INDISCHE BEGROOTING 1939 "Wi, 'vt wwL\ kd&D ZATERDAG 25 FEBRUARI 1939 Tweede Kamer Ontwortelde cultuur Kruisers of slagschepen? Vergadering van 24 Febr. 1939 Overzicht De Ondenvijscritïci, waarbij zioh nog de heer Effen di gevoegd ha-d met klachten over te weinig volksscholen, moesten van minister Welter ver nemen, dat ze, naar communistischen trant, schromelijk overdreven of, naar soc.-dem. gewoonte, den afstand uit het oog verloren tusschen het wenschelijke en het mogelijke. De heer Meyerink had dit den vorigen dag terecht opgemerkt verklaarde de Minister. Waarom bijv. verzuimen ze melding te maken van de 8 millioen, die door locale gemeenschappen voor onderwijs worden uitgegeven boven de 32 millioen, die op de begrooting staan? Ook verliezen ze uit het oog, dat de bezuiniging bezinning heeft ge bracht en alle luxe in het Indische onder wijs is afgesneden, zoodat we met minder geld veel meer kunnen doen aan voorheen. We loopen dan ook in op het analphabetis- m.e, al is de belangstelling van de bevolking voor het onderwijs in vele streken nog zeer matig. Slechts in de Preanger komen we tot 50 net. Om deze reden valt ook aan do door den heer v. Sleen gevraagde leerplicht nog niet te denken. Liohamelijke oefening dwingend voorschrijven, achtte de Minister minder noodig. De kinderen in Indië zitten toch al meer in de boomen dan op den grond. Aan cultuurreservaten gelooft de Minister niet en nog minder is hij van meening. dat het Christendom de Balineesche cultuur zou ontredderen. Wie op Bali den Islam niet wil weren, mist het recht om zich tegen toelating van het Christendom te verzetten. De praatjes van den heer Stokvis over bevoorrechting van het bijzonder onderwijs kwamen erbij den Minister slecht af. Cijfers werden geproduceerd, die vernietigend voor diens looze beweringen waren. Bovendien kreeg deze te hooren, dat Indië de persoonlijke en financieele offers voor het bijzonder onderwijs niet missen kan. Zij stellen in staat te beter onze groote taak in dat land te vervul len. De critiek van den heer Stokvis achtte de Minister ver beneden de maat. Te dezen aanzien was de bewindsman het tnet de heeren Meyerink en v. Poll vol komen eens. Geen enkele openbaring van particulier initiatief op onderwijsgebied mag worden afgewezen. De antieke verhaal- ONS FEUILLETON Korte inhoud van het voorafgaande Tusschen twee groote moderne gebouwen van een manufacturenmagazijn en een filiaal van de Provinciale Bank, staat in het dorp Waterdam het kleine antieke pandje De Bloeyende Amandelboom, eigendom van dei ouden heer Wiechers. Adriaan, eenig zoontje van den heer Wie chers, bekijkt zijn vader en tante Ditje, de huishoudster op zijn eigen wijze. Na de lagere school gaat hij naar de H.B.S. van een naburig stadje. Op de jaarlijksche kermis ontmoet hij Deborah Olivier, dochter van een sectarist in Waterdam. Sedert de schooljaren heeft hij haar niet meer gezien. Hoewel hij niets voor haar voelt, volgt er toch door dit kleine voorval een ontwaking bij hem. Hij gaat zich man voelen. Als hij dan naar de vierde klas van de vijfjarige H.B.S. gaat, besluit hij zich niet meer zoo afzijdig te houden van zijn klassegenooten als voorheen. Hij zoekt een beter ingerichte lunchroom en eet daar 's middags zijn brood op. Dit duurt echter ook niet lang. Na een kort twistgesprek met een der andere bezoekers, Rogier Blommen- daal, die roode denkbeelden verkondigt, be sluit hij weer te veranderen. Hij komt nu in een Christelijk volkskoffiehuis terecht, en juist hier maakt hij kennis met de ellende, waarvan Rogier gesproken heeft. Na het eindexamen komt Adriaan in den kruidenierswinkel van zijn vader. Op aan dringen van Brinkman, zijn vroegeren onder wijzer wordt hij tevens voorzitter van de Jongefingrvereeniging. Op een bestuurs vergadering bepleit hij de wensohelijkheid om behalve Bijbelsche geschiedenis, onderwerpen op andere terreinen te handelen. (Zie vervolg hieronder) tjes, waarmee de heer Stokvis indruk trachtte te maken, toonen, hoe klein zijn optreden eigenlijk is. De Minister had gelijk. De soc.-dem. afge vaardigde is klein van stuk bijna zouden we, denkende aan de Visscherijdebatten zeggen: hij behoort tot de „puf" maar zijn parlementair optreden vertoont al even min grooten stijl. Hij vergeet, dat 't Neder- landsche parlement geen Volksraad is en is overigens, 10, 15 jaar ten achter bij de politieke ontwikkeling in Nederland. Bij dit onderwijsdebat heeft hij opnieuw een slecht figuur geslagen. Het zal, door zijn verkeerde instelling, het laatste niet zijn. Ten slotte trachtte hij zijn aftocht te dek ken door een beroep op de Groninger school- motie van 1902. De s.d.a.p. zou toen reeds voor vrijheid en gelijkberechtigdheid v£ bijzonoer onderwijs zijn geweest Het was een armelijk verweer, omdat die Groninger schoolmotie het summum politieke onoprechtheid was. Zij diende slechts als lokmiddel om confessioneele arbeiders naar de s.d.a.p. te krijgen en rigens hebben de feiten bewezen, dat tot lang na de pacificatie het: geen kind en geen cent in de s.d.a.p aanhang vond. Het recht van de bijzondere school is slechts noodgedwongen en schoorvoetend erkend en op den keper beschouwd, geven elen het nog slechts een secundaire plaats door aanvaarding bij voorkeur van de meest formalistische wetstoepassing. De heer v. Poll kwam in verband met Bali nog eens terug op de ontworteling in en door de humanistische cultuur. Prof. v. ren ontweek echter alle cardinalo vragen en vluchtte uit het concrete naar het formcele. Z.i. ging het er slechts om do waarden van een bepaalde cultuur te erken nen. Maar is dat nu een kwestie? Niemand ontkent die, maar in casu was in geding de vraag of men een gebied met Hindoe-cul tuur zal afsluiten niet voor T islamitisme, maar wel voor het christendom, dat door cultureel ontwortelde humanisten als een ramp voor de Baliërs wordt afgeschilderd. We herhalen: hier botsten wereldbeschou wingen. Het christendom is voor geen enkele cultuur een ramp of een kwaad geble ken, maar wel een zegen, omdat het de openbaring brengt van Hem, Die de bron en het inbegrip is van het abso luut goede, ware en sChoone en de Schepper en Verlosser van menschheid en cultuur beide. Gods openbaring doet ons beider wezen en hoogste doel kennen. Geen enkele cul tuur heeft in den loop der eeuwen ooit den zoekenden mensch de groote levensraadse len kunnen oplossen. „Het leven der heiden- sohe cultuurvolken is één zoeken, één tas ten. of ze vinden mochten den sleutel der mysteriën in ons, rondom ons en boven ons" schreef Prof. Biesterveld eens. Het heiden dom bracht in zijn afgoden niet meer dan 'n caricatuur van d&n levenden God. In hun beste uitingen dringt ten hoogste het: „niet van het Koninkrijk Gods" zioh naar onze lippen. En daarom kan het christendom vnor geen enkele andere cultuur ahdiceeren. Het beteekent ook geen vernietiging, maar wel vernieuwing, omzetting, verheffing, verede ling, in 't licht van Hem, die de volkomen heid der schoonheid is. „Volksgezondheid" en „Economische Za ken" geven geen aanleiding tot het maken van bijzondere opmerkingen. Met genoegen vernamen we, dat de Minister zich be raadt hoe hij voor 1940, wanneer de bijzon dere Nederlandsche welvaartsbijdrage van iy2 millioen zal vervallen, daarvoor equi valent of tegemoetkoming kan verkrijgen. „Oorlog" en „Marine" kunnen echter niet zoo maar worden gepasseerd. Men weet, dat op dit punt in Indië den laatsten tijd eenige onrust openbaar is ge worden. Deze onrust wordt o.i. ook kunstmatig aangewakkerd door hen, die meenen, dat voor de maritieme verdediging van LIJDERS aan MAAGPIJN maagkramp, zuur, hartwater en slechte spijs vertering zullen baat vin den bij het gebruik van het reeds vijftig jaren in den handel zijnde BOOM'S MAAGPOEDER Alleen echt indien de ver pakking is voorzien van den naam BOOM. r 1.29 per doos; per halve doos f 0.75. - Nederlandsch fabrikaat. Indië veel meer en in sneller tempo moet worden gedaan, ook al waardee- ren ze wat tot nu geschied is en nog geschiedt. Zelfs een marine-officier heeft zioh in clit verband uitgelaten op een wijze, die in hooge mate onbehoorlijk en beleedigehd voor Rcgcering en parlement is. Hij schreef aan de verantwoordelijke Regeering gebrek aan moed en karakter toe en verweet het Parlement laksheid ten aanzien van Indië's defensie. De heer v. Poll heeft daarover terecht den staf gebroken. Van Regeeringszijde hier en in Indië is deze uiting reeds gedesa voueerd. Maar is dat voldoende? Nederland doet voor Indié's verdediging wat mogelijk is. Verleden jaar nog is beslo ten tot een bijdrage van 8V2 millioen in de exploitatie-uitgaven boven de aanbouwkos- ten voor de marine, welke geheel voor Ne derlandsche rekening komen, terwijl voorts de mogelijkheid geopend is, dat het Moeder land nog verder gaat bijdragen in de explói- tatiekosten van de vloot in Indië. In 't snelst mogelijke tempo wordt boven dien het leger versterkt en het zgn. vloót- an-Deckers uitgevoerd. Toch heeft de Volksraad verleden week afwijzend geadviseerd ten aanzien van het nieuwe plan inzake de verdeeling van de kosten van de vloot Niet met drie kruisers neemt men genoe gen. maar er moeten er zes komen en veel meer torpedojagers, onderzeeërs en vlieg tuigen op kosten van Nederland. Zelfs wór den den laatsten tijd slagschepen vier stuks gevorderd. Hoeveel dat kosten moet in eens en blijvend, hoe deze honderden millioenen zouden moeten worden gevonden in vraag, die met gratie aan Nederland ter beantwoording gelaten wordt Onze eigen budgetmoeilijkheden 1 millioen oan sociale zorg per dag schijnen bij dit alles geen rol te spelen. Hier botsen eveneens het wenschelijke en het mogelijke. Nederland getroost zich voor z'jn. defensie geweldige offers. Tusschen de 40 en 50 groote en kleine maritieme eenheden zijn in aanbouw, grootendeels voor Indië. Het personeel er voor moet worden opgeleid, wat allerminst een voudig is. We toonen dag aan dag, dat Indië ons heel veel waard is. Dat het bij het thans in uitvoering zijnde aanbouwplan zal blijven, is niet aan te nemen. Dus zal er voor Indië nog meer wor-j den gedaan, maar niet alles tegelijk kan' worden aangevat. Eerst het vierjarenplan, waaraan we bezig zijn, zeide minister Van Dijk deze week in de Eerste Kamer. Men vil zware schepen. Maar een kruiser' van 24.000 ton kost zeker 65 70 millioen en moeten we gaan tot 30.000 ton dan nade ren we de 100 millioen. Vier slagschepen kosten 3 h 400 millioen en wil men er dan nog een kruiser bij, dan verzwaren we jaar- lijks ons budget met 40 50 millioen. Even,1 nadenken is dus wel geraden. Aldus oordeelt men ook in de Tweede- ■Kamer. 1 Het minimum-plan-Deckers- is niet'Vol doende, verklaarde de heer Duymaer V. Twist, nu onze vloot ook op verdediging- ingesteld zal moeten zijn. De Regeering ga voor 1940 nogmaals na wat er nog gebeuren kan Aan een motie-S t o k v i s -r- ook weer een aftandsch beestje waarin een andere verdeel ing der vloot kosten gevraagd wordt na onderzoek door een commissie, bestaat geen behoefte. Niettemin trachtte de soc.-dem. indiener haar nog te verdedigen, al begreep hij reeds, dat hij met deze onpractische motie voor een verloren zaak pleitte. Generaal Bajetto, die in theorie wel wat voor slagschepen voelde, wilde in deze zaak de leiding der Regeering aanvaarden. Meent zij verder te moeten gaan, dan is hij bereid te volgen. De motie-Stokvis, die een buiging schijnt in een richting, die van de zijde zijner geestverwanten voorheen als extreem militairisme zou zijn gebrandmerkt, leek ook hem overbodig. Tot gelijke con clusie kwam de heer Wen del aar. De heer v. Poll. die in de motie-Stokvis een poging tot reactie zag op een twee maanden geleden door de Kamer genomen beslissing, wees haar eveneens af. Niet onaardig was zijn opmerking, dat. de slagschepen-ij veraars in 1953 een critiek jaar zien, maar zouden we een slagschip gaan bouwen, dan zou dat pas in 1955 vol komen gereed zijn. In hun gedachten cang wel wat laat' Beter is het, als we uitbrei den, versterking te zoeken in kruisers en wat daar verder, bij hoort. De heer A m e 1 i itk greep de gelegenheid aan om een goed woord te doen voor die adjudanten-onderofficier, wien indertijd de gelegenheid om onder-luitenant te worden, is afgesneden. Gaarne zou bij zien, dat hun deze promotie alsnog mogelijk werd ge maakt Dinsdag gaat dit debat verder. Bij den aanvang der vergadering heeft de heer W ij n k o 0 p verlof gevraagd den Minister van Algemeene Zaken te mogen interpelleeren, over het al of niet medewer ken van de Nederlandsche regeering in zake de voorziening in den nood der Spaan- sche kinderen en ahdere vluchtelingen in Nederland. Over dit verzoek zal Dinsdag bij don aan vang der vergadering worden beslist. Correctie Minister Welter heeft Donderdag niei gesproken van een „schilderij zonder „lucht'', rnaar van een „schilderij zonder licht". De beeldspraak zal in haar beteekenis nu dui delijker zijn. De motie-Stokvis In behandeling wordt thans genomen de «ellng oorlog, benevens de motle-Stokvls erverdeellng der defensiekosten. De heer DUl'MAER VAN TWIST <a.r.) Is eenlng, dat de opmerking ln de M. v. A.. waarschijnlijk op etgen krachten zijn e i de doelstelltni Verslag ische vluchtelln ring. dslagl: edf Indië Tde ls de over de •edienst der begro ifdeellng onderwt ing van Nederlai 1935. EFFENDÏ (comm.) acht dei plicht ai dan niet Spr. bepleit het jent. 1 het e landL MINISTER van Koloniën acht verschillen- an de door den heer van Sleen geuite wen- n redelijk, doch financieel niet uitvoerbaar staat sceptisch tegeno\er de eischen va/ heer Effendi: de heer Effendl bedenke, da politiek ls: de kunst van het berelkbi illeen uit de len. Op het dikwijls betei 1 het onderwijs kat 1 nlel ng aflei; ichoolgaande kim Sail. Spr. kan zich 11? Wil men den Isla cl het Christendon besprekend king, dat 1 heer Stokv lister de irdt achti iet niet thuis b ven van hoofd lachtlgste van ik niet kunnen volvoeren. De klachte n heer Stokvis zUn ongegrond. wU dit vraagstuk uit de hoogte zie het openbaar door het bijzonder onderwijs, hU doelde dat er voor Indië zich een sohoolvraag- stuk gaat voordoen. Spr. richt zich te :leld der regeering. VAN SLEEN (s.d.I dankt de d. HU hi De he« Spr. ls erdedlgin aan. Op 1 1 beschlkkei n de motle- afwukt var licht zUn motie :lng heeft Nederland militaire ultgi r BAJETTO iral Jachtkrulser lar ligt de grens mogelijke? Spr. la/ ran Indië I :n defensiefonds, r.k.) sp «rking der Indh dheld door- defen- I vliegtuig/ ndpunt, dat het onderwijs relijk ls achteruitgegaan en beveelt een pi t Invoering van leerplicht op beperkt teri eerodlenst wordt Volksgezondheid Btf -de behandeling van de afdeellng volksge zondheid spreekt mevr. DE VRIES—BRUINS (s.d.) dat op deze begrooting geld beschikbaar wordt gesteld voor tien artsen, acht spr. van groot belang Doch de toestand is ln het alge meen nog onbevredigend. De groote sterfte ten gevolge van malaria, ondanks ïring,, die zUn vertrouwt evaarlijke situatie, die z ing van het Chineesch-J. :t uitsluitend lichte kru ld van Indië In het gehe IV11 men een daadwerkel dient een slagschepeneski In verband met de motie Stokvis merk 3p dat hö de goede zijde van de voorgesteld' regeerlngs-regeling. ziet. Spr. kan zich niet 71 De 6heer WANDELAAR (11b.) bespree AM EU NIC (a-r.) bespreekt de die de adpudant-ondorofficlerer >e mogelijkheid om onder-luiten; voor de oudere adjudant-onderoffl jwei afgesneden. agt hierin verbetering door vrijstel ever. van het af te leggen exar - VAN POLL (r.k.) vraagt of he regeering niet met een voorstel an zes krylgers durft te kon rs ln de minderheid te gerak t de motie-Stokvis is spr. i e motie inhoudt, dat de daa mmlssle tot dezelfde conclusi' i de voorsteller. Het tegenwo< :rust i ïrste. Aai voldo« genheld om het goede voedsel te koopen i ae groote zuigelingensterfte te wUten. De hse. VAN LITH DE JEUDE (11b.) ner- aalt zijn vraag, of de minister bereid zou zijn s populariseering van hygiënischs maatrege- :n te doen bevorderen. doch de macht c geldmiddelen. Het lnstltuu voortreffelijk we izlen de volksgezondheid. jreekt door volksvoeding kan beter zelfstandig in werken. afdeellng volksgezondheid wordt goedge- d. ■eneens na eenige discussie bii de behande- BRIELLE, 25 Febr. Gisteren is op 93-jari- gen leeftijd de heer J. K. Overbeeke, op richter en directeur-uitgever van de Nieuwe Brielsche Courant overleden. Hij was oudste uitgever van Nederland. De overledene was drager van het Witte Mobilisatiekruis. Tal van jaren was hij lid van den gemeenteraad van Brielle, welke gemeente hij ook als wethouder diende. Bezoekt onze terreinen ol zendt 20 ct, porti voor 't Boekje No 8 „DE GRtlOT'S HOUTBOUW Vrooms hoop Telefoon 32S M. 8.55 VARA, 5.00 VPRO. 5.20 8.66 Orgelspel. Orgelspel. 9.46 Cai die terzake doen". 12.20 Berichten, hierna: Het AVRO-orkeat en solisten. 1.05 AVRO* Amusementsorkest. 1.30 Causerie: ..Wat er ln Indië gebeurt". 1.50 Gram.mu/.iek. 2.00 Causerie: „De waarde van het bo-ek". 2.26 Reportage voetbalwedstrijd. 4.15 Gram.muz, 4.25 AVRO-Dance Band. 1.66 Berichten ANP.- 6.00 Gesprekken met luisteraars. 6.30 Voor de kindoren. 6.00 De Ramblers. 6.30 Sport- praatj 6.45 Berichten ANP. gram.muziek; 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Noviteiten-orkest. VARA-Mount-Boys en soli«te. 8.00 BerlchtcD ANP. mededeelingen. 8.20 Verkorte opera: „Die lustlgen Weibor von Windsor". 9.40 Radlotooneel. 10.15 De Vagebonden. aollat en vocaal trio. 11.00 Berichten ANP, hierna: Orgelspel. 11.40—12.00 Dansmuziek (gr.pl.),' ILVERSUM II. 415.5 M. 8.30 NCRV. 0.30 KRO, 5.00 XCRV. 7 4511.30 KKO. 8 30 Morgei Udlng. 9.30 Plechtige H. Mis. 10.60 ICRO-Melodisten. 100—1."" snweek''). 2.00 Gram.muz 7.30 Gewijde oerwoudnegens van de Motaba-rlvler. 9.2') Zang met plano-begeleiding. 9 30 Gram.muz. 9 50 KRO-orkest en solist 10.30 Berichten ANP. 10.40 Epiloog. 11.00- 11.30 Esperanto- lezlng. HoirWICH 1500 M. 12.20 irrkest. 1.20 Kwintet 1.G0 Raadselwedstrijd 2.40 Orkest 840 Kleinorkest 4 20 Rellgleuz. causerie. 4.40 Harmonie-orkest 5.20 Causerie. 5.40 Orkest 6.30 Filmpraatje. 6.50 Radlotooneel. 8.16 Kerkdienst 9.25 Radiotoon-el OrKestt en mannenkwartet 10.50 Epiloog. AIUO-PATMS 1648 M. 10.20 Hawallan-cnsem- ble. 11.20 Orkest 12.00 Zang. 12.31 OrgeL I.20 Zang. 1.35 Orkest. 8.20 Zang. 3.35 Ac cordeon. 3 50 6.50 Radlotooneel. 7.25 Orkest. 8.35 Zang. 8.50 Koor en Orkest II.20 Orkest KEULEN 456 M. 7.50 Gamba, cembalo en orgel. L 3.20 Ork 9.35 Orkest 11.20 484 M. 322 M.: 10.20 el. 11 50 Piano. 12.20 12.55 en 1.30 Orkest 8.20 en 9.35 Orkest. 10.30 Orkeet en duo. EUTSCHLASOSEXDER 1571 M. 7.30 Winter hulpprogramma. 9.50 Kwintet. 10.20 Orkeet. jltIJd een poeder ol cachet van Mljnhardt* Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd,Mljnhardtjes"2st. IQct. Doos 50c() (Reel.) 27 FEBRUARI 1830 10.20 v.m. VPRO 8.16 Berichten). Grai 10.0' (Om _enwljding. 10.20 Declamatie. l'J.40 pianovooo-dracht 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Gram.muziek. 12.00 Esmeralda. (Om 12.16 Berichten). 12.30 Gram. muziek. 12.45 VARA-Orkest. 1.16—1 45 Gram. muziek. 2.00 Utrechtsch Stedelijk Orkest (opir.), 2.20-Zsng en plano '2.45 Decla jelspel 4.05 Gra 3.15 .Fantasia". 3.45 Or- n.muziek. 4.30 Voor de kin- izlek. 6.00 Orgelspel. 6.28 5.00 Gra Berichten. 6.30 Muzikale muziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gram.- muzlek. 7.10 Causerie: „Reisindrukken uit Afghanistan". 7.30 Planoduet ling SOS-B 8.55 Gra „De Krekeltjes 8.40 tle-orkest 10 00 Berichten ANP. 10.10 VARA-Orkest 10.45 Gram.muziek. 11.00 De Ramblers. 11.30 12.00 OrgelspeL HILVERSUM II. 415.5 M. NCRV-Ultsendlng. .00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, 10.30 M. luzlek. (9.309.45 Gelukw 11.00 Chr. Lectuur. 11.30 luzlek. (12.00—12.16 Berichten). 12.30 irichten ANP. herhaling SOS-Berichten. 8.15 NCRV-Salonorkest en gram.muziek. 9.30 Causerie: „Onze kinderen, hun onderwijs, hun examens'". 10.00 Berich ten ANP. actu. 10.45 Gymnast iel halfuur. 10.30 Gi lekles. 11.00 Kane: nek. 11.50—12.00 Schrl 1L25 zing. DROITWICH 1500 M. 11.05 Zang en plano 12.20 Causerie. 12.45 Orgel. 1.20 Militair or kest. 2.00 Declamatie. 4.15 Cello en plano. 5.21 Plano. 5.40 Harpkwintet. 6.40 Muzikale causerie. 7.20 Variété. 8.20 Discussie. 9.10 Piano. 9.45 Debat 10.30 Orkest 11.20 Fran- sche causerie 11.35 Orkest RADIO PARIS 1648 M. 10.00 Orkest 12.30 Zang. 1.10 Orkest 2.35 Zang. 3.50 Piano. 5.05 Plano. 5.35 Viola. 6.35 Piano. 6.50 VlooL 7.25 Orkest 8.35 VlooL 8.54 Concert. KEULEN' 456 M. 6.30 Orkest 11.20 Orkest. 12.86 Orkest. 1.30 Concert. 3.20 Orkest 6.45 Plano duetten. 7.30 Volksliederen. 8.00 Westduitsch ;ht. 9.50 Orkest en planoduo. 11.20 Oil- i 484 M. 322 M.: 12.60 en 1.30 1-ano. 6.50 en 7.20 Orkest 8.20 sst. 9.20 en 10.30 Syinphonle- en 1.30 Ensemble. 6.35 Orkest. /2)eXoon cué de j0 «1 i re^ra-flfït DOOR MARTHA VI55ER (33 Meer dan hijzelf beseft, rahen Adriaans woorden de har ten. Hij mag dan geen vurig man wezen, zijn betoogtrant is rustig en helder, zijn stemgeluid aangenaam. Wat hij daar allemaal heeft beweerd, is niet gloednieuw voor de leden van „Onderzoekt de Schriften". Brinkman heeft vele malen tot hén in denzelfden geest gesproken, zij het dan ook niet in verband met een voorgestelde wijziging van het werkpro gram. Brinkman is echter tot het laatste toe nog eenigermate de van buitenaf gekomen leermeester gebleven. Veel heeft Waterdam aan hem te danken, ongetwijfeld, maar geheel geassimileerd is hij niet. Wiechers daarentegen is een jongen uit hun midden' en van hun eigen jaren, met hen opgegroeid. Dat is anders. Bovendien; Wiechers heelt jaren lang school gegaan in de stad. Hij moet daar in aanraking zijn gekomen met velerlei verleidingdie hij heeft getrotseerd. Dat maakt hem tot den man, die het weet, tot den held bijna van wiens glorie een zwakke glans op hen schijnt af te stra len. omdat -ii samen, hij en zij. Waterdamsche jongens zijn. Zoo wordt Adriaan de primus inter pares, wiens woord niet zonder gezag is. Met wat over en weer praten, wat tegenstribbelen en wat toegeven krijgt hij zijn voorstel er dan ook zonder ernstige tegenkanting door, in zooverre dan, dat voortaan één maal per maand een avond besteed zal wor den aan een vrij onderwerp in den geest als door Adriaan bedoeld. Hijzelf zal de eerste inleider zijn en handelen over Dr Kuypers leer der gemeene gratie. XXVII Een dag of wat voor Adriaan zijn inleiding, die tot een lezing is uitgebreid, zal houden, meldt zich een hem onbe kende, blijkbaar wat uit zijn krachten gegroeide jonge man in De Bloeyende Amandelboom. Hij stelt zich voor als Sander Witkop, tijdelijk onderwij zer aan de school van Brinkman. Hoewel het niet in alle bij zonderheden met hem eens, heeft hij groote belangstelling voor alles wat Dr. Kuyper betreft. Min of meer toevallig hoorde hij van Adriaans inleiding. Zou hij wellicht een in troductie kunnen krijgen? Voorloopig voor die eene verga dering. Hij weet trouwens niet eens, of hij wel lid van „On derzoekt de Schriften" zou kunnen worden, hij behoort na melijk niet tot dezelfde kerkformatie als Wiechers en de jongen, van wien hij over die inleiding hoorde. Vanzelf deelt Adriaan hem mede, dat jongelingen van positieve belijdenis uit alle kerken op de vereeniging welkom zijn, welk ruim standpunt door den ander weer buitengewoon wordt geap precieerd. Gaarne zou hij zich als lid opgeven, maar hij denkt niet geregeld een avond per week te kunnen missen, want hij is onderwijzer. En onderwijzers beschikken over weinig werkelijk vrijen tijd: altijd maar weer correctie-werk en doorstudeeren. Zonder een flink aantal bijaktes bereik ie in de onderwijzerswereld niets. Wil Wiechers wel gelooven, dat je gemakkelijker dokter wordt of advocaat, dan school meester? Als je het aantal studiejaren van een onderwijzer met hoofdakte en bijvoorbeeld de drie moderne talen optelt, kom je al over het vermaarde elftal van onze academisch gèvormden heen. Het verschil is alleen, dat die laatsten naar hun geploeter worden gewaardeerd en betaaldeen schoolmeester blijft zijn leven lang een weinig getelde hon gerlijder. Met groote aandacht volgen de leden van „Onderzoekt de Schriften" de voorlezing van Adriaans hoogst interessan te inleiding. Daar zit studie achter, dat begrijpen ook de eenvoudigsten onder de jongens. Die Wiechers blijkt de be nijdenswaardige gave te bezitten, moeilijke zaken zóó uiteen te kunnen zetten, dat ook een traag, onontwikkeld verstand er iets van gaat snappen. Van de gelegenheid tot gedachtenwissïling wordt nage noeg geen gebruik gemaakt. Het blijft bij een enkel verzoek om nadere toelichting van een niet geheel begrepen onder deel. Van eigenlijke critiek is op dit moment nog geen sprake Het zeker niet eenvoudige onderwerp ligt log en zwaar tus schen den inleider en zijn hoorders in. Heel wat leden van „Onderzoekt de Schriften" duizelt het ietwat. Hoe zouden zij het wagen met Wiechers in het krijt te treden? Dit wil niet zeggen, dat zij nu ook meteen voor de door hem ontwikkelde denkbeelden gewonnen zijn. Geenszins. Als zij alles eens rustig hebben overdacht, en er een paar nachtjes over heb ben geslapen, dan zullen er nog wel heel wat bedenkingen en bezwaren loskomen. Doch nu nog niet. Nu staan ze alleen nog maar „paf" van Wiechers' geleerdheid en gevoelen ze leen hun Voorzitter, doch in hem ook hun aangedaan. Sander Witkop toont zich aan het eind der bijeenkomst zeer enthousiast. „Geweldig, kerel, geweldig", zoo compli menteert hij Adriaan. Meteen vraagt hij, of het goed is als hij in den loop van de week nog eens even aanloopt. En Sander lóópt die week nog eens even aan. En de week daarop nóg eens Hij voelt zich eenzaam in Waterdam. Wellicht zou hij zich ook in Amsterdam en Rotterdam eenzaam voelen. Sander vertegenwoordigt een menschen- type, dat overal eenzaam is, wijl het teveel van zijn naaste verwacht en derhalve nimmer vindt, wat het zoekt. Sander is een pluizer, die zich moeilijk bij het gewordene neer leggen. Rusteloos zoekt hij naar de oorsprongen der dingen* ook in zijn eigen hart. Is hij dan geen Christen, een mensck die in Christus zijn rustpunt, althans in beqinsel, gevonden heeft? De buitenstaander, die Sanders uitwendig leven kent, en deze vragen vanuit de dogmatiek tracht te benaderen, zal allicht geneigd zijn „ja" te zeggen. Sander zelf is hiervan echter niet zoo zeker. Als hij zijn hart onderzoekt, is hij ge neigd te veronderstellen, dat hij wellicht GEEN Christen zou zijn. als de geloofswaarheden hem niet van kindsaf wa ren ingegoten. En aangezien hij geen man is, die er genoe gen mee neemt zich met een SDitsvondigheidje van zulke hoogsternstiqe zaken af te maken, leeft hij in een voortdu rende onzekerheid. Hij wenschte somwijlen in een godde loos, ontaard gezin te zijn geboren. Als in menschen uit zulk een omgeving het verlangen naar God ontwaakt, dan mag men aannemen, dat het de Heere zelf is. Die aan zoo n hart werkt. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10