BABYJURKJE
Nausikaa, het ideale jonge meisje in de
klassieke literatuur
„VAN EN VOOR DE VROUW'
UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
a7 JANUARI 1939 A
De redactrices van het Vrouwenblad
wenschen langs dezen weg alle lezeres
sen (en eventueele lezers) een gelukkig
en gezegend 1939.
Zij zetten haar taak in het nieuwe jaar
weer vol moed voort, in de hoop en
het vertrouwen dat „Van en Voor de
Vrouw" steeds meer en beter aan de
wenschen van de lezeressen zal vol-
Voor op- en aanmerkingen uit den
lezerskring houden zij zich bij den
voortduur aanbevolen. Al zal 't niet al
tijd en direct mogelijk zijn om aan alle
verlangens te voldoen. Alleen als er een
voortdurend contact bestaat, zal het
mogelijk zijn „Van en Voor de Vrouw"
zooveel als 't kan aan de verwachtingen
te doen beantwoorden.
Brieven schrijven
is een kunst
Worden zij bewaard of...?
Op de vraag: „Kunt gij een brief schrijven?"
zal bijna iedere vrouw ietwat verwonderd
antwoorden: „natuurlijk!" Wanneer wij
echter denken aan het schrijven van goede
brieven, dan bestaan deze niet alleen uit een
opsomming van dagelijksche gebeurtenissen,
doch dan zal de inhoud ook van ons inner
lijke wezen moeten weergeven, waardoor
hechte banden blijven bestaan tusschen
menschen, die vele honderden kilometers
van elkander verwijderd zijn.
Om de waarde van brieven te kunnen be-
oordeelen is niet zoo heel moeilijk, hiervoor
hebben wij ons slechts in herinnering te
brengen of wij feitelijk in den loop der jaren
wel vele epistels hebben ontvangen, die tot
ons innerlijk spraken. Brieven, die niet na
lieten ons door hun inhoud op een hooger
plan te brengen, ontvangen we slechts zel
den. Zeker er zijn menschen, die op hoogen
leeftijd nog brieven uit hun jeugdjaren in
hun bezit hebben, doch deze worden meer
als reliquieën beschouwd. We denken o.a.
aan brieven, gewisseld tusschen ouders en
kinderen, tusschen goede vrienden en tus
schen verloofden, die menigmaal tientallen
jaren, vergeeld als ze zijn, in een afgesloten
laatje bewaard worden. Naast deze dierbare
herinneringen hebben we allen meermalen
brieven ontvangen, die blijk geven van
vluchtig en met weinig zorg geschreven te
zijn. Brieven, waarvan ce inhoud ons niets
zegt, die we achteloos terzijde leggen, die
het bewaren niet waard zyn en die versnip
perd hun weg naar de prullenmand vinden.
Het beste ervaren we, dat brieven schrijven
een kunst is, als we denken aan die brieven,
welke ons teleurstelden. Wie onzer heeft
niet eens een vriendin gehad, die we veel
spraken en voor wie we veel sympathie
voelden. Plotseling zal zij om een of andere
reden naar een andere plaats vertrekken en
we beloven elkander te schrijven. Vol span
ning zien we haar eersten brief tegemoet,
die ons teleurstelt, omdat de inhoud ons
niets zegt en het geheel maakt den indruk
van vluchtig geschreven te zijn. Is dit de
zelfde vrouw, met wie w^e alles konden be
spreken, omdat we elkander volkomen aan
voelden?
Andere brieven volgen, doch hieruit spreekt
een zelfde geest en het gevolg is, dat de
correspondentie zeldzamer wordt en brie
ven tenslotte uitblijven. Totdat de be
trokkene in haar vroegere omgeving terug-
C ONRADS
GROOTS MARKT 8
ROTTERDAM
HANDWERK-BENOODIGDHEDEN
keert. We ontmoeten elkander weer en
blijkt, dat de vriendschapsbanden weer
hecht zijn als voorheen. Hoe komt dat?
Alleen omdat de meeste menschen geen
brieven kunnen schrijven of althans denken,
dat zij hun gedachten niet op papier kunnen
brengen; hoewel ze heel veel zouden willen
vertellen.
Verstonden de menschen van vroegere
generaties misschien beter de kunst om hun
gedachten te concentreeren en is het haastige
tempo van onzen tijd wellicht schuld, dat
we ons van alles even vlug trachten af te
maken?
Wanneer we ongedwongen, al schrijvende
spreken, zal een brief een veel prettiger in
druk maken, dan dat we ons zetten om iets
moois samen te stellen, waarbij het ver
stand, doch niet het hart spreekt Om een
brief te schrijven moet men tijd nemen en
niet met één oog op de klok een reeks zin
nen op papier zetten, zeker niet waar het
iemand geldt die ons na aan hét harte ligt.
Brieven schrijven is een kunst, die men zich
echter aan kan leeren, het is veelal een
kwestie van oefening, waarbij de gedachte
aan niet „kunnen" plaats moet maken voor
„willen".
Schrijven wat hoofd en hart ingeven en het
beeld van hem of haar voor wie de brief
bestemd is voor oogen hebben, zal maken,
dat de brief steeds met verlangen tegemoet
gezien en met graagte gelezen wordt.
Hoe de Fransche kok
kastanjes weet te gebruiken
door
Martine Wittop Koning
KASTANJEPURéE BIJ GEBRADEN
VARKENSVLEESCH. I
Reken per persoon ongeveer 200 gr. (2 ons)
kastanjes.
Wasch de kastanjes en kruis ze aan den
breeden kant in, zet ze op met een ruime
hoeveelheid koud water, laat dit aan de
kook komen en nog twee minuten doorko
ken. Pel de kastanjes (wat dan heel gemak
kelijk gaat) en laat ze in kokend water
verder gaar worden; wrijf ze fijn met be
hulp van een metalen zeef, een puréeknijper
of een molen. Breng de purée op de juiste
dikte door toevoeging van een scheutje
room (of melk met een flink klontje boter)
maak ze op smaak af met wat zout en liefst
ook wat peper, laat ze door en door heet
worden en presenteer ze of als omranding
van een schotel gesneden varkensgebraad
öf in een afzonderlijk dekschaaltje dat by het
vleesch wordt rondgegeven.
BOOMSTAM VAN KASTANJEPURéE. II
750 gr. (1 y2 pond) kastanjes, 125 gr.
pond) poedersuiker, 125 gr. (ongeveer 4
reepen) chocolade, 125 gr. (^4 pond) boter.
Behandel de kastanjes op dezelfde wijze, die
in het vorige recept is beschreven en wrijf
of maal ze fijn. Laat intusschen de reepen
chocolade in een klein pannetje smelten
(op den wasem van den ketel b.v. of „au
bain-marie"); meng ze met de suiker en
de gesmolten boter door de afgekoelde
kastanjepurée, en werk met een houten
lepel alles grondig door elkaar tot een vol
komen gelijke massa. Leg die op een met
wat olie ingevet velletje boterhampapier,
vorm er een rol van, wikkel die in het pa
pier en laat ze tot den volgende dag op een
koele plaats staan om op te stijven. Wikkel
er dan het papier af en snijd de beide uit
einden eenigszins schuin bij; trek er met een
vork in de rondte groefjes in, om er het
boomstam-uiterlijk aan te geven.
Bestrooi de rol met gemalen noten en druk
er hier en daar bij wijze van „knoest"
een halve noot in.
Snijd de taart bij het opdienen in plakjes.
Binnen enkele weken volgt bijpassend
jasje en muts. Wie dus dit snoezige
stelletje wil breien, beware deze be
schrijving zorgvuldig!
Benoodigd materiaal: 150 gr. Neveda Mis-
tinquette of Koraalwol, 5 knoopjes, 2y2 m.
smal lint en iy2 m. breed lint, 1 paar brei
pennen no. 3. Er komen 3 st. per c.M.
Jurkje
Voorpand:
Opzetten 123 steken.
Toer 1 en 2: 1 recht gedraaid (gedraaid
breien ontstaat door van achteren in te ste
ken) 1 averecht heen; 1 a. gedraaid lr.
T o e r 3 en 4: recht heen averecht terug.
Toer 124: tot de afgekante steken terug-
breien en omkeeren.
Hier begint de rechterschouder.
Toer 125 t/m 135: aan het begin van de
oneven toeren: 2 st. afkanten.
Toer 138, 140 en 142: eerste 5 st. afkanten.
Linkerschouder:
is het spiegelbeeld van de rechterschouder.
Rugpand:
wordt gebreid als voorpand t/m 98e toer.
T o e r 99: 9 x (3 a. 1 r. gedr.) 3 a.—
omkeeren.
Hier begint de rechterschouder.
Op deze schouder in streepmotief door
breien.
Toer 103: eerste 4 st. afkanten voor het
armsgat.
Toer 105 en 107: eerste 2 st. afkanten.
Doorbreien zonder minderen.
In de volgende toeren worden noppen inge-
breid, deze worden gebreid als volgt:
3 st. averecht samenbreien maar niet van
de pen af laten glijden, dan diezelfde steken
nogmaals recht en averecht samenbreien al
vorens af te laten glijden.
Deze nop wordt niet meer beschreven.
Toer 5: 12 r. 4 x (1 nop 21 r.) 1
Toer 6: en alle verdere even toeren: ave
recht overbreien.
Toer 7: 9 r. 4 x (1 nop 3 r. 1 nop
15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r.
Toer 9: 6 r. 9 x (1 nop 9 r.) 1
Toer 11: 3 r. 5 X (1 nop 15 r. 1
nop 3 r.).
T o e r 13: 10 x (1 nop 9 r.) 1 nop.
Toer 15: 10 r. 4 x (1 nop 1 r. 1
nop 17 r.) 1 nop 1 r. 1 nop
10 r.
T o e r 17: 9 r. 4 X (1 nop 3 r. 1 nop
15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r.
Toer 19: als toer 17.
Toer 21: als toer 15.
Toer 23: als toer 13.
Verder worden alle oneven toeren weer ge
woon recht gebreid.
Toer 27, 39, 51, 63, 75 en 87: aan begin en
eind 2 st. samenbreien.
Toer 98: 2 a. 36 X (2 a. samenbreien
1 a) 1 a.
T o e r 99: 18 x 3 a. 1 r. gedr.) —3 a.
Toer 100: 18 X (3 r. 1 a. gedr.) 3 r.
Beide laatste toeren steeds beurtelings her
halen.
T o e r 103 en 104: eerste 4 st afkanten voor
het armsgat.
Toer 105 t/m 108: eerste 2 st. afkanten.
Doorbreien in streepmotief zonder minderen.
Toer 123: middelste 5 st afkanten toer
uitbreien.
Linkerschouder:
is het spiegelbeeld van de rechterschouder,
echter worden aan de kant van het split 3 st
by opgezet bij wyze van onderslag.
Mouw:
Opzetten 50 steken.
T o e r 1 t/m 6: 1 r. gedr. la. heen; 1 r.
la. gedr. terug.
Toer 7: 25 x (1 meerderen 2 r.).
Toer 8: averecht
Toer 9: 12 r. 2 x (1 nop 21 r.)
1 nop 12 r.
Toer 10: en alle verdere even toeren: ave
recht overbreien.
T o e r 11: 9 r. 2 X (1 nop - 3 r. - 1
nop 15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r.
Toer 13: 6 r. 5 x (1 nop 9 r.) 1
Verder de rand inbreien zooals in de rand
van voorpand is beschreven.
Toer 29 t/m 48: aan het begin van elke
toer 2 st. afkanten.
Toer 49 t/m 56: aan het begin van elke
toer 3 st. afkanten.
Toer 57restant afkanten.
Het nieuwste snufje
op het gebied van
kinderwagens is ver
moedelijk wel de
kinderwagen met
voetrem, welke voor
al bij stilstaan op
helende straten en
wegen zeer goede
diensten kan be
wijzen.
Kraag:
Opzetten 65 steken.
Toer 1: 21 x (2 a. - 1 r. gedr.) —2 a.
T o e r 2: 21 X (2 r. 1 a. gedr.) 2 r.
Beide toeren beurtelings herhalen.
Toer 8: 21 x (lr. 1 meerderen - lr,
la. gedr.) 1 r. 1 meerderen 1 r.
Toer 9: 21 x (3 a. 1 r. gedr.) 3 a.
ToerlO: 21 X (3 r. - 1 a. gedr.) 3 r.
Beide laatste toeren steeds beurtelings her-
Toer 23: afkanten.
Alle deelen onder een vochtige doek luch
tig oppersen. Naden aan elkaar naaien.
Mouwen ingerimpeld inzetten. Kraag op
naaien. Langs de overslag 5 boogjes haken.
Op de onderslag de knoopen naaien. Het
smalle lint telkens onder de 3 samengebreide
steken van het zigzag-patroon en het bree-
dere lint langs de onderkant van de pas
doorrijgen.
Breiwerk moet met overleg
gewasschen worden
Menigmaal komt het voor, dat gebreide
kleedingstukken na enkele malen gewas-
sahen te zyn, vervilten en hard worden. In
de meeste gevallen is zoo'n stuk onbruik
baar, want ook de kleur heeft veel van
haar frischheid ingeboet. Vele huisvrouwen
begrijpen niet, dat de fout door haarzelf
begaan wordt en wel by het wasschen, w
by het water te warm is gebruikt. Men
doet verstandig goede vlofckenzeep in een
weinig heet water op te lossen en aan te
vullen met koud tot het goed lauwwarm is;
zelfde temperatuur gebruiken om te spoe
len, liefst meermalen.
In verband met het karakter van het ma
teriaal zal men ook aandacht aan het dro
gen moeten besteden en de kleedingstukken
in geen geval in elkander gevouwen weg
mogen leggen. Men begint met het natte
goed in een frotté-handdoek op te rollen,
waar veel van het vocht intrekt, daarna
rekt men het stuk in den vorm en legt het
vervolgens op een doek uitgespreid te dro
gen. Tusschen dubbele deelen wordt een
handdoek gelegd, waartoe men oude, niet
meer gebruikte kan bewaren.
Zeer verkeerd is het om gebreide kleeding
stukken zóó uit het spoelwater op te han
gen, want het naar beneden zakkende water
maakt het zwaar en doet het uitrekken.'
Gebreide kleedingstukken worden dus Jn
bijna koud en niet te vet sop gewasschen,
eenige malen nagespoeld, liefst in laatste
spoelwater een scheut azijn, daarna in frot-
tédoek oprollen en in den vorm gerekt plat
drogen (niet te dicht bij een kachel).
Breit zelf Uw wollen
kleeding
Nevenstaand moÜ<! is één
van de 28 nieuwste modellen
uit NEVF.DA WOLMODE
jNo. 27, het mode-tijdschrilt
op het gebiec' .van handbrei
werk, 'dat Van elk model een
even eenvoudige als nauw
keurige patroonsbeschrijving
geeft.
N.V. Nederlandsche Wolspinnerij,
Heerengracht 483, Amsterdam (C)
M., Gelieve mij omgaand te zenden NEVEDA
WOLMODE No. 27, 50 cent aan postzegel»
sluit ik hierbij in.
ADRES:m
fy/ur -fwnxjeK&n
■zyaolotop
f£Ko&Bn]& Aaojo!
deel UW man ook zoo
•Is (ilJ de voordeur binnenkomt?
Jal maar M«vrouw, dis kooklucht van roods
kool, prsl, of wat U ook kookt Is toch eigen»
Hjk heel gemakkelijk uit Uw keuken, en daar»
mee uM Uw geheels huh te verdrijven I De
kleine Waldorp stroomltjnventUator doet het
Uw keuken «Rijd frfich. nooit meer Uw ramen
beslagen. Prijs 124.—. Zendt U vandaag nog
onderstaande coupon in om een folder met
waldorp
ventilatoren n.v.
waldorpitr. 268
den haag
teL H2289-117610
Homerische vrouwenfiguren
Huishoudelijke bezigheden in vroeger tijden
HOMERUS is misschien de grootste dichter
geweest, die ooit leefde. Hij schiep twee
geweldige epische werken, die tesamen een vol
ledig beeld geven van de Grieksche wereld van
vóór 3000 jaar. Er is geen enkel volk uit dien tijd,
dat we zoo goed kennen als het Grieksche, en dat
hebben we voor een zeer groot deel aan Homerus
te danken, die ons in zyn Epos de Ilias schildert
de gevaren van den oorlog, het kampleven, van
een belegerde stad en «len wilden strijd, die de
hartstochten van wrok, wreedheid, laaghartige
valschheid den vrijen loop laat. Doch deze gewel
dige zang interesseert ons vrouwen uiteraard min
der, dan zijn tweede gigantische werk: de Odyssee.
In dit laatste schoone gedicht n.l. bezong de
naar men zegt, blinde poëet het huiselijk leven
uit zijn tyd in al zyn geledingen: hoe men slaapt,
hoe men eet en drinkt, zich baadt, zich amuseert
en speelt, ja zelfs wat de dienstboden doen en
hoe de verhouding tot haar meesteressen is.
Geen woeden van oorlog, doch gezelligheid en
vreedzaamheid. Overheerschen in de Ilias de man
nen met hun hartstochten, hier wordt de grootste
plaats ingeruimd aan de vrouwelijke eigenschap
pen van slimheid en verstand, de vrouwelijke
teederheid, zorgzaamheid en trouw. Het model
huishouden van Alcinoüs en Arétee, de huwe
lijkstrouw van Pénélopee, de vrouw van den
zwerver Odysseus, tooveren den lezer een toon
beeld van huiselijkheid en vrede voor oogen.
Werkelijk te betreuren is het, dat vrijwel alleen
de klassiek gevormde intellectueelen van Home
rus' boeiende dichtkunst genieten. Of neen, nog
enger is de kring van hen die dit kunstwerk
inderdaad weten te waardeeren, want van de
Gymnasiasten en lyceisten ontgaat den meesten
de schoonheid van de verzen, die ze moeizaam
hoewel Ilias en Odyssee in vrig gemakkelijk te
begrijpen Grieksch zijn gesteld in den oor-
spronkelijken tekst leeren lezen en dan vertalen.
Toch bestaan er uitstekende, het origineel zeer
nabijkomende, vertalingen, die veel van de
schoonheid ook voor in dezen zin ongeletterden
openbaren. Maar, ja hoe gaat het? Men komt er
niet toe
Daarom willen we eens op onze Vrouwenpagina
enkele grepen doen uit de Odyssee, grepen, die
speciaal tot ons vrouwen spreken.
Een lieftallig meiske
Allereerst staan we stil bij het jonge meisje Nau
sikaa, in wie al het liefelijke en aanvallige geïde
aliseerd is, en die in haar onbevangenheid en
natuurlijke vriendelijkheid op zeldzaam levendige
wijze geteekend wordt.
Terwijl Odysseus de hoofdpersoon van het ge-
heele epos, wiens lot het is, jaren lang te moeten
rondzwerven na een schipbreuk op een eiland
is geworpen, daar nu verscholen ligt te slapen aan
den kant van de rivier, is Nausikaa, de dochter
van den koning van dit eiland, in zijn omgeving
met haar slavinnen aan 't spelen met een bal. De
jonge prinses had zoo juist met haar dienstmeis
jes de wasch gedaan. Reeds 's morgens vroeg had
ze aan haar vader, Koning Alcinoüs, die toen
juist op het punt stond naar een raadsvergadering
te gaan, gevraagd een wagen voor de tamelijk
verre rit naar de waschgelegenheid aan de rivier
te mogen gebruiken.
Homerus teekent ons alleraardigst in de volgende
verzen, hoe 't vleistertje haar verzoek inkleedde:
„Heel dicht by kwam zij staan en ze zei tot
haar dierbaren vader:
„Lieve Papa, zeg, wilt gij misschien een muil
ezelwagen
In laten spannen, een hoogen, vlugloopend.
De prachtige kleeren
Die daar nu vuil blijven liggen, die zou ik dan
mee kunnen nemen
Naar de rivier, om te wasschen. Gereinigde
kleeren te dragen,
Past ook U zelf, wanneer gij, te midden der
edelste burgers,
Raadszitting houdt. En ook de vijf zonen, die
nog in uw huis zijn,
Twee al getrouwd en drie jonge mannen in
't bloeien der jaren,
Zij willen altyd, wanneer zij ten dans gaan,
zooeven gewasschen
Kleederen dragen, en dat komt op mijn hoofd
alleen neer..!" Zoo sprak zij.."
Natuurlijk gaf de Koning zijn toestemming, en
even later zien we het jonge meisje met haar
vriendinnen op weg. Als de plaats van bestem
ming bereikt is, worden fluks de kleederen in
het heldere water gereinigd.
Homerus vervolgt dan:
Toen zij ze hadden gewasschen, van al wat
onrein was gereinigd,
Spreidden zy z' uit langs de branding der zee,
waar het meeste de kiezels
't Zeewater schoon pleegt te spoelen aan 't
strand. Zij baadden zich daarna,
Wreven zich in met glanzige olie en namen
him maaltijd,
Hoog op den kant der rivier. En de kleeren
lieten zij drogen
Ginds, in de stralen der zon. En toen de sla
vinnen en zij ook
Zich dan met eten verkwikt, en hun sluiers
afgelegd hadden.
Speelden zy, zie, met een bal en Nausikaa
ging onder allen
Voor met haar blanke armen in 't spel...."
Toen nu per ongeluk de bal tusschen het riet aan
den kant der rivier terecht kwam, ontsnapte een
luide kreet van schrik den spelenden meisjes,
zoodat Odysseus plotseling uit zijn diepen slaap
ontwaakte.
Vreeselijk zag hy er uit, toen hij vanuit 't struik
gewas tevoorschijn trad, geheel bevuild als hy
was door het schuim van de zee. Geen wonder,
dat de meisjes gillend links en rechts wegvlogen
<im zich te verschuilen voor dien verschrikke-
lyken kerel. Slechts Nausikaa bleef kalm wach
ten, en stond den vreemdeling te woord, die, ont
roerd door de jonkvrouwelijke schoonheid van
het ongerepte meisje, niet eens, gelijk een smee-
keling toch placht te doen, zich voor haar voeten
durfde te werpen en haar knieën waagde te om
vatten, maar op een afstand staan blijvend, haar
hulp inriep.
Gedienstig, vriendelijk, maar toch gereserveerd,
helpt de prinses den schipbreukeling aan kleeren
en olie, zoodat Odysseus zich kan wasschen en
kleeden. Hy zoekt ook een onderdak in de stad,
maar kent niet den weg er naar toe. Natuurlijk
belooft het meisje hem dien te wijzen.
Wanneer Odysseus, geheel verzorgd naar het
uiterlijk, gratievol in zijn krachtige gestalte, weer
tevoorschijn treedt, is Nausikaa getroffen door
de schoone statuur van den vreemdeling, en kin
derlijk vertrouwt zij haar dienstmaagden toe, dat
ze een zoo schoonen man gaarne haar echtgenoot
noemen zou, al denkt zy geen oogenblik aan een
huwelijk met Odysseus zelf.
Geen aanleiding geven tot praatjes
Fier spreekt zy haar gast toe in welgekozen woor
den, waaruit blijkt, hoe zij onder geen beding by
het volk der Faeaken over de tong wil gaan, nu
zy den vreemdeling behulpzaam is.
En dan vertelt zy hem van het volk, dat dat door
haar vader geregeerd wordt en geeft den vreem
deling duidelijk te kennen:
De smaadlyke praatjes van dezen
Wil ik voorkomen, dat iemand niet naderhand
smale Ze zijn toch
Vreeslijk hooghartig in 't volk! en iemand
ons tegengekomen,
Argwanend zegt: „Wat is dèt voor een man,
die Nausikaa naloopt,
Groot en zoo schoon en een vreemdeling?
Wóar deed zij die op?
O, hy zal
Zeker haar man moeten worden!! Ze heeft
iemand, een zwerver,
Tot zich genomen, gered van zyn schip en
van verre gekomen."
Neen, Odysseus mag niet met haar samen door
de stad gaan, maar moet alleen achteraan komen,
want er mag geen aanleiding tot lasterpraatjes
gegeven worden: dat zou een schande voor haar
zyn, al zou zy het haar volk niet kwalijk nemen,
waar zy zelf het ook in een ander meisje zou
laken, wanneer dit een vreemdeling huwde met
voorbijgaan van de goede huwelijkspretendenten
van het eigen volk.
Het logeerbed wordt in gereedheid gebracht
De vreemdeling heeft het paleis van Koning Alci
noüs gevonden, en vertelt dan den vorst en zijn
echtgenoote Arétee van zijn omzwervingen en
ontberingen en van de gelukkige ontmoeting met
de aanvallige, lieve en zoo verstandige dochter
van het koningspaar. Natuurlijk mag de gast blij
ven logeeren, en op bevel van de Koningin wordt
daartoe het noodige in gereedheid gebracht.
Maar om ten besluite hiervan te verhalen, geven
we nog eenmaal Homerus het woord:
Toen gelastte Arétee
Blank was haar arm de slavinnen een
bed in de voorhal te zetten,
Daarover prachtige purpren tapijten en
doeken te spreiden,
Daaroverheen weer wollen dèkens tot dekking
te leggen.
Dezen gingen de zaal-uit, een fakkel houdend
in handen....
Toen zy het dikgelaagd bed zorgvuldig opge
maakt hadden,
Kwamen zy staan bij Odysseus en zeiden hem:
„Klaar is uw bed all
Kom, sta, vreemdeling, op en ga slapen!" Zoo
spraken die vrouwen.
Hem leek het heerlijk toe in een bed zich te
te slapen te leggen
Alzoo sluimerde daar degodlyke duider
Odysseus
In zijn gekruisriemde bed, in de dof weer
klinkende voorhal....n
i) Do G-rleksche dichtkunst is gekenmerkt door do
rhythmiek. Deze rhythmlek Is ook behouden In do
Hollandsche vertaling, van Dr Aegldlus W. Timmer
man, ultg. Paris, Amsterdam, die w|j gebruikten.
Elke regel wordt vers genoemd. De naam van het
vers is h e x m e t e r, en elk vers bestaat uit zes
of drl0 lettergrepen, die voeten
krijgt de eerste lettergreep
JN laten SPANnen, een HOOgen. vlugLOO-'
PendDe PRACHtlge KLEEren"
ena,