Debatten over Economische Zaken voortgezet Overdracht Rectoraat Theol. Hoogeschool te Kampen VRIJDAG 9 DECEMBER 1938 DERDE BLAD PAG. 9 Tweede Kamer Concurrentie van Belgische havens Mechanisatie der sigaren- industrie besproken Rijtijdenbesluit moet spoedig ingevoerd worden Vergadering van 8 December Pverzicht We zouden bijna verplicht zijn onzen lezers tweemaal hetzelfde geredht achter elkaar aan te bieden, 't Menu van Dins dagavond en van vandaag zou eigenlijk gelijk moeten zijn, omdat we den gehee- len middag hebben zitten luisteren naar een bespreking van onderwerpen, die zonder uitzondering ook Dinsdagavond de revue hebben gepasseerd, Het waren andere woorden, doch de toon [was dezelfde. We meenen echter het drei gende gevaar te moeten ontwijken, te meer pmdat we er niet aan zullen ontkomen mor- peii toch op al deze dingen terug te komen, als de Minister aan het woord zal z:jn geko men. Zoover is het nu nog niet Wel steeg het aantal sprekers tot 19, maar ile lijst is nog niet gesloten; één komt er zeker nog. i Het negental van vandaag liep nogal uit leen, ook al zonderen we de zonderling kost. van Tonningen uit. Volgens hem iksnmerkt de Regcering zich door haar on macht om de economische ontreddering te guiten en is de door Minister Steenberghe 'aanvaarde politiek die van Dr. Colijn, cl.w.z. j\an het winstbejag der liberale economie, fceleid door de vrijhandelstheorieën der Jood- fechs internationale. Onze 130 millioen steun voor den land- Jxjuw waren wel niet te ontkennen; toch openbaart zich daarin het werk van een mi nister, doordrenkt van liberaal-marxistische «rachting voor den landbouw. Laten we echter deze warhoofderij van een tireker, die zich veroorloofde te lasteren an een „hongerbewind", ter zijde, dan blijft i.ich nog een exponent in het debat in de orsoon van den heer Korten horst. Deze zong een zoo verheven lied op het l'ior minister Stcenberghe opgebouwde slui- :nd geheel van economische maatregelen, hl nog slechts op de verhoogde invoerrech- a wacht om geheel compleet te zijn, dat i in het licht der geschiedenis ons arkcl'jk te mooi was. Zelfs.de zes punten n 1935 van den heer Aalberse werden er i gesleept. Vermoedelijk zal men in Róomscheh kring d deze opsomming voor inwendig gebruik - die door Dr Kortenhorst niet voor hel ret ten beste werd gegeven erg in zijn hik zijn. Veel meer dan formalisme en 'lijn van woorden is hier echter niet aan- rzig. Materieel staat het iets anders voor li ieder, die zich herinnert hoe moeilijk lOinmige van de bedoelde wettelijke maat- iegelrn zijn geboren. Meer dan eens was pen in R. K. kring er slechts matig mee in- ftinoinen, omdat m,en van hoogst ovei'dreven einvaöhtingori was uitgegaan, festil j Heel voorziclitig, uiterst behoedzaam, .n ïifelork beïnvloed door onze anti-rev. voorman- ihei3p,.I, durven we gerust te zeggen, zijn we vip lianl-economisch gebied voortgeschreden cessen zijn vermeden. Men denke nog maar eens aan de neder ig van den heer Goseling bij de grond- 'rislierziening, toen het ging over „nieuwo 'tranen". Van zijn collectie amendementen hout onder minister De Wilde'3 critiek els over. Tenslotte stond hij volkomen al en. Ér ware meer te noemen. Infusschen zijn we het ook weer niet eens [iet de heeren Ir. Vos, v. Houten en jV ij n k o o ip, die betoogden, dat van de orde- ling vrijwel niets terecht gekomen is. Ook lef is overdreven. I Trcuwens hoe lang zijn we op dit ge- bezig? Nog slechts enkele jaren. En (schappelijke omvormingen moeten meien, hebben tijd noodig. Wie na twee ja- r op uitgaat om groote oogsten binnen len, handelt dwaas. Daarom maakte de iveiitarisatie van Ir. Vos ook weinig in- uk en kunnen we zijn drang waarbij heer Van Houten uit den aard dei- aak zich aansloot om meer tem,po te ionen, laten voor wat zij is: een gebaar lor volgelingen buiten de Kamer. In de Ka- ler heeft zoo'n groot woord echter weinig 'feet.. Natuurlijk is met dit alles niet gezegd, "dat •igi'en tot stand gebracht werd op sociaal- enncmisch gebied, geen waarde heeft. In- igendeel. Veel er van ligt geheel in de l'jn nz.oi' beginselen, was noodig en kan zeer utlig zijn, mits met voorzichtigheid toege ef De geest van socialen torenbouw moet lorden geweerd. Hot standpunt van den heer Botter- eg, die zich aan alle, vooral buiten de Ka- i?r gewekte, overdreven verwachtingen leende, leek ons liet m.eest juist. Zijn ver- iaan tot behoedzaamheid op dit terrein was olkomen deskundig en van pas. Niet *en nreehte ook maakte hij de opmerking, dat '9 ons moeten hoeden voor al te groote ge- "ndenheid op economisch terrein. Daardoor inden wel eens gevaren kunnen ontstaan 'ar de ipolitieke democratie. In deze lijn lagen ook enkele vragen om rent de toepassing der Bedrijfsvergunnin- enwet en aangaande den consenten-liandel. Pax, Duo NI ui l - l Anja; Wt wjik ti, d< de 3, el 45 ik a mal Een 'van de wenschen van den heer Vos gold ook de vergrooting van de credietver- leening. De heer Van Houten wenschte eveneens bescherming tegen de grootbedrij ven. In een keurig betoog vroeg de beer D on- ker voortzetting van Regeeringssteun voor de Rotterdamche haven ook na 193S, omdat Antwerpen op zoo ruime schaal den steun der Belgische Regeering blijft genieten. De heer Kortenhorst uitte denzelfden wensch. Omtrent de monetaire- en de handelsver- dragenpolitiek vroeg deze voorts nadere in lichtingen. Z.i. hebben we ons meer op het Westen te oriënteeren dan tot nu toe het ge val is. Gaarne wilde hij weten of we met pond of dollar op en neer gaan met onzen gulden. De heer Schouten behandelde, slechts één onderwerp. Hij betoogde de noodzake lijkheid, dat de Regeering gebruik maakt van het instituut voor Natuurwetenschappe lijk onderzoek. Deze zaak is wettelijk ge- regelt, maar de Regeering negeert eenvou dig het bestaan dezer wet en antwoordt niet eens op de voorstellen, welke haar door het bestuur van deze instelling zijn gedaan. We moeten op dit gebied niet den weg dor versnippering op. Dr. Kortenhorst wilde ook wel eenig uitsluitsel over de vraag: centralisatie ol niet? We vermoeden, dat Minister Steen- berghe thans klaren wijn zal moeten schen ken, nu de heer Schouten deze zaak heeft aangepakt. Enkele kleinere wetsontwerpen werden bij den aanvang der vergadering afgedaan. Bij dat betreffende een exploratie-contract voor olie met de Bataafsche bracht de soc.- dem. Stokvis nogmaals het uitgestreden punt: staats-exiploitatie ter sprake. Hij deed dit in den vorm van een motie, waarin een proef van beperkten omvang met staats-ex- ploitatie van aardolie van de bron tot aan de kust werd gevraagd. Op zichzelf is dat een heel zonderling iets. Want wie moet de voorafgaande zeer kostbare exploitatie van de terreinen beta len? Er zijn nog t<il van andere vragen te stellen, die we echter laten rusten tot don „nader te bepalen dag", waarop de motie in behandeling zal komen. Misschien kan dat gebeuren bij de Indische begrooting in Fe bruari 1939. Het wetje werd met 47 tegen 20 stemmen aangenomen. Met soc.-dem. en comm. stemde de N.S.B. tegen. Vrij uitvoerig werd vervolgens gesproken over het wetje, dat strekte om de beperking van de mechanisatie in de sigarcnindustric met twee jaar te verlengen. Er srijn bezwaren tegen, maar er zijn ook goede kanten aan. Een vrij gunstig antwoord ontving de heer Smeenk op zijn vraag of het mogelijk is ontheffing te verleenen als.een ondernemer aantoont met, het oog op zijn orders aanschaffing van machines niet te kunnen ontberen, terwijl het aanschaffen ervan leidt-tot tewerk stellen van meer per soneel en grooter exiport. Z.h.s. vereeni.gde de Kamer zich met den maatregel evenals met de drie jaren uitstel voor de invoering van de Psychopaten- wetten. Des avonds vermaakte de Kamer zich met Waterstaat, het meest onoverzichtelijke hoofdstuk der begrooting. We verwijzen daarom naar het verslag. Verslag Aandacht voor uitwassen en gevaren van 1 rust- en kartelwezen vroegen de heeren j 1 otterweg en Ir. Vos. Van daar tot, den i liddenstand was slechts één stap: Juist leze voelt zich te dezer zake erg ongerust, j )e zorgen dezer nijveren hadden de aan dacht van den heer Bot terweg en van >i\ Vos. Laatstgenoemde gaf echter blijk fan iets somberder visie. Vermoedelijk was blik niet op dezelfde groepen gericht. 3 li' Vos drong zeer aan op een regeling van hi markt- en straathandel, terwijl de Hiechtsche wethouder er op wees. dat het "ivmalc distributie-aip.paraat zooveel moge- 'i!< intact moet blijven. Hij herinnerde er 'eoriq aan, dat ten aanzien van de Vesti- :in?sv-pt Middenstand bet schijnt te gaan laar de ervaring,"ld, dat, bij het bezr 'flti em zaak het vewptuik eindigt^ l öjaa. Aan de orde zün enkele wetsontwerpen, onder andere: machtiging tot het sluiten van een overeen komst ais bedoeld In artikel Ba der Indische Münwet met de N.V. ,,De Bataafsche Petroleum Maatschappij" voor de opsporing en ontginning van aardolie, enz. in een lerrein. gelegeji in de provincies Midden- en Oost-Java; wijziging en verhooging van de hegrootlng van de Staatsmijnen in Limburg voor 1037 (ver schillende onderwerpen); verlenging van den werkingsduur van de wet van 5 November 1936, houdende t'iideliike maat regelen betreffende de mechanisatie in de si gn ren industrie: Bij nr. 4 verklaart de heer STOKVIS (s.-d.) te zullen tegenstemmen op dezelfde gronden als tegen het onlangs behandelde gelijksoortige wetsontwerp. Spr. acht de toelichting onvol doende. Spr. acht b!1 gelegenheid een algemeene beraadslaging gewenscht en dient daarom een motie in, waarin de Kamer van oordeel dat ter bevordering van Staats-exploltatie ook van aardolie een proefneming met beperkt karakter wenscheliik is de Regeering uitnoodigt op korten termijn de mogelijkheid op beperkte schaal van een proefneming te onderzoeken. De VOORZITTER stelt voor. de motie te be handelen op narler te bepalen dag. Aldus wordt z. li. st. besloten. De Minister van Koloniën de heer WELTER, kon geen vrijheid vinden, den lieer Stokvis de gevraagde gegevens te verstrekken, daar deze een geheim van den fiscus zijn. De heer STOKVIS repliceert. Spr. wil het ver zamelen der gegevens voor den olierijkdom niet ede overlaten aan particulieren. De MINISTER dupliceert. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 47 tegen 20 stemmen (tegen de s.-d., de comm. en de N.S.B.). Wetsontwerp nr. 6 wordt verschoven naar do avondvergadering. Mechanisatie sigarenindustrie r":~' r B(j wetsontwerp nr. 7 (verlenging met twee jaar van de ttidelüke maatregelen betreffende de mechanisatie in de sigarenindustrie) vraagt de heer SMEENK (a.-r.), of er bezwaar is tegen uitbreiding der mechanisatie als die aan leiding geeft tot het in het werk stellen van nieuw personeel. In sommige gevallen kan daar door ook de export bevorderd worden. Spr. betreurt de onvolledigheid van den Be- drüfsraad in de sigarenindustrie. Men werlce het tweeploegenstelsel niet zonder meer tegen. De heer Dr VOS (11b.) vraagt zich af. in hoe ver de mechanisatie de werkloosheid heeft vergroot of verminderd. Over het geheel deelt spreker de bezwaren van den heer Smeenk. De heer WOUDENBERG (n.s.b.) acht met de Regeering maatregelen betreffende de mechani satie in de sigarenindustrie ook in de toekomst noodig. Maar overigens gaat spr. niet met den inhoud van het ontwerp accoord. De heer v. d, PUTT (r.-k.) betoogt dat om technische redenen de wet gehandhaafd moet worden. De M'nister van Economische Zaken, de heer STEENBERGHE verklaart dat 't nut der wetbU voorzichtige toepassing gebleken is. Spr. ziet geen reden voor btlzondere onthef fing van voor honderd procent gemechaniseer de bedrijven. Verzoeken worden nooit zondei meer afgewezen. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aangenomen. Evenzoo de andere wetsontwerpen, voor zoover niet vermeld. Economische zaken Voortgezet wordt de behandeling vnn hoofd stuk X (Dep. van Economische Zaken) der Rüksbegrooting voor 1939. De heer BOTTERWEG (a.-r.) kan over het algemeen met het beleid van den Minister in stemmen. Spr. verwacht echter niet zooveel van de ordening in het bedrijfsleven. T.n.v. do blndendverklarlng bevinden we ons nog in do jeugdperiode. Spr. vraagt moer lnlichtin Toenemende bezwaren rjj/.cn ook tegen de cri sis ln- en uitvoerregelingen. Spr. waarschuwt togen bevriezing op grond van bepaalde basis- Jaren. Er moeten geen monopolies kunnen ont staan. Ten aanzien van den Middenstand mag men niet generaliseeren. Er zjjn ook Middenstanders die op een zekeren welstand kunnen bouwen. Het aantal gedupeerden moet zooveel mogelijk Worden beperkt. De heer DONKER (s.-d.) zegt dat Antwerpen nog steeds kan rekenen op den steun der Bel gische regeering. terwijl Amsterdam en Rotter dam zichzelf moeten redden. Tegen normale concurrentie heeft niemand bezwaar, maar hier is het anders. De houding der Regeering is voor de gemeen te Rotterdam zeer teleurstellend, hoezeer het onderzoek nog niet voltooid heet. Sluitend samenstel De heer KORTENHORST (r.-k.) zogt dat nu eindelijk een sluitend samenstel van economi sche maatregelen in verband met de crisisge volgen in uitzicht Is. De sombere voorspellin gen van tegenstanders eener actieve welvaarts- polltiek zijn niet bewaarheid, doch de voorstan ders hebben de overwinning niet cadeau gekre- gen. Het prijspeil ls het kernprobleem onzer econo mische politiek. Spr. is niet geheel het eens met de opvatting van den Minister Inzake de mone- laire maatregelen. T.a.v. de havenpolitiek steunt spr. den aan drang van den heer Donker, om de verlaagde haventarieven in de toekomst te consolideeren. In zake de bescherming der binnenlandsche industrie staat spr. aan de zijde der Regeering. Er is nog wel geld te krijgen in Nederland voor nieuwe industrie, mits het object good is. De heer SCHOUTEN (a.r.) bespreekt het toe gepast natuurwetenschappelijk onderzoek, op grond der wet van 30 October 1930. Spr. ziet hier een lijdensgeschiedenis. Het bestuur van de centrale organisatie ondervindt niet de ge- wenschte medewerking. De Minister passé de wet toe overeenkomtig haar strekking: het be- driifsleven zal er vruchten van plukken. Dr VOS (Lib.) waardeert de bemoeiingen van den Minister voor den middenstand. Spr staat evenwel op het standpunt, dat de toestand van den middenstand nog allesbehalve gunstig is, zulks in tegenstelling tot de opvatting van den Minister. Aan een kleine commissie zou spreker do voorbereiding van een regeling van de verde digingsmiddelen van den kleinen middenstand willen zien opgedragen. De Minister verleene zijn steun hieraan. De heer WIJNKOOP (comm.) Is van opvat ting, dat de Minister er niet in zal slagen tegelijk met de industrialisatie den export te bevorderen. Ir VOS (s.d.) wenscht uitbreiding van de loonstatlstiek. Het systeem van de werkloos heidsbestrijding deugt niet hetgeen wel blijkt uit het feit. dat er hier te lande nog altiid meer dan 330.000 werkloozen z(jn. Vobrzoover het totaal is gedaald, is dit niet ran een ge zonde opleving, doch aan militaire maatrege len te danken. Met dé verbindend-verklaringen van collec tieve arbeidsovereenkomsten komt men niet tot een behoorlijke ordening. D' heer VAN HOUTEN (c.d.u.) ziet In het streven naar meer gebondenheid een sociale ge red: tigheid. Ordening is z.i. in de eerste plaats economische verzorging. Deze ordening dient van boven af te komen, met liet doel, de rede- Hike behoeften van allen te bevredigen. De heer ROST VAN TONNINGEN (n.s.b.) her innert aan de conferenties van Genève, Oslo en Ottowa. waar de vriiliandelsideeën van de Jood- sche internationale en van dr Colijn zün vast gelegd. Het landbouwbewind van den Minister van Economische Zaken is doordrenkt van de liberaal-marxistische verachting van den land bouw. AVONDVERGADERING Aan de orde is hoofdstuk IX (Dep. van Wa terstaat) der Rüksbegrooting voor 1939. De heer VAN LIDTH DE JEUDE (lib.), het wederom hoogere eindcijfer der begrooting sprekend, wijst er op, dht meer dan bil ei ander département bij. dat van Waterstaat tegenover de uitgaven concrete waarden staan. Spr. is het dan ook eens met de verdediging van liet eindcüfer door den Minister. De heer VAN DER WAERDEN (s.d.) zou de Waterstaatsbegrooting tegelijk met die van hei Verkeersfonds willen zien behandeld. Met het oog op de werkloosheid wordt veelal Rngedrongen op het uitvoeren van openbare erken in handenarbeid. Terecht merkt de Minister op, dat het niet altüd wensclielUk Is om de werkgelegenheid te vergrooten. Spr. dringt ernstig aan op het bewandelen van een middenweg. In hooga mate onbevredigend is, dat de Mi nister weigert, de hepallngén van collectievs arbeidscontracten toe te pasen op Waterstaats werken. Het is voor het Rijk niet verboden, een fatsoènlijk werkgever te zijn. Spr. crltiseert de' lakschheld met de invoering van de Rütüden- wet 1936. De heer BONGAERTS (r.k.) komt er tegen op. dat de heer Van der Waerden de Waterstaats begrooting zou willen onderbrengen bü het ver keer. De Heer EBELS (v.d.) bespreekt de uitvoering van openbare werken. Misschien heeft Water staat wegens de werkverruiming geen ov heerschende positie meer, maar toch veel in vloed. Wat den mechanlschen arbeid betreft, ls spr. het eens met het inzicht van den Minister. Beter méér werken iti uitvoering genomen dan hetzelfde of meer uitgeven door alles in han denarbeid te doen uitvoeren. We hebben te doer met productieve wertten. Ook spr. wil spoedig maatregelen voor bevei liging van het verkeer. Het stelt steeds hoogen eischen. Aan de veiligheids-maatregelen ont breekt nog veei. De heer KRIJGER (c.h.), die wederom be zwaarlijk te verstaan Is, bespreekt den Invloed het centrale baggerbedrüf en dringt op saneering van het baggerbedrüf; nu cl weldra een verloren gaan ran niet gebruikt baggermatertaal. Spr. waardeert 's ministers standpunt ln zake lintbebouwing. De heer KIEVIT (s.d.) wenscht betere arbelds- oorwaarden voor personeel bü RUkswater- staatswerlcen, Spr. betreurt 's Ministers stand punt in zake de collectieve arbeidsovereenkom- ':en; daartoe behooren toch ook de loonen. Er moet nu wat gebeuren t.a.v. de arbeids tijden en de veiligheid van het verkeer. De heer VAN BRAAMBEEK (s.d.) vraagt wat gebeuren moet, als tranis of militaire pen elkaar ontmoeten. Wie heeft er dan voor rang? De voorschriften van militaire en andere zijde zü'n met elkaar in strlid. De heer POSTHUMA (c.d.u.) zegt, dat er nog heel wat te doen Is ter verbetering der arbeids- lorwaarden van Rijkswaterstaatswerken. Spr. komt er tegen op, dat men het centrale baggei'bedriif ongestoord zün gang laat gaan. T.a.v. de rüwielachterlic-hten vraagt spreker méér te doen tegen de fabrikanten, die, wat be treft het volgen van de Rükskeur, hun woord n zlcli daaraan te houden, hebben verbroken. De lieer DIEPENHORST (a.r.) critlseert den post van f 537.000 voor rent.e en aflossing; hot accres der gewone uitgaven moet binnen het kader der begrooting gevonden kunnen worden. Van do Wegenverkeerswet stelle men zich niet teveel voor. De heer ALG.ERA (a.r.) acht den invloed vaste verbindingen met de Wadden-eilanden op stormafstanden niet zoo overwegend als di commissie-Lorentz. Is de desbetreffende ver hooging een beletsel voor een vasten dam? Spr. vraagt een nlpifw onderzoek. De heer ZANDT (s g p.) zegt. dat er op den Minister een zware verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het verkeer rust. Dit ligt niet alleen aan de automobilisten, ook aan de wiel rijders. Minister van BUUREN kan geen verdere con centratie ln zake de Waterstaatsbegrooting toe zeggen. Wat betreft het eindcüfer der begrooting, erkent spr. de juistheid der woorden van den heer Van Lidth de Jeude. Den heer Diepenhorst verzekert spr., dat de gedachte van compensa tie hem niet vreemd Is. Zün aandacht is daar steeds op gericht; tal van posten zün practisch niet voor vermindering vatbaar. Spr. gaat dit in detail-becijfering na. o.m. wüzende op do stü- ging van allerlei kosten.. T.a.v. de openbare werken wordt sprekers standpunt in zake het gebruik van machines over het algemeen gedeeld. Wanneer werlcver- schnfflngswerlcen op 't terrein van Waterstaat komen, is spr. zooveel mogelijk tot bespoedi ging bereid. Er is geenerlel streven besteding van kleine aannemers: Juist bü Wa terstaat zün vaak groote werken, waarvoor groote aannemers zün aangewezen. In ioepassing van de collectieve arbeidsovereen komsten heerscht het standpunt van de Regec ring, niet alleen van liet Departement. Het voorschrijven van loonbepalingen in de bestek ken ligt niet op den weg der Regeering, omdat deze mnterie in de wettelijke sfeer getrokken ls. Toetsing aan het algemeen belnng staat op den voorgrond. De Regeering mag zich nleteei zijdig pnrtü stellen, waarmede niet gezegd Is. d... er slechte arbeidstoestanden bestaan mogen. Doch blükens een enquête Is daarvan ook niets gebleken. Medewerking van de arbeidsinspec tie wordt niet afgewezen, doch verwarring moet worden voorkomen. In zake het centrale baggerbedrüf Is er een klacht, dat er veel versleten bedrijf is opge legd. Dit is echter geen Staatsmaterla.nl. Uit ln rapport van het Dep. van Econ. Znlcen blijkt echter, dat het materiaal ln werkbaren i moet ziin. Saneering raakt hier materiaal particulieren. Komend tot de veiligheid van het verkeer, zegt spr., op aandrang van het Voorl. Verslag de aandacht der gemeentebesturen gevestigd te hebben op een goede regeling. De verkeers- Inspectie heeft een meer preventieve taak. Rijks- en gemeentepolitie hebben te waken voor goede naleving der voorschriften. Er wo v'mtregelen genomen ter intensiveering vt l politietoezicht. ■Sé- 1 Prof. Dr K. DIJK spreekt over: Het doel der Catechese 3e toestand in de Gerefor meerde Kerken: een enquêie Prof. Dr K. Dijk KAMPEN, 9 Dec. In een plechtige samen komst, gehouden in de groote aula van oe Theologische Hoogeschool, is gisteren de 84e dies van deze inricihting gevierd, waarbij tevens het recto raat door Prof. Dr K. D ij k werd overgedragen aa» Prof. Dr J. R i d- d e r b o s. In tegenwoor digheid van Cura toren,, Hoogleera- ren, Lector, Oud- Lector, Bibliothe caris, Studenten, oud-Studenten, Predikanten, en kele genoodigden en andere belang stellenden, open de de Rector dit samenzijn, liet zingen Psalm 105 3 en 5, las Hebr. S 713 en ging voor in gebed. Daarna hield hij z\jn rectorale rede over: Het doel der Cate chese. Spr. ving zijn oratie aan met te wijzen op de crisis der tijden, waarin de Kerk verkeert, en op de vele klachten, welke over de Kerk geuit worden. Onder deze klachten is we) een van de felste de klacht over de vei- vreemding van de jeugd ten opzichte van de Kerk, en over de machteloosheid der „verouderde" Kerk om de jeugd binnen de banden van haar gemeenschap te bewaren. Tegenover allerlei pogingen om de jeugd te beliouden, stelt spr., met Dr Eyenhuis (op de Utr. Predik. Verg.) de meening, dal de Kerk dit alleen kan doen door haar .gen taak te verstaan, gedachtig aan het woord van Vader Brakel: „Daar is niets in de wereld, daermede een dienaar Gods meer nut doen kan dan met catechiseeren". Daar om wil spr. de aandacht op deze kerkelijke roeping vestigen en wel speciaal op het' doel der catechese; een onderwerp, dat in het midden van de vraagstukken staat van dezen tijd. omdat het raakt de vragen naar Kerk en Verbond,.naar Doop en Avondmaal, naar gemeenschap en enkeling, naar objec tiviteit en subjectiviteit, naar hoogkerkelijke praxis en persoonhjke aanvaarding. Nadat spr; hét'doel der catêéhes©.rhééft omschreven, ook in de definities vap voor aanstaande Geref. theologen, merkt hij op, dat dit doel in den loop der tijden is losge laten: naar twee kanten heeft die deform.a- tie zich geopenbaard: eenerzijds naar de humanistisch-rationalistische, anderzijds in piëtistische richting. Vervolgens schetst hij den sterken weerstand tegen die deforma ties. Gehandhaafd moet worden de Gerefor meerde beschouwing van het doel der cate chese, eenerzijds tegen de objectivistische lijn, welke bij Rome uitloopt op de confir matie als nieuw sacrament, anderzijds tegen het subjectivisme, dat de persoonlijke keuze vooropstelt en de Kerk elimineert. De belij denis is de overgang van Doop tot Avond maal en dit houdt in: le. dat de catechese in haar doelstelling en arbeid uitgaat van don Doop en van de kinderen als erfgena men der belofte, en dit doende leidt zp door het onderwijs in de Christelijke religie'tot het sacrament van het Avondmaal; 2e. de toegang tot het Avondmaal kan niet. ver leend worden, tenzij blijke door de b e 1 ij d e- n i s, dat het kind der gemeente zijn Doop aanvaardt; indien we zeker wisten, 'dat het iri Christus begrepen is, behoefde het ook geen geloofsbelijdenis af te leggen; nu wij slechts kunnen „rekenen tot en hou den voor" heeft de Kerk des Heeren met den maatstaf van het Woord Gods te keuren. In de 3e plaats volgt uit de bovenge noemde definitie, dat de belijdenis dos ge- loofs niet mag worden opgevat als een „keuze", die dan ipas gedaan wordt; aan haar moet het belijden van het jonge leven reeds in het kinderleven door woord en daad voorafgaan, en beide moeten, dat is het 4e punt, belijdenis zijn van hot geloof; niet van een zgn. historisch geloof, want dat is geen geloof, maar van het oprechte ge loof in Jezus Christus. En 5e, deze overgang (van Doop tot Avond maal) spreekt in de Geref. Kerken vanzelf; ook Prof. v. d. Meiden en Ds W o e 1 d e- rink Lebben op dit verband gewezen en dit mag geen oogenblik worden losgelaten; ver worpen moet worden de lahadistische opvat ting en ook de voorslag van Meul enbelt om drie soorten gemeenteleden te hebben, n.l. doopleden, leden, die belijdenis hebben gedaan en leden, die ten Avondmaal gaan. Tenslotte besprak Prof. D ij k den toestand in de Geref. Kérken; hij heeft in dit najaar een enquête gehouden; waarop 600 ant woorden binnenkwamen, wellieresulta- ten hij hoopt te verwerken in een Handboek voor de Catechese; uit deze enquête bleek hem, dat gemiddeld 90 pet van de Doopleden ter catechisatie gaat, en van hen ongeveer eenzelfde percen tage belijdenis doet; dat de jongeren die be lijdenis deden, over het algemeen trouw ton Avondmaal gaan, en de redenenvoor het niet-b.elijdenis doen en niet-ten-Avondmaal gaan vooral te zoeken zijn in onverschillig heid en ongodsdienstigheid. Uit de enquête bleek ook algemeen de klacht, dat de Catechese in de Kerken niet die plaats heeft en die waardeering ver krijgt, welke zij verdient. Dit gaf spr. ten slotte aanleiding met alle kracht te wijzen op het hoog belang van dit kerkelijke jeugd werk en op de eischen, die dit belang aan de voorbereiding stelt „Het gaat om het zaad Gods; 't gaat om de Kerk des Heeren." De Fata Na deze rede ging Prof. Dijk weer tot het vermelden der fata, van den afgesloten cur sus. Daarbij herinnerde hij aan de stabiliteit in dc samenstelling van het curatorium: aan de Kon. onderscheiding voor Ds IT Mijering; aan het emeritaat van den curator Ds II. IT. Schoemakers; aan het eere-professoraat door de Univ. van Dehrec- zen aan Prof. G re ij d anus verleend;, aan de a.s. reis van Prof. Schilder, naar Noord- Amerika; en aan de verschijning van Prof. IT o n i n g's Gfcref. Dogmatiek. Voorts heeft spr. gewezen op enkele re- prestaties: dat de Rector en Secretaris het College vertegenwoordigden bij de nationale huldiging van de Koningin op 6 September op den Dam te Amsterdam; dat de Rector heeft bijgewoond de eerepromotie van Z.Exc. J. J. C van D ij k en dat de Hoog- eeraren het Studentencorps F.Q.I. in zijn Senaat de allerhartelijkste gelukwcnsclicn hebben aangeboden bij gelegenheid van het vijftiende lustrum van dit corps, door de Studenten met groot jolijt en waardig ge vierd. Voortgaande, herinnert spr. aan den rouw over den student Jan Tappers, die met zijn verloofde, bij een droevig ongeval den dood vond; aan bet herstel van een uit Da- vos teruggekeerden student. Op 23 Sept. j.L werden ingeschreven voor den nieuwen cure sus 18 studenten voor de eerste maal gere censeerd 93 studenten; dit getal werd later met één. uit Duifscliland gekomen, student vermeerderd, zoodat thans aan de Hooge school 112 zijn ingeschreven, van wie drie reeds candidaatsoxamen hebben afgelegd. Gedurende het rectoraat van Prof. Dijk wer den 11 propacdeutische examina afgelegd en 12 candidaatsexamens; slechts éénmaal, en. wel bij de laatste, moest een student worden afgewezen, die echter drie maanden later zijn wensch vervuld zag, terwijl eindelijk ook nog twee aanvullingsexamens naar art< 135 II.Ö.W. met goed gevolg werden afge- legd. De betrekkingen tusschen IToogleerareii en Studenten waren van zeer vriendschap- pelijken aard; de laatsten hebben over het algemeen in toewijding en gedrag den Rec« tor slechts stof tot verblijden gegeven. Al verder memoreert spr. het herstel uit ernstige ziekte van den volijverigen pedel A. de Graaf, die zijn zilveren huwelijks feest mocht vieren; voor zijn trouwe en on betaalbare hulp brengt spr. hem aller dank, Tenslotte droeg :>rof. Dijk het rec- .oraat over aan Prof. Dr. J. R i d- lerbos, dank ?r,engende voor hun medewerking aan hoogleeraren, den lector en den bibliothecaris, en Ten secretaris van het college van hoogleeraren prof dr. G. M. den IT a r t o g h. Prof. Ridderbos aan vaardt nu voor do ■tesde maal het "rectoraat, en, zoo zoo richt spr. zich tot hem: „Gij doet dit on getwijfeld met de rust en de kalmte, die u eigen is en welke u in geen storm verlaat; in uw handen is de academische scepter vei lig, al hebt ge niets van een dictator, met wicn ook een goede oud-testamenticus in dezen tijd niet op goeden voet kan staan; om uw schouders is de ambtsketen niet al leen een sjunbolum potostatis maar bijzon der tot sieraad en tot eer; gij hebt in uw ambtsperiode van zes-en-twintig jaren ge toond de School lief te hebben omdat ge dei Kerk des Heeren liefhebt, en deze liefde wordt gedragen door een chokmatisch cha risma, dat heter is dan robijnen. Tot u be hoef ik niet te vragen om een rechtvaardig en billijk regime; uw gansohe persoon en: uw arbeid zijn er ons waarborg voor, dat uw bestuur aan deze eischen zal voldoen. i Na de overgave van den ambtsketen be ëindigde Prof. Dijk deze samenkomst, nadat eerst gezongen was Psalm 79 7 en men den ITeere gedankt had voor Zijn weldaden. Prof. Dr J. Ridderbos De aftredende rector Prof. Dr K. Dijk installeert den nieuwen rector Prof. Dc J. Ridderbos. 1 Het rijwielachterlicht Bü de herkeuring der rilwlelachterlichten gaat het om ;het type; Er zal met groote voor zichtigheid moeten worden opgetreden, ook om hen, die al gekocht hebben, niet noodeloos te dupeeren. De opmerking over de opvoedende taak dor gemeentel,üke politie zal spr. aan zijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken door geven. In sommige gevallen ls afstappen door wiel rijders bij voorkeurswegen niet gewenscht; een algemeen voorschrift ls af te keuren. Als fabrie ken enz. uitgaan, lean niet altiid verbod van meer dan twee fietsers naast elkaar doorge voerd worden. Het is niet altüd in het belang van do veiligheid, voorrang door te «oeren dooi de steden; het ls een punt alleen in overleg met de gemeentebesturen op te lossen. Het wegenverkeersreglement zal strengere regelen brengen. Het oversteken van intercommunale tramwegen door troependeelen is geregeld. Spoedige inwerkingtreding van het rijtüdenbe- aluit is bepleit; hierbü zün vele sociale en- an dere belangen betrokken; er is niet getalmd: nu is de zaak practisch vrü'wel voor elkaar. Den termün tusschen Invoering'en afkondiging zal spr. met 7-ün ambtgenoot van Sociale Zaken overleggen. De Inwerkingtreding zal helaas niet 1 Januari kunnen geschieden; spr. zal zooveel mogeliik bespoedigen. Mej. de Jong heeft de strekking der wet verkeerd begrepen; deze ls gericht op de veiligheid, en daarom zün de be stuurders er In betrokken, niet het overige per soneel. Spr. zal ook dit punt met zün. ambtge noot van Sociale Zaken bespreken. Wat de opmerkingen over het personeel be treft, do wenschelüklield van een Isolatietoe lage zal spr. overwegen. In het algemeen be hoort het Waterstaatspersoneel niet achter to staan b(1 ander personeel. Tn verschillende op zichten zün verbeterde dlensttüden Ingevoerd; Het Is de bedoeling, aan het Dep. van Water staat eleetrlsch-deskundlg personeel aan te stel len; weldra verschijnt een desbetreffend wets ontwerp. Kustverdediging BÜ afd. II (Waterstaat) zegt do heer ZANDT (s.g p dat de kustverdediging van Goerco on voldoende Is. Do toestand is het laatste jaar wel degelijk slechter geworden. Er schtint geen onmiddellijk gevaar te dreigen, volgens, den Minister. Spr. kan begrijpen, dat deze door de hooge lasten aarzelt in te grijpen. Maar de kos ten 7-nllen steeds hooger worden. De Minister brengo de afwatering vnn westelük N.-Brabant spoedig tot een goed einde. De MINISTER zegt. dat er op het oogenblik geen aanleiding Is tot 't treffen van maatrege len op Goeree. Tiet Is hier ook niet in de eerste plaats Rijkszorg. Bovendien gaat het om pen zeer kn=lhnre aangelegenheid. De zaak hliift In studie: de kwestie Is niet-onrustbarend. Er is ook g"nn verschil van meenlug tusschen den provl'-- sn eu den Ru'ks-. en V, aterstaatsdlenst. Als het tüd ls om in te grüpen, moeten de plannen klaar liggen. De heer WAGENAAR (a.r.) zegt Inzake de afschrljvingSpolItlelc bü de Staatsmünen, dat. in dien de afschrijvingen lager waren, blpvende ontlasting van het Rüksbudget niet ware ver kregen. Juist daarom worden in Indlë dewinst- ultlceerlngen der Banlca-tln gelimiteerd tot een benaald bedrag op den gewonen dienst Boven dien zü'n de Staatsmünen een handelsonder neming waarvoor de N.V.-vorm meer geëigend ware. Men menge zich niet te zeer in de be- drüfsvoering. Alles hangt samen met de aan wezigheid van kolen ler plaatae ©n daarom moet er wel een groote afschrijving plaats heb ben. Spr. stemt geheel ln met het beleid der Regeering ten deze. De minister aan het woord Nadat verschillende sprekers het woord heb- ben gevoerd behandelt de MINISTER allereerst de afschrüvlngspolitiek. Een voorzichtige poli tiek is noodig voor het landsbelang in het miin- bedruf. Spr. sluit zich aan bü het beloog van den heer Wagpnaar en neemt stelling tegen dat van ir Vos. Juist ook uit een oogpunt van kabinetspolitlek is de afschrijvingsmethode, al3 ''Ier gevolgd, noodzakelük. Do afschrüving over 19^7 vati ruim 19 millioen is Juist. Men bedenke dat er 200 millioen in dit Staatsbcdrüf is ge ïnvesteerd en dat 66 millioen nog niet is afge schreven. Voor de nevenbedrpven is kapitaals- vermindering gewenscht. Dit aHes moet in aan merking worden genomen, en dan blijkt, dat er geen abnormale afschrüving is toegepast. Aflos sing op het obligatiekapitaal ls gewenscht voor den algemeenon toestand van het bedrijf. Wat betreft de sociale positie der mijnarbei ders, er is reeds gewezen op de verbetering der pensioenregeling. Het Is nu niet bekend, hoe h-t met verdere verbetering in de contactcommissie staat. Spr. ls van oordeel, dit verdere verbete ring wel te verwachten Is. Intusschen moet men de pensIoenbedragen ook niet als te ongunstig voorstellen. En dc invallditeitsknns neemt stcril af. Spr kan In dozo niet vooruitloopen.' Spr. hoopt binnenkort gunstige resultaten te zien De arbeldstiid ls een belangrijk punt. Hierom trent kan weinig gebeuren zonder internatio nal overleg. Het ls geen arbeidersbelang, thuns tot Ingrüpende veranderingen te komen. Geen bedrijfsraad Het Instellen van een bedriifsraad ls niet mo- gelük waar de groote meerderheid der onder- eiï tec"en ,s Wnt de heer Bongaert.s zeide, wil spr. overwegen. Er Is vruebtbaa- overleg door de contactcommissie tusschen ondernemers en arbeiders. Het tewerkstellen van Invalide arbeiders In net münbedrilf. stuit op bezwaren; spr. betwü- felt of er ruime mogeljlkheden aanwezig ziin. ln zake het vervoeren vnn arbeiders door coö peraties Is alsnog heroen gaande; spr. kan zlcli dus nu daar niet over uitspreken. Wel wil sP.-. zeggen, dat om tot goedkoop vervoer te komen ook in dio streek con---tratie noodzakelijk v Umirent de opmerkingen van den heer Wouden Verdoovende middelen tegen rheumatische pijnen Zij zijn min of meer gevaarlijk lapwerk en het resultaat is slechts tijdelijk. Bovendien! is een rheumatieklijder, door de bij rheuma tische aandoeningen optredende storing in de huidfunctie, bijzonder gevoelig voor tochc en kou, waardoor ook na het minste tochtje de pijnen weer zullen beginnen. U moet ook niet de pijn bestrijden, maar de oorzaak hiervan, die ligt in een overmaat van urine zuur in het lichaam. Ge moet het kwaad met de wortels uitroeien. Wat ge noodig hebt is een bloedzuiverende kuur met Kruschen. Salts, dat lever, nieren en ingewanden aan spoort tot krachtige, regelmatige werking, waai'door het schadelijke urinezuur, dat Uw pijnen veroorzaakt, zal worden verwijdert. En als U de Kruschen-gewoonte trouw blijft, zullen Uw pijnen geleidelijk verdwijnen, om nooit meer terug te komen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten 0.40, 0.75 en 1,60 (extra groot pak). (Adv.), berg zal spr. nadere Inlichtingen Inwinnen; vooralsnog schtint spreker het standpunt der directies Juist. Münschade ln do toekomst ls ter sprake gebracht; aangedrongen Is op een wet telijke regeling; spr. zal die onderzoekon. Svn- thetlscho benzine Is een punt. dat meer een algemeen Stents- dan een mü'nbelang ls, nl. economische oorlogsvoorbereiding. Spr. zal do desbetreffende opmerking ln beraad houden. Zonder hoofdelijke Klemming «orden n n n ix e- nomen: de liecrootlngeii voor 10.30 vnn het Dep. vnn XVntemtnnt. vnn de Stnnt.münen In Limburg en vnn hel StnntnvlK.eher.havei.bertriif le IJniuIdcn, nUnicde hel wetsontwerp tot n||- rlg'ng cn verhooging der begroeting van de Sfnnlsnilinen iu Limburg voor 1037. j De vergadering wordt om 2 uur verdaagd Jï

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9