VLUCHTIGE RONDBLIK De „Groene week" te Berlijn M. P. NOORDZIJ SIHI-POMPEN - BEVERWIJK KEMA KIEZELKALK STIKSTOFMESTSTOFFEN VOOR IEDEREN GROND EN IEDER GEWAS! De liefde kent alleen het tegenwoor dige; de vriendschap zegt: Weet je nog wel? CARMEN SYLVA. Overname der crisismaatregelen Landbouwpolitiek in Enge land Misstanden bij den Rus- sischen landbouw Duitsche ruilbocren III Dinsdag 21 Februari 1939 No. 454 Daar komt werk aan den winkel voor de land- en tuinbouworganisaties. De overname van de landbouwcrisis- maatregelen door de bedrijven zelf. begint zich meer en meer af te teekenen. Vooral nu het rapport van de betreffende com missie is verschenen. Dat is nog wel een rapport, of zooals men ook wel eens zegt, maar een rapport; doch wij weten zeer goed, dat het geen vluchtige gedachte is en men al langen tijd dit ernstige vraag stuk onder de oogen ziet. Voor de landbouworganisaties, we be doelen hier natuurlijk eveneens de tuin bouworganisaties. wordt het een zware taak. De werkkracht der bestuurders is evenwel reeds zoo goed tot uiting gekomen bij verschillende aangelegenheden, dat ze wel tot groote dingen in staat zijn. Neem b.v.. om maar één voorbeeld te noemen, de boerenleenbanken. Ook nu blijkt weer voor de zooveelste maal, dat de betiteling „domme boer" geen zin heeft. Daar mag misschien elders nog eenige reden voor zijn, is ons land is dat afgedaan. Al sinds 13 De moeilijkheden zullen verdubbelen als de ministerwisseling in Engeland voor de landbouwpolitiek in Engeland zulke ingrijpende veranderingen zal brengen als yerwacht kunnen worden. De Engelsche boeren waren ontevreden over de gevolgde politiek van den minis ter van Landbouw, Morrison, en dreigden met stakingen, protestmeetings, demon straties enz. Er vormde zich zelfs een agrarische politieke partij. En dat in het conservatieve Engeland! Hun actie is ech ter bezworen. Hieruit, en uit het heen gaan van Morrison en het als landbouw minister optreden van Sir Reginald Dor- man Smith, blijkt wel. dat de regeering den boeren belangrijke toezeggingen heeft gedaan. ^Vat ook wel blijkt uit het feit, dat een grootsch opgezette protestmeeting veranderde in een huldebetooging voor Sir Reginald "Smith. Dat deze minister voorzitter was van de groote Engelsche landbouworganisatie, die met alle kracht ijverde voor toepassing van de Ottawa- conferentie, dus zooveel mogelijk alles uit den vreemde te weren, althans de produc ten van eigen bodem en van die der domi nions een groote voorkeur te verleenen, zegt heel veel. Dat wordt een gevaar voor onze boter en eieren, dat niet te licht moet worden opgevat. Wij althans voorzien groote moeilijkheden met deze producten. Of deze moeilijkheden zoo groot zullen zijn als die in Sovjet-Rusland, waar na twee vijf-jaren-plannen thans met veel ophef het derde is ingeluid? Doch tevens moet geconstateerd, dat de beide vorige geen heil hebben gebracht voor de bevol king. Er zijn nog allerlei misstanden op landbouwgebied in Rusland. Zoo wordt zelfs door Russische bladen medegedeeld, dat in verschillende deelen van Sovjet- Rusland veel te weinig zaaizaad aanwezig is, omdatde boeren te weinig heb ben afgeleverd. Wij lezen van tekorten van 38. van 14. van 56. van 46. van 15, van 32, van 60. van 75 percent zaaizaad, dat te weinig is geleverd. Daar zal wat opzitten voor die boeren. En nog meer wordt er geklaagd over hen. Zoo wordt er in de Russische bladen gewezen op het saboteeren der regeeringsmaatregelen door de boeren, door het houden van meer vee dan mag, het te weinig werken voor de „gemeenschap" en te veel voor zichzelf. Verder lezen we, dat op verschillende plaatsen de landbouwmachines, waarop de Russische staat zoo trotsch is, staan te roesten, omdat ze niet in schuren of han gars ondergebracht worden. Honderden motoren zijn hopeloos beschadigd. Een heilstaat schijnt het daar nog niet te zijn, al laat men het voorkomen, dat het wel zoo is. Er is nog heel wat te verbeteren, Naar verbetering der bedrijven zoeken ook de Duitschers. Die willen elders leeren hoe ze kunnen handelen. Zoo zullen dit jaar 500 „tuilboeren" naar het buitenland gaan. om daar het boeren op de daar ge bruikelijke wijze te leeren. Tegelijk kan dan een gelijk aantal jonge boeren uit andere landen naar Duitschland komen om daar hun ervaringen op te doen. Dat is wel een heel goed systeem. Heel niet nieuw. Jaren terug hadden wij een soort gelijk ruilsysteem met Engeland. Als ruil- landen voor de Duitsche boeren komen in aanmerking Zweden, Finland, Honga rije, Roemenië, Italië. Ook gaan er naar Engeland, Frankrijk en Nederland. Zelfs gaat er een'naar Brazilië. In 1937 gingen er 70 ruilboeren weg. In 1938 zouden er 300 gaan, doch door het mond- en klauw zeer konden er slechts 50 vertrekken. Zoo leert men van het elkander het werk. Misschien leert men elkander zoo ook beter kennen en waardeeren. Tot kijk! BBÖATJES&tóKfiR Vruchtwisseling bij tarwebouw Een gewichtig punt bij akkerbouw Bieten een goede voorvrucht voor tarwe, maar Bij de uitoefening van het akkerbouwbe drijf is de vruchtopvolging steeds een punt eel gewicht, zoo schreef enkele jaren geleden de Directeur van afd. II van het Rijkslandbouwproefstation te Groningen ir. Meijers in een boekje over Vruchtopvol ging, dat uitgegeven werd vanwege het De partement van Landbouw. Hij vervolgde: In een tijd als deze, waarin het bedrijf aan ban den wordt gelegd, valt de aandacht des te meer op de vruchtopvolging; immers de ge- wassenkeuze is thans veel beperkter en het is dikwijls noodig dat men van de gewoon ten op dit gebied afwijkt of tegen de erva ringen ingaat. Reeds van overoude tijden heeft de akker bouw bewust of onbewust een soort wissel bouw toegepast, waarbij de cultuurbodem zooveel mogelijk gevrijwaard zou blijven an nadeelen, die een steeds meer verbou- eenzelfde gewas met zich mee Kan brengen. De z.g. moeheid van den bodem voor een bepaald gewas werd voorkomen of genezen door het toepassen van wisselbouw, door het op andere wijze bebouwen van de akkers. Dat wisselbouwsysteem is later met ontwikkeling van de landbouwwetenschap erbeterd en aangepast aan de ervaring en andere bewerkingen en bemestingen an den bodem. Wij willen daarop in dit artikel niet in gaan doch meer bepaald stilstaan bij de tar- weteelt en een vraagstuk dat zich in ver band met den wisselbouw hierbij voordoet. Dezelfde ir. Meijers, die op dit terrein veel studie heeft gemaakt, sprak op de in 1933 te Wageningen gehouden z.g. Tarwedag over: De tarwebouw op de zware gronden in ons land en had het daarbij natuurlijk ook over de vruchtwisseling bij dit gewas met name over de voorvrucht er van. Verschillende voorvruchten passeerden de revue, nl. klaver, boonen, erwten, andere granen, aardappelen, bieten, karwij, spina- 'e en koolzaad. Van de klaver, de boonen en erwten wer den als voordeelen opgegeven dat ze stik- stofvrijen grond achterlieten, doch als nadee len, dat vooral bij klaver de stikstof in te 3'jke mate aanwezig is, terwijl gevaar dreigt at slakken en emelten (met name na kla- er) de tarwe aantasten. Andere granen als voorvrucht hadden niet veel voordeden, doch wel nadeelen nl. den armen grond, dien ze achterlaten en die dus een slappen groei veroorzaakt; de lastige voetziekte kan optreden, terwijl onkruid en opslag den groei belemmeren en de kwaliteit van den oogst benadeelen. De overige genoemde gewassen hebben niet veel nadeelen op den groei en den oogst van de tarwe, integendeel ze hebben veel voordeelen. Zoo weet ook de practijk, (trouwens wat door ir. Meijers wordt geschreven en be weerd is geheel aan de practijk ontleend). Een van de factoren van beteekenis die aan geroerd worden, als gestreefd wordt xn den bietenverbouw weer meer uitte breiden, is het belang dat de suikerbieten hebben voor den wisselbouw met tarwe. Natuurlijk niet alleen de suikerbieten ook de andere hakvruchten spelen hier een be langrijke rol. Er zijn gebieden in ons land. waar de hakvruchten de helft en soms meer van het land bezetten, terwijl de geheele vruchtopvolging er door beheerscht wordt. Het was bijv. in Zeeland heel gewoon dat de boer een derde van zijn land in bieten zette en ook nog een goed deel in andere hak vruchten. De rest bleef dan bestemd voor zgn. lange gewassen, de granen. Als bezwaar tegen bieten verbouwen vóór tarwe wordt wel aangevoerd, dat de bieten van cJcknr qsl u/q/UXq* voor /OGMJzr Boeren zijn zeer in tel in Duitschland Boerinnen werken electrisch De „Grüne Woche" is het groote voor jaarsfeest in Berlijn. Sedert 1923 is deze be langrijke landbouwtentoonstelling een jaar lijks weerkeerende gebeurtenis van groote beteekenis. Toch was dit jaar de belangstelling uit ?r afgelegen landbouwgebieden van Duitschland niet zoo groot als anders wel het geval was. Dit kwam vooral door het feit, dat ook elders landbouwtentoonstellin gen, bijv. in Koningsbergen en Breslau ge organiseerd worden. Over de thans gehouden „Grüne Woche" schrijft men ons o.m. het volgende: Zooals gewoonlijk is ook dit jaar de Duit sche nijverheid, die landbouwmachines en werktuigen vervaardigt, weer dc grootste tentoonstel Ier Niet minder dan 8 hallen zijn met machines en gereedschappen ge vuld. Wij stellen vast, dat de landbouwma chines geregeld grooter worden. Het wacht woord is blijkbaar, de geheele landbouwar- beid, ook die op de kleinere boerderijen, ge heel te motoriseeren. Het paard schijnt wel buiten dienst te kunnen worden gesteld. Men ziet „motonpaarden" in allerlei af metingen en krachten. De prijzen der moto ren-dalen. De motortrekpaarden kunnen veel goed'kooper geleverd worden dan de levend^. Een gemotoriseerde P.K. kost, men ons meedeelde, nog geen 6 pCt. van een natuurlijke paardenkracht Terwijl het na tuurlijke beestje veel duurder in de kost is dan zijn stalen collega. Wij zien voorts een zeer groote verzameling ploegen, eggen, aardappelpoot-machines, zaai-machines, aardappelrooi-machines. „Hack"-machines. die de aarde luchtig maken, dorsch-machi- nes, dan allerlei wagens, voor het vervoer van stalmest gier, suikerbieten, hooi enz., enz De melkmachine schijnt thans in Duitsch land meer toegepast te worden. Zooals men weet, heeft Duitschland weinig melkers. Men laat melkers uit Nederland, België, Po len, Lithauen, Letland,Denemarken en zelfs uit Finland komen, maar hierdoor wordt in de behoefte nog niet voorzien. Daarom: meer machines! Er zijn allerlei machines voor de behandeling van de melk op de boerderij, voor het koelen van de melk, het vullen der flesschen. het reinigen der flesschen mers, enz. Aan de reiniging wordt in het al gemeen op deze „Grüne Woche" veel aan dacht besteed. De Waterverzorging heet het, moet verbeterd worden. Voor een boerderij is water het meest noodige element! Zij het dan ook niet, om door de melk te doen. Er wordt krachtig voor de electrische waterver zorging gepropageerd, vooral ten gerieve an de boerin, die vroeger den geheelen dag had te pompen en emmers water had te dragen. Ook zijn er allerlei nieuwe modellen waschmachines te zien. De electrici- teit zal op de boerde r ij een 1 grootere rol moeten gaan 1 en, meent men. Er zij de aan dacht op gevestigd, dat het electrische for nuis door de inrichters van de tentoonstel ling voor de boerderij als ideaal wordt be schouwd. Is geen electriciteit aanwezig, dan zal het oude fornuis, dat in het algemeen een geweldigen omvang heeft, door een klein modern fornuis moeten worden ver- angen. Bij het bouwen van een boerderij moet aan de plaats van den schoorsteen overigens de grootste zorg worden besteed. Veel iraenschelijke energie en veel brand stof werd thans verspild, omdat de schoor steen verkeerd is geplaatst Het zijn alles zeer practische opmerkingen, en wij geloo- ven, dat de boer er zijn voordeel mee zal kunnen doen. Als hij ze ten minste toepast. Want de Duitsche boer is zeer behoudend. te laat het land ruimen en er dus niet vol doende gelegenheid is de akkers voor het bezaaien met wintertarwe in gereedheid te brengen. Dit bezwaar kan wel ondervangen worden en behoeft geen red^n te zijn de bie- n als voorvrucht voor tarwe uit te sluiten. Zooals we opmerkten is gebleken, dat de biet als voorvrucht voor tarwe voordeelen biedt van niet te onderschatten beteekenis die redenen zijn, dat men over de vrucht- opvoging in zorg verkeert, daar het tarvve- areaal zich zeer uitbreidt, soms verdubbeld terwijl de bietenverbouw met 20, 30 en zelfs in bepaalde gebieden met 40 percent achteruitliep. in het teeken van de iuiste voeding Het begint al dadelijk, wanneer men de eerehal uit is. Men ziet hier een afbeelding van het „nerveuse broodje". Het broodje, uit tarwemeel gebakken, eet men te gemakke lijk en wordt daarom te vlug gegeten. Men kauwt het te weinig. Men eet het, terwijl men leest of schrijft. Daar bevordert men de zenuwachtigheid door. Vroeger was de voe- dfhg juist. Men at toen ook in de steden uit sluitend roggebrood. Dan moest men kau wen, dan kon men niet een boek onder de hand lezen. De organisators van de tentoon stelling willen naar dien tijd terug. Verder wordt voor de „P e 11 k a r t o f f e 1" (de aardappel met de schil er om gekookt) reclame gemaakt. De vitaminen zitten di rect onder de schil. Kookt men nu de aard appel geschild, dan krijgen de varkens de .vitaminen, die de mensch zoo noodig 'heeft. De „Grüne Woche" te Berlijn. In hal I wordt o.m. een overzicht ge geven van de hulp van den Rijksarbeidsdienst bij het binnenhalen van den oogst. Er zijn in Duitschland 800.000 land arbeiders te weinig, zoodat mennu de pro ductie tot een maximum wordt opgevoerd, zon der den Rijksarbeids dienst en de ,^.rbeits- maiden", die hun ver plicht ,£.andjahr" op de boerderij doorbren gen, niet meer kan uit komen. Vroeger at de Duitscher vaak „Pellkartof- feln". Ieder haalde er dus gedurende het eten de schil van af, roerde de aardappel dan in een stukje boter, deed er bijv. een stukje haring om enhap-zeid-ie! De meer-gegoeden eten thans geen „Pell- kartoffeln" meer. Op de „Grüne Woche" wordt tegen deze wijziging in het nieuwe storm geloopen. Een groote hal is voor het pluimvee vrijgehou den. Duizenden hanen kraaien, duizenden kip pen kakelen, terwijl de ganzen, duiven en het ander gevogelte even eens teekenen van leven geven Het is in de zaal een 'dierlijk geroeze moes. En dan hoort men een wachtwoord, dat men eigenlijk niet op een „Grüne Woche" zou verwachten: niet te veel vleesch e t e nl Eet meer groenten en fruit! Om een en ander duidelijk te maken, heeft men een „Voedingsklok" samengesteld. Het is een monumentale staande klok, in toren vorm, met een klokkenspel erop. Telkens wanneer een verkeerd gerecht opgediend wordt zien wij aanschouwelijk voorgesteld, waardoor dit is te vervangen. Wij komen tot de gevolgtrekking, dat de aardappel erg aanbevolen wordt. Aardappelnood schijnt niet te verwachten! Verder moet men meer visch eten. Maar vooral meer groenten en fruit! En minder vet en vleesch. Wie goed eet luidt het, is minder ziek. Op nog een andere belangrijke zaak wordt de aandacht gevestigd. Er was steeds een toevoer van boeren bloed naar de Duitsche steden, in het bij zonder naar Berlijn. Dit kwam wel de vita liteit der steden ten goede. Maar het land werd op deze wijze leeggepompt. De men- schen, heet het, moeten niet meer van het land wegtrekken. Het „Landjahr", de ver plichte arbeidsdienst voor meisjes, stuurt wel weer stedelingen naar buiten, maar dat is een lapmiddel. De jonge dames komen na een jaar weer in de steden terug. En steeds gaan weer opnieuw boerenjongens en boerenmeisjes naar de steden, waar ze im mers meer verdienen, en waar zij een ge makkelijker en aangenamer leven kunnen leiden. Weg met het leven van .Tan-iplezier! Terug naar het land! Dat is niet al leen hoereneer en boerenplicht, maar ook een nationaal-socialistisch beginsel. D< lucht op het platteland is frisscher. Er is meer zon. Dat komt het verstand ten goede. De meeste groote mannen, die Duitschland heeft voortgebracht, waren jongens van buiten. Hoogleeraren, staat huishoudkundigen, staatslieden, het wa ren haast allen boerenzoons, althans plattelanders. Maarer moeten ook begaafde jonge mannen op het platteland blijven. En boven dien mogen niet te veel meisjes van buiten naar de steden gaan. Thans vindt reeds 10 pCt van de jonge boeren op het platteland geen vrouw. Als dat zoo doorgaat leert de „Reichsnahrstand", zal Duitschland ledige dorpen en eindelijk ook, wegens gebrek aan boerenbloed, ledige steden hebben. Den landvlucht wordt daarom de oorlog ver klaard. Maar men wil geen dwangmaat* regelen. Vrijheid-blijheid geldt ook hier. Op het land moet meer cultuur komen, meer gelegenheid tot goede ontspanning Dan zal de landvlucht geëindigd zijn, voor men het v/eet. Ons als Nederlanders interesseert natuur* 'ijk zeer de vraag, hoe het met de Duitscha 'evensmiddelenvoorziening gesteld is. Da. „Grüne Woche" is op dit gebied optimis* tisch. Zij beroept zich oo het woord varï Hermann Göring: „Men moet niet wil len eten wat er toevallig niet isj maar ieder kan in Duits oh land verzadigd worden". En de keus, die men kan doen uit de voortbrengselen, die er, wel zijn, is groot genoeg. Onze indruk is, dat Duitschland zich op het gebied der, levensmiddelenvoorziening inderdaad steeds meer van het buitenland onafhankelijk! maakt. Ook van Nederland. Het is jammer, maar waar. Nu is het gevaar groot, dat door den zoo uitgebreiden tarweverbouw, de bodem eer der dan voorheen een (om het oude woord nog maar eens te gebruiken) graan-moeheid zal vertoonen. Vooral de voetziekte is een kwaal, die de tarwe zeer ernstig kan aantas ten en de ernstige aantastingen met deze ziekte worden door vele practici toegeschreven aan het sterk uitbreiden van het tarwe-areaal en de daarmede in verband staande wijziging in de vrucht opvolging. Hoewel dc heer Meijers daar niet zoo van overtuigd is, schrijft hij toch, dat „de ziekte op late tarwe, in het bijzonder op tarwe, die na bieten gezaaid was, veel minder voorkwam". Alweer een bewijs, dat de bieten als voorvrucht voor tarwe zeer gewenscht zijn. Doch laat zaaien van tanve heeft ook zijn nadeelen en Dr. J. C. Dorst, consulent voor de plantenveredeling der Fr. Mij. v. Landb. schreef in verband hiermede, dat de practijk van meening is, dat de nadeelen en risico's van laat zaaien grooter zijn dan het voor deel, dat soms kan worden verkregen. Maar het dadelijk na het ploegen be zaaien van den akker met tarwe geeft weer naar Dr. Drost ook opmerkt, het meeste ge vaar voor voetziekte. We hebben dus de moeilijkheid, dat bie ten een zeer gewenschte voorvrucht voor tarwe zijn, doch dat ze, daar ze wel eens laat het veld ruimen, geen voldoenden tijd laten tusschen ploegen en het zaaien van de tarwe. Deze moeilijkheid kan wel ondervangen worden als men maar een bietenras neemt, dat vroeg rijpt Er zijn rassen, die uitgesproken laat rij pen, die wel onder zeer gunstige omstandig heden een groote opbrengst geven, doch die in ons wisselvallig klimaat dit voordeel niet geven en onder alle weersomstandigheden het nadeel van laat het veld te ruimen blij ven geven. Een suikerbietenras, dat geheel inge steld is op het Nederlandsche klimaat, op den Nederlandschen bodem en de Ne derlandsche cultuur, als Kuhn P. biedt hierdoor o.i. de grootste voordeelen voor den Nederlandschen akkerbouwer.. Deze toch is vroeg rijp, geeft zelfs bij laat zaaien een heel goede opbrengst en is dus als voorvrucht voor tarwe de biet, die bijzondere voordeelen biedt Als we zoo'n Nederlandsch bietenras hebben, begrijpen we de voorkeur voor buiten- landsche soorten niet. Met name niet indezen tijd, nu het buitenland zooveel mogelijk tracht ons te pas- se e r e n. Hoe de Nederlandsche bodem gebruikt wordt. (Verslag van den Landbouw over 1937J Geverfde boter in 1652 In de Leidsche Archief-bibliotheek berusï een „Vertoog der noodzak el ykheid om da geverfde boter uit gansch Holland ta weeren, omdat die geverfd word met or* leans die zeer schadelyk is voor de menu schenr Het document, gedateerd 20 Oct 16.52, geeft een aanwijzing van de middelen om! dat misbruik tegen te gaan. 1 D VAN DEN BOSCH Telefoon 28 NAALDWIJK Tuinbouw gereedschappen KASSENBOUW IN IJZER VERWARMING WATERLEIDING STALEN WAGENS en BURRIES DORDRECHT WILLEMSTR. 28 TEL 3985 Oliën, Vellen, Teerproduclen Land- en Tuinbouwmachines PLANTENZIEKTENBESTRIJDINGSMIDDELEN WEDERVERKOOPERS GEVRAAGD De SIHI POMP is de aangewezen pomp voor Land- en Tuin bouwbedrijven. Een uit de zaden van Bixa OvellanS verkregen kleurstof, die gebruikt wordt vooc het oranje geel verven van kleedingstoffen. Weet ge....- dat de invoer van Nederlandsche boter iit Engeland in 1938 ongeveer evenveel bddroeg als in 1937 nl. ruim 36 mil-* Hoen kg. dat Denemarken in 1938 ruim 120 millioeit kg boter naar Engeland zond tegen nog, geen 115 millioen kg. in 1937 en ruim 11Q mïllioen kg. in 1936; dat Duitschland in 1938 ongeveer evenveel eieren importeerde als in 1937, nl. bijrut 1600 mïllioen stuks, en dat ook de waarde van het ingevoerde ongeveer gelijk bleef; dat van de in Duitschland ingevoerde eieren Nederland en Denemarken da meesten leverden nl. resp. 379,5 en 383 mtllioen, wat resp'. 13 en 38 millioen meer is dan in 1937; dat volgens de op 4 Dec l.l. gehouden vee* telling in Engeland 88,000 stuks runde ren meer zijn dan een jaar geleden en 159,000 stuks schapen meer; dat het aantal varkens in Engeland geschat wordt op 3,854,000 of 60,000 minder dan een jaar geleden. de melkproductie in December 1938 on* geveer 7 pet. lager is geweest dan «I dezelfde maand van 1937, wat nl. aan da nawerking van het mond- en klauwzeer, is te wijten; de melkproductie in Fries land, Overijssel, Gelderland en Zeeland was 10 pet., die in Utrecht bijna 20 pet, beneden normaal, dat in 1938 gemerkt zijn 2,356,138 biggelt tegen 1,991,823 in 1937; DE sllicatische meststoffen voor üwen grond Goed, goedkoop eri grondverbeterend verpakt ln papieren zakken van 50 K.G» N.V. Handel- Scheepv. Onderneming v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICHT (TeL 3041—3042) RAAMLIJSTEN SYSTEEM „NYHOF* 5 punten waar het om gaatt Spéciale ruitenhouder. Stalen hoeken. Koperen nagels. Langere levensduur. Goedkooper in 't gebruik. Wie f e gebruikt, bestelt na. Vraagt Vrij» blijvend inlichtingen. J. BAK, H. BAK DE JONG HENDRIK-IDO-AMBACHT - Telef. Ook alle andere soorten van raam* lijsten. Tuinderglas, L.O.B. en kasgla® AARDAPPELKWEEKBEDRIJF v.h. G. VEENHUIZEN SAPPEMEER - Telef. 248 Biedt aan DIVERSE SOORTEN POOT AARDAPPELEN van Klei- en Veenkoloniale grond. VRAAGT PRIJSLIJST salpeterstikstof y2 salpeter-, y2 ammoniakstikstof ammoniakstikstof KALKSALPETER KALKAMMONSALPETER ZWAVELZURE AMMONIAK 15,5 stikstof 20,5 stikstof 20,6 stikstof Inlichtingen en brochures over deze meststoffen worden op aanvrage gratis verstrekt door het LANDBOUWKUNDIG BUREAU VAN DE STAATSMIJNEN IN LIMBURG en N.V. MEK0G te HEERLEN en het Land- en Tuinbouwbureau der I. G. Farbenindustrie A.G., Amsteldijk 37, te AMSTERDAM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8