De Koninklijke Marine in Nederl.-lndië
Het Luchtvaartbedrijf
NEDERLAND LET OP U SAECK
HERDENKINGSNUMMER van 3e Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen blz. 17
door C. E. L. Helfrich
Schout bij nacht
C. E. L. Helfrich
FR bestaat geen beter middel om de waarde
van „zeemaoht" in het algemeen en voor
Nederlandsch Indië iin het bijzonder te leeren
begrijpen en in te zien dan te dienen op het
gedeelte onzer Staatsmarine dat daar is ge
stat ionneerd.
Daar, in dat eilandenrijk van een uitgestrektheid
als geheel Europa, waar het land overal door de
zee wordt omspoeld, en waar dus iedere aanval
van over zee moe* komen, in dat enorme water
gebied vormende den overgang van Indisehen
naar Stillen Oceaan, waar de machtige vracht
vaart van- en naar het Verre Oosten zich als het
ware „doorhéén perst", daar krijgt men en
vooral ter zee een klaar besef van de grootsche
en uiterst moeilijke opgaven waarvoor de vloot
zich gesteld kan zien, maar daar wordt anderzijds
ook het inzicht verhelderd in de groote mogelijk
heden, welke de geografische gesteldheid van het
terrein zelfs aan een kleine vloot biedt.
Een kleine vloot, mits bestaande uit in hun soort
moderne, gevechtswaardige schepen en mits be
mand door bekwaam, ervaren en physiek krachtig
personeel, dat van hoog tot laag begrijpt welke
belangen er op het spel staan en zich blijmoedig
schikt in de vele kleine en op den duur afmatten
de ongemakken, welke het leven aan boord in
de tropen nu eenmaal medebrengt.
Inderdaad krijgt men daar telkens wéér de over
tuiging, dat Nederland om te houden wat het
hééft en waarvan het in zoo ruime mate profi
teert niet genoeg voor zijn oorlogsmarine kan
doen, en er in elk geval voor moet zorgen, dat
wat er is, behoort tot het beste wat de moderne
techniek kan geven.
Even snel als de techniek verandert, verouderen
schepen en vliegtuigen. Wanneer niet wordt zorg
gedragen voor geregelde en tijdige vernieuwing,
zal er een oogenblik komen waarop de gevechts-
waarde zóó achteruit is gegaan dat men zich af
zal vragen waarom wij toch dat groote kapitaal
hebben gestoken in een zaak die zoo duur is in
exploitatie en zoo weinig rendeert.
Niet alléén technisch, maar ook tactisch moet die
vloot up to date zijn. Door studie, kennis en er
varing zullen de leiders moeten weten, wat zij
met het hun toevertrouwde materieel en personeel
kunnen doen en wat zij moeten laten; door vak
bekwaamheid en langdurige oefening zullen de
bemanningen moeten weten hoe zij het hun toe
vertrouwde materieel moeten behandelen om er
uit te halen wat er In zit.
Aan tijd en gelegenheid om te oefenen en erva
ring op te doen ontbreekt het in Indië niet, mits
die tijd wordt uitgebuit. Het is geen gemakkelijke
taak om in het ingewikkelde samenstel van ver
schillende, op zich zelf gecompliceerde schepen
en vliegtuigen, de juiste verhouding te vinden
tusschen de oefengelegenheid welke ieder onder
deel moet hebben om zijn taak naar behooren te
kunnen vervullen, en anderzijds de „stilligtijden"
welke op hun beurt onvermijdelijk zijn om het
materieel goed onderhoud te geven en de be
manningen in een meer comfortabele omgeving
op adem te laten komen.
Daar zijn in het z.g. „Eskader in Nederlandsch
Indië" (het „operatieve orgaan", bestemd om in
volle zee op te treden) de kruisers, de torpedo-
bootjagers, de onderzeebooten, de vliegtuigen. Zij
hebben- één ding geméén, dat is hun technische
gecompliceerdheid met de daaraan verbonden
hooge onderhoudseischen. Zij hebben echter alle
in den oorlog verschillende en sterk uiteenloopen-
de taken waarvoor zij zich moeten voorbereiden.
Zij alle hebben eigenschappen waarin hun kracht
maar ook onvolkomenheden waarin hun zwak
heid schuilt, onvolkomenheden, welke onver
mijdelijk zijn en aan ieder bepaald onderdeel
onverbrekelijk vastzitten.
Daar is de snelle kruiser: drager van een zekere
mate van artilleristische kracht, welke eiken te
genstander dwingt om met kostbare schepen te
komen en aldus de preventieve waarde van onze
marine zeer belangrijk en op niet te vervangen
wijze waarborgt, snel verplaatsbaar teneinde zijn
slag te slaan waar de vijand een zwakke plek ver
toont en zich aan een beslissing te kunnen ont
trekken wanneer overmacht zulks gebiedt, com
mandopost van den bevelhebber ter zee en zijn
uitgebreide organen.
Daar is de torpedobootjager: een lichtere artille
ristische steun voor den kruiser, drager van het
torpedowapen, bij uitstek geschikt voor verras
sende aanvallen bij duisternis, een snelle verken
ner en onderzeebootbestrijder, anderzijds kwets
baar door lichte constructie en gebrek aan pantser.
Schout bij Nacht
Directeur Hoogere Marine Krijgsschool
Daar is de onderzeeboot: het machtige onderwa
ter-torpedowapen dat den sterksten vijand af
breuk kan doen, dat echter ook onzichtbaar kan
blijven als het moet, om op een volgend oogenblik
verrassend op te treden waar het niet wordt ver
wacht, niettemin zwak boven water en met een
beperkten gezichtskring.
Daar is tenslotte het zeer snelle vliegtuig, het op
een hooger niveau geplaatste „oog" der vloot, den
tegenstander opsporend en ons wijzend diens
sterke en diens zwakke punten, bovendien bij
machte den vijand met bommen en torpedo's te
bestoken; echter in vergelijking met schepen veel
spoediger uitgeput wegens een beperkten benzine
voorraad, en gevoeliger voor weersomstandig
heden.
Al deze soorten schepen en vliegtuigen moeten
elkaar in hun hoedanigheden aanvullen, zij moe
ten leeren hoe zij hun typische eigenschappen het
best tot hun recht laten komen, zij moeten ook
weten waarin zij te kort schieten en daarvoor dus
steun moeten zoeken bij anderen, zij alle moe
ten tenslotte leeren samenwerken om tezamen
het hoogste rendement te geven. Dat hierbij van
de opvarenden maritieme scholing en onderling
begrip van elkanders doen en laten moet worden
geëischt, spreekt vanzelf.
Vaaroefeningen afzonderlijk en in verband, schiet
oefeningen met het geschut, lanceeroefeningen
met bom en torpedo, aanvalsoefeningen door ja
gers, onderzeebooten en vliegtuigen, verkennings
oefeningen, de wijze van onderzeebootbestrijding,
onderlinge kruiser- en jagergevechten, gezamen
lijke oefeningen in tactisch verband, alles zoowel
overdag als des nachts, zij volgen elkaar in bonte
ry op, afgewisseld door vaar- en vliegtochten
overal, om in dezen uitgestrekten archipel plaat
selijke bekendheid op te doen, slechts periodiek
onderbroken door de stilligtijden voor noodzake
lijk onderhoud en noodig gebleken herstellingen.
Dan heeft ieder even tijd om uit te blazen, familie
en kennissen op te zoeken of een normalen avond
aan den wal door te brengen zonder „gedoofde
lichten" waaraan hij aan boord na zonsondergang
gewend was geraakt.
Er wordt hard gewerkt bij de marine in Indië.
Slechts een langdurig verblijf aan boord, een me
demaken van alle oefeningen op velerlei gebied,
een deelen van alle lief en leed, kunnen daarvan
een juisten indruk geven. En zij die daartoe in de
zeldzame gelegenheid waren, zullen de marine
niet als zoovele anderen beoordeelen naar de tij
dens een „week-end" in de haven liggende sche
pen en naar den keurig gekleeden passagierenden
Jan, die er nu eens zijn gemak van neemt.
Een sterke marine is voor ons zeevarend volk,
voor onze natie met groote koloniale- en handels
belangen onontbeerlijk. Ook voor de neutra-
liteitshandhaving, welke steeds basis is
geweest voor onze buitenlandsche politiek en na
de inéénstorting van het gebouw der „collectieve
veiligheid" weer zoo op den voorgrond is getreden.
Want de beste preventieve werking tegen neutra-
liteits schend in g is een moderne, gevechts-
krachtige vloot. Het is niet het feit, dat er overal
scheepjes en vliegtuigjes zijn om een schending
der onzijdigheid te constateeren, dat onze kracht
bepaalt. In onze enorme zee- en kustgebieden is
het zelfs voor den sterkste onmogelijk om overal
permanent „present" te zijn en een dergelijke
verspreiding zou bovendien even zoovele zwakke
plekken beteekenen. Maar het is in hoofdzaak de
wetenschap, dat onze vloot, zoodra wij in
den oorlog worden betrokken, 3e maritieme krach
ten aan één der kanten belangrijk zal versterken;
het is d i e wetenschap, welke iederen belligerent
zal dwingen, onze neutraliteit te eerbiedigen,
hem althans uitermate huiverig zal stemmen, onze
onzijdigheid te schenden.
„Welke risico's loop ik, wanneer de Nederlandsche
vloot zich aan de zijde van mijn tegenstander
schaart?", dat is de vraag welke iedere oorlogvoe
rende zich móet en zal stellen wanneer hij iets
tegen ons in den zin heeft, waartoe schending van
onze neutraliteit noodig is.
Hoe krachtiger onze strijdmacht ter zee, geschikt
om overal ter wereld op te treden en een even-
tueelen bondgenoot te steunen, hoe zwaarder bo
vengenoemde vraag zal wegen en hoe eerder men
geneigd zal zijn, ons land buiten den oorlog te
houden. J
Onze maritieme kracht zal onze bondgenoot
schappelijke waarde bepalen en is daarmede de
beste handhaver van r
neutraliteit.
5 „Dutten?" sprack moy Heintgje, „dutten?"
if HUYGENS.
i
„De liefde tot zijn land is yeder aen-
X geboren."
i< VONDEL.
Momtagewerkplaats
door H. C. van Royen
Kolonel der Genie
vaartproblemen", verschenen in „Het Vlieg
veld" van de maanden April, Mei en Juni van
dit jaar. vestigt ir. B. Stephan, voormalig chef
v. d. Technischen Dienst der L.V.A., thans adviseur
van de Turksche regeering op luchtvaartgebied, er
de aandacht op, dat er geen technisch wapen is, dat
voor zijn gebruik zulk een omvangrijke grond-
Hr Ms Witte de With"
organisatie van noode heeft als juist de lucht
vaart en dat dit door hen, die buiten de lucht
vaart staan, wel eens wordt onderschat.
De heer Stephan slaat naar mijn meening met
deze opmerking den spijker op den kop.
Een zeer belangrijk onderdeel van die grondor-
ganisatie vormt, voor wat de Militaire Luchtvaart
in ons land betreft, het Luchtvaartbedrijf, dat,
voortgekomen uit den Technischen Dienst van de
Luchtvaartafdeeling, in 1932 als zelfstandig onder
deel van de Militaire Luchtvaart werd opgericht,
en tot taak heeft:
le. het uitvoeren van alle herstellingswerkzaam
heden aan het luchtvaartmaterieel, alsmede het
reviseeren van vliegtuigen en motoren;
2e het aanschaffen van alle benoodigdheden voor
de Militaire Luchtvaart, waaronder begrepen de
nieuwe vliegtuigen en motoren, enz., alsmede het
samenstellen van alle daarvoor noodige overeen
komsten;
3e het beheer van het luchtvaartmaterieel, alsme
de de administratieve verantwoording daarvan.
In verband met deze taak bestaat het Luchtvaart
bedrijf uit de volgende diensten:
a. den .Technischen Dienst, welke is be
last met de leiding van de werkzaamheden in de
verschillende werkplaatsen, t.w. de hout- en doek
bewerking, de parachutewerkplaats, de schilder-
werkplaats, de motorwerkplaats, de bankwerkerij,
de koperslagerij, de instrumentmakerij, de afdee-
ling Licht en Kracht, de montagewerkplaats en
den opneemdienst. Voorts is de Technische Dienst
belast met het voeren van de technische bespre-
kigen nopens de uitvoering van de contracten in
zake de aanschaffing van nieuwe vliegtuigen.
b. Den Keuringsdienst, welke is belast met
de keuring van al het materieel en van de mate
rialen, welke ten behoeve van de Militaire Lucht
vaart worden aangeschaft,1 met uitzondering van
vliegtuigen en' motoren, voorts met de keuring
van alle werkstukken, welke in de verschillende
werkplaatsen van het Luchtvaartbedrijf worden
gemaakt, alsmede van de door het Luchtvaartbe
drijf gereviseerde vliegtuigen en motoren.
c. Den Administratieven Dienst, welke
is belast met de administratieve verantwoording
van alle uitgaven ten behoeve van de Militaire
Luchtvaart en met de bedrijfsadministratie, waar
onder begrepen de magazijns-, kostprijs-, loon- en
begrootingsadministratie.
d. Den Inkoop-en Magazijndienst, welke
is belast met alle aanschaffingen, welke naar aan
wijzing van den Technischen Dienst noodig zijn,
en voorts met het beheer en de verantwoording
van alle magazijnvoorraden.
e. De Militaire Controle, welke is belast
met het dagelijksch toezicht op den bouw van bij
de vliegtuigfabrikanten bestelde vliegtuigen en
met de keuring van alle materialen en alle onder-
deelen, welke voor het maken van de vliegtuigen
noodig zijn.
f. Den AlgemeenenDienst, welke is belast
met de keuring van motoren ten behoeve van de
in bestelling zijnde vliegtuigen en met de uitwer
king van opdrachten van algemeenen aard.
Zijn in normale tijden de werkzaamheden van het
Luchtvaartbedrijf reeds omvangrijk, deze werk
zaamheden zijn in verband met de groote uit
breiding van de Militaire Luchtvaart zeer toege
nomen en in belangrijkheid gestegen. Daarbij
moet voorts rekening worden gehouden met de
omstandigheid, dat het moderne oorlogsvliegtuig
zooals Ir. Stephan in één van zijn in den
aanhef dezes aangehaalde artikelen het uitdrukt
een instrumenten winkel en machinekamer is.
Bij den opbouw van die „instrumentenwinkels en
machinekamers" is doorloopend overleg noodig
tusschen de organen van de Militaire Luchtvaart
en den Vliégtuigfabrikant, opdat een geheel wordt
verkregen, dat aan de hoogste eischen voldoet.
Voorts zal bij den bouw van nieuwe vliegtuigen
rekening moeten worden gehouden met de erva
ring, welke met de in gebruik zijnde toestellen is
opgedaan, opdat geen constructies worden toege
past, welke in de practijk niet hebben voldaan.
De mogelijkheid, dat toegepaste constructies in de
practijk niet zullen voldoen, bestaat in het bijzon
der in de vliegtuigindustrie, omdat de vliegtuig
constructeur gedwongen wordt, om ter wille van
de vliegeigenschappen van het vliegtuig, zoo licht
mogelijke constructies toe te passen. Ook om die
reden is doorloopend overleg tusschen den vlieg
tuigfabrikant en de technische vertegenwoordigers
van de Militaire Luchtvaart noodig.
Het 'spreekt wel vanzelf, dat in het bijzonder vo
renbedoelde constructies met grooten ernst moeten
worden gekeurd. Gelukkig is ook de vliegtuigfa
brikant zich ten volle bewust van zijn groote ver
antwoordelijkheid terzake en worden bedoelde
constructies door de fabriekscontrole aan een de
gelijk onderzoek onderworpen. Doch daarnaast is
ook een onderzoek van de Militaire Controle
noodzakelijk.
Voor zooveel de werkstukken ln de werkplaatsen
van het Luchtvaartbedrijf worden uitgevoerd, zal
de controle geschieden door den Keuringsdienst.
De taak van beide diensten, nl. den Keuringsdienst
en de Militaire Controle is dus zeer belangrijk en
verantwoordelijk. Het bij die diensten ingedeêlde
personeel zal aan hooge eischen moeten voldoen.
Indien toch aan de oogen van die diensten iets
ontgaat, zal zulks voor de Militaire Luchtvaart
de ernstigste gevolgen kunnen hebben.
Ten einde de bedrijfszekerheid van de vliegtuigen
zoo groot mogelijk te doen zijn, zullen zij op zorg
vuldige en deskundige wijze dienen te worden
onderhouden. Zulks geschiedt door de zorg van
het hangarpersoneel van de Luchtvaartafdeeling,
dat zijn verantwoordelijke taak op zeer goede
wijze verricht.
Na elke 100 uur vliegen wordt het toestel aan een
grondige inspectie onderworpen, welke de „hon-
derduursinspectie" wordt genoemd. Ook dit ge
schiedt door het hangarpersoneel. Zoodra de mo
tor een voor elk type vastgesteld aantal vlieguren
heeft, wordt deze vervangen door een anderen
motor, terwijl de uitgebouwde motor wordt gere
viseerd. Daarbij wordt de motor uiteengenomen,
zoo noodig bijgewerkt of vervangen door een an
der exemplaar.
Ook het vliegtuig wordt na omstreeks 700 vlieg
uren gereviseerd. Daarbij wordt het in den Op
neemdienst geheel uit elkaar genomen en elk on
derdeel onderzocht, waarbij ook de keuringsdienst
zijn medewerking verleent. Ter vervanging van
onbruikbare en van defecte, doch te herstellen,
onderdeelen, worden andere onderdeelen uit het
magazijn ontvangen, terwijl de te herstellen on
derdeelen, na in de werkplaatsen te zijn hersteld,
in het magazijn worden opgelegd. De opneem
dienst levert vervolgens het vliegtuig compleet
in onderdeelen af aan de montage-afdeeling, waar
het weder in elkaar wordt gezet. Op overeenkom
stige wijze wordt gehandeld met vliegtuigen,
welke wegens beschadiging, in de meeste geval
len ontstaan door minder gelukkig uitgevoerde
landingen, door de Luchtvaartafdeeling worden
ingeleverd bij het Luchtvaartbedrijf.
Uit het vorenstaande moge blijken, dat het voor
de Militaire Luchtvaart van het hoogste belang is,
dat het Luchtvaartbedrijf zijn taak op ernstige en
nauwgezette wijze verricht en dat, indien aan het
Luchtvaartbedrijf de noodige krachten, in het
bijzonder in de leidende futicties zouden worden
onthouden, dit tot ernstige gevolgen zou moeten
leiden.
Het is voorts noodzakelijk, dat het Luchtvaartbe
drijf uiteraard volledig rekening houdende met
de belangen en de wenschen van de Luchtvaart
troepen, als zelfstandig onderdeel van de Militaire
Luchtvaart zijn werkzaamheden zal kunnen ver
richten, zonder inmenging in zijn taak door den in
het algemeen technisch niet onderlegden troepen
commandant.
Het zou dan ook naar mijn meening niet juist zijn,
indien, zooals tegenwoordig van militaire zijde
wordt gepropageerd, het Luchtvaartbedrijf weder
zou worden geplaatst onder de bevelen van 'den
Commandant van de Luchtvaartafdeeling (Lucht
vaartbrigade), niet alleen om evenvermelde reden,
maar ook, omdat de taak van den troepencomman
dant reeds zoo omvangrijk is, dat de tijd hem
ontbreekt, om zich daadwerkelijk te kunnen be
moeien met de werkzaamheden van het Lucht
vaartbedrijf.
Motorwerkplaavs
De Militaire Gasschool
door G. A. A.P. Kloeg, Ie Luit. Mil Gasschool
BIJ de herdenking van onze 125-jarige onaf
hankelijkheid komen als vanzelf herinne
ringen boven aan belangrijke wapenfeiten en
heldendaden, welke door bepaa'de onderdeelen
van de weermacht werden verricht.
Dergelijke herinneringen zijn er aan de ver
richtingen van de Militaire Gasschool niet, om de
eenvoudige reden, dat haar bestaan nog zoo kort
is, alsook omdat van haar nimmer schitterende
krijgsverrichtingen te verwachten zijn.
Desondanks heeft zij gedurende haar 12V2 jarig
bestaan bewezen een onontbeerlijk stukje leger-
organisatie te zijn.
Vanaf haar oprichting in het voorjaar van 1926 is
zij geweest het centrale opleidingsinstituut, waar
specialisten worden gevormd op het gebied van
de chemische oorlogvoering.
Allereerst zijn dit de adspirant-reserve-gasoffi-
cieren, die jaarlijks gedurende 4 maanden een
opleiding in de gasbescherming ontvangen en die
als reserve-gasofficier hun plaats by de verschil
lende wapens in de weermacht innemen.
In de tweede plaats worden regelmatig cursussen
gegeven voor actief dienende subalterne officie
ren, aan wie na een opleiding van 2 maanden de
uiterst belangrijke taak het verzorgen van de
gasbescherming van den troep in haar vollen
omvang wordt toevertrouwd.
Zij vormen tevens het korps van instructeurs, die
tot taak hebben hun aan de school verworven
kennis uit te dragen over de diverse korpsen, op
dat een degelijke en uniform geregelde opleiding
van den troep in den gasdienst wordt verzekerd;
zij zijn belast met de algemeene leiding bij de
oefening in de gasbescherming en met het onder
richt aan gasonderofficieren, gasverkenners en
gasontsm etters.
Naast bovengenoemde cursussen voor de gas-
specialisten, waarbij het vraagstuk van de gas
bescherming in haar geheel wordt belicht, zijn
cursussen van kcfrteren duur georganiseerd, meer
bestemd om een algemeen inzicht betreffende
den gasdienst te verspreiden. Zoo worden meer
gastactische cursussen gehouden voor Hoofdoffi
cieren. Officieren-leerlingen van de Hoogere
Krijgsschool en Officieren-leeraren aan de scho
len voor reserve-officieren, meer gasmedische
cursussen voor beroeps- en reserve-officieren van
gezondheid en paardenartsen.
Het contact met de opgeleide z.g. beroepsgas-
officieren, alsmede met de reserve-gasoff icier en
blijft bestaan, omdat voor hen aan de Militaire
Gasschool regelmatig herhalingscursussen worden
'gegeven.
Behalve over gasofficieren, beschikt onze weer
macht nog over z.g. officieren-scheikundige.
Voor reserve-officieren zijn aanvankelijk speciale
cursussen georganiseerd om hen op te leiden tot
reserve-officier-scheikundige. Momenteel worden
zij gerecruteerd uit het korps reserve-gasofficieren
Ook deze officieren vervullen regelmatig hun
herhalingsoefeningen bij de Militaire Gasschool
en nemen steeds kennis van de vorderingen van
het chemische wapen, opdat maatregelen getrof
fen kunnen worden, welke de gasbescherming
van den troep kunnen verbeteren.
Wie komen in aanmerking
Om in aanmerking te komen om tot reserve-gas-
officier en later eventueel tot reserve-officier-
scheikundige te worden opgeleid, wordt in het
algemeen geëischt, dat de candidaten, behalve dat
zij moeten voldoen aan de algemeene eischen,
welke gesteld zijn om reserve-officier te kunnen
worden, chemisch geschoold zijn, dan wel in
chemie studeeren.
In aanmerking komen dus in de eerste plaats
studenten in de scheikunde, in de physica en in
de pharmacie.
Naast de Aiiver militaire cursussen, worden cr
gedurende de laatste 2 jaren nog cursussen ge
organiseerd voor niet-militairen. Op initiatief van
den Inspecteur voor de bescherming van de be
volking tegen luchtaanvallen worden de ge
meentebesturen in de gelegenheid gesteld om één
of meer personen aan de Militaire Gdsschool te
doen opleiden tot gemeentelijk gasspecialist.
Ook verschillende groot-bedrijven hebben hun
personeel naar deze cursussen gezonden om over
deskundigen te kunnen beschikken, die voor wat
betreft de gasbescherming de noodige voorzorgs
maatregelen in de bedrijven kunnen nemen, als
mede hun personeel te instrueeren, hoe zich te
gedragen bij gasaanvallen bij een eventueel toe
komstig conflict.
Ongeveer 200 personen hebben reeds aan deze
cursussen deelgenomen, waaruit tevens blijkt, dat
door de Militaire Gasschool de band tusschen
weermacht en burgerij wordt verstevigd door
haar te doen profiteeren van de by de weermacht
opgedane ervaringen.
Behalve het vaste personeel, zijnde de Directeur,
2 officieren leeraren en de vaste administrateur,
zijn aan de school nog semie-permanent verbon
den officieren van de Luchtvaartafdeeling en
van de Genie, een scheikundige van de Artillerie-
Inrichtingen, een paardenarts en een leeraa#, die
de pharmacologic der strijdgassen en de eerste
hulp aan gaszieken doceert.
Men is daarbij van het standpunt uitgegaan, dat
de Directeur met enkele, vast aan de Militaire
Gasschool verbonden, leeraren les geeft in de
vakken, welke het meer algemeene gedeelte van
het vraagstuk van de gasbescherming omvatten
en welke dus ook vanzelfsprekend de hoofd
schotel van het onderwijs uitmaken, terwijl eenige
specialisten gedurende één of meer uren per
cursus de specialistische vakken doceeren.
In het vorenstaande zyn slechts besproken d<
verschillende soorten cursussen, welke telkenjart
aan de Militaire Gasschool worden gegeven, zorr
der daarbij in te gaan op de verdere werkzaam
heden, welke door de school werden en not,
steeds worden verricht.
In den loop der tijden is een steeds inniger con
tact verkregen met alle onderdeelen van onze
weermacht, zoowel in Nederland als in onze over-
zeesche gebieden, alsook met de verschillende
burger-instanties, ook op wetenschappelijk gebied.
De belangstelling voor het werk van de Militaire
Gasschool is nog steeds groeiende, getuige de be
zoeken van vele leger- en burgerautoriteiten, als
mede van vertegenwoordigers van vreemde
mogendheden.
Om de zeer talrijke cursisten en bezoekers een
goed overzicht te geven over het werk, dat door
de Militaire Gasschool wordt verricht is van het
beschikbare en daartoe geschikte materieel een
permanente tentoonstelling ingericht in de lokali
teiten van de school.
Tot Soor kort was de Militaire Gasschool onder
gebracht in de Damlustkazerne te Utrecht; se
dert 1 Augustus van dit jaar is zy verplaatst naar
de daartoe geheel verbouwde voormalige werk
inrichting te Gorinchem.