RK3E Mleges tw Bohemen, de eigenlijke Tsjechische gebieden dus, gezamenlijk aan den kop; Slowakije de forsche middenmoot; Karpatho-Oekraine, ook wel Ro«- thenië geheeten, de staartwervels. Dat het Derde Rijk er m toestemde het Slnwaaksche brok uit deze eenheid weg te nemen, moest beteekenen, dat de Roetheensche staart derhalve geheel zou losraken. Hieruit viel te distilleeren, dat men, zonder de Roethenen, in zekere Europeesche hoofdsteden over hen had beslist. Hun verscho ven liggend grondgebied eigende zich in geen enkel opzicht tot staatkundige zelfstandigheid; het was er nu als het ware toe voorbeschikt, aan der den in den schoot te vallen. Dat deze derden Hongaren zouden zijn, stond vrijwel vast. Indien men nu den loop der gebeurtenissen overziet, moet men wel tot de conclusie geraken, dat de beide arbiters van Weenen, Italië en Duitschland, welke aan Roethenië zijn huidigen status hadden verleend, het in deze dagen onderling over een herziening van den status eens geworden moeten zijn, en dat deze beslissing is uitgevallen in een geest, welke zoowel Hongarije als Polen moet be vredigen. Met andere woorden: door toe te laten, dat de Hongaren de Roethenen weder bij zich inlijven, kan de zoo lang verhoopte gemeenschap pelijk Poolsch-Hongaarsche grens ontstaan, welke aan beide landen een hechter politieken en strate- gischen samenhang waarborgt. Doch Duitschland diende deze voor den „Drang nach Osten" ongun stige wending door een anderen zet te com- penseeren. Vandaar dat het zijn positie van toe- zienden voogd over Tsjechoslowakije thans in die van practisch heer- en meesterschap in Tsjechen- land zou gaan verruilen. Diezelfde losmaking van Slowakije uit het repu- blikeinsche staatsverband, welke het lot van Kar patho-Oekraine als in de lucht deed hangen, dreigde ook van de Tsjechische landen Bohemen en Moravië door Duitsche grenzen omvangen brokstukken te maken. Begrijpelijk is dat. gebukt onder d.t sombere vooruitzicht, president Haeha en minister van buitenlandsche zaken Chvalkovski een persoonlijk onderhoud met Adolf Hitler aan vroegen. Zij moesten nieuwe zekerheden verwer ven voor het aan hun beleid toevertrouwde lot der Tijeohcn, maar zij kwamen naar Berlijn op een gelijke wijze, als eertijds Schuschnigg zijn gang naar Berchtesgaden maakte, nl. als onderhande laars, die den afgrond dicht achter zich weten, en derhalve niet meer terug kunnen. Wat .n de nieuwe Rijkskanselarij tusschen Hitier, Von Ribbentrop, Goering en de beide Tsjechenlei- ders in detail is besproken, weet natuurlijk nie mand, maar men kan het zich wel voorstellen. De ware of vermeende aanranding van de positie der Duitschers in de Tsjechische districten zal door den Führer tegen het verlangen der Tsjechen naar nationale veiligheid zijn uitgespeeld. Zoo werden deze beide Tsjechische woordvoerders, beducht voor erger dingen, er zou zelfs gerept zijn van een bombardement van Praag! ertoe als het ware genoopt, het lot van hun land, toch reeds grootendeels van Berlijn afhankelijk, offi cieel in handen van den Führer leggen. Nauwelijks was deze officieele verklaring geteekend en gepu bliceerd, of de gemotoriseerde Duitsche opmarsch, feitelijk reeds aanvankelijk in de grensgebieden aarzelend begonnen, begon zich met een snelheid, welke iets verbijsterends heeft, te ontplooien. Het schouwspel is leerzaam voor hen, die behooren te weten, hoe groot het verrassingsmoment in de moderne krijgvoering is! Reeds Woensdag waren de Duitsche voorposten in de Tsjechische hoofdstad; nog denzelfden avond woei de roode vlag met het hakenkruis van de steng op het Hradschin, de eerwaarde Praagsche keizersburcht. Adolf Hitler, de Führer van het Groot-Duitsche Rijk, had in persoon, vergezeld van de leden van zijn staf, bezit van dit nationale Tsieehische vrijheidssymbool genomen! Met de volstandige zelfbeschikking van een oud cultuur volk, hetwelk na den wereldoorlog moeizaam zijn nationaal bestaan had weten te hernemen, is het voorloopig uit. Henlein, de vermaarde chef der Sudeten-Duit- .schers, is thans gouverneur over Bohemen; Bürckel, onder wiens leiding het Saargebied weder DuJtsch werd, en die het ingelijfde Oostenrijk tot „Ostmark" reorganiseerde, bekleedt dezelfde waar digheid in Moravië. Duitschland heeft opnieuw zijn grenzen uitgezet, ditmaal helaas met openlijke verkrachting van het zelfbeschikkingsrecht der volken; het Derde Rijk heeft nu in zekeren zin een nieuw Elzas-Lotharingen, al ligt dit niet aan de west-, doch aan de oostzijde van zyn rijksge bied Het kan in zijn staatsstructuur op gelijke wijze als vóór 1914 een zwakke stee blijven. Doch voorhands bezint men zich daarop niet. Groot- Duitschland heeft „levensruimte" gewonnen; goed- koope arbeidskrachten, goudreserves, bodemschat ten, een prima op peil staande metaal- en bewa peningsindustrie. Gelyk het zich in korten tijd m'litair wist sterk te maken, zoo is het thans bezig, ook economisch zich tot grootmacht te verheffen. Roemenië wenkt met graan en olie; daarachter strekt zich invloed op den overigen Balkan uit. Dat München te schande is gemaakt; het herstel van vertrouwen, door een Chamberlain zoo moei zaam voorbereid, geschokt; het uitzicht op inter 122 nationale toenadering wie weet voor hoe lang ver troebeld; bekommert men zich daar te Berlijn ook maar eenigszins over? Goebbels liet zich in ironi- schen z.-n erover uit! Europa, ook Amerika, zien toe, en inspecteeren de wapens, waarover zy be schikken BINNENLAND HET moet gebeurd zijn, dat een grappenmaker één der firmanten van een lompenhandel, waar al te veel voorraad was in een bouwvallig pakhui:, de vraag stelde: Wie heeft het brandje gesticht, jij of je broer? Waarop de aangesprokene onvervaard antwoordde: Man, hou je mond; het moet morgen pas branden! Men is geneigd tegenwoordig zich zelf, bij het zien van een gebouw, dat blijkbaar op den sloper waaht, te vragen: wanneer zal hier de rooie haan koning kraaien? Want ondanks regen en hagel wil het in de laatste maanden hier en daar flink branden, beter dan we in de laatste jaren gewoon waren, en niet zelden zyn er panden bij, waarvan men zegt: die waren voor afbraak beitemd. Nu denken wij er natuurlijk niet aan met deze ironie iemand, wie ook, onder eenige verdenking te brengen. De bovenbouw van het Utrechtsche station brandde precies op tijd af; zelfs aan kwaadwilligheid van buitenstaanders kon niet gedacht worden. Deze week was Utrecht weer fantasti ch ver'icht door de hoog oplaaiende vlammen van een groot warenhuis, waarvan een gedeelte op de nominatie stond om spoedig te verdwijnen. En het gemeentebestuur vraagt zich nu wel af of het niet al te inschikke'ijk is geweest, want een verzameling houten getimmerten levert brandbaar materiaal; afgedacht nog van de zeer brandbare goederen. Al daar de vlam inslaat, dan springt hij met groote snelheid van stand tot stand en men mag van geluk spreken, dat er weinig koopers waren en dat het talrijke personeel zich spoedig wi t te bergen; anders zou het een ramp geworden zijn. Nu werd alleen materieele schade geleden en de nieuwbouw komt wat eerder dan men dacht. Ook bij andere branden vielen gelukkig geen men- schenlevens te betreuren, maar de gevolgen wa ren toch ernstiger. Door kortsluiting ging een meubelfabriek in Culemborg in de vlammen op, die hout, meubelen en twintig electromotoren ter waarde van 50.000.verslonden; maar erger is dat zestig arbeiders nu voorloopig werkloos zijn. Dinsdagmorgen om 8 uur heerschte er in hotel „De oude Doelen" aan het Tournooiveld in den Haag een chaotische stemming, toen er plotseling door onbekende oorzaak, brand uitbrak. Een hotel houder is va t niet gesteld op brand; zeker niet in een historisch gebouw en als zijn huis goed bezet is. Van nog grooter hi torische waarde was echter kasteel „Bergh" te 's-Heerenberg, dat Dinsdag avond in enkele minuten in lichterlaaie stond. Het is eigendom van de familie Van Heek uit Enschedé, die het vóór de wereldoorlog kocht van de tak Sigmaringen van het huis Hahenzol- lern. Groote sommen gelds heeft de familie be steed om het kasteel in oude toestand terug te brengen, niet alleen architectonisch, doch vooral ook cultureel. Kostbare schilderijen, voortreffelijk beeldhouwwerk en zeldzame incunabelen (een (te lingen der boekdrukkunst) werden hier verzameld. Hoewel een groot deel van het gebouw totaal verwoest is, zijn vele kostbare stukken tijdig in veiligheid gebracht. Van de millioenenrohat zal echter wel heel wat verloren zyn. Deze brand berokkende enkel schade. Het is duidelijk, dat de brandweer in verschillende plaatsen het deze week druk heeft gehad. En op veel succes kan ze meestal niet bogen, want de vlammen lieten hun prooi niet gemakkelijk los. Wat dat betreft, kan de Haagüche politie een mooier rekening opmaken. Die is er nl. in geslaagd de hand te leggen op een inbrekersbende, welke de Haagsohe juweliers met schrik vervulde. In een straat al andere straten van de residentie deed men allerlei sensationeele ontdekkingen, welke bewezen, dat men het groote centrum van de Haagsohe inbrekerswereld gevonden had. Een buit van meer dan een ton lag daar opgestapeld, benevens een werkplaats voor arbeid, welke het daglicht niet kan verdragen en de welge-telde familie was blijkbaar juist van plan stil te gaan leven. Nu, die wensch zal nu wel vervuld wor den.... Hulde aan de politie vooral aan inspec teur C. A. Struick en rechercheur J. C. Ophuysen, die zoo vaak critiek moet hooren doch onverzet- te'ijk bleef pogen om het complot van „de peper- strooiers" te ontma keren. Onaangenaam werk moest de politie in het vredige Doornspijk verrichten. Het is vreeselijk als men twee respectabele en geëerde burgers naar het gevang ziet brengen. Maar het moet gebeuren, wanneer secretaris en/of ontvanger een bedrag van meer dan 130.000.zoek gemaakt hobbcn en verduistering pleegden. Het is een tragisch verloop: eerst de ontvanger gearresteerd; toen de secretaris, die de hoodfsohuldige scheen, waarna de ontvanger vrijgelaten werd; nu beiden weer opgesloten. Geloof maar, dat het hard was voor de elf eenvuodige raadsleden, die ten volle in de twee ambtenaren vertrouwden, om te moeten hooren: ^meen niet, dat het nog wel terecht zal komen; eerder is te verwachten, dat er nog meer narigheid volgt," De ontvanger was nl. ook kas sier van de Boerenleenbank. Geldt ook hier weefl de Bijbelsche waarheid: geldgierigheid is een wortel van alle kwaad? Bij zulke bedriegeryen is het slechts kinderspel, wat te Katwijk aan het licht kwam, waar de politie twee helers van ge- stolen fietsen wiüt te ontmaskeren en twee dozijn vehikels in beslag kon nemen, Iemaind uit Was senaar had ze geleverd" en Hagenaars hadden er aanvankelijk op gereden. Het wordt waarlijk tijd, dat men wat nauwkeuriger op zijn karretjes let. En ook op het weggevaar .mogen we er wel aan toevoegen. Want het is waar, dat roekelooze automobilisten zich zelf en anderen vaak in groot gevaar brengen, ook fietsers hebben wel eens schuld, Zeer tragisch was het ongeval te Rheden, waar een dertig-jarige chauffeur zijn eerste kare- vracht zand zou halen en onder de neerstortende aarde bedolven raakte. Beter liep het af te Hoofd dorp, waar drie auto's met elkaar in botsing kwamen de schuldige ging er gauw van door en waarbij althans geen menschenlevens te be treuren vielen, al waren er wel gewonden. Maar, veelzeggend is, dat volgens de gemeentelijke ver keersongevallen-statistiek van Amsterdam, in 1938 in ruim 82 pet der gevallen de schuld aan bestuur ders van voertuigen lag en slechts in bijna 8 pet der gevallen aan fouten van voetgangers. Dit neemt echter niet weg, dat fitesers ook moe ten uitkijken, Er heersabt namelijk bij veel wiel rijders de meening, dat, als zij slechts even can hand of arm hebben uitgestoken om te kennen te geven, dat zij willen oversteken, zij dit ook meteen maar kunnen doen, zonder zich te verge wissen of de weg inderdaad vrij is. Het Bossche Gerechtshof denkt er andons over en verklaarde een "fietser schuldig, die voor het oversteken niet eerst even had omgezien. Want hier geldt het: zie wel om en houd goed rechts! En voorts: denk aan uw fiets-plaatje. Want al merkt men soms in maanden niets van controle: de controleurs slapen niet: gedurende het jaar 1938 zijn te Amsterdam ingevolge de Rijwielbelastingwet 16,816 bekeu ringen gemaakt, waarvan 12.809 door belasting ambtenaren en 4007 door de politie. De opbrengst aan boeten was in totaal omstreeks 19 duizend gulden. Een groot aantal verstokte ontduikers was er bij; zelfs zijn er wielrijders, die in dit jaar twaalfmaal een proces-verbaal kregen, Van het totale boetebedrag werd 77 procent in handen van de controleurs betaald bij aanhouding. Het zijn flinke getallen en todh gebeurt het nog, dat heele volksstammen jaar ui»t jaar in zonder plaatje rijden. Want wetsontduiking schijnt zeer verleidelijk te zijn. Het treinverkeer leverde deze week ook eenig gevaar op, Op het station Vinkeveen kwamen twee treinen met elkaar in botsing. In totaal werden vijftien reizigers aan ledematen of gelaat gewond. Maar een vreeselijk ongeluk werd voorkomen bij de le van Swindenstraat in Amsterdam. Daar is een wèl bewaakte overweg, doch hij werd deze week op een avond niet goed bewaakt, want de machinist reed op verkeerd spoor. Toen de boomen openstonden en een aantal menschen passeerde, rolde er plotseling een trein voorbij. Ternauwer nood ontsnapten verschillende menschen aan de dood. Een moeder en haar kind werden gered door een jongen van 17 jaar, die uit de ambachtsschool kwam en het tweetal geen seconde te vroeg greep en terug trok. Een prachtdaad van een padvinder! De veiligheid van openbare wegen gaat ook de regeering ter harte. Deze week kwam de ver blijdende mededeeling, dat door en op kosten van het rijk tot het aanbrengen van een natrium- verlichting zal worden overgegaan, voor zoover althans met de leveranciers van vele eleotrische stroom en de beheerders van eventuele bestaande gemeentelijke verlichtingen, overeenstemming kan worden verkregen. In de eerste plaats behoort hierbij de zeer ge vaarlijke weg Rotterdam—den Haag, maar ook AmsterdamHaarlem, den HaagHaarlem, Utrechtde BiltZeist, ArnhemVelp, Hengelo Enschedé en eenige andere. Dat zijn groote plannen. Maar die heeft de P.T.T, ook. Want het hoofdbestuur heeft besloten om de gebouwen aan de Kortenaerkade te verlaten en een geheel nieuw gebouw te stichten aan de Laan van Meerdervoort, tusschen de Thorbeckelaan en de toekomstige Groen van Prinstererlaan, tegen over het groote De Savornin Lohmanplein, in het westen der stad. En dat, ondanks een aangekon digde tariefverlaging. Ook Fokker wil zijn vleugels uitslaan. Hij overlegt nl. met de regeering om te komen "tot bouw van groote verkeersvliegtuigen in ons land. Waarom ook niet? Het heeft menig Nederlander al gedurig gehinderd, dat de K.L.M. maar voortgaat millioe- nen-bestcllingen te doen in 't buitenland. De lei ding schijnt er niet van doordrongen te zijn, dat ons volk eenerzijds een Pink subsidie geeft en anderzijd? voor zijn werkloozcn te zorgen heeft. Het is prachtig, dat de K.L.M. snijbloemen naar de bruiloft van prinses Tawzia, zuster van koning Faroek in Egypte brengt; maar zij moet ook aan ons volk denken. Da-t doet de Leidsche dekenfabriek wel, die heel wat herschoolde werkloozen kan opnemen in het bedrijf; terwijl men ook in Twente de opleiding van jonge mannen voor vrouwenarbeid ter hand heeft genomen. Als nu het voorjaar, behalve kievitseieren, waarvan Tessel dit jaar de gebroken primeur heeft, maar wat opleving brengt. Er is hoop, maar vaak met beving. IN DE LENTE Wat zijt Gij groot, wat zyt Gij goed! Zo heffen w' aan met blij gemoed, Mild zeegnend Opperwezen! Het feestkleed, dat weer 't aardrijk siert, De schepping, die haar hoogtijd viert, Looft U den Nooitvolprezen! Het groen, ontsprongen aan zijn knop, Hangt, U ter eer, zyn kransen op, En beemd en akkers bloeien; En zou dan 't hart, in U verheugd, U, die Uw schepping kroont met vreugd, Niet dankend tegengloeien? Wat zijn Uw giften veel en rijk! Welk vader is aan U gelijk In zegenend erbarmen? Uw liefd' is over allen groot, Gy stort Uw weldaan in de schoot Van rijken en van armen. Uw zonne, die Gij op laat gaan, Lacht dankbren en ondankbren aan, Gij strooit Uw lenterozen Ook op het pad van zondaars, Heer! En uit Uw wolk druipt zegen neer Op goeden en op bozen. LETTERRAADSEL Mijn geheel bestaat uit dertien letters en stelt een ruimte voor, waar iets vertoond wordt of iets merkwaardigs geschiedt. X 12 X 13 Romeins cijfer voor het getal 7U. Uitroep ter uiting van smart of sterke ge moedsaandoening. Plaatsje op de Zuidgrens van Noord-Brabant Gebrek aan regen, schade doende aan de te velde staande gewassen. Vat, waarin de spelden en naalden gepolijst worden. De waarde van een zaak in geld, de prijs Het te zoeken woord. Schertsende benaming van kringen of gezel schappen, waarin men vertrouwelijk spreken kan en volstrekt geen omslag maakt. 9 Zonder geopend te worden. 10 Vat, dat gebruikt wordt by een bewerking, waardoor de boterdelen uit de melk wordcr afgezonderd. 11 De zetel der gedachten. Ook hoge zandgrond, in tegenstelling van lage veen- en poldergron- den. 12 Vrucht wier zaden onder een stevig vlies door een vlezig of saprijk vruchtmoes omgeven zijn. 13 Romeins cijfer voor het getal 50. Ook afkor ting voor: pond sterling. OPLOSSING van het Letterraadsel in de vorige Kinderkrant: Het geheel is: bloeimaanden. De onderdelen zijn: 1. b, voor: mol; 2. els; 3. vloot; 4. scheede; 5. padvinder; 6. kloekmoedig; 7. noodmastjes; 8. luiwagens; 9. plannen; 10. maden; 11. den; 12. N. voor 900. HOE KUNNEN WE ZELF EEN BEKER MAKEN? Als 't bij leven en welzijn over een paar maanden weer zomer is, zal 't wel eens gebeuren, dait je onderweg op een flinke wandeling geplaagd wordt door erge dorst. Hoe vaak gebeurt 't dan niet, dat je wel wat water kunt vinden maar geen drink beker by je hebt. Let dan maar eens op hoe mak kelijk je er een maken kunt. Je hebt dan alleen maar een stevig stuk papier nodig dat vierkant en 20 cM. lang is. De breedte is dan? Juist, ook 20 cM., want daarom is het immers vierkant. Nu vouw je dit dubbel langs de diagonaal, zoals je in figuur I kunt zien. Daarna vouw je punt b naar de tegenoverliggende zijde, zodat de lijn b even wijdig loopt met de lijn cf (zie figuur II). Keer nu figuur II om en vouw aan de achterkant punt c op dezelfde manier om als je met punt b gedaan hebt (zie figuur ni). De driehoeken bef en c g h vormen 2 zakjes. Vouw nu punt a en van (Dom c^an. Jongens en Meisjes, 'K zie 'k REBUS L^UK op m'n maandkalender t bij 21 Maart staan: begin van de lente. Dat is dus aanstaande Dinsdag. Terwijl 'k dit schrijf staat 't zonnetje helder aan de hemel, de bomen aan de overzijde van de straat lopen al uit en de mussen gaan te keer als een troep schooljongens, die een vrije middag hebben gekregen. Dinsdag begint de lente. Dat vind 'k fijn. 'k Heb altijd veel van de lente gehouden; als jongen al vond Tc de lente de mooiste tijd van 't jaar. 'k Kwam vroeger wel eens by een oud moedertje ze is al jaren geleden gestorven en als 'k tegen hadr zei: de lente is de mooiste tijd, dan zei ze altijd: Dat mag je niet zeggen, elk jaargetij is mooi, want God heeft heel 't jaar gemaakt, 'k Wist nooit goed wat 'k daarop zeggen zou. Aan le ene kant moest 'k haar gelijk geven, maar 'k uocht toch wel zeggen, dat 'k da lente de mooiste tijd van 't jaar vond'k Geloof trouwens, duo de meeste mensen er zo over denken. Natuurlijk, God heeft 't hele jaar gemaakt en zomer, herfst en winter vertonen een eigen schoen- heid. Maar de lente kan ons zo blij en opgewekt maken. We hebben daar vaak zelf geen erg in, maar toch is 't zo. De jongens en meisjes van 't platteland benijden wel eens de kinderen, die in de stad won^n. En dat kan 'k best begrijpen, want de stad geeft voor delen en gemakken waarvan men op 't stille do-/ geen begrip heeft. Maar in deze tijd van 't jaar nu de lente op komst is, zou 'k best een poosje op 't platteland willen wonen. We kunnen echter niet zo maar weglopen van de plaats waar we onze arbeid hebben, en dat is maar goed ook In de lente-zegening deelt gelukkig de grootste stad en het kleinste dorpje. Gods lieve zon schijnt overal, en waar zij is, daar roept ze 't leven te voorschijn. Dat is een ua« die grote wonderen, die zich elk jaar herhalen. En er zijn duizenden men sen, die daarvan niets zien. Jongens en meisjes, 'k zou jullie willen raden toch steeds met open ogen door de natuur te wandelen Daar is altijd iets te zien en vooral in de lentetijd is er o zo veel te genieten. 'k Ken een troepje jongens, die in een grote stad wonen, 's Woensdags- en Zaterdagsmiddags trek ken ze vaak per fiets er op uitDan gaan ze naar buiten en je moest eens zien wat ze soms van hun tochten meebrengen. En vertellen dat ze kunnen! O, aan en in de sloot, in 't riet en op 't ue'd is er zo veel te zien. En dan in de lucht, waar straks de vogels hun lentezang zullen doen horen. LentetijdJe weet toch wel welk gedeelte van 't leven daar vaak mee vergeleken wordtDe iengd, de tijd waarin jullie nu leven. In de lente wordt alles klaar gemaakt voor de zomer en de herfst. Vergeten we dat nooit. Maar éénmaal is 't in 't leven lentetiid en die tijd is o ~o spoedig verstreken. OOM JAN, punt d in deze zakjes op de manier als voor punt o in figuur IV is aangegeven. Dan krijg je ee»n beker'je als in figuur V, dat eeker niet lekt. Probeer 't nu al vast maar eens thuis, dan gaat 't je lateir des te makkelijker af. WANHOPIGE VRAAG Twee reizigers dineren in een restaurant van twij felachtige zindelijkheid. „Veeg je bord eerst af', fluistert de een. „Maar waaraan moet ik dan eerst m'n servet afve gen?" vraagt de ander Wanhopig. DE GOEDKOOPSTE MANIER Een zeer deftige heer kwam een nieuwe kappers zaak binnen. „Haha", dacht de kapper, „die kan ik gerust goed laten betalen". De heer liet zich knip pen en scheren, en toen hy klaai was, vroeg hij hoeveel hij schuldig was. „Een gulden vyf-en twintig", zei de kapper met een doodgewoon ge zicht. En terwijl de klant zijn portemonnaie te voorschijn haalde, zei hij: „Verschrikkelijk veel last van vliegen". „Ja, zegt u dat wel", beaamde de kapper, ,,'t Zou me 'n rijksdaalder waard zyn als ik die beesten kwijt kon raken". „O, maar u kunt er veel goedkoper van afkomen", verzekerde de heer. „Hoe dan?" informeerde de barbier gretig. „Nou", antwoordde de heer nuchter, „u vangt ze, knipt en scheert ze en vraagt ze dan 1.25. Ze ko men dan vast niet meer terug!" MISVERSTAND Heer: „Kelner neem d:e boerenkool maar weg, daar zit een worm in". Kelner: „Pardon mijnheer, dat is de worst!" 132.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10