VAN en VOOR De geschiedenis van de mof GEBREID KUSSEN jNajaarsverkoudheid SELMA LAGERLÖF fc UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN iü- 5H» 7—12 NOVEMBER 1938 lederen herfst weer opnieuw worden ver- onderstellingen gemaakt, dat de mode in de komende wintermaanden de mof wel weer in genade aan zal nemen. De Parijsche modehuizen putten zich inderdaad uit om steeds elegante en meer aparte mofjes te ontwerpen, die zóó practisch zijn, dat ze tevens e«n tasch in zich bergen, doch de navolging is slechts matig. Men behoeft volstrekt geen kostbare bont soorten te kiezen om een mof te maken, want zelfs het materiaal van een mantel, fluweel en bontstof leenen zich om ver kleumde vingers te verwarmen. De mof stamt uit Venetië en dateert reeds uit de vijftiende eeuw, toen een ingenieuze dame op zekeren dag in het publiek ver scheen met een fluweelen dingske, dat met bont gevoerd en met glazen knoopjesge sloten was en waarin zij de beide handen gestoken had. Alhoewel men in den begin ne ietwat onwennig tegenover dezen „handenwarmer" stond, duurde het niet lang of iedere vrouw beschouwde een mof als een onmisbaar detail, dat een zekere chique aan haar verschijning gaf. Allerlei variaties werden aan het oorspronkelijke ontwerp aangebracht, vooral wat het ma teriaal betrof, waarvoor men ook meer malen brocaat en zijde koos en de glazen knoopjes werden vervangen door gouden ofi kleine paarlen. De oorspronkelijke vorm werd evenwel jaren gehandhaafd. Bij haar eerste verschijnen in Parijs had de mof nog een zeer geringe afmeting en toen ze daarna haar weg vond naar ande re landen werd zij de speelbal van de Mode. Nu eens was de vorm lang en nauw als een koker, dan weer wijd en een ton netje gelijk; soms tot de ellebogen reiken de, dan weer nauwelijks de handen be dekkende. In de dagen van poeder en moesjes, van •overdreven wijde japonnen en theatrale NUTRICIA- KINDERMEEL manieren wérd in Parijs een poging aan gewend om de bonten moffen af te schaf fen en deze slechts van brocaat en fluweel te maken. De bonthandelaren van dien tijd waren het niet eens met de opvattingen van de mode ontwerpers en in hun wanhoop gingen zij zelfs zoover, dat zij zich in een smeek schrift tot den Paus richtten, waarin zij verzochten de laken en brocaat moffen in de kerkelijke ban te doen! Hun verzoek werd natuurlijk van de hand gewezen en daarop belegden zij een groote vergade ring, waarop na heftig debat het volgende plan bedacht werd: De beul zou van dit oogenblik af geregeld op het schavot ver schijnen ter uitoefening van zijn luguber bedrijf met de handen in een laken mof gestoken. Dit hielp en weldra verdween de laken mof uit de gegoede kringen CONRADS GROOTE MARKT 8 ROTTERDAM HANDWERK-BENOODIGDHEDEN De bonthandelaren hadden overwonnen en wie niet sterk is, moet slim zijn. Zij wisten wel, dat men in het buitenland de Fran- sche mode slaafs volgde en niet lang duur de het of er was overvloed van werk voor den bonthandel. Hermelijn en sabel moch ten groote triomfen boeken, terwijl men een groote voorkeur aan den dag legde voor tweekleurig bont, waarvoor men later de wit- en blauwvos koos. Een tijdlang hebben de moffen zelfs onge kend groote afmetingen aangenomen, ja, ze vingen zelfs voor een deel den mantel werden van ruige wollen weefsels ge maakt, die tot over de knieën afhingen. Tegen het einde der I8e eeuw verviel de mode weer in een ander uiterste en werd o^oractisch klein, doch ondanks al de ge daanteverwisselingen, die zij onderging, bleef zij zich steeds aanpassen aan de klee ding. Opvallend is, dat de vorm der mof in be lachelijke uitersten verviel, zelfs wat de versiering betrof, toen ze doormannen gebruikt werd. Hendrik III van Frankrijk nam haar on der bescherming en trouw nagevolgd door zijn hovelingen, verborg hij zijn handen in een gewir-waar van linten, die met goud draad aan elkander geregen en omgeven waren van met goud en edelsteenen door werkte franje. In Engeland waren de mannen niet te vin den voor deze Venetiaansche uitvinding. Eenige dandies stelden in de eerste helft van de regeering van George II een vruch- telooze pogingen in het werk om haar in de gunst te brengen van het sterke geslacht. Evenals alle artikelen, de kleeding betref fende, werd de mof in de 14e en 15e eeuw aan strenge wetten onderworpen en "waren de niet-adellijken verplicht moffen te dra gen van.... katten- of hondenvel! In de huishamer Zij 't officieel gewaad ook nog zoo eêl van Den Christen kent men eerst in 't huislijk négligé. DE GENESTET. Een jonge huisvrouw denkt dat het huis er is voor de vrouw, langzaam moet zij leeren inziendat de vrouw er is voor het huis. THERèSE HOVEN. Dit gebreid kussen, waarvan wy hier de beschrijving laten volgen, is vervaardigd van 125 gr. Scheepjes Tapijtwol bruin nr. C 6; 55 gr. lichtbruin nr 3; 20 gr. goudkleur r.r D 7; 50 gr. beige nr L 1; 1 M. 60 lont nr 2 van de Scheepjes Tapijtwol van de wed. D. S. van Schuppen en Zoon, Veenendaal. Men gebruikt 2 breinaalden Unox 4>/->- Met de donkerbruine kleur 73 steken op zetten. 1 toer recht, 1 toer averecht breien tot een hoogte van 9 c.M. Het werk op de averechte kant nemen en de toer recht breien; in deze toer wor den lussen gemaakt, waardoor later het lont geregen wordt: 1 st. recht, draad om de naald slaan enz. De heele toer zoo breien. 2de toer, alle steken averecht breien; de lussen laten vallen. (Rechte kant van het kussen). 3de toer, recht. 4de toer, averecht. 5de toer, als 1ste toer. 6de toer, als 2de toer. 7de toer, recht. 8ste toer, de lichtbruine kleur nemen en de heele toer recht breien. Voor de eer ste steek dadelijk de nieuwe kleur gebrui ken, de donkerbruine draad laten hangen en later de draden in liet eigen kleurge- deelte afmaken. Nu afwisselend 1 toer averecht, 1 toer recht breien, tot het licht bruine gedeelte c.M. hoog is; laatste toer recht op de goede kant. lste toer, met donkerbruine wol de toer recht breien (av. kant). 2de toer, de toer averecht met goud kleur breien. 3de toer, recht met goudkleur. 4de toer, averecht met de donkerbrui- 5de toer, recht met lichtbruine wol en deze kleur houden. 6de toer, recht. 7de toer, averecht. 8ste toer, recht. 9de toer, averecht. De beige kleur De 10 d e toer recht breien met beige wol en nog 6 toeren met deze kleur vervolgen (1 toer av., 1 toer r.), laatste toer is dan recht gebreid. 17de toer, de donkerbruine wol nemen en de toer averecht breien. 18 d e toer, recht. 19 de toer, lste steek met bruine wol recht breien, 5 st. averecht met beige wol, herhalen vanaf het begin. De draden bij het verwisselen van de woldraad, langs de averechte kant van het werk leiden. De draad niet te stijf aantrekken. Met beige wol nog 5 toeren breien, recht, averecht, recht, averecht, recht. 25 s t e toer, beige wol, 3 st. averecht, 1 st. recht, 5 st. averecht, herhalen vanaf Deze laatste toer is tevens de helft van het kussen. De 2de helft wordt dus in tegenge stelde volgorde gebreid; te beginnen met 5 toeren beige recht, averecht, recht, ave recht, recht. De afwerking Als de lap klaar is het breiwerk opspelden op 42 c.M. breedte en 60 c.M. lengte en met een vochtige doek er overheen, op strijken op de averechte kant. Door de buitenste toeren het lont rijgen; 1 op, 5 neer en niet te strak aantrekken. Midden over de beige streep, een draad lont vasthechten met donkerbruine ste ken; de hechtsteken komen boven de ave rechte steken van de middelste toer. Door de bruine steken flink aan te trekken, puilt het lont eenigszins uit. Aan beide zijden van dit middelste -lont een zig-zag rand werken met goudkleuri ge wol. Hiervoor beurtelings een uitsprin gende bruine breisteek opnemen en een bruine hechtsteek van het middelste lont. Aan beide zijden van het kussen is in de donkerbruine wol nog een lussentoer over, hierdoor een driedubbele draad goudkleu rige wol rijgen: 1 op, 3 neer, 1 op, 1" neer, 1 op, herhalen vanaf Als achterkant kan men van donkerbruine wol een rechte lap breien, 1 toer recht, 1 toer averecht of wel peau de pêche gebrui ken. In geen geval satinet of zijde nemen, dit zijn geen passende stoffen bij de zware Van de donkerbruine wol een koord draaien, hiervoor zijn 6 draden noodig van pl.m. 5,80 M. lengte. Dit koord om het kussen naaien, als het binnenkussen er in is. (Nadruk verboden) Het nut van melk voor de jeugd In den loop der laatste jaren is van gezag hebbende zijden voortdurend aandacht ge vestigd op de beteekenis van melk voor de opgroeiende jeugd en werden onderzoekin gen ingesteld, om hiervan nog een beter in zicht te verkrijgen. Than, is het voorloopig rapport verschenen van een dergelijk onder zoek, dat zeer breec is o* gezet. Het omvatte vijf steden in Engeland, terwijl er meer dan 8000 schoolkinderen bij betrokken waren. Het onderzoek duurde een vol jaar. Bij dit onderzoek werden de kinderen in groepen ingedeeld waarvan er eenige in de ochtendpauze vhalf elf) melk ontvingen en de controlegroep biscuits. De melkgroepen kregen respectievelijk 1/3 pint (0.19 L.) en 2/3 pint melk. Deze proef onderscheidt zich o.m. van vroe gere onderzoekingen doordat hierbij slechts kleine hoeveelheden melk werden gegeven.' De verschillen in groei zijn niet zoo groot als bij vroegere onderzoekingen, doch niet temin duidelijk aanwezig. De gewichtstoe name van de 1/3 pint-groep was 3.7 pet. (jongens) en 4.1 pet. (meisjes) grooter dan in de biscuit-groep, terwijl de gewichtstoe-, name ir de 2/3 pint-groep 9.2 pet .en 11.1 pet. grooter was dan in de biscuit-groep. Ook was er duidelijk verschil in lengte- groei, borstomvang en spierkracht, terwijl in de melkgroepen het aantal ziektegevallen kleiner was dan in de biscuit-groep. Wan neer het definitieve rapport over dit onder zoek is verschenen zal vermoedelijk nog wel meer over de resultaten te zeggen zijn, daar dit onderzoek zeer consciëntieus en veelzijd'g is opgezet. Als merkwaardigheid kan nog vermeld wor den, dat ook bij dit onderzoek weer ge bleken is, dat de gemiddelde groei tegen woordig sneller is dan betrekkelijk weinig jaren terug. Zelfs kon worden vastgesteld, dat er een duidelijk verschil is ten opzichte van de kinderen, die voor een soortgelijk doel in de jaren 1926 en 1928 onderzocht zijn. °Uw jwrvcl&ven Trijaolotop Bij de wisseling der jaargetijden, maar vooral in den herfst, doen zich verschil lende ziekten voor tengevolge van kouvat ten, o.a. neusverkoudheid, die verschil lende onaangename naweeën kan hebben voor menschen met gevoelige slijmvliezen. Kouvatten veroorzaakt menigmaal een ge voel van algeheele afmatting, pijn in de ledematen enz. en al deze verschijnselen kan men het best overwinnen door flink transpireeren. Men kan dit bevorderen door het drinken van een oud beproefd huismiddel, n.l. lmdebloesemthee, die men vlak voor het naar bed gaan drinkt, liefst twee of drie kopjes en daarna kruipt men onder de wol. Vele menschen komen niet gauw tot transpireeren, doch deze kunnen nog een paar warme kruiken in bed leg gen. Transpireeren verdrijft de mees'e giftstoffen uit het lichaam en is dus als een soort reinigingsproces te beschouwen. Voorts kan men ook wwme kwast en eventueel wijngroc drinken, alhoewel al coholhoudende transpireermiddelen niet de voorkeur verdienen. Na het transpireeren volgt een lauw warme afwassching en een flinke verkoudheid overwint men 't vlugst door één of twee dagen bedrust te hou den, waardoor men ook minder kans heeft besmetting op derden over te dragen. Minder bekend is het aftreksel van wil- genbast, dat zoowel liet transpireeren be vordert als de afvoer van urinezuur en eventueel samen met kamillenthee gedron.- ken kan worden. Hartpatiënten mogen echter niet zonder medisch advies transpi- ratie-bevorderende middelen drinken. Gedurende het verkouden zijn is het aan te bevelen niet te veel te eten, aangezien het lichaam voor de spijsvertering krachten verbruikt, die beter voor het genezingspro ces gereserveerd kunnen worden. Allerlei middeltjes worden tegen verkoud heid aangeprezen, doch deze werken slechts verzachtend, kunnen de oorzaak der verkoudheid niet bestrijden, tenzij de medicus een of ander voorschrijft, dat het genezingsproces bevordert. Na een neus verkoudheid kan men de neus-keelholte desinfecteeren door deze tijdelijk te blijven gorgelen met een zeer verdunde oplossing van overmangaanzure kali, waarbij het water slechts zeer licht lila gekleurd mag Indien verkoudheid met koortsachtige ver schijnselen gepaard gaat, is het raadzaam den huisarts om advies te vragen. Een vredeshoed EEN NIEUW RECEPT voor koekjes Kwark, bij onze zuidelijke buren „platte kaas" genoemd, leent zich gemakkelijk voor de bereiding van deeg. Wie niet in de gelegenheid is, ze klaar te kojpen, kan zelf kwark bereiden. Daartoe brenge mem 2 liter melk aan de kook, laat deze afkoe» len tot ze lauw warm (pl.m. 40 gr. C.) ia, dan voegt men er een halve liter kamer- melk bij en houdt alles samen" enkele uren lauw door de pan in een teil met warm water te zetten. Men giet vervolgens da massa door een schoonen doek, waarin de vaste stoffen, thans kwark genoemd, ach terblijven. Deze kan, vermengd met suï- ker of'peper en zout, als broodbelegsel gé bruikt worden, doch ook gebruikt worden bij de bereiding van het deeg. Dit heeft de eigenschap, dat het bij het bakken bladert, bijna even mooi als het zoo bewerkelijke feuilletédeeg. Men kan het o.m. gebruiken. GEVULDE KWARKKOEKJES. 100 gram (1 ons) kwark (eventueel bereid uit 1 fy. melk en een halve L. karnemelk); 100 gr (1 ons) boter; 100 gram (1 ons) bloemj roode jam en wat zout. Roer de boter tot ze zacht is. Vermeng ze met de kwark en de bloem. Voeg een klein beetje zout toe, laat het deeg een tijdje staan om steviger te worden en rol het vervolgens uit tot een lap van hoogstens een halve c.M. dikte. Steek hieruit met een glas of een vormpje een even aantal rond jes. Leg op de helft in het midden wat roode jam, dek ze af met de andere helft en druk de randen goed op elkaar. Bak de koekjes in een warmen oven gaar en. bruin (plm. 15 min.). Na de overeenkomst van München kwamen in Londen dameshoeden in de mode met een duif versierdechte vredeshoeden. Het viel op, dat de koningin van Brittannië hij de laatste officieele ontvangst ook een dergelijken vredeshoed droeg. REFLECTO NIEUW MODERN OLIE-SHAMPOO VERF nieuwe vinding: om grijs, wit, gebleekt, gebleekt, vaal of dor haar te kleuren. FLISCTO kan U al die prachtige kleu- rschaffen, die U altijd zoo bewonderd H. MES KER, Ta; )S, DEN HAAG Een frisch huis voor f28.- Daf is loch ook Iets voor UI Nooit meer luchtjes In uw buis, ook niet als u prei, roode kool, spruitjes of welke andere groente ook. kookt Nooit meer uw ramen beslagen. Dames'tkanü De kleine Waldorp- stroomlijnventilator zorgt ervoor I Prijs slechts f 24.— Zeer gemakkelijk aan te brengen. Verkrijgbaar In alle kleuren 1 Zendt U van daag nog onderstaande coupon in om een folder met inlichtingen I Het leven van een groot schrijfster Een rijk talent dat tot breede ontplooiing komt LANG meende Selma Lagerlöf, dat de versvorm de aangewezene was, waarin zij zich uiten moest. Zij dichtte toen nog veel, en zelf wist ze nog niet, op welk speciaal gebied haar gaven eigenlijk lagen. Omdat het verzen-maken echter niet vlotte, beproefde zij, of de vorm van een tooneelsluk misschien de beste was. Tot eindelijk in 1888 haar plotseling duidelijk werd, hoe zij de uitgave der jeugdherinneringen voor elkaar moest brengen. Dat was, toen zij de ouderlijke hoeve, vóór deze verkocht zou worden, de laatste maal bezocht, 't Was het aan haar tehuis zoo gehechte meisje droevig te moede, dat dit dierbaar huis met zijn landerijen nu in vreemde handen zou overgaan. En terwijl ze ronddwaalde door 't stille gebouw, den verlaten tuin nog eens doorwandelde, be greep Selma Lagerlöf plotseling, dat één ding van haar geliefd tehuis gered kon worden, name lijk de oude vertellingen, levende herinnering aan haar kinderjaren. Toen vond ze den moed, de romantische stof op haar eigen origineele wijze in proza te verhalen. Ze deed dit in de vaste overtuiging, haar car rière als schrijfster, waaraan ze tot nu toe vast geloofd had, mis te loopen. Want in die tachtiger jaren heerschte in Zweden, ja in heel Europa het realisme haast oppermachtig. Men zou lachen om die romantiek, welke terug deed denken aan de ridderromans der Middeleeuwen. Nu eenmaal de manier van vertellen gevonden was: spontaan, levendig, dichterlijk, origineel en warm, lukte hoofdstuk na hoofdstuk. 't Werd 1890, en in dat jaar schreef een Zweedsch vrouwenblad een prijsvraag uit voor de beste novelle van honderd pagina's. De jonge onderwijzeres lichtte vijf hoofdstukken, die nogal goed bij elkaar pasten, uit haar roman en stuurde deze in. En wie had het ooit ge droomd? haar werk werd bekroond met den eersten prijs. Tevens bood men haar aan, den roman te laten drukken, zoodra deze gereed zou „Wy allen werden, ieder persoonlijk, onweer staanbaar meegesleept door de toovermacht van de geheimzinnige vertelster, naar wie weldra de geheele wereld luisteren zou; en allen, van blijd schap vervuld, voelden we, dat hier een nieuwe ster, met een eigen wonderen veelkleurigen glans, aan onzen, toen nog zeer dun bezaaiden literairen hemel verscheen", schreef een der jury leden van de prijsvraag later. Nu brak een heerlijke tijd aan. Mevr. Adlerspaire, zeer bekend in Zweden om haar socialen arbeid, die zich steeds een moederlijke vriendin voor Selma betoond had, bood de onderwijzeres een plaatsvervangster voor een jaar aan, opdat het meisje ongestoord aan haar roman zou kunnen arbeiden. In 1891 verschijnt dan „Gösta Berling". Aanvan kelijk niet met zulk een enthousiasme begroet als de schetsen van 't vorig jaar, werd het boek, vooral na de geestdriftige ontvangst in Denemar ken, meer en meer gelezen. Jammer genoeg kon de nieuwe schrijfster in de eerstvolgende jaren niet door literairen arbeid in haar onderhoud voorzien, wat haar noopte, weer onderwijzeres te worden. Maar in dien tijd nam „Gösta Berling" hooge vlucht. Vertalingen in het Hollandsch, Duitsch, Engelsch, Fransch, ja zelfs Spaansch, Italiaansch, Russisch en Tsjechisch verschenen. Nu begon men in Zweden ook oog te krijgen voor de talentvolle beginnelinge. De kunstlie vende koning zond haar een flinke ondersteuning cn de Zweedsche Academie zorgde voor een jaar- lijksche toelage. De toen al 37-jarige vrouw kon zich van dien tijd af geheel aan haar literairen arbeid wijden. En ze heeft gewoekerd met haar talent. De tal rijke werken, sinds van haar hand verschenen, getuigen het. Voor niet alle boeken wordt de stof uit Zweden geput. Aan een langdurig verblijf in Italië bijvoorbeeld dankt het schitterende werk „De wonderen van den Anti-christ" zijn oor sprong. Iets willen we nog zeggen over het bekende boek „Nils Holgerssons wonderbare reis". In 1909 werd door een groep jongere onderwijzers een comité gevormd met het doel, een nieuw aardrijkskundig leesboek over Zweden voor de volksschool te krijgen. Dadelijk al dacht de voorzitter aan Selma Lager löf. Immers, als onderwijzeres was ze bevoegd tot het schrijven van een dergelijk werk, en dan, ieder wist, dat ze door haar groote fantasie en inderdaad onvergelijkelijke vertelkunst kon boeien als geen ander. Aan haar werd dan ook het verzoek gericht, die taak op zich te willen nemen. Selma wist niet dadelijk, of ze 't doen moest, 't Resultaat van lange overpeinzingen was, dat de opdracht werd aanvaard. „Nils Holgersson" mag eenig in de wereldlitera tuur genoemd worden, 't Is een boek, dat het Zweedsche volk zal lezen, zoolang het van zijn land blijft houden. Want volwasserten vinden er evenveel, zoo niet nog meer genoegen in. Met „Nils Holgerssons wonderbare reis" bereikte Selma Lagerlöf de hoogste trap van haar eigen aardige, boeiende vertelkunst in een nationaal werk. Het jaar 1907 bracht haar dan ook het eere doctoraat van de Universiteit van Upsala. Een nieuwe onderscheiding volgde in 1909, toen aan haar als eerste in Zweden, wie die eer te beurt viel de Nobelprijs werd geschonken „om het edele idealisme, den rijkdom van fantasie en de zielvolle uitbeelding harer werken". Een groote vreugde was het Selma Lagerlöf, dat zij hierdoor in staat gesteld wérd, de voorvader lijke hoeve met haar landerijen terug te koopen. De woning was toen oud en bouwvallig, maar zoolang haar .moeder leefde (tot 1915) en tijdens den oorlog werd slechts het allernoodigste veranderd of vernieuwd. Dan echter komt de groote verbouwing. Sinds 1921 staat er een groot, practisch, zonnig huis op die plaats. Terwijl de schrijfster gedu rende de wintermaanden meestal op haar villa in Falun (de hoofdstad van Dalecarlië), waar ze al lang woonde, vertoeft, worden de zomers vrijwel steeds op Marbacka doorgebracht. Selma woont daar met haar zestig arbeiders (vrouwen en kinderen inbegrepen), die vaak van vader op zoon bij de familie La gerlöf het land hebben bewerkt, als 't ware één groot gezin, waar van zij 't zielvolle mid delpunt is. Men heeft het er goed en is ge lukkig. Als de in Zweden zeer bekende Frederika Bresnee is gestorven, de eerste vrouw, die haar ongehuwde sexe- genooten tot werken bracht, houdt Selma een gedachtenisrede. Daarin wijst zij op de groote verdiensten der gestorvene, die het jonge meisje midden in den vollen arbeid heeft gezet en zoo doende het verachte geslacht der oude vrijsters deed uitsterven. Warm wordt in dit betoog de lof van den arbeid en het leven der vrouw, die al haar krachten toegewijd aan haar taak geeft, bezongen. Van zeer veel beteekenis ook is het door de schrijfster op een wereldcongres voor vrouwen gesprokene. Een geheel eigen geluid liet zij hier hooren. In boeiende bewoordingen schildert zij den aandachtigen toehoorders, hoe het thuis da schepping der vrouw is, de staat die 'van den. man. Nu heeft de man de vrouw geholpen, het tehuis te vormen, en dit is, zij het niet altijd en overal, gelukt. Laat dan nu ook de vroyw den man mogen helpen, den staat te maken tot een tehuis voor het gansche volk. Zweden kan trotsch zijn op dit kind van zijn volk, en wij mogen dankbaar zijn, dat we door de vertalingen mee kunnen genieten van het werk dezer fijne, geestige schrijfster. Een, kijkje in Zwedenhet land vaji Selma Lagerlöf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 10