VAN en VOOR
De geschiedenis van de mof
GEBREID KUSSEN jNajaarsverkoudheid
SELMA LAGERLÖF
fc
UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
iü- 5H»
7—12 NOVEMBER 1938
lederen herfst weer opnieuw worden ver-
onderstellingen gemaakt, dat de mode in
de komende wintermaanden de mof wel
weer in genade aan zal nemen. De Parijsche
modehuizen putten zich inderdaad uit om
steeds elegante en meer aparte mofjes te
ontwerpen, die zóó practisch zijn, dat ze
tevens e«n tasch in zich bergen, doch de
navolging is slechts matig.
Men behoeft volstrekt geen kostbare bont
soorten te kiezen om een mof te maken,
want zelfs het materiaal van een mantel,
fluweel en bontstof leenen zich om ver
kleumde vingers te verwarmen.
De mof stamt uit Venetië en dateert reeds
uit de vijftiende eeuw, toen een ingenieuze
dame op zekeren dag in het publiek ver
scheen met een fluweelen dingske, dat met
bont gevoerd en met glazen knoopjesge
sloten was en waarin zij de beide handen
gestoken had. Alhoewel men in den begin
ne ietwat onwennig tegenover dezen
„handenwarmer" stond, duurde het niet
lang of iedere vrouw beschouwde een mof
als een onmisbaar detail, dat een zekere
chique aan haar verschijning gaf. Allerlei
variaties werden aan het oorspronkelijke
ontwerp aangebracht, vooral wat het ma
teriaal betrof, waarvoor men ook meer
malen brocaat en zijde koos en de glazen
knoopjes werden vervangen door gouden ofi
kleine paarlen. De oorspronkelijke vorm
werd evenwel jaren gehandhaafd.
Bij haar eerste verschijnen in Parijs had
de mof nog een zeer geringe afmeting en
toen ze daarna haar weg vond naar ande
re landen werd zij de speelbal van de
Mode. Nu eens was de vorm lang en nauw
als een koker, dan weer wijd en een ton
netje gelijk; soms tot de ellebogen reiken
de, dan weer nauwelijks de handen be
dekkende.
In de dagen van poeder en moesjes, van
•overdreven wijde japonnen en theatrale
NUTRICIA-
KINDERMEEL
manieren wérd in Parijs een poging aan
gewend om de bonten moffen af te schaf
fen en deze slechts van brocaat en fluweel
te maken.
De bonthandelaren van dien tijd waren het
niet eens met de opvattingen van de mode
ontwerpers en in hun wanhoop gingen zij
zelfs zoover, dat zij zich in een smeek
schrift tot den Paus richtten, waarin zij
verzochten de laken en brocaat moffen in
de kerkelijke ban te doen! Hun verzoek
werd natuurlijk van de hand gewezen en
daarop belegden zij een groote vergade
ring, waarop na heftig debat het volgende
plan bedacht werd: De beul zou van dit
oogenblik af geregeld op het schavot ver
schijnen ter uitoefening van zijn luguber
bedrijf met de handen in een laken mof
gestoken.
Dit hielp en weldra verdween de laken mof
uit de gegoede kringen
CONRADS
GROOTE MARKT 8
ROTTERDAM
HANDWERK-BENOODIGDHEDEN
De bonthandelaren hadden overwonnen en
wie niet sterk is, moet slim zijn. Zij wisten
wel, dat men in het buitenland de Fran-
sche mode slaafs volgde en niet lang duur
de het of er was overvloed van werk voor
den bonthandel. Hermelijn en sabel moch
ten groote triomfen boeken, terwijl men
een groote voorkeur aan den dag legde
voor tweekleurig bont, waarvoor men later
de wit- en blauwvos koos.
Een tijdlang hebben de moffen zelfs onge
kend groote afmetingen aangenomen, ja, ze
vingen zelfs voor een deel den mantel
werden van ruige wollen weefsels ge
maakt, die tot over de knieën afhingen.
Tegen het einde der I8e eeuw verviel de
mode weer in een ander uiterste en werd
o^oractisch klein, doch ondanks al de ge
daanteverwisselingen, die zij onderging,
bleef zij zich steeds aanpassen aan de klee
ding.
Opvallend is, dat de vorm der mof in be
lachelijke uitersten verviel, zelfs wat de
versiering betrof, toen ze doormannen
gebruikt werd.
Hendrik III van Frankrijk nam haar on
der bescherming en trouw nagevolgd door
zijn hovelingen, verborg hij zijn handen in
een gewir-waar van linten, die met goud
draad aan elkander geregen en omgeven
waren van met goud en edelsteenen door
werkte franje.
In Engeland waren de mannen niet te vin
den voor deze Venetiaansche uitvinding.
Eenige dandies stelden in de eerste helft
van de regeering van George II een vruch-
telooze pogingen in het werk om haar in
de gunst te brengen van het sterke geslacht.
Evenals alle artikelen, de kleeding betref
fende, werd de mof in de 14e en 15e eeuw
aan strenge wetten onderworpen en "waren
de niet-adellijken verplicht moffen te dra
gen van.... katten- of hondenvel!
In de huishamer
Zij 't officieel gewaad ook nog zoo eêl van
Den Christen kent men eerst in 't huislijk
négligé.
DE GENESTET.
Een jonge huisvrouw denkt dat het huis er
is voor de vrouw, langzaam moet zij leeren
inziendat de vrouw er is voor het huis.
THERèSE HOVEN.
Dit gebreid kussen, waarvan wy hier de
beschrijving laten volgen, is vervaardigd
van 125 gr. Scheepjes Tapijtwol bruin nr. C
6; 55 gr. lichtbruin nr 3; 20 gr. goudkleur
r.r D 7; 50 gr. beige nr L 1; 1 M. 60 lont nr 2
van de Scheepjes Tapijtwol van de wed. D.
S. van Schuppen en Zoon, Veenendaal. Men
gebruikt 2 breinaalden Unox 4>/->-
Met de donkerbruine kleur 73 steken op
zetten. 1 toer recht, 1 toer averecht breien
tot een hoogte van 9 c.M.
Het werk op de averechte kant nemen
en de toer recht breien; in deze toer wor
den lussen gemaakt, waardoor later het
lont geregen wordt: 1 st. recht, draad om
de naald slaan enz. De heele toer zoo
breien.
2de toer, alle steken averecht breien;
de lussen laten vallen. (Rechte kant van
het kussen).
3de toer, recht.
4de toer, averecht.
5de toer, als 1ste toer.
6de toer, als 2de toer.
7de toer, recht.
8ste toer, de lichtbruine kleur nemen
en de heele toer recht breien. Voor de eer
ste steek dadelijk de nieuwe kleur gebrui
ken, de donkerbruine draad laten hangen
en later de draden in liet eigen kleurge-
deelte afmaken.
Nu afwisselend 1 toer averecht, 1 toer
recht breien, tot het licht bruine gedeelte
c.M. hoog is; laatste toer recht op de
goede kant.
lste toer, met donkerbruine wol de
toer recht breien (av. kant).
2de toer, de toer averecht met goud
kleur breien.
3de toer, recht met goudkleur.
4de toer, averecht met de donkerbrui-
5de toer, recht met lichtbruine wol en
deze kleur houden.
6de toer, recht.
7de toer, averecht.
8ste toer, recht.
9de toer, averecht.
De beige kleur
De 10 d e toer recht breien met beige wol
en nog 6 toeren met deze kleur vervolgen
(1 toer av., 1 toer r.), laatste toer is dan
recht gebreid.
17de toer, de donkerbruine wol nemen
en de toer averecht breien.
18 d e toer, recht.
19 de toer, lste steek met bruine wol
recht breien, 5 st. averecht met beige wol,
herhalen vanaf het begin. De draden bij
het verwisselen van de woldraad, langs de
averechte kant van het werk leiden. De
draad niet te stijf aantrekken.
Met beige wol nog 5 toeren breien, recht,
averecht, recht, averecht, recht.
25 s t e toer, beige wol, 3 st. averecht, 1
st. recht, 5 st. averecht, herhalen vanaf
Deze laatste toer is tevens de helft van het
kussen. De 2de helft wordt dus in tegenge
stelde volgorde gebreid; te beginnen met 5
toeren beige recht, averecht, recht, ave
recht, recht.
De afwerking
Als de lap klaar is het breiwerk opspelden
op 42 c.M. breedte en 60 c.M. lengte en
met een vochtige doek er overheen, op
strijken op de averechte kant.
Door de buitenste toeren het lont rijgen;
1 op, 5 neer en niet te strak aantrekken.
Midden over de beige streep, een draad
lont vasthechten met donkerbruine ste
ken; de hechtsteken komen boven de ave
rechte steken van de middelste toer. Door
de bruine steken flink aan te trekken,
puilt het lont eenigszins uit.
Aan beide zijden van dit middelste -lont
een zig-zag rand werken met goudkleuri
ge wol. Hiervoor beurtelings een uitsprin
gende bruine breisteek opnemen en een
bruine hechtsteek van het middelste lont.
Aan beide zijden van het kussen is in de
donkerbruine wol nog een lussentoer over,
hierdoor een driedubbele draad goudkleu
rige wol rijgen: 1 op, 3 neer, 1 op, 1"
neer, 1 op, herhalen vanaf
Als achterkant kan men van donkerbruine
wol een rechte lap breien, 1 toer recht, 1
toer averecht of wel peau de pêche gebrui
ken. In geen geval satinet of zijde nemen,
dit zijn geen passende stoffen bij de zware
Van de donkerbruine wol een koord
draaien, hiervoor zijn 6 draden noodig van
pl.m. 5,80 M. lengte.
Dit koord om het kussen naaien, als het
binnenkussen er in is.
(Nadruk verboden)
Het nut van melk voor de
jeugd
In den loop der laatste jaren is van gezag
hebbende zijden voortdurend aandacht ge
vestigd op de beteekenis van melk voor de
opgroeiende jeugd en werden onderzoekin
gen ingesteld, om hiervan nog een beter in
zicht te verkrijgen. Than, is het voorloopig
rapport verschenen van een dergelijk onder
zoek, dat zeer breec is o* gezet. Het omvatte
vijf steden in Engeland, terwijl er meer dan
8000 schoolkinderen bij betrokken waren.
Het onderzoek duurde een vol jaar.
Bij dit onderzoek werden de kinderen in
groepen ingedeeld waarvan er eenige in de
ochtendpauze vhalf elf) melk ontvingen en
de controlegroep biscuits. De melkgroepen
kregen respectievelijk 1/3 pint (0.19 L.) en
2/3 pint melk.
Deze proef onderscheidt zich o.m. van vroe
gere onderzoekingen doordat hierbij slechts
kleine hoeveelheden melk werden gegeven.'
De verschillen in groei zijn niet zoo groot
als bij vroegere onderzoekingen, doch niet
temin duidelijk aanwezig. De gewichtstoe
name van de 1/3 pint-groep was 3.7 pet.
(jongens) en 4.1 pet. (meisjes) grooter dan
in de biscuit-groep, terwijl de gewichtstoe-,
name ir de 2/3 pint-groep 9.2 pet .en 11.1
pet. grooter was dan in de biscuit-groep.
Ook was er duidelijk verschil in lengte-
groei, borstomvang en spierkracht, terwijl
in de melkgroepen het aantal ziektegevallen
kleiner was dan in de biscuit-groep. Wan
neer het definitieve rapport over dit onder
zoek is verschenen zal vermoedelijk nog
wel meer over de resultaten te zeggen zijn,
daar dit onderzoek zeer consciëntieus en
veelzijd'g is opgezet.
Als merkwaardigheid kan nog vermeld wor
den, dat ook bij dit onderzoek weer ge
bleken is, dat de gemiddelde groei tegen
woordig sneller is dan betrekkelijk weinig
jaren terug. Zelfs kon worden vastgesteld,
dat er een duidelijk verschil is ten opzichte
van de kinderen, die voor een soortgelijk
doel in de jaren 1926 en 1928 onderzocht
zijn.
°Uw jwrvcl&ven
Trijaolotop
Bij de wisseling der jaargetijden, maar
vooral in den herfst, doen zich verschil
lende ziekten voor tengevolge van kouvat
ten, o.a. neusverkoudheid, die verschil
lende onaangename naweeën kan hebben
voor menschen met gevoelige slijmvliezen.
Kouvatten veroorzaakt menigmaal een ge
voel van algeheele afmatting, pijn in de
ledematen enz. en al deze verschijnselen
kan men het best overwinnen door flink
transpireeren. Men kan dit bevorderen
door het drinken van een oud beproefd
huismiddel, n.l. lmdebloesemthee, die men
vlak voor het naar bed gaan drinkt, liefst
twee of drie kopjes en daarna kruipt men
onder de wol. Vele menschen komen niet
gauw tot transpireeren, doch deze kunnen
nog een paar warme kruiken in bed leg
gen. Transpireeren verdrijft de mees'e
giftstoffen uit het lichaam en is dus als
een soort reinigingsproces te beschouwen.
Voorts kan men ook wwme kwast en
eventueel wijngroc drinken, alhoewel al
coholhoudende transpireermiddelen niet de
voorkeur verdienen. Na het transpireeren
volgt een lauw warme afwassching en een
flinke verkoudheid overwint men 't vlugst
door één of twee dagen bedrust te hou
den, waardoor men ook minder kans heeft
besmetting op derden over te dragen.
Minder bekend is het aftreksel van wil-
genbast, dat zoowel liet transpireeren be
vordert als de afvoer van urinezuur en
eventueel samen met kamillenthee gedron.-
ken kan worden. Hartpatiënten mogen
echter niet zonder medisch advies transpi-
ratie-bevorderende middelen drinken.
Gedurende het verkouden zijn is het aan
te bevelen niet te veel te eten, aangezien
het lichaam voor de spijsvertering krachten
verbruikt, die beter voor het genezingspro
ces gereserveerd kunnen worden.
Allerlei middeltjes worden tegen verkoud
heid aangeprezen, doch deze werken
slechts verzachtend, kunnen de oorzaak
der verkoudheid niet bestrijden, tenzij de
medicus een of ander voorschrijft, dat het
genezingsproces bevordert. Na een neus
verkoudheid kan men de neus-keelholte
desinfecteeren door deze tijdelijk te blijven
gorgelen met een zeer verdunde oplossing
van overmangaanzure kali, waarbij het
water slechts zeer licht lila gekleurd mag
Indien verkoudheid met koortsachtige ver
schijnselen gepaard gaat, is het raadzaam
den huisarts om advies te vragen.
Een vredeshoed
EEN NIEUW RECEPT
voor koekjes
Kwark, bij onze zuidelijke buren „platte
kaas" genoemd, leent zich gemakkelijk
voor de bereiding van deeg. Wie niet in de
gelegenheid is, ze klaar te kojpen, kan
zelf kwark bereiden. Daartoe brenge mem
2 liter melk aan de kook, laat deze afkoe»
len tot ze lauw warm (pl.m. 40 gr. C.) ia,
dan voegt men er een halve liter kamer-
melk bij en houdt alles samen" enkele uren
lauw door de pan in een teil met warm
water te zetten. Men giet vervolgens da
massa door een schoonen doek, waarin de
vaste stoffen, thans kwark genoemd, ach
terblijven. Deze kan, vermengd met suï-
ker of'peper en zout, als broodbelegsel gé
bruikt worden, doch ook gebruikt worden
bij de bereiding van het deeg. Dit heeft de
eigenschap, dat het bij het bakken bladert,
bijna even mooi als het zoo bewerkelijke
feuilletédeeg. Men kan het o.m. gebruiken.
GEVULDE KWARKKOEKJES. 100 gram
(1 ons) kwark (eventueel bereid uit 1 fy.
melk en een halve L. karnemelk); 100 gr
(1 ons) boter; 100 gram (1 ons) bloemj
roode jam en wat zout.
Roer de boter tot ze zacht is. Vermeng ze
met de kwark en de bloem. Voeg een klein
beetje zout toe, laat het deeg een tijdje
staan om steviger te worden en rol het
vervolgens uit tot een lap van hoogstens
een halve c.M. dikte. Steek hieruit met een
glas of een vormpje een even aantal rond
jes. Leg op de helft in het midden wat
roode jam, dek ze af met de andere helft
en druk de randen goed op elkaar. Bak
de koekjes in een warmen oven gaar en.
bruin (plm. 15 min.).
Na de overeenkomst van München kwamen
in Londen dameshoeden in de mode met
een duif versierdechte vredeshoeden. Het
viel op, dat de koningin van Brittannië hij
de laatste officieele ontvangst ook een
dergelijken vredeshoed droeg.
REFLECTO
NIEUW MODERN
OLIE-SHAMPOO
VERF
nieuwe vinding: om grijs, wit, gebleekt,
gebleekt, vaal of dor haar te kleuren.
FLISCTO kan U al die prachtige kleu-
rschaffen, die U altijd zoo bewonderd
H. MES KER, Ta;
)S, DEN HAAG
Een frisch huis voor f28.-
Daf is loch ook Iets voor UI
Nooit meer luchtjes In uw buis, ook niet als
u prei, roode kool, spruitjes of welke andere
groente ook. kookt Nooit meer uw ramen
beslagen. Dames'tkanü De kleine Waldorp-
stroomlijnventilator zorgt ervoor I Prijs slechts
f 24.— Zeer gemakkelijk aan te brengen.
Verkrijgbaar In alle kleuren 1 Zendt U van
daag nog onderstaande coupon in om een
folder met inlichtingen I
Het leven van een groot schrijfster
Een rijk talent dat tot breede
ontplooiing komt
LANG meende Selma Lagerlöf, dat de versvorm
de aangewezene was, waarin zij zich uiten
moest. Zij dichtte toen nog veel, en zelf wist ze
nog niet, op welk speciaal gebied haar gaven
eigenlijk lagen. Omdat het verzen-maken echter
niet vlotte, beproefde zij, of de vorm van een
tooneelsluk misschien de beste was. Tot eindelijk
in 1888 haar plotseling duidelijk werd, hoe zij de
uitgave der jeugdherinneringen voor elkaar moest
brengen.
Dat was, toen zij de ouderlijke hoeve, vóór deze
verkocht zou worden, de laatste maal bezocht,
't Was het aan haar tehuis zoo gehechte meisje
droevig te moede, dat dit dierbaar huis met zijn
landerijen nu in vreemde handen zou overgaan.
En terwijl ze ronddwaalde door 't stille gebouw,
den verlaten tuin nog eens doorwandelde, be
greep Selma Lagerlöf plotseling, dat één ding
van haar geliefd tehuis gered kon worden, name
lijk de oude vertellingen, levende herinnering
aan haar kinderjaren.
Toen vond ze den moed, de romantische stof op
haar eigen origineele wijze in proza te verhalen.
Ze deed dit in de vaste overtuiging, haar car
rière als schrijfster, waaraan ze tot nu toe vast
geloofd had, mis te loopen. Want in die tachtiger
jaren heerschte in Zweden, ja in heel Europa het
realisme haast oppermachtig. Men zou lachen om
die romantiek, welke terug deed denken aan de
ridderromans der Middeleeuwen.
Nu eenmaal de manier van vertellen gevonden
was: spontaan, levendig, dichterlijk, origineel en
warm, lukte hoofdstuk na hoofdstuk.
't Werd 1890, en in dat jaar schreef een Zweedsch
vrouwenblad een prijsvraag uit voor de beste
novelle van honderd pagina's.
De jonge onderwijzeres lichtte vijf hoofdstukken,
die nogal goed bij elkaar pasten, uit haar roman
en stuurde deze in. En wie had het ooit ge
droomd? haar werk werd bekroond met den
eersten prijs. Tevens bood men haar aan, den
roman te laten drukken, zoodra deze gereed zou
„Wy allen werden, ieder persoonlijk, onweer
staanbaar meegesleept door de toovermacht van
de geheimzinnige vertelster, naar wie weldra de
geheele wereld luisteren zou; en allen, van blijd
schap vervuld, voelden we, dat hier een nieuwe
ster, met een eigen wonderen veelkleurigen
glans, aan onzen, toen nog zeer dun bezaaiden
literairen hemel verscheen", schreef een der jury
leden van de prijsvraag later.
Nu brak een heerlijke tijd aan. Mevr. Adlerspaire,
zeer bekend in Zweden om haar socialen arbeid,
die zich steeds een moederlijke vriendin voor
Selma betoond had, bood de onderwijzeres een
plaatsvervangster voor een jaar aan, opdat het
meisje ongestoord aan haar roman zou kunnen
arbeiden.
In 1891 verschijnt dan „Gösta Berling". Aanvan
kelijk niet met zulk een enthousiasme begroet
als de schetsen van 't vorig jaar, werd het boek,
vooral na de geestdriftige ontvangst in Denemar
ken, meer en meer gelezen.
Jammer genoeg kon de nieuwe schrijfster in de
eerstvolgende jaren niet door literairen arbeid in
haar onderhoud voorzien, wat haar noopte, weer
onderwijzeres te worden.
Maar in dien tijd nam „Gösta Berling" hooge
vlucht. Vertalingen in het Hollandsch, Duitsch,
Engelsch, Fransch, ja zelfs Spaansch, Italiaansch,
Russisch en Tsjechisch verschenen.
Nu begon men in Zweden ook oog te krijgen
voor de talentvolle beginnelinge. De kunstlie
vende koning zond haar een flinke ondersteuning
cn de Zweedsche Academie zorgde voor een jaar-
lijksche toelage.
De toen al 37-jarige vrouw kon zich van dien
tijd af geheel aan haar literairen arbeid wijden.
En ze heeft gewoekerd met haar talent. De tal
rijke werken, sinds van haar hand verschenen,
getuigen het. Voor niet alle boeken wordt de stof
uit Zweden geput. Aan een langdurig verblijf in
Italië bijvoorbeeld dankt het schitterende werk
„De wonderen van den Anti-christ" zijn oor
sprong.
Iets willen we nog zeggen over het bekende boek
„Nils Holgerssons wonderbare reis".
In 1909 werd door een groep jongere onderwijzers
een comité gevormd met het doel, een nieuw
aardrijkskundig leesboek over Zweden voor de
volksschool te krijgen.
Dadelijk al dacht de voorzitter aan Selma Lager
löf. Immers, als onderwijzeres was ze bevoegd
tot het schrijven van een dergelijk werk, en dan,
ieder wist, dat ze door haar groote fantasie en
inderdaad onvergelijkelijke vertelkunst kon boeien
als geen ander.
Aan haar werd dan ook het verzoek gericht, die
taak op zich te willen nemen. Selma wist niet
dadelijk, of ze 't doen moest, 't Resultaat van
lange overpeinzingen was, dat de opdracht werd
aanvaard.
„Nils Holgersson" mag eenig in de wereldlitera
tuur genoemd worden, 't Is een boek, dat het
Zweedsche volk zal lezen, zoolang het van zijn
land blijft houden. Want volwasserten vinden er
evenveel, zoo niet nog meer genoegen in. Met
„Nils Holgerssons wonderbare reis" bereikte
Selma Lagerlöf de hoogste trap van haar eigen
aardige, boeiende vertelkunst in een nationaal
werk.
Het jaar 1907 bracht haar dan ook het eere
doctoraat van de Universiteit van Upsala.
Een nieuwe onderscheiding volgde in 1909, toen
aan haar als eerste in Zweden, wie die eer te
beurt viel de Nobelprijs werd geschonken „om
het edele idealisme, den rijkdom van fantasie en
de zielvolle uitbeelding harer werken".
Een groote vreugde was het Selma Lagerlöf, dat
zij hierdoor in staat gesteld wérd, de voorvader
lijke hoeve met haar landerijen terug te koopen.
De woning was toen oud en bouwvallig, maar
zoolang haar .moeder leefde (tot 1915) en
tijdens den oorlog werd slechts het allernoodigste
veranderd of vernieuwd. Dan echter komt de
groote verbouwing.
Sinds 1921 staat er een groot, practisch, zonnig
huis op die plaats. Terwijl de schrijfster gedu
rende de wintermaanden meestal op haar villa in
Falun (de hoofdstad van Dalecarlië), waar ze al
lang woonde, vertoeft, worden de zomers vrijwel
steeds op Marbacka doorgebracht. Selma woont
daar met haar zestig
arbeiders (vrouwen en
kinderen inbegrepen),
die vaak van vader op
zoon bij de familie La
gerlöf het land hebben
bewerkt, als 't ware
één groot gezin, waar
van zij 't zielvolle mid
delpunt is. Men heeft
het er goed en is ge
lukkig.
Als de in Zweden zeer
bekende Frederika
Bresnee is gestorven,
de eerste vrouw, die
haar ongehuwde sexe-
genooten tot werken
bracht, houdt Selma
een gedachtenisrede.
Daarin wijst zij op de
groote verdiensten der
gestorvene, die het
jonge meisje midden
in den vollen arbeid
heeft gezet en zoo
doende het verachte
geslacht der
oude vrijsters deed uitsterven. Warm wordt in
dit betoog de lof van den arbeid en het leven der
vrouw, die al haar krachten toegewijd aan haar
taak geeft, bezongen.
Van zeer veel beteekenis ook is het door de
schrijfster op een wereldcongres voor vrouwen
gesprokene. Een geheel eigen geluid liet zij hier
hooren. In boeiende bewoordingen schildert zij
den aandachtigen toehoorders, hoe het thuis da
schepping der vrouw is, de staat die 'van den.
man. Nu heeft de man de vrouw geholpen, het
tehuis te vormen, en dit is, zij het niet altijd en
overal, gelukt. Laat dan nu ook de vroyw den
man mogen helpen, den staat te maken tot een
tehuis voor het gansche volk.
Zweden kan trotsch zijn op dit kind van zijn
volk, en wij mogen dankbaar zijn, dat we door
de vertalingen mee kunnen genieten van het
werk dezer fijne, geestige schrijfster.
Een, kijkje in Zwedenhet land vaji Selma Lagerlöf