Minister van Onderwijs zit niet stil De heer de Raad vertelt 'grieft/ DONDERDAG 16 FEBRUARI 1939 Eerste Kamer-Camera Prof. Woltjer: „Streven naar onderwijsvernieuwing betee- kent ook tegenwicht tegen defaitisme" In een omvangrijk betoog heeft giste ren, voordat de Minister de sprekers be antwoordde, de heer Woltjer (a.r.) het breede terrein van het Onderwijs aan een bespreking onderworpen. Eerst werd daarbij herinnerd aan het zwij gen A an de R.K. fractie bij de behandeling van deze begrooting in de Tweede Kamer. Prof. Woltjer wenschie deze houding niet alsnog te critiseeren, maar wel wilde hij wij zen op de vreemde conclusie, welke uit dit zwijgen wordt getrokken, alsof de (positie van den Minister door dit zwijgen zou zijn ondermijnd. Critici uit R.K. Oioek dienen te bedenken, dat, blijkens uitlatingen van Dr Colijn, het kabinet eenstemming is wat lie treft de leerlingenschaal, en dat hun critiek dus ook de R.K. Ministers in hot kabinet treft. Het oordeel van Prof. Woltjer over het al gemeen onderwijsbeleid was sedert de vorige begrooting niet veranderd. Verre is het er vandaan, dat bij dozen Minister alle voort varendheid zou worden gemist. Veel positief werk wordt verricht, al is het natuurlijk mo gelijk, dat over een en ander geen overeen stemming bestaat. En wat de moeilijke pun ten betreft moet men bedenken, dat het kabi net, waarin vele critici overigens vertrou wen stellen, ook aan deze onderwerpen zeker zijn aandacht schenken zal. De motie-de Rijke had volgens den heer Woltjer geen praetiscihe beteekends. Men kome, zoo men veranderen wil, met concrete voorstellen, waarin ook de kosten berekend zijn. In elk geval had deze motie bij de al- gemecne beschouwingen ingediend moeten worden. Bij het vermelden van losse onderwerpen merkte Prof. Woltjer onder meer op, dat hij net vraagstuk van de bijzondere leerstoelen niet urgent achtte. Voorts meende hij, dat in gelijke gevallen ten aanzien van het bijzon der en openbaar onderwijs niet steeds gelijke beslissingen worden genomen. Voor het open baar voorbereidend onderwijs werd een wet telijke regeling gevraagd, en wat het voor bereidend" onderw ijs aangaat, worde de fi- nancieele gelijkstelling doorgevoerd. Ook de suhsidieering van het bijzonder H. O. is wei nig bevredigend. Van den kweekeling met acte late men de dienstjaren meetellen. Het komt er hierbij immers op aan. of er onderwijs is gegeven. Uitvoerige bespreking wijdde Prof. Woltjer voorts aan de onderwijsvernieuwing In breede kringen van het onderwijs heerscht de meening, dat deze vernieuwing noodzakelijk is. Herinnerd mag hier worden aan conferenties en publicaties. Nu ontzegge men aan grieven tegen het huidige onder wijs niet terstond allen grond. Wel moeten de klachten cntisch wordien bezien. Het streven naar vernieuwing valt op zichzelf te waardeeren en getuigt in elk geval van belangstelling. Het beteekent ook een belangrijk tegenwicht tegen de faitisme. Bij het streven naar vernieuwing valt tweeërlei schakeering op te merken. Er zijn er, die zich willen houden aan de grenzen van het klassieke stelsel en de roostervoor- Ecliriften Er zijn er, die verder willen gaan. Het klassikale en het individueele onder wijs hebben beide hun voordeelen. Maar men doet onjuist, zoo men het klassikaal onderwijs ziet als een uitvloeisel van ver keerde wijsgeerige beschouwingen. Het is ontstaan uit de noodzaak van arbeidsverdee- ling. En ook de vakkenindeeling is een na, tuurlijke zaak, al kan het wensChelijk zijn, dat wijzigingen in het rooster worden aange bracht. Het noemen van de vakken in de v/et late men evenwel niet na. Voorts is een kleine verlaging van het aantal verplichte uren mogelijk. Bij het vraagstuk van de onderwijs vernieuwing komt het echter voor een belangrijk deel op de individueele- eigenschappen van den onderwijzer aam Sprekende over het leerplan-Welling merkte Prof. Woltjer op, dat hij deze metho de onjuist moest noemen, en wel om drie redenen: De vrijheid van het onderwijs moet worden gehandhaafd; de Grondwet gaat uit van de vrijheid, waarop beperkingen moge lijk zijn, niet andersom; en tenslotte huldigt de L.O.-wet het stelsel, dat er voor elke la gere school een afzonderlijk leerplan moet zijn. Na de rede van den heer Woltjer heeft de heer d e R ij k e (n.s.h.) een gewijzigde motie ingediend, naar hij zeide: om aan gerezen bezwaren tegemoet te bomen. Zij luidde nu: „De Eerste Kamer, overwegende, dat de thans geldende leerlingenschaal bij het la ger onderwiis veelal een goed onderwijs in den weg staat, acht het gewenscht, dat de leerlingenschaal worde verlaagd". sproken, dat alles aan het onderwijs niet met het budger in verband staat. De budge- taire toestand zelf is een ziekteverschijnsel, en nu kan de heer Wiardi Beekman wel al lerlei eischen stellen, maar hij zegt er niet bij, waar het geld vandaan moet komen. Bo vendien is het hoofdstuk van liet onderwijs niet het eenige, waarbij eischen gesteld wor den. De Minister zou sommigen wel toewen- schen willen, dat zij ook eens een paar maanden zijn plaats mochten bezetten. En voorts is het heel wat moeilijker, „neen" te zeggen dan „ja" te vragen. Wat het positieve deel van het debat aan gaat, constateerde de Minister, dat niet ge broken is van een onvruchtbaar beleid. Ook de Minister was van oordeel, dat men het vraagstuk van de bijzondere hoog leeraren niet moet overdrijven. Hij zal na- aan, of er inderdaad voor het bijzonder en 'pcnibaar onderwijs verschillende beslissin gen worden genomen. Er is heel wat gedaan Het is onjuist, te zeggen, dat in de fi- nancieele regeling van de onderwijsbe groting sinds vorig jaar niets is veran derd. Voor de schipperskinderen is f 70.000 meer uitgetrokken, voor het nij verheidsonderwijs f 5000 en voor monu mentenzorg f 22.500. Voorts is er met het departement van so ciale Zaken gezocht naar maatregelen, waar door honderden aan het werk konden. En al draagt de Minister geen verantwoordelijk heid voor degenen, die den onderwijzersloop baan kiezen, zulks neemt niet weg, dat heel wat gedaan is, om sollicitanten aan het werk te zetten. In dit verband kon belangrijk cij fermateriaal worden aangevoerd. Herstel van de leerlingenschaal zou in de practijk beteekenen, dat er 1400 plaatsen bijkwamen. Maar door afvloeiing zijn er reeds 1300 va catures voorzien kunnen worden- doordat de gehuwde onderwijzeressen haar plaats moesten afstaan, konden er 332 nieuwe be trekkingen worden aangevuld; het capitu- lantenibureau zett» er 500 aan het werk; 100 zijn door Binnenlandsche Zaken geholpen; en 53 bekwamen zich met een beurs voor technisch werk. Om sociale, cultureele en paedagogische redenen is de Minister een voorstander van oorzichtig budgetair beleid. Immers, anders fan we straks nog verder van huis. Zijn collega's denken er niet anders over, en in dit verband wees de Minister op enkelen van zijn R.K ombfsgenooten, die van maatrege len moesten afzien, wijl er geen geld is. Om deze redenen is ook herziening van de rege ling der college-gelden niet mogelijk. Wat de leerbngenschaa] betreft, kwam de Minister graag met bevredigende voorstel len, maar het is nu eenmaal onmogelijk. En ais men de bijlage van het onderwijsverslag gebruikt om critiek op den toestand te ver garen in uitspraken van amblenaren, dan rnoet de Minister overwegen, of hij de bij lage niet dient op te heffen. Hij kan zich nu eenmaal niet door ambtenaren tusschen de beenen laten loopen. Inzake het bewaarschoolonderwijs merkte de Minister op. dat de bemoeiing van de overheid met het schoolwezen, vooral in de zen tijd. eer moet worden ingekrompen dan uitgebreid. Aan de motle-de Rijke besfond bij den Mi nister in het geheel geen behoefte. Sprekend over het algemeen karakter van het onderwijs merkte de Minister op. dat dienaangaande vier bezwaren naar vo ren plegen te worden gebracht. In de eerste plaats noemt men het te intellectualistisch. Wat dat aangaat zijn de mogelijkheden van verbeteringen niet uitgeput. Dan wordt ge klaagd over teveel uniformiteit, maar dit meende de Minister te moeten betwisten. Voorts achtte men de resultaten van het on derwijs in de Nederlandsohe taal niet bevre digend. Maar hier kon de Minister wijzen op verbeteringen, die reeds in den toestand zijn aangebracht. Gaarne werd toegegeven, dat het onderwijs hier een belangrijke taak te vervullen heeft. Ook de vierde grief, als zou de organisatie van het H. O. ten onzent te star zijn, werd door den Minister bestreden In dit verband 'handelend over de onder wijsvernieuwing zeide de Minister, dat hij «r geen bezwaar tegen beeft, zoo de inspectie leiding geeft, mits-er maar niets wordt opge legd. Van staatspaedagogie wilde spreker niets hebben. Zoo men het onderwijs te over iaden vindt, zoeke men eerst naar rust in het huisgezin. Inzake de spelling, is eenheid met België gewenscht, want de taalgebieden zijn toch al klein genoeg. Met de betreffende Belgische commissie wordt voeling gehouden over de pastaardwoorden en de geslachtelijke en voornaamswoorden. Ook overigens houden de commissies elkaar op de hoogte. De Mi nister houdt vol, dat in de taal de geslach ten dienen vast te staan. Bij den kweekeling met acte is niet steeds te controleeren, wanneer hij arbeid als on derwijzer verricht, en daarom, is het moeilijk in zijn geval zijn jaren mee te tellen. Voorziening van lectoren in het notariaat zal worden overwogen. Helaas is het dien Minister onmogelijk, meer geld aan de kunst te besteden. Bij de replieken beeft de heer Wiardi Beekman (s.d.) zijn stem ten gunste van De Minister z i het woord De M i n i s t e r, daarop het woord verkrij gende, heeft er zijn blijdschap over uitge de motie-de Rijke gemotiveerd, terwijl hij tevens tegen de begrooting stemmen zou. Een koddig moment was het nog, toen de •heer de R ij k e (n.sjb.) het woord voerde en daarbij door zijn fractiegenoot van Vessem w erd geholpen. Door deze hulp raakte hij echter van dem wal in de sloot, zoodat het er met zijn oratorische kwaliteiten niet beter op werd. Zooveel was duidelijk, dat de N.S.B. tegen de begrooting zou stemmen. De heer van La n schot (r.k.) noemde de motie een poli tie-manoeuvre, waaraan zijn fractie niet wilde meedoen. Ook de heer Gelderman (lib.) had aan zulk een motie geen behoefte. Zij werd verworpen met 23 tegen 15 stemmen, waarbij tegenstemden de A.R., R.K., C.H. en de Liberalen. De begroo ting is daarop aangenomen met 24 tegen 13 stemmen. Nu waren de tegenstemmers de socialisten en {le N.S.B. in veilige haven geleid We hebben het meer gezegd, en we herhalen het thans gaarne, dat veel van de critiek, die op dezen bewindsman wordt uitgeoefend weinig in overeenstemming is met de wijze, .vaarop hij zijn zaken beheert. Zeker, ds mo gelijkheid van klachten willen we niet uit sluiten. Ook ware misschien een krachtiger hand mogelijk. Maar het gaat in geenen dec- lc aan, den onderwijsman in het kabinet te beschouwen als den zondebok van het Mi nisterie, zulks temeer, waar ook Ministers als de heeren Goseling en Romrne zeker niet op alle fronten bun wensohen in werkelijk heid kunnen omzetten. Merkwaardig is, dat, als het hen betreft, de klachten uit R.K. hoek geheel ontbreken. Een weinig conse quentie moge wel bij verantwoorde politiek worden betracht De cijfers, welke de Minister kou aan voeren toonden, hoezeer de positie van den werkloozen onderwijzer of kweeke ling met acte den Minister ter harte gaat Verlaging van de schaal zou de mogelijkheid openen voor 1400 personen om den arbeid te beginnen. Maar het aantal van hen. die, ook zander dat de schaal werd verlaagd aan het werk kon gaan, overtreft dit cijfer reeds. Het is goed, hierop eens de aandacht te vestigen al was het slechts om de voosheid van be paalde critiek aan te toornen. Inzake het rapport-Welling zijn wij met den Minister van oordeel, dat men goed doet, zoo men het adviseerend karakter van dit pi an op den voorgrond stelt. En goud waard is het woord, dat men bij het zoeken naar meer rust in de onderwijsmethode begint met het bevorderen van meer rust in het huisgezin. Later in den middag kwam de begrooting van Binnenlandsché Zaken aan de orde. De heer Po 11 erna (c.h.) heeft daarbij de kwestie besproken van het plaatsen van luchtafweergeschut op het gebouw der eloc- triciteitscentrale in Friesland. Morgen ko men wij hierop terug. De nieuwe burgemeester van Nijkerk, de heer Z. Bruins Slot. is gisteren in zijn junctie geïnstalleerd. Een over zicht tijdens de rede van den nieuwen burgervader RAAD VAN BEROEP Aan mr J. ter Horst is eervol ontsla# leend als-i>laatsvervan#end grriffier bU den Raad van Beroep (s.v.) te Rotterdam. RECHTSWEZEN Benoemd is tot kantonrechter-piaatsverva grer in het kanton Haarlem: mr F. A. Davidsc eaat en procureur te Haarlem. RIJKSVERZEKERINGSBANK Aan G. M. ten Harin# is eervol ontslag ve leend als adjunct-commies bti de Rijksverzeke ringsbank. Gedenksteen voor Hugo de Groot Stembuspropaganda Plechtigheid in de Hollandsche kerk te Londen Een vooraanstaand gezelschap bijeen LONDEN, 16 Febr. (A.N.P.). Onder groote belangstelling is gistermiddag in de Ned. Herv. Kerk in Austin Friars ta Londen op initiatief van de Grotius- Society, in 1915 door Lord Reay opge richt, een gedenksteen onthuld voor den grooten Nederlandschen rechtsgeleerde en grondlegger van het internationaal recht Hugo de Groot. Een vooraanstaand gezelschap staatslie den, rechtskundigen en andere autoriteiten woonden de plechtigheid bij, o.a. de Britsche minister van Buitenlandsche Zaken lord Halifax, de Nederlandsche minister van Buitenlandsche Zaken, Mr. J. A. N. Pat ij n, de Lord-Mayor van Londen, vergezeld door de City Sseriffs. De Nederlandsche gezant te Londen, Mr. J. P. graaf van Limburg Stirum, kon wegens verblijf buiten En geland niet aanwezig zijn, dooh bijna alle leden der Nederlandsche legatie woonden de plechtigheid ibij, evenals verder de dciken van St. Paul, de bisschoppen van Londen en Sonthwark en de opperrabbijn v-in Lon den. Vier eereplaatsen werden ingenomen door vier afstammelingen van Hugo de Groot, n.L de echtgenoote van admiraal Gordon Campbell en haar zuster Mrs. Desmond Gabb, alsmede gravin W. van Limburg Sti rum en haar zuster Jkvr. Repolaer van Driel. Minister Mr. J. A.N. Patijn temidden der autoriteiten. Naast den Minister onderscheidt men Lord Halifax. Benoeming als Volksraadslid aanvaard In 't stille Laren heihen we den man opgezocht, wiens naam in de afgeloopen weken op veler lipipen is geweest en wiens lotgevallen door duizenden met groote belangstelling zijn gevolgd. De heer G. de Raad had ons bij ons telefo nisch gesprek met Brussel, dat we den dag, volgende op zijn aanmelding bij Ds Maaskant met hem mochten hebben, toegezegd, dat hij, zoodra hjij in ons land terug was, ons nader zou willen in lichten. En zoo zaten we dan in het vriendelijke woonhuis in Laren tegenover het lid van den Volksraad in Indië en kwam vanzelf sprekend het gesprek op de vraag, hoe de heer De Raad zich nu gevoelt Hij deelde ons mede, dat hij zich thans veel beter ge voelt dan vóór zijn instorting. Het is alsof ik een herboren miensch ben, zoo zegt hij; de druk, die op mij lag, is weggenomen..Waar- aan ik dat moet toesohrijven, weet ik nist. Ik ben als een slaapwandelaar geweest, die nu weer ontwaakt is Van de weken van zijn omzwerven in ons land en in België, weet hij zich zeer weinig te herinneren. Enkele flitsen, zoo zegt hij, komen mi en dan uit het onbestemde op, maar van mijn doen en laten in dien tijd weet ik toch zeer weinig. Ik zou bijvoor beeld niet kunnen zeggen, hoe ik mdjn geld, dat ik bij mij had, ben kwijtgeraakt; het moet alles in een, laat ik het maar noemen droomtoestand gebeurd zijn. Eén van de dingen, die ik weet, is de manier, waarop ik de grens ben overge komen; ik groette den soldaat, die cup de grenspost aan de overzijde van de grens was, in bet Hollandsch en ben zonder meer de grens overgekomen. Ik weet niet in welke hotels ik gelogeerd heb; gelukkig bad ik een kaartje in mijn zak van het laatste hotel, waar ffc ben geweest; daar kon mijn jas worden teruggehaald, die ik er had laten hangen. De laatste twee dagen ben ik buiten blij ven dolen. Toen keerde mijn bewustzijn reeds weer terug. Ik begon mij toen lang zamerhand van mijn toestand bewust te worden, en ik voelde, dat. ik moe9t trachten geestverwanten te bereiken. Zoo kwam ik er toe om in Brussel op 't consulaat het adres te vragen van den Gereformeerden Predi kant. Maar zoo besluit de heer De Raad dit deel van het gesprek als ik ca iprobeeren om me dingen voor den geest te roepen, die in die weken zijn voorgevallen, dan gaat het weer mis met mie, dan raak ik den draad weer kwijt; ik moet dat laten rusten. Ik ben innig dankbaar, dait ik genadig ben be waard. Benoeming als lid van den Volksraad aangenomen (Hij vertelt ons dan verder, dat hij' de be noeming als lid van den Volksraad heeft aangenomen Hij deed dit. omdat de termijn anders zou zijn verstreken. Maar er staat tog niets vast omtrent zijn verdere plannen, lerst wil hij een medisch advies inwinnen en daarvan zal dan afhangen, wat hij ver- per zal doen. Van de Christelijke Staatkundige Partij heeft hij een telegram ontvangen, dat de mededeeling bevatte, dat er een brief onder- yveg is. Wat de inhoud van den brief zal zijn, is den heer De Raad nog niet bekend; f aarvan zal dus ook afhangen, welke stap pen hij verder zal ondernemen. Wat ik nu eerst ga doen, zoo zegt hij, is Ïier eerst nog eens uitrusten. Ik hen weer t; ik kan weer lezen en wat studeeren en yoorzoover ik kan nagaan, ben ik geheel goed en zou ik volop aan het werk kunnen «aan. Maar ik begrijp, dat dit nu nog niet gewensoht is, en daarom zal ik eerst nog ©enigen tijd hier rust houden. Ten overvloede brengen wij dan nog ter sprake het bericht, dat voorkwam in de In dische pers en dat weer werd overgenomen in Hollandsche bladen, dat de oorzaak van de inzinking zou zijn gelegen in financieele moeilijkheden in het steuncomité te Sema- rang, van welk comité de heer De Raad voorzitter zou zijn en waarvan hij zijn schoonzoon administrateur zou hebben ge maakt. De heer De Raad deelt ons hierom trent mede, dat onjuist is, dat hij voorzitter zou zijn van het steuncomité. Ik ben daar van nooit voorzitter geweest, zoo zegt hij. Ik ben voorzitter van het werkcomité, dat de bedragen van den steun vaststelt. Ik heb in geen enkel opzicht bemoeiingen gehad met de benoeming van mijn schoonzoon als administrateur van het steuncomité. Toen deze werd benoemd, buiten mij om, heb ik nog gevraagd of het niet beter was, dat ik dan aftrad als voorzitter van het werk comité, maar op verzoek van den Burge meester van Semarang en van den gouver neur van Midden-Java, ben ik voorzitter van dat comité gdbleven. Het is volkomen onjuist, dat ik in verband met deze zaak zou zijn ondervraagd door de Justitie. Dit laatste wisten wij reeds uit eigen wetenschap. Want toen eenigen tijd geleden dit bericht de ronde deed, dat de heer De Raad zou zijn ondervraagd door de Justitie, informeerden we daarnaar bij den Utrecht- schen Officier van Justitie, mr Fabius, die ons mededeelde, dat daarvan absoluut geen siprake was geweest. We brachten echter bij den heer De Raad deze zaak ter sprake om eens en voorgoed dit gerucht uit de wereld te helpen. Omtrent de oorzaak van zijn instorting weet de heer De Raad dit alleen te zeggen, dat het een complex van allerlei kleinere dingen moet zijn geweest, die makkelijk waren op te lossen geweest, wanneer hij zich meer had uitgesproken. Gelukkig, zoo besloot hij het gesprek, is dit voorbij en ik verlat» zeer naar Indië terug, dat ik een mooi land vind, en waar heen ik graag terug zal gaan. U bent de laatste journalist aan wien ik nog mededee- lingen wilde doen; maar de Vijf Samenwer kende Dagbladen als partijpers heb ik in de gelegenheid willen stellen om mededee- lingen te doen. welke een juist licht op de zaak kunnen doen vallen. Met den wensoh, dat de heer De Raad in voortdurende mate zijn gezondheid zal mogen hebben herkregen, hebben we af scheid genomen van hem en wij voegen daaraan op deze plaats nog den wensch toe. dat deze geruchtmakende zaak een goed einde zal mogen vinden, ook inzake de posi tie der Chr. Staatkundige Partij in Indic. De steen De gedenksteen bestaat uit een bronzen medaille met een afbeelding van het hoofd van Hugo de Groot, op natuurlijke grootte, aangebracht op een speciaal gehouwen plaat aan crême-kleurig albast. Bronzen pi laren omgeven de beeltenis aan weerszijden en dragen de wapenen van de stad Londen en van het geslacht van Hugo de Groot. Als inscriptie is op den steen aangebracht een citaat uit Grotius' „De jure belli ac pa cis", deel 3 hoofdstuk 25. De steen werd op plechtige wijze onthuld door lord A t h 1 o n e, kanselier der Londen- sche Universiteit en verwant, zoowel aan Engelsche als aan het Nederlandsche Ko ningshuis. De onthulling Na de onthulling sprak de voorganger der Ned Herv. Gemeente te Londen, Ds. J. van Dor p. In zijn in het Engelsch uitgesproken rede zeide hij o.a., dat de Hollandsche Kerk te Londen 'het beeld was van de wederzijd- sche verdraagzaamheid en vriendschap, die steeds tusschen beide landen heeft bestaan daarom met dankbaarheid dezen gedenk steen voor Hugo de Groot binnen haar mu ren aanvaardt. Lord Mac M i 11 a n, president van de International Law Association, bracht ver- olgens zijn hulde aan den vader van het internationale recht. De lessen van De Groot, aldus zeide hij, komen met hernieuwde be- teekenis tot ons in deze dagen, nu het evan gelie van recht en orde, waarvan Grotius de geïnspireerde profeet was, in zoovele kringen geminacht wordt. De wereld, die De Groot bezag, toont een treffende gelijkenis met de wanorde van onzen tijd. Laat ons vandaag, nu wij het nobele werk van Grotius ten be hoeve van de menschheid herdenken, ge ïnspireerd door zijn stralend voorbeeld, ons opnieuw wij den aan dezelfde groote taak. Na afloop dier plechtigheid zaten de aan wezige autoriteiten aan bij een lunch, die werd aangeboden door de Draper Society. Hier heeft de Nederlandsche minister .van Buitenlandsche Zaken, Mr. J. A. N. P a t lj n, een rede gehouden, waarvan wij gisteren reeds verslag gaven. Verder is het woord gevoerd door lord Halifax, die minister Patijn hartelijk ver welkomde. Is Christelijk Nederland waakzaam? Verspreidt „Nederland Waakzaam" Nog twee maanden en de stembus voor de Provinciale Staten noopt u tot politieke plichtsbetrachting. Dan pas? Neen, natuurlijk niet. Wie niets meer doet voor de beleving der beginselen op politiek terrein dan een goed-ingevuld stembiljet in de levenlooze bus te werpen, die deed zijn plicht zooals een onnutte dienstknecht het doet. Wiij merken niets van verkiezingsproipa- ganda, zoo hooren wij menigeen zeggen. AD leen de N.S.B. toont eenige activiteit. Maar mijn eigen partijdaar merk ik niets van. Dat zal wel waar zijn, wantgij zelf doet niets. Wat doet gij aan huisbezoek, wat aan de bezorging van „Nederland Waak zaam" of van een plaatselijk propaganda* blad als b.v. „De Vuurtoren"? Die houden zich wel met de verkiezingen bezig en wanneer gij dus de verspreiding bevordert dat kan op verschillende ma nieren! dan brengt ge zelf leven in de (po litieke brouwerij. Het heeft geen nut bier breedvoerig! melding te maken van een circulaire, welke het Centraal Comité van A.R. Kies- vereenigingen verzond over de verspreiding van de e.k. nummers van „Nederland Waak zaam". Voor bestuurders van Kiesvereen. zij'n deze mededeelingen eohterwel van groot belang, Want nog nooit is een stembusstrijd goed geslaagd zonder degelijke schriftelijke eit mondelinge propaganda Het dagblad neemt van de eerste helft een deel voor zijn reke ning, maar bereikt niet, juist niet, de vol» doende halven, de lauwen, de mensoheni aan de periferie. Ga daarheen met „Nederland Waakzaam"', Verspreid vóór den stemmingsdag, weikei datum snel nadert, zoo veel mogelijk exem- plaren. Het C. C. heeft gezorgd voor een' uiterst goedkoope aanbieding. Breng dezq lectuur in alle huizen. In alld wateren zit visch! AFSCHEID VAN DEN HEER H. A. SCHREUDER Als voorzitter van de Goudsche Kamer van Koophandel GOUDA, 16 Febr. In de vergadering van de Kamer van Koophandel en Fa brieken te Gouda heeft gisteren de voor zitter van die Kamer, de heer H. A. Schreuder, uit Schoonhoven, af scheid genomen als zoodanig. Een krach tige figuur, die met groote energie schier een menschenleeftijd Voor de belangen van handel en industrie heeft gewerkt, is hiermede heengegaan. Sinds 23 Januari 99 was de heer Schreuder lid van de Kamer. De laatste 15 jaren trad hij als voor zitter op. Deze 77-jarige vitale grijsaard heeft nu gisteren afscheid genomen van een deeil van z'n le- \enswerk. Doch ook op an der terrein was de heer Schreuder 'n vooraanstaan de persoonlijk heid. O.m. ver melden wij, dat ihij van 1913 tot 1919 voor de A.-R. Partij deel uitmaakte van de Prov. Staten, terwijl hij van 1903 tot 1931 lid van den Gemeente' raad van Schoonhoven was. Bij zijn afscheid gisteren heeft de heer Schreuder een krachtige rede uitgesproken, waarna de scheidende voorzitter is toege sproken door den heer J. van Kranen- fa u rg, die hem schetste als een man in wien de beste eigenschappen van ons volk wonen. Een strijdbaar man. die zijn politieke over tuiging nimmer onder de korenmaat plaat ste, maar die niettemin op de meest on partijdige wijze de Kamer heeft geleid. Ver volgens bracht spr. dank voor het groote en vele werk voor de Kamer vérrioht. Vervolgens werd nog het woord gevoerd door de heeren A. C. Bee k, voorzitter van de afd. Kleinbedrijf: C. H. H age dom, namens het personeel en Maaskant, na mens de pers. We vermelden tenslotte nog, dat na af loop der vergadering in hotel „De Zalm" een drukbezochte receptie is gehouden. Als opvolger van den heer Schreuder is tot voorzitter gekozen de heer A. Goede wa gen, directeur der N.V. Goedewagens Pij pen fabrieken te Gouda. Bescherm U bijtijds door i 'PAiTlUeS Reet.}; Zilveren jubileum Homoeopathisch Ziekenhuis Feestgave voor het Vernieuwingsfonds Op 18 Maart aa zal het 25 jaar geledeü zijn, dat het Homoeopatisch Ziekenhuis te O u 'd e n r ij n bij Utrecht, werd opgericht, Ondanks groote moeilijkheden en vaak ge brek aan officieele waardeering, is het ge lukt een kwarteeuw de exploitatie mogelijk te maken. Ter gelegenheid van dit jubileum heeft zich op initiatief van de Ver. tot be vordering der Hamoeopathie in Nederland^ een commissie gevormd, die den Raad vaal! Béheer van bedoeld ziekenhuis op zijn feest dag een feestgave wil aanbieden voor hefi Vernieuwingsfonds, gelijkstaande met f lOOflj voor elk bestaansjaar, dus f 25.000. Het uit voerend comité bestaat uit de heeren H, K o r f k e r, hoofd eener Chr. school te Zaan dam, W. H. Verhoeff teJBilthoven, seen* beiden lid van het hoofdbestuur van de Ver. tot bevordering der Homoeopathic in! Nederland; J. Fontijn te Zaandam, J. K, v. Loon en G. Postma, beiden te Baarrt, Voorts zijn een uitgebreid eere-comité en! een comité van aanbeveling gevormd, Gezinslcamp der Federatie van Vrouwen en Meisjes De Federatie van: Clïr. Vereenigingen van eii voor Vrouwen en Meisj'es te Utrecht, Heerenstraat 40, aldaar, organiseert met Rijkssubsidie van 't Dep. van Sociale Zakeni een zoogenaamd lang kamp met sociaal- paedagogische strekking (gezinskamp) voor meisjes van 16—24 jaar. Dit kamp zal van: 2 Maart—6 April a.s. gehouden worden op het kasteel Hemmen te Hemmen (Betuwe)! en staat onder leiding van mej. dra. M. E, A. Swets, oud-secretaresse der N.C.S.V.j hoofóleidster; mej. mr H. van Loon, studie leidster; mej: J. G. Westendorp, leerares land bouwhuishoudkunde, terwijl zoowel voor de naaldvakken als voor koken nog een leidster zal worden toegevoegd. Er wordt een groep van pl.m. 45 deelneemsters uit verschillen de maatschappelijke kringen verwacht. De S.G.P. en de Regeering Overeenkomstig het via het A.N.P. ont vangen uittreksel van de rede van Ds Ker sten ter jaarvergadering van de S.G.P., welke 8 Febr. 1.1. te Utrecht gehouden werd, zei de Voorzitter dezer partij: „Als ik hier zeg: „houdt de Regeering van uw erf", is dat geen aansporing om er op los te slaan, maar wel om de candidaten van de S.G.P. te stemmen". In ons blad' van Maandag sdhreven wij) citeerend uit het hoofd, in plaats van „Re geering" „crisisambtenaren". Een lezer van ons blad uit Herkingen meent, dat wij hiermee den voorzitter on recht aandeden. Wij zien dat niet in, want de spreker had het juist over de crisis-maat regelen; maar de opmerking is overigens juist. Do crisisambtenaar werd niet ge noemd. (Verbeterd bericht) In ons bericht over de ontslag-aanvragé van burgemeester T. N a u ta, wordt de heet! Nauta burgemeester van Dokkum genoemd. Dit is onjuist. De heer Nauta is burgemees ter van Dantumadeel, dooh woont inf Dokkum. MOLEN TE MAASSLUIS BEHOUDEN Het besluit van den raad der gemeente Maassluis tot aankoop van den koren molen „De Hoop" aan den Zuiddijlk is thans door Ged. Staten van Zuid-Holland goedge keurd. Deze molen dateert van 1792. Hij zal geheel worden gerestaureerd en zooveel mo gelijk jn den oorspronkelijken staat worded gébracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8