Griep/ Indische begrooting 1939 De Stadhuisontwerpen- tentoonstelling te Amsterdam VRIJDAG ï7 FEBRUARI 1939 TWEEDE BLAD PAG. s Tweede Kamer Financiën weinig rooskleurig Groei tot zelfstandigheid Economische samenwerking "Overzicht De Indische begrooting voor 1939 draagt het kenmerk der in ongunstigen zin gewijzigde economische omstandig heden. In het oplevingsjaar 1937 was de budget positie aanmerkelijk verbeterd, zij liep op een overschot uit van 26.7 millioen. Voor 1938 werden de vooruitzichten v/eer don kerder en wordt met een tekort gerekend van 21.5 millioen. Voor 1939 is een tekort yan 21.7 millioen geraamd. Daarin zit o.a. een tegenvaller van f 6 millioen door mis rekening bij de kostenraming van de salaris herziening. Ook zijn allerlei crisisbezuini gingen te vroeg ongedaan gemaakt. Dat het tekort niet hooger is, is alleen mogelijk ge bleken door in 1936 verlaagde belastingen opnieuw te verhoogen tot een bedrag van 17.7 millioen. Terwijl de korting op de In dische pensioenen werd afgeschaft, moest zelfs een loonbelasting worden ingevoerd. De defensie vraagt ook in Indië bijzondere offers; in 3 jaar tijds zijn de weermachts uitgaven met 74 pet. gestegen. Nederland betaalt echter in de aanbouwkosten van nieuw materieel aan Indië 9 millioen terug. Een deel der defensielasten komt natuurlijk op buitengewoon. De toestand is opnieuw niet onbedenkelijk geworden. Aan de schuldvermindering is weer een eind gekomen, omdat deze geab sorbeerd wordt door de herleefde tekorten. En dat in een land, waar sedert 1914 de schuldenlast meer dan vertwaalfvoudigd is en de stijging er van met 1200 millioen Voor niet minder dan 550 millioen veroor zaakt is door tekorten op den gewonen dienst. Reeds verleden jaar heeft de heer Wage naar een waarschuwend woord laten hoe ren tegen de opvatting, dat het wel weer wat lijden kon, ondanks den in wezen niet soo gezonden staat der Indische financiën. Hij heeft gelijk gekregen en kon nu het in slaan der verkeerde richting in 1938 met te meer kracht wraken. Het kostte hem weinig moeite de zwakke plekken in het budgetair beleid aan te wijzen. Dat daaronder ook de onder zooveel agitatie ontijdig afgeschafte Indische pensioenkorting paraisseerde, was te verwachten. Er werden in dit verband enkele hartige opmerkingen gemaakt, die besloten werden met de vraag of het, wan neer men de pensioenen niet opnieuw wil aantasten, al moest wel o.a. een loonbelas ting worden ingevoerd, niet mogelijk is een verlaging in te voeren na het bereiken van het 65ste jaar. De gezinslasten zijn dan veel al vervallen en een groot deel der betrekke lijk hooge, soms zeer hooge Indisdhe pen sioenen wordt verteerd daar, waar de ge- pensionneerden niet dié hooge uitgaven hebben als in het land, waar ze hun pen sioen verdienden. De Indische landshuishou ding wordt daardoor ontlast en zoo noodig kan meer aan de welvaartsuitgaven ten koste worden gelegd. Tenslotte werd den minister de vraag ge steld wat hij voor de komende jaren met de Indische financiën gaat doen. Er is voor zichtigheid noodig, voorts een rekening hou den ook als het weer beter gaat met depressies. Doen we dat, dat kunnen m moeilijke tijden de stooten worden opgevangen en behoeven we ook niet te schromen geld uit te geven als dat met het oog op den nood en de wel vaart des volks noodig en verantwoord is. We gelooven, dat met deze opvatting Indië beter gediend is dan met de inspuit-methode waarvan de heer v P o 11 zich niet geheel los scheen te kunnen maken. Hij wil het z.g. braakliggende Neder- landsche kapitaal dat ook reeds ette lijke malen voor binnenlandsch gebruik is geannexeerd, ook voor Indië gebrui ken, vooral als leeninggeld, waarmee de overheid de volkskracht verhoogt De theorie schijnt schoon, de werkelijk heid zou tegenvallen gelijk ze zelfs in ge- Sloten volkshuishoudingen tot bittere ont- goocheling geleid heeft. We mogen daaraan de inheemsche bevolking niet bloot stellen, al zijn we ten volle bereid mede te werken tot alles, wat haar welvaart in werkelijk heid en duurzaam kan verhoogen. We nemen hiermede afscheid van Indië's financiën. Op den Heer Roes tam na lieten alle Sprekers, wijselijk, het verband tusschen Indië en de wereldgebeurtenissen thans rus ten. De communist handelde omgekeerd en diende daarmee Indië's belangen wel heel Slecht, al kon hij er wel door komen tot een fulminanten aanval op het fascisme en de „barbarij" van fascistisch georiënteerde lan den. Dit betoog hing van theatraal gedoe aan elkaar. Als we zijn uitroep hooren: geen duim grond aan het fascisme en we luisteren ver volgens naar een uiteenzetting hoe de heer Roestam zich de samenwerking met de Indi sche volken denkt, dan plooit zich onwille keurig een ironische glimlach om den mond, bmdat wat de heer Roestam voor democratie uitgeeft moet leiden de heer v, Poll zeide het naar waarheid tot herleving van ras senhaat, die in Indië allerminst onbekend is, en tot oligarchie, waarin millioenen door Weinigen zouden worden overheerscht. Dezelfde gedachte werd uitgesproken dooi den heer Stokvis, die tegen den gevaar lijken NS.B. „tropenkolder" krachtige maatregelen van de Regeering vroeg. Voor hem is het fascisme met zijn geraffineerde propaganda de verklaarde vijand van de democratie. De heer Roestam maakte het wel wat heel erg van eieren door telkenmale met verheffing van stem te spreken van „mijn volk". Indië kent zeker 50 60 volksge meenschappen, die over het algemeen wei nig met elkaar op hebben. Een goede Ja vaan b.v. heeft voor den Sumatraan Roestam niet veel anders dan verachting over. Bij de volksraadsverkiezingen konden dan ook op Java de Sumatraansche candidaten geen voldoende stemmen verkrijgen. De waarde van het communistisch betoog werd al heel duidelijk, toen de Moscoviet het verdwijnen van de „reactionaire" regee- ringspolitiek vorderde de leuze: „Indië los v. n Holland, nu", is opgeborgen, want in de ure des gevaars zal de steun yan het De Spaansche vluchtelingen Indische volk afhankelijk zijn van hetgeen het van de Regeering ontvangen heeft. En dat moet de democratie zijn. Eigenlijk is deze politieke chantage niet waard er over te spreken. Want de groote massa van het Indi sche volk wordt door de politiek niet bewogen. Ze begrijpt zelfs van den politielten uitbouw, voor zoover die thans gevorderd is niets, gelijk de heer v. Poll met sprekende voorbeelden en met een beroep op de verklaringen van inlandsche volksleiders illustreerde. Het is slechts een dunne bovenlaag, welke 33n het politieke leven deelneemt; vooral zyn het de intellectueelen, die emplooi zoe ken. Terecht kon hij dan ook verklaren, dat we in Indië n :t onzen staatsreohtelijken op bouw ver vooruit zijn aan de geestelijke, economische, sociale, politieke en cultureele ontwikkeling van de groote massa dei heemschen. Dit was hem dan ook motief de heer Meyerink bracht later soortgelijke argu menten te berde om goed te keuren de afwijzende beschikking pp de petitie-Soe- tardjo inzake een plan met de bedoeling aan Indië, langs den weg van geleidelijke Hervorming binnen een zoodanigen tijd als noodig zal blijken den staat van zelfstandig- u! .t°e *e kennen binnen de grenzen van het rijksverband. Deze vrucht is bij lange na nog niet rijp en haar thans te willen plukken, kan tot mets goeds leiden. We denken in dit verband ook aan een uitlating van den oud-gouverneur- generaal v. Limburg Stirum bij gelegen heid van het 20-jarig bestaan van den Volksraad. Reactionaire gezindheid kan men hem moeilijk verwijten en toch moest hij verklaren, dat b.v. voor in voering van parlementaire verant woordelijkheid Indië nog lang niet rijp is. „De Volksraad heeft aan zijn huidige bevoegdheden in afzienbaren tijd vol doende." We begrijpen dan ook slecht waarom de heer Stokvis het zoo bijzonder opnam voor deze petitie, waarvan |iij zelf erkennen moest, dat ze eigenlijk een groote hoed was, waaronder allerlei uiteenloopende stroomin gen gevangen waren. Dat zyn denkbeeld om volksraadsleden en Nederlandsche parle mentsleden met elkaar in contact te brengen bij wijze van ersatz-ronde-tafel-conferen tie bij den minister onvökieelde instem ming zal vinden, betwijfelen we echter voorshands. Wel zal niemand bezwaar hebben, dat ge leidelijk de inheemschen grooter aandeel in het bestuur en de uitvoering van de be stuurstaak krijgen. Daar zijn we echter sinds lang mee bezig en op dien weg wordt voort gegaan, ook met het oog op het goedkooper maken van het te kostbare Indische be> stuursapparaat. Dure Europeesche ambtena ren met hun hooge pensioenen bezwaren thans in onevenredig groote mate het In dische budget. Het economisch beleid van den Mi nister vond vrij veel instemming. Zelfs de heer Stokvis brandde er een kloeke kaars voor. In de crisisjaren heeft Nederland meer en meer oog gekregen voor de nooden van Indië en waar mogelijk de helpende hand uitgestoken, ook toen de traditioneele open deur-politiek niet meer ten volle gehand haafd kon worden en plaats moest maken voor ordening. Er moet thans iets nieuws in Indië komen. De minister toont, dat te be grijpen, getuige o.a. zijn steunen van de wordende Javaansche industrie. Minder content was de heer Stokvis over de afwijzing van zijn motie ten gunste van staatsexploitatie van aardolie van put tot schip, raffinage inbegrepen. We laten deze sinds jaren afgedane, maar door den heer Stokvis weer eens opgerakel de kwestie verder rusten; de heeren v. Poll en Meyerink hebben er de be kende sterke argumenten tegen aangevoerd. Dat de heer v. P o 11 de economische sa menwerking met Indië ook ditmaal in het debat zou betrekken, lag voor de hand. Zijn verwachtingen op dit punt achten we nog steeds sterk overdreven, zelfs al werd het rustende Nederlandsche kapitaal te hulp geroepen. Wat er aan uitwisseling van pro ducten kan geschieden tot wederzijdsche bate, moet geschieden eij geschiedt ook. Maar Indië kan veel van onze dure Wester- sche voortbrengselen niet betalen en wij kunnen veel van de Indische massa-produc ten niet consumeeren, ook al met het oog op onze eigen nationale producten. Men denke maar eens aan suiker. Ter wille van de dure bietsuiker kan de goedkoope rietsuiker slechts een gering aandeel in onze con sumptie krijgen. Aan een imperiale autarkie kunnen we niet denken, noch in het westen, noch in het oosten, waar de open-deur-politiek ook een staatkundig beveiligende beteekenis heeft. De maquette van het ontwerp onder motto „Meron" voor den stadhuis bouw te Amsterdam, van de archi tecten M. Duintjer en A. Komter, ge ëxposeerd op de tentoonstelling van de stadhuisplannen in het Stedelijk Mus9um te Amsterdam. R D behangsels in de mooie, aparte „Fixa-color" kleuren. Vraag ze Uw be hanger nog heden op zicht! Als U de nieuwe R D series 16-47-48-49-50 of 51 door bladert en de lage prijzen ziet, zult U liever vandaag behangen dan morgen! Een nieuwe kamer, kunstzinnige wanden, lichter, zonniger, ruimer: R&D behang! EENIGE FABRIKANTEN: Ratli a Doodeheef ver We begrijpen dan ook volkomen dat de minister in navolging van zijn voorgan ger, gewezen heeft op het beperkte karak ter der samenwerking, kennelijk niet tot vreugde van den heer v. Poll, die zelfs via Indië perspectieven zag om de Nederland sche werkloosheid vrijwel te likwideeren. Het spijt ons, maar zulke stappen kunnen we niet heelemaal bijhouden. Denken aan Engeland doet ons nog te meer tot reserve neigen bij dit betoog. Dat natuurlijk alle kansen moeten worden benut door het Indische zoowel als het Ne derlandsche kapitaal, is zoo van zelfsprekend, dat veel argumenten niet noodig zijn. De kwestie van de winstuitstrooming, waar over de heeren Stokvic env. Poll het hadden, achten we daarbij een nevenbelang. Is er Indisch kapitaal te activeeren in en voor Indië, dan kan zulks slechts nuttig zijn voor welvaartstoeneming. De internationale zijde der kapitaals-voorziening en aanwen ding zal echter moeilijk te elimineeren zijn. De heer Meyerink heeft bij het be spreken van de staatkundige en economische ontwikkeling van Indië vooral nadruk laten vallen op het geestelij k-zedelijk-karakter dat daarbij moet worden aangekweekt, waar aan door de christelijke beginselen een hechte basis wordt geschonken. Op den grondslag daarvan is toenadering tusschen de volken mogelijk en zullen ook de rassen tegenstellingen verdwijnen en verzoend worden. Den minister werd verzocht vooral het wel vaartsonderzoek voort te zetten en te zorgen voor behoud van het leven in de dessage- meenschap. Tenslotte heeft de heer B a j e 11 o uiteen gezet, dat de term „inwendige aangelegen heden" voor Indië vaak van wijde strekking is en' bemoeiing van het oppergezag niet al tijd uitsluit. De Indische volksbeweging was daarbij een welgekozen voorbeeld. Maar dingen zijn niet nieuw, waarom we het bij deze korte vermelding laten. Verslag Geopend door Dr W. de Vlugt AMSTERDAM, 17 Febr. In tegenwoor digheid van honderden genoodigden, waaronder vele autoriteiten, heeft bur gemeester Dr W. de Vlugt gisten middag in het Stedelijk Museum de tentoonstelling van ontwerpen voor het nieuwe Amsterdamsche stadhuis ge opend. Aanwezig waren de minister-president, Dr H. Co lijn; de minister van O., K., W., Dr J. R. Slote maker de Bruïne; ver tegenwoordigers van de Ministers van Bin- nenlandsche Zaken en van Financiën resp. de heeren Mr H. NV. J. Mulder en J. C. E. baron van Lijnden; leden van Gedep. Staten van Noordholland, met den Com missaris der Koningin Jhr Mr Dr A. Roëll; wethouders en vele raadsleden der hoofdstad; vooraanstaande personen uit allerlei kring, en laatst niet minst de 225 inzenders, Nederlandsche architecten, die hun gaven en talenten met het ver vaardigen der ontwerpen hebben ontplooid. Openingsrede Dr W. de Vlugt De burgemeester, Dr W. de Vlugt heeft in zijn openingsrede de talrijke aan wezigen, in het bijzonder de autoriteiten, verwelkomd. Spr. herinnerde aan de over eenkomst tusschen Staat en Gemeente, waarbij het Paleis op den Dam eigendom van dén Staat werd en de regeering 10 millioen toezegde voor den bouw van oen nieuw stadhuis. Daarop is een prijsvraag uitgeschreven in 1936. Niet minder dan 225 bouwmeesters hebben hieraan deelgenomen. Zij zonden samen ruim 3000 teekeningen in. Spr. me moreerde vervolgens, dat van de 225 ont werpen ten slotte vier werden uitgekozen. De beste verwachting heeft de jury van de ontwerpen Duintjer -Kommer en Berg h oef -Vegter. De burgemeester wees er op, dat de gestelde opgaaf, een stadhuis voor de hoofdstad van Nederland te ontwerpen, niet eenvoudig is. Voor vol gende geslachten moet het een getuigenis afleggen van het leven en streven van het Amsterdam onzer dagen en verder de een heid van Amsterdams burgerij symbolisee- ren. In zijn uiterlijk moet het stadhuis een tweeledig karakter dragen: het is zetel van het gemeentebestuur en tevens gebouw voor de gemeente-administratie. Deze twee ledigheid moet in het bouwwerk zjjn opga heven tot een harmonisch geheel. Namens de architecten Ir A. J. van der Steur, vice-voorzitter van den Bond vati Nederlandsche Architec ten, prees namens de vijf architectenver- eenigingen de goede samenwerking met het gemeentebestuur. Hij sprak het volle ver trouwen der Nederlandsche architecten in de jury uit en hoopte dat de vier jonge en veelbelovende architecten, wier ontwerpen op den voorgrond kwamen, zullen slagen. Ten slotte vertrouwde spr., dat de ge meenteraad het gegeven advies der jury zal opvolgen. De burgemeester verklaarde nu de ten toonstelling voor geopend, waarna de aan wezigen zich door de zalen verspreidden om het geëxposeerde te bezichtigen. Uitteraard trok de zaal waar de maquettes en teeke ningen van de besloten prijsvraag zijn ten toongesteld, de meeste belangstelling. Voor het bezichtigen der waardevolle expositie, die tot 13 Maart e.k. geopend is, wordt geen afzonderlijk entreegeld gehe ven. Men kan haar dus voor 10 cents be zichtigen. Een foto van het Comité van ontvangst van prof. dr K. Schilder, gemaakt kort na diens aankomst in de V ereenigde Staten van Amerika. Wij zien op deze foto enkele ook in Nederland bekende personen; naast prof. Schilder staat prof. dr C. v. Til (4e van rechts), hoogleeraar aan Westminster SeminaryPhi-< ladelfia; naast prof. v. Til Ds E. v. Halsema, predikant bij de Chr. Geref. Kerk in Amerika, redacteur van „De Wachter"aan de andere zijde, tweede van links, Ds H. Bouma, eveneens Chr. Geref. predikant. Door omstandighe den bereikt deze foto ons thans pas.) Bescherm U bijtijds door 'fianflovht-RAsnuEs (Reel.). Natuurlijke organische groei Onder motto „Belfort" is op de ten toonstelling van de Amsterdamsche stadhuisplannen in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam o.m. geëxposeerd de maquette van het ontwerp der ar chitecten J. F. Berghoef en lr J. I. M. Vegter. Fegeering wacht het verloop der zaken af CONSULATEN D» heer A. Warnderlnk Vinke ls erkend en toegelaten als consul van Noorwegen te Am sterdam. voor de provincie Noord-Holland. Op vragen van het Tweede Kamerlid A 1- b a r d a betreffende medewerking door Ne derland anr. voorziening in den nood der Spaansche vluchtelingen heeft de heer Co- 1 ij n, minister van Algemeene Zaken geant woord dat de regeering overweegt in hoe verre het na de jongste gebeurtenissen nog noodzakelijk moet worden geacht op een of andere wijze mede te werken ter voorzie ning in rV*n nood der vluchtelingen. Onder die omstandigheden wacht de re geering het verder verloop der zaken af. Mocht alsnog blijken, dat hulp geboden is, dan zal ook Nederland zich van die hulpver leening niet onthouden. Gegeven het groot aantal zich reeds hier te lande bevindende v!uchtelincr»o waarvan met stell'gheid te voorzien va't dit zij in noofdzaak hier zullen hliiven, tecren bet toelaten van andere vluchte''»»»- ?roofe bezwaren, welke ook freldpn voor opne men van Spaansche kmderon hw (P |ando.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5