Minister van Onderwijs zit niet stil
De heer de Raad vertelt
'grieft/
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1939
Eerste Kamer-Camera
Prof. Woltjer: „Streven naar
onderwijsvernieuwing betee-
kent ook tegenwicht tegen
defaitisme"
In een omvangrijk betoog heeft giste
ren, voordat de Minister de sprekers be
antwoordde, de heer Woltjer (a.r.)
het breede terrein van het Onderwijs
aan een bespreking onderworpen.
Eerst werd daarbij herinnerd aan het zwij
gen A an de R.K. fractie bij de behandeling
van deze begrooting in de Tweede Kamer.
Prof. Woltjer wenschie deze houding niet
alsnog te critiseeren, maar wel wilde hij wij
zen op de vreemde conclusie, welke uit dit
zwijgen wordt getrokken, alsof de (positie
van den Minister door dit zwijgen zou zijn
ondermijnd. Critici uit R.K. Oioek dienen te
bedenken, dat, blijkens uitlatingen van Dr
Colijn, het kabinet eenstemming is wat lie
treft de leerlingenschaal, en dat hun critiek
dus ook de R.K. Ministers in hot kabinet
treft.
Het oordeel van Prof. Woltjer over het al
gemeen onderwijsbeleid was sedert de vorige
begrooting niet veranderd. Verre is het er
vandaan, dat bij dozen Minister alle voort
varendheid zou worden gemist. Veel positief
werk wordt verricht, al is het natuurlijk mo
gelijk, dat over een en ander geen overeen
stemming bestaat. En wat de moeilijke pun
ten betreft moet men bedenken, dat het kabi
net, waarin vele critici overigens vertrou
wen stellen, ook aan deze onderwerpen
zeker zijn aandacht schenken zal.
De motie-de Rijke had volgens den heer
Woltjer geen praetiscihe beteekends. Men
kome, zoo men veranderen wil, met concrete
voorstellen, waarin ook de kosten berekend
zijn. In elk geval had deze motie bij de al-
gemecne beschouwingen ingediend moeten
worden.
Bij het vermelden van losse onderwerpen
merkte Prof. Woltjer onder meer op, dat hij
net vraagstuk van de bijzondere leerstoelen
niet urgent achtte. Voorts meende hij, dat in
gelijke gevallen ten aanzien van het bijzon
der en openbaar onderwijs niet steeds gelijke
beslissingen worden genomen. Voor het open
baar voorbereidend onderwijs werd een wet
telijke regeling gevraagd, en wat het voor
bereidend" onderw ijs aangaat, worde de fi-
nancieele gelijkstelling doorgevoerd. Ook de
suhsidieering van het bijzonder H. O. is wei
nig bevredigend.
Van den kweekeling met acte late men de
dienstjaren meetellen. Het komt er hierbij
immers op aan. of er onderwijs is gegeven.
Uitvoerige bespreking wijdde Prof. Woltjer
voorts aan de
onderwijsvernieuwing
In breede kringen van het onderwijs
heerscht de meening, dat deze vernieuwing
noodzakelijk is. Herinnerd mag hier worden
aan conferenties en publicaties. Nu ontzegge
men aan grieven tegen het huidige onder
wijs niet terstond allen grond. Wel moeten
de klachten cntisch wordien bezien.
Het streven naar vernieuwing valt op
zichzelf te waardeeren en getuigt in elk
geval van belangstelling. Het beteekent
ook een belangrijk tegenwicht tegen de
faitisme.
Bij het streven naar vernieuwing valt
tweeërlei schakeering op te merken. Er zijn
er, die zich willen houden aan de grenzen
van het klassieke stelsel en de roostervoor-
Ecliriften Er zijn er, die verder willen gaan.
Het klassikale en het individueele onder
wijs hebben beide hun voordeelen. Maar
men doet onjuist, zoo men het klassikaal
onderwijs ziet als een uitvloeisel van ver
keerde wijsgeerige beschouwingen. Het is
ontstaan uit de noodzaak van arbeidsverdee-
ling. En ook de vakkenindeeling is een na,
tuurlijke zaak, al kan het wensChelijk zijn,
dat wijzigingen in het rooster worden aange
bracht. Het noemen van de vakken in de
v/et late men evenwel niet na. Voorts is een
kleine verlaging van het aantal verplichte
uren mogelijk.
Bij het vraagstuk van de onderwijs
vernieuwing komt het echter voor een
belangrijk deel op de individueele-
eigenschappen van den onderwijzer aam
Sprekende over het leerplan-Welling
merkte Prof. Woltjer op, dat hij deze metho
de onjuist moest noemen, en wel om drie
redenen: De vrijheid van het onderwijs moet
worden gehandhaafd; de Grondwet gaat uit
van de vrijheid, waarop beperkingen moge
lijk zijn, niet andersom; en tenslotte huldigt
de L.O.-wet het stelsel, dat er voor elke la
gere school een afzonderlijk leerplan moet
zijn.
Na de rede van den heer Woltjer heeft de
heer d e R ij k e (n.s.h.) een gewijzigde motie
ingediend, naar hij zeide: om aan gerezen
bezwaren tegemoet te bomen. Zij luidde nu:
„De Eerste Kamer, overwegende, dat de
thans geldende leerlingenschaal bij het la
ger onderwiis veelal een goed onderwijs in
den weg staat, acht het gewenscht, dat de
leerlingenschaal worde verlaagd".
sproken, dat alles aan het onderwijs niet
met het budger in verband staat. De budge-
taire toestand zelf is een ziekteverschijnsel,
en nu kan de heer Wiardi Beekman wel al
lerlei eischen stellen, maar hij zegt er niet
bij, waar het geld vandaan moet komen. Bo
vendien is het hoofdstuk van liet onderwijs
niet het eenige, waarbij eischen gesteld wor
den. De Minister zou sommigen wel toewen-
schen willen, dat zij ook eens een paar
maanden zijn plaats mochten bezetten. En
voorts is het heel wat moeilijker, „neen" te
zeggen dan „ja" te vragen.
Wat het positieve deel van het debat aan
gaat, constateerde de Minister, dat niet ge
broken is van een onvruchtbaar beleid.
Ook de Minister was van oordeel, dat men
het vraagstuk van de bijzondere hoog
leeraren niet moet overdrijven. Hij zal na-
aan, of er inderdaad voor het bijzonder en
'pcnibaar onderwijs verschillende beslissin
gen worden genomen.
Er is heel wat gedaan
Het is onjuist, te zeggen, dat in de fi-
nancieele regeling van de onderwijsbe
groting sinds vorig jaar niets is veran
derd. Voor de schipperskinderen is
f 70.000 meer uitgetrokken, voor het nij
verheidsonderwijs f 5000 en voor monu
mentenzorg f 22.500.
Voorts is er met het departement van so
ciale Zaken gezocht naar maatregelen, waar
door honderden aan het werk konden. En al
draagt de Minister geen verantwoordelijk
heid voor degenen, die den onderwijzersloop
baan kiezen, zulks neemt niet weg, dat heel
wat gedaan is, om sollicitanten aan het werk
te zetten. In dit verband kon belangrijk cij
fermateriaal worden aangevoerd. Herstel
van de leerlingenschaal zou in de practijk
beteekenen, dat er 1400 plaatsen bijkwamen.
Maar door afvloeiing zijn er reeds 1300 va
catures voorzien kunnen worden- doordat
de gehuwde onderwijzeressen haar plaats
moesten afstaan, konden er 332 nieuwe be
trekkingen worden aangevuld; het capitu-
lantenibureau zett» er 500 aan het werk; 100
zijn door Binnenlandsche Zaken geholpen;
en 53 bekwamen zich met een beurs voor
technisch werk.
Om sociale, cultureele en paedagogische
redenen is de Minister een voorstander van
oorzichtig budgetair beleid. Immers, anders
fan we straks nog verder van huis. Zijn
collega's denken er niet anders over, en in
dit verband wees de Minister op enkelen van
zijn R.K ombfsgenooten, die van maatrege
len moesten afzien, wijl er geen geld is. Om
deze redenen is ook herziening van de rege
ling der college-gelden niet mogelijk.
Wat de leerbngenschaa] betreft, kwam de
Minister graag met bevredigende voorstel
len, maar het is nu eenmaal onmogelijk. En
ais men de bijlage van het onderwijsverslag
gebruikt om critiek op den toestand te ver
garen in uitspraken van amblenaren, dan
rnoet de Minister overwegen, of hij de bij
lage niet dient op te heffen. Hij kan zich nu
eenmaal niet door ambtenaren tusschen de
beenen laten loopen.
Inzake het bewaarschoolonderwijs merkte
de Minister op. dat de bemoeiing van de
overheid met het schoolwezen, vooral in de
zen tijd. eer moet worden ingekrompen dan
uitgebreid.
Aan de motle-de Rijke besfond bij den Mi
nister in het geheel geen behoefte.
Sprekend over
het algemeen karakter
van het onderwijs merkte de Minister op.
dat dienaangaande vier bezwaren naar vo
ren plegen te worden gebracht. In de eerste
plaats noemt men het te intellectualistisch.
Wat dat aangaat zijn de mogelijkheden van
verbeteringen niet uitgeput. Dan wordt ge
klaagd over teveel uniformiteit, maar dit
meende de Minister te moeten betwisten.
Voorts achtte men de resultaten van het on
derwijs in de Nederlandsohe taal niet bevre
digend. Maar hier kon de Minister wijzen op
verbeteringen, die reeds in den toestand zijn
aangebracht. Gaarne werd toegegeven, dat
het onderwijs hier een belangrijke taak te
vervullen heeft. Ook de vierde grief, als zou
de organisatie van het H. O. ten onzent te
star zijn, werd door den Minister bestreden
In dit verband 'handelend over de onder
wijsvernieuwing zeide de Minister, dat hij «r
geen bezwaar tegen beeft, zoo de inspectie
leiding geeft, mits-er maar niets wordt opge
legd. Van staatspaedagogie wilde spreker
niets hebben. Zoo men het onderwijs te over
iaden vindt, zoeke men eerst naar rust in
het huisgezin.
Inzake de spelling, is eenheid met België
gewenscht, want de taalgebieden zijn toch al
klein genoeg. Met de betreffende Belgische
commissie wordt voeling gehouden over de
pastaardwoorden en de geslachtelijke en
voornaamswoorden. Ook overigens houden
de commissies elkaar op de hoogte. De Mi
nister houdt vol, dat in de taal de geslach
ten dienen vast te staan.
Bij den kweekeling met acte is niet steeds
te controleeren, wanneer hij arbeid als on
derwijzer verricht, en daarom, is het moeilijk
in zijn geval zijn jaren mee te tellen.
Voorziening van lectoren in het notariaat
zal worden overwogen.
Helaas is het dien Minister onmogelijk,
meer geld aan de kunst te besteden.
Bij de replieken beeft de heer Wiardi
Beekman (s.d.) zijn stem ten gunste van
De Minister z
i het woord
De M i n i s t e r, daarop het woord verkrij
gende, heeft er zijn blijdschap over uitge
de motie-de Rijke gemotiveerd, terwijl hij
tevens tegen de begrooting stemmen zou.
Een koddig moment was het nog, toen de
•heer de R ij k e (n.sjb.) het woord voerde en
daarbij door zijn fractiegenoot van Vessem
w erd geholpen. Door deze hulp raakte hij
echter van dem wal in de sloot, zoodat het er
met zijn oratorische kwaliteiten niet beter
op werd. Zooveel was duidelijk, dat de N.S.B.
tegen de begrooting zou stemmen.
De heer van La n schot (r.k.) noemde
de motie een poli tie-manoeuvre, waaraan
zijn fractie niet wilde meedoen. Ook de heer
Gelderman (lib.) had aan zulk een motie
geen behoefte. Zij werd verworpen met 23
tegen 15 stemmen, waarbij tegenstemden de
A.R., R.K., C.H. en de Liberalen. De begroo
ting is daarop aangenomen met 24 tegen 13
stemmen. Nu waren de tegenstemmers de
socialisten en {le N.S.B.
in veilige haven geleid
We hebben het meer gezegd, en we herhalen
het thans gaarne, dat veel van de critiek,
die op dezen bewindsman wordt uitgeoefend
weinig in overeenstemming is met de wijze,
.vaarop hij zijn zaken beheert. Zeker, ds mo
gelijkheid van klachten willen we niet uit
sluiten. Ook ware misschien een krachtiger
hand mogelijk. Maar het gaat in geenen dec-
lc aan, den onderwijsman in het kabinet te
beschouwen als den zondebok van het Mi
nisterie, zulks temeer, waar ook Ministers
als de heeren Goseling en Romrne zeker niet
op alle fronten bun wensohen in werkelijk
heid kunnen omzetten. Merkwaardig is, dat,
als het hen betreft, de klachten uit R.K.
hoek geheel ontbreken. Een weinig conse
quentie moge wel bij verantwoorde politiek
worden betracht
De cijfers, welke de Minister kou aan
voeren toonden, hoezeer de positie van
den werkloozen onderwijzer of kweeke
ling met acte den Minister ter harte gaat
Verlaging van de schaal zou de mogelijkheid
openen voor 1400 personen om den arbeid te
beginnen. Maar het aantal van hen. die, ook
zander dat de schaal werd verlaagd aan het
werk kon gaan, overtreft dit cijfer reeds. Het
is goed, hierop eens de aandacht te vestigen
al was het slechts om de voosheid van be
paalde critiek aan te toornen.
Inzake het rapport-Welling zijn wij met
den Minister van oordeel, dat men goed doet,
zoo men het adviseerend karakter van dit
pi an op den voorgrond stelt. En goud waard
is het woord, dat men bij het zoeken naar
meer rust in de onderwijsmethode begint
met het bevorderen van meer rust in het
huisgezin.
Later in den middag kwam de begrooting
van Binnenlandsché Zaken aan de orde. De
heer Po 11 erna (c.h.) heeft daarbij de
kwestie besproken van het plaatsen van
luchtafweergeschut op het gebouw der eloc-
triciteitscentrale in Friesland. Morgen ko
men wij hierop terug.
De nieuwe burgemeester van Nijkerk,
de heer Z. Bruins Slot. is gisteren in
zijn junctie geïnstalleerd. Een over
zicht tijdens de rede van den nieuwen
burgervader
RAAD VAN BEROEP
Aan mr J. ter Horst is eervol ontsla#
leend als-i>laatsvervan#end grriffier bU den Raad
van Beroep (s.v.) te Rotterdam.
RECHTSWEZEN
Benoemd is tot kantonrechter-piaatsverva
grer in het kanton Haarlem: mr F. A. Davidsc
eaat en procureur te Haarlem.
RIJKSVERZEKERINGSBANK
Aan G. M. ten Harin# is eervol ontslag ve
leend als adjunct-commies bti de Rijksverzeke
ringsbank.
Gedenksteen voor Hugo de Groot Stembuspropaganda
Plechtigheid in de Hollandsche
kerk te Londen
Een vooraanstaand gezelschap
bijeen
LONDEN, 16 Febr. (A.N.P.). Onder
groote belangstelling is gistermiddag in
de Ned. Herv. Kerk in Austin Friars ta
Londen op initiatief van de Grotius-
Society, in 1915 door Lord Reay opge
richt, een gedenksteen onthuld voor den
grooten Nederlandschen rechtsgeleerde
en grondlegger van het internationaal
recht Hugo de Groot.
Een vooraanstaand gezelschap staatslie
den, rechtskundigen en andere autoriteiten
woonden de plechtigheid bij, o.a. de Britsche
minister van Buitenlandsche Zaken lord
Halifax, de Nederlandsche minister van
Buitenlandsche Zaken, Mr. J. A. N. Pat ij n,
de Lord-Mayor van Londen, vergezeld door
de City Sseriffs. De Nederlandsche gezant te
Londen, Mr. J. P. graaf van Limburg
Stirum, kon wegens verblijf buiten En
geland niet aanwezig zijn, dooh bijna alle
leden der Nederlandsche legatie woonden
de plechtigheid ibij, evenals verder de dciken
van St. Paul, de bisschoppen van Londen
en Sonthwark en de opperrabbijn v-in Lon
den.
Vier eereplaatsen werden ingenomen door
vier afstammelingen van Hugo de Groot,
n.L de echtgenoote van admiraal Gordon
Campbell en haar zuster Mrs. Desmond
Gabb, alsmede gravin W. van Limburg Sti
rum en haar zuster Jkvr. Repolaer van Driel.
Minister Mr. J. A.N. Patijn temidden
der autoriteiten. Naast den Minister
onderscheidt men Lord Halifax.
Benoeming als Volksraadslid
aanvaard
In 't stille Laren heihen we den man
opgezocht, wiens naam in de afgeloopen
weken op veler lipipen is geweest en
wiens lotgevallen door duizenden met
groote belangstelling zijn gevolgd. De
heer G. de Raad had ons bij ons telefo
nisch gesprek met Brussel, dat we den
dag, volgende op zijn aanmelding bij
Ds Maaskant met hem mochten hebben,
toegezegd, dat hij, zoodra hjij in ons land
terug was, ons nader zou willen in
lichten.
En zoo zaten we dan in het vriendelijke
woonhuis in Laren tegenover het lid van
den Volksraad in Indië en kwam vanzelf
sprekend het gesprek op de vraag, hoe de
heer De Raad zich nu gevoelt Hij deelde
ons mede, dat hij zich thans veel beter ge
voelt dan vóór zijn instorting. Het is alsof
ik een herboren miensch ben, zoo zegt hij; de
druk, die op mij lag, is weggenomen..Waar-
aan ik dat moet toesohrijven, weet ik nist.
Ik ben als een slaapwandelaar geweest, die
nu weer ontwaakt is
Van de weken van zijn omzwerven in ons
land en in België, weet hij zich zeer weinig
te herinneren. Enkele flitsen, zoo zegt hij,
komen mi en dan uit het onbestemde op,
maar van mijn doen en laten in dien tijd
weet ik toch zeer weinig. Ik zou bijvoor
beeld niet kunnen zeggen, hoe ik mdjn geld,
dat ik bij mij had, ben kwijtgeraakt; het
moet alles in een, laat ik het maar noemen
droomtoestand gebeurd zijn.
Eén van de dingen, die ik weet, is de
manier, waarop ik de grens ben overge
komen; ik groette den soldaat, die cup de
grenspost aan de overzijde van de grens was,
in bet Hollandsch en ben zonder meer de
grens overgekomen. Ik weet niet in welke
hotels ik gelogeerd heb; gelukkig bad ik
een kaartje in mijn zak van het laatste
hotel, waar ffc ben geweest; daar kon mijn
jas worden teruggehaald, die ik er had
laten hangen.
De laatste twee dagen ben ik buiten blij
ven dolen. Toen keerde mijn bewustzijn
reeds weer terug. Ik begon mij toen lang
zamerhand van mijn toestand bewust te
worden, en ik voelde, dat. ik moe9t trachten
geestverwanten te bereiken. Zoo kwam ik er
toe om in Brussel op 't consulaat het adres
te vragen van den Gereformeerden Predi
kant.
Maar zoo besluit de heer De Raad dit
deel van het gesprek als ik ca iprobeeren
om me dingen voor den geest te roepen, die
in die weken zijn voorgevallen, dan gaat
het weer mis met mie, dan raak ik den draad
weer kwijt; ik moet dat laten rusten. Ik ben
innig dankbaar, dait ik genadig ben be
waard.
Benoeming als lid van den Volksraad
aangenomen
(Hij vertelt ons dan verder, dat hij' de be
noeming als lid van den Volksraad heeft
aangenomen Hij deed dit. omdat de termijn
anders zou zijn verstreken. Maar er staat
tog niets vast omtrent zijn verdere plannen,
lerst wil hij een medisch advies inwinnen
en daarvan zal dan afhangen, wat hij ver-
per zal doen.
Van de Christelijke Staatkundige Partij
heeft hij een telegram ontvangen, dat de
mededeeling bevatte, dat er een brief onder-
yveg is. Wat de inhoud van den brief zal
zijn, is den heer De Raad nog niet bekend;
f aarvan zal dus ook afhangen, welke stap
pen hij verder zal ondernemen.
Wat ik nu eerst ga doen, zoo zegt hij, is
Ïier eerst nog eens uitrusten. Ik hen weer
t; ik kan weer lezen en wat studeeren en
yoorzoover ik kan nagaan, ben ik geheel
goed en zou ik volop aan het werk kunnen
«aan. Maar ik begrijp, dat dit nu nog niet
gewensoht is, en daarom zal ik eerst nog
©enigen tijd hier rust houden.
Ten overvloede brengen wij dan nog ter
sprake het bericht, dat voorkwam in de In
dische pers en dat weer werd overgenomen
in Hollandsche bladen, dat de oorzaak van
de inzinking zou zijn gelegen in financieele
moeilijkheden in het steuncomité te Sema-
rang, van welk comité de heer De Raad
voorzitter zou zijn en waarvan hij zijn
schoonzoon administrateur zou hebben ge
maakt. De heer De Raad deelt ons hierom
trent mede, dat onjuist is, dat hij voorzitter
zou zijn van het steuncomité. Ik ben daar
van nooit voorzitter geweest, zoo zegt hij. Ik
ben voorzitter van het werkcomité, dat de
bedragen van den steun vaststelt. Ik heb in
geen enkel opzicht bemoeiingen gehad met
de benoeming van mijn schoonzoon als
administrateur van het steuncomité. Toen
deze werd benoemd, buiten mij om, heb ik
nog gevraagd of het niet beter was, dat ik
dan aftrad als voorzitter van het werk
comité, maar op verzoek van den Burge
meester van Semarang en van den gouver
neur van Midden-Java, ben ik voorzitter
van dat comité gdbleven. Het is volkomen
onjuist, dat ik in verband met deze zaak
zou zijn ondervraagd door de Justitie.
Dit laatste wisten wij reeds uit eigen
wetenschap. Want toen eenigen tijd geleden
dit bericht de ronde deed, dat de heer De
Raad zou zijn ondervraagd door de Justitie,
informeerden we daarnaar bij den Utrecht-
schen Officier van Justitie, mr Fabius, die
ons mededeelde, dat daarvan absoluut geen
siprake was geweest. We brachten echter bij
den heer De Raad deze zaak ter sprake om
eens en voorgoed dit gerucht uit de wereld
te helpen.
Omtrent de oorzaak van zijn instorting
weet de heer De Raad dit alleen te zeggen,
dat het een complex van allerlei kleinere
dingen moet zijn geweest, die makkelijk
waren op te lossen geweest, wanneer hij
zich meer had uitgesproken.
Gelukkig, zoo besloot hij het gesprek, is
dit voorbij en ik verlat» zeer naar Indië
terug, dat ik een mooi land vind, en waar
heen ik graag terug zal gaan. U bent de
laatste journalist aan wien ik nog mededee-
lingen wilde doen; maar de Vijf Samenwer
kende Dagbladen als partijpers heb ik in
de gelegenheid willen stellen om mededee-
lingen te doen. welke een juist licht op de
zaak kunnen doen vallen.
Met den wensoh, dat de heer De Raad in
voortdurende mate zijn gezondheid zal
mogen hebben herkregen, hebben we af
scheid genomen van hem en wij voegen
daaraan op deze plaats nog den wensch toe.
dat deze geruchtmakende zaak een goed
einde zal mogen vinden, ook inzake de posi
tie der Chr. Staatkundige Partij in Indic.
De steen
De gedenksteen bestaat uit een bronzen
medaille met een afbeelding van het hoofd
van Hugo de Groot, op natuurlijke grootte,
aangebracht op een speciaal gehouwen
plaat aan crême-kleurig albast. Bronzen pi
laren omgeven de beeltenis aan weerszijden
en dragen de wapenen van de stad Londen
en van het geslacht van Hugo de Groot.
Als inscriptie is op den steen aangebracht
een citaat uit Grotius' „De jure belli ac pa
cis", deel 3 hoofdstuk 25.
De steen werd op plechtige wijze onthuld
door lord A t h 1 o n e, kanselier der Londen-
sche Universiteit en verwant, zoowel aan
Engelsche als aan het Nederlandsche Ko
ningshuis.
De onthulling
Na de onthulling sprak de voorganger der
Ned Herv. Gemeente te Londen, Ds. J. van
Dor p. In zijn in het Engelsch uitgesproken
rede zeide hij o.a., dat de Hollandsche Kerk
te Londen 'het beeld was van de wederzijd-
sche verdraagzaamheid en vriendschap, die
steeds tusschen beide landen heeft bestaan
daarom met dankbaarheid dezen gedenk
steen voor Hugo de Groot binnen haar mu
ren aanvaardt.
Lord Mac M i 11 a n, president van de
International Law Association, bracht ver-
olgens zijn hulde aan den vader van het
internationale recht. De lessen van De Groot,
aldus zeide hij, komen met hernieuwde be-
teekenis tot ons in deze dagen, nu het evan
gelie van recht en orde, waarvan Grotius de
geïnspireerde profeet was, in zoovele kringen
geminacht wordt. De wereld, die De Groot
bezag, toont een treffende gelijkenis met de
wanorde van onzen tijd. Laat ons vandaag,
nu wij het nobele werk van Grotius ten be
hoeve van de menschheid herdenken, ge
ïnspireerd door zijn stralend voorbeeld, ons
opnieuw wij den aan dezelfde groote taak.
Na afloop dier plechtigheid zaten de aan
wezige autoriteiten aan bij een lunch, die
werd aangeboden door de Draper Society.
Hier heeft de Nederlandsche minister .van
Buitenlandsche Zaken, Mr. J. A. N. P a t lj n,
een rede gehouden, waarvan wij gisteren
reeds verslag gaven.
Verder is het woord gevoerd door lord
Halifax, die minister Patijn hartelijk ver
welkomde.
Is Christelijk Nederland
waakzaam?
Verspreidt „Nederland
Waakzaam"
Nog twee maanden en de stembus voor de
Provinciale Staten noopt u tot politieke
plichtsbetrachting.
Dan pas? Neen, natuurlijk niet. Wie niets
meer doet voor de beleving der beginselen
op politiek terrein dan een goed-ingevuld
stembiljet in de levenlooze bus te werpen,
die deed zijn plicht zooals een onnutte
dienstknecht het doet.
Wiij merken niets van verkiezingsproipa-
ganda, zoo hooren wij menigeen zeggen. AD
leen de N.S.B. toont eenige activiteit. Maar
mijn eigen partijdaar merk ik niets
van.
Dat zal wel waar zijn, wantgij zelf
doet niets. Wat doet gij aan huisbezoek, wat
aan de bezorging van „Nederland Waak
zaam" of van een plaatselijk propaganda*
blad als b.v. „De Vuurtoren"?
Die houden zich wel met de verkiezingen
bezig en wanneer gij dus de verspreiding
bevordert dat kan op verschillende ma
nieren! dan brengt ge zelf leven in de (po
litieke brouwerij.
Het heeft geen nut bier breedvoerig!
melding te maken van een circulaire,
welke het Centraal Comité van A.R. Kies-
vereenigingen verzond over de verspreiding
van de e.k. nummers van „Nederland Waak
zaam".
Voor bestuurders van Kiesvereen. zij'n deze
mededeelingen eohterwel van groot belang,
Want nog nooit is een stembusstrijd goed
geslaagd zonder degelijke schriftelijke eit
mondelinge propaganda Het dagblad neemt
van de eerste helft een deel voor zijn reke
ning, maar bereikt niet, juist niet, de vol»
doende halven, de lauwen, de mensoheni
aan de periferie.
Ga daarheen met „Nederland Waakzaam"',
Verspreid vóór den stemmingsdag, weikei
datum snel nadert, zoo veel mogelijk exem-
plaren. Het C. C. heeft gezorgd voor een'
uiterst goedkoope aanbieding. Breng dezq
lectuur in alle huizen. In alld
wateren zit visch!
AFSCHEID VAN DEN HEER
H. A. SCHREUDER
Als voorzitter van de Goudsche
Kamer van Koophandel
GOUDA, 16 Febr. In de vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Gouda heeft gisteren de voor
zitter van die Kamer, de heer H. A.
Schreuder, uit Schoonhoven, af
scheid genomen als zoodanig. Een krach
tige figuur, die met groote energie schier
een menschenleeftijd Voor de belangen
van handel en industrie heeft gewerkt,
is hiermede heengegaan.
Sinds 23 Januari
99 was de heer
Schreuder lid van
de Kamer. De
laatste 15 jaren
trad hij als voor
zitter op. Deze
77-jarige vitale
grijsaard heeft nu
gisteren afscheid
genomen van een
deeil van z'n le-
\enswerk.
Doch ook op an
der terrein was de
heer Schreuder
'n vooraanstaan
de persoonlijk
heid. O.m. ver
melden wij, dat
ihij van 1913 tot 1919 voor de A.-R. Partij
deel uitmaakte van de Prov. Staten, terwijl
hij van 1903 tot 1931 lid van den Gemeente'
raad van Schoonhoven was.
Bij zijn afscheid gisteren heeft de heer
Schreuder een krachtige rede uitgesproken,
waarna de scheidende voorzitter is toege
sproken door den heer J. van Kranen-
fa u rg, die hem schetste als een man in wien
de beste eigenschappen van ons volk wonen.
Een strijdbaar man. die zijn politieke over
tuiging nimmer onder de korenmaat plaat
ste, maar die niettemin op de meest on
partijdige wijze de Kamer heeft geleid. Ver
volgens bracht spr. dank voor het groote en
vele werk voor de Kamer vérrioht.
Vervolgens werd nog het woord gevoerd
door de heeren A. C. Bee k, voorzitter van
de afd. Kleinbedrijf: C. H. H age dom,
namens het personeel en Maaskant, na
mens de pers.
We vermelden tenslotte nog, dat na af
loop der vergadering in hotel „De Zalm"
een drukbezochte receptie is gehouden.
Als opvolger van den heer Schreuder is tot
voorzitter gekozen de heer A. Goede wa
gen, directeur der N.V. Goedewagens Pij
pen fabrieken te Gouda.
Bescherm U
bijtijds door i
'PAiTlUeS
Reet.};
Zilveren jubileum
Homoeopathisch Ziekenhuis
Feestgave voor het Vernieuwingsfonds
Op 18 Maart aa zal het 25 jaar geledeü
zijn, dat het Homoeopatisch Ziekenhuis te
O u 'd e n r ij n bij Utrecht, werd opgericht,
Ondanks groote moeilijkheden en vaak ge
brek aan officieele waardeering, is het ge
lukt een kwarteeuw de exploitatie mogelijk
te maken. Ter gelegenheid van dit jubileum
heeft zich op initiatief van de Ver. tot be
vordering der Hamoeopathie in Nederland^
een commissie gevormd, die den Raad vaal!
Béheer van bedoeld ziekenhuis op zijn feest
dag een feestgave wil aanbieden voor hefi
Vernieuwingsfonds, gelijkstaande met f lOOflj
voor elk bestaansjaar, dus f 25.000. Het uit
voerend comité bestaat uit de heeren H,
K o r f k e r, hoofd eener Chr. school te Zaan
dam, W. H. Verhoeff teJBilthoven, seen*
beiden lid van het hoofdbestuur van de
Ver. tot bevordering der Homoeopathic in!
Nederland; J. Fontijn te Zaandam, J. K,
v. Loon en G. Postma, beiden te Baarrt,
Voorts zijn een uitgebreid eere-comité en!
een comité van aanbeveling gevormd,
Gezinslcamp der Federatie
van Vrouwen en Meisjes
De Federatie van: Clïr. Vereenigingen van
eii voor Vrouwen en Meisj'es te Utrecht,
Heerenstraat 40, aldaar, organiseert met
Rijkssubsidie van 't Dep. van Sociale Zakeni
een zoogenaamd lang kamp met sociaal-
paedagogische strekking (gezinskamp) voor
meisjes van 16—24 jaar. Dit kamp zal van:
2 Maart—6 April a.s. gehouden worden op
het kasteel Hemmen te Hemmen (Betuwe)!
en staat onder leiding van mej. dra. M. E,
A. Swets, oud-secretaresse der N.C.S.V.j
hoofóleidster; mej. mr H. van Loon, studie
leidster; mej: J. G. Westendorp, leerares land
bouwhuishoudkunde, terwijl zoowel voor de
naaldvakken als voor koken nog een leidster
zal worden toegevoegd. Er wordt een groep
van pl.m. 45 deelneemsters uit verschillen
de maatschappelijke kringen verwacht.
De S.G.P. en de Regeering
Overeenkomstig het via het A.N.P. ont
vangen uittreksel van de rede van Ds Ker
sten ter jaarvergadering van de S.G.P.,
welke 8 Febr. 1.1. te Utrecht gehouden werd,
zei de Voorzitter dezer partij: „Als ik hier
zeg: „houdt de Regeering van uw erf", is
dat geen aansporing om er op los te slaan,
maar wel om de candidaten van de S.G.P.
te stemmen".
In ons blad' van Maandag sdhreven wij)
citeerend uit het hoofd, in plaats van „Re
geering" „crisisambtenaren".
Een lezer van ons blad uit Herkingen
meent, dat wij hiermee den voorzitter on
recht aandeden. Wij zien dat niet in, want
de spreker had het juist over de crisis-maat
regelen; maar de opmerking is overigens
juist. Do crisisambtenaar werd niet ge
noemd.
(Verbeterd bericht)
In ons bericht over de ontslag-aanvragé
van burgemeester T. N a u ta, wordt de heet!
Nauta burgemeester van Dokkum genoemd.
Dit is onjuist. De heer Nauta is burgemees
ter van Dantumadeel, dooh woont inf
Dokkum.
MOLEN TE MAASSLUIS BEHOUDEN
Het besluit van den raad der gemeente
Maassluis tot aankoop van den koren
molen „De Hoop" aan den Zuiddijlk is thans
door Ged. Staten van Zuid-Holland goedge
keurd. Deze molen dateert van 1792. Hij zal
geheel worden gerestaureerd en zooveel mo
gelijk jn den oorspronkelijken staat worded
gébracht.