RK3E
Mleges
tw
Bohemen, de eigenlijke Tsjechische gebieden dus,
gezamenlijk aan den kop; Slowakije de forsche
middenmoot; Karpatho-Oekraine, ook wel Ro«-
thenië geheeten, de staartwervels. Dat het Derde
Rijk er m toestemde het Slnwaaksche brok uit
deze eenheid weg te nemen, moest beteekenen,
dat de Roetheensche staart derhalve geheel zou
losraken. Hieruit viel te distilleeren, dat men,
zonder de Roethenen, in zekere Europeesche
hoofdsteden over hen had beslist. Hun verscho
ven liggend grondgebied eigende zich in geen
enkel opzicht tot staatkundige zelfstandigheid; het
was er nu als het ware toe voorbeschikt, aan der
den in den schoot te vallen. Dat deze derden
Hongaren zouden zijn, stond vrijwel vast. Indien
men nu den loop der gebeurtenissen overziet, moet
men wel tot de conclusie geraken, dat de beide
arbiters van Weenen, Italië en Duitschland,
welke aan Roethenië zijn huidigen status hadden
verleend, het in deze dagen onderling over een
herziening van den status eens geworden moeten
zijn, en dat deze beslissing is uitgevallen in een
geest, welke zoowel Hongarije als Polen moet be
vredigen. Met andere woorden: door toe te laten,
dat de Hongaren de Roethenen weder bij zich
inlijven, kan de zoo lang verhoopte gemeenschap
pelijk Poolsch-Hongaarsche grens ontstaan, welke
aan beide landen een hechter politieken en strate-
gischen samenhang waarborgt. Doch Duitschland
diende deze voor den „Drang nach Osten" ongun
stige wending door een anderen zet te com-
penseeren. Vandaar dat het zijn positie van toe-
zienden voogd over Tsjechoslowakije thans in die
van practisch heer- en meesterschap in Tsjechen-
land zou gaan verruilen.
Diezelfde losmaking van Slowakije uit het repu-
blikeinsche staatsverband, welke het lot van Kar
patho-Oekraine als in de lucht deed hangen,
dreigde ook van de Tsjechische landen Bohemen
en Moravië door Duitsche grenzen omvangen
brokstukken te maken. Begrijpelijk is dat. gebukt
onder d.t sombere vooruitzicht, president Haeha
en minister van buitenlandsche zaken Chvalkovski
een persoonlijk onderhoud met Adolf Hitler aan
vroegen. Zij moesten nieuwe zekerheden verwer
ven voor het aan hun beleid toevertrouwde lot der
Tijeohcn, maar zij kwamen naar Berlijn op een
gelijke wijze, als eertijds Schuschnigg zijn gang
naar Berchtesgaden maakte, nl. als onderhande
laars, die den afgrond dicht achter zich weten,
en derhalve niet meer terug kunnen.
Wat .n de nieuwe Rijkskanselarij tusschen Hitier,
Von Ribbentrop, Goering en de beide Tsjechenlei-
ders in detail is besproken, weet natuurlijk nie
mand, maar men kan het zich wel voorstellen.
De ware of vermeende aanranding van de positie
der Duitschers in de Tsjechische districten zal
door den Führer tegen het verlangen der Tsjechen
naar nationale veiligheid zijn uitgespeeld. Zoo
werden deze beide Tsjechische woordvoerders,
beducht voor erger dingen, er zou zelfs gerept
zijn van een bombardement van Praag! ertoe
als het ware genoopt, het lot van hun land, toch
reeds grootendeels van Berlijn afhankelijk, offi
cieel in handen van den Führer leggen. Nauwelijks
was deze officieele verklaring geteekend en gepu
bliceerd, of de gemotoriseerde Duitsche opmarsch,
feitelijk reeds aanvankelijk in de grensgebieden
aarzelend begonnen, begon zich met een snelheid,
welke iets verbijsterends heeft, te ontplooien. Het
schouwspel is leerzaam voor hen, die behooren te
weten, hoe groot het verrassingsmoment in de
moderne krijgvoering is!
Reeds Woensdag waren de Duitsche voorposten in
de Tsjechische hoofdstad; nog denzelfden avond
woei de roode vlag met het hakenkruis van de
steng op het Hradschin, de eerwaarde Praagsche
keizersburcht. Adolf Hitler, de Führer van het
Groot-Duitsche Rijk, had in persoon, vergezeld van
de leden van zijn staf, bezit van dit nationale
Tsieehische vrijheidssymbool genomen! Met de
volstandige zelfbeschikking van een oud cultuur
volk, hetwelk na den wereldoorlog moeizaam zijn
nationaal bestaan had weten te hernemen, is het
voorloopig uit.
Henlein, de vermaarde chef der Sudeten-Duit-
.schers, is thans gouverneur over Bohemen;
Bürckel, onder wiens leiding het Saargebied weder
DuJtsch werd, en die het ingelijfde Oostenrijk tot
„Ostmark" reorganiseerde, bekleedt dezelfde waar
digheid in Moravië. Duitschland heeft opnieuw
zijn grenzen uitgezet, ditmaal helaas met openlijke
verkrachting van het zelfbeschikkingsrecht der
volken; het Derde Rijk heeft nu in zekeren zin
een nieuw Elzas-Lotharingen, al ligt dit niet aan
de west-, doch aan de oostzijde van zyn rijksge
bied Het kan in zijn staatsstructuur op gelijke
wijze als vóór 1914 een zwakke stee blijven. Doch
voorhands bezint men zich daarop niet. Groot-
Duitschland heeft „levensruimte" gewonnen; goed-
koope arbeidskrachten, goudreserves, bodemschat
ten, een prima op peil staande metaal- en bewa
peningsindustrie. Gelyk het zich in korten tijd
m'litair wist sterk te maken, zoo is het thans bezig,
ook economisch zich tot grootmacht te verheffen.
Roemenië wenkt met graan en olie; daarachter
strekt zich invloed op den overigen Balkan uit.
Dat München te schande is gemaakt; het herstel
van vertrouwen, door een Chamberlain zoo moei
zaam voorbereid, geschokt; het uitzicht op inter
122
nationale toenadering wie weet voor hoe lang ver
troebeld; bekommert men zich daar te Berlijn ook
maar eenigszins over? Goebbels liet zich in ironi-
schen z.-n erover uit! Europa, ook Amerika, zien
toe, en inspecteeren de wapens, waarover zy be
schikken
BINNENLAND
HET moet gebeurd zijn, dat een grappenmaker
één der firmanten van een lompenhandel,
waar al te veel voorraad was in een bouwvallig
pakhui:, de vraag stelde: Wie heeft het brandje
gesticht, jij of je broer? Waarop de aangesprokene
onvervaard antwoordde: Man, hou je mond; het
moet morgen pas branden!
Men is geneigd tegenwoordig zich zelf, bij het zien
van een gebouw, dat blijkbaar op den sloper
waaht, te vragen: wanneer zal hier de rooie haan
koning kraaien? Want ondanks regen en hagel
wil het in de laatste maanden hier en daar flink
branden, beter dan we in de laatste jaren gewoon
waren, en niet zelden zyn er panden bij, waarvan
men zegt: die waren voor afbraak beitemd.
Nu denken wij er natuurlijk niet aan met deze
ironie iemand, wie ook, onder eenige verdenking
te brengen. De bovenbouw van het Utrechtsche
station brandde precies op tijd af; zelfs aan
kwaadwilligheid van buitenstaanders kon niet
gedacht worden. Deze week was Utrecht weer
fantasti ch ver'icht door de hoog oplaaiende
vlammen van een groot warenhuis, waarvan een
gedeelte op de nominatie stond om spoedig te
verdwijnen. En het gemeentebestuur vraagt zich
nu wel af of het niet al te inschikke'ijk is geweest,
want een verzameling houten getimmerten levert
brandbaar materiaal; afgedacht nog van de zeer
brandbare goederen. Al daar de vlam inslaat, dan
springt hij met groote snelheid van stand tot stand
en men mag van geluk spreken, dat er weinig
koopers waren en dat het talrijke personeel zich
spoedig wi t te bergen; anders zou het een ramp
geworden zijn. Nu werd alleen materieele schade
geleden en de nieuwbouw komt wat eerder dan
men dacht.
Ook bij andere branden vielen gelukkig geen men-
schenlevens te betreuren, maar de gevolgen wa
ren toch ernstiger. Door kortsluiting ging een
meubelfabriek in Culemborg in de vlammen op,
die hout, meubelen en twintig electromotoren ter
waarde van 50.000.verslonden; maar erger is
dat zestig arbeiders nu voorloopig werkloos zijn.
Dinsdagmorgen om 8 uur heerschte er in hotel
„De oude Doelen" aan het Tournooiveld in den
Haag een chaotische stemming, toen er plotseling
door onbekende oorzaak, brand uitbrak. Een hotel
houder is va t niet gesteld op brand; zeker niet in
een historisch gebouw en als zijn huis goed bezet is.
Van nog grooter hi torische waarde was echter
kasteel „Bergh" te 's-Heerenberg, dat Dinsdag
avond in enkele minuten in lichterlaaie stond.
Het is eigendom van de familie Van Heek uit
Enschedé, die het vóór de wereldoorlog kocht
van de tak Sigmaringen van het huis Hahenzol-
lern. Groote sommen gelds heeft de familie be
steed om het kasteel in oude toestand terug te
brengen, niet alleen architectonisch, doch vooral
ook cultureel. Kostbare schilderijen, voortreffelijk
beeldhouwwerk en zeldzame incunabelen (een (te
lingen der boekdrukkunst) werden hier verzameld.
Hoewel een groot deel van het gebouw totaal
verwoest is, zijn vele kostbare stukken tijdig in
veiligheid gebracht. Van de millioenenrohat zal
echter wel heel wat verloren zyn. Deze brand
berokkende enkel schade.
Het is duidelijk, dat de brandweer in verschillende
plaatsen het deze week druk heeft gehad. En op
veel succes kan ze meestal niet bogen, want de
vlammen lieten hun prooi niet gemakkelijk los.
Wat dat betreft, kan de Haagüche politie een
mooier rekening opmaken. Die is er nl. in geslaagd
de hand te leggen op een inbrekersbende, welke
de Haagsohe juweliers met schrik vervulde. In
een straat al andere straten van de residentie
deed men allerlei sensationeele ontdekkingen,
welke bewezen, dat men het groote centrum van
de Haagsohe inbrekerswereld gevonden had. Een
buit van meer dan een ton lag daar opgestapeld,
benevens een werkplaats voor arbeid, welke het
daglicht niet kan verdragen en de welge-telde
familie was blijkbaar juist van plan stil te gaan
leven. Nu, die wensch zal nu wel vervuld wor
den.... Hulde aan de politie vooral aan inspec
teur C. A. Struick en rechercheur J. C. Ophuysen,
die zoo vaak critiek moet hooren doch onverzet-
te'ijk bleef pogen om het complot van „de peper-
strooiers" te ontma keren.
Onaangenaam werk moest de politie in het vredige
Doornspijk verrichten. Het is vreeselijk als men
twee respectabele en geëerde burgers naar het
gevang ziet brengen. Maar het moet gebeuren,
wanneer secretaris en/of ontvanger een bedrag
van meer dan 130.000.zoek gemaakt hobbcn
en verduistering pleegden. Het is een tragisch
verloop: eerst de ontvanger gearresteerd; toen de
secretaris, die de hoodfsohuldige scheen, waarna
de ontvanger vrijgelaten werd; nu beiden weer
opgesloten. Geloof maar, dat het hard was voor
de elf eenvuodige raadsleden, die ten volle in de
twee ambtenaren vertrouwden, om te moeten
hooren: ^meen niet, dat het nog wel terecht zal
komen; eerder is te verwachten, dat er nog meer
narigheid volgt," De ontvanger was nl. ook kas
sier van de Boerenleenbank. Geldt ook hier weefl
de Bijbelsche waarheid: geldgierigheid is een
wortel van alle kwaad? Bij zulke bedriegeryen is
het slechts kinderspel, wat te Katwijk aan het
licht kwam, waar de politie twee helers van ge-
stolen fietsen wiüt te ontmaskeren en twee dozijn
vehikels in beslag kon nemen, Iemaind uit Was
senaar had ze geleverd" en Hagenaars hadden er
aanvankelijk op gereden. Het wordt waarlijk tijd,
dat men wat nauwkeuriger op zijn karretjes let.
En ook op het weggevaar .mogen we er wel aan
toevoegen. Want het is waar, dat roekelooze
automobilisten zich zelf en anderen vaak in groot
gevaar brengen, ook fietsers hebben wel eens
schuld, Zeer tragisch was het ongeval te Rheden,
waar een dertig-jarige chauffeur zijn eerste kare-
vracht zand zou halen en onder de neerstortende
aarde bedolven raakte. Beter liep het af te Hoofd
dorp, waar drie auto's met elkaar in botsing
kwamen de schuldige ging er gauw van door
en waarbij althans geen menschenlevens te be
treuren vielen, al waren er wel gewonden. Maar,
veelzeggend is, dat volgens de gemeentelijke ver
keersongevallen-statistiek van Amsterdam, in 1938
in ruim 82 pet der gevallen de schuld aan bestuur
ders van voertuigen lag en slechts in bijna 8 pet
der gevallen aan fouten van voetgangers.
Dit neemt echter niet weg, dat fitesers ook moe
ten uitkijken, Er heersabt namelijk bij veel wiel
rijders de meening, dat, als zij slechts even can
hand of arm hebben uitgestoken om te kennen
te geven, dat zij willen oversteken, zij dit ook
meteen maar kunnen doen, zonder zich te verge
wissen of de weg inderdaad vrij is. Het Bossche
Gerechtshof denkt er andons over en verklaarde
een "fietser schuldig, die voor het oversteken niet
eerst even had omgezien. Want hier geldt het: zie
wel om en houd goed rechts! En voorts: denk aan
uw fiets-plaatje. Want al merkt men soms in
maanden niets van controle: de controleurs slapen
niet: gedurende het jaar 1938 zijn te Amsterdam
ingevolge de Rijwielbelastingwet 16,816 bekeu
ringen gemaakt, waarvan 12.809 door belasting
ambtenaren en 4007 door de politie. De opbrengst
aan boeten was in totaal omstreeks 19 duizend
gulden. Een groot aantal verstokte ontduikers was
er bij; zelfs zijn er wielrijders, die in dit jaar
twaalfmaal een proces-verbaal kregen, Van het
totale boetebedrag werd 77 procent in handen van
de controleurs betaald bij aanhouding.
Het zijn flinke getallen en todh gebeurt het nog,
dat heele volksstammen jaar ui»t jaar in zonder
plaatje rijden. Want wetsontduiking schijnt zeer
verleidelijk te zijn.
Het treinverkeer leverde deze week ook eenig
gevaar op, Op het station Vinkeveen kwamen twee
treinen met elkaar in botsing. In totaal werden
vijftien reizigers aan ledematen of gelaat gewond.
Maar een vreeselijk ongeluk werd voorkomen bij
de le van Swindenstraat in Amsterdam. Daar is
een wèl bewaakte overweg, doch hij werd deze
week op een avond niet goed bewaakt, want de
machinist reed op verkeerd spoor. Toen de boomen
openstonden en een aantal menschen passeerde,
rolde er plotseling een trein voorbij. Ternauwer
nood ontsnapten verschillende menschen aan de
dood. Een moeder en haar kind werden gered door
een jongen van 17 jaar, die uit de ambachtsschool
kwam en het tweetal geen seconde te vroeg greep
en terug trok. Een prachtdaad van een padvinder!
De veiligheid van openbare wegen gaat ook de
regeering ter harte. Deze week kwam de ver
blijdende mededeeling, dat door en op kosten van
het rijk tot het aanbrengen van een natrium-
verlichting zal worden overgegaan, voor zoover
althans met de leveranciers van vele eleotrische
stroom en de beheerders van eventuele bestaande
gemeentelijke verlichtingen, overeenstemming kan
worden verkregen.
In de eerste plaats behoort hierbij de zeer ge
vaarlijke weg Rotterdam—den Haag, maar ook
AmsterdamHaarlem, den HaagHaarlem,
Utrechtde BiltZeist, ArnhemVelp, Hengelo
Enschedé en eenige andere.
Dat zijn groote plannen. Maar die heeft de P.T.T,
ook. Want het hoofdbestuur heeft besloten om de
gebouwen aan de Kortenaerkade te verlaten en
een geheel nieuw gebouw te stichten aan de Laan
van Meerdervoort, tusschen de Thorbeckelaan en
de toekomstige Groen van Prinstererlaan, tegen
over het groote De Savornin Lohmanplein, in het
westen der stad. En dat, ondanks een aangekon
digde tariefverlaging.
Ook Fokker wil zijn vleugels uitslaan. Hij overlegt
nl. met de regeering om te komen "tot bouw van
groote verkeersvliegtuigen in ons land. Waarom
ook niet? Het heeft menig Nederlander al gedurig
gehinderd, dat de K.L.M. maar voortgaat millioe-
nen-bestcllingen te doen in 't buitenland. De lei
ding schijnt er niet van doordrongen te zijn, dat
ons volk eenerzijds een Pink subsidie geeft en
anderzijd? voor zijn werkloozcn te zorgen heeft.
Het is prachtig, dat de K.L.M. snijbloemen naar
de bruiloft van prinses Tawzia, zuster van koning
Faroek in Egypte brengt; maar zij moet ook aan
ons volk denken.
Da-t doet de Leidsche dekenfabriek wel, die heel
wat herschoolde werkloozen kan opnemen in het
bedrijf; terwijl men ook in Twente de opleiding
van jonge mannen voor vrouwenarbeid ter hand
heeft genomen.
Als nu het voorjaar, behalve kievitseieren,
waarvan Tessel dit jaar de gebroken primeur heeft,
maar wat opleving brengt. Er is hoop, maar vaak
met beving.
IN DE LENTE
Wat zijt Gij groot, wat zyt Gij goed!
Zo heffen w' aan met blij gemoed,
Mild zeegnend Opperwezen!
Het feestkleed, dat weer 't aardrijk siert,
De schepping, die haar hoogtijd viert,
Looft U den Nooitvolprezen!
Het groen, ontsprongen aan zijn knop,
Hangt, U ter eer, zyn kransen op,
En beemd en akkers bloeien;
En zou dan 't hart, in U verheugd,
U, die Uw schepping kroont met vreugd,
Niet dankend tegengloeien?
Wat zijn Uw giften veel en rijk!
Welk vader is aan U gelijk
In zegenend erbarmen?
Uw liefd' is over allen groot,
Gy stort Uw weldaan in de schoot
Van rijken en van armen.
Uw zonne, die Gij op laat gaan,
Lacht dankbren en ondankbren aan,
Gij strooit Uw lenterozen
Ook op het pad van zondaars, Heer!
En uit Uw wolk druipt zegen neer
Op goeden en op bozen.
LETTERRAADSEL
Mijn geheel bestaat uit dertien letters en stelt een
ruimte voor, waar iets vertoond wordt of iets
merkwaardigs geschiedt.
X 12
X 13
Romeins cijfer voor het getal 7U.
Uitroep ter uiting van smart of sterke ge
moedsaandoening.
Plaatsje op de Zuidgrens van Noord-Brabant
Gebrek aan regen, schade doende aan de te
velde staande gewassen.
Vat, waarin de spelden en naalden gepolijst
worden.
De waarde van een zaak in geld, de prijs
Het te zoeken woord.
Schertsende benaming van kringen of gezel
schappen, waarin men vertrouwelijk spreken
kan en volstrekt geen omslag maakt.
9 Zonder geopend te worden.
10 Vat, dat gebruikt wordt by een bewerking,
waardoor de boterdelen uit de melk wordcr
afgezonderd.
11 De zetel der gedachten. Ook hoge zandgrond,
in tegenstelling van lage veen- en poldergron-
den.
12 Vrucht wier zaden onder een stevig vlies door
een vlezig of saprijk vruchtmoes omgeven zijn.
13 Romeins cijfer voor het getal 50. Ook afkor
ting voor: pond sterling.
OPLOSSING
van het Letterraadsel in de vorige Kinderkrant:
Het geheel is: bloeimaanden.
De onderdelen zijn: 1. b, voor: mol; 2. els; 3.
vloot; 4. scheede; 5. padvinder; 6. kloekmoedig; 7.
noodmastjes; 8. luiwagens; 9. plannen; 10. maden;
11. den; 12. N. voor 900.
HOE KUNNEN WE ZELF EEN BEKER MAKEN?
Als 't bij leven en welzijn over een paar maanden
weer zomer is, zal 't wel eens gebeuren, dait je
onderweg op een flinke wandeling geplaagd wordt
door erge dorst. Hoe vaak gebeurt 't dan niet, dat
je wel wat water kunt vinden maar geen drink
beker by je hebt. Let dan maar eens op hoe mak
kelijk je er een maken kunt. Je hebt dan alleen
maar een stevig stuk papier nodig dat vierkant en
20 cM. lang is. De breedte is dan? Juist, ook 20
cM., want daarom is het immers vierkant. Nu
vouw je dit dubbel langs de diagonaal, zoals je
in figuur I kunt zien. Daarna vouw je punt b naar
de tegenoverliggende zijde, zodat de lijn b even
wijdig loopt met de lijn cf (zie figuur II).
Keer nu figuur II om en vouw aan de achterkant
punt c op dezelfde manier om als je met punt b
gedaan hebt (zie figuur ni). De driehoeken bef
en c g h vormen 2 zakjes. Vouw nu punt a en
van
(Dom c^an.
Jongens en Meisjes,
'K
zie 'k
REBUS
L^UK op m'n maandkalender t
bij 21 Maart staan: begin van de lente.
Dat is dus aanstaande Dinsdag.
Terwijl 'k dit schrijf staat 't zonnetje helder aan
de hemel, de bomen aan de overzijde van de straat
lopen al uit en de mussen gaan te keer als een
troep schooljongens, die een vrije middag hebben
gekregen.
Dinsdag begint de lente. Dat vind 'k fijn. 'k Heb
altijd veel van de lente gehouden; als jongen al
vond Tc de lente de mooiste tijd van 't jaar.
'k Kwam vroeger wel eens by een oud moedertje
ze is al jaren geleden gestorven en als 'k
tegen hadr zei: de lente is de mooiste tijd, dan
zei ze altijd: Dat mag je niet zeggen, elk jaargetij
is mooi, want God heeft heel 't jaar gemaakt,
'k Wist nooit goed wat 'k daarop zeggen zou. Aan
le ene kant moest 'k haar gelijk geven, maar 'k
uocht toch wel zeggen, dat 'k da lente de mooiste
tijd van 't jaar vond'k Geloof trouwens, duo de
meeste mensen er zo over denken.
Natuurlijk, God heeft 't hele jaar gemaakt en
zomer, herfst en winter vertonen een eigen schoen-
heid. Maar de lente kan ons zo blij en opgewekt
maken. We hebben daar vaak zelf geen erg in,
maar toch is 't zo.
De jongens en meisjes van 't platteland benijden
wel eens de kinderen, die in de stad won^n. En
dat kan 'k best begrijpen, want de stad geeft voor
delen en gemakken waarvan men op 't stille do-/
geen begrip heeft. Maar in deze tijd van 't jaar
nu de lente op komst is, zou 'k best een poosje op
't platteland willen wonen. We kunnen echter niet
zo maar weglopen van de plaats waar we onze
arbeid hebben, en dat is maar goed ook
In de lente-zegening deelt gelukkig de grootste
stad en het kleinste dorpje. Gods lieve zon schijnt
overal, en waar zij is, daar roept ze 't leven te
voorschijn. Dat is een ua« die grote wonderen, die
zich elk jaar herhalen. En er zijn duizenden men
sen, die daarvan niets zien.
Jongens en meisjes, 'k zou jullie willen raden
toch steeds met open ogen door de natuur te
wandelen Daar is altijd iets te zien en vooral in
de lentetijd is er o zo veel te genieten.
'k Ken een troepje jongens, die in een grote stad
wonen, 's Woensdags- en Zaterdagsmiddags trek
ken ze vaak per fiets er op uitDan gaan ze
naar buiten en je moest eens zien wat ze soms van
hun tochten meebrengen. En vertellen dat ze
kunnen! O, aan en in de sloot, in 't riet en op 't
ue'd is er zo veel te zien. En dan in de lucht, waar
straks de vogels hun lentezang zullen doen horen.
LentetijdJe weet toch wel welk gedeelte van 't
leven daar vaak mee vergeleken wordtDe iengd,
de tijd waarin jullie nu leven.
In de lente wordt alles klaar gemaakt voor de
zomer en de herfst. Vergeten we dat nooit. Maar
éénmaal is 't in 't leven lentetiid en die tijd is o
~o spoedig verstreken.
OOM JAN,
punt d in deze zakjes op de manier als voor punt
o in figuur IV is aangegeven.
Dan krijg je ee»n beker'je als in figuur V, dat
eeker niet lekt. Probeer 't nu al vast maar eens
thuis, dan gaat 't je lateir des te makkelijker af.
WANHOPIGE VRAAG
Twee reizigers dineren in een restaurant van twij
felachtige zindelijkheid. „Veeg je bord eerst af',
fluistert de een.
„Maar waaraan moet ik dan eerst m'n servet afve
gen?" vraagt de ander Wanhopig.
DE GOEDKOOPSTE MANIER
Een zeer deftige heer kwam een nieuwe kappers
zaak binnen. „Haha", dacht de kapper, „die kan ik
gerust goed laten betalen". De heer liet zich knip
pen en scheren, en toen hy klaai was, vroeg hij
hoeveel hij schuldig was. „Een gulden vyf-en
twintig", zei de kapper met een doodgewoon ge
zicht. En terwijl de klant zijn portemonnaie te
voorschijn haalde, zei hij: „Verschrikkelijk veel
last van vliegen".
„Ja, zegt u dat wel", beaamde de kapper, ,,'t Zou
me 'n rijksdaalder waard zyn als ik die beesten
kwijt kon raken".
„O, maar u kunt er veel goedkoper van afkomen",
verzekerde de heer.
„Hoe dan?" informeerde de barbier gretig.
„Nou", antwoordde de heer nuchter, „u vangt ze,
knipt en scheert ze en vraagt ze dan 1.25. Ze ko
men dan vast niet meer terug!"
MISVERSTAND
Heer: „Kelner neem d:e boerenkool maar weg,
daar zit een worm in".
Kelner: „Pardon mijnheer, dat is de worst!"
132.