang geleden had be-
hooren te worden opgelost, wanneer slechts
de staatslieden der laatste twintig jaren een
breeder en meer verlicht inzicht hadden
gehad in hun plichten. Het was geworden
als een lang verwaarloosde ziekte, en een
chirurgische operatie was noodig, om het
leven van den patiënt te redden. Tenslotte
Werd het eerste en meest rechtstreeksche
1 doel van het bezoek bereikt: de vrede in
Europa werd gered en zonder deze bezoe-
ken zouden thans honderdduizenden gezin
nen rouw dragen.
Werkelijk, ik behoef mijn bezoeken aan
Duitschland van den vorigen herfst niet tc
verdedigen, want wat was het alternatief?
Niets, wat wij, wat Frankrijk, of wat Rus
land zouden hebben kunnen doen, zou bij
mogelijkheid Tsjecho-Slowakije hebben kun
nen redden van een invasie en van vernie
tiging en zelfs wanneer wij ten oorlog waren
getrokken en tenslotte de zege bevochten
hadden, zouden wij nooit Tsjecho-Slowakije
weer hebben kunnen vormen, zooals het
door het verdrag van Versailles was ge
sticht.
Ik had nog een tweede doel. toen ik naai
München ging, namelijk de politiek te be
vorderen. die ik steeds gevoerd heb van het
oogenblik af, waarop ik mijn tegenwoor
dige positie bekleed, de politiek, die soms
genoemd wordt een „Europeesche bevr.HÜ
ging", ofschoon ik zelf niet meen. dat dit
een zeer gelukkige term is, of een woord,
dat nauwkeurig de bedoeling omschrijft.
Wilde die politiek slagen, dan was het
van essentieel be'ang, dat geen mogendheid
er naar zou streven de algemeene overheer-
sching te verkrijgen van Europa, maar dat
een ieder zich ermede tevreden zou stellen,
redelijke faciliteiten te verkrijgen voor d°
ontwikkeling van zijn eigen hulpbronnen,
zijn eigen aandeel te verzekeren in den inter
nationalen handel en de levensvoorwaarden
van zijn eigen volk te verbeteren. En ik had
den indruk, dat. ofschoon die ontmoeting
wel een botsing zou kunnen beteeken en van
de belangen tusschen de verschillende staten
het niettemin door toepassing van onderlin-
gen goeden wil, van begrip voor wat dc
grenzen waren van de begeerten van ande
ren mogelijk moest zijn, alle verschillen tot
een oplossing te brengen door besprekingen
en zonder conflict.
Toen ik naar München ging, hoopte ik
door persoonlijk contact, er achter te komen
wat Hitier voor den geest stond en cff het
waarschijnlijk was, dat hij tot samenwer
king bereid zou zijn.
De sfeer, waarin onze besprekingen ge
voerd werden, was niet zeer gunstig, omdat
wij midden in een acute crisis zaten.
Desalniettemin had ik toch in de tussehen-
poozen tusschen de officieele besprekingen
eenige gelegenheden, om met hem te spre
ken en zijn opvattingen te vernemen en ik
dacht, dat de resultaten niet geheel onbe
vredigend waren.
Hitler gaf verscheiden malen
zijn woord
Toen ik terugkeerde na mijn tweede
bezoek, deelde ik het Lagerhuis de bespre
kingen mede, die ik met Hitler had ge
voerd, waarover ik zeide, dat hij, met
grooten ernst sprekende, herhaald had.
wat hij reeds te Berchtesgaden gezegd
had. namelijk dat dit de laatste territoriale
ambitie van hem in Europa was en dat hij
niet den wensch had, om in het Duitsche
rijk menschen op te nemen van andere
rassen dan de Duitschers. En Hitier zelf
bevestigde dit verslag van het gesprek in
een redevoering in 't Sportpalast te Ber
lijn, toen hij zeide: „Dit is de laatste terri
toriale eisch, dien ik in Europa heb te
stellen". En even later zeide hij in dezelf
de redevoering: „Ik verzekerde Chamber
lain, en ik leg daar thans den nadruk op,
dat, wanneer dit probleem is opgelost.
Met gemengde gevoelens ontving de
bevolking van Praag de gemotoriseer
de Duitsche troepenafdeelingendie
de stad kwamen bezetten.
Volgens de gisteren te Praag uitee-
geven proclamatie zijn Bohemen en Mora
vië ingelijfd in het Duitsche Rijk. De niet-
Duitsohe inwoners, die natuurlijk de Tsje
chen omvatten, worden geplaatst onder een
Duitschen protector in een Duitsch protecto
raat Zij worden onderworpen aan de poli
tieke, de militaire, de economische behoef
ten van het Duitsche Rijk.
Men noemt hen een zelfbesturen den staat,
maar Duitschland belast zich met hun bui-
tenlandsche politiek, hun douanerechten en
accijnzen, hun bankmiddelen en met de uit
rusting van de ontwapende Tsiechisc.be
strijdkrachten.
Wat wellicht het meest onheilspellende is.
wij hooren weer van het verschijnen yan
de Gestapo, gevolgd door het gebruikelijke
verhaal van massa-arrestaties van op den
voorgrond tredende personen, met gevolgen
die ons allen bekend zijn.
Iedere man en vrouw in dit land. die zich
het lot der joden en politieke gevangenen
in Oostenrijk herinnert, moet vandaag ver
vuld zijn van een droevig voorgevoel. Wie
zou zijn hart niet in sympathie voelen uit
gaan naar dat trotsche, dappere volk, dat
zoo plotseling is onderworpen aan deze be
zoekingen, welks vrijheden worden gekort
wiekt en welks nationale onafhankelijkheid
verdwenen is.
Wat is er geworden van de ver
zekeringen: „Wij willen geen
Tsjechen in het rijk?"
Wat is hier voor rekening eehouden met
dat beginsel van zelfbeschikking, hetwelk
Hitler zoo heftig met mij beredeneerde in
Berchtesgaden, toen hij mij vroeg om af
scheiding van 't Sudetcnland van Tsjecho-
Slowakije en de inlijving daarvan in hef
Duitsche Rijk?
Ik weet, dat ons verteld wordt, dat deze
gebiedsverovering noodig is geworden door
ordeverstoringen in Tsjecho-Slowakije. Fr
wordt ons gezegd, dat de afkondiging va a
dit nieiuwe Duitsdhe protectoraat, tegen den
wil der inwoners in, onvermijdelijk is ge
worden door de wanordelijkheden, die den
vrede en de -veiligheid van hun machtigen
nabuur bedreigen.
Ik geloof niet, dat er iemand is, die mijn
ernst in twijfel wil trokken, als ik zeg. nat
er bijna niets is, dat ik niet voor den vrede
zou offeren, maar er is één ding dat ik moet
uitzonderen en dat is de vrijheid, welke wij
honderden jaren hebben genoten en welke
wij nooit zullen opgeven (Langdurige toe
juichingen).
Dat juist ik mij geroepen moet voelen,
vandaag zoo'n verklaring af te leggen, geeft
de maat aan van den omvang waarin deze
gebeurtenissen het vertrouwen vernield heb
ben, dat het hoofd begon op te steken en dat.
wanneer men het toegestaan had te groeien,
dit jaar tot een heugelijk jaar zou hebben
gemaakt wegens den terugkeer van geheel
Europa tot het gezonde verstand en de sta
biliteit
Nog slechts zes weken geleden maakte
ik hier een toespeling op geruchten en ver
denkingen, welke, naar ik zeide. uit den
weg moesten worden geruimd. Ik wees er
op, dat iedere poging tot overheersehing der
wereld door geweld een poging was, waar
tegen de democratieën tegenstand moesten
bieden, maar ik voegde er aan toe, dat ik
niet kon gelooven, dat een dergelijke uitda
ging in dé bedoeling lag, aangezien geen
regeering, die de belangen van haar volk ter
harte gingen, het voor zoo'n eisch kon bloot
stellen aan de verschrikkingen van den
modernen oorlog.
Inderdaad, daar de lessen der geschieden 1
door een ieder gelezen kunnen worden, teel
het ongelooflijk, dat wij zoo'n uitdaging te
zien zouden krijgen maar ik gevoel mij ge
dwongen te herhalen, dat. hoewel ik niet be
reid hen. dit land te binden door u'suwe
niet nader aangegeven verplichtingen, welke
van kracht zouden zijn onder omstandig
heden, die thans niet voorzien kunnen woi
den. toch geen grooter fout gemaakt zon
kunnen word n, dan de veronderstelling, lat
Gmot-Brittannië. omdat het gelooft, dat de
oorlog iets zinneloos en wreeds is, /oo zeer
zijn ruggegraat verloren heeft, dat het nip'
tot het u'terste van zijn kracht zal deelnemen
aan het weerstand bieden aan zoo'n uitdn
ging, wanneer die ooit gedaan zou worden"
Zijn rede besluitende zeido Chamberlain
„Ik ben er van overtuigd, dat ik voor deze
verklaring den steun, de sympathie en het
vertrouwen van de mannen en vrouwen in
mijn eigen lanc. heb. maar dat ik óók de
goedkeuring zal oogsten van het geheel?
Britsche rijk en van alle naties, die waarlijk
den vrede op prijs stellen, maar die de vrij
heid op nog hooger waarde schatten" (luide
toejuichingen).
Het gehoor van Chamberlain, dat bestond
uit leden van een conservatieve vereeniging
heeft met algemeene stemmen een resolutie
aangenomen, waarin „onverzwakt vertrou
wen wordt uitgesproken in Chamberlain's
politiek".
Het „rapport-Westhoff"
Behandeling voor het Kon. Instituut
van Ingenieurs
DEN HAAG, 18 Maart, op 2S December
1938 werd het rapport Westhoff in een le
denvergadering van het Kon. Instituut van
Ingenieurs beschouwd, na een desbetreffen
de voordracht, gehouden door den heer
Meijer de Vries, aangezien de heer Westh' tf
door ongesteldheid, verhinderd was zulks
persoonlijk te verrichten.
Teneinde de zich ter zake voordoen Jo'
denkbeelden ook nog van andere standpun
ten te belichten, zal t Instituut voornoemd
op 24 Maart a.s. te Den Haag wederom ver
gaderen, waarbij de heeren Mr Dr. E. Ji
Beumer, Dr S. E. B. Bierema en C. J(
P. Zaalberg zich bereid hebben ver
klaard als inleiders op te treden.
Chamberlain gelooft dat hij de
sympathie heeft van allen in de
heele wereld die vrijheid nog
hooger schatten dan vrede
Duitschland geen territoriale problemen i:
Europa meer heeft".
Hitier voegde daaraan toe: „Ik zal niet
meer geïnteresseerd zijn in den Tsjecho-
Slowaakschen staat en ik kan garant'
ren, dat wij geen Tsjechen willen hebben".
Vervolgens staat in de overeenkomst
van München zelve, die de handteekening
draagt van Hitier, deze clausule: „De de
finitieve vaststelling der grenzen zal uit
gevoerd worden -door een internationale
commissie".
Ten slotte zeiden wij in de verklaring,
die hij en ik onderteekenden in München,
dat iedere andere kwestie, die onze beide
landen zou kunnen betreffen, behandeld
zou worden door de methode van overleg.
Met het oog op deze herhaalde verzekerin
gen. die mij vrijwillig gegeven waren, acht
te ik mij gerechtvaardigd, daarop de hoop
te grondvesten, dat. wanneer eenmaal deze
Tsjecho-Slowaaksche kwe6tie geregeld
het mogelijk zou zijn, de politiek van
vrediging. die ik beschreven heb, verder te
voeren.
Desondanks echter was ik te gelijkertijd
niet bereid, onze voorzorgsmaatregelen te
laten verslappen, vóór ik er zeker van was,
dat die politiek gevestigd was en aanvaard
door anderen en daarom werd na München
ons defensieprogram inderdaad versneld.
(Toejuichingen).
En het werd zoo ver uitgebreid, dat ver
betering werd gebracht in zekere zwakhe
den, die aan het lióht waren getreden tij
dens de crisis.
Ik ben overtuigd, dat na München de
groote meerderheid van het Britsche volk
mijn hoop deelde en vurig wenschte, dat die
politiek voortgezet zou worden.
Opnieuw het recht in eigen handen
Vandaag echter deel ik haar teleur
stelling en baar verontwaardiging, dat
die hoop zoo moedwillig de bodem ls
ingeslagen. Hoe kunnen de gebeurtenis
sen, die deze weeik geschied zijn, In
overeenstemming worden gebracht met
die verzekeringen, welke ik heb voor
gelezen?
Als mede-onderteekenaar van de over
eenkomst van München, had ik stellig het
recht, wanneer Hitler van meening was, dat
zij ongedaan gemaakt moest worden, op dAt
overleg, waarvoor een bepaling is opgeno
men in de Münchensche verklaring. In
plaats daarvan heeft hij het recht in zijn
eigen handen genomen.
Nog vóór de Tsjeohische president ge
plaatst werd tegenover de eischen, waar
tegen hij niet bij machte was tegenstand te
bieden, waren de Duitsche troepen in be
weging gebracht
zijn die van buitenaf aangestookt Kan
iemand, buiten Duitschland, de gedachte
ernstig nemen, dat zij een gevaar konden
vormen voor dat groote land en dat zij
eenigerlei rechtvaardiging konden geven
aan hetgeen gebeurd is?
Welk vertrouwen kan men
nog hebben l
Komt de vraag niet onvermijdelijk in
onzen geest op:
Als het zoo gemakkelijk is, om goede
redenen te vinden voor het negeeren
van zoo plechtig en herhaaldelijk gege
ven verzekeringen, welk vertrouwen
kunnen wij dan stellen in eenigerlei an
dere verzekeringen van denzelfden kant?
(Luide toejuichingen.)
Er is nog een andere reeks vragen,
die niet minder onvennijdelijk in ons
moet opkomen en in anderen, mis
schien zeJfs in Duitschland. Onder het
huidige regime heeft Duitschland een
reeks onaangename verrassingen aan
de wereld bereid: het Rijnland, de
„Anschluss" van Oostenrijk, de afschei
ding van het Sudotenland, al deze ge
beurtenissen vormden schokken voor
de openi>are meening in de geheele
wereld.
Maar toch, hoezeer wij daarbij ook afzien
an de methoden, die in elk van deze ge-
al l«p gebruikt zijn, viel er iets voor te
zeggen hetzij op grond van rasverwant
schappen of van rechtvaardige eischen,
aaraan te lang weerstand was geboden.
De gebeurtenissen echter, die deze week
zijn voorge\allen, schijnen, door hun vol
ledig over het hoofa zien \an de xeginse-
len, die door de Duitsche regeering zelf
n vastgelegd, onder een andere cate
gorie te vallen en moeten ons allen ons
doen afvrage.i:
„Is dit het einde van een oud avon
tuur of het begin van een nieuw?
Is dal de laatste aanval op een klei
nen staat, oi moet die gevolgd wor
den door andere?
Is dit inderdaad een stap in de rich
ting van een poging tot overheersehing
van de wereld door geweld?" (langdurig
applaus).
Dit zijn ernstige, zwaar wegende vragen.
Er zal vanavond door mij geen antwoord
op worden gegeven, maar ik ben er zeker
van, dat zij ernstige overweging zullen
eischen niet alleen van de naburen van
Duitschland, maar van anderen, misschien
zelf6 buiten de grenzen van Europa.
Er zijn reeds aanwijzingen, dat het proces
is begonnen en het ligt' voor de hand, dal
het waarschijnlijk is, dat dit proces thans
versneld zal worden.
Wij moeten den toestand opnieuw
onder het oog zien
Wij zelf zullen ons natuurlijk het eerst
wenden tot onze deelgenooten in het
Britsche gemeenebest van volkeren en tot
Frankrijk, waarmede wij zoo nauw ver
bonden zijn en ik twijfel er niet aan, dat
ook anderen, die weten, dat wij niet ge
desinteresseerd zijn. in Zuid-Oost-Europa
den wensch zullen hebben, onzen raad en
ons advies in te winnen. In Groot Brit-
tannië moeten wij allen den toestand op
nieuw onder de oogen zien met dat ge
voel van verantwoordelijkheid, dat zijn
ernst eischt. Niets moet hierbij uitgeslo
ten worden, wat van belang is voor de
nationale veiligheid.
Elk aspect van ons nationale leven moet
van dat gezichtspunt uit bezien worden.
De regeering moet, zooals steeds, de
voornaamste verantwoordelijkheid dragen
en ik weet, dat ieder individu zijn eigen
standpunt wenscht te herzien en opnieuw
te overwegen of hij alles gedaan heeft wat
hij kon, om zijn dienster, aan den staat
aan te bieden.
TILBURG, 18 Maart Op aanwijzing van
een buurvrouw die een sterke gaslucht had
waargenomen, forceerde de politie Donder
dagmiddag do deur van de woning der al
leen wonende 78-jarige wed. P. Hamers in de
Anna Paulownasfraat te Tilburg. In de wo
ning hing een sterke gasfucht. In de huis
kamer lag de bewoonster op haar bed. Zij
was reeds tengevolge van gasverstikkiug
overleden. Het gaskraantje in de keuken
stond open. Men neemt aan. dat dit per on
geluk door de vrouw is opengestooten, toen
zij zich den vorigen avond naar bed wilde
begeven. Aan misdrijf wordt niet gedacht.
Het lijk is naar het St Elisabeth Ziekenhuis
overgebracht
Gemotoriseerde artillerie in de stra
ten van Praag tijdens de bezetting
der stad door de Duitsche troepen.
Leesbare lectuur
Voor de komende Statenverkiezing stelt
de fa. J. van D e v e n t er te s-Gravenzande
verspre?* ingslectuur beschikbaar, welke in!
tweeërlei opzicht „leesbaar" is.
Het zijn n.l strooibiljetten van vrij groot
formaat, gedrukt met groote. sprekende
letter en suggestief opgemaakt, zoodat do
hoofdwaarheden direct opvallen.
Dat is één.
Doch de inhoud, samengesteld door den
heer J. W. van Frankenhuyzen iri
den Haag is ook leesbaar. In enkele alge»
meene, maar goedgekozen trekken wordt
op het belang der verkiezingen gewezen,
terwijl afzonderlijk gewaarschuwd wordt
tegen S.D.A.P., CD U. en N.S.B.tegen
woordig de gevaarlijkste bestrijders eener
Christelijke staatkunde.
Wie nog lectuur gebruiken kan vrage
„zichtzending".
Eerste Kamer-camera
Een kwestie betreffende de
Crisis-Zuivelwet behandeld
Al werd het voorstel ten aanzien van
de terugvordering van gelden, gestort
of betaald in verband met artikel 8 van
de Crisis-zuivelwet 1932 met algemeene
stemmen aanvaard, zulks verhinderde
niet, dat er, voor het zoover was, nog
vrij uitvoerig over gesproken is.
Het betreft hier dan ook wel een princi
pieel puntje in de crisiswetgeving, een wet
geving waarin het delegatiebeginsel ver is
doorgevoerd en veel ter regeling overge'a-
fen blijft aan Koninklijke Besluiten, Minis-
terieele Beschikkingen of Algemeene Maat
regelingen van Bestuur. Nu heeft de rech
ter niet het toetsingsrecht van de wet, maar
we| mag hij b.v een Algemeenen Maatregel
van Bestuur op zijn innerlijke juridische
waarde beoordeelen.
Welnu, het ontwerp, dat gisteren in dc
Ferste Kamer behandeld werd, beoogde de
mogelijke gevolgen af te wenden van een
rechterlijke uitspraak in hoogste instantie
door voor de toekomst de toetsing af te
snijden door den rechter van de wettigheid
van een Kon. Besluit of een Ministericele
Beschikking, waarvan intusschen de on
wettigheid bij de hierbedoclde uitspraak
werd vastgesteld.
De heer Van Rappard (lib.) herinner
de eraan, dat eenige firma's inzake gestorte
gelden voor niet verpakte spijsvetten
ging namelijk in heel het geval over Ie
kwest'e van veroakte of onverpakte vetten
een proces hebben gevoerd, en de Hoeve
Raad heeft beslist, dat de Crisis-Zuivelcen-
trale ten onrechte bedragen had gevorderd.
Het was de bedoeling van de Regeering ook
gelden te heffen van vetten, of ze nu ver
r>akt waren of niet, welke boter of marga
rine konden vervangen.
Zou de regecring. aldus betoogde de hee.
van Rajppard, overgaan tot terugstorting
van de gelden, dan zou dit een ongemotï
veerde verrijking zijn van eenige onderne
mingen. en zulks temeer waar het meeivn-
deel wel tot verhatil van de gelden op af
nemen ln staat is gesteld Hoewel de hetr
van Rappard het bedenkelijk achtte dat een
rechterlijke beslissing In hoogste instantie
ongedaan wordt gemankt, zou hij toch in dit
bijzondere geval zijn stem aan het ontwerp
geven
Deze Minister, aldus zeide de heer Pol
lema (c.h.), streeft ernaar de Kamer zo>
veel mogelijk huiten de economische aange
legenheden te houden Het hlijfi te betreu
ren. dar een rechterlijk vonnis ongedaan
moet worden gemaakt Beter ware het ;ni>
schlen geweest, zoo het departeinen zijn
verlies maar had genomen Maar aangezien
de Hoope Rand een leemte in de wel heeft
aangetoond, is er geen reden, waarom we
deze leemte niet zouden aanvullen.
Inmiddels wildo dc heer Pollcxna in dit
heele geval een uitwas zien van
het stelsel der machtigingswetten.
Elk ingrijpen van de administratie in
handel er. verkeer brengt bezwaren niet
zich. Echter moet de rechtsstaatsidee bo«
waard blijven. Het gevaar van delegatie,
waarbü de rechter Algemeene Maatregelen
en Koninklijke Besluiten toetsen mag. heeft
men ook ondervonden bij de wilde bussen.
Maar aldus deze spr., aangezien m-n
eerst het beginsel in meerderheid heeft
aanvaard, moet men ook de consequentie
aanvaarden, welke thans voor ons ligt. Er
kend moet worden, dat de Minister is viiot-
geloopen, doch de Staten-Generaal mogen
hem den vereischten steun niet onthouden.
Evenwel moeten we met het onderhavige
svsteem niet verder gaan dan strikt nood
zakelijk is. Het systeem klopt ook niet go-
heel met de Grondwet, die niet voor niets
de wet heeft onttrokken aan de controls
van de rechterlijke macht.
De heer Michiels van Kessenicli
(r.k.) heeft vervolgens de geschiedenis van
het wetsontwerp nagegaan, waarbij hij er
aan herinnerde, hoe moeilijk het in de eer
ste crisisjaren was. te ontkomen aan de ge
varen. welke ontstonden uit noodtakel i v©
wijzigingen van bestaande wetten En het
zegt wel iets. dat in het geval in k\ve>no
de fout eerst na jaren werd ontdekt. Voorts
ging spr. na, of het probleem zeil wel «o
bedenkelijk is als anderen meenen, waarbij
hij de opvatting bestreed, dat door dit ont
werp het vertrouwen van het volk in dc?
overheid zou zijn geschokt
Nadat de h&r Von Bönninghauseri
(n.s.b.) nog had opgemerkt, dat de regie
ring blijkens het verlnoo niet meer in de
dogmatiek van het geldende staatsrecht ge
looft. en de heer Hi ems tra (s.d.) zich
vóór het ontwerp had verklaard op grouo
van het algemeen belang, stelde Prof. Kra
nenburg (vd.) tegenover den heer Pol-
lema, dat men in het trekken van de con
sequenties uit de delegatieleer ook te ver
kan gaan.
Daarop heeft de Minister nog een Vort
woord gesproken, waarin hij ontkende 1at
uit dit voorval een falen ran het systesm
bl'jken zou. Men moet het ontwerp zien in
verhand met de omstandigheden waarvoor
men in 1932 was gesteld Intusschen ral do
Minister alles In het werk stellen om fouten
te voorkomen als door het huidige voorstel
moeten worden verbeterd.
Zoo is ook deze principieel-belangrijke en»-
sode belangrijk, wijl het hier ging om do
consequenties van het deleg.nficheginsel in
onze crisiswetgeving veelvuldic tocgooast
weer achter den rug Wellicht ten over
vloede zal uit dit geval gebleken riin welko
gevaren in dit svsteom schuilen, al ral '«et
relf moeilijk afgeschaft kunnen worden D,>
uitbouw van de getroffen mnnlrecoion -i«tv
ben hef veeleer bespoedigd Maar het bhGo
binnen de perken var het noodzakelijke.
Ons staatsbestel is orricht 0p normale wet*
geving. <»n delegatie van bevoegdheden be*
htwrt uitzondering te blijven.