Een onderhoud met Karl Barih PARTICULIERE VOORRA ADSVORIVS ING VRIJDAG io MAART 1939 TWEEDE BLAD PAG. 5 Karl Barth Zijn oordeel over kerkelijk Nederland In de Stnawdam treffen wij een interview aan met den bekenden hoogleeraar Prof. Dr. Karl Banth, thans te Baeel. Wij antieenen er enkele gedeelten aan. De bezoeker stelde hem al spoedig de vraag: „U weet na tuurlijk, dait U in Holland naast enthousiaste voor standers ook heel wart tegenstanders heeft, professor. Desondanks ziet de gansche Pro- testanrtsche kerk van Nederland met de grootste belangstelling Uw komst tegemoet. Wanneer denkt U te komen en waar hoopt U te spreken?" „Mta beste mam» heit zeker, dét ik kom. Dart ik komen móg." „Hoe bedoelt U dat?" „Ik mag wel komen spreken, maar niet over politiek. Ik respecteer de wetten van Uw Land, maar geloof me, hoe graag ik ook naar Holland komt, niet met een muilkorf op! Het zal spoedig beslist war- lien, of ik al dan niet komen kan. Maar kom ik, dan is Let programma in Uw land reeds tn kannen en kruiken. Ik hoop dan te spre ken voor de Universiteiten te Amsterdam, Gnandnigen, Kampen, Utrecht en Leiden en slenk omstreeks 21 Maart te arriveeren." „Bent U reeds dikwijs in ons land geweest?" „Ik ben er meermalen geweest en héb er zeer veel vrienden. Verleden zomer had ik nog in Utrecht een vergadering met verschillende theologen. Daarbij is toen de reorganisatie in de Hervormde Kerk nog ter sprake gekomen." Reorganisatie Ned. Herv. Kerk „Ik had *t natuurlijk niet voor het zeggen en aan mijn oordeel behoefde men zich in Nederland, waar het een zuiver-Nederlamdsche zaak gold, niet te storen. Toch heb ik, als „advies van een buitenstaander" mijn oordeel over dieae zaak aan de aanwezige predikanten meegedeeld. Het ging over Belijdenis en Tucht, dn hun juiste verhouding. Ik gaf dan als mijn opinie te kennen, dat de Synode aan de ge meente baar autoriteit niet mag ontnemen. Alleen de geirteente mag een leeraar af zetten, en hiermee dus het recht van tucht uitoefenen. Ook zou het mijns inziens niet kwaad zijn, om een predikant voor zes jaar te beroepen en dan, nadat Synode en Ge meente zich over zijn ambtelijk optreden hebben kunnen uitspreken, zijn herberoep opnieuw aan de orde te stellen. Enfin, het was tenslotte maar als suggestie bedoeld en het ontwerp is ook zondier dait verworpen." Calvinisten, Lutheranen, Barthianen „Er zijn nog heel wart Protestanten in •pwi^nd, die iets tegen me hebben, naar hert schijnt. Of liever: tegen mijn theologische ■werken. Ik heb zoo "t idee, dat men mij niet begrijpen wil; waaróm, weet ik niet. Zoo is omüJaingB professor Schilder im „De Reforma tie" tegen mij uitgevaren naar aan-leidiing van een boek van mij over de Schotsche geloofs- beHijdfenüs. Ik zou, aldus deze schrijver, den tekst hebben omgebogen in m ij n denknch- iüng en werd min of meer als een verdraaier van den grondtekst uitgemaakt. Maar wat wil het geval Professor Schilder gebruikt den Latijnechen tekst als bewijsmateriaal en de door mij letterlijk weergegeven grondtekst staat in hert oud-Engelsch! Ik heb hem dat geschreven naar Kampen, maar op dezen brief nog geen antwoord ontvangen. „De hoogleeraar vertoeft momenteel in Amerika, waar hij „lectures" houdt voor de Calvinisten," lichten wij Prof. Barth in. tBiJ het hooren van hert woord „Calvinisten" fronst hij zijn voorhoofd en zegt: „Men schijnt het in onze Prortegtanrtsdhe wereld nog altijd maar niet buiten die gtroeps- 1 te kunnen stellen. Ik ben van oordeel, en geen goede leerling van Calvijn is, ook i „Maar is U zelf in Uw theologie niet Cal: vinisitisch-gericht?" vragen we. „Ongetwijfeld; ik ben bij Calvijn „in de leer" geweest, maar tenslotte is het mij niet om Calvijn te doen, weet U. Die is, als 't er op aankomt, alleen maar een (zeer duide lijke) handwijzer naar de Heilige Schrift. We moeten bij onze Reformatoren gaan leeren, in den Bijbel te lezen, om door het Woord, dat ons van zonde en genade spreekt, tot den levenden God te komen. Met Hem hebben we te maken, uiteindelijk niet met Luther of Calvijn of wie ook. Als ik het woord „Calvinisme" hoor, krijg ik een Room- schen smaak in m'n mond, U begrijpt me weL Bovendien bevorderen die namen den sectegeest, die in Uw land niet geheel ombe kend moet zijn, naar ik meen. Al die namen als Calvinisten, Lutheranen en wat ge maar méér wilt .zijn door dien duivel uitgevonden! We zijn nog niets wijzer dan de Corinrthiërs, tot wie Paulus moest schrijven: Ik bid U in den naam des Heeren Jezus Christus, dat ondier U geen scheuringen zijn. Oxford Als wij even later den term „dialectische theologie" gebruiken, merkt Prof. Barth glim lachend op: „Alwéér een naam, waaróm toch? Ikzelf noem me geen dialecticus; de naam dialectische theologie drukt bij lange na niet uiit, wat deze theologische visie wil omvatten." „Iets andiers, professor, onlangs vertelde men mij in Züridh, dat de z.g. Oxfordbewe- ging in Zwitserland aoo'n opgang maakte. Wart is Uw opinie nopens deze beweging?" „Ik ben er geen bewonderaar van. Vroeger heb ik er wel eens tegen geschreven; nu in teresseert hert me weinig of niet meer. Ik zie hert zuiver als een mo-tlistische beweging, misschien goed voor Graubün- den. Alle godsdienst, die niet ankert in en gevoed wordt uiit de Heilige Schrift, die ons spreekt van de verdorvenheid dies menschen in zichzelf en de genade Gods in Zijn Zoon Jezus Christus; alle godsdienst, die afbreuk doet aan dien Christus in Zijn koninklijk, priesterlijk en profetisch ambt en aan Zijn Lichaam (de kerk) in ditzelfde drievoudige ambt is in den grond der zaak van geen be- teekenis of waarde." Banden met Nederland „Weert U, dart er elk semester enkele jon gelui uit Holland in Bazel theologie komen studeeren?" vraagt Professor Barth ons; .momenteel zijn er drie schrandere theologi sche studenten uit Nederland. Ik heb met Uw land ook reeds in Münster een bijzonder goede verstandhouding gehad; er zijn veel banden, die ons wederzijds binden." „Kent U die werken van een Kuyper, een Batvinck ook?" vragen we. Een handbeweging van den hoogleeraar naar de bovenste plank van zijn open boe kenkast bevestigt deze vraag ten volle. „U ziet, ze ontbreken in mijn biblio theek niet Ik bezit ze in de Nederlandsche taal, die me nog altijd eenage moeite geeft; nochtans héb ik ze alle gelezen en vooral Bavincks werken moet ik zeggen, dart ze instructief zijn en mij hebben helpen bouwen." „U zei daarstraks, dart U niet begreep, waarom nog zoovele Protestanten in Neder land niet veel met Uw werken op hebben. Professor Hairtjema veronderstelde, dat dit komt doordiart Uw theologische opvatting dy namiet legt onder zoovele „vastigheden", die men niet prijs wil geven," merken we op. „In welk opzicht bedoelt U dart?" „In alle opzichten, het politieke, sociale en vereenigingsleven aangaand; zoo hebben wij bijvoorbeeld Christelijke voetbalvereenagin gen in ons land." „Wart zegt U daar.Christelijk voetbal, hoe gaat dan dan? Ik ken alleen goed voet bal en sledhrt voetbal, maar Christelijk voet bal.... dat is me een raadsel. Wart is het Christelijke daarvan dan?' „Het gaat, maar *t ons wil voorkomen, pre cies zoo als hert headensche voetbal. Alleen It ra 11 (en sen salie Een vluchtheuvel voor den geest, die blasé is geworden van wereldgebeuren, van krantensensatie dag in dag uit, zóó kan onze woning zijn! Evenwicht hervinden, dat zoo gunstig is voor ons physiek en zoo dienstig aan den vrijen loop van onze fantasie, aan het maken van nieuwe plannen! Geven we dan onze woon kamer een stempel van onze persoonlijkheid met ge bloemd R D behang of 49939, twee bloembehangsels uit de R&D Serie 49. Forsche damastdes sins en toch licht, beide van ongemeen decoratieve wer king. Zoekt U 'n modern, meer effenkleurig behang, ook dan biedt ae nieuwe R D-collectie Series 16 - 47 - 48-49-50-51 en 52 U een rijke keuze! Vraag ze Uw behanger ter inzage en let U op het lettermerk R&D op het omslag. Want alleen R D-behangsels zijn in de mooie, transparante „Fixa- Color"-kleuren uitgevoerd. Behaogselpapierfabrieken van Bath &Doodelieefver De nieuwe Oranjebrug te Schiedam, die a.s. Maandag officieel zal worden geopend Deze foto geeft een goed overzicht van de nieuwe brug met naaste omgeving. Op deze wijze is een zeer belangrijke verkeer sverbe- tering ontstaan besteat de club uit Christenen en speelt men op Zondag niet!" .Ah juistinteressant is dait. Ik zie echter de noodzakelijkheid en zelfs de wen- schelijkheid niet in, om op alle terreinen schuttingen op te richten en daarbinnen anderen te weren. Zooiets heeft mijns inziens alleen maar negatieve waarde, óf ik begrijp het niet goed." „Alles goed en wel, professor, maar de Christelijke politiek dan?" „Kerk en staat mag men wel niet scheiden, aar dezi beide ordeningen vallen ook niet samen. Laat men toch niet in de fout van het politiek Katholicisme vallen! Wart dacht U, dat Calvijn in Genève eer calvinistische politieke partij heeft opgericht? Hij dócht niet aan. Alles was voor hem Gods Woord, diart gezag had over kerk en staat bedde. U vertelde me zoojuist, dait er in hert Nederland sche Parlement vier Protestantsdhe pairtijen werkzaam zijn. Is dart met dfep-bediroevend, om het zacht uit te drukken?" Tot zoover voorloopig Prof. Bairth. Het laatste gedeelte van het omderti handelend over den brief aan den Tsjechi- schen soldaat vam September j-1. en den Duifechen Kerkstrijd, zou later verschijnen. TURKENBURG'S TUINGIDSEN Nieuwste Uitgave: BLOEMEN UIT BOLIDEN EN KNOLLEN VOOR KAMER EN TUIN Beschrijft kleur, planttijd, kweekwijze, bloeitijd, hoogte en rassen van: Najaars- bloemhollen als: Hyacinthen, Tulpen, Narcissen enz.; van Voorjaarsbloembollen en -knollen als: Dahlia's, Gladiolen, Begonia's, Lelies enz. 100 blz.; 80 afb. op kunst druk. Prijs, ondanks kostbare uitvoering, slechts0.70, fr. p. post 0.79. Verkrijgbaar bij: TURKENBURG'S ZAADHANDEL BODEGRAVEN Postrekening 4377. UTRECHT, 10 Maart. Ter gelegenheid van het 12de lustrum van het litterari6ch dispuutgezelschap B.E.E.T.S. hechtte het be stuur hedenmiddag in tegenwoordigheid van vele leden en oud-leden een krans aan den gevelsteen van het huis, dat des bewoond werd door Nicolaas Beets, Booth- straat 6 te Utrecht IET eens even op, heeren! Waar- té om zondt U oog langer het genoe- THcotfilridt Te Streka Vcrlonttren N.V, AmOUU (Reel.) Minister Goseling verdedigt zijn beleid Aanvulling van Strafwet tegen excessieve uitingen ligt in het voornemen (Vervolg vam, het verslag van gister) In een kloek opgezet betoog heeft Minister Goseling de critici van antwoord gediend. Daarbij heeft hij den weg gevolgd, dien ook enkele van de sprekers gekozen hadden, namelijk door scherp te onderscheiden tus- 6chen 't legislatieve en 't executieve werk, waartusschen dan een overgangsgebied ligt dat zoowel van legislatieven als van execu tieven aard is, zooals de aangelegenheid "van de wilde autobussen, het optreden te gen excessieve uitingen in woord en ge schrift. en de politie. We onderstrepen hier het woord van den bewindsman, dat hij uit gezonde beginselen leven wil en zijn hande len daarnaar wil richten. En de tegenwoor- verwarring noopt er wel eens toe, dat zijn overtuiging scherper formuleert dan men anders zou doen. Intiusschen wil de Minister zijn taak in waren gemeen schapszin volbrengen. Deze uitspraken werden kort en bondig gegeven. Het was als een geloofsbelijdenis, die aanvaard moet worden, doch waarover men feitelijk niet spreken kan dan wanneer men van te voren over de materie zelve accoord is. Intusschen heeft een en ander de atmosfeer ongetwijfeld iets kunnen zui veren. Beide partijen, zoowel de voor- als de tegenstanders van den Minister weten, waaraan zij toe zijn. En wat de affaire-Oss aangaat, die tegenwoordig voor velen dienst moet doen als een typeering van het Mi- nisterieele beleid, merkte de bewindsman op, dat hij onverzwakt staat in zijn opvat ting en zekerheid, dat ihij naar eer en ge weten zijn plicht heeft gedaan. Dit was mede de kern van de rede. door den Minister gehouden, een beschouwing, die men moet respecteeren, al zijn er onder- deelen denkbaar, waarin men met den be windsman van meening verschillen kan. En in elk geval kan men met critiek wel wat ver gaan. Men kan zelfs in zijn ijver tot critiek zoover gaan, dat men in iemand, die zwijgt, een medestander ziet. Immers, „zwij gen is instemmen", volgens een spreek woord'. Maar dit te meenen kan wel eens een gevaarlijk bedrijf zijn. Dat bleek uit de replieken. In eerste instantie hadden zoowel de A.R. als de C.H.-fractie gezwegen. En er waren al spoedig lieden geweest, die in dit zwijgen een uiting van critiek hadden gezien. Ze ker, in de Tweede Kamer had de R.K. frac tie bij het onderwijsdebat gezwegen als vorm van critiek een figuur, die staatsrechte lijk minder mooi is ,'maar men doet ver keerd, uit alle zwijgen zulk een stand punt af te leiden. Dit merkte Prof. Loh- man (C.H.) terecht bij de replieken op. Eens en voor al wilde hij verklaren, dat uit 't zwijgen van de fractie niet mag worden af geleid. als zou ze het met het besproken beleid niet eens zijn. Bovendien is thans de C.H. afgevaardigde, die in den regel bij Justitie het woord voert, de heer Kolff, door ongesteldheid veiihinderd. de vergade ring bij te wonen. Mede namens de A.R. fractie wilde de heer Lohman meedeelen, dat zijn geestverwanten in de Kamer, al hebben zij zekere bezwaren en wenschen, geen sympathie koesteren voor de critiek, welke veelal in den lande in woord en ge schrift op „dezen bekwamen bewindsman" zooals Prof. Lohman zeide wordt uit geoefend. Uit de replieken roeren we voorts nog aan. dat de heer Van Vessem (N.S.B.) ge tracht heeft, ae excessieve uitingen in zijn pers te verdedigen en dat de heer V o r r i n k (S.D.) meedeelde, dat zijn reis naar Spanje gediend had om na te gaan, welke wanda den in het republikeinsche Spanje geschied waren. Hij daagde den heer Van Vessem uit, een dergelijk onderzoek te bevorderen in Duitschlanó ten aanzien van de Joden vervolgingen en dergelijke. Met aanteekening dat de N.S.B.-ers tegen waren is daarop de begrooting van Justitie aangenomen. We stippen uit deze behandeling nog aan, dat blijkens het antwoord van den Minister een aanvulling van de Strafwet in het voor nemen ligt, opdat te beter tegen excessieve uitingen kan worden opgetreden. Tegen zulk een aanvulling hebben we. als bekend, in beginsel geen bezwaar, mits maar de persvrijheid intact gelaten wordt. Inderdaad mag, zooals de Minister opmerkte, met het badwater niet tevens het kind worden weg geworpen, en zoo vanwege het optreden van extremistische stroomingen de vrijheid van meeningsuiting bedenkelijk in omvang afnemen, zou dat een niet alleen te groote, maar bovendien zeer te betreuren eere zijn. Ook hier komt het vooral aan op het zedelijk volksbewustzijn. BATAVIA, 10 Maart (Aneta). De gouver neur-generaal berichtte telegrafisch aan den gouverneur van Solo, dat Pangeran Han- gabehi door de regeering is bestemd om den Soesoehoenan op te volgen. In verband hiermede is de gouverneur gemachtigd om onderhandelingen te ope nen over een nieuw politiek contract Ver wacht kan worden dat de beginselen van het contract door den aanstaanden vorst, die den titel van Zijne Hoogheid zal dra gen, zullen worden onderschreven. Hier aan kan nog worden toegevoegd, dat de installatie ongeveer in Mei zal geschieden. Pokken op Duitsch passagiersschip ROTTERDAM, 10 Maart. Aan boord varj de „Gtneisenaiu", van den Norddeutscheni Lloyd, die te middernacht, komende van Japan, te Rotterdam is binnengekomen» heeft zidh een geval van pokken voorge- daan onder de bemanning. De hofmeester, bij wien pokken werden geconstateerd, is tei Genua van boord gegaan. Bemanning en passagiers zijn daarop ingeënt Toen het schip te Rotterdam in de Mer- wehaven arriveerde, heeft de G.G.D. quaran-» tainc-maatregelen getroffen. Voor zoover: noodig zijn leden van de bemanning en pas sagiers heringeënt terwijl de haven arbeid ders, die aan boord moesten werken, werden ingeënt Dit geschiedde met 94 man. De politie houdt toezicht, dat niemand het sdhip betreedt, tenzij met een door den G.G.D. afgegeven bewij6. Zij die ingeënt zijn; mogen wel het schip verlaten. Ook te Southampton, de laatste haven» welke het schip aandeed, waren quarantaine» maatregelen getroffen. Werklooze schoot op een agent AMSTERDAM, 10 Maart. De rechtbank veroordeelde een werklooze, die op 22 Sept, op den N.Z. Voorburgwal op een agent van politie heeft gesohoten tot vier jaar gevan genisstraf met aftrek van de voorloopigo hechtenis. Het O.M. had twee en een halt jaar geëischt, Verd. stond voor het tijdingbord van een courant te debatteeren, toen een agent hem aanmaande om door te loopen. Hij gaf aan! dit bevel geen gehoor, doch hij trok een' revolver en loste een schot in de richting van den agent, dat echter geen doel troL Vluchtende probeerde hij nog tweemaal te schieten, doch het wapen weigerde. Hij kon! toen worden overmeesterd en gearresteerd» niet alleen PLICHT tegenover de gemeenschap maar een NATIONAAL BELANG! GOALPARA -THEE in gesoldeerde lood-verpakking alsmede in de 3. en 5-ponds origineele ondernemings-kistjes blijft jaren üoudbaar, derhalve:- HET BESTE gepaard aan HET ZEKERSTE! Indien bij Uw winkelier niet verkrijgbaar, wende U zich rechtstreeks tot de Importeur: SWEERS HANDEL MIJ.Heerengracht 451, AMSTERDAM-C „Lichte kost jongen, lichte kost, zeer licht brood. Och kind, dat je nog eens mocht komen te verstaan, wat het zeggen wil tot den Heere te roepen, te kermen uit de diepte. In m ij n jonge jaren leerde ik, dat de weg nauw is, die ten leven leidt en daar heb ik mij altijd aan gehouden. Tegen woordig wil men daar niet meer van weten, maar dat ge slacht zal bedrogen uitkomen. Ik heb je gewaarschuwd mijn jongen. Daar moet veel strijds gestreden zijn, daar moet veel - leeds geleden zijn, een nauwe weg betreden zijn en veel gebeds gebeden zijn, zoo zal 't hierna in vrede zijn. Zoo leerde ik het en mijn dagelijksche bede is, dat jij dat ook nog eens mag komen te verstaan. Van jongsaf heb ik je in de waarheid trachten op te brengen, maar veel vat hebben mijn woorden nog niet op je gehad. Mijn woorden zijn ook maar menschenwoorden. Maar denk toch niet, dat je er bent, Adriaan." Adriaan geeft het maar weer op. 't Zijn toch vruchtelooze öesprekken ^et vader, altijd weer opnieuw. O, als hij zijn zin kreeg» nu, dan werden al de boeken van die zoogenaamde oude schrijvers verzameld tot een auto-da-fé en van over heidswege zou den verkondigers van een verminkt evangelie de mond gestopt worden. Omdat dit toch niet gebeurt, denkt Adriaan zich den gang van zaken niet in zijn consequenties in- Met principes heeft zijn verzuchting ook niets te maken. Hij zou zich heftig ver zetten, tegen een inlijving bij de Spaansche inquisitie, 't Is niet meer dan een losse, invallende gedachte, gelijk aan den grilligen loop van een bliksemstraal, die de aarde zoekt, waar hij zich ontlasten en rusten kan. Met dit al is het Adriaan nog steeds niet duidelijk, of ex verband bestaat tusschen het legaat van juffrouw Koning en vaders inzinking. Hij veronderstelt van wèl en durft er daarom juist voor een tweede maal niet over te beginnen. Het geld zal hij apart houden. Mocht de zaak hem later nog eens duidelijk worden, dan kan hij altijd nog zien, wat hij met het sommetje doet. Intusschen herinnert het gebeurde met vader hem wel heel sterk aan Sanders waarschuwing: menschen op dien leeftijd kunnen soms ineens een knak krijgen. Dan ben je gebonden voor je leven wellicht. Die tijd is dan nu gekomen, en daar mee de verplichting voor hem, als eenigen zoon, zijn lot definitief te aanvaarden. Meermalen denkt Adriaan erover, of het nu langzamer hand geen tijd voor hem wordt, om ernstiq naar een vrouw te gaan uitzien. Niet dat hij zoo sterk naar het huwelijk verlangt, doch allereerst uit een praktisch oogpunt. Ditje wordt ook oud. en aanspraak heeft hij aan haar niet. Het heeft nooit erg ge boterd tusschen hem en haar. Hoe hij ten opzichte van haar handelen moet, als hij nog eens tot een trouwdag komt, weet hij ook niet. Een jonge vrouw zal ex, naar hij veronderstelt, wel niet veel lust in hebben om mèt een man tevens een zwaarmoedigen, ziekelijken schoonvader èn een bedillerige oude dienstbode te trouwen. Alles bij elkaar genomen, kan hij zichzelf geen erg aantrekkelijke partij vinden voor een gezonde jonge vrouw. En een die tien jaren te oud is voor haar werkelijken leeftijd, als het meisje Olivier, of een zeurtje als Jetta Halbertsma, d i e moet h ij niet. Deborah Olivier gaat trouwens met Leen van Berckel Of had hij eerder moeten doortasten? Dat plan van Sander was op stuk van zaken nog zoo gek niet. En, afgezien van de beletselen in verband met vader en de zaak, niet onbe reikbaar ook. Doch Schwamm darüber, dat is voorbij. Niet meer aan denken Sander heeft intusschen een benoeming gekregen in Utrecht, een baan, waarop hij kan trouwen. Adriaan heeft nog een enkelen brief van hem ontvangen, dien hij ook be antwoord heeft. Daar zal het voorloopig wel bij blijven Sander heeft het druk gekregen: voortgezette akte-studie. zich inwerken op de nieuwe school, veel correctieen trouwenbovendien is hij het vegetarisme aan het be- studeeren, zijn meisje voelt daar veel voor Sander zal zijn vriendschap met Adriaan niet vergeten, integendeel, de aangename herinnering daaraan in zijn hart bewaren, tot in zijn ouderdom, het was geen onaardige tijd; hij heeft in Waterdam veel geleerd, zonder de aanbeveling van Brinkman, die een goeden naam heeft in de onderwijs wereld. had hij die betrekking in Utrecht nooit gekregen over het geheel genomen een interessante periode van zijn bewogen leven, waaraan een andere is vooraf gegaan en waarop straks een nieuwe zal volgendie op haar beurt weer verdrongen zal worden door nóg nieuwere. Ook meester Brinkman zal binnen afzienbaren tijd uit Waterdam verdwijnen. Hij wordt schoolhoofd in den Haag. en meteen leeraar aan de Normaallessen. Dat is een flinke promotie, en zoo zonder dat hij er een hand naar uitgestoken heeft. Het is hem als het ware aan geboden. Hij heeft toen gedacht: dat mocht hij niet afslaan. Zijn kinderen, die hij anders noodwendig voor hun studie naar een der groote steden had moeten zenden, kan hij nü bij zich houden. Aan den anderen kant spijt het hem ook weer. Hij laat in Waterdam veel achter, jaren achtereen heeft hij niet anders gedacht, of hij zou hier zijn pensioen halen. Doch zoo ziet men al weer: de mensch wikt. maar God beschikt. Het loopt einders en beter wellicht. Voor zijn vrouw is de aanstelling een ware uitkomst, zij heeft nooit in Water dam kunnen aarden. H ij zal zich zien te troosten met de gedachte, dat zijn taak in Waterdam is afgeloopen. Hij heeft de Waterdam mers wakker mogen schudden- En al is alles nog lang niet zoo het wezen kan en moet, er is nu toch heel wat Christe lijke actie. Onder de jongere mannen zijn nu ook voldoende krachten, om wat h ij heeft mogen planten verder nat te maken. Hij twijfelt er niet aan of de Heere zal on Zijn tijd. den vollen wasdom geven Het is zeker juist h- qoed, dat hij op dit oogenblik uit den gezichtskring der WafTHammers verdwijnen gaat. Het vereenigingsleven moet niet te veel gebonden zijn aan bepaalde personen. Dat leidt op den duur tot versteening. De Heere is niet aan menschen gebonden: de lichtingen volgen elkander op. doch het regiment blijft... Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5