rodlD))
WOENSDAG i FEBRUARI 1939
r DERDE BEAD PAG. p
Het „Prélèvement''
In onze kolommen heeft men in den laat-
sten tijd herhaaldelijk beschouwingen kun
nen aantreffen met betrekking tot 't vraag-
stuk der rijks- en gemeentefinanciën. Daar-
bij is terloops ter sprake gekomen het zgn
prélèvement. Wat is dit? Men verstaat daar
onder het complex van gemeentebelastingen,
dat de gemeente moet afstaan ten bate van
het werkloosheids-subsidiefonds. t.w. 40 pet
,.i van de hoofdsom der grondbelasting voor de
I gebouwde eigendommen, 25 pet van de hoofd-
6om der grondbelasting voor de ongebouw-
de eigendommen, 80 pet van de hoofdsom
i der personeele belasting, naar de grondsla-
'j gen huurwaarde, mobilair en dienstboden,
rj 25 opcenten op de hoofdsom der gemeente-
fondsbelasting en 12 opcenten op de hoofd-
som, der vermogensbelasting. De opbrengst
van deze aan de gemeenten onttrokken hef-
Jj fingen, wordt geschat op ruim 45 millioen
gulden per jaar.
jj Bij het zoeken naar een oplossing van het
j vraagstuk der ontredderde gemeente-finan-
ciën, ten aanzien waarvan wij een ander
standpunt hebben ingenomen dan de Regee
ring in haar bij de Tweede Kamer aanhan-
H gig gemaakte voorstellen, is ook het prélève-
6; jnent ter sprake gekomen.
Sommigen zijn van oordeel, dat m,en bij 't
verstrekken van financieele hulp aan de ge
meenten moet beginnen met 't prélèvement
geheel of gedeeltelijk terug te geven. Op dit
standpunt staat o.m. het Tweede Kamerlid
t [VV. Wagen aar, blijkens zijn redevoering
in de Tweede Kamer bij de behandeling der
en Begrooting van Binncnlandsche Zaken voor
1939. Naar diens meening komt de beslis-
nj sing dan te liggen daar, waar zij naar de
1), natuurlijke orde der dingen behoort. In het
en weekblad Economisch-Statistische Berichten
if.' [van 4 Jan. j.l., komt een artikel voor van
ei 'de hand van den heer B. Schend stok,
n( waarin deze er ook voor pleit aan de ge
meenten terug te gevende belastingen, welke
speciaal voor gemeentelijke heffing geschikt
eijn. Deze gaat evenwel nog iets verder en
geeft in overweging ook nog bepaalde Rijks-
n belastingen aan de gemeenten af te staan
lv' öf deze ter verdeeling over de gemeenten
n ter beschikking te stellen van de fondsen
Beider denkbeelden zijn het ten volle waard
n. Dm in nadere beschouwing te worden ge-
J pomen.
Wij stellen voorop, dat theoretisch er veel
eij voor is te zeggen. De gemeentelijke belas-
tj] tingcapaciteit is niet groot meer. Verhooging
ie!' daarvan door teruggave van een deel der
J belastingen, welke de gemeenten hebben
jj,1 moeten afstaan, alsmede verruiming van
ei, haar belastinggebied met nieuwe middelen,
Idie voor de gemeenten geschikt zijn, ver
'dient alleszins toejuiching. Maar daarmede
y is het probleem niet opgelost. Wat zouden
j jb'aarvan de financieele gevolgen zijn, zoowel
n voor het Rijk als voor de gemeenten? Deze
\j\ vraag heeft men onbeantwoord gelaten. De
J ihiervoren opgesomde belastingen zijn aan
'de gemeenten maar niet zonder meer afge-
pomen. Deze waren bestemd om het fonds
ïn staat te stellen uitkeeringen te doen aan
i !de gemeenten ter bestrijding van de kosten
tier werkloosheid. En indien de uit te keeren
Sommen even groot waren als de van iedere
gemeente ontvangen bedragen, zou verdee-
lirvg via het fonds geen enkelen zin heb
ben. Het is dan ook zoo, dat de meest draag
krachtige gemeenten relatief het grootste
tieel bijdragen, terwijl aan de zwaarst door
i werkloosheid geteisterde gemeenten met
.Veriioudingsgewijze geringe belastingcaipa-
fciteit uit het fonds de grootste bedragen
Worden toegewezen. Wordt nu het prélève
ment geheel of gedeeltelijk teruggegeven,
tian zullen daarvan de meest draagkrach
tige gemeenten profiteeren, terwijl vervol
gens 't fonds een zoo groot verlies zal lijden,
'dat voor de uitkeering aan de minst draag
krachtige niet genoeg overblijft. Teruggave
van het prélèvement zal dan ook naar onze
•vaste overtuiging de oplossing der moeilijk
heden niet naderbij brengen. Indien deze
laatste er niet waren, zou er zeer veel voor
te zeggen zijn om het gemeentelijk belas
tingstelsel te herzien. Maar er zijn nu een
maal groote moeilijkheden, welke in de eer
ste plaats dringend om oplossing vragen.
Ter adstructie van onze bezwaren tegen
het denkbeeld om teruggave van het prélè
vement te verbinden aan de vraag op welke
wijze de gemeenten financieel behooren te
worden geholpen, geven wij hierbij nog
leenige cijfers.
Indien wij den heer Schendstok goed heb
ben verstaan, vil deze in hoofdzaak de vol
gende veranderingen zien aangebracht. Het
Rijk staat af aan de gemeenten en(of) aan
het Werkloosheidssubsidiefonds: de grondbe
lasting en een deel van het registratierecht.
Dit kost het Rijk ruim 20 millioen. Het fonds
staat af aan de gemeenten de grondbelas
ting en de personeele belasting (geheel of
gedeeltelijk). Gaat de personeele belasting
geheel terug, dan kost dit het fonds met in
begrip der grondbelasting ruim 28 millioen.
De gemeenten staan af aan het fonds de op
centen op de Vermogensbelasting. Dit kost
aan de gemeenten ruim 3,5 millioen. Per
saldo \erliest het Rijk ruim 20 millioen en
het fonds ruim 14 millioen, terwijl de ge
meenten te zamen bijna 35 millioen meer
ontvangen. Wat zijn daarvan wijders de ge
volgen? Het Rijk heeft thans beschikbaar
voor de gemeenten rond 31 millioen. zoodat
er dan ter beschikking zou overblijven rond
11 millioen, welk bedrag zou kunnen wor
den besteed om het tekort van het fonds
zooveel mogelijk aan te vullen. Dit zou dan
nog ruim 3 millioen tekort komen, zoodat
de gewone bijdragen voor de gemeenten
nog iets zouden moeten verminderen. Voor
extra-steun (thans 31 millioen) is dan niets
meer over. Waar moet het geld dan vandaan
komen om de zwaarst-getroffen gemeenten
te helpen? Men zal ons onmiddellijk tegen
werpen, dat de gemeenten dan toch 35 mil
lioen rechtstreeks uit de terugverkregen of
opnieuw toegewezen belastingen zullen ont
vangen. Maar dit is een bedrag, dat alle ge
meenten te zamen zullen verkrijgen en daar
mede is de moeilijkheid voor elke gemeente
afzonderlijk nog niet opgelost. Eenvoudige
berekeningen hebben aangetoond, dat een
bepaalde thans extra gesteunde gemeente
met nog een flink tekort op de begrooting,
aanzienlijk minder zou ontvangen dan deze
thans aan extra-steun uit het fonds geniet.
Dit behoeft allerminst verwondering te wek
ken, omdat, zooals gezegd, tal van draag
krachtige gemeenten door deze regeling zul
len worden gehaat, hetgeen alleen dit ten
gevolge kan hebben, dat de andere gemeen
ten, te wier aanzien men naar buitengewone
middelen omziet om hulp te bieden, worden
geschaad.
En hiermede meenen wij dan ook te heb
ben bewezen, dat alleen door de uitwisseling
van belastingbronnen of door teruggave van
het prélèvement in dit stadium het beoogde
doel wordt voorbijgestreefd.
MINISTERIE VAN O. K. W. KOOPT
DRIE LITHOGRAFIEËN VAN
J. C. HOOYXAAS
Op voorstel van de rijkscommissie van ad
vies voor opdrachten aan beeldende kunste
naars zijn door het Ministerie van Onderwijs
Kunsten en Wetenschappen aangekocht drie
lithografiën van den in Parijs wonenden
Nederlandschen kunstenaar, J. C. Hooykaas.
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN
UTRECHT, 1 Febr. De inspecteur 2e klasse
te Groningen i.b., .Mr. F. Gerst, is overge
plaatst naar Utrecht hgb. onder intrekking
zijn overplaatsing naar Rotterdam i.b.
De adjunct-inspecteur te Utrecht i.'b., ir. J.
Stenger, is overgeplaatst naar Rotterdam i.b.
65 JAAR GETROUWD
DREISGHOR, 1 Febr. Gisteren herdachten
de echtelieden J. P, Amelunxenvan den
Berge den dag, waarop zij voor 65 jaar in
den echt werden verbonden.
ONS FEUILLETON
Korte inhoud van het voorafgaande
Tusschen twee groote moderne gebouwen
van een manufaoturenmagazijn en een
filiaal van de Provinciale Bank, staat het
kleine antieke pandje De Bloeyende Aman
delboom, eigendom van den ouden heer
Wieohers.
De jongelui in de dorpskroeg van Water
dam begrijpen niet, dat de oude heer een
bod van twaalfduizend gulden, hem door de
Bank gedaan voor zijn pand, heeft afgesla
gen. Wat zou daar achter zitten? Allerlei
geruchten doen de ronde.
Adriaan, eenig zoontje van den heer Wie-
chers, is negen jaar. Hij bekijkt zijn vader
en tante Ditje, de huishoudster, op zijn
eigen wijze. Ook over de broeders Halbert-
sma, Kamp, Gelisse en Meijers, die 's Zon
dags na kerktijd in het huis van den heer
Wiechers allerlei geestelijke zaken bespre
ken. heeft Adriaan zoo zijn eigen meening.
Met een schoolvriend gaat Adriaan naar
de Zondagsschool. De vertellingen van de
juffrouw boeien hem. Ze passen geheel bij
de sprookjeswereld van de kinderjaren
waarin hij nog leeft. Een belangrijke plaats
in deze sprookesjwereld wordt ingenomen
door de verschijning van een wezen in een
zwart-zijden kleed gehuld, die hij eens op
een avond in zijn kamer bespeurd heeft.
Volgens hem moest dat wel een zwarte en
gel geweest zijn, maar vader en tante Ditje
beweren, dat dat niet kan. Wat was het dan?
In dezen tijd dringt het meer tot Adriaan
door, wat hij in zijn vroeggestorven moeder
mist.
Oranjevreugde in Amsterdamsche
gezinnen
AMSTERDAM, 1 Febr. Het bestuur en een
aantal leden van de Nederlandsche Vrou
wenclub zijn op de sympathieke gedachte
gekomen om ook dit jaar, zij liet op beschei
den schaal, de oranjevreugde, die verleden
jaar bij de geboorte van Prinses Beatrix
(dank zij de bemoeiingen van een speciaal
voor dit doel opgericht vrouwencomité) in
vele tientallen Amsterdamsche gezinnen
heeft goheerscht, weer te brengen.
Van den burgerlijken stand krijgt cle vrou
wenclub de adressen van die geainnen, waar
gisteren een kind zijn intrede deed. Men
schat dit aantal tusschen de dertig en de
veertig. En nu ligt het in de bedoeling om
bij deze gezinnen te informeeren, of zij er
prijs op stellen een volledig baby-uitzetje ca
deau te krijgen, dan wel een geschenk in
den vorm van een alleraardigste wollen
cape.
Van 1 October tot Maandag heeft een
aantal leden van de vrouwenclub ijverig ge
werkt om een en ander in gereedheid te
brengen. De kosten daaraan verbonden droe
gen zij zelve.
Het ligt in de bedoeling van de initiatief
neemsters om op iedcren verjaardag van
Prinses Beatrix op deze origineele wijze
uiting te geven aan haar -vreugde over het
bezit van dit Koningskind.
De vermissing van den heer
G. de Raad
Een geheimzinnige kwestie
(Van een onzer redacteuren)^
UTRECHT, 31 Januari. Het is een geheim
zinnig geval, de plotselinge verdwijning van
den heer G. de Raad, het lid van den Volks
raad en voorzitter van de Chr.* Staatspartij
in Ned.-Indië, die met verlof te Utrecht ver
toefde, maar sinds 14 Januari niet in zijn
pension bij zijn familie is teruggekeerd.
De recherche zet het onderzoek in alle
richtingen voort en meent thans ook met dit
opsporingswerk over de grenzen van ons
land te moeten gaan, omdat verondersteld
wordt dat de heer de Raad in de richting
België is vertrokken of hierheen is geleid.
Er gaan vele geruchten door de stad, doch
vele zijn tegenstrijdig. Een feit is dat het
een zeer geheimzinnige zaak betreft en dat
vrees voor zelfmoord nu toch wel uitgeslo
ten wordt geacht.
Ook aan dc mogelijkheid van een ongeluk
wordt thans weinig waarde meer gehecht,
daarvoor is het te lang geleden dat de heer
de Raad zijn woning heeft verlaten. Zou er
een ongeluk gebeurd zijn dan zou dit toch
zeker nu wel openbaar zijn geworden.
Men tast echter nog in vele opzichten in
het duister.
Tegen verkeersbord gereden
Motorrijder te Hoorn verongelukt
HOORN, 1 Febr. Gistermiddag is de 26 ja
rige P. Bakker, reiziger bij een drukwerk
firma hier ter stede, met zijn motorfiets op
den Westerdijk met groote snelheid tegen 'n
verkeersbord gereden. Hij liep ernstige ver
wondingen aan het hoofd op en bleef hevig
bloedend liggen. Een ontboden geneesheer
kon slechts den dood constateeren.
Dr. A. F. W. INGRAM
De bisschop van Londen, Br. A. F. W.
Ingram, die sedert 1-901 dit ambt bekleedt
en 81 jaar oud is, heeft te kennen gegeven,
den bisschopszetel te verlaten. De koning
heeft hierin bewilligd, met ingang van 1 Sept.
Wij brengen twee nieuwe artikelen:
BLADGROENTE-NAMENIA" en
SLAKKENDOOD RADIO AAL"
een beslist afdoend middel
p. kg. 0,75; p. V2 kg. 0.40; p. kg., 0,25;
per ons 0.15. Vraagt prijsc. en inlicht, bij:
Van Namens
Zaden Dordrecht.
(Reel.)
In gezelschap van haar Ouders heeft het jarige Prinsesje gisteren een auto
tocht door de Residentie gemaakt. En duizenden hebben haar op den mooien
wintermiddag hartelijk toegejuicht.
Moord te Echteld
berecht
Een verdachte die z'n bekentenis
intrekt
Toch levenslang tegen
hem geëischt
ARNHEM, 1 Febr. Te Edhteld heeft
den 23sten Juni van het vorig jaar een
gruwelijk misdrijf plaats gehad, waarbij
de 43-jarige vrouw M. A. v. H. den dood
vond. Zij werd aangetroffen met een
touw om de hals aan de deurknop ge
bonden. Aanvankelijk werd gedacht aan
zelfmoord, doch toen kwam vast te staan
dat een som gelds van 1800 was ver
dwenen, moest wel aan moord worden
gedacht.
In deze zaak werd aanvankelijk een or
geldraaier gevangen gehouden, doch later
werd een zekere werklooze T., die te Tie!
te groote uitgaven had gedaan van den dief
stal met het misdrijf verdachte. Na zeer veel
moêite bekende hij ten slotte dat de vrouw
hem achteraan was gekomen nadat hij het
geld had gestolen. Al loopende had hij toen
een lus in het touw gemaakt en dit de
vrouw om den hals geworpen, het toe ge
trokken en haar op deze wijze van kant
gemaakt.
Dit werd den verdachte dan ook ten laste
gelegd voor de Rechtbank te Arnhem,
toen deze het geval gister behandelde.
De zaak nam een sensationeel verloop,
toen de verdachte bij zijn verhoor voor de
rechtbank plotseling ontkende den moord
te hebben gepleegd.
„Ik heb de vrouw niet aangeraakt", be
toogde hij, „ik ben er zelfs den 23sten niet
geweest. Wel den 22sten toen ik het geld
ging halen."
Op de vraag waarom hij dan den moord
heeft bekend, antwoordde hij, dat de bur
gemeester hem had gezegd, dat hij toch het
volle pond kreeg.
De officier van justitie, Graaf van L i m-
Gisteren werd van de werf Wilton-Fijenoord te Schiedam Hr Ms Onder zee -
boot-Mijnenlegger „O 20" te water gelaten. Het schip glijdt in het water.
PUROL er> op
Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen
en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar.
vooral ook bij brand- en snijwonden,
ontvellingen en allerlei huidverwondingen.
Het verzacht en geneest
(Reel.)
burg Stirum, achtte, gebruik makend
van de bekentenis, dat moord hier bewezen
was. Er is een zeer ernstig feit gepleegd.
Een zwakzinnige vrouw heeft de verdachte
eerst onder bedreiging geld afhandig ge
maakt en vervolgens heeft hij, uit vrees
voor ontdekking, de vrouw gedood.
Berouw is hier niet aanwezig dat blijkt
uit verdachtes geheele houding. Geen
enkele clementie is hier dan ook aan te
voeren. Spr. eischte daarom levenslange
gevangenisstraf.
Bij het hooren van deze eisch barstte ver
dachte in snikken uit.
De verdediger achtte het wettig bewijs
mzake moord niet bewezen. Zijn alibi klopt
wel degelijk- Daarom zal verdachte van
moord moeten worden vrijgesproken. Wat
den diefstal betreft refereerde spr .zich aan
het oordeel van de rechtbank.
De uitspraak werd bepaald op 14 Febr. a.s.
NAALDWIJK, 1 Febr. Het Westland on
dervindt thans groote schade door een bloed-
dorstigen hond. Nadat eenigen tijd geleden
onder Maasland een aantal schapen was
doodgebeten heeft de hond gisternacht te
Monster 15 en te Naaldwijk 20 konijnen
doodgebeten.
TERSCHELLING, 1 Febr. Het Poolsche s.s.
„Robur 8" is gisteren in de Terschellinger-
gronden gestrand. De sleepbooten „Holland
„Texel",. „Stortemelk" en „Neptunus" van de
reederij Doeksen bevonden zich gisteravond
ter plaatse en hebben gecontracteerd het
schip vlot te sleepen,
TEGEN EEN BOOM GEREDEN EN
GEDOOD
's-GRAVELAND, 1 Febr. Gisteren is de 12-»
jarige motorrijder M. uit Kortenhoef op
het Noordeinde te 's-Graveland tegen een
boom gereden. Het slachtoffer kwam zoo om
gelukkig terecht, dat de dood onmiddellijk
intrad. Het ongeluk is veroorzaakt, doordat
de bok losraakte, waardoor M. de machij
over zijn stuur verloor,
(Reel.)
(12
Maar zou het dan inderdaad onmogelijk zijn, dat ze eens
één keertje naar de aarde was teruggekeerd, om hem te
zien, hoe groot hij geworden is in al die jaren en om zichzelf
te laten zien aan hem? Zou ze in den hemel niet naar hem
kunnen verlangen, zooals hij dat den laatsten tijd, op aarde,
paar haar doet?
Te groot lijkt deze gedachte, te geweldig, brutaal bijna.
iToch laat ze hem niet los. A 1 s nu die vriendelijke dame in
het zwart eens niet een engel, maar werkelijk zijn eigen moe
der is geweest
Eén groot bezwaar heeft hij maar tegen deze nieuwe ziens
wijze: in den hemel is God de baas, zooals Vader in zijn
huis. Dat i s zoo, daar valt niet aan te tornen. H ij moet moe
der dus toestemming gegeven hebben. En dat nu is iets, wat
Adriaan niet verwerken kan, dat God zóó direct zou ingrijpen
ïn het leven van een kleinen jongen.
De heeren van het gezelschap spreken over Hem en zij
weten nauwkeurig, wat Hij doet en niet-doet. Dat is gewoon,
'dat begrijpt Adriaan, Dat Hi] Zich met hen inlaat, daar
weet Adriaan ook alles van; hij heeft niet voor niets Zondag
aan Zondag de gesprekken van vaders vrienden afgeluisterd,
jaren achtereen. Zoo weet hij ook, welk een groote zaak het
is, een openbaring des Heeren te ontvangen. Dat valt een
mensch niet zóó maar te beurt en zeker geen kleinen jongen.
Het kan welhaast niet anders of voor zoo één is Hij ver, ver
weg. Dat laatste vindt Adriaan ook zeer gewoon en be-
grijpelijk.
Zoo blijft dan slechts de ietwat fantastische mogelijkheid,
dat het initiatief tot het uitstapje van moeder zelf is uit
gegaan.
De reconstructie van het geval zit op die manier aardig in
elkaar, maar heel zeker is Adriaan toch niet van z'n zaak. Hij
heeft het gevoel, dat hij zichzelf tot op den top van een ge
vaarte heeft gewerkt, dat alleen maar handig in elkaar ge
schoven is, niet gespijkerd of gemetseld. Ieder oogenblik kan
het ineenstorten en dan blijft er niets, heelemaal niets van
over en bovendien loop je nog groote kans bij het incident
je beenen te breken.
Het duurt weken eer Adriaan met zijn nieuwe theorie bij
Vader durft aan te kloppen.
Hij is nu elf jaar en dus al weer wat beter in staat vaders
breede uiteenzettingen te kunnen volgen.
Voor eenige weken is er op het gezelschap fluisterend
over spiritisme gerept, een satanische dwaling, waarin zelfs
predikanten verstrikt zijn geraakt. Heeft Adriaan daar iets
van opgevangen? Voor zoover Wiechers zich herinneren kan
was Adriaan niet in de kamer. Misschien van de Zondags
school verzuimd en aan de deur geluisterd? Ditje kon toch
wel eens gelijk hebben als ze zegt dat de jongen veel te
veel overal met z'n neus bijzit. Hij zal haar zeggen, dat als
Adriaan voortaan niet naar de Zondagsschool gaat, ze hem
bij zich in de keuken moet houden. Bij het gezelschap kan
hij niet meer zitten. Hij wordt te groot en hoort te veel, doch
nu hij al gehoord hééft en vraagt, moet hij zoo goed moge
lijk worden ingelicht. Niemand moet ooit kunnen zeggen,
dat Wiechers zijn zoon de rechte wegen niet geleerd heeft.
Wiechers verzuimt dan ook niet, sterk den nadruk te
leggen op het uitdrukkelijk verbod Gods den dooden te
vragen.
Over moeder wordt niet gesproken, waar Adriaan dank
baar voor is.
Doch na dit onderhoud durft hij zich niet meer zóó onbe
vangen aan zijn droomen over te geven: het moest eens
zonde zijnde dooden vragen
XIII
De oude bovenmeester is al in jaren niet meer, wat hij ge
weest is. Het wordt zoo langzamerhand tijd. dat hij er uit
gaat. Maar dat durft niemand hem te zeggen, want de man
heeft zijn veertig dienstjaren nog niet vol en hij zit op zware
financieele lasten. Het is d«irom als een bestiering aan te
merken, dat de aandacht van het schoolbestuur gevallen i<
op meester Brinkman, een veelbelovenden jongeman, die als
eerste onderwijzer, naar gehoopt wordt, kans zal zien de
school er weer bovenop te werken. En het moet gezegd, tot
nog toe heeft Brinkman de verwachtingen van zijn superieuren
niet beschaamd. Vooreerst heeft hij in enkele maanden kans
gezien het oude hoofd de teugels volledig uit handen te
nemen. Hij kan zooiets. Hij is er de man naar. Van hem wil
gedaan wezen, wat een ander hoogst kwalijk zou worden
genomen. Niemand duidt hem zijn optreden in de school
euvel, ook de oude bovenmeester zelf niet, wiens leven er
door de komst van Brinkman heel wat gemakkelijker en
rustiger op is geworden. Hij heeft nu weer hoop, dat hij de
veertig jaren misschien toch nog vol zal krijgen, wijl ziekte-!
verlof meetelt voor pensioen en Brinkman er niet tegenop,
ziet, zoo nu en dan eeas een paar weken achtereen twee
klassen voor zijn rekening te nemen.
Ook onder de jeugd kan Brinkman successen boeken. De
luiaards en achterblijvers hebben het weliswaar niet zoo
prettig bij hem. Hij verstaat namelijk de kunst, om alles wat
niet in zijn systeem past te negeeren of weg te werken. Maar
de jongens waar wat in zit, dwepen met hem. Hoe weet hij
hun leerlust aan te wakkeren en hun belangstelling te wck-i
ken voor honderd en één dingen, die wel niet met zooveel
woorden op de lesrooster voorkomen, of in de boekjes staan,
doch de algemeene ontwikkeling der kinderen ten goede
komen.
Iets voor hem te mogen doen: ramen openzetten, bloemen
verzorgen, de kachels opstoken, boeken en schriften uit
deden en weer ophalen, inktpotten vullen en potlooden
slijpen, het geldt alles als een voorrecht en een onder-i
scheiding.
Ook Adriaan is spoedig gevangen in de betoovering,
welke van meester Brinkman schijnt uit te gaan. Ja, zoozeer
neemt de vereering voor dezen held-schoolmeester hem wel
dra in beslag, dat het nog steeds niet opgeloste vraagstuk
engel-moeder er geheel door op den achtergrond raakt.
Wie weet dan ook als hij zóó het gezichtsveld van de
jongens te verruimen en nieuwe werelden als 't ware voor
hem te doen opgaan?
Het is Brinkman bewust om dit alles te doen.
Hij stuurt op iets aan.
Wordt vervolgd