Debatten over
Economische Zaken voortgezet
Overdracht Rectoraat
Theol. Hoogeschool te Kampen
VRIJDAG 9 DECEMBER 1938
DERDE BLAD PAG. 9
Tweede Kamer
Concurrentie van
Belgische havens
Mechanisatie der sigaren-
industrie besproken
Rijtijdenbesluit moet spoedig
ingevoerd worden
Vergadering van 8 December
Pverzicht
We zouden bijna verplicht zijn onzen
lezers tweemaal hetzelfde geredht achter
elkaar aan te bieden, 't Menu van Dins
dagavond en van vandaag zou eigenlijk
gelijk moeten zijn, omdat we den gehee-
len middag hebben zitten luisteren naar
een bespreking van onderwerpen, die
zonder uitzondering ook Dinsdagavond
de revue hebben gepasseerd,
Het waren andere woorden, doch de toon
[was dezelfde. We meenen echter het drei
gende gevaar te moeten ontwijken, te meer
pmdat we er niet aan zullen ontkomen mor-
peii toch op al deze dingen terug te komen,
als de Minister aan het woord zal z:jn geko
men.
Zoover is het nu nog niet
Wel steeg het aantal sprekers tot 19, maar
ile lijst is nog niet gesloten; één komt er
zeker nog.
i Het negental van vandaag liep nogal uit
leen, ook al zonderen we de zonderling
kost. van Tonningen uit. Volgens hem
iksnmerkt de Regcering zich door haar on
macht om de economische ontreddering te
guiten en is de door Minister Steenberghe
'aanvaarde politiek die van Dr. Colijn, cl.w.z.
j\an het winstbejag der liberale economie,
fceleid door de vrijhandelstheorieën der Jood-
fechs internationale.
Onze 130 millioen steun voor den land-
Jxjuw waren wel niet te ontkennen; toch
openbaart zich daarin het werk van een mi
nister, doordrenkt van liberaal-marxistische
«rachting voor den landbouw.
Laten we echter deze warhoofderij van een
tireker, die zich veroorloofde te lasteren
an een „hongerbewind", ter zijde, dan blijft
i.ich nog een exponent in het debat in de
orsoon van den heer Korten horst.
Deze zong een zoo verheven lied op het
l'ior minister Stcenberghe opgebouwde slui-
:nd geheel van economische maatregelen,
hl nog slechts op de verhoogde invoerrech-
a wacht om geheel compleet te zijn, dat
i in het licht der geschiedenis ons
arkcl'jk te mooi was. Zelfs.de zes punten
n 1935 van den heer Aalberse werden er
i gesleept.
Vermoedelijk zal men in Róomscheh kring
d deze opsomming voor inwendig gebruik
- die door Dr Kortenhorst niet voor hel
ret ten beste werd gegeven erg in zijn
hik zijn. Veel meer dan formalisme en
'lijn van woorden is hier echter niet aan-
rzig. Materieel staat het iets anders voor
li ieder, die zich herinnert hoe moeilijk
lOinmige van de bedoelde wettelijke maat-
iegelrn zijn geboren. Meer dan eens was
pen in R. K. kring er slechts matig mee in-
ftinoinen, omdat m,en van hoogst ovei'dreven
einvaöhtingori was uitgegaan,
festil j Heel voorziclitig, uiterst behoedzaam,
.n ïifelork beïnvloed door onze anti-rev. voorman-
ihei3p,.I, durven we gerust te zeggen, zijn we vip
lianl-economisch gebied voortgeschreden
cessen zijn vermeden.
Men denke nog maar eens aan de neder
ig van den heer Goseling bij de grond-
'rislierziening, toen het ging over „nieuwo
'tranen". Van zijn collectie amendementen
hout onder minister De Wilde'3 critiek
els over. Tenslotte stond hij volkomen al
en. Ér ware meer te noemen.
Infusschen zijn we het ook weer niet eens
[iet de heeren Ir. Vos, v. Houten en
jV ij n k o o ip, die betoogden, dat van de orde-
ling vrijwel niets terecht gekomen is. Ook
lef is overdreven.
I Trcuwens hoe lang zijn we op dit ge-
bezig? Nog slechts enkele jaren. En
(schappelijke omvormingen moeten
meien, hebben tijd noodig. Wie na twee ja-
r op uitgaat om groote oogsten binnen
len, handelt dwaas. Daarom maakte de
iveiitarisatie van Ir. Vos ook weinig in-
uk en kunnen we zijn drang waarbij
heer Van Houten uit den aard dei-
aak zich aansloot om meer tem,po te
ionen, laten voor wat zij is: een gebaar
lor volgelingen buiten de Kamer. In de Ka-
ler heeft zoo'n groot woord echter weinig
'feet..
Natuurlijk is met dit alles niet gezegd, "dat
•igi'en tot stand gebracht werd op sociaal-
enncmisch gebied, geen waarde heeft. In-
igendeel. Veel er van ligt geheel in de l'jn
nz.oi' beginselen, was noodig en kan zeer
utlig zijn, mits met voorzichtigheid toege
ef De geest van socialen torenbouw moet
lorden geweerd.
Hot standpunt van den heer Botter-
eg, die zich aan alle, vooral buiten de Ka-
i?r gewekte, overdreven verwachtingen
leende, leek ons liet m.eest juist. Zijn ver-
iaan tot behoedzaamheid op dit terrein was
olkomen deskundig en van pas. Niet *en
nreehte ook maakte hij de opmerking, dat
'9 ons moeten hoeden voor al te groote ge-
"ndenheid op economisch terrein. Daardoor
inden wel eens gevaren kunnen ontstaan
'ar de ipolitieke democratie.
In deze lijn lagen ook enkele vragen om
rent de toepassing der Bedrijfsvergunnin-
enwet en aangaande den consenten-liandel.
Pax,
Duo
NI ui l
- l
Anja;
Wt
wjik
ti, d<
de 3,
el 45
ik a
mal
Een 'van de wenschen van den heer Vos
gold ook de vergrooting van de credietver-
leening. De heer Van Houten wenschte
eveneens bescherming tegen de grootbedrij
ven.
In een keurig betoog vroeg de beer D on-
ker voortzetting van Regeeringssteun voor
de Rotterdamche haven ook na 193S, omdat
Antwerpen op zoo ruime schaal den steun
der Belgische Regeering blijft genieten. De
heer Kortenhorst uitte denzelfden
wensch.
Omtrent de monetaire- en de handelsver-
dragenpolitiek vroeg deze voorts nadere in
lichtingen. Z.i. hebben we ons meer op het
Westen te oriënteeren dan tot nu toe het ge
val is. Gaarne wilde hij weten of we met
pond of dollar op en neer gaan met onzen
gulden.
De heer Schouten behandelde, slechts
één onderwerp. Hij betoogde de noodzake
lijkheid, dat de Regeering gebruik maakt
van het instituut voor Natuurwetenschappe
lijk onderzoek. Deze zaak is wettelijk ge-
regelt, maar de Regeering negeert eenvou
dig het bestaan dezer wet en antwoordt
niet eens op de voorstellen, welke haar door
het bestuur van deze instelling zijn gedaan.
We moeten op dit gebied niet den weg dor
versnippering op.
Dr. Kortenhorst wilde ook wel eenig
uitsluitsel over de vraag: centralisatie ol
niet? We vermoeden, dat Minister Steen-
berghe thans klaren wijn zal moeten schen
ken, nu de heer Schouten deze zaak heeft
aangepakt.
Enkele kleinere wetsontwerpen werden bij
den aanvang der vergadering afgedaan.
Bij dat betreffende een exploratie-contract
voor olie met de Bataafsche bracht de soc.-
dem. Stokvis nogmaals het uitgestreden
punt: staats-exiploitatie ter sprake. Hij deed
dit in den vorm van een motie, waarin een
proef van beperkten omvang met staats-ex-
ploitatie van aardolie van de bron tot aan de
kust werd gevraagd.
Op zichzelf is dat een heel zonderling
iets. Want wie moet de voorafgaande zeer
kostbare exploitatie van de terreinen beta
len? Er zijn nog t<il van andere vragen te
stellen, die we echter laten rusten tot don
„nader te bepalen dag", waarop de motie in
behandeling zal komen. Misschien kan dat
gebeuren bij de Indische begrooting in Fe
bruari 1939.
Het wetje werd met 47 tegen 20 stemmen
aangenomen. Met soc.-dem. en comm. stemde
de N.S.B. tegen.
Vrij uitvoerig werd vervolgens gesproken
over het wetje, dat strekte om de beperking
van de mechanisatie in de sigarcnindustric
met twee jaar te verlengen.
Er srijn bezwaren tegen, maar er zijn ook
goede kanten aan. Een vrij gunstig antwoord
ontving de heer Smeenk op zijn vraag
of het mogelijk is ontheffing te verleenen
als.een ondernemer aantoont met, het oog op
zijn orders aanschaffing van machines niet
te kunnen ontberen, terwijl het aanschaffen
ervan leidt-tot tewerk stellen van meer per
soneel en grooter exiport.
Z.h.s. vereeni.gde de Kamer zich met den
maatregel evenals met de drie jaren uitstel
voor de invoering van de Psychopaten-
wetten.
Des avonds vermaakte de Kamer zich met
Waterstaat, het meest onoverzichtelijke
hoofdstuk der begrooting.
We verwijzen daarom naar het verslag.
Verslag
Aandacht voor uitwassen en gevaren van
1 rust- en kartelwezen vroegen de heeren
j 1 otterweg en Ir. Vos. Van daar tot, den
i liddenstand was slechts één stap: Juist
leze voelt zich te dezer zake erg ongerust,
j )e zorgen dezer nijveren hadden de aan
dacht van den heer Bot terweg en van
>i\ Vos. Laatstgenoemde gaf echter blijk
fan iets somberder visie. Vermoedelijk was
blik niet op dezelfde groepen gericht.
3 li' Vos drong zeer aan op een regeling van
hi markt- en straathandel, terwijl de
Hiechtsche wethouder er op wees. dat het
"ivmalc distributie-aip.paraat zooveel moge-
'i!< intact moet blijven. Hij herinnerde er
'eoriq aan, dat ten aanzien van de Vesti-
:in?sv-pt Middenstand bet schijnt te gaan
laar de ervaring,"ld, dat, bij het bezr
'flti em zaak het vewptuik eindigt^ l öjaa.
Aan de orde zün enkele wetsontwerpen, onder
andere:
machtiging tot het sluiten van een overeen
komst ais bedoeld In artikel Ba der Indische
Münwet met de N.V. ,,De Bataafsche Petroleum
Maatschappij" voor de opsporing en ontginning
van aardolie, enz. in een lerrein. gelegeji in de
provincies Midden- en Oost-Java;
wijziging en verhooging van de hegrootlng
van de Staatsmijnen in Limburg voor 1037 (ver
schillende onderwerpen);
verlenging van den werkingsduur van de wet
van 5 November 1936, houdende t'iideliike maat
regelen betreffende de mechanisatie in de si
gn ren industrie:
Bij nr. 4 verklaart de heer STOKVIS (s.-d.) te
zullen tegenstemmen op dezelfde gronden als
tegen het onlangs behandelde gelijksoortige
wetsontwerp. Spr. acht de toelichting onvol
doende. Spr. acht b!1 gelegenheid een algemeene
beraadslaging gewenscht en dient daarom een
motie in, waarin de Kamer van oordeel dat
ter bevordering van Staats-exploltatie ook van
aardolie een proefneming met beperkt karakter
wenscheliik is de Regeering uitnoodigt op
korten termijn de mogelijkheid op beperkte
schaal van een proefneming te onderzoeken.
De VOORZITTER stelt voor. de motie te be
handelen op narler te bepalen dag. Aldus wordt
z. li. st. besloten.
De Minister van Koloniën de heer WELTER,
kon geen vrijheid vinden, den lieer Stokvis de
gevraagde gegevens te verstrekken, daar deze
een geheim van den fiscus zijn.
De heer STOKVIS repliceert. Spr. wil het ver
zamelen der gegevens voor den olierijkdom niet
ede overlaten aan particulieren.
De MINISTER dupliceert.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met 47
tegen 20 stemmen (tegen de s.-d., de comm. en
de N.S.B.).
Wetsontwerp nr. 6 wordt verschoven naar do
avondvergadering.
Mechanisatie sigarenindustrie r":~' r
B(j wetsontwerp nr. 7 (verlenging met twee
jaar van de ttidelüke maatregelen betreffende
de mechanisatie in de sigarenindustrie) vraagt
de heer SMEENK (a.-r.), of er bezwaar is
tegen uitbreiding der mechanisatie als die aan
leiding geeft tot het in het werk stellen van
nieuw personeel. In sommige gevallen kan daar
door ook de export bevorderd worden.
Spr. betreurt de onvolledigheid van den Be-
drüfsraad in de sigarenindustrie. Men werlce
het tweeploegenstelsel niet zonder meer tegen.
De heer Dr VOS (11b.) vraagt zich af. in hoe
ver de mechanisatie de werkloosheid heeft
vergroot of verminderd.
Over het geheel deelt spreker de bezwaren
van den heer Smeenk.
De heer WOUDENBERG (n.s.b.) acht met de
Regeering maatregelen betreffende de mechani
satie in de sigarenindustrie ook in de toekomst
noodig. Maar overigens gaat spr. niet met den
inhoud van het ontwerp accoord.
De heer v. d, PUTT (r.-k.) betoogt dat om
technische redenen de wet gehandhaafd moet
worden.
De M'nister van Economische Zaken, de heer
STEENBERGHE verklaart dat 't nut der wetbU
voorzichtige toepassing gebleken is.
Spr. ziet geen reden voor btlzondere onthef
fing van voor honderd procent gemechaniseer
de bedrijven. Verzoeken worden nooit zondei
meer afgewezen.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. aangenomen.
Evenzoo de andere wetsontwerpen, voor zoover
niet vermeld.
Economische zaken
Voortgezet wordt de behandeling vnn hoofd
stuk X (Dep. van Economische Zaken) der
Rüksbegrooting voor 1939.
De heer BOTTERWEG (a.-r.) kan over het
algemeen met het beleid van den Minister in
stemmen. Spr. verwacht echter niet zooveel
van de ordening in het bedrijfsleven. T.n.v. do
blndendverklarlng bevinden we ons nog in do
jeugdperiode. Spr. vraagt moer lnlichtin
Toenemende bezwaren rjj/.cn ook tegen de cri
sis ln- en uitvoerregelingen. Spr. waarschuwt
togen bevriezing op grond van bepaalde basis-
Jaren. Er moeten geen monopolies kunnen ont
staan.
Ten aanzien van den Middenstand mag men
niet generaliseeren. Er zjjn ook Middenstanders
die op een zekeren welstand kunnen bouwen.
Het aantal gedupeerden moet zooveel mogelijk
Worden beperkt.
De heer DONKER (s.-d.) zegt dat Antwerpen
nog steeds kan rekenen op den steun der Bel
gische regeering. terwijl Amsterdam en Rotter
dam zichzelf moeten redden. Tegen normale
concurrentie heeft niemand bezwaar, maar hier
is het anders.
De houding der Regeering is voor de gemeen
te Rotterdam zeer teleurstellend, hoezeer het
onderzoek nog niet voltooid heet.
Sluitend samenstel
De heer KORTENHORST (r.-k.) zogt dat nu
eindelijk een sluitend samenstel van economi
sche maatregelen in verband met de crisisge
volgen in uitzicht Is. De sombere voorspellin
gen van tegenstanders eener actieve welvaarts-
polltiek zijn niet bewaarheid, doch de voorstan
ders hebben de overwinning niet cadeau gekre-
gen.
Het prijspeil ls het kernprobleem onzer econo
mische politiek. Spr. is niet geheel het eens met
de opvatting van den Minister Inzake de mone-
laire maatregelen.
T.a.v. de havenpolitiek steunt spr. den aan
drang van den heer Donker, om de verlaagde
haventarieven in de toekomst te consolideeren.
In zake de bescherming der binnenlandsche
industrie staat spr. aan de zijde der Regeering.
Er is nog wel geld te krijgen in Nederland voor
nieuwe industrie, mits het object good is.
De heer SCHOUTEN (a.r.) bespreekt het toe
gepast natuurwetenschappelijk onderzoek, op
grond der wet van 30 October 1930. Spr. ziet
hier een lijdensgeschiedenis. Het bestuur van
de centrale organisatie ondervindt niet de ge-
wenschte medewerking. De Minister passé de
wet toe overeenkomtig haar strekking: het be-
driifsleven zal er vruchten van plukken.
Dr VOS (Lib.) waardeert de bemoeiingen van
den Minister voor den middenstand. Spr staat
evenwel op het standpunt, dat de toestand van
den middenstand nog allesbehalve gunstig is,
zulks in tegenstelling tot de opvatting van den
Minister.
Aan een kleine commissie zou spreker do
voorbereiding van een regeling van de verde
digingsmiddelen van den kleinen middenstand
willen zien opgedragen. De Minister verleene
zijn steun hieraan.
De heer WIJNKOOP (comm.) Is van opvat
ting, dat de Minister er niet in zal slagen
tegelijk met de industrialisatie den export te
bevorderen.
Ir VOS (s.d.) wenscht uitbreiding van de
loonstatlstiek. Het systeem van de werkloos
heidsbestrijding deugt niet hetgeen wel blijkt
uit het feit. dat er hier te lande nog altiid
meer dan 330.000 werkloozen z(jn. Vobrzoover
het totaal is gedaald, is dit niet ran een ge
zonde opleving, doch aan militaire maatrege
len te danken.
Met dé verbindend-verklaringen van collec
tieve arbeidsovereenkomsten komt men niet tot
een behoorlijke ordening.
D' heer VAN HOUTEN (c.d.u.) ziet In het
streven naar meer gebondenheid een sociale ge
red: tigheid. Ordening is z.i. in de eerste plaats
economische verzorging. Deze ordening dient
van boven af te komen, met liet doel, de rede-
Hike behoeften van allen te bevredigen.
De heer ROST VAN TONNINGEN (n.s.b.) her
innert aan de conferenties van Genève, Oslo en
Ottowa. waar de vriiliandelsideeën van de Jood-
sche internationale en van dr Colijn zün vast
gelegd. Het landbouwbewind van den Minister
van Economische Zaken is doordrenkt van de
liberaal-marxistische verachting van den land
bouw.
AVONDVERGADERING
Aan de orde is hoofdstuk IX (Dep. van Wa
terstaat) der Rüksbegrooting voor 1939.
De heer VAN LIDTH DE JEUDE (lib.), het
wederom hoogere eindcijfer der begrooting
sprekend, wijst er op, dht meer dan bil ei
ander département bij. dat van Waterstaat
tegenover de uitgaven concrete waarden staan.
Spr. is het dan ook eens met de verdediging van
liet eindcüfer door den Minister.
De heer VAN DER WAERDEN (s.d.) zou de
Waterstaatsbegrooting tegelijk met die van hei
Verkeersfonds willen zien behandeld.
Met het oog op de werkloosheid wordt veelal
Rngedrongen op het uitvoeren van openbare
erken in handenarbeid. Terecht merkt de
Minister op, dat het niet altüd wensclielUk Is
om de werkgelegenheid te vergrooten. Spr.
dringt ernstig aan op het bewandelen van een
middenweg.
In hooga mate onbevredigend is, dat de Mi
nister weigert, de hepallngén van collectievs
arbeidscontracten toe te pasen op Waterstaats
werken. Het is voor het Rijk niet verboden, een
fatsoènlijk werkgever te zijn. Spr. crltiseert de'
lakschheld met de invoering van de Rütüden-
wet 1936.
De heer BONGAERTS (r.k.) komt er tegen op.
dat de heer Van der Waerden de Waterstaats
begrooting zou willen onderbrengen bü het ver
keer.
De Heer EBELS (v.d.) bespreekt de uitvoering
van openbare werken. Misschien heeft Water
staat wegens de werkverruiming geen ov
heerschende positie meer, maar toch veel in
vloed. Wat den mechanlschen arbeid betreft, ls
spr. het eens met het inzicht van den Minister.
Beter méér werken iti uitvoering genomen dan
hetzelfde of meer uitgeven door alles in han
denarbeid te doen uitvoeren. We hebben te doer
met productieve wertten.
Ook spr. wil spoedig maatregelen voor bevei
liging van het verkeer. Het stelt steeds hoogen
eischen. Aan de veiligheids-maatregelen ont
breekt nog veei.
De heer KRIJGER (c.h.), die wederom be
zwaarlijk te verstaan Is, bespreekt den Invloed
het centrale baggerbedrüf en dringt
op saneering van het baggerbedrüf; nu cl
weldra een verloren gaan ran niet gebruikt
baggermatertaal.
Spr. waardeert 's ministers standpunt ln zake
lintbebouwing.
De heer KIEVIT (s.d.) wenscht betere arbelds-
oorwaarden voor personeel bü RUkswater-
staatswerlcen, Spr. betreurt 's Ministers stand
punt in zake de collectieve arbeidsovereenkom-
':en; daartoe behooren toch ook de loonen.
Er moet nu wat gebeuren t.a.v. de arbeids
tijden en de veiligheid van het verkeer.
De heer VAN BRAAMBEEK (s.d.) vraagt wat
gebeuren moet, als tranis of militaire
pen elkaar ontmoeten. Wie heeft er dan voor
rang? De voorschriften van militaire en andere
zijde zü'n met elkaar in strlid.
De heer POSTHUMA (c.d.u.) zegt, dat er nog
heel wat te doen Is ter verbetering der arbeids-
lorwaarden van Rijkswaterstaatswerken.
Spr. komt er tegen op, dat men het centrale
baggei'bedriif ongestoord zün gang laat gaan.
T.a.v. de rüwielachterlic-hten vraagt spreker
méér te doen tegen de fabrikanten, die, wat be
treft het volgen van de Rükskeur, hun woord
n zlcli daaraan te houden, hebben verbroken.
De lieer DIEPENHORST (a.r.) critlseert den
post van f 537.000 voor rent.e en aflossing; hot
accres der gewone uitgaven moet binnen het
kader der begrooting gevonden kunnen worden.
Van do Wegenverkeerswet stelle men zich
niet teveel voor.
De heer ALG.ERA (a.r.) acht den invloed
vaste verbindingen met de Wadden-eilanden op
stormafstanden niet zoo overwegend als di
commissie-Lorentz. Is de desbetreffende ver
hooging een beletsel voor een vasten dam? Spr.
vraagt een nlpifw onderzoek.
De heer ZANDT (s g p.) zegt. dat er op den
Minister een zware verantwoordelijkheid voor
de veiligheid van het verkeer rust. Dit ligt niet
alleen aan de automobilisten, ook aan de wiel
rijders.
Minister van BUUREN kan geen verdere con
centratie ln zake de Waterstaatsbegrooting toe
zeggen.
Wat betreft het eindcüfer der begrooting,
erkent spr. de juistheid der woorden van den
heer Van Lidth de Jeude. Den heer Diepenhorst
verzekert spr., dat de gedachte van compensa
tie hem niet vreemd Is. Zün aandacht is daar
steeds op gericht; tal van posten zün practisch
niet voor vermindering vatbaar. Spr. gaat dit in
detail-becijfering na. o.m. wüzende op do stü-
ging van allerlei kosten..
T.a.v. de openbare werken wordt sprekers
standpunt in zake het gebruik van machines
over het algemeen gedeeld. Wanneer werlcver-
schnfflngswerlcen op 't terrein van Waterstaat
komen, is spr. zooveel mogelijk tot bespoedi
ging bereid. Er is geenerlel streven
besteding van kleine aannemers: Juist bü Wa
terstaat zün vaak groote werken, waarvoor
groote aannemers zün aangewezen. In
ioepassing van de collectieve arbeidsovereen
komsten heerscht het standpunt van de Regec
ring, niet alleen van liet Departement. Het
voorschrijven van loonbepalingen in de bestek
ken ligt niet op den weg der Regeering, omdat
deze mnterie in de wettelijke sfeer getrokken
ls. Toetsing aan het algemeen belnng staat op
den voorgrond. De Regeering mag zich nleteei
zijdig pnrtü stellen, waarmede niet gezegd Is. d...
er slechte arbeidstoestanden bestaan mogen.
Doch blükens een enquête Is daarvan ook niets
gebleken. Medewerking van de arbeidsinspec
tie wordt niet afgewezen, doch verwarring
moet worden voorkomen.
In zake het centrale baggerbedrüf Is er een
klacht, dat er veel versleten bedrijf is opge
legd. Dit is echter geen Staatsmaterla.nl. Uit ln
rapport van het Dep. van Econ. Znlcen blijkt
echter, dat het materiaal ln werkbaren i
moet ziin. Saneering raakt hier materiaal
particulieren.
Komend tot de veiligheid van het verkeer,
zegt spr., op aandrang van het Voorl. Verslag
de aandacht der gemeentebesturen gevestigd te
hebben op een goede regeling. De verkeers-
Inspectie heeft een meer preventieve taak. Rijks-
en gemeentepolitie hebben te waken voor
goede naleving der voorschriften. Er wo
v'mtregelen genomen ter intensiveering vt
l politietoezicht.
■Sé- 1
Prof. Dr K. DIJK spreekt
over: Het doel der
Catechese
3e toestand in de Gerefor
meerde Kerken: een enquêie
Prof. Dr K. Dijk
KAMPEN, 9 Dec. In een plechtige samen
komst, gehouden in de groote aula van oe
Theologische Hoogeschool, is gisteren de
84e dies van deze inricihting gevierd, waarbij
tevens het recto
raat door Prof.
Dr K. D ij k werd
overgedragen aa»
Prof. Dr J. R i d-
d e r b o s.
In tegenwoor
digheid van Cura
toren,, Hoogleera-
ren, Lector, Oud-
Lector, Bibliothe
caris, Studenten,
oud-Studenten,
Predikanten, en
kele genoodigden
en andere belang
stellenden, open
de de Rector dit samenzijn, liet zingen
Psalm 105 3 en 5, las Hebr. S 713 en
ging voor in gebed. Daarna hield hij z\jn
rectorale rede over: Het doel der Cate
chese.
Spr. ving zijn oratie aan met te wijzen op
de crisis der tijden, waarin de Kerk verkeert,
en op de vele klachten, welke over de Kerk
geuit worden. Onder deze klachten is we)
een van de felste de klacht over de vei-
vreemding van de jeugd ten opzichte van
de Kerk, en over de machteloosheid der
„verouderde" Kerk om de jeugd binnen de
banden van haar gemeenschap te bewaren.
Tegenover allerlei pogingen om de jeugd
te beliouden, stelt spr., met Dr Eyenhuis
(op de Utr. Predik. Verg.) de meening, dal
de Kerk dit alleen kan doen door haar
.gen taak te verstaan, gedachtig aan het
woord van Vader Brakel: „Daar is niets in
de wereld, daermede een dienaar Gods meer
nut doen kan dan met catechiseeren". Daar
om wil spr. de aandacht op deze kerkelijke
roeping vestigen en wel speciaal op het'
doel der catechese; een onderwerp, dat in
het midden van de vraagstukken staat van
dezen tijd. omdat het raakt de vragen naar
Kerk en Verbond,.naar Doop en Avondmaal,
naar gemeenschap en enkeling, naar objec
tiviteit en subjectiviteit, naar hoogkerkelijke
praxis en persoonhjke aanvaarding.
Nadat spr; hét'doel der catêéhes©.rhééft
omschreven, ook in de definities vap voor
aanstaande Geref. theologen, merkt hij op,
dat dit doel in den loop der tijden is losge
laten: naar twee kanten heeft die deform.a-
tie zich geopenbaard: eenerzijds naar de
humanistisch-rationalistische, anderzijds in
piëtistische richting. Vervolgens schetst hij
den sterken weerstand tegen die deforma
ties. Gehandhaafd moet worden de Gerefor
meerde beschouwing van het doel der cate
chese, eenerzijds tegen de objectivistische
lijn, welke bij Rome uitloopt op de confir
matie als nieuw sacrament, anderzijds tegen
het subjectivisme, dat de persoonlijke keuze
vooropstelt en de Kerk elimineert. De belij
denis is de overgang van Doop tot Avond
maal en dit houdt in: le. dat de catechese
in haar doelstelling en arbeid uitgaat van
don Doop en van de kinderen als erfgena
men der belofte, en dit doende leidt zp door
het onderwijs in de Christelijke religie'tot
het sacrament van het Avondmaal; 2e. de
toegang tot het Avondmaal kan niet. ver
leend worden, tenzij blijke door de b e 1 ij d e-
n i s, dat het kind der gemeente zijn Doop
aanvaardt;
indien we zeker wisten, 'dat het iri
Christus begrepen is, behoefde het ook
geen geloofsbelijdenis af te leggen; nu
wij slechts kunnen „rekenen tot en hou
den voor" heeft de Kerk des Heeren met
den maatstaf van het Woord Gods te
keuren.
In de 3e plaats volgt uit de bovenge
noemde definitie, dat de belijdenis dos ge-
loofs niet mag worden opgevat als een
„keuze", die dan ipas gedaan wordt; aan
haar moet het belijden van het jonge leven
reeds in het kinderleven door woord en
daad voorafgaan, en beide moeten, dat is het
4e punt, belijdenis zijn van hot geloof;
niet van een zgn. historisch geloof, want dat
is geen geloof, maar van het oprechte ge
loof in Jezus Christus.
En 5e, deze overgang (van Doop tot Avond
maal) spreekt in de Geref. Kerken vanzelf;
ook Prof. v. d. Meiden en Ds W o e 1 d e-
rink Lebben op dit verband gewezen en dit
mag geen oogenblik worden losgelaten; ver
worpen moet worden de lahadistische opvat
ting en ook de voorslag van Meul enbelt
om drie soorten gemeenteleden te hebben,
n.l. doopleden, leden, die belijdenis hebben
gedaan en leden, die ten Avondmaal gaan.
Tenslotte besprak Prof. D ij k den toestand
in de Geref. Kérken; hij heeft in dit najaar
een enquête gehouden; waarop 600 ant
woorden binnenkwamen, wellieresulta-
ten hij hoopt te verwerken in een
Handboek voor de Catechese; uit
deze enquête bleek hem, dat gemiddeld
90 pet van de Doopleden ter catechisatie
gaat, en van hen ongeveer eenzelfde percen
tage belijdenis doet; dat de jongeren die be
lijdenis deden, over het algemeen trouw ton
Avondmaal gaan, en de redenenvoor het
niet-b.elijdenis doen en niet-ten-Avondmaal
gaan vooral te zoeken zijn in onverschillig
heid en ongodsdienstigheid.
Uit de enquête bleek ook algemeen de
klacht, dat de Catechese in de Kerken niet
die plaats heeft en die waardeering ver
krijgt, welke zij verdient. Dit gaf spr. ten
slotte aanleiding met alle kracht te wijzen
op het hoog belang van dit kerkelijke jeugd
werk en op de eischen, die dit belang aan
de voorbereiding stelt „Het gaat om het
zaad Gods; 't gaat om de Kerk des Heeren."
De Fata
Na deze rede ging Prof. Dijk weer tot het
vermelden der fata, van den afgesloten cur
sus. Daarbij herinnerde hij aan de stabiliteit
in dc samenstelling van het curatorium:
aan de Kon. onderscheiding voor Ds IT
Mijering; aan het emeritaat van den
curator Ds II. IT. Schoemakers; aan het
eere-professoraat door de Univ. van Dehrec-
zen aan Prof. G re ij d anus verleend;, aan de
a.s. reis van Prof. Schilder, naar Noord-
Amerika; en aan de verschijning van Prof.
IT o n i n g's Gfcref. Dogmatiek.
Voorts heeft spr. gewezen op enkele re-
prestaties: dat de Rector en Secretaris het
College vertegenwoordigden bij de nationale
huldiging van de Koningin op 6 September
op den Dam te Amsterdam; dat de Rector
heeft bijgewoond de eerepromotie van
Z.Exc. J. J. C van D ij k en dat de Hoog-
eeraren het Studentencorps F.Q.I. in zijn
Senaat de allerhartelijkste gelukwcnsclicn
hebben aangeboden bij gelegenheid van het
vijftiende lustrum van dit corps, door de
Studenten met groot jolijt en waardig ge
vierd.
Voortgaande, herinnert spr. aan den rouw
over den student Jan Tappers, die met
zijn verloofde, bij een droevig ongeval den
dood vond; aan bet herstel van een uit Da-
vos teruggekeerden student. Op 23 Sept. j.L
werden ingeschreven voor den nieuwen cure
sus 18 studenten voor de eerste maal gere
censeerd 93 studenten; dit getal werd later
met één. uit Duifscliland gekomen, student
vermeerderd, zoodat thans aan de Hooge
school 112 zijn ingeschreven, van wie drie
reeds candidaatsoxamen hebben afgelegd.
Gedurende het rectoraat van Prof. Dijk wer
den 11 propacdeutische examina afgelegd en
12 candidaatsexamens; slechts éénmaal, en.
wel bij de laatste, moest een student worden
afgewezen, die echter drie maanden later
zijn wensch vervuld zag, terwijl eindelijk
ook nog twee aanvullingsexamens naar art<
135 II.Ö.W. met goed gevolg werden afge-
legd.
De betrekkingen tusschen IToogleerareii
en Studenten waren van zeer vriendschap-
pelijken aard; de laatsten hebben over het
algemeen in toewijding en gedrag den Rec«
tor slechts stof tot verblijden gegeven.
Al verder memoreert spr. het herstel uit
ernstige ziekte van den volijverigen pedel
A. de Graaf, die zijn zilveren huwelijks
feest mocht vieren; voor zijn trouwe en on
betaalbare hulp brengt spr. hem aller dank,
Tenslotte droeg
:>rof. Dijk het rec-
.oraat over aan
Prof. Dr. J. R i d-
lerbos, dank
?r,engende voor
hun medewerking
aan hoogleeraren,
den lector en den
bibliothecaris, en
Ten secretaris van
het college van
hoogleeraren prof
dr. G. M. den
IT a r t o g h. Prof.
Ridderbos aan
vaardt nu voor do
■tesde maal het
"rectoraat, en, zoo
zoo richt spr. zich tot hem: „Gij doet dit on
getwijfeld met de rust en de kalmte, die u
eigen is en welke u in geen storm verlaat;
in uw handen is de academische scepter vei
lig, al hebt ge niets van een dictator, met
wicn ook een goede oud-testamenticus in
dezen tijd niet op goeden voet kan staan;
om uw schouders is de ambtsketen niet al
leen een sjunbolum potostatis maar bijzon
der tot sieraad en tot eer; gij hebt in uw
ambtsperiode van zes-en-twintig jaren ge
toond de School lief te hebben omdat ge dei
Kerk des Heeren liefhebt, en deze liefde
wordt gedragen door een chokmatisch cha
risma, dat heter is dan robijnen. Tot u be
hoef ik niet te vragen om een rechtvaardig
en billijk regime; uw gansohe persoon en:
uw arbeid zijn er ons waarborg voor, dat uw
bestuur aan deze eischen zal voldoen. i
Na de overgave van den ambtsketen be
ëindigde Prof. Dijk deze samenkomst, nadat
eerst gezongen was Psalm 79 7 en men
den ITeere gedankt had voor Zijn weldaden.
Prof. Dr J. Ridderbos
De aftredende rector Prof. Dr K. Dijk installeert den nieuwen rector Prof. Dc
J. Ridderbos.
1
Het rijwielachterlicht
Bü de herkeuring der rilwlelachterlichten
gaat het om ;het type; Er zal met groote voor
zichtigheid moeten worden opgetreden, ook om
hen, die al gekocht hebben, niet noodeloos te
dupeeren. De opmerking over de opvoedende
taak dor gemeentel,üke politie zal spr. aan zijn
ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken door
geven.
In sommige gevallen ls afstappen door wiel
rijders bij voorkeurswegen niet gewenscht; een
algemeen voorschrift ls af te keuren. Als fabrie
ken enz. uitgaan, lean niet altiid verbod van
meer dan twee fietsers naast elkaar doorge
voerd worden. Het is niet altüd in het belang
van do veiligheid, voorrang door te «oeren dooi
de steden; het ls een punt alleen in overleg
met de gemeentebesturen op te lossen. Het
wegenverkeersreglement zal strengere regelen
brengen. Het oversteken van intercommunale
tramwegen door troependeelen is geregeld.
Spoedige inwerkingtreding van het rijtüdenbe-
aluit is bepleit; hierbü zün vele sociale en- an
dere belangen betrokken; er is niet getalmd:
nu is de zaak practisch vrü'wel voor elkaar.
Den termün tusschen Invoering'en afkondiging
zal spr. met 7-ün ambtgenoot van Sociale Zaken
overleggen. De Inwerkingtreding zal helaas niet
1 Januari kunnen geschieden; spr. zal zooveel
mogeliik bespoedigen. Mej. de Jong heeft de
strekking der wet verkeerd begrepen; deze ls
gericht op de veiligheid, en daarom zün de be
stuurders er In betrokken, niet het overige per
soneel. Spr. zal ook dit punt met zün. ambtge
noot van Sociale Zaken bespreken.
Wat de opmerkingen over het personeel be
treft, do wenschelüklield van een Isolatietoe
lage zal spr. overwegen. In het algemeen be
hoort het Waterstaatspersoneel niet achter to
staan b(1 ander personeel. Tn verschillende op
zichten zün verbeterde dlensttüden Ingevoerd;
Het Is de bedoeling, aan het Dep. van Water
staat eleetrlsch-deskundlg personeel aan te stel
len; weldra verschijnt een desbetreffend wets
ontwerp.
Kustverdediging
BÜ afd. II (Waterstaat) zegt do heer ZANDT
(s.g p dat de kustverdediging van Goerco on
voldoende Is. Do toestand is het laatste jaar
wel degelijk slechter geworden. Er schtint geen
onmiddellijk gevaar te dreigen, volgens, den
Minister. Spr. kan begrijpen, dat deze door de
hooge lasten aarzelt in te grijpen. Maar de kos
ten 7-nllen steeds hooger worden. De Minister
brengo de afwatering vnn westelük N.-Brabant
spoedig tot een goed einde.
De MINISTER zegt. dat er op het oogenblik
geen aanleiding Is tot 't treffen van maatrege
len op Goeree. Tiet Is hier ook niet in de eerste
plaats Rijkszorg. Bovendien gaat het om pen
zeer kn=lhnre aangelegenheid. De zaak hliift In
studie: de kwestie Is niet-onrustbarend. Er is ook
g"nn verschil van meenlug tusschen den provl'--
sn eu den Ru'ks-. en V, aterstaatsdlenst. Als
het tüd ls om in te grüpen, moeten de plannen
klaar liggen.
De heer WAGENAAR (a.r.) zegt Inzake de
afschrljvingSpolItlelc bü de Staatsmünen, dat. in
dien de afschrijvingen lager waren, blpvende
ontlasting van het Rüksbudget niet ware ver
kregen. Juist daarom worden in Indlë dewinst-
ultlceerlngen der Banlca-tln gelimiteerd tot een
benaald bedrag op den gewonen dienst Boven
dien zü'n de Staatsmünen een handelsonder
neming waarvoor de N.V.-vorm meer geëigend
ware. Men menge zich niet te zeer in de be-
drüfsvoering. Alles hangt samen met de aan
wezigheid van kolen ler plaatae ©n daarom
moet er wel een groote afschrijving plaats heb
ben. Spr. stemt geheel ln met het beleid der
Regeering ten deze.
De minister aan het woord
Nadat verschillende sprekers het woord heb-
ben gevoerd behandelt de MINISTER allereerst
de afschrüvlngspolitiek. Een voorzichtige poli
tiek is noodig voor het landsbelang in het miin-
bedruf. Spr. sluit zich aan bü het beloog
van den heer Wagpnaar en neemt stelling tegen
dat van ir Vos. Juist ook uit een oogpunt van
kabinetspolitlek is de afschrijvingsmethode, al3
''Ier gevolgd, noodzakelük. Do afschrüving over
19^7 vati ruim 19 millioen is Juist. Men bedenke
dat er 200 millioen in dit Staatsbcdrüf is ge
ïnvesteerd en dat 66 millioen nog niet is afge
schreven. Voor de nevenbedrpven is kapitaals-
vermindering gewenscht. Dit aHes moet in aan
merking worden genomen, en dan blijkt, dat er
geen abnormale afschrüving is toegepast. Aflos
sing op het obligatiekapitaal ls gewenscht voor
den algemeenon toestand van het bedrijf.
Wat betreft de sociale positie der mijnarbei
ders, er is reeds gewezen op de verbetering der
pensioenregeling. Het Is nu niet bekend, hoe h-t
met verdere verbetering in de contactcommissie
staat. Spr. ls van oordeel, dit verdere verbete
ring wel te verwachten Is. Intusschen moet men
de pensIoenbedragen ook niet als te ongunstig
voorstellen. En dc invallditeitsknns neemt stcril
af. Spr kan In dozo niet vooruitloopen.' Spr.
hoopt binnenkort gunstige resultaten te zien
De arbeldstiid ls een belangrijk punt. Hierom
trent kan weinig gebeuren zonder internatio
nal overleg. Het ls geen arbeidersbelang, thuns
tot Ingrüpende veranderingen te komen.
Geen bedrijfsraad
Het Instellen van een bedriifsraad ls niet mo-
gelük waar de groote meerderheid der onder-
eiï tec"en ,s Wnt de heer Bongaert.s
zeide, wil spr. overwegen. Er Is vruebtbaa-
overleg door de contactcommissie tusschen
ondernemers en arbeiders.
Het tewerkstellen van Invalide arbeiders In
net münbedrilf. stuit op bezwaren; spr. betwü-
felt of er ruime mogeljlkheden aanwezig ziin.
ln zake het vervoeren vnn arbeiders door coö
peraties Is alsnog heroen gaande; spr. kan zlcli
dus nu daar niet over uitspreken. Wel wil sP.-.
zeggen, dat om tot goedkoop vervoer te komen
ook in dio streek con---tratie noodzakelijk v
Umirent de opmerkingen van den heer Wouden
Verdoovende middelen tegen
rheumatische pijnen
Zij zijn min of meer gevaarlijk lapwerk
en het resultaat is slechts tijdelijk. Bovendien!
is een rheumatieklijder, door de bij rheuma
tische aandoeningen optredende storing in
de huidfunctie, bijzonder gevoelig voor tochc
en kou, waardoor ook na het minste tochtje
de pijnen weer zullen beginnen. U moet ook
niet de pijn bestrijden, maar de oorzaak
hiervan, die ligt in een overmaat van urine
zuur in het lichaam. Ge moet het kwaad met
de wortels uitroeien. Wat ge noodig hebt is
een bloedzuiverende kuur met Kruschen.
Salts, dat lever, nieren en ingewanden aan
spoort tot krachtige, regelmatige werking,
waai'door het schadelijke urinezuur, dat Uw
pijnen veroorzaakt, zal worden verwijdert.
En als U de Kruschen-gewoonte trouw blijft,
zullen Uw pijnen geleidelijk verdwijnen, om
nooit meer terug te komen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten 0.40,
0.75 en 1,60 (extra groot pak). (Adv.),
berg zal spr. nadere Inlichtingen Inwinnen;
vooralsnog schtint spreker het standpunt der
directies Juist. Münschade ln do toekomst ls ter
sprake gebracht; aangedrongen Is op een wet
telijke regeling; spr. zal die onderzoekon. Svn-
thetlscho benzine Is een punt. dat meer een
algemeen Stents- dan een mü'nbelang ls, nl.
economische oorlogsvoorbereiding. Spr. zal do
desbetreffende opmerking ln beraad houden.
Zonder hoofdelijke Klemming «orden n n n ix e-
nomen: de liecrootlngeii voor 10.30 vnn het
Dep. vnn XVntemtnnt. vnn de Stnnt.münen In
Limburg en vnn hel StnntnvlK.eher.havei.bertriif
le IJniuIdcn, nUnicde hel wetsontwerp tot n||-
rlg'ng cn verhooging der begroeting van de
Sfnnlsnilinen iu Limburg voor 1037.
j De vergadering wordt om 2 uur verdaagd Jï