PIETERNELLA BALTUS
Schoorsteenlooper.
van doorstopwerk
W.RO©fcZ"
Wolhuis de Wending
„VAN EN VOOR DE VROUW"
UITGAVE DER VIJF SAME WERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
6ii MAART 1939 A
„De geeste lijke moeder van Dr A. Kuyper"
Zij was „een machtig instrument
in de Hand haars Gods
OP den 17den van deze maand is het 25
jaar geleden, dat Pieternella Baltus
overleed. Zij was een eenvoudige vrouw,
zonder veel ontwikkeling, maar het was
haar glorie, dat zij in haar Godvreezendheid
mede een middel mocht zijn om den mach
tigen Dr A. Kuyper van opvatting te doen
veranderen, zoodat zijn vrijzinnige beschou
wingen plaats moesten maken voor een
rechtzinnige belijdenis.
Als Dr Kuyper het was in het jaar 1873
in zijn „Confidentie" de redenen opsomt,
die zijn inzichten wijzigden, noemt hij daar
bij ook den omgang met een bepaalde groep
van personen uit zijn eerste gemeente. Bij
deze menschen, zoo voelde hij, zat de sleur
niet „Hier had men nog wat rijker voorraad
voor het gesprek dan over „mooi weêr" en
over „dat die ziek was" en „die zijn knecht
was weggezonden". Hier was belangstelling
in een geestelijke orde van zaken. Boven
dien, er was kennis. Ik kon mij met mijn
poovere Bijbelkennis, die ik aan de Acade
mie opdeed, niet met deze eenvoudige lieden
meten. En niet alleen Bijbelkennis was er,
maar ook kennis van een goedgeordende
wereldbeschouwing, zij 't ook naar oud-
gereformeerden trant". En bij onderzoek
studie bleek hem, dat deze eenvoudige land
lieden uit Beesd dit was Kuypers eerste
standplaats geheel hetzelfde leerden wat
eeuwen geleden de kerkhervormer Calvijn
had voorgestaan.
Onder deze menschen nam Pieternella Bal
tus een vooraanstaande plaats in. Zij was op
6 December 1830 geboren uit ouders, die
zelf vreemd waren aan de beteekenis van
Christus voor het leven en zij groeide op
temidden van een omgeving, die het haar
met haar inzichten in de leiding Gods niet
gemakkelijk maakte. Weldra ook kon zij
zich niet vereenigen met de wijze, waarop
in de kerk te Beesd gepreekt werd, ei
behoorde zij tot een afzonderlijke groep,
toen Dr Kuyper op 9 Augustus 1863 zijn
intrede deed in haar geboorte- en v
Bij Pietje Baltus op bezoek
Niet lang duurde het, of de nieuwe predi
kant richtte zyn schreden ook tot hen, die
eerst „een klein aantal malcontenten'
noemd werden. Zelf schreef hij daarover
later: „Ik werd er verre van innemend ont
vangen. Men had wel van de buitenwacht
gehoord, dat mijn orthodoxie nog in de ge
boorte stak, en minder den mensch, dan
den waardigheidsbekleeder van een hun
niet genegen kerk in mij ziende, zette men
zich tegen mij in verweer". Wat Pieternella
Baltus betreft, over haar zijn bij haar dood
door iemand, die zich aandient als „eer
vriend", een serie belangwekkende gege
vens verzameld en hierin vonden
we ook een en ander over den invloed, door
dit vrouwtje op Dr Kuyper uitgeoefend:
„Een buurvrouw vertelde haar: „Pietje",
want zoo werd ze algemeen genoemd, „de
dominé is in de buurt en zal wel gauw bij
u komen". Toen zei Pietje: „Ik heb niets
met hem te maken,'' want ze had gehoord,
dat Ds Kuypers leer, evenals die van
voorgangérs was. Doch nauwelijks heeft ze
de woorden geuit of ze wordt er krachtig
bij bepaald, dat ook Ds Kuyper een
meedraagt voor de eeuwigheid" Toen hij dan
ook bij haar binnentrad, was de afkeer voor
hem verbroken en werd hij door haar met
liefde ontvangen. Haar werd twee urer
gund, waarin zij dan ook kon vertellen
de Hope, die in haar was, en dat de dominee
daar ook een deelgenoot van moest worden,
wilde hij niet eeuwig verloren gaan. De
Heere gaf Pietje zulk een medelijden voor
hem in haar ziel, dat zij den Heere als
waterstroom mocht aanloopen. Ze vertelde
me: „Ik kon hem niet loslaten, voordat de
Heere hem van mijn ziel kwam over te
nemen en zij de vreugde mocht genieten,
dat de Heere hem voor Zijn rekening ge
nomen had"."
En zoo kon het gebeuren, dat de eenvoudige
dochter van een eenvoudigen molenaar op
den watermolen van den graaf van Byland,
den zeer begaafden theoloog Kuyper, die
zich reeds in zijn studententijd door zyn
groote kwaliteiten had onderscheiden,
in het hart greep
Op 3 Nov. 1867 nam een andere Ds Kuyper
van het dorp Beesd afscheid om naar
Utrecht te gaan, dan de predikant, die ruim
vier jaar vroeger in de Betuwe zijn intrede
had gedaan.
Pietje Baltus is haar woonplaats trouw ge
bleven en in Beesd was het ook, dat zij in
Maart 1914 overleed. Eenigen tijd tevoren
was zij nadat zij lang een gebrekkigen broer
had verpleegd, in het Gesticht voor ouden
van dagen in haar geboortedorp opgenomen,
en daar was het ook, dat zij de oogen sloot.
Zij was, zooals het eens werd uitgedrukt,
Pietje Baltus
„een machtig instrument in de hand haars
Gods", en het is zeker niet ten onrechte,
dat haar de eeretitel werd toegekend van
te zijn „de geestelijke moeder van Dr A.
Kuyper".
We besluiten met een aanhaling uit een
prachtig artikel van Prof. Dr' W. J. Aalders
over Dr Kuyper in „Onze Eeuw" van 1921:
,Ik heb het oude vrouwtje nog gekend, dat
destijds op Dr Kuyper zoo grooten invloed
heeft geoefend. Zij wist te vertellen, hoe zy
hem bij het eerste huisbezoek had vermaand
en bij het heengaan de hand geweigerd, Nn-
dat zij hem niet als leeraar kon groeten.
Maar hij had niet opgehouden een handdruk
te vragen en tenslotte had zij hem dan, niet
als leeraar, maar als mensch, de hand ge
reikt. Het beteekende daar destijds iets, als
arbeidersdochter den predikant zóó te be
jegenen. Maar hij was teruggekomen en
sedert hoe langer hoe meer onder den in
vloed van het gereformeerde gevoelen der
„steile afhankelijkheid" gekomen. Zij,
in het taaleigen der mystiek te spreken,
eene doorbekeerde en beproefde ziel, keur
de Dr Kuypers latere kerkelijke en vooral
politieke evoluties af, maar de oprechtheid
van zijn bekeering leed by haar geen zweem
van twijfel".
Een tentoonstelling
voor
Moeder de Vrouw"
(Van onzen Duitschen correspondent)
N de Neustadtische Kirchstrasse vlak ach
ter „Unter den Linden" ligt vis-a-vis
van de gelijknamige kerk het statige „Huis
het Duitsche handwerk" met zijn fraai
gesmede ijzeren deur. Daar worden zoo nu
dan tentoonstellingen georganiseerd,
welke een bezoek waard zijn. Zoo zagen we
kortelings aangekondigd „Das Fleischer-
handwerk im Dienste der Volksernahrung"
en waar de slager voor iedere huisvrouw in
het dagelijksche leven een persoon van be
lang is, wandelden wij naar binnen om eens
poolshoogte te nemen van wat hier ge-
exposeerd en verteld wordt. Want van vroe
gere tentoonstellingen herinnerden wy ons,
dat er meestal eenige dames en heeren zijn,
die den belangstellenden bezoeker „Aus-
kunft" verstrekken over het doel en de prac-
tische beteekenis van het geëxposeerde.
En zoo was het ook nu weer. Moeder de
vrouw krijgt hier advies, hoe zij zich onder
de gegeven omstandigheden bij den slager
moet gedragen. Belangrijk wordt het geacht,
dat de dames voortaan bij den slager tevre
den zijn met het soort vleesch, dat juist
voorhanden is en dat ze dus niet haar spe
ciale wenschen op den voorgrond schuiven.
Want meestal geeft dat toch niets en boven
dien wordt de publieke stemming er niet
door bevorderd. Men gaf ons het volgende
voorbeeld:
„Het kan voorkomen, dat op zekeren dag
het varkensvleesch uitverkocht is. Waarom
zal een verstandige huisvrouw in zoo'n ge
val dan niet van de mogelijkheid gebruik
maken om den disch met ander vleesch
smakelijk toe te bereiden in plaats van te
kankeren over de absolute onmogelijkheid,
het door haar verlangde varkensvleesch te
bemachtigen? Want tenslotte kan zij toch
ook wel met rundervleesch of lamsbout
terecht komen en in het uiterste geval kan
zelfs het zoogenaamde „Gefrierfleisch" zoo
worden toebereid, dat aan tafel niemand
merkt, dat hij bevroren vleesch zit te eten!"
Dit „Gefrierfleisch" schijnt trouwens in het
restauratiebedrijf weer een belangrijke
plaats in te nemen, want daar de mond-en-
klauwzeer-epidemie ook in Duitschland nog
altijd niet geëindigd is, komt men overal
versch vleesch tekort en vooral- groote onder
nemingen als Aschinger, Excelsior enz. heb
ben hieronder te lijden. Het kan dus voor
komen, dat men bevroren vleesch zit te
eten zonder dat men 't weet, want de pikan
te toebereiding geeft tenslotte den doorslag.
Men verzekerde ons, dat juist dit „Gefrier
fleisch" van jonge runderen afkomstig is en
door het opslaan is dit vleesch inmiddels
zacht en malsch geworden. Het nog altijd
heerschende vooroordeel is dus volgens de
officieele Duitsche opvatting volkomen
gemotiveerd.
Ook het schapenvleesch moet een breedere
plaats in de huishouding gaan innemen, want
de voorraad schapen schijnt het mogelijk ge
maakt te hebben, dat dit betrekkelijk duur
dere vleesch thans voor denzelfden prijs als
rund- of varkensvleesch wordt aangebodi
Men herinnert er aan, dat juist deze vleesch-
soort in Engeland en Frankrijk heel wat
meer aftrek geniet dan in Duitschland. Waar
om zoy dan ook de Duitsche huisvrouw niet
tot een sterker verbruik kunnen over
gaan? Bekijkt men de zaak van dezen kant,
dan zal men een tijdelijk tekort van bepaal
de vleeschsoorten wat gemakkelijker gaan
opnemen en komt er aan het tegenwoordige
gekanker voorgoed een einde!
Wij moeten toegeven, dat deze paedagogi-
sche tentoonstelling in het „Huis van
Handwerk" voor den slager zelf minstens
1 leerzaam is als voor zijn vrouwe!ijki
clientèle. Men heeft hier een volledigen
slagerswinkel neergezet, waar men bij hooge
uitzondering ook een kijkje achter de cou
lissen, dat wil zeggen achter de toonbank
mag nemen en de totale indruk is, dat het
daarbij appetijtelijk toegaat.
Tenslotte behandelt men ook de historie van
het slagersberoep, want men toonde ons
oude en waardevolle documenten, welke
hierop betrekking hebben, onder meer eeri
oorkonde met de onderteekening van kei
zerin Maria Theresia, welke een Oostenryk-
sche verordening blijkt te zijn uit het toen
malige slagersbedrijf. Zoo leeren we het
handwerk van den slager practisch en theo
retisch kennen, maar tenslotte gaan we toch
met het gevoel naar huis, dat moeder de
vrouw pas tevreden zal zijn, als alle door
haar gewenschte vleeschsoorten weer in den
vroeger gebruikelijken omvang voorradig
zullen zijn, zoodat ze naar huis kan gaan
met het vleesch, dat zij zich nu eenmaal
voorgenomen had op tafel neer te zetten!
(Nadruk verboden).
Berlijn, 3 Maart 1939.
WOL SPECIALIST
DE NIEUWE WOLBAAL
Jonkerfransstraatl17
Tal. 51992, bij Goudscheslngel
Schiedamscheweg 65
Telef. 31774, naasf Bervoats
Wk ROTTERDAM
OUD EN NIEUW
op de onibijtiüfeï\
door
MARTINE WlTlOP KONING
Laat ik vooropstellen, dat „oud' en „nieuw"
beide goed kunnen zijn.
't Gaat hier dan ook niet om een verge
lijking wat kwaliteit voedingswaarde,
verteerbaarheid, enz. betreft, maar om
de bespreking van tweeërlei mogelijkheden,
waarvan de één haar aantrekkelijkheid zal
hebben voor sommige leden van het gezin,
terwijl de andere meer in den smaak zal
vallen van de overigen uit het kringetje.
We kennen natuurlijk allen het brood
in zyn verschillende soorten en vormen
als het kenmerkende „vaste punt" in ons
Hollandsche ontbyt.
Maar rondom dat vaste punt draaien ver
schillende andere ontbijtgerechten ge
deeltelijk van Oud -Hollandschen oorsprong,
gedeeltelijk van over den Oceaan naar ons
heen gewaaid, maar alle met één overeen
komst, nl., dat ze afstammen van diverse
graanproducten, die nu eens niet voor het
bakken van brood dienst doen.
Van oudsher kennen we de pap, waarin
we, gaargekookt in melk, de gort, de rijst,
de havermout, in gezwollen goed uitgedijden
vorm aantreffen. Voor velen is zoo'n
„smeuig" bordje pap 's morgens een ware
attractie.
Anderen echter en vooral onder de kin
deren komen die nogal eens voor! vin
den dat brijachtig gebondene nu niet juist
het meest aantrekkelijke. Zullen die als
ze tenminste hun eigen wenschen mogen
volgen! van zoo'n uitstekend melk-ont-
bijtgerecht moeten verstoken blijven?
Niet noodig!
In de laatste jaren worden ons vanuit Ame
rika andere vormen van de diverse graan
producten aanbevolen, die opgediend wor
den zonder vooraf gekookt te zijn; en de
tijd schijnt niet ver te zijn, dat ook op Hol
landschen bodem dergelijke „ontbijt-voed-
sels" door de fabriek zullen worden afge
leverd.
Ik bedoel de lekker-brosse, croquante, ge
roosterde „vlokken" (van tarwe, rijst, enz.)
die eenvoudig uit het pak op het bord wor
den geschud en in combinatie met wat melk
(of room) heerlijk knappend naar binneti
gaan even knappend, als we dat bv. ge
wend zijn van de bros-gebakken dobbel
steentjes brood, die we in een bordje soep
scheppen.
't Is lekker en't is gemakkelijk!
Als zulke ontbytvoedsels op den duur meer
algemeen in gebruik komen, dan zal de
melk, waarop elke Nederlander dagelijks
zijn recht moest laten gelden, weer wat
nader zyn gebracht tot hen, die zich tofe
dusverre van melkgebruik afzijdig hielden.
n aparten schoor-
1 patroon en ma-
wat men in bijna
ER is vaak vraag naar 1
scheenlooper, welke
teriaal nu eens afwijkt va
ieder en winkel kan koopen. Daarom
den wij goed te doen een foto en beschrijving
te geven van een origineelen looper, die in
veel huiskamers een verfraaiing van den
schoorsteen kan geven.
Deze looper is van doorstopwerk op Won-
derweef, een buitengewoon handig materiaaL
Desgewenscht kan men natuurlijk ook op
gewoon filet of gaas werken, al zal dat aan
de soepelheid wel eenige afbreuk doen.
Benoodigd materiaal: 1.40 M. Wonderweef,
35 cM breed; 70 gram glanzend goud-ivoor
wol; 140 gram dikke donker-bruine door-
stopwol; 80 gram beige- en 30 gram terra
wol.
Lengte en breedte van het werkstuk zijn
natuurlijk afhankelijk van de maten van
uw eigen schoorsteen; desgewenscht kan
men óf de bruine zijstukken óf het beige
middenstuk inkorten of verlengen.
Bij de aangegeven maat van 1.40 M begint
men op en neer te stoppen met br u i n e
wol met aan den onderkant een franje van
12 cM. Men gaat hiermee door tot een
breedte van 24 cM is bereikt.
Dan volgen vier draden goud-ivoor ge
werkt als volgt: 3 op en neer en dan 1
overslaan, vanaf 6 maal herhalen; dan
12 maal op en neer; 5 maal telkens 1 over
slaan; de rest op en neer. Teruggaande doet
men precies zoo in omgekeerde volgorde,
maar men verspringt 1 ruitje. Bij het ge
bruik van Wonderweef volgt dit vanzelf uit
den aard van deze stof. Deze bewerking
wordt één keer herhaald, zoodat er 4 goud
ivoor draden naast elkaar komen.
Nu volgt dezelfde bewerking 5 keer in
br u i n, waarbij men de derde draad boven
aan afhecht.
Vervolgens weer 4 goud-ivoor in dezelf
de bewerking en dan 9 cM t er r a ge
woon op en neer stoppen.
Daarna volgen 8 draden goud-ivoor in
de voor deze kleur reeds beschreven bewer-
ikng. Vervolgens weer 5 b r u i n en 8
g 0 u d-i v 00 r op dezelfde wijze.
Het beige middenstuk wordt weer gewoon
op en neer gestopt.
Men doet het beste met eerst de beide zij
stukken te maken en dan het middenstuk
met beige op te vullen.
De lengte-strepen ontstaan door over de ge-
heele lengte van de stof een dikke bruine
draad onder de reeds gestopte draden door
te halen. Alleen bij het goud-ivoor en de
smalle bruine banen worden ze geheel
onder het patroontje doorgetrokken. Er
komen van boven 5 bruine strepen en aan
den onderkant 7, op afstanden zooals het
patroontje in het ivoor aangeeft.
Aan den bovenkant wordt een zoompje
naar binnen geslagen, evenals aan de zij
kanten en daarna wordt aan de zijkanten
de donkerbruine franje van 12 cM aange-
knoost.
STOOMWASSCHERIJ^/ERVERIJ
ROTTERDAM DEN HAAG
TEL.336047
(Adv.)
Het onmisbare
NOTITIEBOEKJE
Een notitieboekje, agenda of hoe men het
noemen wil is een goede uitvinding geweest
voor vele menschen die ietwat zwak van
memorie zijn. Trouwens ieder mensch, hoe
sterk zijn geheugen ook moge. zijn, zal het
practische nut van een notitieboekje erken
nen. De meeste mannen bezitten zoo'n nut
tig hulpmiddel, doch vrouwen vertrouwen
teveel op haar geheugen. Moet men een
reeks boodschappen doen, dan is het de
eenvoudigste manier een lijstje te maken
en tevens de volgorde der winkels te notee-
ren, waar men denkt te zullen slagen. Men
spaart tijd, behoeft niet bang te zijn iets te
vergeten en kan alles op rustige wijze be
redderen. Vrouwen gaan menigmaal met
haar gedachten van den hak op den tak en
hebben het zeker noodig om zoodra haar
iets invalt, dit te noteeren, hetgeen ook
geldt voor de bestellingen voor een volgen
de dag. In de keuken zal dan ook steeds een
bloc-note voorhanden moeten zijn, waarop
even aangeteekend wordt, wat bijna op
gebruikt is en wat aangevuld moet worden.
Heeft men zich eenmaal aan dit hulpmiddel
gewend, dan blijkt al spoedig, dat het on
misbaar is geworden.
NUTTIGE WENKEN
Ingegroeide nagels kan men het best met
een in olie gedrenkt doekje gedurende de
nacht omwikkelen; de pijn wordt dan veel
minder en den volgenden dag is de nagel
week, zoodat hij gemakkelijker geknipt kan
worden.
Zeemlappen blijven soepel, indien zij na het
gebruik steeds in een zout water-oplossing
worden uitgewasschen.
Pastorie te Beesd
DE Duitsche dienstbode
van mevr. Ootsing is
naar haar Heimat gegaan
en nu vraagt mevrouw per
advertentie en door be
middeling van de arbeids
beurs, een nieuwe.
Stroomen van meisjes ko
men er wel niet, maar na
enkele dagen heeft ze toch
een lijstje, dat een ander
dan mevrouw Ootsing, de
keus moeilijk zou maken.
Mevrouw laat er zich ech
ter op voorstaan, dat ze
een groote mate van men-
schenkennis en een nog
grooter mate van intuïtie
bezit. Door deze beide
gaven weet ze altijd dade
lijk het rechte meisje te
kiezen. Ze vergist zich
nooit en ook nu legt ze
zonder aarzelen beslag op
een muizensnoetje met
sluik haar en bolle oogen,
die iemand aldoor rechtuit
aanstaren, alsof ze onbe
weeglijk vastgegroeid zijn.
Ze heet Kniertje.
„Hoe vind je Kniertje?"
vraagt mevrouw zegevie
rend aan haar vertrouwd
ste vriendin.
„O, het lijkt wel een ge
schikt kind, ik hoop, dat
je er pleizier van zult be
leven".
„Natuurlijk zal ik dat.
Mijn intuïtie bedriegt mij
nooit".
Tegen de kennissen zegt
de vriendin, dat ze nog
nooit zoo'n nuchter schaap
gezien heeft. Ze ziet er uit
of zij ze achter den elle
boog heeft ook.
De eerste dagen al is me
vrouw buitengewoon te
spreken over Kniertje. „Ze
werkt heelemaal naar
mijn zin". „Gelukkig, kind"
zegt mijnheer, „als dat
maar zoo blijft. Nieuwe
bezems vegen schoon".
„O, maar ze blijft welzoo.
Ik bedrieg mij niet licht
in de menschen. Ze heeft
zoo'n trouwen blik".
Kniertje blijkt werkelijk
een juweel te zijn. Alles
in huis loopt op rolletjes.
Mevrouw kan heele mid
dagen met Mapie, het drie
jarig dochtertje gaan wan
delen of bezoeken afleg
gen. Stil genoeglijk ver
glijdt de tijd. Mevrouw
prijst zich gelukkig om
haar keus.
Dan op een avond zit ze
met haar groote huishoud-
portemonnaie en haar kas
boek voor zich, gebogen
over haar berekeningen.
Ze trekt rimpels in haar
voorhoofd. Zij cijfert en
schrapt, telt en rekent,
telt nog eens en cijfert
weer. Maar dan schudt ze
mistroostig het hoofd. De
rekening klopt niet. Er
komt een klein bedrag te
kort. Ze weet bovendien
zeker, dat ze enkele dub
beltjes en een paar half
jes in haar beurs had. Die
zijn er uit. Als haar man
thuiskomt, zet ze hem ter
stond aan het optellen
Ook bij hem klopt de reke
ning niet. Maar hij neemt
het niet zwaar op. „Je
hebt zeker iets gekocht,
wat je niet opgeschreven
hebt. Of een winkelier
heeft verkeerd terugge
geven. Tob er niet langer
over. 't Zal best in orde
zijn". Mevrouw geeft toe,
dat ze soms verstrooid is.
maar tochZe besluit.
den volgenden dag extra
goed op te letten. Dien sla
gersknecht b.v. heeft ze
al lang niet vertrouwd
met zijn praatjes over het
laatste nieuws. Zeheeft
menschenkennis en haar
intuïtie bedriegt haar
Dat kan en wil ze niet
gelooven. Kniertje met
haar trouwen blik. En
toch't kind heeft zoo
maar nieuwe pantoffels
gekocht... en 10 knotten
wol, om een mantelpakje
te breienZe wil er niet
met haar man over pra
ten, maar. Als ze bijna
dagelijks geld mist, gaat
ze Kniertje ernstig ver
denken. 't Geeft haar ge
voel van eigenwaarde een
schok. Haar menschenken
nis, haar intuïtie
nooit. Hij zal wel, praten-
deweg, te weinig terugge
geven hebben.
Den volgenden dag betaalt
ze den slager, den bakker
en den kruidenier met ge
past geld en alevel klopt
's avonds de kas weer niet.
Er ontbreken weer een
paar dubbeltjes, 't Is niet
veel, maar goed, 't klopt
niet en hoe kan dat. Tot
haar grooten schrik is het
den derden en den vierden
avond ook zoo. 't Lijkt wel
tooverij. Zou toch Knier
tjeMaar die gedach
te gooit ze eerst ver weg.
Eigenlijk meer voor zich
zelf dan voor Kniertje
hoopt ze nog op Kniertjes
onschuld. Maar wie an
ders kan het doen? De
portemonnaie ligt in haar
naaidoos. Wie anders kan
laarin snuffelen?
De eerstvolgende dagen
houdt ze Kniertje aldoor
m het oog. Ze heeft rust
noch duur. Ze verwaar
loost er Mapie om, maai
die speelt zoet alleen. Doch
iets verdachts bespeurt zc
niet. Evenwel gaat de ver
dwijning van 't geld door
en meestal zijn het dub
beltjes of halfjes. Wat een
geslepen kind moet die
Kniertje zijn, om ondanks
haar waakzaamheid toch
haar slag te kunnen slaan.
Ze voelt met den dag haar
wrevel tegen het meisje
groeien. Zoo'n dievegge,
zoo'n achterbaksche. Nu
heeft ze ook dien slagers
knecht ten onrechte ge
wantrouwd.
Kniertje merkt heel goed
de veranderde gezindheid
van mevrouw. De groote
oogen kijken treurig. Ze
doet nog meer haar best,
maar mevrouws stemming
verandert niet.
Dan, op een middag komt
de vriendin weer eens op
visite en mevrouw besluit
haar om raad te vragen.
Zoo kan het niet langer.
Ze wordt er zenuwachtig
van. Mapie hoeft echter
niet bij het gesprek te zijn,
kleine potjes
Eerst drinken ze thee en
dan praten ze over allerlei.
Plotseling legt de vriendin
de vinger op de lippen en
wijst glimlachend naar de
achterkamer. Samen bespie
den ze Mapie, die op een
stoof bij de tafel staat en
in moeders naaidoos rom-
nelt. Er komt een uitdruk-
zing van spanning op
mevrouws gezicht. Wat
doet Mapie? Ze heeft de
nortemonnaie, neemt er
vat uit en laat zich van
Ie stoof glijden.
Stil sluipen moeder en de
vriendin de peuter na, de
gang in, tot bij de voordeur.
„Leelijk centje," zegt Ma
pie en laat een halfje
vallen in een spleet tus-
schen den zerken dorpel en
de plavuizen, die de
ouderwetsche gang bevloe
ren. „Mooi centje," zegt ze
weer en een dubbeltje valt
in de gleuf. Mapie richt
zich op en kijkt om. Ze ziet
moeder en de tante glan
zend aan. „Mapie's paa-
pot," wijst ze op de gleuf.
„Ach hoe schattig," zegt de
vriendin en knuffelt het
kind, dat zich losworstelt
en ontsnapt.
De vriendin gaat nu met
een maar weg en mevrouw
houdt haar niet tegen. Ze
wil nu wel graag alleen
zijn. Gelukkig, dat ze nog
niets verteld heeft. Nu
hoeft niemand te weten,
hoe ze zich schaamt. Ze
heeft heel wat goed te ma
ken. Die goede Kniertje
met haar trouwen blik!
Haar portemonnaie legt ze
zoo hoog, dat Mapie er in
geen jaren nog bij kan. De
spleet in de gang laat ze
dichtmetselen. En Knier
tje.... ze verblijdt haar
met een leeren ceintuur,
die vereischt wordt bij het
mantelpakje, dat uit de
tien knotten wol begint te
groeien.
Nu kijken Kniertjes oogen
weer vroolijk recht de
wereld in.
Mapie's spaarpot zal het
geld wel blijvend bewaren.
Als mijnheer het geval
verneemt, zegt hij verge
noegd: „Nr hebben wij
altijd geld in huis"t
Materiaal voor bovenstaand
model is verkrijgbaar bij:
NOORDEINDE128 DEN HAAG
TEL. 11 25 57
tegenover de Oranjestraat
Breit gfl reeds met NE VEDA
WOL? Hebt eU NEVEDA-brei-
patronen? Indien niet, gelieve,
U het onderstaande ingevuld
aan ons in te zenden:
Aan de N.V. Ned. Wolspinnerij,
Heeren gr. 483, A'dam (C.).
M„ U gelieve my GRATIS toe
te zenden een NEVEDA-
patroonsbeschrijving voor een:
Damesblouse, Deux - Plèces,
Heeren-slipover, Meisjesjurkje
stede op te geven.
DE BESTE RECEPTEN
pudding enz. ontvangt men bö leder flea
NECTAR ESSENCE
GENEESKRACHTIG
HOESTWEREND
BIJENHONING
Zuivere Bijenhoning 0.37 p. pond; 3 ponds
potten 1.—. Emmertjes inhoud, 9 pond,
3.50. Alléén emmertjes franco huis.
Fa. K. J. HUIGEN, Raampoortstraat 21
Giro 279760 Tel. 43664 ROTTERDAM
Ruwe honing is een echt natuurproduct, dat
sterk maakt en kracht geeft aan Uw zenuw
gestel in groote mate. Depót voor LEIDEN
en Omstreken: Reformhuis Ligthart, Ter-
weeweg Si, Oegsigeest, Telefoon 1610; Depót
v. DEN HAAG: Westeindé 194. Tel. 330893.
Huile-Anti-Ride
Niemand ziet
^het geeft don
Jeugdige huid
i helpt Uw huid