ranQi) Ch amberlain's radio-rede MAANDAG 30 JANUARI 1939 EERSTE BLAD PAG. 2 SCHOONMAAKBEDRIJF GLAZENWASSCHERIJ AMSTERDAM ROTTERDAM VELSEN DORDRECHT HAARLEM UTRECHT VO LEIDEN HILVERSUM DEN HAAG GRONINGEN DELFT BRUSSEL lelijks inwendig schoonhouden van gebouwen RONDBLIK Niet dezelfde vrede Op de prettige, rustige manier, welke wij sinds de September-crisis allen van hem kennen, heeft de Britsche premier op een juweliers-diner te Birmingham nog eens een samenvatting van den huidigen inter nationalen toestand gegeven, voorzooverre deze namelijk uitzichten voor een blijven- den vrede, en voor verbroedering van de volkeren biedt. De toon van deze toespraak was opnieuw zeer menschelijk welwillend; er werd niets in gehoord, dat hier of daar een luisteraar aan een radio-apparaat eens klaps zou kunnen ontstemmen. Spreker liet de vermelding achtenvege over allerlei ge ruchten, welke de wereld verontrusten, hoe wel deze toch in overvloed circuleeren. Wij denken in dit verband bijvoorbeeld aan ce plannen, welke men van sommige zijde aan Duitschland toeschrijft, om de stichting van een groot-Oekraine te bevorderen, ten koste van Rusland, Roemenië en Polen.'Wij den ken ook aan de zeer agressieve taal, welke de Italiaansche pers nog steeds ten opzichte van Frankrijk laat hooren, en eveneens aan wat er in Fransche nationalistische kringen voor gevoelens ten opzichte van Minorca en Spaansch-Marokko leven. Chamberlain liet dit alles terzijde, als niet onmiddellijk ter zake doende. Wat hij wilde onderstrepen was eenvoudig dit: in de breede rijen van ieder volk leeft de diepe begeerte naar een vrede, welke niet langer van dag tot dag dreigt te worden verstoord. Voor het tot stand brengen van zulk een nieuwen, hech- teren vrede moeten wij allen iets over heb ben. Wij moeten beginnen met elkander te ontmoeten en aan te zien, niet als vijanden in spé, doch als menschen, en verder moe ten wij daarbij de bereidheid aan den dag leggen, met elkander besprekingen te voe ren op een voet van gelijkheid. Eerst zóó bestaat er goede hoop, dat wij elkanders stem niet slechts zullen hooren, doch ook verslaan, en dat het wantrouwen zal plaats maken voor 'n ontwapening van den geest. Voor wij zoover zijn, dienen wij echter zeer nauwgezet op onze hoede te wezen, ook wat onze nationale veiligheid aangaat. Daarom gevoelt de huidige Britsche regeering zich bovenal verplicht, de herbewapening in een snel tempo tot stand te doen komen, terwijl zij daarnaast van het volk in zijn breede lagen steun vraagt in den vorm van onont beerlijke nationale hulpdiensten. Nogmaals trachtte de premier verschil lende foutieve opvattingen omtrent Mün- chen, en de reis van hemzelf en Halifax naar Rome, recht te zetten. Hij deed dit, door erop te wijzen, dat slechts de leden der regoering de portee van dit alles ten volle konden beseffen, en dat zijn critici derhalve zoowel zijn verantwoordelijkheid misten als de kennis, welke slechts hem ten dienste stond. De huidige toetand van overgang, waario Europa en de wereld verkeeren, werd door den spreker treffend gekenschetst, toen hij zeide, dat er twee partijen noodig zijn om vriendschap te sluiten, doch dat er één partij voldoende is, om een oorlog te ont ketenen. Wil men in Chamberlains idealis tisch vredesstreven een zwakke plek ont> dekken, dan is deze hier gelegen, doch tevens zal men daarbij moeten bertwlrwn), dat men slechts vertrouwen van anderen kan verwachten, indien men begint, dit zelf te geven. i Het gaat derhalve ook in de naaste toe komst met het Britsche buitenlandsch© be leid denzelfden kant uit: streven naar vrede door onderhandelingen over ver meende o1 echte grieven. De „Popoio di Roma" plaatste een juist woord in 't debat, hetwelk op Chamberlains toespraak in de .were'dpers is gevolgd, toen zij zeide: „Waarom bereikt men de pacificatie niet? Omdat niet allen denzelfden vrede wen- schen" Hier ligt inderdaad het verwarde knoop punt van velerhande moeilijkheden. De zgn. niet-bezittende groote mogendheden hebben een ontwikkelingsfase bereikt, waarin zij ongeveer de kracht bezitten, af te dwingen, wat zij niet krijgen kunnen. De „rijke" groote mogendheden beseffen, dat zulks zoo is, en zijn bereid tot eenige concessies, maar liefst niet te veel. Van daar het loven en bieden, dat grootendeels achter gesloten deuren plaats heeft. De eene macht moet tegen de andere worden opge- „Wij zijn bereid op voet van gelijkheid te spreken" Bewapenen, zoolang er geen duidelijk wederzijdsch begrip is Zaterdagavond heeft de Engelsche minister-president Chamberlain te Birmingham een radio-rede gehou den, waarin hij den nadruk legde op Engelands vredeswil, en op zijn bereid heid, om met andere volken op voet van gelijkheid te onderhandelen. Echter, zoolang er niet is een duidelijk weder zijdsch begrip, moet Engeland zich voorbereiden op zijn verdediging. Daar om zet het met energie zijn herbewape ning voort, ofschoon spreker betreurde, dat dit een noodzaak was. De vrede kan alleen door een uitda ging, door den eisch om met geweld te overheerschen, worden in gevaar ge bracht, omdat de democratische landen zich daartegen onvermijdelijk zouden moeten verzetten. In den aanvang van zijn rede wees Chamberlain erop, dat zonder de voor- algaande verbetering der Engelsch-Italiaan- sche betrekkingen, de bijeenkomst van München ondenkbaar ware geweest. Er is veel critiek geweest op het daar go- troffen accoord, zoo vervolgde hij. Zij kwam van verschillende kanten, maar er was één gemeenschappelijk element in alle critieken: Geen der critici draagt de verantwoordelijk heid, die op mijn schouders rust. Geen heeft die volledige kennis omtrent alle omstandig heden, die alleen Zijner Majesteits regeering bezit. Wanneer ik voor mijzelf terugzie, dan zie ik niets, dat te betreuren is, dan zie ik geen enkele reden om te veronderstellen, dat een andere koers te prefereeren zou zijn geweest. De oorlog is in dit huidig tijdsgewricht zoo vreeselijk in zijn gevolgen voor hen, die eraan deelnemen en brengt zooveel verliezen en zooveel lijden mede. zelfs voor hen, die er buiten staan, en den strijd als toeschouwers gadeslaan, dat hij nooit mag beginnen, ten zij elke praktisch uitvoerbare en met de eer vereenigbare stap is ondernomen, teneinde hem te voorkomen. Dat is van den beginne af het standpunt der Britsche regeering geweest. Gp de reis, die Halifax en ik naar Rome hebben gemaakt, is critiek geoefend door menschen, die blijkbaar vastbesloten zijn ob structie te voeren tegen iedere poging tot vervulling van den wensch der Britsche en Italiaansche volken, die in goede vriend schap en wederzijdsch begrip willeji leven en geschillen willen beslechten door bespre kingen en niet door geweld. Dat geldt niet alleen voor Italië en Enge land, maar ook voor Frankrijk en Duitsch land. Laat ons de vriendschap tusschen de vol keren bevorderen. Dat kan gedaan worden door particulieren, door handelsmenschen wogen, alleen nog niet door middel van het zwaard, want dat zou beteekenen een alge meen bankroet, moreel en commercieel. Zoolang Frankrijk en Italië, Duitschland en Groot-Brittannië echter nog elk voor zich een verschillende opvatting heeft van den vrede, blijft van week op week mogelijk een herhaling van de September-crisis. Van daar, dat Berlijn Chamberlains rede be schouwt, zoo zegt het tenminste, als tegen Amerika, Frankrijk en Rusland ge richt; Frankrijk en Amerika daarentegen zien erin een waarschuwing tegen de dic tators, en Italië tenslotte zegt, dat het tot mede-arbeid aan de pacificatie bereid Is, zoo anderen zich niet halsstarrig blijven toonen ten opzichte van de gelijkheid van rechten voor de nog jonge naties. „De vrede wordt opgebouwd met daden, niet met voorbijgaande woorden". Men ziet, de wereldhoofdsteden geven deze „boodschap" gaarne aan elkander door, maar ieder bedankt ervoor, haar op zichzelf toe te passen. VEILIG VOOR GRIEP EN KEELPIJN De antiseptische tandpasta Ivorol zui vert den mond van bacteriën en vermindert daardoor besmettingsgevaar In tijden van griep en verkoudheden (Reel.) door de meer officieele vertegenwoordigers. Laat ons don anderen duidelijk maken, dat wij hen niet beschouwen als mogelijke vijan den, maar veeleer als menschelijke wezens, zooals wijzelf, met wie wij steeds bereid zijn op voet van gel'jkheid te spreken, wier standpunt wij willen aanhooren en wier redelijke aspiraties wij zooveel mogelijk wil len bevredigen, als die aspiraties niet in «trijd zijn met de algemeene rechten van anderen op vrijheid en gerechtigheid. Slechts op deze wijze zullen wij de eeuwige verdenkingen, die de internationale atmos feer vergiftigen, verwijderen en weer in 't bezit komen van onze geestelijke zekerheid en van het vertrouwen, dat noodig is voor het slagen van elke onderneming. Wij kunnen niet vergeten, dat, terwijl er twee noodig zijn om vrede te sluiten, één den oorlog kan ontketenen. Zoolang er dus geen duidelijk wederzijdsch begrip is, waar in alle politieke spanning verdwijnt, moeten wij ons voorbereiden op de verdediging tegen een aanval op ons land, ons volk of onze beginselen van vrijheid, waaraan ons bestaan als democratie gebonden is en die voor ons de hoogste attributen van het men schelijk leven en den menschelijken geest m zich sluiten. Het is daarom, niet uit een oogpunt van aanval, maar van verdediging, dat wij de herbewapening met onverzwakte energie voortzetten, met de volledige instemming van het land. Het heeft ons veel tijd gekost, doch thans worden dagelijks op elk gebied vorderingen gemaakt in versneld tempo. De vordering der defensie Chamiberlain gaf daarna een opsomming van den vooruitgang, die in het afgeloopen jaar in alle takken van dienst gemaakt is. Op 31 Maart zal de vloot in één jaar tijds zijn uitgebreid met zestig nieuwe oorlogs schepen, die tezamen 130.000 ton meten. In de volgende twaalf maanden zal de groei nog grooter zijn. Dan zullen 75 schepen met een tonnage van 150.000 gebouwd worden. Ook de luchtmacht breidt zich voortdurend uit, in hetzelfde opmerkelijke tempo. In de laatste maanden is het tempo der vliegtuig productie verdubbeld en de recruteering maakt goede vorderingen. De leemten in do luchtbescherming, die in September aan het licht gekomen zijn, zijn voor een groot deel opgeheven, Niet alleen is de hoeveelheid af weergeschut uitgebreid, doch ook de organi satie is verbeterd. Ten aanzien van den vrijwilligen natio- nalen dienst ze' Chamberlain nog: „Wij stre ven niet naar een uitgebreid corps voor de burgerverdediging, dat georganiseerd zou moeten zijn als een beroepsleger in oorlogs tijd en de burgers zou ontheffen van de ver antwoordelijkheid voor hun eigen verdedi ging. Het is onze taak menschen te vinden voor zekere posten en niet posten voor allen Ie vinden". Zijn rede besluitende, zeide de eerste mi nister, het te betreuren, dat zooveel tijd en een zoo groot gedeelte van het nationale inkomen aan oorlogsvoorbereidingen moeten worden besteed. „Ik geloof", zoo zeide hij, „dat het thans tijd is, dat anderen een bijdrage leveren. De lucht is vol van geruchten en verdenkingen, die men niet langer* mag laten bestaan. Want de vrede kan alleen in gevaar worden gebracht door RUIM HONDERD MILLIOEN SCHADE IN CHILI Duizenden menschen kampeeren in de open lucht De schade, die de aardbeving in Chili heeft aangericht, wordt op 1500 millioen pesos geraamd. (Ongeveer 108 millioen gulde-n). Gemeld wordt, dat de dorpen Florida, Qualqi en Tome geheel zijn ver nield. De vulcaan Llalma is opnieuw begin nen te werken. Stortregens, die onafge broken vallen, bemoeilijken het reddings werk ten zeerste. Het nog steeds stijgende aantal slacht offers bevestigt meer en meer het ver moeden, dat men hier met een van de zwaarste rampen te doen heeft, die de wereld heeft gekend. Volgens de jongste te Londen ontvangen bericht n hebben in Concepcion alleen 20.000 menschen den dood gevonden. De verslaggever van United Press is iD staat door middel van een draagbaar radio zendapparaat bijzonderheden te seinen over den toestand te Concepcion. Duizenden men- selien kampeeren in de straten en op de pleinen van de stad. waar een onbeschrijfe lijke verwarring heerscht. Militairen zijn thans bezig den watertoevoer te regelen door het aanleggen van een noodleiding. Ook met het herstellen van de telefoonverbindin gen is een aanvang gemaakt, zoodat spo lig de dienst met Santiago zal kunnen worden hervat. In gevolge het aanbod van de Britsche regeering om hulp te verleenen aan de slachtoffers, is de Britsche kruiser „Ajax" thans op weg naar Valparaiso met 760 vluch telingen aan boord. De kruiser „Exeter" spoedt zich in tegengestelde richting met 200 Chileensche soldaten en een groote hoe veelheid verbandmiddelen aan boord. Een proclamatie van Goering Zes jaren nazi-bewind Veldmaarschalk Goering heeft de vol gende proclamatie uitgegevaardigd: „Sinds H i 11 e r de macht overnam, zijn er slechts zes jaren verstreken. Het is maar een kort tijdsbestek, maar ontzaglijk groote gebeur tenissen hebben deze periode voor de Duit- sche geschiedenis zwaarder doen wegen dan decennia of eeuwen. In deze periode is over het lot van vele generaties van de Duitsche natie beslist. Op 30 Januari 1939 staat een grooter Duitsch rijk midden in de wereld. Het heeft een blok van staal ge smeed, van innerlijke kracht en soliditeit. Het is een vrij land van 80 millioen zielen met een vrij volk met vrije stroomen en rivieren. De kluister van het systeem der schatplichtigheid is gebroken. Het leger en de partij waken over de eer en de onaf hankelijkheid, zoowel op het land, te water als in de lucht. Overal waar Duitschland is, weerklinkt de blijde symphonie van den Duitschen arbeid." De vredesoproep der achttien Britten Slechte ontvangst in Duitschland De vredesoproep der achttien Britten is door de Duitsche pers niet erg enthousiast ontvangen. De Duitsrhe bladen zijn van meening, dat uit dezen oproep zijdelings blijkt, dat aan Duitschland de schuld van den ingewikkelden internationalen ♦nestand ln de schoenoi- geschoven wordt. Zij wijzen deze insinuatie verontwaardigd van de hand. De ..Berliner Lokal Anzeiger" plaats zijn leschoiiwmg oruler het opschrift: „Welge- indheid of h" "'ïolarij? Een oproep aan het erkeerde adres". Voorts richten do Duitsche bladen verwij ten aan de „alarmistische" buitenlandsche onder welke hena-m'iig niet slechts linksche organen doch ook conservatieve kranten als de „Time.en de „Temps" ver staan worden. De wijzigingen in het Engelsche kabinet In het Engelsche kabinet zijn thans de volgende wijzigingen aangebracht: Admiraal lord Chatfield is benoemd tot minister voor de coördinatie der verdedi ging; Inskip toi minister voor de domi nions, Sir Reginald Dormansmith (conser vatief. oud-president van de vereeniging van landbouwers) tot minister voor land bouw; Morrison tot kanseliei van het her togdom Lancaster; VVinterton tot paymas- ler-general; lord Munster tot onder-secreta ris voor oorlog, in opvolging van lord Strathcona, die is afgetreden en geen nieu we functie krijgt. Winterton zal niet langer lid zijn van het kabinet, doch het presidentschap blijven waarnemen van de intergouvernementeele vluch telingencommissie. <Ilng. 8 00 Grai richten). 10.00 muziek (Grp Het Omroepor „Wenken voor (Om 8.15 lorgenwiiding. 10.15 Gew 10 30 Voor de vrouw. 1 (Om 6.25 Berlch 7 05 Pianovoord! Berichten ANP; n). 12 30 Het AVRO-A 1.15 Gramofoonmuziek 2.C 5 Knlples. 3.45 Reportag! ng. 5 00 Voor de kinderen 6 15 Het Renova-kv „DE RUILBEURS" Goudschesingel 105 1 1986 punten ge- nink-album „Mai Bertine 1001C ANODERN STANDGROEN- GEGAP, 5JAAP- STANDHOUDEND IN 5UUR REGEN-"eATmistvast Ed. SchaerimarieCgzwoLLEl een uitdaging, waarop de president der Vereenigde Staten in zijn Nieuwjaars boodschap wees: nl. den eisoh, om door geweld te overheerschen. Dat zou een eisch zijn, waartegen de democratische staten zich, zooals president Roose velt en ik reeds eerder hebben gezegd, onvermijdelijk zouden moeten verzetten. Ik kan niet gelooven, dat men voor nemens heeft tot die uitdaging, want de gevolgen van èen oorlog zijn zoo ernstig, dat geen regeering lichtvaardig den strijd zou ontketenen. Bovendien blijf ik er van overtuigd, dat er geen geschil len, hoe ernstig ook, zijn, die niet zon der oorlog zouden kunnen worden ge regeld door overleg en onderhandelin gen, zooals ook is neergelegd in de ver klaring van München". 1 De Ruilbeurs bepaalt de waarde der bons e plaatjes. 2 Tot 500 pt betaalt U 16 ct, tot 1000 pt 20 geen Hag'zegels. Willen zU, die Hllle-bons vc r plaatje meer. met Rivieren, Klaver- llngh plaatjes, Patrla r, Pette. Hllle, Dobbel- voorlooplg Hll/VEKST'M 1 —9.15 Gram 10 of Gram half) (1 00—1.20 Gramol uurtje. 3 00 Mode. 6.0q Kro-Melodh naai: mededeelln- 8 30 Bonte Dlns- 10.00 Radlotooneel. 10.20 Dis- Berichten ANP, hierna tot es' Zigeunerensemble en Eddy kest. 115.5 M. KRO-t'ltzendlng. 8 0) jmrmzlek. (On 8-15 Perichten) nmuztfk. 1130 Godsdienstig Berichten. 12 15 KRO-Orkest. nuziek). 2.00 Vrouwen- Berichten ANP. i 4.00 Grf Ollst. (5.45—6 05 6.35 Berichten, sportpraa 7.15 Cyclus „Naar de nleu 7.45 Gramofoonmuziek. t i^rmoA orkest. 11.0512.00 Grt nnOlTWICH 1504 Orkest. 4.15 Ork Balalalka-orke dlotooneel. 7.20 Viool 8 20 Radh 12.20 Radiotc 6 2o Viool. 6.40 aal kwartet. 6 45 Ra- plano. 7.50 C.naerla ■el. 9 45 Cai 10 30 Orkest. 1130 Orkest. 22 en 4S4 M. 3 2 2 M: 12.50 1.20 en* 9.U5 Orkest 0 20 Syn>| i gemengd koor. 1.00 en 1.30 Orkest 6.50 Pian neel. 9.00 en 9.25 Orkest. 4| Droste 20. Hagzegels 9, Hille 8, HllJe s 12, Holl. Zw. V' verhlad 5, Klolczc 20, Van Nelle 4, Ra dei Verkade Verder 'eegsch. 3. Paul Kalsei 20, Kwatta 3 T |8j trla 8, Pette 6, plaatjes wen- album? zonden worden, aan: Plelnes dulfm •lasting. Hapé. Va: Sluys. Stnrk, Scholten, IJzendijk, Ve Hand. Winkeliersbons van Slckesz. Hak) i helpt aan' Wlnkeliersstrooken, .bons. Klok. D.E., H. Z. Weegschaalt Wie Paulat Ark's beschultboi door CotooiL Teedzeningea van 41. „Zeg Kwiebus, jij kunt zooveel. Kun jij ook wel sterrekijken?" „Sterrekijken? Nee, dat weet ik niet, vrouw", zei Kwiebus verbaasd. „Wil je het wel graag leeren?" „Nou en ofl" „Ga dan maar eens even mee", „Nou moet je hier op je rug gaan liggen", wees de bakkersvrouw. ,,'t Is hier pikdonker. Dan gaat het 't bes te. .Te ziet nog niks zeker?" „Nee vrouw", Plons-plats! 42. Ja, nou zag Kwiebus sterren. In allerlei kleuren, 't Werd hein groen en geel voor de oogen. De ondeugende bakkersvrouw had hem' pardoes een kannetje water over zijn hoofd; gegooid. Wat was Kwiebus beteuterd. Hij stond hulpeloos op. Veegde met z'n' zakdoek langs zijn hoofd. En als een rat, die door een kat wordt nagezeten, zette Kwiebus het op een loopen. De winkel uit! De straat op! TURKENBURG'S TUINGIDSEN Nieuwste Uitgave: BLOEMEN UIT BOLLEN EN KNOLLEN VOOR KAMER EN TUIN Beschrijft kleur, planttijd, kweekwijze, bloeitijd, hoogte en rassen van: Najaars bloembollen als: Hyacinthen, Tulpen, Narcissen enz.; van Voorjaarsbloembollen en -knollen als: Dahlia's, Gladiolen, Begonia's, Lelies enz. 100 blz.; 80 afb. op kunst druk. Prijs, ondanks kostbare uitvoering, slechts 0.70, fr. p. post 0.79. Verkrijgbaar bij: TURKENBURG's ZAADHANDEL BODEGRAVEN Postrekening 4377. DOOR MARTHA VI55UR Nog een korte poos zitten de mannen bij elkaar en dan babbelen ze wat over de dingen van den dag: koetjes en kalfjes. Dat vormt een goeden overgang naar Gelisse's voor stel om nog een half uurtje naar de huiskamer te gaan, waar zijn dochter alleen zit. Haar man, die aan „het Spoor" is, heeft dienst. Zij zal er zeker op gerekend hebben dezen avond nog even gezelschap te hebben. Als Wiechers en Gelisse binnenkomen, heeft ze de koffie gereed. „Is ze niet net zoo goed als die beroemde van Ditje?" vraagt haar vader gekscherend aan Wiechers, wat deze zun- der eenige aarzeling bevestigt, Gelisse's dochter mèg Wiechers wel. Als haar vader dien engen Halbertsma maar niet in huis brengt. Die begint met te vragen, of je bekeerd bent en eindigt met gekke praatjes. Bah. wat een vent! Den dag daarop staat Wiechers 's morgens vroeg al weer ln z'n winkel, met de rustige zekerheid van iemand, die be wust een roeping vervult. Hij is sinds den vorigen avond gesterkt in zijn overtuiging, dat hij al zijn klantjes zoo suc cessievelijk weer terug zal krijgen. Hij heeft niets te vreezen van belachelijke nieuwigheden als coöperaties, en eieren- winkeltjes als van vrouw Cosijn. De trucjes, waar die mee werken, heeft hij niet noodig. Onder den zegen des Heeren zal hij de erfenis zijner vaderen trouw bewaren en deze straks ongeschonden achter laten aan een zoon, die zijn voetsporen zal drukken. XI Adriaan wil naar de Zondagsschool. Leen van Berckel, de zoon van den schilder, die op school naast hem zit, heeft hem voor dit instituut gewonnen. 't Moet er fijn wezen. Er is een juffrouw en een meester; vooral de juffrouw vertelt prachtig en met Kerstfeest krijg je een krentenmik, wel zoo groot als een ijzeren pot en daarenboven nog een boek met plaatjes. Tante Ditje voelt wel wat voor Adriaans verzoek. Ze kan het maar nooit goedkeuren, dat die jongen eiken Zondag bij het gezelschap zit. Dat boekjes lezen onderwijl is maar voor de leus en wat daar besproken wordt, kan geen kost zijn voor kinderen, De jongen is al wijsneuzig genoeg. Daar om lijkt zoo'n Zondagsschool haar nog zoo ongeschikt niet. Van haar kant stelt ze dan ook maar één voorwaarde: dat hij tijdig weer thuis is. want ze is nu eenmaal gesteld op haar Zondagmiddag. Dien offert ze niet op aan Wiechers' gezelschap, dus vanzelf ook niet aan de Zondagsschool van zijn zoon. Wiechers staat tegenover de nieuwigheid niet sympathiek. althans niet in verband met z'n eigen jongen. Voor zoover hij er wat van weet, kan hij het werk van de Zondagsschool waardeeren voor de kinderen van paupers en heidenen. Doch aangezien zijn zoon tot geen van beide categorieën behoort, ligt het voor de hand, dat hij van oordeel is, dat Adriaan daar niet thuis hoort. Hij krijgt thuis een Christelijke op voeding, bezoekt de Christelijke school en heeft zich tot nog toe 's Zondagsmiddags aardig bezig gehouden met zijn boekjes. Waarom dan nu ineens wat anders? Bovendien is Wiechers het er niet me eens, dat ook vrouwen op die zoo genaamde Zondagsscholen onderricht geven. Gods Woord staat de vrouw niet toe te leeren; en wat doen die juffen daar anders? Men heeft hem tegengeworpen, dat Paulus in dit verband van de gemeente spreekt. Maar hij ziet daar geen argument in. Het gaat niet om het gehoor, of dit uit kinderen dan wel uit volwassenen bestaat, gemeente of geen gemeente is. Het gaat er om, dat de vrouw niet geroepen is tot leiden, regeeren en prediken. De opkomende gewoonte, om in de dagscholen naast de mannelijke onderwijzers ook onderwijzeressen aan te stellen, heeft daarom al evenmin zijn instemming. Maar wat baat dat? De menschen /an tegenwoordig gaan rustig hun gang. Er wordt naar een een voudig man op jaren niet meer geluisterd. Toch komt Adriaan op de Zondagsschool. Hij heeft dit, behalve aan Tante Ditje's invloed, te danken aan zijn eigen hardnekkig volhouden. „Al net zoo'n harde kop als z'n vader", heeft Ditje ge mompeld, toen Wiechers eindelijk zijn toestemming aarze lend en onder velerlei voorbehoud gaf. Adriaan zit daar op die Zondagsschool met nog heel veel andere kinderen, jongens en meisjes, op lange houten ban ken, waarmee het armzalige lokaaltje, dat vroeger een werk plaats is geweest, staat volgepropt. De kleintjes zitten voor aan, de grooten achteraan. Deze indeeling is niet naar leef tijd, doch naar lichaamslengte. Adriaan komt zoo ongeveer in het midden terecht. Een van de eerste ontdekkingen, die hij op de Zondags school doet is, dat Leen hem niet heeft meegetroond uit be zorgdheid voor zijn zieleheil en al evenmin, wijl de krenten mik hem lekkerder zal smaken als hij weet zijn vriendje in de gelegenheid te hebben gesteld er ook zoo een te krijgen. Het motief is veel eenvoudiger: er staat een belooning op iiet aanwerven van nieuwe leerlingen, een plaat, waarop in bonte kleuren het een of ander bijbelsch tafereel staat afge beeld. Leen van Berckel wilde zich dat buitenkansje niet laten ontgaan en hij is zijn zendingstocht begonnen bij Jeruzalem, in de persoon van zijn naasten buurman op de schoolbanken. Nu hij Adriaan eenmaal gevangen heeft, be moeit hij zich verder niet veel meer met hem. Hij is nu bezig aan het werven van een tweeden candidaat, voor wien hij zoo goed als al zijn aandacht noodig heeft. Adriaan hind, de verminderde belangstelling van zijn vriendje weinig ol in 't geheel niet, ook wijl de nieuwe omgeving hem zoo-eel I te zien en te overdenken geeft. De meester is een ambachts man uit het stadje, aan wien niet veel te beleven va|t. In I naam de „baas" op de Zondagsschool, domineert hij er toch niet. Dat doet de juffrouw, die om de andere week vertelt en in een van de groote landhuizen even buiten Waterdam woont. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2