VLUCHTIGE
RONDBLIK
De „Groene week" te Berlijn
M. P. NOORDZIJ
SIHI-POMPEN - BEVERWIJK
KEMA KIEZELKALK
STIKSTOFMESTSTOFFEN VOOR IEDEREN GROND EN IEDER GEWAS!
De liefde kent alleen het tegenwoor
dige; de vriendschap zegt: Weet je
nog wel?
CARMEN SYLVA.
Overname der crisismaatregelen
Landbouwpolitiek in Enge
land Misstanden bij den Rus-
sischen landbouw Duitsche
ruilbocren
III
Dinsdag 21 Februari 1939 No. 454
Daar komt werk aan den winkel voor
de land- en tuinbouworganisaties.
De overname van de landbouwcrisis-
maatregelen door de bedrijven zelf. begint
zich meer en meer af te teekenen. Vooral
nu het rapport van de betreffende com
missie is verschenen. Dat is nog wel een
rapport, of zooals men ook wel eens zegt,
maar een rapport; doch wij weten zeer
goed, dat het geen vluchtige gedachte is
en men al langen tijd dit ernstige vraag
stuk onder de oogen ziet.
Voor de landbouworganisaties, we be
doelen hier natuurlijk eveneens de tuin
bouworganisaties. wordt het een zware
taak. De werkkracht der bestuurders is
evenwel reeds zoo goed tot uiting gekomen
bij verschillende aangelegenheden, dat ze
wel tot groote dingen in staat zijn. Neem
b.v.. om maar één voorbeeld te noemen,
de boerenleenbanken. Ook nu blijkt weer
voor de zooveelste maal, dat de betiteling
„domme boer" geen zin heeft. Daar mag
misschien elders nog eenige reden voor
zijn, is ons land is dat afgedaan. Al sinds
13 De moeilijkheden zullen verdubbelen
als de ministerwisseling in Engeland voor
de landbouwpolitiek in Engeland zulke
ingrijpende veranderingen zal brengen als
yerwacht kunnen worden.
De Engelsche boeren waren ontevreden
over de gevolgde politiek van den minis
ter van Landbouw, Morrison, en dreigden
met stakingen, protestmeetings, demon
straties enz. Er vormde zich zelfs een
agrarische politieke partij. En dat in het
conservatieve Engeland! Hun actie is ech
ter bezworen. Hieruit, en uit het heen
gaan van Morrison en het als landbouw
minister optreden van Sir Reginald Dor-
man Smith, blijkt wel. dat de regeering
den boeren belangrijke toezeggingen heeft
gedaan. ^Vat ook wel blijkt uit het feit,
dat een grootsch opgezette protestmeeting
veranderde in een huldebetooging voor
Sir Reginald "Smith. Dat deze minister
voorzitter was van de groote Engelsche
landbouworganisatie, die met alle kracht
ijverde voor toepassing van de Ottawa-
conferentie, dus zooveel mogelijk alles uit
den vreemde te weren, althans de produc
ten van eigen bodem en van die der domi
nions een groote voorkeur te verleenen,
zegt heel veel.
Dat wordt een gevaar voor onze boter
en eieren, dat niet te licht moet worden
opgevat. Wij althans voorzien groote
moeilijkheden met deze producten.
Of deze moeilijkheden zoo groot zullen
zijn als die in Sovjet-Rusland, waar na
twee vijf-jaren-plannen thans met veel
ophef het derde is ingeluid? Doch tevens
moet geconstateerd, dat de beide vorige
geen heil hebben gebracht voor de bevol
king. Er zijn nog allerlei misstanden op
landbouwgebied in Rusland. Zoo wordt
zelfs door Russische bladen medegedeeld,
dat in verschillende deelen van Sovjet-
Rusland veel te weinig zaaizaad aanwezig
is, omdatde boeren te weinig heb
ben afgeleverd. Wij lezen van tekorten
van 38. van 14. van 56. van 46. van 15,
van 32, van 60. van 75 percent zaaizaad,
dat te weinig is geleverd. Daar zal wat
opzitten voor die boeren. En nog meer
wordt er geklaagd over hen. Zoo wordt
er in de Russische bladen gewezen op het
saboteeren der regeeringsmaatregelen door
de boeren, door het houden van meer vee
dan mag, het te weinig werken voor de
„gemeenschap" en te veel voor zichzelf.
Verder lezen we, dat op verschillende
plaatsen de landbouwmachines, waarop de
Russische staat zoo trotsch is, staan te
roesten, omdat ze niet in schuren of han
gars ondergebracht worden. Honderden
motoren zijn hopeloos beschadigd. Een
heilstaat schijnt het daar nog niet te zijn,
al laat men het voorkomen, dat het wel
zoo is. Er is nog heel wat te verbeteren,
Naar verbetering der bedrijven zoeken
ook de Duitschers. Die willen elders leeren
hoe ze kunnen handelen. Zoo zullen dit
jaar 500 „tuilboeren" naar het buitenland
gaan. om daar het boeren op de daar ge
bruikelijke wijze te leeren. Tegelijk kan
dan een gelijk aantal jonge boeren uit
andere landen naar Duitschland komen
om daar hun ervaringen op te doen. Dat
is wel een heel goed systeem. Heel niet
nieuw. Jaren terug hadden wij een soort
gelijk ruilsysteem met Engeland. Als ruil-
landen voor de Duitsche boeren komen
in aanmerking Zweden, Finland, Honga
rije, Roemenië, Italië. Ook gaan er naar
Engeland, Frankrijk en Nederland. Zelfs
gaat er een'naar Brazilië. In 1937 gingen
er 70 ruilboeren weg. In 1938 zouden er
300 gaan, doch door het mond- en klauw
zeer konden er slechts 50 vertrekken.
Zoo leert men van het elkander het
werk.
Misschien leert men elkander zoo ook
beter kennen en waardeeren.
Tot kijk!
BBÖATJES&tóKfiR
Vruchtwisseling
bij tarwebouw
Een gewichtig punt bij akkerbouw
Bieten een goede voorvrucht
voor tarwe, maar
Bij de uitoefening van het akkerbouwbe
drijf is de vruchtopvolging steeds een punt
eel gewicht, zoo schreef enkele jaren
geleden de Directeur van afd. II van het
Rijkslandbouwproefstation te Groningen ir.
Meijers in een boekje over Vruchtopvol
ging, dat uitgegeven werd vanwege het De
partement van Landbouw. Hij vervolgde: In
een tijd als deze, waarin het bedrijf aan ban
den wordt gelegd, valt de aandacht des te
meer op de vruchtopvolging; immers de ge-
wassenkeuze is thans veel beperkter en het
is dikwijls noodig dat men van de gewoon
ten op dit gebied afwijkt of tegen de erva
ringen ingaat.
Reeds van overoude tijden heeft de akker
bouw bewust of onbewust een soort wissel
bouw toegepast, waarbij de cultuurbodem
zooveel mogelijk gevrijwaard zou blijven
an nadeelen, die een steeds meer verbou-
eenzelfde gewas met zich mee Kan
brengen. De z.g. moeheid van den bodem
voor een bepaald gewas werd voorkomen of
genezen door het toepassen van wisselbouw,
door het op andere wijze bebouwen van de
akkers.
Dat wisselbouwsysteem is later met
ontwikkeling van de landbouwwetenschap
erbeterd en aangepast aan de ervaring en
andere bewerkingen en bemestingen
an den bodem.
Wij willen daarop in dit artikel niet in
gaan doch meer bepaald stilstaan bij de tar-
weteelt en een vraagstuk dat zich in ver
band met den wisselbouw hierbij voordoet.
Dezelfde ir. Meijers, die op dit terrein veel
studie heeft gemaakt, sprak op de in 1933 te
Wageningen gehouden z.g. Tarwedag over:
De tarwebouw op de zware gronden in ons
land en had het daarbij natuurlijk ook over
de vruchtwisseling bij dit gewas met name
over de voorvrucht er van.
Verschillende voorvruchten passeerden de
revue, nl. klaver, boonen, erwten, andere
granen, aardappelen, bieten, karwij, spina-
'e en koolzaad.
Van de klaver, de boonen en erwten wer
den als voordeelen opgegeven dat ze stik-
stofvrijen grond achterlieten, doch als nadee
len, dat vooral bij klaver de stikstof in te
3'jke mate aanwezig is, terwijl gevaar dreigt
at slakken en emelten (met name na kla-
er) de tarwe aantasten. Andere granen als
voorvrucht hadden niet veel voordeden,
doch wel nadeelen nl. den armen grond,
dien ze achterlaten en die dus een slappen
groei veroorzaakt; de lastige voetziekte kan
optreden, terwijl onkruid en opslag den
groei belemmeren en de kwaliteit van den
oogst benadeelen.
De overige genoemde gewassen hebben
niet veel nadeelen op den groei en den oogst
van de tarwe, integendeel ze hebben veel
voordeelen.
Zoo weet ook de practijk, (trouwens wat
door ir. Meijers wordt geschreven en be
weerd is geheel aan de practijk ontleend).
Een van de factoren van beteekenis die aan
geroerd worden, als gestreefd wordt xn den
bietenverbouw weer meer uitte breiden, is
het belang dat de suikerbieten hebben voor
den wisselbouw met tarwe.
Natuurlijk niet alleen de suikerbieten ook
de andere hakvruchten spelen hier een be
langrijke rol. Er zijn gebieden in ons land.
waar de hakvruchten de helft en soms meer
van het land bezetten, terwijl de geheele
vruchtopvolging er door beheerscht wordt.
Het was bijv. in Zeeland heel gewoon dat de
boer een derde van zijn land in bieten zette
en ook nog een goed deel in andere hak
vruchten. De rest bleef dan bestemd voor
zgn. lange gewassen, de granen.
Als bezwaar tegen bieten verbouwen vóór
tarwe wordt wel aangevoerd, dat de bieten
van cJcknr qsl u/q/UXq*
voor /OGMJzr
Boeren zijn zeer in tel
in Duitschland
Boerinnen werken electrisch
De „Grüne Woche" is het groote voor
jaarsfeest in Berlijn. Sedert 1923 is deze be
langrijke landbouwtentoonstelling een jaar
lijks weerkeerende gebeurtenis van groote
beteekenis.
Toch was dit jaar de belangstelling uit
?r afgelegen landbouwgebieden van
Duitschland niet zoo groot als anders wel
het geval was. Dit kwam vooral door het
feit, dat ook elders landbouwtentoonstellin
gen, bijv. in Koningsbergen en Breslau ge
organiseerd worden.
Over de thans gehouden „Grüne Woche"
schrijft men ons o.m. het volgende:
Zooals gewoonlijk is ook dit jaar de Duit
sche nijverheid, die landbouwmachines en
werktuigen vervaardigt, weer dc grootste
tentoonstel Ier Niet minder dan 8 hallen
zijn met machines en gereedschappen ge
vuld. Wij stellen vast, dat de landbouwma
chines geregeld grooter worden. Het wacht
woord is blijkbaar, de geheele landbouwar-
beid, ook die op de kleinere boerderijen, ge
heel te motoriseeren. Het paard schijnt wel
buiten dienst te kunnen worden gesteld.
Men ziet „motonpaarden" in allerlei af
metingen en krachten. De prijzen der moto
ren-dalen. De motortrekpaarden kunnen
veel goed'kooper geleverd worden dan de
levend^. Een gemotoriseerde P.K. kost,
men ons meedeelde, nog geen 6 pCt. van een
natuurlijke paardenkracht Terwijl het na
tuurlijke beestje veel duurder in de kost is
dan zijn stalen collega. Wij zien voorts een
zeer groote verzameling ploegen, eggen,
aardappelpoot-machines, zaai-machines,
aardappelrooi-machines. „Hack"-machines.
die de aarde luchtig maken, dorsch-machi-
nes, dan allerlei wagens, voor het vervoer
van stalmest gier, suikerbieten, hooi enz.,
enz
De melkmachine schijnt thans in Duitsch
land meer toegepast te worden. Zooals men
weet, heeft Duitschland weinig melkers.
Men laat melkers uit Nederland, België, Po
len, Lithauen, Letland,Denemarken en zelfs
uit Finland komen, maar hierdoor wordt in
de behoefte nog niet voorzien. Daarom: meer
machines! Er zijn allerlei machines voor de
behandeling van de melk op de boerderij,
voor het koelen van de melk, het vullen der
flesschen. het reinigen der flesschen
mers, enz. Aan de reiniging wordt in het al
gemeen op deze „Grüne Woche" veel aan
dacht besteed. De Waterverzorging heet het,
moet verbeterd worden. Voor een boerderij
is water het meest noodige element! Zij het
dan ook niet, om door de melk te doen. Er
wordt krachtig voor de electrische waterver
zorging gepropageerd, vooral ten gerieve
an de boerin, die vroeger den geheelen dag
had te pompen en emmers water had te
dragen. Ook zijn er allerlei nieuwe modellen
waschmachines te zien. De electrici-
teit zal op de boerde r ij een
1 grootere rol moeten gaan
1 en, meent men. Er zij de aan
dacht op gevestigd, dat het electrische for
nuis door de inrichters van de tentoonstel
ling voor de boerderij als ideaal wordt be
schouwd. Is geen electriciteit aanwezig, dan
zal het oude fornuis, dat in het algemeen
een geweldigen omvang heeft, door een
klein modern fornuis moeten worden ver-
angen. Bij het bouwen van een boerderij
moet aan de plaats van den schoorsteen
overigens de grootste zorg worden besteed.
Veel iraenschelijke energie en veel brand
stof werd thans verspild, omdat de schoor
steen verkeerd is geplaatst Het zijn alles
zeer practische opmerkingen, en wij geloo-
ven, dat de boer er zijn voordeel mee zal
kunnen doen.
Als hij ze ten minste toepast. Want de
Duitsche boer is zeer behoudend.
te laat het land ruimen en er dus niet vol
doende gelegenheid is de akkers voor het
bezaaien met wintertarwe in gereedheid te
brengen. Dit bezwaar kan wel ondervangen
worden en behoeft geen red^n te zijn de bie-
n als voorvrucht voor tarwe uit te sluiten.
Zooals we opmerkten is gebleken, dat de
biet als voorvrucht voor tarwe voordeelen
biedt van niet te onderschatten beteekenis
die redenen zijn, dat men over de vrucht-
opvoging in zorg verkeert, daar het tarvve-
areaal zich zeer uitbreidt, soms verdubbeld
terwijl de bietenverbouw met 20, 30 en
zelfs in bepaalde gebieden met 40 percent
achteruitliep.
in het teeken van de iuiste voeding
Het begint al dadelijk, wanneer men de
eerehal uit is. Men ziet hier een afbeelding
van het „nerveuse broodje". Het broodje, uit
tarwemeel gebakken, eet men te gemakke
lijk en wordt daarom te vlug gegeten. Men
kauwt het te weinig. Men eet het, terwijl
men leest of schrijft. Daar bevordert men de
zenuwachtigheid door. Vroeger was de voe-
dfhg juist. Men at toen ook in de steden uit
sluitend roggebrood. Dan moest men kau
wen, dan kon men niet een boek onder de
hand lezen. De organisators van de tentoon
stelling willen naar dien tijd terug.
Verder wordt voor de „P e 11 k a r t o f f e 1"
(de aardappel met de schil er om gekookt)
reclame gemaakt. De vitaminen zitten di
rect onder de schil. Kookt men nu de aard
appel geschild, dan krijgen de varkens de
.vitaminen, die de mensch zoo noodig 'heeft.
De „Grüne Woche" te
Berlijn. In hal I wordt
o.m. een overzicht ge
geven van de hulp van
den Rijksarbeidsdienst
bij het binnenhalen van
den oogst. Er zijn in
Duitschland 800.000 land
arbeiders te weinig,
zoodat mennu de pro
ductie tot een maximum
wordt opgevoerd, zon
der den Rijksarbeids
dienst en de ,^.rbeits-
maiden", die hun ver
plicht ,£.andjahr" op
de boerderij doorbren
gen, niet meer kan uit
komen.
Vroeger at de Duitscher vaak „Pellkartof-
feln". Ieder haalde er dus gedurende het
eten de schil van af, roerde de aardappel
dan in een stukje boter, deed er bijv. een
stukje haring om enhap-zeid-ie!
De meer-gegoeden eten thans geen „Pell-
kartoffeln" meer. Op de „Grüne Woche"
wordt tegen deze wijziging in het nieuwe
storm geloopen.
Een groote hal is voor
het pluimvee vrijgehou
den. Duizenden hanen
kraaien, duizenden kip
pen kakelen, terwijl de
ganzen, duiven en het
ander gevogelte even
eens teekenen van leven
geven Het is in de zaal
een 'dierlijk geroeze
moes.
En dan hoort men een wachtwoord, dat
men eigenlijk niet op een „Grüne Woche"
zou verwachten: niet te veel vleesch
e t e nl Eet meer groenten en fruit!
Om een en ander duidelijk te maken, heeft
men een „Voedingsklok" samengesteld. Het
is een monumentale staande klok, in toren
vorm, met een klokkenspel erop. Telkens
wanneer een verkeerd gerecht opgediend
wordt zien wij aanschouwelijk voorgesteld,
waardoor dit is te vervangen. Wij komen tot
de gevolgtrekking, dat de aardappel erg
aanbevolen wordt. Aardappelnood schijnt
niet te verwachten! Verder moet men meer
visch eten. Maar vooral meer groenten en
fruit! En minder vet en vleesch. Wie goed
eet luidt het, is minder ziek.
Op nog een andere belangrijke zaak wordt
de aandacht gevestigd.
Er was steeds een toevoer van boeren
bloed naar de Duitsche steden, in het bij
zonder naar Berlijn. Dit kwam wel de vita
liteit der steden ten goede. Maar het land
werd op deze wijze leeggepompt. De men-
schen, heet het, moeten niet meer van het
land wegtrekken. Het „Landjahr", de ver
plichte arbeidsdienst voor meisjes, stuurt
wel weer stedelingen naar buiten, maar dat
is een lapmiddel. De jonge dames komen
na een jaar weer in de steden terug. En
steeds gaan weer opnieuw boerenjongens en
boerenmeisjes naar de steden, waar ze im
mers meer verdienen, en waar zij een ge
makkelijker en aangenamer leven kunnen
leiden. Weg met het leven van .Tan-iplezier!
Terug naar het land! Dat is niet al
leen hoereneer en boerenplicht, maar ook
een nationaal-socialistisch beginsel. D<
lucht op het platteland is frisscher. Er is
meer zon. Dat komt het verstand ten goede.
De meeste groote mannen, die
Duitschland heeft voortgebracht, waren
jongens van buiten. Hoogleeraren, staat
huishoudkundigen, staatslieden, het wa
ren haast allen boerenzoons, althans
plattelanders.
Maarer moeten ook begaafde jonge
mannen op het platteland blijven. En boven
dien mogen niet te veel meisjes van buiten
naar de steden gaan. Thans vindt reeds 10
pCt van de jonge boeren op het platteland
geen vrouw. Als dat zoo doorgaat leert de
„Reichsnahrstand", zal Duitschland ledige
dorpen en eindelijk ook, wegens gebrek aan
boerenbloed, ledige steden hebben. Den
landvlucht wordt daarom de oorlog ver
klaard. Maar men wil geen dwangmaat*
regelen. Vrijheid-blijheid geldt ook hier. Op
het land moet meer cultuur komen, meer
gelegenheid tot goede ontspanning Dan zal
de landvlucht geëindigd zijn, voor men het
v/eet.
Ons als Nederlanders interesseert natuur*
'ijk zeer de vraag, hoe het met de Duitscha
'evensmiddelenvoorziening gesteld is. Da.
„Grüne Woche" is op dit gebied optimis*
tisch. Zij beroept zich oo het woord varï
Hermann Göring: „Men moet niet wil
len eten wat er toevallig niet isj
maar ieder kan in Duits oh land
verzadigd worden". En de keus, die
men kan doen uit de voortbrengselen, die er,
wel zijn, is groot genoeg. Onze indruk is,
dat Duitschland zich op het gebied der,
levensmiddelenvoorziening inderdaad steeds
meer van het buitenland onafhankelijk!
maakt. Ook van Nederland.
Het is jammer, maar waar.
Nu is het gevaar groot, dat door den zoo
uitgebreiden tarweverbouw, de bodem eer
der dan voorheen een (om het oude woord
nog maar eens te gebruiken) graan-moeheid
zal vertoonen.
Vooral de voetziekte is een kwaal,
die de tarwe zeer ernstig kan aantas
ten en de ernstige aantastingen met
deze ziekte worden door vele practici
toegeschreven aan het sterk uitbreiden
van het tarwe-areaal en de daarmede in
verband staande wijziging in de vrucht
opvolging.
Hoewel dc heer Meijers daar niet zoo
van overtuigd is, schrijft hij toch, dat
„de ziekte op late tarwe, in het bijzonder
op tarwe, die na bieten gezaaid was, veel
minder voorkwam". Alweer een bewijs,
dat de bieten als voorvrucht voor tarwe
zeer gewenscht zijn.
Doch laat zaaien van tanve heeft ook zijn
nadeelen en Dr. J. C. Dorst, consulent voor
de plantenveredeling der Fr. Mij. v. Landb.
schreef in verband hiermede, dat de practijk
van meening is, dat de nadeelen en risico's
van laat zaaien grooter zijn dan het voor
deel, dat soms kan worden verkregen.
Maar het dadelijk na het ploegen be
zaaien van den akker met tarwe geeft weer
naar Dr. Drost ook opmerkt, het meeste ge
vaar voor voetziekte.
We hebben dus de moeilijkheid, dat bie
ten een zeer gewenschte voorvrucht voor
tarwe zijn, doch dat ze, daar ze wel eens
laat het veld ruimen, geen voldoenden tijd
laten tusschen ploegen en het zaaien van de
tarwe.
Deze moeilijkheid kan wel ondervangen
worden als men maar een bietenras neemt,
dat vroeg rijpt
Er zijn rassen, die uitgesproken laat rij
pen, die wel onder zeer gunstige omstandig
heden een groote opbrengst geven, doch die
in ons wisselvallig klimaat dit voordeel niet
geven en onder alle weersomstandigheden
het nadeel van laat het veld te ruimen blij
ven geven.
Een suikerbietenras, dat geheel inge
steld is op het Nederlandsche klimaat,
op den Nederlandschen bodem en de Ne
derlandsche cultuur, als Kuhn P. biedt
hierdoor o.i. de grootste voordeelen voor
den Nederlandschen akkerbouwer..
Deze toch is vroeg rijp, geeft zelfs bij
laat zaaien een heel goede opbrengst en
is dus als voorvrucht voor tarwe de
biet, die bijzondere voordeelen biedt
Als we zoo'n Nederlandsch
bietenras hebben, begrijpen
we de voorkeur voor buiten-
landsche soorten niet.
Met name niet indezen tijd,
nu het buitenland zooveel
mogelijk tracht ons te pas-
se e r e n.
Hoe de Nederlandsche bodem gebruikt wordt. (Verslag van den Landbouw over 1937J
Geverfde boter in 1652
In de Leidsche Archief-bibliotheek berusï
een „Vertoog der noodzak el ykheid om da
geverfde boter uit gansch Holland ta
weeren, omdat die geverfd word met or*
leans die zeer schadelyk is voor de menu
schenr
Het document, gedateerd 20 Oct 16.52,
geeft een aanwijzing van de middelen om!
dat misbruik tegen te gaan. 1
D VAN DEN BOSCH
Telefoon 28 NAALDWIJK
Tuinbouw gereedschappen
KASSENBOUW IN IJZER
VERWARMING WATERLEIDING
STALEN WAGENS en BURRIES
DORDRECHT
WILLEMSTR. 28 TEL 3985
Oliën, Vellen, Teerproduclen
Land- en Tuinbouwmachines
PLANTENZIEKTENBESTRIJDINGSMIDDELEN
WEDERVERKOOPERS GEVRAAGD
De SIHI POMP is de
aangewezen pomp
voor Land- en Tuin
bouwbedrijven.
Een uit de zaden van Bixa OvellanS
verkregen kleurstof, die gebruikt wordt vooc
het oranje geel verven van kleedingstoffen.
Weet ge....-
dat de invoer van Nederlandsche boter iit
Engeland in 1938 ongeveer evenveel
bddroeg als in 1937 nl. ruim 36 mil-*
Hoen kg.
dat Denemarken in 1938 ruim 120 millioeit
kg boter naar Engeland zond tegen nog,
geen 115 millioen kg. in 1937 en ruim 11Q
mïllioen kg. in 1936;
dat Duitschland in 1938 ongeveer evenveel
eieren importeerde als in 1937, nl. bijrut
1600 mïllioen stuks, en dat ook de
waarde van het ingevoerde ongeveer
gelijk bleef;
dat van de in Duitschland ingevoerde eieren
Nederland en Denemarken da meesten
leverden nl. resp. 379,5 en 383 mtllioen,
wat resp'. 13 en 38 millioen meer is dan
in 1937;
dat volgens de op 4 Dec l.l. gehouden vee*
telling in Engeland 88,000 stuks runde
ren meer zijn dan een jaar geleden en
159,000 stuks schapen meer;
dat het aantal varkens in Engeland geschat
wordt op 3,854,000 of 60,000 minder dan
een jaar geleden.
de melkproductie in December 1938 on*
geveer 7 pet. lager is geweest dan «I
dezelfde maand van 1937, wat nl. aan da
nawerking van het mond- en klauwzeer,
is te wijten; de melkproductie in Fries
land, Overijssel, Gelderland en Zeeland
was 10 pet., die in Utrecht bijna 20 pet,
beneden normaal,
dat in 1938 gemerkt zijn 2,356,138 biggelt
tegen 1,991,823 in 1937;
DE sllicatische meststoffen voor üwen grond
Goed, goedkoop eri
grondverbeterend
verpakt ln papieren zakken van 50 K.G»
N.V. Handel- Scheepv. Onderneming
v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICHT
(TeL 3041—3042)
RAAMLIJSTEN
SYSTEEM „NYHOF*
5 punten waar het om gaatt
Spéciale ruitenhouder.
Stalen hoeken.
Koperen nagels.
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik.
Wie f e gebruikt, bestelt na. Vraagt Vrij»
blijvend inlichtingen.
J. BAK, H. BAK DE JONG
HENDRIK-IDO-AMBACHT - Telef.
Ook alle andere soorten van raam*
lijsten. Tuinderglas, L.O.B. en kasgla®
AARDAPPELKWEEKBEDRIJF
v.h. G. VEENHUIZEN
SAPPEMEER - Telef. 248
Biedt aan DIVERSE SOORTEN
POOT AARDAPPELEN
van Klei- en Veenkoloniale grond.
VRAAGT PRIJSLIJST
salpeterstikstof y2 salpeter-, y2 ammoniakstikstof ammoniakstikstof
KALKSALPETER KALKAMMONSALPETER ZWAVELZURE AMMONIAK
15,5 stikstof 20,5 stikstof 20,6 stikstof
Inlichtingen en brochures over deze meststoffen worden op aanvrage gratis verstrekt door het
LANDBOUWKUNDIG BUREAU VAN DE STAATSMIJNEN IN LIMBURG en N.V. MEK0G te HEERLEN en het
Land- en Tuinbouwbureau der I. G. Farbenindustrie A.G., Amsteldijk 37, te AMSTERDAM.