AMARYLLIS
Stekeligheden
HET PROBLEEM VAN DEN DAG
voor vele huisvrouwen
KNIPPATRONEN De practische huisvrouw
Stoffenhuis J. MONNICKENDAM
K&G
10
„VAN EN VOOR DE VROUW"
UITGAVE DER VTJF SAME NWERKENDE CHRTSTEI.TJKE DAGBLADEN
1621 JANUARI 1939 B
Kamerplanten
1 (Hippeastrum)
PE CREEDS zagen wij bij een particulier de
nj IA Amaryllis bloeien, doch dat was wel
wat vroeg, en mooi was hij dan ook niet.
1 m' Bij bloemisten is dat wat anders, die hebben
in dezen tijd volop bloemen van deze bui
tengewoon fraaie plant, die ze voor bloem-
stukken gebruiken of ook wel als afgesne-
p. j den bloem verkoopen.
Het is met eenige moeite wel mogelijk om
zelf zoo 'n fraaie bloem in huis te kweeken.
Men moet daartoe beginnen met een bloei-
bare bol te koopen. Deze zijn niet goedkoop,
3 V( (f 1.00 a f 1.25), doch bij goed behandelen
heeft men er jaren aaneen wat aan. Eerst
burl van de bloem, daarna van de mooie blade-
j ren, die veel op die van de clivia gelijken
en tot den nazomer blijven.
In Januari of Februari gaat men de bol in
een pot zetten, die niet te wijd moet zijn.
ith Tusschen de bol en den potrand moet niet
meer dan 2 a 3 c.M. ruimte zijn. De aarde
npt{ moet goed vruchtbaar, doch niet stijf zijn,
dus bladaarde met wat klei en zand en goed
verteerde mest. Onder in den pot doet
1 een laagje potscherven of desnoods grint,
1 wat altijd bij het oppotten van planten
„,b. noodig is.
neb Wanneer het grondmengsel na wat stevig
P- aangedrukt te zijn tot iy2 a 2 c.M. be
neden den potrand is gekomen, maakt men
in de aarde een kuiltje en zet daarin de
bol, die voor ongeveer driekwart boven den
grond moet blijven. De aarde om de bol
drukt men wat aan en het werk is gebeurd.
1 Wij zetten de pot op een warme
plaats, b.v. op den schoorsteen
mantel en geve zoo goed als geen
water.
ez Dit laatste moet men goed in acht nemen,
want men loopt, als men water geeft gevaar,
dam dat de bladeren zich Saan ontwikkelen vóór
00 de bloem verschijnt en de bloem kort en
erro; onontwikkeld zal blyven.
Dus voorloopig weinig water.
andj ^ij hebben reeds vele jaren in onze kamer
een Amaryllis, die altijd mooi bloeit en volle
:on bewondering van menigeen trekt en geven
v.™ deze totdat de bloemknop te voorschijn
komt uit de steel, dat is als deze ongeveer
Md 50 c.M. lang is, niet meer dan eens per week
'elni! een half theekopje water. Daarna geven we
meer en bij den bloei wordt dagelijks een
kopje lauw water gegeven. Nooit koud,
altijd goed warm. Warmer dan kamertem-
Hi peratuur. (Dit geldt altijd voor het begieten
van potplanten).
Er zal zich op deze wijze een krachtige
rg bloemsteel ontwikkelen en de bladeren blij-
plven achter in groei.
Na den bloei wordt de bloemsteel kort bij
p' de bol afgesneden en gaat men door met
n water geven. Nu ontwikkelen zich de fraaie
bladeren en is het tijd om goed te bemes-
Wij doen dit steeds met een of andere
kamerplantenmest, hoewel vloeimest ook
goed, doch niet zoo zindelijk is.
Men moet bedenken dat nu de bloem voor
den volgenden bloei gevormd moet worden
in de bol. Daartoe werken bladeren en wor
tel samen. Heel goed is het de pot met de
plant nu buiten in den tuin op een beschutte
plaats in den grond in te graven. Men laat
de bladeren groeien totdat ze gaan verwel
ken. Dat zal omstreeks September, soms
later het geval zijn.
Geef dan geen water meer en zet de pot
met de bol op een droge plaats, waar geen
gevaar voor vriezen bestaat. Bij mij staat de
pot altijd in de (verwarmde) kamer op 'n on
opvallende plaats. In begin Februari begint
de bol weer leven te vertoonen. Dat behoort
ze althans te doen. In elk geval haalt men
ze weer te voorschijn, reinigt de bol wat
van de doode schubben, ververscht de
bovenste aarde èèn a twee centimeter en
plaatst de pot weer op een warme plaats.
Om de drie of vier jaar geeft men de ge-
heele pot versche aarde.
Zoo heeft men elk voorjaar een van de
mooiste bloemen in bloei en zal men van
de vrij groote eerste uitgave voor een bol
geen spijt hebben.
NUTRICIA-
KINDERMEEJ-
Onze TUIN
Werk voor de eerstvolgende weken
In de eerstvolgende weken is in den tuin
reeds een en ander te doen.
Voor alles moet men, indien men het niet
reeds deed, het benoodigde zaad en pootgoed
bestellen bij een vertrouwd zaadhandelaar.
Daarmede moet niet gedraald worden. Laat
bestellen beteekent in het drukke seizoen
nog later ontvangen en kans op uitverkocht
van het bestelde. Koop nooit zaad van
onbekend adres, noch op de markt of
aan de deur. Men krijgt dan veelal zaad van
een vorigen oogst, dat opgeruimd is en de
kiemkracht verloren heeft.
In den bloementuin bloeien reeds de sneeuw
klokjes en zullen ook crocusjes en winter-
aconieten haar pronk ten toon willen stellen.
Andere bolgewassen komen boven den grond.
Daarom voorzichtig met grondwerk tusschen
de planten, want ge weet misschien niet
meer, waar wat op zal komen. En zoo licht
worden de nog onder den grond zich bevin
dende teere knoppen beschadigd.
Het dood hout van de heesters en hoornen
wordt weggesneden. De tuin, maar ook het
gewas moet er netjes uitzien. Snoeien zou
ik nu maar nalaten. Na den bloei de overtol
lige takken wat wegnemen kan geen kwaad.
Doch daar zou ik me bij hepalen.
Vruchtboomen kan men nog planten. Fram
bozen moeten nu tot kort boven den grond
afgesneden worden, de jonge scheuten die
straks ontstaan dragen vrucht, de oude niet.
Vruchtboomen moeten nu ook bemest wor
den, als het niet reeds is gedaan.
In den moestuin is nog niet veel te doen.
Wie nog niet heeft gespit kan het nu doen
als de grond niet te nat is.
Liefhebbers, die 'n warmen bak willen aan
leggen kunnen dit thans doen om vroege
groenten te krijgen, Ook in den kouden bak
kan men thans beginnen om daarin peulen,
doperwten en tuinboonen te leggen, 't Zaad
dicht aaneen leggen, na het opkomen veel
luahten en met midden Maart heeft men dan
planten om op de bestemde plaats te zetten.
In den vrijen grond kan men in Februari
sjalotten zetten en zaait men spinazie en
snijsla, raapstelen en worteltjes. In 't laatst
van de maand ook peulen, doperwten en
tuinboonen.
Gllux -furnxJenen
Tüjnolotojo
EEN zoon, die opzichter is by de Rijks
waterstaat (al is het dan maar op ar
beidscontract) en die deswege in Hendrik
Ido Ambacht woont, is niet zoo maar een
zoon. Men moet niet vergeten, dat hij de
scliepter zwaait over een paar kantonniers,
een hospita en somszeer gedeeltelijkover
een werk in uitvoering. Vraag aan den kleinen
Cornelis hoe hij over zijn broer Piet denkt
en hij zal u een modernen Hercules schilde
ren met een cigaret tusschen zijn lippen en
geld op zak, deze twee idealen van zelfstan
digheid die in ieder jongenshart leven. Piet
is een mijnheer (dezen indruk tracht hij zelf
te vestigen) die 's middags na zijn werk op
een eigen kamer zit met een eigen kachel
en een eigen teekenbord. Dan wordt er ge
klopt en Piet zegt: Binnen. Dan komt de
hospita binnen en zegt: Kan ik dekken,
mijnheerDan zegt Piet; Gaat Uw gang.
Dan eet Piet. Dan wordt er geklopt. Dan
zegt Piet: Binnen. Dan zegt de hospita: Kan
ik afnemen, mijnheer. Dan zegt Piet: Gaat
Uw gang. Dan gaat Piet aan 't werk. Dan
wordt er geklopt. Dan zegt Piet: Binnen.
Dan zegt de hospita: Uw thee, mijnheer. Dan
zegt Piet: Och mevrouw Schollevaar, brengt
11 nog een kopje, ik verwacht vanavond be
zoek van Mijnheer Meyer. Dan zegt de hos
pita: U krijgt 't subietmijnheer. Enz.
Zoo gaat dat met Piet. Hij gebruikt een
sterk geparfumeerde toiletzeep en ruikt een
uur in de wind. Hij heeft een vest met een
revers en een schuine knoopenrü. Is hij al
heelemaal twintigIk weet het niet precies,
maar hij spreekt graag over „de meisjes".
Niks voor hem. Aan zijn lijf geen polonaise.
Tien aan iedere hand. Maar hem niet gezien.
Hij verblikt of verbloost niet voor de be
langstelling aan zijn persoon gewijd door de
meest aantrekkelijke jmoordgriet" met het
meest coquette kaboutermutsje op. Hij stemt
mij toe, dat 't aardig goedje is, maar je moet
ze niet aan je hals hebben hangen, want als
je maar tegen ze lacht, dan willen ze meteen
al meubeltjes jaan kijken.
Hij treitert Katie en Ketie net zoo lang tot
ze hem met vereende krachten aanvliegen,
zoodat er eindelooze stoeipartijen ontstaan,
waarbij men Cornelis als een trouwen vazal
aan Piets zijde vindt. Laat Piet voor mijn
part die akelige meiden maar eens op hun
falie geven. Soms veranderen de meisjes van
tactiek en gniffelen over een zekere Liesje,
die ze alweer met een ander hebben zien
loopen. Ze begrijpen niet, dat sommige jon
gens zich zoo gemakkelijk door zoo'n kind
op sleeptouw laten nemen. Jongens zijn
zulke akelige dieren. Je kunt niet vriende
lijk tegen ze kijken of ze sturen je allerlei
sentimenteele briefjes. In zulke gevallen
bloost Piet tot in zijn gladgeschoren nek en
de meisjes laten niet na daar uitvoerig de
aandacht op te vestigen, zooda' Piet zijn
toevlucht neemt tot de radio en deze op
uiterste capaciteit laat spelen.
Daar zitten Daatje en ik dan bij en voelen
ons wijs en bedachtzaam. Daatje heeft dan
nog haar trots op dien robusten zoon, vleesch
van haar vleesch, die ons een rumoerige
Zondag komt bezorgen. Ze heeft Zaterdags
avonds, als ik in de winkel ben, een onder
onsje met hem en bespreekt de kleine men-
schelijke nooden en behoeften van den groo
ten man, die wel eens een nieuwe knoop
aan zijn onderbroek noodig heeft en daar
zijn hospita niet om durfde vragen. Dat gaat
ook niet. (Er wordt geklopt. Piet: Binnen.
De hospita: Wenscht mijnheer ietsPiet
(met het voorwerp in zijn hand): Wilt u
eens even een knoop aan mijn onderbroek
zetten). Daarmee zakt een mensch direct
een eind. Uit dat onderonsje met Piet komt
Daatje 's Zaterdagsavonds altijd stralend te
voorschijn. En 's Maandags stopt ze een si
naasappel, een stukje chocola en een doosje
cigaretten in zijn koffertje, 't Zijn nog zulke
kinderen, pleegt ze te zeggen. Ze hebben
nog zooveel verzorging noodig. Ze drukt
haar robusten en zelfstandigen zoon
aan haar breeden boezem, trekt z'n das nog
wat omhoog tegen de gure kou en is de eer
ste uren na zijn vertrek niet te spreken.
Dinsdags krijgt ze een aanzichtkaart.
's Woensdagsavonds schrijft ze met drie
onderkinnen op haar broche gedrukt een
brief, waarin ze al onze (geringe) weder
waardigheden beschrijft, al is het maar dat
Katie en Ketie nieuwe schoenen hebben ge
kocht of dat vader vier dure vulpennen op
één dag heeft verkocht. Zaterdags krijgen
we een brief terug, als Piet tenminste zelf
niet komt, maar dat gebeurt maar eens
de maand. Mijn oudste zoon Jan meent, dat
Piet veel te vroeg onder toezicht vandaan is.
Als ik zijn zin deed benoemde ik in H. I. A.
een soort toezienden voogd. Maar ik vind die
sinaasappel, dat stuk chocola, die doos ciga-
retten en vooral die brief al toezicht genoeg.
Zoo teeken ik dan,
MIJNHEER DE MAN.
Waf efen we
volgende weelc
ZONDAG
vVitte ragoütsoep
Gehakt Zoete appeltjes
Citroenpudding
MAANDAG
Varkensfricandeau
Knolraap
Rijst met rozijnen
DINSDAG
Koud vleesch
Groene kool
Caramelvla
WOENSDAG
Stamppot van Zuurkool
met spek
Ommelet met jam
DONDERDAG
Gest. lever
Appelmoes
Griesmeelpuddin g
VRIJDAG
Runderlapjes
Postelein (uit flesch>
Flensjes
ZATERDAG
Gest. Varkensrolletjes
Preischoteltje
Appelvla
Van de met gemerkte Spijzen
vindt men de recepten hiernaast.
CITROENPUDDING
y2 liter water; 15 gr. poeder gelatine (één
pakje); 2 eieren; 200 gr. suiker (eenige
klontjes); sap van drie citroenen.
Het water wordt aan de kook gebracht met
de suiker. De citroenen gewasschen, ge
droogd en met de suikerklontjes wordt luch
tig over de schil gewreven, waardoor het
aroma in de suiker komt, die eveneens bij
het heete water wordt gevoegd, waarni
pan van het vuur wordt genomen. De eieren
worden zéér schuimig geklopt, waarna de
vloeistof er voorzichtig en roerende bijge
voegd wordt en het geheel af moet koelen.
Af en toe roeren en als de massa drillerig
wordt, overbrengen in een met koud water
omgespoelde vorm en stijf laten worden.
Presenteeren met droge biscuits.
GESTOOFDE LEVER
5 a 6 ons runderlever; 2 groote uien of 10
a 12 kleine uitjes; laurierblad; kruidnage
len; 1 blokje delfrite of 60 gr. margarine;
2 eetlepels bloem; peper; zout en %1. water.
We maken de uien schoon, snipperen ze; als
we kleine uitjes kunnen krijgen, dan blij
ven ze in hun geheel. De gewasschen lever
wordt in blokjes van 3 cm. ongeveer gesne
den en bestrooid met peper, zout en bloem.
We zetten lever, uien, boter of delfrite,
kruidnagelen en laurierblad op met 1.
water, brengen dit alles aan de kook, tem
peren de warmte-toevoer en laten het an
derhalf uur stoven. Is de vloeistof niet ge
noeg gebonden, dan voegen we wat aange
maakt bloem toe, laten alles nog even door
koken en doen alles in een dekschaal, waar
in de lever en saus worden opgedienr.
A'dJ
;r,pet nijpend tekort aan dienstpersoneel
C^"NVER enkele weken zal men op de
KJ stations telkens Duitsche dienstmeis
jes kunnen aantreffen, die al of niet uit-
,er geleide gedaan door de familie, welker
Jienst werd verlaten de reis naar haar
n* Vaderland, dat deze jonge vrouwen terug-
ehe/oept op straffe van verlies van het staats-
Surgerschap, gingen aanvaarden.
J^^Öffers vraagt de vaderlandsliefde wél van
leze meisjes. Zeer waarschijnlijk immers
20 lullen de materieele omstandigheden voor
kIJaar veel minder gunstig worden, dan die
ze in ons goede landje leefden.
5e Duitsche regeering dan roept deze dui-
senden onderdanen naar huis. Daar heeft
Nederland zich bij neer te leggen. Dat is nu
tenmaal zoo!
Waar, o, wat komen er nu vele gezinnen
'*Bl«oor S1"00*0 moeilijkheden te staan. De
lienstbodennood was reeds groot in ons
culbnd; de Duitsche maatregelen maken het
Jebrek aan goed huishoudelijk personeel
nijpend. Mét het afscheid van de
'p'veelgeprezen Lisel's en Lotte's en Mitzi's
et fordt de toestand in vele gezinnen precair,
%ndat zoo weinig Hollandsche krachten zich
®gJeschikbaar stellen.
Amsterdam, dat van de 20.000 vreemde meis-
,cb(p er 8000 in loondienst had, zal den slag
sterkst gevoelen. Maar ook in andere
schept deze globale uittocht moeilijk
je eden.
r len denke alleen maar eens aan Den Haag,
1119 at reeds vóór de bepaling door de Duitsche
verheid werd uitgeschreven, geregeld 200
ienstboden te weinig telde.
w
stel
In de provincies doet zich het tekort veel
minder sterk gevoelen. In Limburg, een deel
van Brabant, Drenthe, Friesland en Gronin
gen zijn meisjes genoeg beschikbaar.
Zullen die jonge vrouwen nu naar de ste
den trekken?
Het is te hopen.
Keus hebben ze in ieder geval te kust en te
keur. Vele provinciale bladen staan op 't
oogenblik althans vol advertenties van fa
milies uit groote steden.
Het is eigenaardig, dat het dienstbodenvak
zoo weinig in trek is. Sedert lang kiest het
gros der meisjes den arbeid in fabriek en
atelier boven die in het gezin. Dit verschijn
sel is hierom in zekeren zin vreemd, wijl
huishoudelijke arbeid veel meer afwisseling
biedt, dan de eentonige handgrepen, waar
voor de fabriek de meisjes vraagt. Bovendien
missen zij daar kost en inwoning, die men
financieel toch minstens op een gulden per
dag mag stellen. (De belastingadministratie
verhoogt voor een inwonend meisje het loon
met 45 per maand voor kost en inwoning.
Hiervoor zullen waarlijk wel goede gronden
zijn!)
Een dienstbode voor dag en nacht heeft het
zelfs beter dan vele jonge meisjes met H.B.S.-
opleiding, die vaak lange werkdagen hebben
tegen een vergoeding van 20 a 30 per
maand en meer moeten uitgeven aan klee
ding.
Meisjes, die dit peil vanontwikkeling niet
bereikt hebben, beschouwen een baantje als
winkeljuffrouw veelal als zeer begeerens-
waard. Dan kunnen ze immers jongedames
worden!
Dat in een dergelijk beroep niet veel ver
diend wordt, is voor dochters uit werklooze
gezinnen meestal geen bezwaar, omdat de
steun altijd evenredig verminderd wordt met
vaste inkomsten van de gezinsleden.
Van dienstbodennood mag gesproken wor
den; van een tekort aan jonge vrouwen uit
de milieus, waaruit het dienstpersoneel ge-
recruteerd wordt, echter geenszins.
En daarom zien wij de moeilijkheden, door
het wegtrekken van de vreemde meisjes
veroorzaakt, in 't algemeen genomen, niet
door een al te donkere bril.
Trouwens, als we b.v. de statistische gege
vens, welke in verband staan met het dienst
bodenprobleem, beschouwen, dan komt men
tot de conclusie, dat reeds sedert eenige ja
ren (vanaf 1933) het aan I Nederlandsche
dienstboden toeneemt, en het aantal buiten-
landsche krachten vermindert
Waar tot en met 1937 in totaal het aantal
Nederlandsche meisjes met 1949 vermeer
derde en deze stijging in 1938 voortduurde,
is er alle reden, aan te nemen, dat de ont
wikkeling in dezelfde richting zal voortgaan.
Vooral nu, in verband met de groote vraag
en het thans nog geringe aanbod, de loonen
uiteraard omhoog gaan, in ieder geval al
thans in de gevallen, waar deze aan den
lagen kant waren.
Er is nóg een reden om niet te wanhopen
aan de mogelijkheid van voorziening in de
groote leemte, die thans ontstaat.
Heeft men wel eens opgemerkt, dat op een
advertentie, waarin een huishoudelijke hulp
wordt gevraagd, steeds vele brieven komen,
ook in tijden waarin vrijwel geen dienst
meisjes zich aanbieden? Dit bewijst, dat er
wel een groot aantal meisjes is, dat als hulp
in de huishouding een betrekking wil aan
vaarden, welke meisjes óf uit een beter
milieu komen, of een buitengewonen tegen
zin hebben, een echte dienstbode te worden.
Ongetwijfeld is deze houding voor een deel
op de debetzyde van mevrouwen te schry-
ven, die weinig sociaal voelend altijd
de gedienstige achteruit zetten, haar bij wijze
van spreken met voorliefde zooveel mogelijk
de broodkapjes en opgewarmd eten geven,
zich er niet om bekommeren of de keuken
koud en vochtig is, en nooit eens belangstel
ling toonen voor de persoonlijke aangelegen
heden van het personeel, dat vaak hunkert
naar een beetje meeleven.
Tegenover de meisjes uit den vreemde heb
ben vele dames een hartelijkheid en in
schikkelijkheid betoond, die voor de dienst
baren uit eigen land ongekend was. Toch ii
een meisje uit Groningen, Friesland, Zee
land of Limburg, dat naar 't centrum van
ons land trekt, ook dikwijls eenzaam, en
zou een beetje hartelijker contact met uC
werkgeefster waarbij de noodige afstand
uitstekend bewaard kan blijven op hoo-
gen prijs stellen en het ver-van-huis-zyn
gemakkelijker te dragen achten. Wie gevoelt,
in deze dingen tekort geschoten te zyn!
komt thans goed in de gelegenheid, haar
houding te herzien.
Doch dit terijde.
Een andere kwestie is, of het soms aanbeve
ling zou verdienen, de betiteling van dienst
bode, meid, dienstmeisje zooveel mogelijk te
gaan vermijden, en te gaan spreken van
„hulp in de huishouding", of „huishoudelijke
hulp", korter nog, enkel „hulp". Ergens lazen
we de suggestie, om van huismeisje te gaan
spreken. Maar 't lijkt ons toe, dat dit woord
spoedig denzelfden ongewenschten klank
zou verkrijgen, als dat tot welks vervanging
het diende. Onze taal is misschien nog wel
geschiktere benamingen rijk dan de tot nu
toe genoemde.
Het dienstbodenprobleem, dat naar een op
lossing zoekt, heeft nog andere kanten, dan
die waarover thans een enkel woord gezegd
werd. Daarom willen we de volgende week
nog eenige regelen aan dit uitermate belang
wekkend onderwerp wyden.
MODE VAN DEN DAG. Een elegant namiddagtoilet can crèpe-satijn,
waarop als versiering bladvormige borduursels werden aangebracht.
Het model voor dit charmant meisjesman
teltje is geschikt voor den leeftijd tot en
met 5 jaar. Behalve met een klein ruit-
dessin zooals de
teekening hier
aangeeft, kan men
het manteltje ook
van een soepele
effen wollen stof
maken.
De meest voor
komende stof-
breedte voor dit
voorjaarsmantel
tje is 130 c.M.
De hoeveelheid
stof die men noo
dig heeft va
rieert van 1,20
tot 1,60 Meter.
De juiste hoe
veelheid wordt
op het patroon
aangegeven. Op
een lichte zomer
stof kan men over
1 f het stoffen kraag
jeJ je een kraagje
1' J j maken van
i' I zijden waschbare
J i piqué. Het kraag
je van piqué
maakt men iets
LmH grooter dan dat
van stof.
f volgende
I maten worden
voor het mantel-
tje genomen:
De halve boven
wijdte, van mid
denachter, onder
den arm door meten, tot middenvoor.
De lengte, van het hoogste punt op den
schouder, naast den hals, zoo lang men
het manteltje wenscht.
De mouwlengte, van den schouderknokkel,
recht naar beneden meten, tot den pols.
Men vermelde s.v.p. hiervoor ook den
leeftijd.
De prijs van het op maat gemaakte patroon
bedraagt 40 cent plus 5 cent porto, toe Ie
zenden aan de Redactie van „Van en Voor
de Vrouw", adres: Administratie van ons
blad.
By de aanschaffing van werkmateriaal moet
men nimmer te zuinig te werk willen gaan,
aangezien goedkoop steeds duurkoop betee
kent.
De levensduur kan men aanmerkelijk ver
lengen, indien men stoffers, bezems, lui
wagens, enz. hangende opbergt r.a het ge
bruik. Een deel van het materiaal zal men
en binnenplaatsje of op een balcon ber
gen doch lange stoffers, zeilvegers, enz., alles
rat bij kamer doen gebruikt wordt komt in
de werkkast en hiervoor laat men haken
de deur bevestigen, terwijl men een
ring in den bovenkant van de steel schroeft.
Het laatste is veel practischer dan touw, dat
aan' slijtage onderhevig is.
Voor het reinigen van borstels, stoffers, zeil
vegers enz. neemt men warm zeepsop, waar
aan men wat ammoniak toegevoegd heeft,
en die men daarna herhaaldelijk naspoelt
Borstels, waarvan de haren samenklitten
worden met een grove kam uitgekamd.
Geverniste bovenkanten van stoffers enz.
worden vooraf met olie ingewreven, opdat
het zeepwater de glans niet doet verdwij-
Dadelijk nadat ze gespoeld zijn worden
ze goed afgedroogd en met was ingewreven,
die men er in laat trekken. Hangende laten
drogen in de lucht
Zeilvegers, die steeds met een met was in
gewreven vloer in aanraking komen, moeten,
evenals z.g. „mops" vooral vaak gewasschen
worden.
No. 18
ALLES wat U noodig hebt voor
JAPON- of MANTELSTOFFEN
vindt U het voordeeligst bij:
HOOGSTRAAT 351 hoek Spui, Rotterdam
Ook kunt U Uw japon laten knippen
voor 1.knippen en rijgen 2.—;
Mantelknippen 2.—; knippen en rijgen
3.—; Japon geheel gemaakt 7.50.
NIEUWSTE PLATEN ter inzage.
NUTTIGE WENKEN
Een keurig onderhouden fornuis is de trots
van iedere huisvrouw .Vooral de bovenplaat
kost nogal veel werk om glad en glimmend
gehouden te worden. Eerst neemt men deze
met een prop courantenpapier af en daar
na schuurt men erover met schuurpapier of
beter nog schuurlinnen, dat men over een
oud vloeiblok heeft gespannen. Men behoeft
zich niet bang te maken, dat de handen vuil
worden en gaat vlug met het blok over
bovenplaat.
MELLONA en ADELSH0EVE
HONING
VLOEIBARE ZONNESCHIJN
GEZONDHEID met lepels
VRAAGT UW WINKELIER
N.V. Bijenstand „MELLONA" Santpoort
Uw DAGELIJKSCH Kopie KOFFIE
Uw DAGELIJKSCH Kopje THEE
maar
allebei
van
N.V. Kanis Gonnink, Importeurs, Kampen
Huile-Anti-Ride
Jeugdige huid
behouden. De Antl-Ride loti.
'ong te blijven.
Viüft enkele druppels lotion goed
ooger
>elde
■slapte plekken. 1
■al om
U zien, dat de huid glad wordt.
Verkrijgbaar b|j Kappers en schoonheids
salons. 1.251.75.
Indien niet te verkrijgen tegen Inzending van
het bedrag aan den Importeur:
H. MESKEn. Tnsmanstraat 198, Den Haag