BABYJURKJE Nausikaa, het ideale jonge meisje in de klassieke literatuur „VAN EN VOOR DE VROUW' UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN a7 JANUARI 1939 A De redactrices van het Vrouwenblad wenschen langs dezen weg alle lezeres sen (en eventueele lezers) een gelukkig en gezegend 1939. Zij zetten haar taak in het nieuwe jaar weer vol moed voort, in de hoop en het vertrouwen dat „Van en Voor de Vrouw" steeds meer en beter aan de wenschen van de lezeressen zal vol- Voor op- en aanmerkingen uit den lezerskring houden zij zich bij den voortduur aanbevolen. Al zal 't niet al tijd en direct mogelijk zijn om aan alle verlangens te voldoen. Alleen als er een voortdurend contact bestaat, zal het mogelijk zijn „Van en Voor de Vrouw" zooveel als 't kan aan de verwachtingen te doen beantwoorden. Brieven schrijven is een kunst Worden zij bewaard of...? Op de vraag: „Kunt gij een brief schrijven?" zal bijna iedere vrouw ietwat verwonderd antwoorden: „natuurlijk!" Wanneer wij echter denken aan het schrijven van goede brieven, dan bestaan deze niet alleen uit een opsomming van dagelijksche gebeurtenissen, doch dan zal de inhoud ook van ons inner lijke wezen moeten weergeven, waardoor hechte banden blijven bestaan tusschen menschen, die vele honderden kilometers van elkander verwijderd zijn. Om de waarde van brieven te kunnen be- oordeelen is niet zoo heel moeilijk, hiervoor hebben wij ons slechts in herinnering te brengen of wij feitelijk in den loop der jaren wel vele epistels hebben ontvangen, die tot ons innerlijk spraken. Brieven, die niet na lieten ons door hun inhoud op een hooger plan te brengen, ontvangen we slechts zel den. Zeker er zijn menschen, die op hoogen leeftijd nog brieven uit hun jeugdjaren in hun bezit hebben, doch deze worden meer als reliquieën beschouwd. We denken o.a. aan brieven, gewisseld tusschen ouders en kinderen, tusschen goede vrienden en tus schen verloofden, die menigmaal tientallen jaren, vergeeld als ze zijn, in een afgesloten laatje bewaard worden. Naast deze dierbare herinneringen hebben we allen meermalen brieven ontvangen, die blijk geven van vluchtig en met weinig zorg geschreven te zijn. Brieven, waarvan ce inhoud ons niets zegt, die we achteloos terzijde leggen, die het bewaren niet waard zyn en die versnip perd hun weg naar de prullenmand vinden. Het beste ervaren we, dat brieven schrijven een kunst is, als we denken aan die brieven, welke ons teleurstelden. Wie onzer heeft niet eens een vriendin gehad, die we veel spraken en voor wie we veel sympathie voelden. Plotseling zal zij om een of andere reden naar een andere plaats vertrekken en we beloven elkander te schrijven. Vol span ning zien we haar eersten brief tegemoet, die ons teleurstelt, omdat de inhoud ons niets zegt en het geheel maakt den indruk van vluchtig geschreven te zijn. Is dit de zelfde vrouw, met wie w^e alles konden be spreken, omdat we elkander volkomen aan voelden? Andere brieven volgen, doch hieruit spreekt een zelfde geest en het gevolg is, dat de correspondentie zeldzamer wordt en brie ven tenslotte uitblijven. Totdat de be trokkene in haar vroegere omgeving terug- C ONRADS GROOTS MARKT 8 ROTTERDAM HANDWERK-BENOODIGDHEDEN keert. We ontmoeten elkander weer en blijkt, dat de vriendschapsbanden weer hecht zijn als voorheen. Hoe komt dat? Alleen omdat de meeste menschen geen brieven kunnen schrijven of althans denken, dat zij hun gedachten niet op papier kunnen brengen; hoewel ze heel veel zouden willen vertellen. Verstonden de menschen van vroegere generaties misschien beter de kunst om hun gedachten te concentreeren en is het haastige tempo van onzen tijd wellicht schuld, dat we ons van alles even vlug trachten af te maken? Wanneer we ongedwongen, al schrijvende spreken, zal een brief een veel prettiger in druk maken, dan dat we ons zetten om iets moois samen te stellen, waarbij het ver stand, doch niet het hart spreekt Om een brief te schrijven moet men tijd nemen en niet met één oog op de klok een reeks zin nen op papier zetten, zeker niet waar het iemand geldt die ons na aan hét harte ligt. Brieven schrijven is een kunst, die men zich echter aan kan leeren, het is veelal een kwestie van oefening, waarbij de gedachte aan niet „kunnen" plaats moet maken voor „willen". Schrijven wat hoofd en hart ingeven en het beeld van hem of haar voor wie de brief bestemd is voor oogen hebben, zal maken, dat de brief steeds met verlangen tegemoet gezien en met graagte gelezen wordt. Hoe de Fransche kok kastanjes weet te gebruiken door Martine Wittop Koning KASTANJEPURéE BIJ GEBRADEN VARKENSVLEESCH. I Reken per persoon ongeveer 200 gr. (2 ons) kastanjes. Wasch de kastanjes en kruis ze aan den breeden kant in, zet ze op met een ruime hoeveelheid koud water, laat dit aan de kook komen en nog twee minuten doorko ken. Pel de kastanjes (wat dan heel gemak kelijk gaat) en laat ze in kokend water verder gaar worden; wrijf ze fijn met be hulp van een metalen zeef, een puréeknijper of een molen. Breng de purée op de juiste dikte door toevoeging van een scheutje room (of melk met een flink klontje boter) maak ze op smaak af met wat zout en liefst ook wat peper, laat ze door en door heet worden en presenteer ze of als omranding van een schotel gesneden varkensgebraad öf in een afzonderlijk dekschaaltje dat by het vleesch wordt rondgegeven. BOOMSTAM VAN KASTANJEPURéE. II 750 gr. (1 y2 pond) kastanjes, 125 gr. pond) poedersuiker, 125 gr. (ongeveer 4 reepen) chocolade, 125 gr. (^4 pond) boter. Behandel de kastanjes op dezelfde wijze, die in het vorige recept is beschreven en wrijf of maal ze fijn. Laat intusschen de reepen chocolade in een klein pannetje smelten (op den wasem van den ketel b.v. of „au bain-marie"); meng ze met de suiker en de gesmolten boter door de afgekoelde kastanjepurée, en werk met een houten lepel alles grondig door elkaar tot een vol komen gelijke massa. Leg die op een met wat olie ingevet velletje boterhampapier, vorm er een rol van, wikkel die in het pa pier en laat ze tot den volgende dag op een koele plaats staan om op te stijven. Wikkel er dan het papier af en snijd de beide uit einden eenigszins schuin bij; trek er met een vork in de rondte groefjes in, om er het boomstam-uiterlijk aan te geven. Bestrooi de rol met gemalen noten en druk er hier en daar bij wijze van „knoest" een halve noot in. Snijd de taart bij het opdienen in plakjes. Binnen enkele weken volgt bijpassend jasje en muts. Wie dus dit snoezige stelletje wil breien, beware deze be schrijving zorgvuldig! Benoodigd materiaal: 150 gr. Neveda Mis- tinquette of Koraalwol, 5 knoopjes, 2y2 m. smal lint en iy2 m. breed lint, 1 paar brei pennen no. 3. Er komen 3 st. per c.M. Jurkje Voorpand: Opzetten 123 steken. Toer 1 en 2: 1 recht gedraaid (gedraaid breien ontstaat door van achteren in te ste ken) 1 averecht heen; 1 a. gedraaid lr. T o e r 3 en 4: recht heen averecht terug. Toer 124: tot de afgekante steken terug- breien en omkeeren. Hier begint de rechterschouder. Toer 125 t/m 135: aan het begin van de oneven toeren: 2 st. afkanten. Toer 138, 140 en 142: eerste 5 st. afkanten. Linkerschouder: is het spiegelbeeld van de rechterschouder. Rugpand: wordt gebreid als voorpand t/m 98e toer. T o e r 99: 9 x (3 a. 1 r. gedr.) 3 a.— omkeeren. Hier begint de rechterschouder. Op deze schouder in streepmotief door breien. Toer 103: eerste 4 st. afkanten voor het armsgat. Toer 105 en 107: eerste 2 st. afkanten. Doorbreien zonder minderen. In de volgende toeren worden noppen inge- breid, deze worden gebreid als volgt: 3 st. averecht samenbreien maar niet van de pen af laten glijden, dan diezelfde steken nogmaals recht en averecht samenbreien al vorens af te laten glijden. Deze nop wordt niet meer beschreven. Toer 5: 12 r. 4 x (1 nop 21 r.) 1 Toer 6: en alle verdere even toeren: ave recht overbreien. Toer 7: 9 r. 4 x (1 nop 3 r. 1 nop 15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r. Toer 9: 6 r. 9 x (1 nop 9 r.) 1 Toer 11: 3 r. 5 X (1 nop 15 r. 1 nop 3 r.). T o e r 13: 10 x (1 nop 9 r.) 1 nop. Toer 15: 10 r. 4 x (1 nop 1 r. 1 nop 17 r.) 1 nop 1 r. 1 nop 10 r. T o e r 17: 9 r. 4 X (1 nop 3 r. 1 nop 15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r. Toer 19: als toer 17. Toer 21: als toer 15. Toer 23: als toer 13. Verder worden alle oneven toeren weer ge woon recht gebreid. Toer 27, 39, 51, 63, 75 en 87: aan begin en eind 2 st. samenbreien. Toer 98: 2 a. 36 X (2 a. samenbreien 1 a) 1 a. T o e r 99: 18 x 3 a. 1 r. gedr.) —3 a. Toer 100: 18 X (3 r. 1 a. gedr.) 3 r. Beide laatste toeren steeds beurtelings her halen. T o e r 103 en 104: eerste 4 st afkanten voor het armsgat. Toer 105 t/m 108: eerste 2 st. afkanten. Doorbreien in streepmotief zonder minderen. Toer 123: middelste 5 st afkanten toer uitbreien. Linkerschouder: is het spiegelbeeld van de rechterschouder, echter worden aan de kant van het split 3 st by opgezet bij wyze van onderslag. Mouw: Opzetten 50 steken. T o e r 1 t/m 6: 1 r. gedr. la. heen; 1 r. la. gedr. terug. Toer 7: 25 x (1 meerderen 2 r.). Toer 8: averecht Toer 9: 12 r. 2 x (1 nop 21 r.) 1 nop 12 r. Toer 10: en alle verdere even toeren: ave recht overbreien. T o e r 11: 9 r. 2 X (1 nop - 3 r. - 1 nop 15 r.) 1 nop 3 r. 1 nop 9 r. Toer 13: 6 r. 5 x (1 nop 9 r.) 1 Verder de rand inbreien zooals in de rand van voorpand is beschreven. Toer 29 t/m 48: aan het begin van elke toer 2 st. afkanten. Toer 49 t/m 56: aan het begin van elke toer 3 st. afkanten. Toer 57restant afkanten. Het nieuwste snufje op het gebied van kinderwagens is ver moedelijk wel de kinderwagen met voetrem, welke voor al bij stilstaan op helende straten en wegen zeer goede diensten kan be wijzen. Kraag: Opzetten 65 steken. Toer 1: 21 x (2 a. - 1 r. gedr.) —2 a. T o e r 2: 21 X (2 r. 1 a. gedr.) 2 r. Beide toeren beurtelings herhalen. Toer 8: 21 x (lr. 1 meerderen - lr, la. gedr.) 1 r. 1 meerderen 1 r. Toer 9: 21 x (3 a. 1 r. gedr.) 3 a. ToerlO: 21 X (3 r. - 1 a. gedr.) 3 r. Beide laatste toeren steeds beurtelings her- Toer 23: afkanten. Alle deelen onder een vochtige doek luch tig oppersen. Naden aan elkaar naaien. Mouwen ingerimpeld inzetten. Kraag op naaien. Langs de overslag 5 boogjes haken. Op de onderslag de knoopen naaien. Het smalle lint telkens onder de 3 samengebreide steken van het zigzag-patroon en het bree- dere lint langs de onderkant van de pas doorrijgen. Breiwerk moet met overleg gewasschen worden Menigmaal komt het voor, dat gebreide kleedingstukken na enkele malen gewas- sahen te zyn, vervilten en hard worden. In de meeste gevallen is zoo'n stuk onbruik baar, want ook de kleur heeft veel van haar frischheid ingeboet. Vele huisvrouwen begrijpen niet, dat de fout door haarzelf begaan wordt en wel by het wasschen, w by het water te warm is gebruikt. Men doet verstandig goede vlofckenzeep in een weinig heet water op te lossen en aan te vullen met koud tot het goed lauwwarm is; zelfde temperatuur gebruiken om te spoe len, liefst meermalen. In verband met het karakter van het ma teriaal zal men ook aandacht aan het dro gen moeten besteden en de kleedingstukken in geen geval in elkander gevouwen weg mogen leggen. Men begint met het natte goed in een frotté-handdoek op te rollen, waar veel van het vocht intrekt, daarna rekt men het stuk in den vorm en legt het vervolgens op een doek uitgespreid te dro gen. Tusschen dubbele deelen wordt een handdoek gelegd, waartoe men oude, niet meer gebruikte kan bewaren. Zeer verkeerd is het om gebreide kleeding stukken zóó uit het spoelwater op te han gen, want het naar beneden zakkende water maakt het zwaar en doet het uitrekken.' Gebreide kleedingstukken worden dus Jn bijna koud en niet te vet sop gewasschen, eenige malen nagespoeld, liefst in laatste spoelwater een scheut azijn, daarna in frot- tédoek oprollen en in den vorm gerekt plat drogen (niet te dicht bij een kachel). Breit zelf Uw wollen kleeding Nevenstaand moÜ<! is één van de 28 nieuwste modellen uit NEVF.DA WOLMODE jNo. 27, het mode-tijdschrilt op het gebiec' .van handbrei werk, 'dat Van elk model een even eenvoudige als nauw keurige patroonsbeschrijving geeft. N.V. Nederlandsche Wolspinnerij, Heerengracht 483, Amsterdam (C) M., Gelieve mij omgaand te zenden NEVEDA WOLMODE No. 27, 50 cent aan postzegel» sluit ik hierbij in. ADRES:m fy/ur -fwnxjeK&n ■zyaolotop f£Ko&Bn]& Aaojo! deel UW man ook zoo •Is (ilJ de voordeur binnenkomt? Jal maar M«vrouw, dis kooklucht van roods kool, prsl, of wat U ook kookt Is toch eigen» Hjk heel gemakkelijk uit Uw keuken, en daar» mee uM Uw geheels huh te verdrijven I De kleine Waldorp stroomltjnventUator doet het Uw keuken «Rijd frfich. nooit meer Uw ramen beslagen. Prijs 124.—. Zendt U vandaag nog onderstaande coupon in om een folder met waldorp ventilatoren n.v. waldorpitr. 268 den haag teL H2289-117610 Homerische vrouwenfiguren Huishoudelijke bezigheden in vroeger tijden HOMERUS is misschien de grootste dichter geweest, die ooit leefde. Hij schiep twee geweldige epische werken, die tesamen een vol ledig beeld geven van de Grieksche wereld van vóór 3000 jaar. Er is geen enkel volk uit dien tijd, dat we zoo goed kennen als het Grieksche, en dat hebben we voor een zeer groot deel aan Homerus te danken, die ons in zyn Epos de Ilias schildert de gevaren van den oorlog, het kampleven, van een belegerde stad en «len wilden strijd, die de hartstochten van wrok, wreedheid, laaghartige valschheid den vrijen loop laat. Doch deze gewel dige zang interesseert ons vrouwen uiteraard min der, dan zijn tweede gigantische werk: de Odyssee. In dit laatste schoone gedicht n.l. bezong de naar men zegt, blinde poëet het huiselijk leven uit zijn tyd in al zyn geledingen: hoe men slaapt, hoe men eet en drinkt, zich baadt, zich amuseert en speelt, ja zelfs wat de dienstboden doen en hoe de verhouding tot haar meesteressen is. Geen woeden van oorlog, doch gezelligheid en vreedzaamheid. Overheerschen in de Ilias de man nen met hun hartstochten, hier wordt de grootste plaats ingeruimd aan de vrouwelijke eigenschap pen van slimheid en verstand, de vrouwelijke teederheid, zorgzaamheid en trouw. Het model huishouden van Alcinoüs en Arétee, de huwe lijkstrouw van Pénélopee, de vrouw van den zwerver Odysseus, tooveren den lezer een toon beeld van huiselijkheid en vrede voor oogen. Werkelijk te betreuren is het, dat vrijwel alleen de klassiek gevormde intellectueelen van Home rus' boeiende dichtkunst genieten. Of neen, nog enger is de kring van hen die dit kunstwerk inderdaad weten te waardeeren, want van de Gymnasiasten en lyceisten ontgaat den meesten de schoonheid van de verzen, die ze moeizaam hoewel Ilias en Odyssee in vrig gemakkelijk te begrijpen Grieksch zijn gesteld in den oor- spronkelijken tekst leeren lezen en dan vertalen. Toch bestaan er uitstekende, het origineel zeer nabijkomende, vertalingen, die veel van de schoonheid ook voor in dezen zin ongeletterden openbaren. Maar, ja hoe gaat het? Men komt er niet toe Daarom willen we eens op onze Vrouwenpagina enkele grepen doen uit de Odyssee, grepen, die speciaal tot ons vrouwen spreken. Een lieftallig meiske Allereerst staan we stil bij het jonge meisje Nau sikaa, in wie al het liefelijke en aanvallige geïde aliseerd is, en die in haar onbevangenheid en natuurlijke vriendelijkheid op zeldzaam levendige wijze geteekend wordt. Terwijl Odysseus de hoofdpersoon van het ge- heele epos, wiens lot het is, jaren lang te moeten rondzwerven na een schipbreuk op een eiland is geworpen, daar nu verscholen ligt te slapen aan den kant van de rivier, is Nausikaa, de dochter van den koning van dit eiland, in zijn omgeving met haar slavinnen aan 't spelen met een bal. De jonge prinses had zoo juist met haar dienstmeis jes de wasch gedaan. Reeds 's morgens vroeg had ze aan haar vader, Koning Alcinoüs, die toen juist op het punt stond naar een raadsvergadering te gaan, gevraagd een wagen voor de tamelijk verre rit naar de waschgelegenheid aan de rivier te mogen gebruiken. Homerus teekent ons alleraardigst in de volgende verzen, hoe 't vleistertje haar verzoek inkleedde: „Heel dicht by kwam zij staan en ze zei tot haar dierbaren vader: „Lieve Papa, zeg, wilt gij misschien een muil ezelwagen In laten spannen, een hoogen, vlugloopend. De prachtige kleeren Die daar nu vuil blijven liggen, die zou ik dan mee kunnen nemen Naar de rivier, om te wasschen. Gereinigde kleeren te dragen, Past ook U zelf, wanneer gij, te midden der edelste burgers, Raadszitting houdt. En ook de vijf zonen, die nog in uw huis zijn, Twee al getrouwd en drie jonge mannen in 't bloeien der jaren, Zij willen altyd, wanneer zij ten dans gaan, zooeven gewasschen Kleederen dragen, en dat komt op mijn hoofd alleen neer..!" Zoo sprak zij.." Natuurlijk gaf de Koning zijn toestemming, en even later zien we het jonge meisje met haar vriendinnen op weg. Als de plaats van bestem ming bereikt is, worden fluks de kleederen in het heldere water gereinigd. Homerus vervolgt dan: Toen zij ze hadden gewasschen, van al wat onrein was gereinigd, Spreidden zy z' uit langs de branding der zee, waar het meeste de kiezels 't Zeewater schoon pleegt te spoelen aan 't strand. Zij baadden zich daarna, Wreven zich in met glanzige olie en namen him maaltijd, Hoog op den kant der rivier. En de kleeren lieten zij drogen Ginds, in de stralen der zon. En toen de sla vinnen en zij ook Zich dan met eten verkwikt, en hun sluiers afgelegd hadden. Speelden zy, zie, met een bal en Nausikaa ging onder allen Voor met haar blanke armen in 't spel...." Toen nu per ongeluk de bal tusschen het riet aan den kant der rivier terecht kwam, ontsnapte een luide kreet van schrik den spelenden meisjes, zoodat Odysseus plotseling uit zijn diepen slaap ontwaakte. Vreeselijk zag hy er uit, toen hij vanuit 't struik gewas tevoorschijn trad, geheel bevuild als hy was door het schuim van de zee. Geen wonder, dat de meisjes gillend links en rechts wegvlogen <im zich te verschuilen voor dien verschrikke- lyken kerel. Slechts Nausikaa bleef kalm wach ten, en stond den vreemdeling te woord, die, ont roerd door de jonkvrouwelijke schoonheid van het ongerepte meisje, niet eens, gelijk een smee- keling toch placht te doen, zich voor haar voeten durfde te werpen en haar knieën waagde te om vatten, maar op een afstand staan blijvend, haar hulp inriep. Gedienstig, vriendelijk, maar toch gereserveerd, helpt de prinses den schipbreukeling aan kleeren en olie, zoodat Odysseus zich kan wasschen en kleeden. Hy zoekt ook een onderdak in de stad, maar kent niet den weg er naar toe. Natuurlijk belooft het meisje hem dien te wijzen. Wanneer Odysseus, geheel verzorgd naar het uiterlijk, gratievol in zijn krachtige gestalte, weer tevoorschijn treedt, is Nausikaa getroffen door de schoone statuur van den vreemdeling, en kin derlijk vertrouwt zij haar dienstmaagden toe, dat ze een zoo schoonen man gaarne haar echtgenoot noemen zou, al denkt zy geen oogenblik aan een huwelijk met Odysseus zelf. Geen aanleiding geven tot praatjes Fier spreekt zy haar gast toe in welgekozen woor den, waaruit blijkt, hoe zij onder geen beding by het volk der Faeaken over de tong wil gaan, nu zy den vreemdeling behulpzaam is. En dan vertelt zy hem van het volk, dat dat door haar vader geregeerd wordt en geeft den vreem deling duidelijk te kennen: De smaadlyke praatjes van dezen Wil ik voorkomen, dat iemand niet naderhand smale Ze zijn toch Vreeslijk hooghartig in 't volk! en iemand ons tegengekomen, Argwanend zegt: „Wat is dèt voor een man, die Nausikaa naloopt, Groot en zoo schoon en een vreemdeling? Wóar deed zij die op? O, hy zal Zeker haar man moeten worden!! Ze heeft iemand, een zwerver, Tot zich genomen, gered van zyn schip en van verre gekomen." Neen, Odysseus mag niet met haar samen door de stad gaan, maar moet alleen achteraan komen, want er mag geen aanleiding tot lasterpraatjes gegeven worden: dat zou een schande voor haar zyn, al zou zy het haar volk niet kwalijk nemen, waar zy zelf het ook in een ander meisje zou laken, wanneer dit een vreemdeling huwde met voorbijgaan van de goede huwelijkspretendenten van het eigen volk. Het logeerbed wordt in gereedheid gebracht De vreemdeling heeft het paleis van Koning Alci noüs gevonden, en vertelt dan den vorst en zijn echtgenoote Arétee van zijn omzwervingen en ontberingen en van de gelukkige ontmoeting met de aanvallige, lieve en zoo verstandige dochter van het koningspaar. Natuurlijk mag de gast blij ven logeeren, en op bevel van de Koningin wordt daartoe het noodige in gereedheid gebracht. Maar om ten besluite hiervan te verhalen, geven we nog eenmaal Homerus het woord: Toen gelastte Arétee Blank was haar arm de slavinnen een bed in de voorhal te zetten, Daarover prachtige purpren tapijten en doeken te spreiden, Daaroverheen weer wollen dèkens tot dekking te leggen. Dezen gingen de zaal-uit, een fakkel houdend in handen.... Toen zy het dikgelaagd bed zorgvuldig opge maakt hadden, Kwamen zy staan bij Odysseus en zeiden hem: „Klaar is uw bed all Kom, sta, vreemdeling, op en ga slapen!" Zoo spraken die vrouwen. Hem leek het heerlijk toe in een bed zich te te slapen te leggen Alzoo sluimerde daar degodlyke duider Odysseus In zijn gekruisriemde bed, in de dof weer klinkende voorhal....n i) Do G-rleksche dichtkunst is gekenmerkt door do rhythmiek. Deze rhythmlek Is ook behouden In do Hollandsche vertaling, van Dr Aegldlus W. Timmer man, ultg. Paris, Amsterdam, die w|j gebruikten. Elke regel wordt vers genoemd. De naam van het vers is h e x m e t e r, en elk vers bestaat uit zes of drl0 lettergrepen, die voeten krijgt de eerste lettergreep JN laten SPANnen, een HOOgen. vlugLOO-' PendDe PRACHtlge KLEEren" ena,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8