SCHEEPJESWOL
„MELLONA" en „ADELSHOEVE
BLOUSES EN JUMPERS
Stekeligheden
KNIPPATRONEN
Stoffenhuis J. MONNICKENDAM
KsG
ECHTE ROZENOLIE IS DUUR
UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
7—12 NOVEMBER 1938
OVERPEINZINGEN
van een huisdokter
II
Moeilijke vertroosters
HET geslacht der moeilijke vertroosters
is nog niet uitgestorven.
De Bijbel kent ze reeds.
Job hééft "er al van te lijden gehad.
Sprak hij niet van hun „winderige" woor
den?
Zijn vrienden bedoelden het zoo goed.
Maar in den grond verstonden zij van zijn
lijden maar bitter weinig.
In plaats van troost te ontvangen, moest hij
zich tegen hen verdedigen.
Dat verzwaarde zijn smart.
Met David had hij kunnen uitroepen: „Wel
gelukzalig is hij, die zich verstandiglijk ge
draagt jegens een ellendige!"
En nog is er, helaas, maar al te vaak reden
om dit woord niet te vergeten.
Onder de moeilijke vertroosters vallen ver
schillende soorten te onderscheiden.
De predikant komt er mee in aanraking en
ook de dokter.
Ieder op hun eigen terrein.
En zij hebben dikwijls de grootste moeite
om de verwarring, die deze „deskundigen"
aan het ziekbed hebben gesticht, weer op te
heffen.
Het is nu eenmaal zoo, dat de zieke niet
over gebrek aan „adviseurs" heeft te klagen.
Maar geen hunner draagt eenige verant
woordelijkheid.
Van hen geldt in veel gevallen het woord
van den Prediker: „De dwaas maakt wel
vele woorden, maar de mensch weet niet,
wat het zij, dat geschieden zal en wat na
hem geschieden zal, wie zal het hem te
kennen geven?"
De bezoeker neemt hartelijk van den kranke
afscheid, maar de uitwerking van zijn
woorden neemt hij niet waar.
Daarmee krijgen de verantwoordelijke in
stanties te maken: de dominé en de dokter.
Om twee soorten moeilijke vertroosters is
het mij thans te doen.
Van elk een "voorbeeld.
Eerste geval!
De diagnose ïs gesteld. Laten we zeggen,
dat de patiënt een ischias heeft. De aandoe
ning is lastig en pijnlijk. De lijder moet het
bed houden. De te nemen maatregelen
worden voorgeschreven. Maar het geval ziet
er gunstig uit. Over enkele weken kan de
zieke naar menschelijke berekening weer
hersteld zijn. Dus geen onnoodige zorgen!
De dokter vertrekt.
Tweede bedrijf: de vloed komt op. Het ge
val wordt besproken. In den winkel, op 't
kantoor, bij den barbier, aan de deur. Het
bezoek gaat zich melden. Veel echt ge-
meende belangstelling. Alles heel natuur
lijk en menschelijk.
Maar ook de moeilijke vertrooster ver
schijnt op. het appèl. Ook bij hem veel mee
leven. En vooral ook veel beklag. Hij heeft
heel erg met den patiënt te doen. Maar
ondertusschen voelt hij zich zeer gewichtig.
Want hij heeft kennissen, die aan dezelfde
kwaal geleden hebben. En met graagte ver
telt hij daarvan. Gespannen luistert de
zieke. De woorden van den bezoeker gaan
er in. Dat streelt .zijn hoogmoed. Hij voelt
zich steeds meer een deskundige. Heeft de
dokter gezegd, dat de ziekte binnen enkele
weken genezen zou zijn? Nu, hij weet een
geval, dat iemand acht maanden er voor
heeft moeten liggen. En toen die man ein
delijk mocht staan, was het nog niet met
hem in orde. Zijn geheele leven is hij kreu
pel gebleven en heeft hij krom moeten
loopen.
Met een meewarigen blik ziet de vertrooster
zijn slachtoffer aan.
Hij heeft niet in de gaten, welk een veront
rustenden invloed dit verhaal op dezen
laatste heeft.
In zijn behoefte om te dramatiseeren, ziet
hij tenslotte alleen zich zelf.
Zelfvoldaan neemt hij afscheid.
En nu het derde bedrijf: dien nacht slaapt
de patiënt slecht. De pijnen, die reeds een
weinig begonnen af te nemen, zijn weer in
hevigheid toegenomen.
Den volgenden dag heeft de dokter al zijn
overtuigingskracht noodig om de rust in het
heftig bewogen gemoed weer te doen terug-
keeren.
Tweede gevai.
Het einde nadert. Het geval is hopeloos. De
kanker, de ziekte, waartegen naar den
tegenwoordigen stand van onze kennis geen
kruid gewassen is spreidt reeds haar
doodsschaduwen over den patiënt. Alles is
beproefd, maar zonder succes. De strijd is
gestreden. Maar wat lichamelijk verloren
werd, is geestelijk gewonnen. De zieke
weet zich veilig in Jezus' armen. En de
familie vindt rijke troost en leering in de
laatste getuigenissen van hem, die straks zal
zal heengaan. De taak van den dokter is
lichter geworden. Ook hij ontvangt nu meer
dan hij te geven heeft.
Ook nu weer ruimschoots belangstelling en
meeleven. Maar ook nu weer dringt zich een
moeilijk vertrooster naar voren. Hij weet,
wat een ander niet weet. Er moet ergens
iemand zijn, die nog in hopelooze gevallen
uitkomst kan bieden, 'tls wel een kwak
zalver, maar ze zeggen, dat hij zelfs tegen
kanker wat heeft. Heel wat menschen, die
door den dokter opgegeven waren, zijn door
hem weer beter geworden. Probeer het nog
eens met hem, je kunt nooit weten!
De man wordt ontboden. Inderdaad schijnt
hij raad te weten. Allerlei maatregelen
worden voorgeschreven, waaronder ver
schillende, die de laatste krachten van den
zieke vergen. Enkele dagen schijnt het
beter te gaan. Maar dan komt onvermijde
lijk de terugslag.
En nu is alles weer in de war. Met het
wekken van de hoop op beterschap, is de
band aan het leven weer gaan trekken. Zou
er dan toch nog uitkomst mogelijk zijn?
Idealen leven weer op, plannen voor de
toekomst worden weer gemaakt. De ster-
vensvrede heeft plaats gemaakt voor onrus
tige overleggingen. De ziel wordt geslingerd
tusschen hoop en vrees.
Hartontroerend is het dan tegenwoordig te
moeten zijn bij de wreede ontgoocheling,
die niet uitblijft. Opnieuw moet een strijd
gestreden worden om alles te kunnen los
laten, een strijd, die, voorzoover menschen
daaraan iets hadden kunnen doen, niet ge
voerd had behoeven te worden. Welk een
nieuwe smart heeft de goed bedoelende
raadgever over de reeds zoo zwaar beproef
de zieke en zijn familie gebracht!
En de moraal van deze twee voorbeelden?
Dat ziekenbezoek geen theevisitie en is dat
hij welgelukzalig is, die zich verstan
diglijk gedraagt jegens een ellendige.
DOCEAM.
Waf efen we
volgende week
Aardappelsoep
Kalf slap j es-Spruitj es
Appelvla
MAANDAG
Runderlapjes-Chineesche kool-Gek. aard.
Vermicelli-Schoteltj e
WOENSDAG
Gestoofde zoute visch *)-Gek. aard.
W or teltj es-Citroenrij s t
DONDERDAG
Gebraden bloedworst-br. boonen met
dobbelsteentjes spek-aard. purée. Fruit
Tomatensoep
Varkenscarbonade-Gest. bieten met
geb. uitjes-Gek. aardappelen
Hutspot met klapstuk
Watergruel
Van de met gemerkte spijzen
vindt men de recepten hiernaast.
APPELVLA. 1 Kgr. moesappelen; 1—2
eieren; 2 eetl. abrikozenmarmelade; 1 y2
kopje witte basterdsuiker.
Appels schillen, klokhuizen verwijderen,
aan kleine stukjes verdeelen en in een half
kopje water op zéér kleine pit gaar ko
ken; daarna door paardenharen zeef wrij
ven. Eierdooiers, suiker en jam flink op
kloppen en door de appelmoes roeren,
waardoor men tenslotte zeer luchtig het
stijfgeklopte eiwit roert. Opdienen in gla
zen vlaschotel en presenteeren met droge
biscuits.
GESTOOFDE ZOUTEVISCH. 1 Kg. zoute-
visch, 1 citroen, 100 gram boter, paneer
meel en wat vischwater.
Men moet geweekte zoutevisch hebben,
die mooi schilferig is en donker vel be
zit. Lippen en kelen zijn het fijnste van
de visch.
Men zet de visch op met koud water en
giet dit af, zoodra het begint te koken.
Opzetten met nieuw kokend water, dat
men gereed heeft staan en hierin wordt de
visch plm. 15 minuten gekookt, daarna in
het water warm gehouden. Boter smelten
in vuurvasten schotel en hierin de stuk
ken rangschikken, daarna zooveel visch
water dat niet te zout mag zijn bij
voegen tot de visch bijna onder staat. Bo
venop enkele schijfjes citroen, (naar
smaak nog citroensap) en de aan stukjes
verdeelde boter. Het geheel bestrooien
met paneermeel en den schotel in een niet
te heeten oven plaatsen, om er een bruin
korstje op te laten komen. Warm opdie-
HONING
merken met een oude en vertrouwde
populariteit
NIEUWE OOGST
VRAAGT ZE UW WINKELIER
De verscheidenheid van
blouses en jumpers is wel
zeer groot. Zoowel de een
voudige antilope sportblou
ses als de veel meer ge-
kleede modellen voor des
avonds van mouseline de
soie of zilverlamé oogsten
groote triomfen. Immers,
waar door de Mode aan
tailleurs en fantasie-costu-
mes zoo'n groote plaats
wordt ingeruimd, kan men
niet anders verwachten,
dan dat de aandacht der
ontwerpers ook gevestigd
is op blouses en jumpers.
De morgen- en zelfs vele
middagblouses worden
van dunne wollen weefsels
gemaakt, waaronder ango
ra jersey, flanel en vyella
een groote plaats innemen.
Zeer eenvoudig van ont
werp en slechts met toe
passing van sobere garnee
ringen vinden zij haar ver
siering in hoofdzaak in
stolp- en platte plooien en
De Jersey, satijnen en zéér
fijne wollen weefsels wor
den verwerkt, voor blou
ses, die bij de middag
ensembles gedragen wor
den en het model varieert
naar gelang van het weef
sel, dat gekozen is.
De kleuren zijn weinig
sprekend, ietwat mat zelfs
van toon en op de ge-
kleede blouses ziet men
satijnen en fluweel en in
crustaties in dezelfde kleur
van de soepele, wollen
weefsels of geheel con-
trasteerende strikken. Ge
drapeerde ceintuurs en
pans nemen bij dit genre
modeller een groote plaats
in, terwijl de eenvoudige
doch zeer gedistingeerde blouse chemisier
zich slechts houdt aan simpele lingerieplooi
tjes of een enkele maal a jour bewerkt is.
Onmisbaar hebben zich ook de jumpers en
vesten weten te maken, die zoowel van
tricot stoffen als van hand- en machinaal
breiwerk gemaakt zijn en waarvan wij
enkele zeer nieuwe ontwerpen weergeven.
Bovenaan links een jumper in mat blauw
met donkere pas en rechts een vlot, kort
jakje, dat wat de lengte betreft, veel over
eenkomst vertoont met een bolero en ge
maakt is van donkerblauwe tricot stof. In
het midden (links) een zacht groen model
met sluiting en zijgarneering van bruine
rits. In dezelfde kleur zijn de geribde ran
den aan hals, mouwen en onderkant.
No. 4 geeft weer een kort jasje variatie
bolero dat gedragen wordt met een shawl
tje in de halsopening, evenals het zeer af-
kleedende model onderaan van geruite jer
sey, dat zeer geschikt is voor gezette dames.
Ik denk wel eens bij mezelfdat Daatje en
'ik, bij wijze van spreken óp hét strand
zitten te kijken naar de branding van het
leven. Dat heeft misschien wel ieder mensch
als hij zoo langzamerhand tot de bedaagd
heid begint te komen. Je kan misschien ook
zeggen, dat we achterop beginnen te raken.
Mijn dagelijksch leven is de winkelbel en
mijn werk in het kantoortje. Want al heb
ik Katie in den winkel om te helpen en al
is ze er handig in, er zijn toch altijd veel
menschen, die den baas zelf willen zienal
staat hij maar in de buurt om bij te sprint-
gen als het noodig is. Mét de menschen
die er binnenkomen en 'mèt het gerinkel
van de bel waait er dan wel wat van het
leven binnen, want je staat er versteld van
wat de klanten soms allemaal over hun
eigen narigheid of vreugde (maar meestal is
't narigheid) te vertelle. hébben, maar
nemen alles ook weer mee de straat op en
naar huis. Als ze weg zijn dan heb ik een
doosje enveloppen of een prentbriefkaart
verkocht en de winkel is weer stil en schoon
tof het volgende belletje rinkelt.
Je weet het uit det krant, je hoort het door
de radio en je praat er over, dat het buiten
in de wereld er zoo onrustig en vreemd en
woest naar toe gaat, maar je gaat er toch
los van raken. Wij kijken het maar eens aan,
Daatje en ik, en we kunnen ons er niet zoo
dik meer over maken.
Met de kinderen is dat anders. Het kan een
dag druk loopen in de zaak, zoodat Katie en
ik allebei de handen vol hebben en dan kan
je Katie nog aan 't eind van den dag hooren
zeggen: „Die dooie zaak". Die voelt natuur
lijk ook, dat er hier maar wat flarden van
het levenslawaai binnen waaien en die ver
langt naar het leven zelf. Die wil maar liefst
midden in 't lawaai staan. Met Ketie is het
anders. Die is stiller van natuur, maar als
ze een dag lang moeder in 't huishouden
geholpen heeft en ze staat dan 's avonds
met Katie gereed om dc deur uit te gaan,
zoo met een kleurig japonnetje of een fleu
rige mantel aan, dan zijn het allebei onrus
tige wezentjes voor wie 't eigenlijk elke dag
Sint Nicolaas is: Vol verwachting klopt ons
hart.
En hoe dikwijls staan ze niet gereed om
samen uit te gaan. Want we mogen nu al
eens spreken over de gezellige winteravon
den, die het gezin bij elkaar houden en de
saamhoorigheid versterken, maar er komt
van die gezelligheid al bitter weinig terecht.
Katie en Ketie hebben hun catechisatie, hun
meisjesvereeniging en hun zangvereeniging.
Dat zijn al drie avonden van de zeven en
dan hebben ze 's winters allerlei jaarver
gaderingen, feestavonden, concerten, om nog
maar te zwijgen van de verjaardagen van
familieleden en vriendinnetjes en van de
avonden, dat ze op moeten passen bij Jan of
Toos of bij andere kennissen, die ook wel
eens een avondje uit willen. En als ze dan
nog eens een keertje thuis zijn dan hebben
ze hun geheimzinnig gegiechel over al of
niet vermeende avontuurtje of dan moeten
ze beslist dit of dat op de radio hooren,
zoodat je het lezen van je krantje wel op
geven kan. En wat heb je te bepraten met
je eigen dochters? Je staat buiten haar
wereld en je kan alleen af en toe eens een
vermaning uitdeelen, dat ze zich binnen de
perken van het fatsoen zullen houden en
dan voel je je eigen heelemaal een ouwe
zeurpiet, omdat je best weet, dat de meisjes
fatsoenlijk zijn en alleen maar wel eens
overbruisen als de cider over een glas.
Zoo gebeurt het dan dikwijls, dat Daatje en
ik avond aan avond alleen thuis zitten (ons
nakomertje, de kleine Cornelis, die nog op
school gaatligt dan al op zijn bed) en het
gebeurt, ook, dat we om een ïiur, of negen dë
tafel leegruimen en samen een 'potje halma
spelen, in welk spel Daatje en ik vrijwel
tegen elkaar opgewassen zijn. Daar zitten
we dan samen en je hoort alleen het ge
rucht van het verplaatsen der dopjes op het
bord. De kinderen zijn naar alle windstre
ken uitgevlogen. Twee keeren er 's avonds
nog op de til. terug. De andere hebben een
eigen nest gevonden. Alleen het kleine jonk,
dat nog geen vleugels heeft om alleen te
vliegen vertoeft in vaders en moeders
schutse. Midden in de stilte van het halma-
spel hooren wij soms een vaag geluid uit
zijn kamertje boven ons hoofd. Dan droomt
hij hardop en Daatje en ik kijken elkaar
scherp luisterend aan en glimlachen dan.
Wij hooren midden in het halmaspel ook wel
eens een gerucht van benedenals Katie en
Ketie, vroeger dan we verwachtten, thuis
komen. Dan strijk ïk als een haas de halma
dopjes in de doos en duik achter mijn krant
weg, terwijl Daatje grijpt naar een kous, die
gestopt, moet worden. De kinderen mochten
eens denken, dat we aan 't seniele stadium
toe waren, terwijl we toch waarschijnlijk
door ons spelletje alleen maar zoeken naar
een compensatie voor de winteravond-ge
zelligheid, die door de onrust van o
tijd uit alle hoeken weggebezemd is.
Zoo teeken ik dan
MIJNHEER DE MAN.
Voor de practische huisvrouw
Vuile zeemlappen moeten een nacht in koud
water met een weinig ammoniak staan,
daarna in warm zeepsop flink met de han
den gekneed worden, in koud water naspoe
len en tenslotte nogmaals in water en
aluin, zachtjes uitslaan en in een badhand
doek opgerold laten drogen.
Vuile vensterglazen worden met een doek,
daarop petroleum is gedruppeld gereinigd.
Ook kan men bij het water een weinig
ammoniak doen. Afnemen van beslagen
vensters met courantenpapier, neemt veel
van het vuil weg.
Men voorkomt krassen in émaille gootstee-
nen, door er een stukje gummi in te leggen.
Stoom- Wasch- en Strijkinrichting
„AURORA"
W. SPIERENBURG C.Wzn
UTRECHT
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No. 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen des lijds ingericht
Wascht uitsluitend met riortonwater
VRAAGT TARIEVEN
Het hier geteekend model voor een sportief
jongenspak, kan gedragen worden door een
leeftijd van 6 tot 12 jaar. De plus-four kan
echter gedragen worden tot en met 16 a 17
jaar.
Een wollen stof, met ingeweven katoenen
draad, van 130 a 140 cM. breed is hiervoor
het gewenschte materiaal.
Het sportpak bestaat uit een plusfour en
een jasje met opgezete zakken. Beneden de
tien jaar is het gewenscht ingezette zakken
te maken met een klepje ter versiering, daar
hierbij de lengte te kort zou zijn om opge
zette zakken te plaatsen.
De revers, kraag en zakken worden doorge
stikt en een dubbele rij knoopen geeft het
geheel een vlot aanzien.
Het patroon voor dit sportcostuum bestaat
uit twee deelen; men kan het patroon
de plusfour bestellen, of voor het geheele
costuum.
Voor de plusfour neemt men de volgende
maten:
De heupwijdte over het breedste gedeelte
van de heup, vooral glad en niet ruim
meten.
De korte beenlengte vanuit de taille tot de
knie.
De tailLewijdte tamelijk strak om de taille.
Wanneer men een bepaalde lengte voor de
plusfour wenscht, kan ook de geheele lengte
worden opgegeven. Is men echter niet zeker
van deze maat, dan kan men met het opge
ven van de eerste drie maten volstaan.
Voor het jasje meet men:
De bovenwijdte, de lengte, de schouder-
breedte en de mouwlengte.
Voor het jasje dus 4 maten en voor de plus
four 3 of 4 maten.
De hoeveelheid stof wordt op het patroon
aangegeven.
De prijs voor de op maat gemaakte plusfour
bedraagt 35 cent, voor het geheele costuum
60 cent, beide plus 5 cent porto, toe te zen
den aan de Redactie van „Van en Voor de
Vrouw"; adres: Administratie van ons blad.
ALLES wat U noodig hebt voor
JAPON- of MANTELSTOFFEN
vindt U het voordeeligst bij:
HOOGSTRAAT 351 hoek Spui, Rotterdam
Ook kunt U Uw japon laten knippen
voor 1.—; knippen en rijgen 2.
Mantelknippen 2.knippen en rijgen
3.Japon geheel gemaakt 7.50.
NIEUWSTE PLATEN ter inzage.
Warme wollen pakjes
de ideale kinderkleeding'
voor koudere dagen
Een tweelingpakje van Scheepjes Concordlct»
wol. Zoo een aardig tweelingpakje kunt ge
gemakkelijk zelf maken, vraagt slechts het
patroon No. 107, het qeeft U alle noodigs
gegevens. Met Scheepjes Concordiawoï
zult ge plezier van Uw werk hebben, wanÉ
Scheepjeswol is niet alleen heerlijk zacht
en warm. ze is ook bijzonder elastisch ea
sterk, waardoor de kinderpakjes, die tochj
al veel te lijden hebben, niet alleen langec
meegaan, maar ook beter in het model
blijven Scheepjeswol breit bijzonder prettig
en bovendien hoogst voordeelig uit, ge-
bemerkt het direct; het is een echt§
kwaliteitswol.
Voor beter breiwerk betere wol, dus»
WED. D. S. VAN SCHUPPEN - VEENENDAA L
"de Wokpauatóstsm.
Uw DAGELIJKSCH Kopje KOFFIE
Uw DAGELIJKSCH Kopje THEE
maar
allebei
van
N.V. Kanis® Gunnink, Importeurs, Kamiren
Breit gij reeds met NE VEDA
WOL? Hebt gij NEVEDA-brei-
patronen? Indien niet, gelieve^
U het onderstaande Ingevuld
aan ons in te zenden:
Aan de N.V. Ned. Wolspinnerij,
Heerengr. 483, A'dam (C.)
M„ U gelieve mij GRATIS toe
te zenden een NEVEDA-
patroonsbeschrjjving voor een:
Damesblouse. Deux - Pièces,
U Heeren-slipover, Meisjesjurkje
(doorhalen wat niet verlangd wordt), en den
naam van den Neveda-wlnkelier te mijner
stede op te geven. tjj_
maar door gebruik te maken van
NECTAR BLOEMEN-OLIëN
kan men de fl)n9te rozengeur, heliotrope, vio
lette, lilas en andere bloemengeuren verkrij
gen en ze gebruiken ter bereiding van
odeurs, haarwaters, pommade, brillantine,
vaporlsateurs, voor de lampe Beger enz. Prüs
p. tleschjö ƒ0.40. Verkrjjgb. bü apothekers
en drogisten. Vraag steeds merk NECTAR
Een frisch huis voor 24.-
Dat Is toch ook Iets voor UI
Nooit meer luchtjes in uw huis. ook niet als
0 prei, roode kool. spruitjes ol welke andera
groente ook. kookt Nooit meer uw ramen
beslagen. Dames't kan!! De kleine Waldorp»
stroomlijn ventilator zorgt ervoor I Prijs slechts
1 24 Zeer gemakkelijk aan te brengen.
Verkrijgbaar In alle kleuren I Zendt U van»
daag nog onderstaande coupon in om een
folder met Inlichtingen!