DooRrilC0LA5 JEUMESSE f^fj RIEK Wk 'WÊ: ic e" 'ai 1 l lil m fci S3 m u is kd II s m IS S BS Pp li •C; IJ! SU e 11 li M m fj§ 11 fit f§§ !§g Ml H ipp'jsp s m S ji 9 m 8 mm lü wb 9 V li 8 8 B ■Ap S i gg 8 EEÏÏJOÏÏGE VRQÜWIH OPSTAND I 7) MIJN kind, ik weet van niets. Ik weet niets van famllibanden met u, noch van Adams kant, noch van Eva's zijde." „Zoo ver behoeft u niet terug te gaan, tante. Hebt u mijn moeder niet gekend?" „O ja, de baronesse Corday d'Armans heb ik ge kend. Ze was een teere vrouw. Was zij uw moeder?" „Zij was mijn moeder." „Waarom bent u hier'; Hebt u een boodschap?" „Ik wil hier in Caen wonen, tante. Kan ik bij u logeeren?" „Waarom hier in Caen? Weet uw vader dat?" „Mijn vader weet het. Ik kan in Argentan niet wennen. Het is daar zoo stil. En hier heb ik zeven jaar gewoond in de Abdij voor Dames". „Zeven jaar in de Abdij! En u bent nooit aan mijn deur geweest?" „Ik wist uw adres niet, tante, zelfs uw naam niet. Ik had thuis nooit over u gehoord". „Werd er nooit over mij gesproken?" „Nooit. Kort geleden hoorde ik pas van papa, dat u mevrouw De Bretteville heet". „Eigenlijk gravin De Bretteville. Maar den stand van gravin kan ik niet voeren". Charlotte bevestigt knikkend, maar innerlijk te leurgesteld. „Wist u dat?" „Ik hoorde het van papa.'' Dat lijkt wel betrouwbaar. Maar de oude dame weifelt. Hier komt een jong, knap meisje met zachte stem en eerlijke oogen en noemt haar tante. Ze lykt Weinig op een bedriegster. Wat moet ze daannee beginnen? „Blijf voorloopig bij me. Ik kan je niet op straat zetten. Daar ben je geen uur veilig. De'Burggraaf De Belsunce, een jonge man, hebt u het al ge hoord?" „Ik hem hem gekend. Hij was een neef van Madame." „Ja, een neef van Madame. Dat is zoo. U hebt hem gekend, zegt u? Vreeselijk!" Het oude menschje schudt haar hoofd. Ze lijkt veel ouder dan ze is. Het gerimpelde gezichtje en het tandelooze mondje geven haar het uiterlijk van een verschrompeld besje. Ze heeft zoo veel ge hoord van dingen, die tegenwoordig gebeuren, maar dat was altijd min of meer op een afstand. Haar eigen leven bleef eentonig, de eene dag ge lijk aan den andere, jaren lang. En nu beleeft ze zelf een gebeurtenis. Een meisje, van wier bestaan ze niets afwist, komt zich in haar huis installeeren en promoveert haar tot tante. Charlotte krijgt een kamer, waar alles ordelijk en tamelijk zindelijk is. Maar het meubilair is oud en kaal. Charlotte ziet dat niet. Zij zelf is slordig en onachtzaam op haar kleeding. Het kleine oude tantetje heeft het dadelijk bespeurd, maar welwil lend toegeschreven aan de lange reis. De eerste pogingen tot het voeren van een gesprek brengen teleurstelling aan beide kanten. Charlotte ontdekt, dat tante de conservatiefste aller conser vatieven is. Én tante, dié van de heele wereld niets meer begrijpt, kan ook dit vreemde meisje niet begrijpen, want het kind is vriendelijk en lieftallig, maar afgetrokken en stilzwijgend en als ze spreekt, zegt ze zonderlinge dingen, die tante niet volgen kan. Maar Charlotte is lang geen kind meer, ze is drie en twintig jaar. En tante is weer tamelijk onge rust omtrent de juistheid der voorgewende familie betrekking. Gelukkig heeft ze onder haar kennissen een dame, die in haar jeugd een vriendin van Charlotte's moeder was en Charlotte als klein meisje heeft gekend. Zij kan tante volkomen gerust stellen ten aanzien van de familiebetrekking en daarom be rust het oude dametje in den toestand en introdu ceert haar gast, die zoo zonderling in haar huis binnendrong, bij al haar kennissen. Als Charlotte een maand in Caen is, beleeft ze al reeds een aardig triomf je. Koning Lodewijk en Koningin Marie Antoinette ondernemen een poging, om met hun kinderen hei- nelijk over de grens te trekken en Frankrijk te ontvluchten. Maar deze slecht voorbereide en stumperig uitge voerde vlucht mislukt en het koningschap wordt onderweg opgevangen en in triomf teruggebracht naar Parijs. Het is Lodewijks laatste tocht. Hij zal voortaan bewaakt worden dóór Nationale Gardes, opdat hij blijve en het land regeere in naam der Revolutie. Charlotte schrijft haar vader een zegevierend briefje. De koning is gevlucht. En niet ontvoerd. Zelfs terug gebracht. En de koningin zucht vol strekt niet in een gevangenis. Haar republikeinen zijn nog zoo kwaad niet! En tochGaat het wel goed? Gaat het wel goed met de Revolutie?Naastenliefde en broeder schap. De gevoelens voor een republiek winnen veld, maar waar blijven de republikeinsche deugden? De moederlijke vriendin stelt veel belang in Char lotte. Ze noodigt haar dikwijls, haar dochter wordt Charlotte's vriendin. Beiden trachten het afgetrok ken neerslachtige meisje op te beuren, haar te ont trekken aan het zeurige humeur van de oude tante en haar te leeren, wat minder onachtzaam te zijn op kleeding en uiterlijk. Charlotte toont zich zeer dankbaar en werkt mee zoo veel ze kan. Haar aanwezigheid trekt al spoedig de aandacht van den kring van vrienden en bekenden, waar- Op den doodenakker Stille rustplaats van Gods dooden! Aan u denk ik, stil verblijd, Eindpaal van verdriet en nooden. Rustplaats na des levens strijd. Zouden wij voor 't sterven beven, Siddren voor dien jongsten nood? Jezus liet voor ons Zijn leven; Jezus overwon den dood. Jezus leeft! Hij is verrezen; Jezus leeft in eeuwigheid! Ik zal eeuwig bij Hem wezen; Dat heeft Hij mij toegezeid. Eens zal ik, als Hij, verrijzen, Juichend opstaan uit mijn graf, En dien Heiland eeuwig prijzen, Die mij 't eeuwig leven gaf. Vrome, vroeg gestorven vrinden! Slechts zijt gij mij wat vooruit: 'k Zal u allen wedervinden, Als ons Jezus 't. graf ontsluit Eerlang zal ik met u rusten; 'k Rijp al vast voor d' eeuwigheid; 'k Staar vast op die blijde kusten. Waar mij 't hoogst geluk verbeidt. onder veel adellijke jongelui. De moederlijke vriendin wil Charlotte tot een passend huwelijk brengen. Maar op dit punt werkt Charlotte heelemaal niet mee. Ze houdt hen allen op een afstand. Toch komt ze in aanraking met een jongen man van zeer wel gestelde familie. Hij heeft een ernstig en bedacht zaam uiterlijk. Met hean wil Charlotte wel praten en hij verwondert zich over haar groote belezen heid en haar verstandige antwoorden. Telkens zoekt hij haar gezelschap en ten slotte vraagt hij haar ten huwelijk. Maar Charlotte heeft andere idealen. Ze wenscht geen huwelijk, want dan verliest ze haar vrijheid. En die wil ze juist behouden. Ieder vindt het onbegrijpelijk. En Charlotte geeft geen verklaring. Dat kan ze.niet, want ze wil haar vrienden en vooral die lieve vriendinnen niet kwetsen. Ze wordt weer eenzaam. Bij niemand vindt ze aansluiting. Zij allen zijn koningsgezind, tegenstanders van de republiek en de revolutie en in 't geheim bezig, de vrijmaking van het Fran- sche volk tegen te werken. Dat hoort ze wel in hun gesprekken. Ze geven breed uitgemeten verhalen van vernieling, moord en oproer, door de revolutionairen en het losge slagen gepeupel ongehinderd bedreven en ze spot ten hoonend: „De toorts der nieuwe denkbeelden verlicht niet, maar verteert!" Charlotte zwijgt. Meepraten wil ze niet en tegen spreken kan ze niet. Want ze weet, dat het waar is. Het gaat niet goed met de revolutie Dat be droeft haar. Blijft het zoo doorgaan, dant komt er van haar republiek niets terecht. Want een republiek is voor haar de staatsvorm, waarin alles wat edel en goed is tot ontwikkeling komt. Daar kan ieder zijn gaven ontplooien, daar wordt zelfs voor de vrouw gelegenheid geopend haar zieleadel en de reine hoogheid van haar gemoed aan te wen den tot heil des volks. Daar maken naastenliefde en zelfverloochening heel het volk tot een groote familie. En wat ziet ze in Frankrijk? Zelfzucht, zedeloos heid, geweld, corruptie. O, dat nietige volk, dal het heilige woord Republiek misbruikt, om eigen lage hartstochten uit te leven! Maar de aristocraten doen ook verkeerd. Die ver zaken hun hooge roeping volkomen. Het is hun heilige plicht het volk te leiden en voor te gaan, de hooge plaatsen te bezetten en daar den nieuwen tijd te dienen en de denkbeelden van verlichting, eenheid, deugd en broederschap te bevorderen. Maar dat doen ze niet. Ze plegen lijdelijk verzet. En Charlotte zwijgt. Dit kringetje vriendelijke menschen is haar lief geworden, vooral de moe derlijke vriendin en haar dochter. Ze wil hun niet voor 't hoofd stooten. Ze houdt zich achteraf in elk gezelschap. Maar op een triestigen middag is ze bij haar vriendinnen en daar is ook een tweetal deftige beschaafde beeren van middelbaren leeftijd. Ze bespreken de politiek van den dag en uiten hun groote grieven, zonder ophef, zonder harts tocht, zonder sohimptaal op de revolutionaire machthebbers. Ook haar vriendinnen nemen deel aan het gesprek. Charlotte luistert met groote belangstelling. Een der heeren, uitgelokt door haar intelligent uiter lijk en haar gespannen aandacht, vraagt eensklaps met een hoofsch buiginkje: „Wat dunkt u van dit alles, freule d'Armans?" „U hebt heel veel aan te merken. Maar mag ik u iets vragen?" „Zeker, heel graag." „Waarom dóét u niets?" De bedachtzame heer trekt zijn wenkbrauwen op en overweegt een antwoord. Doen is gevaarlijk. Maar Charlotte gaat verder: „Alle bestuursplaat- sén en alle officiersposten bij de Garde zijn bezet door menschen van lagen stand en geringe ont wikkeling. Zou het niet beter zijn als u en de uwen deze plaatsen bezetten?" Concentratie! .76 (Wordt vervolgd Redacteur; W. HOEKSTRA, Tulpenboomstraat 6, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 8 dagen na plaatsing. OPLOSSINGEN No. 1131 (H. Renooij) 44—40 (23—28?) 33x22 (30—35?) 29—23! 34—29. 22—17. 23X5! Dam. No. 1132 J. Hofwegen) 38—32. 39—34. 30—25. 35X24. 25x3! wint. No. 1133 (O. G. v. Veen) 39—33. 28—22. 22x24. 29—24. 35X24 No. 1134 (H. J. Kip) 29—24 (20x29a.) 50—45. 39—34. 34x21 wint. A(19x30) 50—45. 39— 34. (47x17 of 40) 34X17 of 45x12! wint. Vraagstuk no. 1131 is een aardige prestatie voor een zóó jeugdig speler. No. 1132 is aardig zonder meer. No. 1133 is niet moeilijk, doch een aardig- motief is de grondgedachte van dit geestesproduct. No. 1134 van H. Kip is als compositie het beste geslaagd.Het geval doet zich echter voor dat in het nieuwe weekblad „D e P u z z 1 e-w e r el d" van 32'39 een vraagstuk is opgenomen met vrijwel denzelfden stand en dezelfde afwikkeling. De auteur is.H. Laros, IJmuiden. Beide problemen verschenen dus ongeveer terzelfder tijd. Hoe bestaat het! CORRESPONDENTIE J. H. te R. Dank voor Uw aanwijzing en verder gedane moeite. B. L. te H. Gratis proefnummer van „De Damgids" kunt U aanvragen bij J. L. Kuipers, Drukkerij, Surhuisterveen. H. C. D. te D. Geen ladderwedstrijd. Boekwerkjes e.d. We moeten met de plaatsruimte woekeren. F C. V. te W. Het materiaal voordeel van wit, geeft zwart geen schijn van remise. H. W. te B. op Z. Dank voor toezending tijdschrift. CONTACT Wij ontvingen het uitstekend geredigeerde maand blad „Contact" van het personeel der Stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom. Or.der de vele rubrieken troffen we ook een damrubriek aan geredigeerd door H. Wagenaar. Een blad dat zekerlijk aan het gestelde doel zal beantwoorden. Correcte oplossingen ontvangen van: J. C. van Rijn, Loenen a. d. Vecht G. Verschuur, Alphen a. d. Rijn. J. Hofwegen, J. Baardewijk, J. A. Kui per, G. v. d. Burg, Rotterdam. A. C. Oosterbeek, Vianen. H. Breevoort, Delft. W. v Kuijk, Oud- Beyerland. H. C. Dijkerman, Daarle. D. Wegen, Veenendaal (11241134). J. B. den Boer, Ameide. M. van Twillcrt, Bunschoten. Jo Schippers, Schie dam. H. Busink. Dordrecht. S. D. Hoogvorst, Beverwijk. A. J. Punt, Tholen. G. J, Elve, Loos duinen. A v. d. Kreeke, B. op Zoom. A. Doorduyn, Westerlee. A. B. Label, Ameide. W. B. de Knijff, Alphen a. d. Rijn. J. H. C. Deyl, Schiedam. F. C. Visser, Werkendam. P. Weerheim, Vlaardingen. L. de Bruin, Dubbeldam. P. Veen, Lexmond. L. N. Verhoef, Zeist. W. v. d. Heuvel, F. Janson, W. van Wijk. J. Gordijn, L. Bohlander, P. v. d. Geest Den Haag. N. Voogt, Vlaardingen. W van Ofwegen, Alphen a. d. Rijn. J. P. v. Baardewijk, Rotterdam. L. Toppers, Stad aan 't Haringvliet. A. v. Her wijnen, Dordrecht Het prijsje werd, na loting, gewonnen door P. Veen. Dorpsstraat 80 (O.Z.) Lexmond en zal over eenige dagen worden toegezonden. VRAAGSTUK No. 1135 47 48 49 50 De wereldkampioen speelde 3 Januari 1939 een simultaan-seance te Luik voor leden van „Damiex Mosan". In bovenstaande stand, tegen A. Teulings, maakte R. den volgenden damzet: (Wit) Zwart (R.) 1. 39—33? 23—28 2. 32x14 13—19 3. 14X23 21—27 4. 31x13 8 x 50! VRAAGSTUK No. 1136 Auteur: J. J. W a g e n a a r, Oosterblokke 12 3 4 5 'Mm, *r' 46 47 48 49 50 Uit: .,Le Grognard". Een heel oud idéé, een tikje ongewoon bewerkt. VRAAGSTUK No. 1137 Auteur: A. v. d. Kreeke, B. op Zoom 1 2 3 4 5 46 47 48 49 50 le publicatie VRAAGSTUK No. 1138 Auteur: A. van Dommelen, Rotterdam 1 2 3 4 5 46 47 48 49 50 le publicatie ten dienste van lezers der Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen Van de postzegels, uitgegeven ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van H.M. de Koningin, zijn, voorzoover Nederland betreft de volgende aan tallen verkocht: 1% cent 18.715.607, 5 cent 23.618.643 en 12% cent 3.368.882. In totaal ruim 45 millioen. Zeldzaam heden worden het dus niet. Van de beide Ned. Indische luchtvaart jubileum zegels zijn in totaal (in Indië en in Nederland) verkocht: 17% 5 cent 158.508. 20 5 cent 194.709. NIEUWE UITGIFTEN Rusland Ter gelegenheid van hert 20-jarig beetaan der Fede ratie van jonge communisten, verschenen dd frankeerzegels 20 kopeken blauw 30 bruinrood 40 violetbruin 50 rood 80 blauw Zie afbeeldingen hieronder. Ver. Staten van Noor d-A m e r i k a Verdere waarden in de nieuwe Presidenten-serie 19 c. lila (Haijer) 20 c. groen (Garfield) 21 c. blauwgrijs (Arthur) 22 c. rose (Cleveland) 24 c. grijs (Harrison) 25 c. roselila (Mc. Kinley) 30 c. blauw (Roosevelt) 50 c. lilarose (Taft) 5 dollar rood en zwart (Coolidge) Tu r kij e Het 15-jarig bestaan der republiek bracht de speciale frankeerzegels: 2% hurus groen 3 bruinrood bruingeel, karmijn lila 12% blauw Hieronder een afbeelding van i deze zegels. drietal van ;p 'tÜïiifVÉ ÏOSTHasiT n if 49H: r iBfeHH: yÉlÉj L—J en met 13 Februari ontvingen wij boekjes van 44 2 stuks 116 1 565.80 37 1 i. 177 2 147 4 11285; 81.85; 154.35; 277.75 163 1 103 3 928.00; 566.25; 226.45 159 1 358.95 14 5 314.20; 103.75; 144.85; 131.55} 111.60 171 1 68 2 171.15; 159.00 81 1 112 3 491.95; 518.95; 137.70 172 10 136 1 165 1 Waarde-opgaven van vroeger ontvangen boekjes: No. 134 282.50 No. 76 153.30; 125.30; 109.05 No. 33 125.65; 83.20 No. 63 191.25; 338.40; 311.15 No. 122 49.40; 57.30 No. 151 126.90 No. 98 589.55; 366.00 No. 82 1484.45; 961.80; 248.20; 275.75 No. 8 108.80; 84.40 No. 7 89.90; 83.65 No. 28 71.25 No. 132 190.10 No. 139 103.90 No. 50 157.80 No. 94 46.80 In de wereldruimte heerscht een temperatuur van 200 gr. onder nul. i dru#heerschen van 81

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12