DE GRIJZE UIL
^^VCRHAAB.
OP 19 April van dit jaar (1938) overleed de
Grijze Uil, een der interessantste figuren,
welke in onze tijd in Canada hebben geleefd en
gewerkt.
Over zijn afkomst ligt een sluier, die wel nooit
gelicht zal worden. Zelf verklaarde de Grijze Uil,
dat hij de zoon was van een Schotsche woudlooper
George Mc Neil en een Apache-meisje, Katherine
Cochise. De uitgever van de boeken, welke dezen
Canadees zulk een wereldreputatie hebben be
zorgd, houdt staande, dat de Grijze Uil van In-
diaansche afkomst was.
Hangt dus over de oorsprong van het avontuurlijk,
belangwekkend leven van den Canadeeschen
natuurvriend en -schrijver een geheimzinnig waas,
over zijn verdere leven en streven zijn we
nauwkeurig ingelicht door de verschillende boe
ken, die hij publiceerde en van welke de firma
Thieme te Zutfen er thans een, onder de titel
Pelgrims der wildernis.1) onder de
aandacht van het Nederlandsch publiek brengt.
„Pelgrims der Wildernis" behandelt
dat gedeelte van het leven van den Grijzen Uil,
dat de beslissing brengt in zijn leven. Toen de
wereldoorlog uitbrak, vertrok de Indiaan naar
het front, maar werd in 1917 gewond. Hij keerde
toen terug naar de wildernissen van Canada en
werd pelsjager. Dit leven van volslagen zelfstan
digheid en vrijheid aan de zijde van Anahares'
vrouw, voldeed hem geheel.
„Daar was altijd schrijft hij de hartstocht
naar avonturen, de aantrekking van het onbe
kende, die een ieder van ons ras geheimzinnig
pakt tot in het diepst van zijn ziel."
Maardan komt er een keer in dat leven van
vrijheid en dooden. De jager doodt uit geldnood
een bever en doemt daarmee de kleintjes tot
verhongeren. Maar nu plaatst zich voor hem
een nieuwe taak en verantwoordelijkheid: de
jonge bevertjes te redden voor het leven. De
Pelgrim der Wildernis
dieren hechtten zich aan hun weldoeners en deze
aan hen. Met groote zorg worden ze opgekweekt
en bewaakt en bestudeerd.
En steeds duidelijker werd het den boutjagers
daarbij, hoe wreed en slecht het was, den bever,
het meest belangwekkende en intelligente dier
van heel Canada, uit te roeien.
Het gevaar van uitroeiing was niet denkbeeldig!
Honderdduizend vierkante mijlen in Ontario
waren reeds van bevers ontbloot en slechts hier
en daar vond men nog een enkele overgebleven
kolonie.
Grijze Uil en Anahares besluiten zich te keeren
tegen de zinnelooze vernieling der schepping in
hun vaderland en hun leven vanaf nu te wijden
aan de bescherming van de wilde natuur in het
algemeen en de bevers in het bijzonder. Dit was
echter niet gemakkelijk. Er was de broodvraag:
de Indiaan had tot nog toe van de jacht geleefd.
Het is moeilijk voor een jager aan de kost te
komen, als hij het beste wild ontziet! Zoover
komt de pelgrim der wildernis, dat hij nog één
beverkolonie uitroeit, om zelf te blijven leven.
Maar het is de laatste nederlaag.
Van nu begint snel en ongedacht de zege.
Juist de tegenstand van velen, die niet begrepen
en de moeilijkheden deden de wilskracht toe
nemen. De lange, doellooze maanden, doorgebracht
in een eenzame hut midden in de woesterny,
vrijwel alleen in gezelschap met de beide
bevertjes, wat muskusrat.en, eekhoorns en meer-
bollen, droegen een onverwachte vrucht.
Het was deze nauwe samenleving tusschen
jagers en dieren, welke Grijze Uil bracht tot het
schrijven van zijn eerste opstel. De ontdekking
van de gave der inspiratie en het gelukken van
de eerste poging openden voor hem het vooruit
zicht om op een minder wreedaardige wijze dan
tot nog toe in zijn onderhoud te voorzien. Het
schrijven, dat eerst „een dwaze inhoudslooze af
leiding was geweest, werd plotseling en ver
bijsterend, een bron van licht en hoop."
Nog één moeilijk te dragen slag wordt aan de
natuurvrienden toegebracht: na een jaar onafge
broken zorgvuldige verpleging, verdwenen op
een keer de twee bevers, zonder ooit te keeren.
Aandoenlijke bladzijden heeft de schrijver van
Pelgrims aan hen gewijd: ,„twee schimmen
uit het land der schaduwen, die bij toeval tot ons
gekomen waren en een poos verwijld hadden
en toen weer terugzweefden, als de vergeten
wind, die gisteren waaide, en verdwenen als de
verdichtsels van een droom
Maar het was tevens de nooit vervagende her
innering aan deze lieve vriendjes, welke Grijzen
Uil sterkte gaf om voor het herstel van de bever
stand in Canada te strijden.
Er zijn in den loop der eeuwen vele idealisten
geweest, die voor een loffelijk doel leven en goed
hebben ingezet, maar nooit het geluk hebben
mogen smaken, hun liefste wenschen vervuld,
noch hun streven met succes bekroond te zien.
Grijze Uil behoorde niet tot hen! Als schrijver,
maar ook als spreker, oogstte hij enorme bijval.
In zijn eerste boek: Het verdwijnende
grensland, voerde hij een pleidooi voor het
behoud van de wildernissen der Canadeesche na
tuur en het uitstervende volk, dat er nog in
woont. Zijn geringe letterkundige ontwikkeling
trachtte hij dan te vullen met een intensieve be
studeering der Engelsche taal en literatuur.
De levendige wijze van voorstelling, de boeiende
verhaaltrant, maar vooral de mededeelingen van
Zij kronkelt haar lichaam in zonder
linge bochten, genietend van haar grap.
authentieke gegevens over de psychologie en le
venswijze der bevers wekten in heel de beschaaf
de wereld interesse. Men vernam, hoe de bever
een dier is met een persoonlijkheid en intelli
gentie als geen ander ter wereld:
„Zij bouwt haar kamp, zij verschaft levens
middelen en bergt die op, zij maakt plannen
en brengt ze ten uitvoer en staat, letterlijk en
figuurlijk, krachtig en vastberaden op haar
eigen beenen. Haar pogingen met mij te spre
ken, soms grappig, dikwijls aandoenlijk en
menigmaal, naarmate ik ze leerde kennen,
volkomen begrijpelijk, plaatsen haar naar mijn
opvatting, ver boven het plan van andere
dieren"
Reeds spoedig werd onder leiding van den be
gaafden Indiaanschen schrijver en spreker een
film gemaakt over het leven der bevers de
film is ook in Nederland vertoond! en werden
voordracht-tournées georganiseerd, ook in Enge
land.
Al dit schoone werk, uit natuurliefde geboren,
vond haar bekroning in de benoeming van den
Grijzen Uil tot Canadeesch ambtenaar, belast met
de bescherming van de wilde natuur in Noord-
Saskatchewan:
„Elke wensch is vervuld en meer dan dat!
Weg is de beklemmende angst voor vijandige
vandalen; wildleven in al zijn rijke schakee
ringen schichtige, schuwe schepsels houdt
zich op welhaast binnen ons bereik.
De lidteekens van vroegere, oude branden
heelen langzaam en zeker. De beverdorpen
krijgen nieuwe bewoners.
De Pelgrimstocht is voorby". 2)
M. J. LEENDERTSE
1) Uit het Engelsch door D. E. R. van O. Ingen.
2.90; geb. 3.90, met vele foto's, Thieme Zut
fen, 1938.
2) Het is jammer dat Pelgrims der Wil
dernis, dat uitermate belangwekkende en
boeiende lectuur is, voor ieder, die van met feiten
gedocumenteerde beschrijving van het dierenleven
houdt, wordt ontsierd door een aantal ongerijmde
uitspraken over godsdienst.
De hut van urgze Ou siaui aan aen waterkanthet meer scmjnt te stopen Zy teyae haar hoojd op mijn knie, pratend in hoer zonderlinge tautljt
038
IN DECEMBER
DE kaartjes stellen elk het halve hemelgewelf
voor, boven den noordelijken en den zui
delijken horizon in den stand van 15 Decem
ber 's avonds te negen uur.
Een loodlijn uit de Poolster neergelaten, wijst het*
noordpunt van den horizon aan.
De circumpolaire sterrenbeelden, op het noord
kaartje binnen de gebogen lijn, staan op onze
breedte altyd boven den horizon.
De pijlen op de kaartjes geven de richting van de
hemeldraaiïng aan.
De sterrenbeelden
Perseus met de veranderlijke Algol staat in het
Zenith. Wagenman en Cassiopeia en de onbedui
dende sterrenbeelden Driehoek en Giraffe staan
eveneens hoog aan den hemel. Beer en Leeuw
rijzen in het N.O., terwijl Zwaan en Waterman in
het westen dalen. In het oosten schitteren de
wintersche sterrenbeelden Stier en Tweelingen,
Orion en Groote en Kleine Hond.
De Melkweg gaat nog ongeveer door het Zenith.
Vallende sterren, de Geminiden, zijn te verwach
ten van 815 December.
Algolminima zijn o.m. waarneembaar: 7 Dec.
10.45, 10 Dec. 7.30, 28 Dec. even na middernacht
en 31 Dec. te ruim 9 uur.
Herschels beteekenis voor de sterrenkunde
Elke wetenschap heeft zijn pioniers, die niet altijd
bij hun tydgenooten instemming en bewondering
vonden, maar eerst door het nageslacht om hun.
genialiteit en vooruitzienden blik, werden ge
waardeerd.
Columbus was vast overtuigd van den bolvorm
der aarde en dat hy dus westwaarts zeilende, in
Indië moest aankomen. Nu was Columbus, ten
dien opzichte, in zijn tijd niet de eenige en in
den afstand van West-Europa tot Indië heeft hij
zich vergist. Maar niettemin was hij de eerste
die den moed had, de veilige kust den rug toe te
keeren en den steven westwaarts wendende, het
onbekende teeemoet, den grooten oecaan op te
varen.
Copernicus kon het afdoende bewijs voor zyn
stelling, dat niet de aarde maar de zon 't middel
punt der wereld is, niet leveren.
Ook Copernicus was niet de eerste en de eenige
die genoemde opvatting voorstond, maar wel
heeft hy, voorzoover dat in zijn tijd mogelijk
was, die opvatting wetenschappelijk gefundeerd,
voorgedragen. Maar eerst eeuwen later is het af
doende bewijs geleverd.
Tot degenen die niet over gebrek aan lof en
waardeering tijdens hun leven te klagen hadden,
behoort Fripderich Wilhelm Herschel (1738
1822) van w en het 15 Nov. 200 jaar geleden was
dat hy te Hanover het levenslicht aanschouwde.
Zoon van een muzikant en zelf ook muzikaal
aangelegd, vertrok hy reeds op jeugdigen leeftijd
naar Engeland om daar als musicus den kost te
verdienen. Maar niet als zoodanig zou hij bekend
heid verkrijgen, maar onze musicus, die ook
amateur-sterrekundige was, zou op het terrein
der astronomische wetenschap een wereldberoem-
den naam verwerven.
Bij zijn genialen aanleg is ook het lot hem gun
stig geweest. Zoo ontdekte hy in 1781 toevallig
een onbekende planeet buiten de Saturnus-baan
en is hy ook de ontdekker, hoewel hij naar iets
anders zocht, van de „physische dubbelsterren".
De ontdekking van de planeet, die later Uranus
zou heeten, moge voor Herschel niet het doel van
zijn onderzoekingen zijn geweest, zij was niet
temin de oorzaak van een groote verandering in
zijn levensomstandigheden. Niet alleen maakte
deze ontdekking hem beroemd, maar ook ver
leende de Engelsche koning hem een jaargeld,
waardoor hij zijn werkzaamheden als musicus
kon vaarwel zeggen en zich geheel aan zijn
De zon treedt 22 December in het teeken Steen
bok, staat dan in het sterrenbeeld Schutter.
De volle maan van 7 Dec. staat in den Stier, het
eerste kwartier van 29 Dec. in de Visschen.
Mercurius i§ 14 Dec. in benedenconjunctie,
maar wordt dan snel morgenster en komt aan
het eind der maand een paar uren vóór de zon
op en is dan mogelyk wel te zien.
Venus is eveneens morgenster en van groote
helderheid, op het eind der maand: 4.4 m. De
planeet komt dan te half vijf op.
Mars komt 's morgens te vier uur op.
Deze drie planeten staan dus aan het eind der
maand op één rij aan den morgenhemel. Venus
die in het midden staat zal het duidelijkst zicht
baar zijn. Mars staat wel hooger maar is minder
helder: 1.8 m. Mercurius is wel helder: 0 m., maar
staat laag.
Jupiter in de Waterman, gaat steeds vroeger
onder. Aan het eind der maand te half negen.
Saturnus, in de Visschen gaat eerst na het
middernachtelijk uur onder.
COLPORTAGE
Door J. HU
JA, nou moet je wel.
Nog even wachten tot ie voorbij is.
'k Zie Maandag z'n sarcastischen snuit al. Na
tuurlijk maakt ie me bij al de collega's belache
lijk.
Hé, daar gaat Ab ook aan de overkant.
Wat een geluk dat die dingen nog in m'n tasch
zitten.
Een ezel ben ik, dat ik me nou zóó heb laten op-
Nee, da's niet eerlijk. Opwarmen was 't niet
Goed beschouwd ben 'k zelf begonnen.
Maar 't was ook onmogelijk om onder dat felle
requisitoir van die kleine Menner kalm te blij
ven.
'k Voelde me toen toch zóó beschaamd dat w y
toch zoo ellendig slecht voor onze zaak durven
uitkomen. Spontaan heb ik toen gezegd: nou
jongens we móéten er toch wat tegenover stellen!
Kunnen we dat dan niet?
Toen kwam het voorstel om ook te gaan colpor-
teeren. Ze hapten allemaal. Ik ook. Allemaal zou
den ze meedoen.
'n Prachtig voorbeeld anders van massa-psychose.
Dat zie je nou maar, nou je d'r voor staat, om
dat onbekookte voorstel uit te voeren.
Een kwartier sta ik hier nu al en nóg zijn de
krantjes in m'n tasch. 'k Sta mezelf steeds moed
in te spreken, maar telkens zie ik nieuwe leeuwen
en beren op den weg.
Ben ik bang?
Nee, dat geloof ik toch ook niet.
'k Heb eenzame nachten gewaakt voor de ker
ken. En toen met die schutting, nou, dat was me
een corvée. De steenen vlogen je vaak om de
ooren.
Nee, scheldwoorden en molestatie hebben me
koud gelaten, ook al gooiden de roode heeren
m'n ramen in.
Maar dit is toch heel iets anders.
't Schijnt dat je voor dit karweitje meer lef
noodig hebt dan bij een dreigende vechtpartij
met een groote overmacht.
Hoe is 't toch mogelijk dat je zoo enthousiast van
huis kan gaan, en op je aangewezen post zoo
staat te aarzelen.
„Onze partij is geen party van de straat". Ze
astronomische onderzoekingen wyden. Hij werd
later ook in den adelstand verheven.
Herschel verrichtte zijn onderzoekingen met door
hem zelf vervaardigde teleskopen, waarvoor hy
de lenzen zelf sleep en polijstte.
Van welken aard waren nu de onderzoekingén
van Herschel?
De wetenschap der sterrekunde was aan het
einde der achttiende eeuw aan het verstarren. De
strijd vóór of tegen het Copernicaansche wereld
beeld had de geesten een paar eeuwen bezig ge
houden en de astronomie ging geheel op in be
studeering van het zonnestelsel.
Voor de „vaste sterren" was geen belangstelling.
Maar daarop vestigde Herschel nu juist al zijn
aandacht. Hij wilde niet alleen den bouw van het
zonnestelsel, maar ook van de ons omringende
sterrenwereld leeren kennen.
De Sitter zegt in Kosmos: Willam Herschell is
de eerste geweest die de overtuiging had, dat de
vaste sterren een stelsel van een zekere structuur
vormden, die het plan opvatte deze structuur om
haarzelfswille te bestudeeren en dit onderzoek op
werkelijke waarnemingen baseerde.... Herschels
groote werk zyn zijn sterpeilingen, die hij begon
zoodra de 6-meter telescoop (brandpuntsafstand 6
meter, opening 47.5 c.m.) voltooid was, in 1784.
Als eerste resultaat vsjn zijn nauwkeurige na-
vorsching van de hemelen komt hij tot de con
clusie, dat de meeste der zoogenaamde nevels
opgelost zijn in sterren, en hy vermoedt dat zy
met grootere telescopen alle op die manier op te
lossen zullen zijn. De melkweg het melkweg
stelsel zouden wij zeggen is zoo een ontzag
lijke „sterrelaag".
Een niet alledaagsch transport