N.V. Nederl. Springstoffenfabrieken Heerengracht 204, AMSTERDAM Fabrieken te: Muiden, „de Krijgsman" a Ouderkerk a/d Amstel, „de Oude Molen" De vervaardiging van Buskruit en Springstoffen in Nederland OPGERICHT 1702 OPGERICHT 1742 TOT voor betrekkelijk korten tijd was het zwarte buskruit, een mengsel van salpeter, houtskool en zwavel, de eenige ontplolbare stof, die algemeen werd toegepast. De uitvin ding van het buskruit wordt wel toe geschreven aan Berthold Schwarz 1388, maar in werkelijkheid is zij van veel vroegeren datum en werden op zwart buskruit gelijkende mengsels reeds in 671 n. Chr. onder den naam van „Grieksch vuur" vervaardigd door Kallinokos. Ook de Chineezen maak ten reeds in de 13e eeuw gebruik van een soort zwart buskruit. Gedurende langen tijd echter bleef het vervaardi gen dezer stof beperkt tot een min of meer duister handwerk; eerst tegen het midden der 15e eeuw kwamen bus- kruitmollns in werking, die de ver vaardiging in het groot mogelijk maakten. In Nederland zijn reeds vroeg der gelijke molens opgericht, doch van hun bestaan is betrekkelijk weinig bekend. Zij stonden veelal aan den rand der steden, maar werden gewoonlijk, na het optreden van ontploffingen, uit de nabijheid daarvan verwijderd. Zoo hebben in Amsterdam buskruitmolens gestaan o.a. op den Heiligenweg en den Overtoom. Later zijn deze ver plaatst. In 1702 werd de thans nog bestaan de buskruitfabriek ,,de Krijgsman" bij Muiden opgericht, terwijl in 1742 de andere nog overgebleven fabriek „de Oude Molen" bij Ouderkerk a/d Amstel is gesticht. De Hollanders zijn van ouds zeer bekwame buskruitmakers geweest en het Hollandsohe buskruit genoot dan ook een groote vermaardheid. In „Traité de l'art de fabriquer la pou- dre a Canon", Paris, 1811, in dien tijd een standaardwerk, wordt op pag. 534 vermeld, dat het Hollandsche bus kruit bij een beproeving een beter resultaat bereikte dan het beste Fran- sche buskruit. De generaal-majoor Ad. van Hoey Schilthouwer van Oostée schrijft hier over in zijn „Verhandeling over het Buskruid" Delft, 1818, als volgt: „Dat, na de vereeniging van Hol land (A°. 1810) met Frankrijk, een Inspecteur Generaal acht kruid fabrij- ken aldaar gevonden, en van ieder molen een staaltje buskruid naar Vin- cennes, om onderzocht te worden, ge zonden had. Dat het Hollandsche buskruid aldaar, tegen dat van Essonne was beproefd, en 3 meters verder dan het Fransche buskruid had geworpen, dat, om de bestanddeelen van het Hollandsche buskruid te we fabriek „de Krijgsman" te Muiden. ten, zij het zelve hadden ontbonden, en bevonden, te zijn zamengesteld uit 70 deelen salpeter, op 16 kool en 14 zwavel, dus, dat 't Fransche kruid bij eene grootere hoeveelheid salpeter kleinere worpen gaf." De grootte der fabrieken werd des tijds afgemeten naar het aantal knechts en paarden. Zoo werkten in 1807 „de Krijgsman", toebehoorende aan Abr. Bredius en Compagnie, met 6 knechts en 10 paarden; „de Oude Molen", toebehoorende aan Hendrik van Hoorn Zonen, met 8 knechts en 12 paarden. In 1807 waren er 13 fabrieken aan wezig; in 1810 nog maar 8 en ook dit aantal slonk snel. Ten slotte hebben in 1843 de overgebleven fabrikanten zich vereenigd in de Maatschap, later N.V., „De Gezamenlijke Buskruid makers van Noord-Holland, Utrecht en Zeeland", die ten slotte slechts twee fabrieken aanhielden, n.l. de reeds boven vermelde, waarvan echter alleefi „de Krijgsman" regelmatig in werking bleef. De zwart-buskruitfabricatie was een bloeiend bedrijf, dat zich ook veel op export toelegde. Tegen het einde der vorige eeuv. hadden echter groote veranderingen plaats. Het zwarte buskruit werd ver drongen door het zooveel krachtiger rooklooze buskruit en de vervaardiging daarvan stelde geheel andere eischen. De Buskruidmakers wisten echter met hun tijd mede te gaan en in 1894 werd op het terrein van de vroegere zwart-kruitfabriek „de Oude Molen" met behulp van Fransche ingenieurs een chemische fabriek opgericht voor de vervaardiging van salpeterzuur, schietkatoen en nitroglycerine, zijnde de grondstoffen voor rookloos bus kruit. Tegelijkertijd werd de fabriek te Muiden ingericht voor de verwerking dezer grondstoffen en zoo werden in enkele jaren tijds de eeuwenoude be drijven door moderne fabrieken ver vangen. Groote moeilijkheden zijn in dien tijd overwonnen moeten worden, maar door de energie der toenmalige be stuurders is het hun gelukt ook in latere jaren de snelle ontwikkeling van l^et nieuwe product bij te houden. Voor ons vaderland zijn deze fabrie ken steeds van zeer groote beteekenis geweest, daar zij het buskruit moesten leveren voor leger en vloot. Dit is vooral tot uiting gekomen in de oor logsjaren, toen men vrijwel geheel, ook op dit gebied, afhankelijk was van het geen in het binnenland kon worden vervaardigd. Toen dan ook na den oorlog de Bus kruidmakers het bijltje er bij neerleg den, mede daartoe genoodzaakt door ziekte der Directeuren,-werden onmid dellijk plannen beraamd de fabrieken voor het land te behouden. Het parti culiere initiatief voelde weinig voor overneming dezer toch zoo gezonde bedrijven, die sinds eeuwen hun be staansmogelijkheid hadden bewezen; men leefde in de na-oorlogspsychose: de eeuwige vrede was verzekerd. De regeering zag gelukkig echter beter het landsbelang in en na langdurige onderhandelingen is het ten slotte ge komen tot de instelling, bij de wet, van een staatsmonopolie voor de ver vaardiging van buskruit en springstof- L1NKS: Ingang fabriek „de Oude Moltfl" te Ouderkerk a/d Amstel. RECHTS: Beproeving van buskruit voor pantserwagengeschut op een der schietterreinen van de fabriek. fen. Dit alleenrecht werd, bij overeen komst, overgedragen aan de nieuw ge stichte N.V. Nederlandsche Spring stoffenfabrieken. De Staat nam voor een belangrijk bedrag deel in het maatschappelijk kapitaal dezer Ven nootschap en verzekerde zich een over wegende positie in deze onderneming, die overigens geheel particulier wordt geëxploiteerd. Wij hebben hier de voor dergelijke doeleinden zoo gelukkige combinatie, het z.g. gemengde bedrijf, dat de belangen van den Staat ver zekert, terwijl de voordeelen van het vrije bedrijf worden behouden. Om minder afhankelijk te zijn van de steeds aan sterke schommelingen onderhevige vraag naar oorlogsbus- kruit werd daarnaast de vervaardiging ter hand genomen van allerlei soorten springstoffen voor de meest ver schillende doeleinden, terwijl ook nog enkele producten buiten het gebied der springstoffen, maar daaraan verwant, zij het op kleine schaal, worden ver vaardigd. Voor vreedzame doeleinden worden toch zeer groote hoeveelheden springstoffen gebruikt. Niettegenstaan de de enorme bewapening die in alle landen plaats heeft, worden ook thans nog over de geheele wereld, alleen reeds voor den mijnbouw veel meer springstoffen vervaar digd dan voor oorlogsdoeleinden. Voorts worden zij 'gebruikt voor opruimingen, tunnelbouw, steengroe ven, landbouw enz., terwijl in de laatste jaren in het buitenland ook van deze stoffen op vrij groote schaal wordt gebruikgemaakt voor den aan leg van wegen op moerassigen bodem. Hier te lande, waar een zoodanige aanleg zeer veel voorkomt, is men daartoe echter nog niet overgegaan. Het vraagstuk schijnt evenwel in studie te zijn. Uit den droom van den eeuwigen vrede werd men helaas spoedig wak ker geschud. De oorlogsindustrieën werken in alle landen weer op volle kracht en de ontwikkeling der vuur wapens gaat met steeds snellere schre den voorwaarts. Het is dan ook voor onze defensie van groot belang, dat de buskruitvoorziening in het binnenland op gelijke hoogte blijft met de ontwik keling der wapenindustrie in het bui tenland. Opnieuw worden thans hooge eischen gesteld aan de buskruitfabrie ken, die er in moeten slagen gelijken tred te houden met de groote soort gelijke bedrijven in het buitenland. Nieuwe vraagstukken moeten worden bestudeerd, nieuwe werkwijzen worden ingevoerd, de wetenschappelijke zijde van het buskruitbedrijf wordt van steeds grooter belang. De voorberei ding van de landsverdediging is ook op dit gebied niet alleen een kwestie van kracht en van geld, doch evenzeer van intellect. Uit de oude zwart-kruitfabrieken met haar „knechts en paarden" zijn thans moderne bedrijven gegroeid, staande op technisch-wetenschappe- lijke basis, waar met de nieuwste werktuigen producten worden ver vaardigd, waarvan de eigenschappen op de laboratoria en op het schietter- rein met vernuftige instrumenten, waarin de laatste wetenschappelijke vondsten zijn toegepast, worden be paald en gecontroleerd. Zoo kunnen leger en vloot van Ne derland en zijn Koloniën zich voor zien van het beste, wat er op dit ge bied is te verkrijgen, bij een bedrijf met een eeuwenoude traditie, dat bij uitstek nationaal mag worden genoemd. Het moge op deze plaats worden gememoreerd, dat de ontwikkeling van het oude in het nieuwe bedrijf vrijwel geheel heeft plaats gevonden tijdens de regeeringsperiode van onze geëerbiedigde Vorstin, H.M. Koningin Wilhelmina, Wier jubileum wij thans met zoo groote dankbaarheid vieren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 25