ranQi)
Ch amberlain's radio-rede
MAANDAG 30 JANUARI 1939
EERSTE BLAD PAG. 2
SCHOONMAAKBEDRIJF
GLAZENWASSCHERIJ
AMSTERDAM ROTTERDAM
VELSEN DORDRECHT
HAARLEM UTRECHT
VO LEIDEN HILVERSUM
DEN HAAG GRONINGEN
DELFT BRUSSEL
lelijks inwendig schoonhouden van gebouwen
RONDBLIK
Niet dezelfde vrede
Op de prettige, rustige manier, welke wij
sinds de September-crisis allen van hem
kennen, heeft de Britsche premier op een
juweliers-diner te Birmingham nog eens
een samenvatting van den huidigen inter
nationalen toestand gegeven, voorzooverre
deze namelijk uitzichten voor een blijven-
den vrede, en voor verbroedering van de
volkeren biedt. De toon van deze toespraak
was opnieuw zeer menschelijk welwillend;
er werd niets in gehoord, dat hier of daar
een luisteraar aan een radio-apparaat eens
klaps zou kunnen ontstemmen. Spreker liet
de vermelding achtenvege over allerlei ge
ruchten, welke de wereld verontrusten, hoe
wel deze toch in overvloed circuleeren. Wij
denken in dit verband bijvoorbeeld aan ce
plannen, welke men van sommige zijde aan
Duitschland toeschrijft, om de stichting van
een groot-Oekraine te bevorderen, ten koste
van Rusland, Roemenië en Polen.'Wij den
ken ook aan de zeer agressieve taal, welke
de Italiaansche pers nog steeds ten opzichte
van Frankrijk laat hooren, en eveneens aan
wat er in Fransche nationalistische kringen
voor gevoelens ten opzichte van Minorca en
Spaansch-Marokko leven. Chamberlain liet
dit alles terzijde, als niet onmiddellijk ter
zake doende. Wat hij wilde onderstrepen
was eenvoudig dit: in de breede rijen van
ieder volk leeft de diepe begeerte naar een
vrede, welke niet langer van dag tot dag
dreigt te worden verstoord. Voor het tot
stand brengen van zulk een nieuwen, hech-
teren vrede moeten wij allen iets over heb
ben. Wij moeten beginnen met elkander te
ontmoeten en aan te zien, niet als vijanden
in spé, doch als menschen, en verder moe
ten wij daarbij de bereidheid aan den dag
leggen, met elkander besprekingen te voe
ren op een voet van gelijkheid. Eerst zóó
bestaat er goede hoop, dat wij elkanders
stem niet slechts zullen hooren, doch ook
verslaan, en dat het wantrouwen zal plaats
maken voor 'n ontwapening van den geest.
Voor wij zoover zijn, dienen wij echter zeer
nauwgezet op onze hoede te wezen, ook wat
onze nationale veiligheid aangaat. Daarom
gevoelt de huidige Britsche regeering zich
bovenal verplicht, de herbewapening in een
snel tempo tot stand te doen komen, terwijl
zij daarnaast van het volk in zijn breede
lagen steun vraagt in den vorm van onont
beerlijke nationale hulpdiensten.
Nogmaals trachtte de premier verschil
lende foutieve opvattingen omtrent Mün-
chen, en de reis van hemzelf en Halifax
naar Rome, recht te zetten. Hij deed dit,
door erop te wijzen, dat slechts de leden
der regoering de portee van dit alles ten
volle konden beseffen, en dat zijn critici
derhalve zoowel zijn verantwoordelijkheid
misten als de kennis, welke slechts hem ten
dienste stond.
De huidige toetand van overgang, waario
Europa en de wereld verkeeren, werd door
den spreker treffend gekenschetst, toen hij
zeide, dat er twee partijen noodig zijn om
vriendschap te sluiten, doch dat er één
partij voldoende is, om een oorlog te ont
ketenen. Wil men in Chamberlains idealis
tisch vredesstreven een zwakke plek ont>
dekken, dan is deze hier gelegen, doch
tevens zal men daarbij moeten bertwlrwn),
dat men slechts vertrouwen van anderen
kan verwachten, indien men begint, dit zelf
te geven. i
Het gaat derhalve ook in de naaste toe
komst met het Britsche buitenlandsch© be
leid denzelfden kant uit: streven naar
vrede door onderhandelingen over ver
meende o1 echte grieven. De „Popoio di
Roma" plaatste een juist woord in 't debat,
hetwelk op Chamberlains toespraak in de
.were'dpers is gevolgd, toen zij zeide:
„Waarom bereikt men de pacificatie niet?
Omdat niet allen denzelfden vrede wen-
schen"
Hier ligt inderdaad het verwarde knoop
punt van velerhande moeilijkheden. De
zgn. niet-bezittende groote mogendheden
hebben een ontwikkelingsfase bereikt,
waarin zij ongeveer de kracht bezitten, af
te dwingen, wat zij niet krijgen kunnen.
De „rijke" groote mogendheden beseffen,
dat zulks zoo is, en zijn bereid tot eenige
concessies, maar liefst niet te veel. Van
daar het loven en bieden, dat grootendeels
achter gesloten deuren plaats heeft. De eene
macht moet tegen de andere worden opge-
„Wij zijn bereid op voet van
gelijkheid te spreken"
Bewapenen, zoolang er geen
duidelijk wederzijdsch
begrip is
Zaterdagavond heeft de Engelsche
minister-president Chamberlain
te Birmingham een radio-rede gehou
den, waarin hij den nadruk legde op
Engelands vredeswil, en op zijn bereid
heid, om met andere volken op voet van
gelijkheid te onderhandelen. Echter,
zoolang er niet is een duidelijk weder
zijdsch begrip, moet Engeland zich
voorbereiden op zijn verdediging. Daar
om zet het met energie zijn herbewape
ning voort, ofschoon spreker betreurde,
dat dit een noodzaak was.
De vrede kan alleen door een uitda
ging, door den eisch om met geweld te
overheerschen, worden in gevaar ge
bracht, omdat de democratische landen
zich daartegen onvermijdelijk zouden
moeten verzetten.
In den aanvang van zijn rede wees
Chamberlain erop, dat zonder de voor-
algaande verbetering der Engelsch-Italiaan-
sche betrekkingen, de bijeenkomst van
München ondenkbaar ware geweest.
Er is veel critiek geweest op het daar go-
troffen accoord, zoo vervolgde hij. Zij kwam
van verschillende kanten, maar er was één
gemeenschappelijk element in alle critieken:
Geen der critici draagt de verantwoordelijk
heid, die op mijn schouders rust. Geen heeft
die volledige kennis omtrent alle omstandig
heden, die alleen Zijner Majesteits regeering
bezit.
Wanneer ik voor mijzelf terugzie, dan zie
ik niets, dat te betreuren is, dan zie ik geen
enkele reden om te veronderstellen, dat een
andere koers te prefereeren zou zijn geweest.
De oorlog is in dit huidig tijdsgewricht
zoo vreeselijk in zijn gevolgen voor hen, die
eraan deelnemen en brengt zooveel verliezen
en zooveel lijden mede. zelfs voor hen, die er
buiten staan, en den strijd als toeschouwers
gadeslaan, dat hij nooit mag beginnen, ten
zij elke praktisch uitvoerbare en met de eer
vereenigbare stap is ondernomen, teneinde
hem te voorkomen.
Dat is van den beginne af het standpunt
der Britsche regeering geweest.
Gp de reis, die Halifax en ik naar Rome
hebben gemaakt, is critiek geoefend door
menschen, die blijkbaar vastbesloten zijn ob
structie te voeren tegen iedere poging tot
vervulling van den wensch der Britsche en
Italiaansche volken, die in goede vriend
schap en wederzijdsch begrip willeji leven
en geschillen willen beslechten door bespre
kingen en niet door geweld.
Dat geldt niet alleen voor Italië en Enge
land, maar ook voor Frankrijk en Duitsch
land.
Laat ons de vriendschap tusschen de vol
keren bevorderen. Dat kan gedaan worden
door particulieren, door handelsmenschen
wogen, alleen nog niet door middel van het
zwaard, want dat zou beteekenen een alge
meen bankroet, moreel en commercieel.
Zoolang Frankrijk en Italië, Duitschland en
Groot-Brittannië echter nog elk voor zich
een verschillende opvatting heeft van den
vrede, blijft van week op week mogelijk een
herhaling van de September-crisis. Van
daar, dat Berlijn Chamberlains rede be
schouwt, zoo zegt het tenminste, als
tegen Amerika, Frankrijk en Rusland ge
richt; Frankrijk en Amerika daarentegen
zien erin een waarschuwing tegen de dic
tators, en Italië tenslotte zegt, dat het tot
mede-arbeid aan de pacificatie bereid Is,
zoo anderen zich niet halsstarrig blijven
toonen ten opzichte van de gelijkheid van
rechten voor de nog jonge naties. „De vrede
wordt opgebouwd met daden, niet met
voorbijgaande woorden".
Men ziet, de wereldhoofdsteden geven
deze „boodschap" gaarne aan elkander door,
maar ieder bedankt ervoor, haar op zichzelf
toe te passen.
VEILIG VOOR GRIEP EN KEELPIJN
De antiseptische tandpasta Ivorol zui
vert den mond van bacteriën en
vermindert daardoor besmettingsgevaar
In tijden van griep en verkoudheden
(Reel.)
door de meer officieele vertegenwoordigers.
Laat ons don anderen duidelijk maken, dat
wij hen niet beschouwen als mogelijke vijan
den, maar veeleer als menschelijke wezens,
zooals wijzelf, met wie wij steeds bereid
zijn op voet van gel'jkheid te spreken, wier
standpunt wij willen aanhooren en wier
redelijke aspiraties wij zooveel mogelijk wil
len bevredigen, als die aspiraties niet in
«trijd zijn met de algemeene rechten van
anderen op vrijheid en gerechtigheid.
Slechts op deze wijze zullen wij de eeuwige
verdenkingen, die de internationale atmos
feer vergiftigen, verwijderen en weer in 't
bezit komen van onze geestelijke zekerheid
en van het vertrouwen, dat noodig is voor
het slagen van elke onderneming.
Wij kunnen niet vergeten, dat, terwijl er
twee noodig zijn om vrede te sluiten, één
den oorlog kan ontketenen. Zoolang er dus
geen duidelijk wederzijdsch begrip is, waar
in alle politieke spanning verdwijnt, moeten
wij ons voorbereiden op de verdediging
tegen een aanval op ons land, ons volk of
onze beginselen van vrijheid, waaraan ons
bestaan als democratie gebonden is en die
voor ons de hoogste attributen van het men
schelijk leven en den menschelijken geest m
zich sluiten.
Het is daarom, niet uit een oogpunt van
aanval, maar van verdediging, dat wij de
herbewapening met onverzwakte energie
voortzetten, met de volledige instemming
van het land. Het heeft ons veel tijd gekost,
doch thans worden dagelijks op elk gebied
vorderingen gemaakt in versneld tempo.
De vordering der defensie
Chamiberlain gaf daarna een opsomming
van den vooruitgang, die in het afgeloopen
jaar in alle takken van dienst gemaakt is.
Op 31 Maart zal de vloot in één jaar tijds
zijn uitgebreid met zestig nieuwe oorlogs
schepen, die tezamen 130.000 ton meten. In
de volgende twaalf maanden zal de groei
nog grooter zijn. Dan zullen 75 schepen met
een tonnage van 150.000 gebouwd worden.
Ook de luchtmacht breidt zich voortdurend
uit, in hetzelfde opmerkelijke tempo. In de
laatste maanden is het tempo der vliegtuig
productie verdubbeld en de recruteering
maakt goede vorderingen. De leemten in do
luchtbescherming, die in September aan het
licht gekomen zijn, zijn voor een groot deel
opgeheven, Niet alleen is de hoeveelheid af
weergeschut uitgebreid, doch ook de organi
satie is verbeterd.
Ten aanzien van den vrijwilligen natio-
nalen dienst ze' Chamberlain nog: „Wij stre
ven niet naar een uitgebreid corps voor de
burgerverdediging, dat georganiseerd zou
moeten zijn als een beroepsleger in oorlogs
tijd en de burgers zou ontheffen van de ver
antwoordelijkheid voor hun eigen verdedi
ging. Het is onze taak menschen te vinden
voor zekere posten en niet posten voor allen
Ie vinden".
Zijn rede besluitende, zeide de eerste mi
nister, het te betreuren, dat zooveel tijd en
een zoo groot gedeelte van het nationale
inkomen aan oorlogsvoorbereidingen moeten
worden besteed.
„Ik geloof", zoo zeide hij, „dat het
thans tijd is, dat anderen een bijdrage
leveren. De lucht is vol van geruchten
en verdenkingen, die men niet langer*
mag laten bestaan. Want de vrede kan
alleen in gevaar worden gebracht door
RUIM HONDERD MILLIOEN
SCHADE IN CHILI
Duizenden menschen kampeeren
in de open lucht
De schade, die de aardbeving in Chili
heeft aangericht, wordt op 1500 millioen
pesos geraamd. (Ongeveer 108 millioen
gulde-n). Gemeld wordt, dat de dorpen
Florida, Qualqi en Tome geheel zijn ver
nield.
De vulcaan Llalma is opnieuw begin
nen te werken. Stortregens, die onafge
broken vallen, bemoeilijken het reddings
werk ten zeerste.
Het nog steeds stijgende aantal slacht
offers bevestigt meer en meer het ver
moeden, dat men hier met een van de
zwaarste rampen te doen heeft, die de
wereld heeft gekend. Volgens de jongste
te Londen ontvangen bericht n hebben
in Concepcion alleen 20.000 menschen
den dood gevonden.
De verslaggever van United Press is iD
staat door middel van een draagbaar radio
zendapparaat bijzonderheden te seinen over
den toestand te Concepcion. Duizenden men-
selien kampeeren in de straten en op de
pleinen van de stad. waar een onbeschrijfe
lijke verwarring heerscht. Militairen zijn
thans bezig den watertoevoer te regelen door
het aanleggen van een noodleiding. Ook
met het herstellen van de telefoonverbindin
gen is een aanvang gemaakt, zoodat spo lig
de dienst met Santiago zal kunnen worden
hervat.
In gevolge het aanbod van de Britsche
regeering om hulp te verleenen aan de
slachtoffers, is de Britsche kruiser „Ajax"
thans op weg naar Valparaiso met 760 vluch
telingen aan boord. De kruiser „Exeter"
spoedt zich in tegengestelde richting met
200 Chileensche soldaten en een groote hoe
veelheid verbandmiddelen aan boord.
Een proclamatie van Goering
Zes jaren nazi-bewind
Veldmaarschalk Goering heeft de vol
gende proclamatie uitgegevaardigd: „Sinds
H i 11 e r de macht overnam, zijn er slechts
zes jaren verstreken. Het is maar een kort
tijdsbestek, maar ontzaglijk groote gebeur
tenissen hebben deze periode voor de Duit-
sche geschiedenis zwaarder doen wegen
dan decennia of eeuwen. In deze periode is
over het lot van vele generaties van de
Duitsche natie beslist. Op 30 Januari 1939
staat een grooter Duitsch rijk midden in
de wereld. Het heeft een blok van staal ge
smeed, van innerlijke kracht en soliditeit.
Het is een vrij land van 80 millioen zielen
met een vrij volk met vrije stroomen en
rivieren. De kluister van het systeem der
schatplichtigheid is gebroken. Het leger en
de partij waken over de eer en de onaf
hankelijkheid, zoowel op het land, te water
als in de lucht.
Overal waar Duitschland is, weerklinkt
de blijde symphonie van den Duitschen
arbeid."
De vredesoproep der
achttien Britten
Slechte ontvangst in Duitschland
De vredesoproep der achttien Britten is
door de Duitsche pers niet erg enthousiast
ontvangen. De Duitsrhe bladen zijn van
meening, dat uit dezen oproep zijdelings
blijkt, dat aan Duitschland de schuld van
den ingewikkelden internationalen ♦nestand
ln de schoenoi- geschoven wordt. Zij wijzen
deze insinuatie verontwaardigd van de hand.
De ..Berliner Lokal Anzeiger" plaats zijn
leschoiiwmg oruler het opschrift: „Welge-
indheid of h" "'ïolarij? Een oproep aan het
erkeerde adres".
Voorts richten do Duitsche bladen verwij
ten aan de „alarmistische" buitenlandsche
onder welke hena-m'iig niet slechts
linksche organen doch ook conservatieve
kranten als de „Time.en de „Temps" ver
staan worden.
De wijzigingen in het
Engelsche kabinet
In het Engelsche kabinet zijn thans de
volgende wijzigingen aangebracht:
Admiraal lord Chatfield is benoemd tot
minister voor de coördinatie der verdedi
ging; Inskip toi minister voor de domi
nions, Sir Reginald Dormansmith (conser
vatief. oud-president van de vereeniging
van landbouwers) tot minister voor land
bouw; Morrison tot kanseliei van het her
togdom Lancaster; VVinterton tot paymas-
ler-general; lord Munster tot onder-secreta
ris voor oorlog, in opvolging van lord
Strathcona, die is afgetreden en geen nieu
we functie krijgt.
Winterton zal niet langer lid zijn van het
kabinet, doch het presidentschap blijven
waarnemen van de intergouvernementeele
vluch telingencommissie.
<Ilng. 8 00 Grai
richten). 10.00
muziek (Grp
Het Omroepor
„Wenken voor
(Om 8.15
lorgenwiiding. 10.15 Gew
10 30 Voor de vrouw. 1
(Om 6.25 Berlch
7 05 Pianovoord!
Berichten ANP;
n). 12 30 Het AVRO-A
1.15 Gramofoonmuziek 2.C
5 Knlples. 3.45 Reportag!
ng. 5 00 Voor de kinderen
6 15 Het Renova-kv
„DE RUILBEURS"
Goudschesingel 105
1 1986 punten ge-
nink-album „Mai
Bertine 1001C
ANODERN STANDGROEN-
GEGAP, 5JAAP- STANDHOUDEND
IN 5UUR REGEN-"eATmistvast
Ed. SchaerimarieCgzwoLLEl
een uitdaging, waarop de president der
Vereenigde Staten in zijn Nieuwjaars
boodschap wees: nl. den eisoh, om door
geweld te overheerschen. Dat zou een
eisch zijn, waartegen de democratische
staten zich, zooals president Roose
velt en ik reeds eerder hebben gezegd,
onvermijdelijk zouden moeten verzetten.
Ik kan niet gelooven, dat men voor
nemens heeft tot die uitdaging, want de
gevolgen van èen oorlog zijn zoo ernstig,
dat geen regeering lichtvaardig den
strijd zou ontketenen. Bovendien blijf ik
er van overtuigd, dat er geen geschil
len, hoe ernstig ook, zijn, die niet zon
der oorlog zouden kunnen worden ge
regeld door overleg en onderhandelin
gen, zooals ook is neergelegd in de ver
klaring van München".
1 De Ruilbeurs bepaalt de waarde der bons e
plaatjes.
2 Tot 500 pt betaalt U 16 ct, tot 1000 pt 20
geen Hag'zegels.
Willen zU, die Hllle-bons vc
r plaatje meer.
met Rivieren, Klaver-
llngh plaatjes, Patrla
r, Pette. Hllle, Dobbel-
voorlooplg
Hll/VEKST'M 1
—9.15 Gram
10 of Gram
half)
(1 00—1.20 Gramol
uurtje. 3 00 Mode.
6.0q Kro-Melodh
naai: mededeelln-
8 30 Bonte Dlns-
10.00 Radlotooneel. 10.20 Dis-
Berichten ANP, hierna tot
es' Zigeunerensemble en Eddy
kest.
115.5 M. KRO-t'ltzendlng. 8 0)
jmrmzlek. (On 8-15 Perichten)
nmuztfk. 1130 Godsdienstig
Berichten. 12 15 KRO-Orkest.
nuziek). 2.00 Vrouwen-
Berichten ANP. i
4.00 Grf
Ollst. (5.45—6 05
6.35 Berichten, sportpraa
7.15 Cyclus „Naar de nleu
7.45 Gramofoonmuziek. t
i^rmoA
orkest. 11.0512.00 Grt
nnOlTWICH 1504
Orkest. 4.15 Ork
Balalalka-orke
dlotooneel. 7.20 Viool
8 20 Radh
12.20 Radiotc
6 2o Viool. 6.40
aal kwartet. 6 45 Ra-
plano. 7.50 C.naerla
■el. 9 45 Cai
10 30 Orkest. 1130 Orkest.
22 en 4S4 M. 3 2 2 M: 12.50
1.20 en* 9.U5 Orkest 0 20 Syn>|
i gemengd koor.
1.00 en 1.30 Orkest 6.50 Pian
neel. 9.00 en 9.25 Orkest.
4| Droste 20. Hagzegels 9, Hille 8, HllJe
s 12, Holl. Zw. V'
verhlad 5, Klolczc
20, Van Nelle 4,
Ra dei
Verkade
Verder
'eegsch. 3. Paul Kalsei
20, Kwatta 3 T |8j
trla 8, Pette 6,
plaatjes wen-
album?
zonden worden,
aan: Plelnes dulfm
•lasting. Hapé. Va:
Sluys. Stnrk, Scholten, IJzendijk, Ve
Hand. Winkeliersbons van Slckesz. Hak)
i helpt aan' Wlnkeliersstrooken,
.bons. Klok. D.E., H. Z. Weegschaalt
Wie
Paulat
Ark's beschultboi
door CotooiL
Teedzeningea van
41. „Zeg Kwiebus, jij kunt zooveel. Kun
jij ook wel sterrekijken?"
„Sterrekijken? Nee, dat weet ik niet,
vrouw", zei Kwiebus verbaasd.
„Wil je het wel graag leeren?"
„Nou en ofl"
„Ga dan maar eens even mee",
„Nou moet je hier op je rug gaan liggen",
wees de bakkersvrouw.
,,'t Is hier pikdonker. Dan gaat het 't bes
te. .Te ziet nog niks zeker?"
„Nee vrouw",
Plons-plats!
42. Ja, nou zag Kwiebus sterren.
In allerlei kleuren, 't Werd hein groen en
geel voor de oogen.
De ondeugende bakkersvrouw had hem'
pardoes een kannetje water over zijn hoofd;
gegooid.
Wat was Kwiebus beteuterd.
Hij stond hulpeloos op. Veegde met z'n'
zakdoek langs zijn hoofd.
En als een rat, die door een kat wordt
nagezeten, zette Kwiebus het op een loopen.
De winkel uit! De straat op!
TURKENBURG'S TUINGIDSEN
Nieuwste Uitgave:
BLOEMEN UIT BOLLEN EN KNOLLEN
VOOR KAMER EN TUIN
Beschrijft kleur, planttijd, kweekwijze, bloeitijd, hoogte en rassen van: Najaars
bloembollen als: Hyacinthen, Tulpen, Narcissen enz.; van Voorjaarsbloembollen en
-knollen als: Dahlia's, Gladiolen, Begonia's, Lelies enz. 100 blz.; 80 afb. op kunst
druk. Prijs, ondanks kostbare uitvoering, slechts 0.70, fr. p. post 0.79.
Verkrijgbaar bij: TURKENBURG's ZAADHANDEL BODEGRAVEN
Postrekening 4377.
DOOR MARTHA VI55UR
Nog een korte poos zitten de mannen bij elkaar en dan
babbelen ze wat over de dingen van den dag: koetjes en
kalfjes. Dat vormt een goeden overgang naar Gelisse's voor
stel om nog een half uurtje naar de huiskamer te gaan, waar
zijn dochter alleen zit. Haar man, die aan „het Spoor" is,
heeft dienst. Zij zal er zeker op gerekend hebben dezen
avond nog even gezelschap te hebben. Als Wiechers en
Gelisse binnenkomen, heeft ze de koffie gereed.
„Is ze niet net zoo goed als die beroemde van Ditje?"
vraagt haar vader gekscherend aan Wiechers, wat deze zun-
der eenige aarzeling bevestigt,
Gelisse's dochter mèg Wiechers wel.
Als haar vader dien engen Halbertsma maar niet in huis
brengt. Die begint met te vragen, of je bekeerd bent en
eindigt met gekke praatjes. Bah. wat een vent!
Den dag daarop staat Wiechers 's morgens vroeg al weer
ln z'n winkel, met de rustige zekerheid van iemand, die be
wust een roeping vervult. Hij is sinds den vorigen avond
gesterkt in zijn overtuiging, dat hij al zijn klantjes zoo suc
cessievelijk weer terug zal krijgen. Hij heeft niets te vreezen
van belachelijke nieuwigheden als coöperaties, en eieren-
winkeltjes als van vrouw Cosijn. De trucjes, waar die mee
werken, heeft hij niet noodig.
Onder den zegen des Heeren zal hij de erfenis zijner
vaderen trouw bewaren en deze straks ongeschonden achter
laten aan een zoon, die zijn voetsporen zal drukken.
XI
Adriaan wil naar de Zondagsschool.
Leen van Berckel, de zoon van den schilder, die op school
naast hem zit, heeft hem voor dit instituut gewonnen.
't Moet er fijn wezen. Er is een juffrouw en een meester;
vooral de juffrouw vertelt prachtig en met Kerstfeest krijg
je een krentenmik, wel zoo groot als een ijzeren pot en
daarenboven nog een boek met plaatjes.
Tante Ditje voelt wel wat voor Adriaans verzoek. Ze kan
het maar nooit goedkeuren, dat die jongen eiken Zondag
bij het gezelschap zit. Dat boekjes lezen onderwijl is maar
voor de leus en wat daar besproken wordt, kan geen kost
zijn voor kinderen, De jongen is al wijsneuzig genoeg. Daar
om lijkt zoo'n Zondagsschool haar nog zoo ongeschikt niet.
Van haar kant stelt ze dan ook maar één voorwaarde: dat
hij tijdig weer thuis is. want ze is nu eenmaal gesteld op
haar Zondagmiddag. Dien offert ze niet op aan Wiechers'
gezelschap, dus vanzelf ook niet aan de Zondagsschool van
zijn zoon.
Wiechers staat tegenover de nieuwigheid niet sympathiek.
althans niet in verband met z'n eigen jongen. Voor zoover
hij er wat van weet, kan hij het werk van de Zondagsschool
waardeeren voor de kinderen van paupers en heidenen. Doch
aangezien zijn zoon tot geen van beide categorieën behoort,
ligt het voor de hand, dat hij van oordeel is, dat Adriaan
daar niet thuis hoort. Hij krijgt thuis een Christelijke op
voeding, bezoekt de Christelijke school en heeft zich tot nog
toe 's Zondagsmiddags aardig bezig gehouden met zijn
boekjes. Waarom dan nu ineens wat anders? Bovendien is
Wiechers het er niet me eens, dat ook vrouwen op die zoo
genaamde Zondagsscholen onderricht geven. Gods Woord
staat de vrouw niet toe te leeren; en wat doen die juffen
daar anders? Men heeft hem tegengeworpen, dat Paulus in
dit verband van de gemeente spreekt. Maar hij ziet daar
geen argument in. Het gaat niet om het gehoor, of dit uit
kinderen dan wel uit volwassenen bestaat, gemeente of geen
gemeente is. Het gaat er om, dat de vrouw niet geroepen is
tot leiden, regeeren en prediken. De opkomende gewoonte,
om in de dagscholen naast de mannelijke onderwijzers ook
onderwijzeressen aan te stellen, heeft daarom al evenmin
zijn instemming. Maar wat baat dat? De menschen /an
tegenwoordig gaan rustig hun gang. Er wordt naar een een
voudig man op jaren niet meer geluisterd.
Toch komt Adriaan op de Zondagsschool.
Hij heeft dit, behalve aan Tante Ditje's invloed, te danken
aan zijn eigen hardnekkig volhouden.
„Al net zoo'n harde kop als z'n vader", heeft Ditje ge
mompeld, toen Wiechers eindelijk zijn toestemming aarze
lend en onder velerlei voorbehoud gaf.
Adriaan zit daar op die Zondagsschool met nog heel veel
andere kinderen, jongens en meisjes, op lange houten ban
ken, waarmee het armzalige lokaaltje, dat vroeger een werk
plaats is geweest, staat volgepropt. De kleintjes zitten voor
aan, de grooten achteraan. Deze indeeling is niet naar leef
tijd, doch naar lichaamslengte. Adriaan komt zoo ongeveer
in het midden terecht.
Een van de eerste ontdekkingen, die hij op de Zondags
school doet is, dat Leen hem niet heeft meegetroond uit be
zorgdheid voor zijn zieleheil en al evenmin, wijl de krenten
mik hem lekkerder zal smaken als hij weet zijn vriendje in
de gelegenheid te hebben gesteld er ook zoo een te krijgen.
Het motief is veel eenvoudiger: er staat een belooning op iiet
aanwerven van nieuwe leerlingen, een plaat, waarop in
bonte kleuren het een of ander bijbelsch tafereel staat afge
beeld. Leen van Berckel wilde zich dat buitenkansje niet
laten ontgaan en hij is zijn zendingstocht begonnen bij
Jeruzalem, in de persoon van zijn naasten buurman op de
schoolbanken. Nu hij Adriaan eenmaal gevangen heeft, be
moeit hij zich verder niet veel meer met hem. Hij is nu bezig
aan het werven van een tweeden candidaat, voor wien hij
zoo goed als al zijn aandacht noodig heeft. Adriaan hind,
de verminderde belangstelling van zijn vriendje weinig ol
in 't geheel niet, ook wijl de nieuwe omgeving hem zoo-eel I
te zien en te overdenken geeft. De meester is een ambachts
man uit het stadje, aan wien niet veel te beleven va|t. In I
naam de „baas" op de Zondagsschool, domineert hij er toch
niet. Dat doet de juffrouw, die om de andere week vertelt
en in een van de groote landhuizen even buiten Waterdam
woont.
Wordt vervolgd