TfMEë doetje qoed!
Minister SlotemakerdeBruïne
bestrijdt critiek
DINSDAG 7 FEBRUARI 1939
TWEEDE BLAD PAG. 5
Wetsontwerp Spellingswet is
nu gereed
Wetsontwerp omtrent onder
wijzers-opleiding spoedig in
het Staatsblad
Aan do Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de Begrooting voor het
Departement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen voor 1939 wordt o.m. ont
leend:
Verschillende leden waren niet voldaan
over het door den Minister gevoerde beleid.
,Tal van punten, welke de volle aandacht
verdienen, worden, naar zij meenen, niet tot
oplossing gebracht
Dit oordeel in zijn algemeenheid be
vreemdt den Minister omdat de feitelijke
basis voor de geschetste houding ontbreekt
Hij toont dat aan door een opsomming te
geven van een groot aantal onderwerpen,
dat onderzocht wordt en wat al voorgesteld
is.
De spellingkwestie
Het betoog, dat de spelling-1934 dient te
worden gehandhaafd en algemeen inge
voerd, wordt in het Voorloopig Verslag met
name gesteund door een viertal argumen
ten.
Ten eerste zou deze spelling een voor
uitgang beteekenen en mag de klok
niet worden teruggezet De Minister is
overtuigd, dat met betrekking tot ge
slacht en voornaamwoord de spelling-
1934 voor de taal een achteruitgang bc-
teekent Hij neemt haar dus niet voor
zijn rekening.
Ten tweede zouden de kinderen volgens
3e regels 1934 onderwezen zijn en is een wij
ziging daarin uit onderwijs-oogpunt onver
dedigbaar. Dit argument mast kracht Ook
vroeger hebben wijzigingen plaats gehad,
die toen dus wel mogelijk waren.
Ten derde zouden de onderwijskrachten
.voorstander zjjn van de spelling-1934. Deze
bewering is in haar algemeenheid onjuist.
Zoowel onder de onderwijzers als onder de
leeraren wordt ook een andere overtuiging
aangetroffen en bij hun eigen schriftelijken
arbeid toegepast
Aangezien de regels 1 tot 3 ruimte lie
ten voor twijfel, heeft de Minister aan
de commissie Fockema-Andreae ver
zocht hem allereerst op dit terrein van
voorlichting te dienen. Het rapport, dat
reeds ontvangen is en in het algemeen
'duidelijke lijnen trekt, liet intussóhén
nog enkele vragen open, waaromtrent
de Minister spoedig een nader rapport
verwacht. Alsdan zal een wijziging van
het Koninklijk Besluit bevorderd wor
den in den geest, als reeds bij de Memo
rie van Antwoord aan de Eerste Kamer
op 9 April 1938 is kenbaar gemaakt
Een wetsontwerp met betrekking tot
He schrijfwijze der Nederlandsche taal
is gereed en wordt thans, aangezien het
ook voor het Rijk over zee zal gelden,
toegezonden aan de daartoe aangewezen
instanties in Nederlandsch Oost-Indië,
Suriname en Curasao.
Hoofd- en bijvakken
Het komt den Minister voor, dat bij het
Sliddelbaar Onderwijs het maken van een
onderscheid tusschen hoofd- of kernvakken
en bijvakken zeker de aandacht verdient,
het woord „facultatieve" dient hierbij z.i.
vermeden te worden. Nadat de herziening
jvan de Middelbaar-Onderwijs-wet tot stand
gekomen is, wil de Minister gaarne nagaan,
in hoeverre deze gedachte in de alsdan vast
te stellen nieuwe algemeene leerplannen
Verwezenlijkt kan worden. Bij het lager on
derwijs staat de zaak anders. Alleen reeds
het feit, dat de Lager-Onderwijswet 1920 een
algemeen leerplan, van Regeeringswege vast
te stellen, niet kent, en dat ook do gedachte
aan zulk een leerplan met de grondprincipes
Van deze wet in strijd is, maakt, dat in
ieder geval ten aanzien hiervan de Regee-
ring een afwachtende houding dient aan te
nemen.
Wat de Katholieke Economische Hooge-
school te Tilburg aangaat, is het den Minis
ter niet duidelijk, welke consequenties eeni-
ge leden willen getrokken zien uit de veran
dering van de wettelijke positie der Rotter-
damsche Hoogeschool.
Gyimnasium en H.B.S.
In hoeverre het onderwijs, aan de gymna-
a en de Middelbare Scholen verschaft, in
vloed heeft op de latere geschiktheid der
abituriënten tot zelfstandigen arbeid of op
de neiging om in den vreemde een werk
kring te zoeken, is niet gemakkelijk na te
gaan. Ongetwijfeld moet te dezen met tal
van andere factoren rekening worden gehou
den. Ook hierbij moet men zich voor gene
raliseeren hoeden.
De Minister zou de bezwaren willen po
gen te overwinnen door een selectie bij de
toelating tot het Voorbereidend Hooger- en
Middelbaar Onderwijs, waaraan het Ko
ninklijk Besluit van 19 Maart 1938 zal kun
nen bevorderlijk zijn, benevens door een
regeling van het Voorbereidend Hooger-
stein een belangrijke bijdrage zal leveren.
De leerlingenschaal
Over de groote wenschelijkheid van ver
laging der leerlingenschaal bestaat er tus
schen den Minister en wien ook geen verschil
van meening. De Minister heeft dit reeds bij
herhaling gezegd. Slechts omtrent de finan-
cieele mogelijkheid van verlaging der schaal
in de huidige budgetaire omstandigheden
bestaat verschil van inzicht
De Minister is van oordeel, dat de toepas
sing van artikel 56, tweede lid, der Lager-
On derwij awe t 1920 practisch niet mag leiden
tot de invoering van een nieuwe leerlingen
schaal. Met beslistheid moet hij de opmer
king van de hand wijzen, dat bij de ruimere
toepassing van genoemd wetsartikel niet
steeds de noodige gelijkmatigheid wordt in
acht genomen. Openbaar en Bijzonder La
ger Onderwijs worden op gelijke wijze be
handeld.
Met de leden, die terecht de vergelij
king lunchen de wijze van subsidiee-
ring van de lichamelijke opvoeding en
van de openbare leeszalen en bibliothe
ken wraakten, is de Minister van oor
deel, dat een consequent doorgevoerde
lichamelijke opvoeding van zeer veel
belang moet worden geacht. Het ver
plicht stellen va/n dit vak bij het Lager
Onderwijs zou echter van de openbare
kassen aanzienlijke offers vragen, het
geen de Minister thans niet verantwoord
acht.
Toelating van Duitsche emigranten
in Nederland
Duitsch radio-bericht wekt ongegronde hoop
AMSTERDAM, 7 Februari. De Joodsche
Perscommissie voor Bijzondere Bericht
geving verzoekt ons het volgende mede te
deelen:
Zeer groote verwarring is helaas bij vele
Joden in Duitschland teweeg gebraoht door
een voor Engeland bestemde uitzending van
de Duitsche radio. Hierin werd een bericht
omtrent Nederland gepubliceerd, waardoor
de indruk werd gewekt, dat de Nederland
sche Regeering 7400 Duitsche emigranten,
van wie 6400 volwassenen en 1000 kinderen,
toestemming zal verleenen, om zich gedu
rende een bepaalden tijd in Nedertand te
vestigen of op te houden.
Merkwaardigerwijze komen deze cijfers
overeen met de mededeelingen, opgenomen
in de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer inzake de algemeene beschouwingen
over de Rijksbegrooting voor 1939.
Het hoogst betreurenswaardige gevolg er
van is inmiddels echter geweest, dat bij wie
Duitsche Joden ten onrechte nieuwe gevoe
lens van hoop zijn opgewekt omtrent de mo
gelijkheid van toelating tot Nederland.
Handelsbetrekkingen
NederlandLetland
Overeenkomst gesloten
's-GRAVENHAGE, 7 Februari. De Re-
geeringspersdienst meldt:
Een Lettische delegatie, onder leiding van
den .heer Kampe, chef van de afdeeling
„Verdragen" van het Ministerie van Buiten-
landsohè Zaken, heeft gedurende de afgeloo-
pen week te Den Haag onderhandelingen
gevoerd met een Nederlandsche delegatie,
DE VERHOUDING
TOT BELGIE
Nog geen oplossing der hangende
kwesties in zicht
Goede verstandhouding met
Duitschland van
belang geacht
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de Begrooting van
Buitenlandsche Zaken voor 1939 wordt het
volgende ontleend:
De Minister deelt de opinie, dat doelbe
wust moet worden gestreefd naar de in
standhouding van het Instituut van den
Volkenbond. De politiek van de Nederland
sche Regeering, die juist er naar streeft om
de gevaren, die het Volkenbondslidmaat
schap onder de huidige constellatie voor de
kleine mogendheden zou kunnen medebren
gen, te ondervangen op andere wijze dan
door den Bond den rug toe te keeren, geeft
hiervan blijk. Ook de Regeering acht, naar
zij bij herhaling heeft doen blijken, de
ligheid der kleine staten het best gew
borgd door een deugdelijk stelsel van collec
tieven bijstand.
Gaarne geeft de Minister dan ook op
nieuw de verzekering, dat de Regeering elke
gelegenheid zal aangrijpen om te komen tot
een herleving van dit beginsel. Daarbij moet
echter met de mogelijkheid worden rekening
ge-houden dat, juist teneinde het gestelde
doel in de toekomst te kunnen verwezenlij
ken, het noodzakelijk zou kunnen zijn, aan
vankelijk nog verder te gaan in de richting
van aanpassing der thans hoogstens formeel
nog geldende, doch in waarheid slechts een
schijnbestaan leidende, bepalingen aar
werkelijkheid.
Betrekkingen met Duitschland
Het belang van goede betrekkingen met
Duitschland, met nadruk door eenige leden
bepleit, behoefde de Regeering zeker niet te
worden voorgehouden. Zij is er zich ten
volle van bewust dat, afgescheiden van
overwegingen van internationaal gemeen
schapsgevoel, hetwelk ook in ons volk als
traditie leeft. Nederland's zakelijke positie
in de wereld te allen tijde zoowel waarborg
als beweegreden zal vormen voor het stre
ven naar een goede verstandhouding tot an
dere mogendheden en met name ook tot
Duitschland. Dat omgekeerd dit streven ten
opzichte van Nederland ook aan Duitsche
zijde bestaat, zag de Regeering met voldoe
ning en waardcering bevestigd in de jongste
rede van den Rijkskanselier.
Verhouding tot België
Te midden van zoovele internationale
tegenstellingen is het ongetwijfeld hoogst
wénschelijk dat landen als België en Neder
land, die, op een zeer belangrijk punt in
West Europa gelegen, de erfgoederen die
hun zijn toevertrouwd ongerept bewaard
willen zien en overtuigd zijn daarmede
naast hun eigen belang ook een algemeen
belang te dienen, in de beste verstandhou
ding van goede buurschap leven. Zulks be
hoeft volstrekt geen uitdrukking te vinden
in militaire afspraken, welke dan ook, waar-
Van geen sprake is.
De Minister kan niet verklareri dat
het bezoek van den Koning der Belgen
meer uitzicht heeft geopend dan tevo
ren bestond op oplossing van de han
gende kwesties met België in verband
met herziening van de scheidingsrege
ling van 1839. Wel is er reden aan te
nemen, dat de sfeer waarin die kwesties
mocht het gelukken eenmaal een
grondslag te vinden voor onderhande
lingen zullen kunnen worden behan
deld, een zal zijn van vriendschap.
Nederland
Omtrent het vraagstuk van verheffing van
eenige van Hr. Ms. zendingen in het bui
tenland tot ambassades kan de Minister
thans slechts verklaren dat deze verheffing
door de Regeering althans wat enkele hoofd
steden betreft te meer als noodzakelijk
wordt beschouwd, naarmate de vertegen
woordiging van andere landen, wier beree-
kenis met die van Nederland niet steeds i:
te vergelijken, in rang boven de Nederland
sche vertegenwoordiging is komen te staan.
onder leiding van Mr. A. van Kleffens,
adjunct-directeur van de Handelsaccoorden.
Deze onderhandelingen hebben geleid tot
een overeenkomst, regelende de handelsbe
trekkingen tusschen Nederland en Letland,
welke overeenkomst op 2 Februari j.l. op het
Departement van Economische Zaken is ge-
teekend door de leiders der beide delega
ties.
Zooals gemeld heeft Zuster 1. Y. Langhout onder groote belangstelling afscheid genomen als adjunct-directrice
van het Ziekenhuis „Eudokia" aan den Bergweg te Rotterdam. We geven hier nog een tweetal foto's van dit af
scheid. In 't midden zittend Zuster Langhout. rechts Dr R. Wolvius (directeur)links Zuster D. A. van Duin
^waarnemend directrice}} verder, de hoofdzusters van Eudokia
SIR HENRY DETERDING t
Weer is een groote zoon aan Nederland ontvallen.
Een mensch van groot formaat, een koopman eerste klas.
Een zeldzaam worstelaar met cijfers en getallen.
Wiens grootste levenslust hard, ernstig werken was.
Sir Henry Deterding. een Amsterdamsche jongen.
Geadeld door zijn werk. met lof gedoctoreerd.
Is tot de voorste rij der grooten doorgedrongen.
Maar heeft zijn kleine land in groote stijl geëerd.
Hij was, en blijft voor ons. een van de groote zonen
Van 't vrije vaderland dat door de eeuwen heen
Zijn kloeke koopmansgeest de wereld durfde toonen
Al stond het in zijn strijd, zijn worstling. vaak alleen.
(Nadruk verboden) LEO LEN
Prins Bernhard
woont begrafenis bij
Van Jonkvrouwe van Hardenbroek
Om drie uur gistermiddag vond te Lang
broek de teraardebestelling plaats van
Baronesse J. I. van Hardenbroek van Har
denbroek, geboren Jonkvrouwe Roëll.
Onder de aanwezigen bevonden zich Z.K.H.
Prins Bernhard en tal van burgemeesters
uit omliggende gemeenten.
Het was de eerste maal dat Z.K.H. Prins
Bernhard bij een begrafenis aanwezig was.
Geestelijke en moreele
herbewapening
Adres van 300 ambtenaren
's-GRAVENHAGE, 7 Febr. Ongeveer
300 hoofdambtenaren, ambtenaren en verde
re leden van het personeel van het Ministe
rie van Economische Zaken hebben naar
aanleiding van de door H, M. de Koningin
op 27 Januari j.l. uitgesproken rede inzake
geestelijke en moreele herbewapening aan
Hare Majesteit het navolgende adres ge-
richt:
„Ondergeteekenden, werkzaam bij het Mi
nisterie van Economische Zaken, vervuld
van hartgrondige dankbaarheid en hoogste
waardeering voor de Koninklijke woorden,
welke Uwe Majesteit op Vrijdag 27 Januari
1939 voor de radio wel op zulk een diep ge
voelde wijze heeft willen uitspreken, geven
met verschuldigden eerbied aan Uwe Ma
jesteit de verzekering van hun oprecht voor
nemen de door Uwe Majesteit bedoelde gees
telijke en moreele herbewapening met inzet
ting van alle hunne krachten na te
streven".
Nieuwe directeur Luchtvaart
bedrijf
Ir J. H. Coops benoemd
Naar wij vernemen is thans benoemd
tot directeur van het Luchtvaartbedrijf te
Soesterberg de heer Ir. J. H. Coops te Bus-
sum, als opvolger van luit.-kolonel Van
Rooyen De heer Coops was vroeger verbon
den" aan Numans Blikfabrieken te Amster
dam.
Begrafenis Baron van Ittersum
Groote belangstelling te Zwolle
ZWOLLE, 7 Februari. Op de Algemeene
Begraafplaats te Zwolle is gistermiddag in
den familiegrafkelder bijgezet het stoffelijk
overschot van Ir. F. A. R. A. B a r o n v a n
Ittersum, oud-lid van Gedep. Staten van
Utrecht en voorzitter van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisenbank aldaar
Een groot aantal belangstellenden had
zich rondom de groeve verzameld.
Nadat de kist, welke met tallooze bloemen
was bedekt, in den grafkelder was neerge
laten, trad allereerst de voorzitter van den
Raad van Toezicht van de Centrale Raiffei
senbank, de heer G. W. S t r o i n k naar vo
ren. Hij herdacht hetgeen Baron van Itter
sum voor de Bank had beteekend. De heer
Van Ittersum, zoo zeide hij, vatte zijn taak
oorspronkelijk op. Hij ging zijn eigen weg,
doch daarbjj stond het voor hem vast, dat
hij de aan de Bank toevertrouwde gelden
te allen tijde moest kunnen terugbetalen.
Thans bij zijn verscheiden staat de Bank
stevig en krachtig en het moet voor hem
een groote voldoening zijn geweest, dat zijn
devies steeds door de Bank in practijk kon
worden gebracht. Namens honderdduizen
den dankte spr. den heer Van Ittersum voor
zijn werk.
Baron v. Dorth tot Medler sloot zich
namens den Raad van Bestuur bij deze
woorden aan.
Namens de pachters herdacht de heer E.
J. S n e 1 uit Heino den overleden landsheer,
waarop de heer Fleskens woorden van
waardeering sprak namens de Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven.
De heer W. C. Hooft Graafland
heeft namens de familie voor de belangstel
ling dank gezegd.
CHR. SLAGERSPATROONS
Te E m m e n werd een vergadering gehou
den van Chr. Slagerspatroons om te komen
tot oprichting van een afdeeling Drente van
den Ned. Bond van Chr. Slagerspatroons.
Mede aanwezig waren de Bondsvoorzitter en
secretaris en het bestuur der afdeeling Gro
ningen.
Na een korte inleiding van den Bonds
voorzitter. den heer C Verwoerdt te
Den Haag, werd met zoo goed als algemeene
stemmen tot de oprichting besloten en een
voorloopig bestuur, bestaande uit de heeren
F. Dijkstra te Coevorden, J. Dijkstra te
Nieuw Weerdinge en W. Koetsier te Meppel,
gekozen, welke met medewerking van den
Bondssecretaris de propaganda in de prov.
Drente krachtig ter hand zullen nemen.
MINISTERS TERUG VAN VACANTIE
's-GRAVENHAGE, 7 Februari. Naar wij
vernemen hebben de Ministers van Water
staat en van Justitie hun ambtsbezigheden
i hervat.
Het stroopersdrama
te Waddinxveen
Het O.M. persisteert bij zijn eisch
van tien en zes jaren
gevangenisstraf
De Rotterdamsche Rechtbank heeft
voortgezet de behandeling van de zaken
tegen den 35-jarigen landarbeider H. R.
en den 39-jarigen landbouwer W. H., bel
den uit Waddinxveen en gedeti
neerd, die terechtgestaan hebben ter
zake van poging tot doodslag en mede
plichtigheid daaraan. Het betrof hier het
bekende stroopersdrama.
Veertien dagen geleden heeft de rechtbank
beslist, dat alsnog als getuige zon worden
gehoord Dr. J. van Woerden, terwijl
ook de wapendeskundige J. J. Kool weer
als getuige was opgeroepen.
De president Mr. J. G. Huyser vroeg dr
Van Woerden, die den veldwachter in het
Van Iterson-ziekenhuis te Gouda behandelt,
of uit de verwonding is af te leiden, hoe
de veldwachter zijn arm gehouden heeft,
toen hij door het schot getroffen werd.
Getuige Dr. Van Woerden heeft daarop ge
antwoord, dat uit den aard der verwonding
geen conclusie dienaangaande kan worden
getrokken.
De getuige zegt op verdere vragen, dat hij
uit dien aard der verwonding niet heeft kun
nen opmaken, hoe de richting van het
weer is geweest, waaruit geschoten is.
Getuige legt aan de rechtbank over
doosje met ortgeveer 25 hagelkorrels, die uit
PROVINCIALE
STATENVERKIEINGEN
C.-H. candidatenlijst
De C.-H. candidatenlijst voor de verkie
zing van leden der Provinciale Staten ziet
er in den Statenkring Amsterdam als volgt
uit: 1. Jac. Rustige; 2. Jhr. F. J. E. van Lcn-
nep (aftr.)3. Mr. Dr M. Visser; 4. Bar.ssö
J. J. Mackay; 5. J. Vlugt; 6. Mr. W. F.
Schokking; 7. W. van der Beke Callenfels;
H van Saane; 9. L. J. van Splunter; 10. .1,
H. Meewezen; 11. J. J. D. H. Verschoor; 12.
S. Attema; 13. Dr. J. Smit; 14. C A. Baron
Bentinck.
Voor den Statenkring Amersfoort luidt de
C.-H. candidatenlijst: 1. Jhr. Mr. J. W. H.
Rutgers van Rozenburg (aftr.); 2. F. C. C.
Baron van Tuyll van Serooskerken van Zuv-
len (aftr.); 3. M. van der Vaart (aftr.); 4.
Jhr Mr H. W. L. de Beaufort (aftr.); 5. H.
van Galen Last; 6. Mr. M. J. de Geus; 7. J,
Prikkel; 8. J. S. de Vroege; 9. J. Mondria;
10. W. A. van Hoogdalem: 11. F. E. Ever
wijn Lange; 12. J. Lokhorst
Internationale bescherming
van kunstschatten
's-GRAVENHAGE, 7 Februari. Een
commissie van vooraanstaande juristen uit
Frankrijk, Engeland, België en Nederland
is gisteren in het Vredespaleis bijeengeko
men. Haar taak is den Volkenbond een ont-
werp-conventie aan te bieden, waarin maat
regelen vervat zijn tot bescherming tegen
diefstal van bezittingen van kunst- en his
torische waarde.
Malversaties te Ravenstein
Penningmeester van Ziekenfonds
gearresteerd
De Gemeentepolitie van Ravenstein
heeft volgens het H.bld. een arrestatie ver
richt, welke in dit kleine Brabantsche' stad
je groot opzien heeft verwekt. Zij is n.l.
overgegaan tot aanhouding van don secreta
ris-penningmeester van hot ziekenfonds en
het ziekenhuisverplegingsfonds. De man
heeft bekend zich aan verduistering van gel
den, toebehoorende aan de fondsen, malver
saties in de boeken en aan brandstichting
te hebben schuldig gemaakt. Hij is gevanke
lijk naar 's-Hertogenbosch overgebracht en
ter beschikking van de justitie aldaar ge
steld.
Uit het onderzoek, dat nog in vollen gang
is, kwam vast te staan, dat de knoeierijen
over een reeks van jaren zijn gepleegd. Hoe
groot de verduisterde bedragen zijn, heeft
men nog niet met nauwgezetheid kunnen
vaststellen en het is de vraag, of dit wel'
ooit vastgesteld zal kunnen worden, want de
voornaamste administratieve bescheiden
zijn door brand verwoest. Uit de overgeble
ven boeken en verdere papieren heeft men
kunnen vaststellen, dat een bedrag van
f 1000 vermist is, terwijl de arrestant zelf
verklaard heeft, dat hij naar schatting onge
veer f 1500 heeft verduisterd.
Om ontdekking te ontgaan heeft de man
eenigen tijd geleden brand gesticht in zijn
woning. Een groot deel van de administra
tieve bescheiden is daarbij vernietigd.
Zuster Langhout neemt afscheid van de doktoren. Van rechts naar links: Zuster
y. Langhout. Dr F. A. Schalij. Dr EDeddes, Dr J. HL. van Ree. Dr A. van
Rossem. Dr M. V. van Aardenne
de wond van den veldwachter zijn verwij
derd
De President: Daar zoeken we al
maanden naar!
De hagelkorrels blijken kaliber 5 te zijn,
hetgeen de wapendeskundige Kool reeds
verondersteld had. Er zijn ongeveer 150 kor
rels in één patroon.
Dr. van Woerden zegt nog op een vraag
van den president, dat de mogelijkheid be
staan heeft, dat de veldwachter zou zijn
doodgebloed, wanneer hij later zou z;jn ge
vonden Over den afstand, waarop geschoten
moet zijn heeft getuige geen oordeel.
Getuige Kool blijft er bij, dat die afstand
op anderhalven meter moet worden gesteld.
Verdachte R. merkt op. dat hij het geweer
voor den buik heeft gehouden toen hij door
den veldwachter werd aangeroepen. Bij het
omdraaien is toen per ongeluk het schot
afgegaan.
Getuige Kool, daarover nog eens ge
vraagd. zegt het niet mogelijk te achten,
dat verdachte R. het geweer voor den buik
gehouden heeft
Het O. M., waargenomen door Mr. J. C V.
M e i s c h k e zegt in zijn nader requisitoir,
dat het thans nog gehouden getuigenver
hoor hem geen aanleiding geeft om wijzi
ging te brengen in de eischen. Het O.M. per
sisteert derhalve bij zijn eisch van 10 jaren
gevangenisstraf tegen H. R. terzake van po
ging tot doodslag op den Rijksveldwachter
v. d. Hoef en van 6 jaren gevangenisstraf
tegen W H terzake van medeplichtigheid
daaraan.
De verdediger van R., Mr. W. F. P. C.
Viëtor blijft bij zijn meening, dat het over
tuigend bewijs van de poging tot doods'ag
niet geleverd is.
De rechtbank bepaalde de uitspraak o-> 20
Februari.
Verbindendverklaring Collectieve
Arbeidsovereenkomsten
AMSTERDAM, 7 Februari. Het Neder
landsch Verbond van Vakverecnigingen
heeft zich met een schrijven gewend tot den
Minister van Sociale Zaken in verhand met
den onbevredigenden gang van zaken ten
aanzien van de verbindendverklaring van
collectieve arbeidsovereenkomsten krachtens
de wet van 25 Mei 1937.
Het N.V.V.-bestuur acht het op zichzelf
reeds teleurstellend, dat niettegenstaande
de vele aanvragen, tot dusverre slechts eón
collectieve arbeidsovereenkomst algemeen
verbindend is verklaard, n.l. die vonr do
schoenindustrie, omdat het onwaarschijnlijk
wordt geacht, dat geen der andere aan ra
gen voor inwilliging in aanmerki'-" kwam.
Chr. Emigratie Centrale
Naar ons wordt medeg<ïdeeld, bestaat w
voci de algemeene vergadering van de
b i s t e 1 ij k e E m i g r a t i e-C entra.
i 3 die morgen om 2 uur in het Gebouw
voro Chr. Soc. Belangen. Kromme Nieuw o
Grfttl.t te Utrecht wordt gehouden. fhn*e
tv.er.gisteliinc De toenemende int.iessa
v«xir emigratie en de krachtige bemoeiing
vau de Zijde der Regmrin. maken het n< ,1-
zakeli.k, dat een groote C. .ristelijke Verinni
ging spoedig zoo geoutil'.Trd is. dat zij do
mat-»rieele en geestelijke belangen van do
aanstaande kolonisten op redelijke wnzo
kan bri artigen. Er wordt aan herinnerd,
dat ooi belangstellenden toegang hebb^a