rodlD)) WOENSDAG i FEBRUARI 1939 r DERDE BEAD PAG. p Het „Prélèvement'' In onze kolommen heeft men in den laat- sten tijd herhaaldelijk beschouwingen kun nen aantreffen met betrekking tot 't vraag- stuk der rijks- en gemeentefinanciën. Daar- bij is terloops ter sprake gekomen het zgn prélèvement. Wat is dit? Men verstaat daar onder het complex van gemeentebelastingen, dat de gemeente moet afstaan ten bate van het werkloosheids-subsidiefonds. t.w. 40 pet ,.i van de hoofdsom der grondbelasting voor de I gebouwde eigendommen, 25 pet van de hoofd- 6om der grondbelasting voor de ongebouw- de eigendommen, 80 pet van de hoofdsom i der personeele belasting, naar de grondsla- 'j gen huurwaarde, mobilair en dienstboden, rj 25 opcenten op de hoofdsom der gemeente- fondsbelasting en 12 opcenten op de hoofd- som, der vermogensbelasting. De opbrengst van deze aan de gemeenten onttrokken hef- Jj fingen, wordt geschat op ruim 45 millioen gulden per jaar. jj Bij het zoeken naar een oplossing van het j vraagstuk der ontredderde gemeente-finan- ciën, ten aanzien waarvan wij een ander standpunt hebben ingenomen dan de Regee ring in haar bij de Tweede Kamer aanhan- H gig gemaakte voorstellen, is ook het prélève- 6; jnent ter sprake gekomen. Sommigen zijn van oordeel, dat m,en bij 't verstrekken van financieele hulp aan de ge meenten moet beginnen met 't prélèvement geheel of gedeeltelijk terug te geven. Op dit standpunt staat o.m. het Tweede Kamerlid t [VV. Wagen aar, blijkens zijn redevoering in de Tweede Kamer bij de behandeling der en Begrooting van Binncnlandsche Zaken voor 1939. Naar diens meening komt de beslis- nj sing dan te liggen daar, waar zij naar de 1), natuurlijke orde der dingen behoort. In het en weekblad Economisch-Statistische Berichten if.' [van 4 Jan. j.l., komt een artikel voor van ei 'de hand van den heer B. Schend stok, n( waarin deze er ook voor pleit aan de ge meenten terug te gevende belastingen, welke speciaal voor gemeentelijke heffing geschikt eijn. Deze gaat evenwel nog iets verder en geeft in overweging ook nog bepaalde Rijks- n belastingen aan de gemeenten af te staan lv' öf deze ter verdeeling over de gemeenten n ter beschikking te stellen van de fondsen Beider denkbeelden zijn het ten volle waard n. Dm in nadere beschouwing te worden ge- J pomen. Wij stellen voorop, dat theoretisch er veel eij voor is te zeggen. De gemeentelijke belas- tj] tingcapaciteit is niet groot meer. Verhooging ie!' daarvan door teruggave van een deel der J belastingen, welke de gemeenten hebben jj,1 moeten afstaan, alsmede verruiming van ei, haar belastinggebied met nieuwe middelen, Idie voor de gemeenten geschikt zijn, ver 'dient alleszins toejuiching. Maar daarmede y is het probleem niet opgelost. Wat zouden j jb'aarvan de financieele gevolgen zijn, zoowel n voor het Rijk als voor de gemeenten? Deze \j\ vraag heeft men onbeantwoord gelaten. De J ihiervoren opgesomde belastingen zijn aan 'de gemeenten maar niet zonder meer afge- pomen. Deze waren bestemd om het fonds ïn staat te stellen uitkeeringen te doen aan i !de gemeenten ter bestrijding van de kosten tier werkloosheid. En indien de uit te keeren Sommen even groot waren als de van iedere gemeente ontvangen bedragen, zou verdee- lirvg via het fonds geen enkelen zin heb ben. Het is dan ook zoo, dat de meest draag krachtige gemeenten relatief het grootste tieel bijdragen, terwijl aan de zwaarst door i werkloosheid geteisterde gemeenten met .Veriioudingsgewijze geringe belastingcaipa- fciteit uit het fonds de grootste bedragen Worden toegewezen. Wordt nu het prélève ment geheel of gedeeltelijk teruggegeven, tian zullen daarvan de meest draagkrach tige gemeenten profiteeren, terwijl vervol gens 't fonds een zoo groot verlies zal lijden, 'dat voor de uitkeering aan de minst draag krachtige niet genoeg overblijft. Teruggave van het prélèvement zal dan ook naar onze •vaste overtuiging de oplossing der moeilijk heden niet naderbij brengen. Indien deze laatste er niet waren, zou er zeer veel voor te zeggen zijn om het gemeentelijk belas tingstelsel te herzien. Maar er zijn nu een maal groote moeilijkheden, welke in de eer ste plaats dringend om oplossing vragen. Ter adstructie van onze bezwaren tegen het denkbeeld om teruggave van het prélè vement te verbinden aan de vraag op welke wijze de gemeenten financieel behooren te worden geholpen, geven wij hierbij nog leenige cijfers. Indien wij den heer Schendstok goed heb ben verstaan, vil deze in hoofdzaak de vol gende veranderingen zien aangebracht. Het Rijk staat af aan de gemeenten en(of) aan het Werkloosheidssubsidiefonds: de grondbe lasting en een deel van het registratierecht. Dit kost het Rijk ruim 20 millioen. Het fonds staat af aan de gemeenten de grondbelas ting en de personeele belasting (geheel of gedeeltelijk). Gaat de personeele belasting geheel terug, dan kost dit het fonds met in begrip der grondbelasting ruim 28 millioen. De gemeenten staan af aan het fonds de op centen op de Vermogensbelasting. Dit kost aan de gemeenten ruim 3,5 millioen. Per saldo \erliest het Rijk ruim 20 millioen en het fonds ruim 14 millioen, terwijl de ge meenten te zamen bijna 35 millioen meer ontvangen. Wat zijn daarvan wijders de ge volgen? Het Rijk heeft thans beschikbaar voor de gemeenten rond 31 millioen. zoodat er dan ter beschikking zou overblijven rond 11 millioen, welk bedrag zou kunnen wor den besteed om het tekort van het fonds zooveel mogelijk aan te vullen. Dit zou dan nog ruim 3 millioen tekort komen, zoodat de gewone bijdragen voor de gemeenten nog iets zouden moeten verminderen. Voor extra-steun (thans 31 millioen) is dan niets meer over. Waar moet het geld dan vandaan komen om de zwaarst-getroffen gemeenten te helpen? Men zal ons onmiddellijk tegen werpen, dat de gemeenten dan toch 35 mil lioen rechtstreeks uit de terugverkregen of opnieuw toegewezen belastingen zullen ont vangen. Maar dit is een bedrag, dat alle ge meenten te zamen zullen verkrijgen en daar mede is de moeilijkheid voor elke gemeente afzonderlijk nog niet opgelost. Eenvoudige berekeningen hebben aangetoond, dat een bepaalde thans extra gesteunde gemeente met nog een flink tekort op de begrooting, aanzienlijk minder zou ontvangen dan deze thans aan extra-steun uit het fonds geniet. Dit behoeft allerminst verwondering te wek ken, omdat, zooals gezegd, tal van draag krachtige gemeenten door deze regeling zul len worden gehaat, hetgeen alleen dit ten gevolge kan hebben, dat de andere gemeen ten, te wier aanzien men naar buitengewone middelen omziet om hulp te bieden, worden geschaad. En hiermede meenen wij dan ook te heb ben bewezen, dat alleen door de uitwisseling van belastingbronnen of door teruggave van het prélèvement in dit stadium het beoogde doel wordt voorbijgestreefd. MINISTERIE VAN O. K. W. KOOPT DRIE LITHOGRAFIEËN VAN J. C. HOOYXAAS Op voorstel van de rijkscommissie van ad vies voor opdrachten aan beeldende kunste naars zijn door het Ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen aangekocht drie lithografiën van den in Parijs wonenden Nederlandschen kunstenaar, J. C. Hooykaas. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN UTRECHT, 1 Febr. De inspecteur 2e klasse te Groningen i.b., .Mr. F. Gerst, is overge plaatst naar Utrecht hgb. onder intrekking zijn overplaatsing naar Rotterdam i.b. De adjunct-inspecteur te Utrecht i.'b., ir. J. Stenger, is overgeplaatst naar Rotterdam i.b. 65 JAAR GETROUWD DREISGHOR, 1 Febr. Gisteren herdachten de echtelieden J. P, Amelunxenvan den Berge den dag, waarop zij voor 65 jaar in den echt werden verbonden. ONS FEUILLETON Korte inhoud van het voorafgaande Tusschen twee groote moderne gebouwen van een manufaoturenmagazijn en een filiaal van de Provinciale Bank, staat het kleine antieke pandje De Bloeyende Aman delboom, eigendom van den ouden heer Wieohers. De jongelui in de dorpskroeg van Water dam begrijpen niet, dat de oude heer een bod van twaalfduizend gulden, hem door de Bank gedaan voor zijn pand, heeft afgesla gen. Wat zou daar achter zitten? Allerlei geruchten doen de ronde. Adriaan, eenig zoontje van den heer Wie- chers, is negen jaar. Hij bekijkt zijn vader en tante Ditje, de huishoudster, op zijn eigen wijze. Ook over de broeders Halbert- sma, Kamp, Gelisse en Meijers, die 's Zon dags na kerktijd in het huis van den heer Wiechers allerlei geestelijke zaken bespre ken. heeft Adriaan zoo zijn eigen meening. Met een schoolvriend gaat Adriaan naar de Zondagsschool. De vertellingen van de juffrouw boeien hem. Ze passen geheel bij de sprookjeswereld van de kinderjaren waarin hij nog leeft. Een belangrijke plaats in deze sprookesjwereld wordt ingenomen door de verschijning van een wezen in een zwart-zijden kleed gehuld, die hij eens op een avond in zijn kamer bespeurd heeft. Volgens hem moest dat wel een zwarte en gel geweest zijn, maar vader en tante Ditje beweren, dat dat niet kan. Wat was het dan? In dezen tijd dringt het meer tot Adriaan door, wat hij in zijn vroeggestorven moeder mist. Oranjevreugde in Amsterdamsche gezinnen AMSTERDAM, 1 Febr. Het bestuur en een aantal leden van de Nederlandsche Vrou wenclub zijn op de sympathieke gedachte gekomen om ook dit jaar, zij liet op beschei den schaal, de oranjevreugde, die verleden jaar bij de geboorte van Prinses Beatrix (dank zij de bemoeiingen van een speciaal voor dit doel opgericht vrouwencomité) in vele tientallen Amsterdamsche gezinnen heeft goheerscht, weer te brengen. Van den burgerlijken stand krijgt cle vrou wenclub de adressen van die geainnen, waar gisteren een kind zijn intrede deed. Men schat dit aantal tusschen de dertig en de veertig. En nu ligt het in de bedoeling om bij deze gezinnen te informeeren, of zij er prijs op stellen een volledig baby-uitzetje ca deau te krijgen, dan wel een geschenk in den vorm van een alleraardigste wollen cape. Van 1 October tot Maandag heeft een aantal leden van de vrouwenclub ijverig ge werkt om een en ander in gereedheid te brengen. De kosten daaraan verbonden droe gen zij zelve. Het ligt in de bedoeling van de initiatief neemsters om op iedcren verjaardag van Prinses Beatrix op deze origineele wijze uiting te geven aan haar -vreugde over het bezit van dit Koningskind. De vermissing van den heer G. de Raad Een geheimzinnige kwestie (Van een onzer redacteuren)^ UTRECHT, 31 Januari. Het is een geheim zinnig geval, de plotselinge verdwijning van den heer G. de Raad, het lid van den Volks raad en voorzitter van de Chr.* Staatspartij in Ned.-Indië, die met verlof te Utrecht ver toefde, maar sinds 14 Januari niet in zijn pension bij zijn familie is teruggekeerd. De recherche zet het onderzoek in alle richtingen voort en meent thans ook met dit opsporingswerk over de grenzen van ons land te moeten gaan, omdat verondersteld wordt dat de heer de Raad in de richting België is vertrokken of hierheen is geleid. Er gaan vele geruchten door de stad, doch vele zijn tegenstrijdig. Een feit is dat het een zeer geheimzinnige zaak betreft en dat vrees voor zelfmoord nu toch wel uitgeslo ten wordt geacht. Ook aan dc mogelijkheid van een ongeluk wordt thans weinig waarde meer gehecht, daarvoor is het te lang geleden dat de heer de Raad zijn woning heeft verlaten. Zou er een ongeluk gebeurd zijn dan zou dit toch zeker nu wel openbaar zijn geworden. Men tast echter nog in vele opzichten in het duister. Tegen verkeersbord gereden Motorrijder te Hoorn verongelukt HOORN, 1 Febr. Gistermiddag is de 26 ja rige P. Bakker, reiziger bij een drukwerk firma hier ter stede, met zijn motorfiets op den Westerdijk met groote snelheid tegen 'n verkeersbord gereden. Hij liep ernstige ver wondingen aan het hoofd op en bleef hevig bloedend liggen. Een ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Dr. A. F. W. INGRAM De bisschop van Londen, Br. A. F. W. Ingram, die sedert 1-901 dit ambt bekleedt en 81 jaar oud is, heeft te kennen gegeven, den bisschopszetel te verlaten. De koning heeft hierin bewilligd, met ingang van 1 Sept. Wij brengen twee nieuwe artikelen: BLADGROENTE-NAMENIA" en SLAKKENDOOD RADIO AAL" een beslist afdoend middel p. kg. 0,75; p. V2 kg. 0.40; p. kg., 0,25; per ons 0.15. Vraagt prijsc. en inlicht, bij: Van Namens Zaden Dordrecht. (Reel.) In gezelschap van haar Ouders heeft het jarige Prinsesje gisteren een auto tocht door de Residentie gemaakt. En duizenden hebben haar op den mooien wintermiddag hartelijk toegejuicht. Moord te Echteld berecht Een verdachte die z'n bekentenis intrekt Toch levenslang tegen hem geëischt ARNHEM, 1 Febr. Te Edhteld heeft den 23sten Juni van het vorig jaar een gruwelijk misdrijf plaats gehad, waarbij de 43-jarige vrouw M. A. v. H. den dood vond. Zij werd aangetroffen met een touw om de hals aan de deurknop ge bonden. Aanvankelijk werd gedacht aan zelfmoord, doch toen kwam vast te staan dat een som gelds van 1800 was ver dwenen, moest wel aan moord worden gedacht. In deze zaak werd aanvankelijk een or geldraaier gevangen gehouden, doch later werd een zekere werklooze T., die te Tie! te groote uitgaven had gedaan van den dief stal met het misdrijf verdachte. Na zeer veel moêite bekende hij ten slotte dat de vrouw hem achteraan was gekomen nadat hij het geld had gestolen. Al loopende had hij toen een lus in het touw gemaakt en dit de vrouw om den hals geworpen, het toe ge trokken en haar op deze wijze van kant gemaakt. Dit werd den verdachte dan ook ten laste gelegd voor de Rechtbank te Arnhem, toen deze het geval gister behandelde. De zaak nam een sensationeel verloop, toen de verdachte bij zijn verhoor voor de rechtbank plotseling ontkende den moord te hebben gepleegd. „Ik heb de vrouw niet aangeraakt", be toogde hij, „ik ben er zelfs den 23sten niet geweest. Wel den 22sten toen ik het geld ging halen." Op de vraag waarom hij dan den moord heeft bekend, antwoordde hij, dat de bur gemeester hem had gezegd, dat hij toch het volle pond kreeg. De officier van justitie, Graaf van L i m- Gisteren werd van de werf Wilton-Fijenoord te Schiedam Hr Ms Onder zee - boot-Mijnenlegger „O 20" te water gelaten. Het schip glijdt in het water. PUROL er> op Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar. vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen. Het verzacht en geneest (Reel.) burg Stirum, achtte, gebruik makend van de bekentenis, dat moord hier bewezen was. Er is een zeer ernstig feit gepleegd. Een zwakzinnige vrouw heeft de verdachte eerst onder bedreiging geld afhandig ge maakt en vervolgens heeft hij, uit vrees voor ontdekking, de vrouw gedood. Berouw is hier niet aanwezig dat blijkt uit verdachtes geheele houding. Geen enkele clementie is hier dan ook aan te voeren. Spr. eischte daarom levenslange gevangenisstraf. Bij het hooren van deze eisch barstte ver dachte in snikken uit. De verdediger achtte het wettig bewijs mzake moord niet bewezen. Zijn alibi klopt wel degelijk- Daarom zal verdachte van moord moeten worden vrijgesproken. Wat den diefstal betreft refereerde spr .zich aan het oordeel van de rechtbank. De uitspraak werd bepaald op 14 Febr. a.s. NAALDWIJK, 1 Febr. Het Westland on dervindt thans groote schade door een bloed- dorstigen hond. Nadat eenigen tijd geleden onder Maasland een aantal schapen was doodgebeten heeft de hond gisternacht te Monster 15 en te Naaldwijk 20 konijnen doodgebeten. TERSCHELLING, 1 Febr. Het Poolsche s.s. „Robur 8" is gisteren in de Terschellinger- gronden gestrand. De sleepbooten „Holland „Texel",. „Stortemelk" en „Neptunus" van de reederij Doeksen bevonden zich gisteravond ter plaatse en hebben gecontracteerd het schip vlot te sleepen, TEGEN EEN BOOM GEREDEN EN GEDOOD 's-GRAVELAND, 1 Febr. Gisteren is de 12-» jarige motorrijder M. uit Kortenhoef op het Noordeinde te 's-Graveland tegen een boom gereden. Het slachtoffer kwam zoo om gelukkig terecht, dat de dood onmiddellijk intrad. Het ongeluk is veroorzaakt, doordat de bok losraakte, waardoor M. de machij over zijn stuur verloor, (Reel.) (12 Maar zou het dan inderdaad onmogelijk zijn, dat ze eens één keertje naar de aarde was teruggekeerd, om hem te zien, hoe groot hij geworden is in al die jaren en om zichzelf te laten zien aan hem? Zou ze in den hemel niet naar hem kunnen verlangen, zooals hij dat den laatsten tijd, op aarde, paar haar doet? Te groot lijkt deze gedachte, te geweldig, brutaal bijna. iToch laat ze hem niet los. A 1 s nu die vriendelijke dame in het zwart eens niet een engel, maar werkelijk zijn eigen moe der is geweest Eén groot bezwaar heeft hij maar tegen deze nieuwe ziens wijze: in den hemel is God de baas, zooals Vader in zijn huis. Dat i s zoo, daar valt niet aan te tornen. H ij moet moe der dus toestemming gegeven hebben. En dat nu is iets, wat Adriaan niet verwerken kan, dat God zóó direct zou ingrijpen ïn het leven van een kleinen jongen. De heeren van het gezelschap spreken over Hem en zij weten nauwkeurig, wat Hij doet en niet-doet. Dat is gewoon, 'dat begrijpt Adriaan, Dat Hi] Zich met hen inlaat, daar weet Adriaan ook alles van; hij heeft niet voor niets Zondag aan Zondag de gesprekken van vaders vrienden afgeluisterd, jaren achtereen. Zoo weet hij ook, welk een groote zaak het is, een openbaring des Heeren te ontvangen. Dat valt een mensch niet zóó maar te beurt en zeker geen kleinen jongen. Het kan welhaast niet anders of voor zoo één is Hij ver, ver weg. Dat laatste vindt Adriaan ook zeer gewoon en be- grijpelijk. Zoo blijft dan slechts de ietwat fantastische mogelijkheid, dat het initiatief tot het uitstapje van moeder zelf is uit gegaan. De reconstructie van het geval zit op die manier aardig in elkaar, maar heel zeker is Adriaan toch niet van z'n zaak. Hij heeft het gevoel, dat hij zichzelf tot op den top van een ge vaarte heeft gewerkt, dat alleen maar handig in elkaar ge schoven is, niet gespijkerd of gemetseld. Ieder oogenblik kan het ineenstorten en dan blijft er niets, heelemaal niets van over en bovendien loop je nog groote kans bij het incident je beenen te breken. Het duurt weken eer Adriaan met zijn nieuwe theorie bij Vader durft aan te kloppen. Hij is nu elf jaar en dus al weer wat beter in staat vaders breede uiteenzettingen te kunnen volgen. Voor eenige weken is er op het gezelschap fluisterend over spiritisme gerept, een satanische dwaling, waarin zelfs predikanten verstrikt zijn geraakt. Heeft Adriaan daar iets van opgevangen? Voor zoover Wiechers zich herinneren kan was Adriaan niet in de kamer. Misschien van de Zondags school verzuimd en aan de deur geluisterd? Ditje kon toch wel eens gelijk hebben als ze zegt dat de jongen veel te veel overal met z'n neus bijzit. Hij zal haar zeggen, dat als Adriaan voortaan niet naar de Zondagsschool gaat, ze hem bij zich in de keuken moet houden. Bij het gezelschap kan hij niet meer zitten. Hij wordt te groot en hoort te veel, doch nu hij al gehoord hééft en vraagt, moet hij zoo goed moge lijk worden ingelicht. Niemand moet ooit kunnen zeggen, dat Wiechers zijn zoon de rechte wegen niet geleerd heeft. Wiechers verzuimt dan ook niet, sterk den nadruk te leggen op het uitdrukkelijk verbod Gods den dooden te vragen. Over moeder wordt niet gesproken, waar Adriaan dank baar voor is. Doch na dit onderhoud durft hij zich niet meer zóó onbe vangen aan zijn droomen over te geven: het moest eens zonde zijnde dooden vragen XIII De oude bovenmeester is al in jaren niet meer, wat hij ge weest is. Het wordt zoo langzamerhand tijd. dat hij er uit gaat. Maar dat durft niemand hem te zeggen, want de man heeft zijn veertig dienstjaren nog niet vol en hij zit op zware financieele lasten. Het is d«irom als een bestiering aan te merken, dat de aandacht van het schoolbestuur gevallen i< op meester Brinkman, een veelbelovenden jongeman, die als eerste onderwijzer, naar gehoopt wordt, kans zal zien de school er weer bovenop te werken. En het moet gezegd, tot nog toe heeft Brinkman de verwachtingen van zijn superieuren niet beschaamd. Vooreerst heeft hij in enkele maanden kans gezien het oude hoofd de teugels volledig uit handen te nemen. Hij kan zooiets. Hij is er de man naar. Van hem wil gedaan wezen, wat een ander hoogst kwalijk zou worden genomen. Niemand duidt hem zijn optreden in de school euvel, ook de oude bovenmeester zelf niet, wiens leven er door de komst van Brinkman heel wat gemakkelijker en rustiger op is geworden. Hij heeft nu weer hoop, dat hij de veertig jaren misschien toch nog vol zal krijgen, wijl ziekte-! verlof meetelt voor pensioen en Brinkman er niet tegenop, ziet, zoo nu en dan eeas een paar weken achtereen twee klassen voor zijn rekening te nemen. Ook onder de jeugd kan Brinkman successen boeken. De luiaards en achterblijvers hebben het weliswaar niet zoo prettig bij hem. Hij verstaat namelijk de kunst, om alles wat niet in zijn systeem past te negeeren of weg te werken. Maar de jongens waar wat in zit, dwepen met hem. Hoe weet hij hun leerlust aan te wakkeren en hun belangstelling te wck-i ken voor honderd en één dingen, die wel niet met zooveel woorden op de lesrooster voorkomen, of in de boekjes staan, doch de algemeene ontwikkeling der kinderen ten goede komen. Iets voor hem te mogen doen: ramen openzetten, bloemen verzorgen, de kachels opstoken, boeken en schriften uit deden en weer ophalen, inktpotten vullen en potlooden slijpen, het geldt alles als een voorrecht en een onder-i scheiding. Ook Adriaan is spoedig gevangen in de betoovering, welke van meester Brinkman schijnt uit te gaan. Ja, zoozeer neemt de vereering voor dezen held-schoolmeester hem wel dra in beslag, dat het nog steeds niet opgeloste vraagstuk engel-moeder er geheel door op den achtergrond raakt. Wie weet dan ook als hij zóó het gezichtsveld van de jongens te verruimen en nieuwe werelden als 't ware voor hem te doen opgaan? Het is Brinkman bewust om dit alles te doen. Hij stuurt op iets aan. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9