Lagerhuis toetst Chamberlain's beleid Het Sudetenland onder Duitsch bewind DINSDAG 4 OCTOBER 1938 EERSTE BEAD PAG. a Duff Cooper laakt gebrek aan beslistheid in regeeringsoptreden „Overwinning van het brute geweld", oordeelt Attlee Eden tegen vier-mogendheden-pact Gistermiddag om kwart voor drie is het Engelsche Lagerhuis bijeengekomen. Toen Chamberlain verscheen bracht het huis hem staande een ovatie. Duff Cooper, de afgetreden minis ter van marine, werd door de oppositie toegejuicht. Hij zeide het woord te moe ten voeren over een zeer pijnlijke en delicate zaak, waarna hij de redenen uit eenzette, die hem ertoe hadden gebracht, zijn ontslag te nemen als minister. In zijn toespraak verklaarde Cooper: »,Wij werden van dag tot dag naar een oor log met Duitschland gedreven. Wij hebben pas op het laatste oogenblik en dan nog op een onzekere manier, gezegd, dat wij bereid jvaren te vechten. Nu weten wij, dat een bericht van tegen gestelde uitwerking den Duitschen leiders in de ooren werd gefluisterd. De Britsche re geering heeft niet de taal gebruikt, welke dictatoren verstaan. De door den premier en Simon gebruikte taal zegt niets voor de mentaliteit van Hitler en Mussolini. De minister-president heeft het Britsche standpunt te Berchtesgaden of Godesberg niet duidelijk gemaakt". Cooper gaf een uitlegging voor zijn aftre- 'den. Het was onprettig voor hem de regee ring eenig nadeel te berokkenen, te meer, ciaar de premier meer populair was dan ooit Cooper verklaarde, dat toen Hitier tenslot te teekenen begon te vertoonen van een ge matigder houding, hij reeds wist van een mobilisatie der Britsche vloot Chamberlain was uit Godesberg terugge keerd met niets anders dan een ultimatum, met voorwaarden, welke slechts een wreede, wraakzuchtige vijand zou dicteeren aan een {verslagen vijand, na een langen oorlog. Cooper veroordeelde ook de voorwaarden fvan München.-Hij voegde hieraan toe: „Daar de Duitschers hun man onder hebben, zullen zij niet het genoegen missen hem te slaan cn het Duitsche leger zal zijn buit niet missen." Cooper critiseerde het feit, dat Cham berlain de Engelsch-Duitsche verkla ring had onderteekend, zonder overleg te plegen met het kabinet, de bondge- nooten of de dominions. „Dit is niet de manier, waarop de bui tenlandsche aangelegenheden van het Britsche rijk moeten worden geleid", Als resultaat van MQnchen, aldus Coo per, heeft Groot-Brittannië nu voor den eersten keer op zich genomen een grens in midden-Europa te verdedigen. Daar om zouden wij nu een leger op de basis van het Europeesche vasteland moeten qp de be^n houden en onze herbewape nüig versnellen, tooper zeide nog, dat de minister-pre sident geloofde tot een redelijke rege ling te kunnen komen van alle open kwesties. „Hij kan gelijk hebben, doch daar ik dat niet kan gelooven, is het beter, dat ik ga"g Chamberlains rede Om even over half vier verhief Cham berlain zich van zijn zetel* Refereerende aan de toespraak van Coo per zeide hij: Wanneer iemand een groote positie opgeeft, moet iedereen met eerbied naar hem luisteren. Hij vroeg verontschul diging vandaag reeds aan Cooper te ant woorden. .Hoewel ik niets terug heb te nemen of te betreuren." Hij vervolgde: Toen het huis verleden JWoensdag bijeen kwam, waren allen onder de schaduw van een groote en naderende dreiging. Vandaag zijn allen in dankbaar heid vereend, dat de gebeden van millioenen zijn beantwoord en de wolken van bezorgd heid zijn weggetrokken. Het memorandum van 'Godesberg was in 'feite een ultimatum met een tijdlimiet van zes dagen, terwijl de overeenkomst van Mtinchen terugkeerde tot het Engelsch- Fransche plan en de voorwaarden vastlegde ,voor de toepassing van het hoofdbeginsel Van dat memorandum inzake de verant woordelijkheid der vier mogendheden en internationaal toezicht Chamberlain zette uiteen, dat ben ge meenschappelijke garantie tegen een niet- uitgelokten aanval, op grond van de over eenkomst van München, door Groot-Brit tannië en Frankrijk aan den Tsjecho-Slo- Waakschen staat gegeven, niet vervat was ln het memorandum van Godesberg. Bovendien hadden Duitschland en Italië beide op zich genomen waarborgen te ge- .ven, indien de kwestie der Hongaarsche en Poolsche minderheden zou zijn geregeld. Ten slotte was er nu de verklaring, dat een verdere bijeenkomst der vier mogend heden zou worden gehourfen, indien de Poolsche en Hongaarsche vraagstukken öiet binnen drie maanden zouden zijn ge regeld. Voor hen, die het ultimatum afkeurden 'en streefden naar een redelijke en ordelijke procedure, was elk dezer wijzigingen een stap in de juiste richting. „Bij het doen van een uitspraak hierover zouden wij er goed aan doen, niet te spreken over een persoonlijken of nationalen tri omf voor iemand. Een waarachtige triomf is, dat aangetoond ls, dat de vertegen woordigers der vier groote mogendheden de mogelijkheden kunnen vinden tot overeen stemming te komen over de wijze, waarop zij door middel van een beraadslaging uit een moeilijke en delicate aangelegenheid kunnen komen, in plaats van met verlies Van menschenlevens en aldus een ramp heb ben afgewend, welke een einde zou höbben gemaakt aan dn beschaving, zooal? wij die hebben gekend". „Uit naam van dit huls en de bevolking Van dit land eeg ik", aldus Chamberlain, fcdat Tsjeoho-Slowaklje onze bewondering en eerbied heeft verdiend voor de zelfbeheer schin.g, waardigheid en prachtige discipline tegenover een dergelijke beproeving, waar slechts weinig naties zich ...aatsi hebben gezien" (applaus). Chamberlain werd herhaaldelijk van de labourbanken af heftig geïnterrumpeerd. Eén keer heeft bij scherp geantwoord op het geroep: „schande!" Hij zeide: „Ik heb niets, waarover ik mij zou moeten scbrnvu" De Tsjechen vragen een leening Voortgaande zeide Chamberlain, van de regeering van Tsjecho-Slowakije door bemiddeling van haar gezant te 1.on den het beroep te hebben ontvangen, te hel pen aan een leening van dertig millioen pond onder garantie der Britsche regee ring. Chamberlain geloofde, dat dit een beroep is, dat een sympathiek en edel moedig antwoord zou ontvangen. De regeering stelt er de Tsjechen van op de hoogte, dat zij bereid is onmid dellijk schikkingen te treffen voor een voorschot van 10 millioen pond, welke ter beschikking van de Tsjechische re geering zouden zijn voor dringende be hoeften. Het eindbedrag, waarover beslist zou moeten worden, hangt, volgens Cham berlain af van verschillende factoren, waarover thans niet kan worden beslist. De minister van financiën had namens de regeering een brief gericht tot de Bank van Engeland, waarin verzocht wordt een noodzakelijk crediet van 10 millioen pond te -verstrekken. Wanneer het huis in November zijn zitting zal hervatten, zal het parlement worden gevraagd de -noodige wetten goed te keuren voor de terugbetaling. De houding der conferentie deelnemers Sprekende over de andere deelnemers aan de conferentie van München zeide Chamberlain: Er zijn vandaag harde dingen gezegd over den rijkskanselier in het heden en in het verleden. Ik ben van meening, dat het huis moeilijkheden moest erkennen van iemand van die positie om krachtige ver klaringen, zooals hij reeds had afgelegd, terug te nemen en te erkennen, dat door toe te stemmen, hoewel op het laatste oogenblik, in een bespreking met andere landen over kwesties, waarover hij reeds eens voor al had besloten, een werkelijke 6ubstantieele bijdrage vormde. Wat Mussolini betreft, diens bijdrage was zeker van groot belang en misschien beslissend. Het was op diens voorstel, dat de laatste schikkingen voor een mobilisatie 24 uur werden uitgesteld om ons gelegen heid te geven over den toestand te beraad slagen en op de conferentie zelve waren zoowel hij als graaf C i a n o zeer behulp zaam bij de besprekingen. Zij waren het, die reeds spoedig na het begin der onderhandelingen voor den dag kwamen met een memorandum, dat Dala- dier en ik als een basis voor de besprekin gen konden aanvaarden. Ik ben van meening, dat Europa en de geheele wereld reden hebben om het hoofd der Italiaansche regeering dankbaar te zijn voor hetgeen hij heeft gedaan om bij te dragen tot een vreedzame oplossing. D a 1 a d i e r had in sommige opzichten de moeilijkste taak van ons alle vier, met het oog op de speciale betrekkingen, die zijn land met Tsjecho-Slowakije verbonden. Ik stel er prijs op te verklaren, dat zijn moed, zijn bereidwilligheid om verantwoor delijkheid te aanvaarden, zijn volharding en zijn altijd goede humeur gedurende den geheelen duur van onze besprekingen vap onschatbare waarde waren. Chamberlain zeide verder, dat de Ver- eenigde Staten voortdurend een steeds toe- nemenden invloed hadden uitgeoefend. „Deze boodschappen van R o o s e v el t, zoo krachtig en zoo overtuigend, toonden, dat de meening van het machtigste land ter wereld zich over 3000 mijlen Oceaan kon laten hooren aan de menschen in Europa. Naar de meening van Chamberlain was de grootste kracht echter niet die van eeni- gen enkeling, doch de „onmiskenbare een stemmigheid onder de volkeren der wereld, dat een oorlog diende te worden vermeden en de volken van het Britsche rijk waren één met die van Duitschland, Frankrijk en Italië en hun bezorgdheid en diep verlan gen naar vrede beheerschten de geheele atmosfeer van de conferentie. Ik geloof, dat dit de concessies mogelijk gemaakt heeft en niet de bedreigingen Het persoonlijk contact met Hitier Sprekende over zijn onderhoud met Hit- Ier van j.l. Vrijdag, zeide Chamberlain: „Ik weet niet, waarom deze bespreking aanleiding zou geven tot achterdocht en nog minder tot critiek. Ik heb geen pact gesloten, ik heb geen nieuwe verplichtingen aangegaan, er is geen geheime afspraak en ons onderhoud was geen ander land vij andig." De premier zette uiteen, dat het doel, dat hij met deze bespreking had beoogd, was, te trachten, het persoonlijk contact met Hitier verder uit te breiden en te zien, of het hoofd van een democratische mogend heid en de leider van een totalitairen staat punten gemeen konden hebben. Hij gaf als zijn meening te kennen, dat de door den Duitschen rijkskanselier hemzelf geteekende verklaring wel iets meer was dan een vrome meeningsweengave en dat aan beide zijden oprechtheid en goede wil bestonden. „Indien er", zoo voegde spr. eraan toe, .„één les is, die wij. naar ik meen, uit de gebeurtenissen der laatste weken kunnen putten, dan is het wel deze, dat een duur zame vrede niet bereikt kan worden door stil te zitten en erop te wachten. Daadwer kelijke en positieve pogingen zijn hiertoe noodig." Bewapening mo2t doorgaan Chamberlain zeide teveel rea list te zijn om te gelooven, dat ns in één dag het parad ij skan •den verwezenlijkt. Slechts de fundeeringen zijn gelegd, doch met den bo- enbouw is nog in 't geheel niet begonnen. Laat niemand, omdat nu te München dit accoord tusschen de vier mogend heden is geteekend, denken, dat men zich kan veroorloven de hand te lichten met de uitvoering van het groote be wapeningsprogramma, die van dag tot dag in snelheid en omvang toeneemt." „Indien er ontwapening moet komen, zal dit stap voor stap moeten geschie den, in overeenstemming en in daad werkelijke samenwerking met andere landen. Totdat wij weten, dat wij deze samenwerking tot stand kunnen bren gen, en totdat wij het eens zijn over de werkelijke stappen, die genomen moe ten worden, moeten wij hier op onze hoede blijven." Chamberlain vervolgde: „Terwijl wij 'astbesloten moeten blijven, de tekortko mingen van onze bewapening en defensieve toebereidselen aan te vullen, opdat wij ge reed zijn om ons te verdedigen en onze di plomatie kracht bij te zetten, zie ik nieuwe mogelijkheden, om de kwestie der ontwa pening ter hand te nemen, en ik geloof, dat zij thans op zijn minst even hoopvol zijn als ooit te voren. Aan zulk een taak, het terugwinnen van het vertrouwen, het geleidelijk wegnemen van de vijandelijke gevoelens tusschen de naties, zoodat zij voelen, dat zij veilig haar wapens stuk voor stuk kunnen afschaffen, zou ik alle energie en tijd willen wijden, die mij nog resten vóór ik mijn ambt aan een jongere overdraag." Attlee spreekt over een groote nederlaag Nadat Chamberlain zijn verklaring be ëindigd had, nam Attlee het woord. Deze zeide, dat, terwijl allen zich erdoor opge lucht voelden, dat er geen oorlog is geko- i, zij zich hierover niet onbezorgd kon den verheugen. „Dit is niet een overwinning geweest van de rede en de menschheid, het is een over winning geweest van het brute geweld", aldus Attlee. De gebeurtenissen der laatste paar dagen vormen een der grootste diplomatieke neder lagen, die dit land en Frankrijk ooit te boeken hebben gehad er. het lijdt geen twijfel, dat het een enorme zege is voor Hitier. Lof voor de Tsjechen Attlee vervolgde, dat terwijl ieder erken de, dat de minister-president zich groote in spanning had getroost, en dat hij de man was, die den vrede had gered, hij ook de man was-, die hem in gevaar had gebracht. Het waren de Tsjechen, die den vrede in Europa hadden bewaard. Zij hadden prach tige zelfbeheersching getoond en de meeste menschen in Engeland geloofden, dat de Tsjechen op beschamende wijze verraden zijn. Hun eminente president was een groot patriot, een groot Europeaan. Hij was dooi de Duitsche leiders op smadelijke wijze be lasterd, doch had zich nimmer verwaardigd om te antwoorden. „Zijn geheele gedrag heeft het verschil laten zien tusschen een beschaafd man en een gangster." Nadat Attlee verklaard had. een leening aan Tsjecho-Slowakije niet voldoende te achten, zeide hij. dat de oorzaak van deze agressie niet het bestaan van de.minder heden in Tsjecho-Slowakije was of hierin gezocht diende te worden, dat de positie der Sudeten-Duitschers onduldbaar geworden was. „De oorzaak was, dat Hitier besloten had. dat de tijd rijp was voor een nieuwen voorwaarts in de verwezenlijking van plannen tot overheersching van Europa." „Europa", aldus- Attlee, „leeft thans onder voortdurende dreiging van wapengeweld, en daarom kunnen vele menschen zich op het oogenblik niet gelukkig voelen. Zij len, dat geweld en het kwade een or lijke overwinning hebben behaald." Als Hitier eens vroeg om Sumatra? Attlee verklaarde, dat Chamberlain de dupe is geworden van de dictators. Alles wat men thans in de plaats van de bondgenootschappen en collectieve vei ligheid had, was een belofte van Musso lini en een belofte van Hitier. Wat zou de premier zeggen, als Hitier thans om koloniën vraagt? Vtronde. s'el, dat hij alleen maar vraagt om den Belgi schen Congo of Nederlandsch Sumatra. Hoe zou men daar dan tegenover staan? De premier is overtuigd van de goede trouw van Mussolini en Hitier. Laat deze dan blijken door het opgeven plannen tot agressie en het deelnemen aan een conferentie tot het opbouwen van een nieuwen volkenbond. Het wer kelijke vraagstuk, zoo besloot Attlee, is: wat kunnen wij doen voor de toekomst van de menschheid? VERZEKERING MoaUc&appif - Sneeh Eden aan het woord Nadat do libeiale leider Sinclair bezorgdheid had aan den dag gelegd voor de vrijheid in Midden-Europa nam Eden het woord. Hij bracht hulde aan de zelf beheersching van de Tsjecho-Slowaaksche regeering en aan de kalme waardigheid en den onversaagden moed van Benesj. Eden meende, dat nagegaan diende te worden, welke de omstandigheden waren, die de Britsche regeering genoopt hadden, voorstellen aan een bevriende natie op te dringen en hoe stappen moesten worden overwogen om te verzekeren, dat Engeland niet nogmaals zulk een onaangename rol zal spelen. De voorstellen van München waren geen zelfbeschikking. „Er zullen niet velen onzer zijn, hoe wij ons ook opgelucht voelen, die niet een zeker gevoel van vernedering heb ben ondervonden, toen wij deze voorstellen lazen." Spr. betoogde vervolgens, dat het verlee- nen van een garantie aan Tsjecho-Slowakije een afwijking vormde van de traditioneele Britsche politiek, en stelde de vraag, wan neer deze garantie in werking zou treden. Hij sprak de bede uit, dat een viermogend- hedenpact niet de buitenlandsche politiek der Britsche regeering zou worden, „Er is niet voldoende reden om te trach ten, Europa te organiseeren op een basis, die één der grootste mogendheden uitsluit. Geen raad kan in Europa volledig zijn, zon der de deelneming van alle mogendheden, klein en groot." Drie conclusies Aan drie conclusies, zoo eindigde Eden, schijnt men niet te kunnen ontkomen: 1. De snelheid van onze herbewapening dient met alle te onzer beschikking staan de middelen te worden opgevoerd. 2. Het doel en het karakter van onze her bewapening moeten opnieuw bestude "n in 'icht der gebeurtenissen van de laatste weken. liet burgc.rgedeelte van de natie moet worden aangemoedigd, zich zoo te organi- n, dat het in staat is, aan iedere toe komstige uitdaging het hoofd te bieden on- inilere voorwaarden dan de thans be staande. Opeenvolgende capitulaties brengen slechts opeenvolgende vernederingen met zich mede en deze op haar beurt brengen nog meer ernederende eischen." Na een eensgezind streven door een eens gezinde natie te hebben bepleit, besloot Eden: „Ik geloof, dat wij den vrede niet slechts voor deze maand en voor de volgen de zouden moeten redden, doch voor onze ;eneratie." Minister Hoare antwoordt de sprekers Aan het einde dèr debatten heeft Sir Sa muel Hoare de uitgeoefende critiek be antwoord. Hij zeide o.m.: Enkele dagen ge leden stonden wij op nog geen haar breedte afstand van den grootsten rampspoed, dien de wereld ooit ge;ien heeft Sommigen in het lagerhuis en oncler het volk gelooven, dat geen vrede in Europa mogelijk, en dai de oorlog onvermijdelijk is, zoolang de dic taturen bestaan en dat het beter zou kun nen zijn den oorlog te hebben, nu wij esn geschilpunt hebben, waarvan kan worden veronderstelt, dat het tot de geheele wereld spreekt, dan een oorlog uit te stellen tot een toekomstigen datum, waarop onze positie moeilijker zou kunnen zijn. De conclusie van een dergelijke opvatting voor mij zóó ontzettend, dat ik haar niet zou kunnen aanvaarden, zoo lang er nog vonkje hoop bestond, dat de catastro phe kan worden vermeden. Ik geloof dat de catostrophe kan worden vermeden en de eerste minister is vast deze i'ertuiging toegeaaan. Hoare vervolgde: De oorlog is afgewend i de vraag is: was de prijs te hoog? Ik geef openhartig toe, dat Tsjechoslowakije een vreeselijken slag heeft gekregen. Ik be treur zeer diep de positie, waarin het ge drongen is; de feiten waren echter te sterk onweerstaanbaar. Do minister besloot: Tegelijk met het hardnekkig volgen van een politiek vredes zullen wij onze voorbereidingen oortzetten. teneinde ons sterk te houden te maken. Ik geloof, dat wij van meening kunnen zijn, dat wij een nieuwe periode ingaan, waarin wij de pioblemen onder oogen zien, elke jaren geleden onder oogen hadden moeten worden gezien, en zullen bevinden, dat het mogelijk is ook al keuren wij bijna iedere methode af, die in de dicta- tuurlanden aangenomen is voor Europa om in vrede te leven voor de democratieën en de dictaturen, naast elkander. De debatten werden na deze rede van Sir Samuel Hoare verdaagd. Een motie ingediend Aan het einde van de lagerhuisdebatten van gisteren werd door Chamberlain, sir John Simon en MacDonald de vol gende motie voorgesteld: „Dat dit huis de politiek van Z. Majesteits regeering goed keurt, waardoor de oorlog werd voorkomen tijdens de jongste crisis en dat het zijn po gingen zal voortzetten om een duurzamen vrede te verzekeren". De debatten over deze motie zullen Woensdag plaats hebben. De stemming over de motie wordt Woensdagavond ver wacht. HALIFAX OVER DE JONfiSTE EUROPEESCHE CRISIS Een verklaring in het Hoogerhuis In het Britsche hoogerhuis over de jongste Europeesche crisis sprekende, zeide de minister van buitenlandsche zaken Halifax, dat naar zijn mee- Een waardevolle aanwinst Politiek, economisch, commercieel (Van onzen Duitschen correspondent) De stemming van het volk is een voor treffelijke barometer voor de politieke situatie. Toen Hitier zijn onvoorwaarde- lijken eisch ten opzichte van het land der Sudeten-eischers had gesteld en de oor logsverklaring als het ware in de lucht hing, keek iedereen ernstig en werd de ernst van het oogenblik fluisterend be sproken. De krantenkiosken beleefden sedert onheuglijken tijd weer eens goede dagen en vooral 's avonds, als er extra- edities verschenen, was de belangstel ling voor het allerlaatste nieuws enorm. Geestdrift voor een nieuwen oorlog heb ben wij nergens kunnen vaststellen, waaruit blijkt, dat de harde jaren van 1914 tot 1918 nog altijd niet in vergetel heid zijn geraakt. Thans, nu de vrede voor den eerstvolgen den tijd gegarandeerd wordt, leeft men weer veel luider, men kijkt opgewekt, men vereert Hitier als den man, die de wereld voor een nieuwe ramp heeft bewaard en nu ja, men geeft tenslotte ook toe, dat Chamber lain, Daladier, maar waarschijnlijk het meest dan toch Mussolini daarbij hun invloed hebben uitgeoefend. Maar het mooist van alles is toch de officieele mededeeling op de voorpagina van alle kranten, dat de Duitsche troepen onder generaal-majoor Ridder von Leeb het fel bestreden ge bied der Sudeten-Duitschers zijn binnen gerukt, want nu zullen de gehate Tsjechen aan den lijve ondervinden, wat hun verzet tegen de Duitsche overmacht beteekent. En Duitschland ls thans een macht van 80 mil lioen inwoners geworden, een wereldrijk, hetwelk met Engeland, Frankrijk en Italië op één lijn gesteld wordt! Kerkelijke dankbaarheid Geheel in overeenstemming met deze ty pisch Duitsche geestdrift zijn de telegram men, welke uit alle dcelen van het Dcrèc Rijk aan den Führer worden gezonden Om te beginnen waren het de katholieke kar dinalen, die zich ditmaal verplicht: gevoel den, Hitier een bewijs van hun greote dank baarheid te zenden: „Le garantie van den wereldvrede is voor het Duitsche Episcopaat aanleiding, uit naam van alle Duitsche dio cesen geluk te wenschen en dank te betui gen en voor Zondag plechtig klokgelui aan te kondigen." Dit telegram draagt de onder- teekening van aartsbisschop kardinaal Bertram. Het ligt voor de hand, dat de Evangelische geestelijkheid bij de katholieken niet achter wil blijven en dus hebben ook de leiders der Duitsche Evangelische Kanselarij bij monde van Dr Werner aangekondigd, dat „uit dankbaarheid voor het werk der bevrijding op Zondag 2 October van twee uur tot half drie over heel Duitschland de klokken moe ten luiden". En hoewel deze kerkelijke in stantie van staatswege door de geestelijkheid der Belijdende Kerk nog altijd niet als be voegd wordt erkend, schijnt men onder den indruk der feiten toch gevolg gegeven te hebben aan dezen wensch. In opdracht van het Evangelische „Aus- senamt" heeft bisschop D. Heckel voorts aan den president der Evangelische Kerk in het gevrijde gebied, D. Wehrenfennig, een 'uitvoerig telegram gezonden, waaruit de bereidheid tot hulp en ondersteuning valt af te leiden. Ook de Gustaaf-Adolf-Stichting zegt aan D. Wehrenfennig telegrafisch on dersteuning van het zwaar bezochte land der Sudeten-Duitschers toe en leest men al deze uitingen van erkentelijkheid, dan vraagt men zich af, of dit niet een prachtgelegen- heid zou zijn tot een definitieve en voor alle partijen bevredigende oplossing van het ker kelijk vraagstuk, hetwelk nog steeds is blij ven hangen tusschen Staat en Kerk. Toen namelijk Oostenrijk bij Duitschland werd ingeschakeld, verwachtte men iets dergelijks, maar het feit, dat de Duitsche bisschoppen zonder hun Oostenrijksche ambtsbroeders tot dusver in Fulcra vergaderd hebben, bewijst, dat deze toenadering voorshands niet moge lijk is. E" tijdens ons verblijf in het voor malige Oostenrijk hebben wij vastgesteld, dat aartsbisschop Innitzer nog steeds naar een vergelijk tusschen staat en kerk streeft zonder daarbij mannen als kardinaal Faul haber om advies te vragen! Of de Hussieten uit het land der Sudenten-Duitschers eerder voor toenadering te vinden ziullen zijn, moet voorshands worden afgewacht. Wij beperken ons derhalve liever tot de materieele voordeden van den nieuwen „Anschluss" en stellen dan vast, dat alleen reeds de exploitatie van Karlsbad, Franzensbad, Mariënbad Teplitz-Schönau voor Groot-Duitschland een aardige winst beteekent. Deze badplaatsen in Sudeten-Duitschland genieten over gansche wereld een goede reputatie en -al zullen er onder het nieuwe bewind wel niet veel joodsche kurgasten heen komen, toch zal het nieuw beleid van productieve waarde blijken, temeer, waar de toestand vooral het laatste jaar buitengewoon slecht is geweest. Wie waagde zich dezen zomer nog naar Karlsbad of Mariënbad? Wij lieten ons om- Tent Karisbad vertellen, dat het thans een deficit heeft van rond 270 Tsjechische kro nen, terwijl het kleinere Franzensbad schuldenlast van 38 millioen kronen torst! De weinige gasten, die er zich nog naartoe gewaagd heoben, bewoonden de betrekkelijk dure hotels niet meer. maar gingen bij ticulieren hun intrek nemen en zoodoende konden de eigenaars van de Kurhuizen en hotels allang hun verplichtingen niet meer nakomen. Alleen in Mariënbad zijn in het vorige jaar twaalf groote hotels failliet ge gaan en verkocht. Nieuwe huizen werden nergens meer gebouwd en voor verbeterin gen miste men het geld. Zoodoende ligt hier voor Duitschland weer een groot arbeidsveld en zal nu naast het voormalige Oostenrijk ook Sudeten-Duitschland een attractie wor den voor het van huis uit zoo graag reizende Duitsche volk! Voor lichamelijke genezing doen de genoemde badplaatsen voor Baden- Baden en Wiesbaden stellig niet onderi Tenslotte moeten wij dan nog de aandacht vestigen op de industrie, welke in het ba vrijde gebied gevonden wordt. De productie van bruinkolen en textiel geeft den door slag, maar ook het Boheemsche glaswerk en porcelein heeft een goede reputatie. Zoo be teekent de inlijving van dit fel bestreden gebied voor het toch al zoo machtig gewor den Derde Rijk ongetwijfeld een waarde volle aanwinst, niet slechts vanuit politiek, maar minstens evenzeer uit commercieel en economisch gezichtspunt, ning van den aanvang af in de Brit sche opvattingen twee beginselen met elkaar in conflict waren geweest. Het eerste was de noodzaak, op eenigerlei wijze tegemoet te komen aan de eischen die namens de Duitsche bevolking van het Sudetenland werden gesteld. In de tweede plaats was er het gevoel ge weest, dat, hoe men ook over dezo ab stracte eischen zou denken, een beslis sing door geweld op den langen duur fnuikend zou zijn voor de Europeesche orde en die betrekkingen tusschen de naties, waarop de veiligheid alleen ge baseerd kan zij Voortgaande zeide Halifax, dat men hem' zou vragen, waarom de sovjet-unie niet bij de besprekingen omtrent Tsjecho-Slowakije was betrokken. Hij was zoo vrij te her halen, wat hij een paar dagen geleden te gen den sovjet-ambassadeur had gezegd Het was, wilde men een oorlog vermijden, van het grootste belang, dat een basis voor onderhandeling moest worden gevonden, het was noodig, snel te handelen en de regee ring was gedwongen te erkennen, dat de hoofden van de Duitsche en de Italiaanscho regeering vrijwel zeker zouden weigeren, te onderhandelen in een conferentie, waar de sovjet-regeering vertegenwoordigd zou zijn. Halifax voegde hieraan nog toe „Het feit, dat het, wilden wij met de Duit sche en de Italiaansche regeering tot een bespreking komen, onmogelijk was, de sov jet-regeering rechtstreeks in deze bespre kingen te betrekken, beteekende geenszins een verslapping van onzen wensch, onge twijfeld evenmin als die van de Franscb. regeering, de goede verstandhouding en bi trekkingen met de sovjet-regeering te bel waren." Halifax sprak de hoop uit, dat het huls bereid zou zijn, het standpunt der regeering te deelen, dat zij juist handelde door dt we moreele verplichting tot waarbop ging van de nieuwe Tsjechische grenzen op zich te nemen. Halifax zeide vervolgens, dat er wel geen, lid van het huis zou zijn, die niet aan pre-, sident Benesj hulde zou wilde brengenl en hem zijn sympathie betuigen. Nooit was een meer wreede of meedoogenlooze veri minking van een staat geëischt, doch ;sj heeft, gesteld voor een wreed dilem ma, zijn rol vervuld en de geschiedenis zou hem een speciale plaats inruimen vanwege de wijsheid van zijn keuze, want zonder ijn besluit had een Europeesche oorlog onmogelijk voorko kunnen worden. Halifax bracht hulde aan Runciman en zijn staf. Het heeft, zeide de minister, ongetwijfeld niet aan hen gelegen, dat de Runciman-missie heeft gefaald. Runcimari aarzelde niet, de verantwoordelijkheid voor de definitieve breuk op de schouders te leg- van de Sudeten-Duitsche leiders en degenen binnen en buiten Tsjecho-Slowa< kije, die hen steunden. Halifax wijdde ten slotte eenige woorden aan minister-president Chamberlain. De moed, aldus Halifax, waarmede hij alle po litieke risico's nam, zijn volharding en ge- loof, zijn weigering mislukking te aanvaar den, zijn onuitputtelijkheid in het uitden ken van nieuwe middelen om succes te be- halen wanneer alles scheen te mislukken, dit waren dingen, die de geheele wereld wel heeft begrepen, doch wat de wereld nooit naar waarde zou kunnen schatten, ii het vrijwel ondraaglijke gewicht dat persoonlijk en nagenoeg a. 1-1 leen op de schouders van den minister-president rustte, Waar U ook bent zorgt altijd Dr. J. B. MEENK'S HOOFDPIJNPOEDERS bi] U te hebben. Ook verkrijgbaar In atull Verkrijgbaar bij apotheker» en drogisten Bloedig weekeinde in Palestina Meer dan 140 slachtoffers Het afgeloopen weekeinde in Palestina wordt een der bloedigste geaoht van de af geloopen dertig maanden. Er moeten meet clan 140 personen gewond of gedood zijn. Tusschen Sjafamir en Ramallah is hel tot hevige gevechten gekomen tusschen Britsche troepen en opstandelingen. Er zijn aan de zijde der opstandelingen minstens 52 dooden gevallen. Aan Engelsche zijde werd een officier gedcod en werden twee soldaten gewond. Door het ontploffen van een mijn op de binnenplaats van een huis te Jaffa zijn zes Arabieren gedood en drie andere gewond. De Jood Jacob Kotek is door het militaire gerechtshof ter dood veroordeeld wegens het dragen van vuurwapenen en munitie. Het. is voor de tweede maal, sedert het begin def ongeregeldheden, dat een Jood is ter dood veroordeeld. Bij een aanval op de Joodsche) wijken -ari Tiberias werden twintig personen gedood en velen gewond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2