HET BELASTINGSTELSEL WORDT HERZIEN
Minister de Wilde becijfert het reëel
tekort voor 1939 op ruim f 61 millioen
Hoogere opbrengst I 90 millioen
De voorstellen tot
belastingverhooging
WOENSDAG 2i SEPTEMBER 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Helling van een nationale Inkomsten
en Winstbelasting
Verdere uitgavenbeperking blijft geboden
De Minister van Financiën. Mr J. A. de Wilde, heeft gister zijn
tweede Staatsbegrooting, vergezeld van de Millioenen-Nota, bij de Staten-
Generaal ingediend.
De uitgaven worden over 1939 geraamd op 744.830.033.de inkomsten
op 602.153.493.zoodat het nadeelig saldo 142.676.540.— bedraagt.
Voor den kapitaaldienst worden de uitgaven geraamd op 263.910.005,—
en de inkomsten op 25.350.150.zoodat het nadeelig saldo 238.559.855
^bedraagt.
Nadere berekeningen toonen evenwel aan, dat het r e e 1 e tekort op den
gewonen dienst kan worden gesteld op ƒ61 millioen. Nadrukkelijk wordt
hierbij opgemerkt, dat de begrooting 1939 geen enkele reserve bevat en
evenmin eenig herstel brengt van de enorme schade welke het Rijk ten
aanzien van zijn financieele positie in een reeks van oorlogs- en crisisjaren
heeft geleden.
Bovendien zal er mee rekening moeten worden gehouden, dat in de jaren
1940 en 1941 wederom nieuwe lasten op het gewone budget zullen drukken.
De Regeering stelt zich echter op het standpunt, dat het ongunstige
begrootingsbeeld en de niet minder ongunstige perspectieven haar den plicht
opiegt in elk geval het normale accres voor de eerstvolgende jaren geheel
door beperking der uitgaven op te vangen.
Ter dekking van het geraamde deficit over 1939 wordt voorgesteld over te
gaan tot het heffen van een Nationale Inkomsten- en Winstbelasting, welke
een hoogere opbrengst van 90 millioen zal opleveren. Hiervan wordt
echter weer ƒ40 millioen prijsgegeven om tot een rechtvaardiger verdeeling
van belastingdruk te geraken.
.Van een verhooging der invoerrechten wordt een meerdere opbrengst
verwacht van ca. 5 millioen.
Het restant van het deficit ter grootte van enkele millioenen hoopt de
Regeering door bezuiniging te vinden.
Na enkele gegevens te hebben verstrekt
Over de uitkomsten van vorige dienstjaren
raamt de Minister van Financiën het deficit
voor 1939 op het hierboven genoemde cijfer
van 142.676.540.
Hierbij moet in aanmerking worden ge
nomen dat in deze raming een aantal hef
fingen niet of slechts tot een belangrijk lager
bedrag kon worden begrepen dan voor 1933
omdat de wetten waarop deze heffingen
steunen met ingang van 1 Januari a.s. of 1
Mei 1939 zuilen vervallen. Een wetsontwerp
tot verlenging van deze heffingen wordt
den Stalen Generaal aangeboden, waardoor
de raming der ontvangsten met 114,5 mil
lioen kan worden verhoogd.
Voorts kan de bijdrage aan de Sociale ver
zekeringsfondsen worden verlaagd met
2.500 000 ingevolge indiening van een wets
ontwerp, waarbij wordt opgeheven de bepa
ling, dat van het bedrag, waarmee de op
brengst der inkomsten- en de omzetbelas
ting, resip. 45.5 millioen en 70 millioen,
overtreft, de helft wordt afgestaan aan het
Invaliditeitsfonds en Ouderdomsfonds.
Met deze factoren rekening houdende kun
nen de verschillen tusschen de eindcijfers
van de ontwerpbegrooting 1939 en de be-
grooting 193S als volgt worden opgesteld:
1. Berekend tekort 1938 13.639.840
2. Hoogere raming der uitga
ven '39 in vergelijking met '38 38.739.9IS
Nadeelig saldo voor 1939 25.611.540
Bij dit deficit moet worden geteld
ff 21.599 000 als tekort op de begrooting van
het werkloosheidssubsidiefonds voor 1939 en
if 9.000.000 storting annuïteit Spoorwegpen
sioenfonds, zoodat het totaal deficit stijgt tot
25.611.540 en 30.599.000 56.210.540.
Voorts zal het noodig zijn in het belang van
de saneering der gemeentelijke financiën
nog een bedrag van rond 5 millioen aan de
begrooting toe te voegen.
Een crisisproduct
De Minister stelt nog eens nadrukkelijk
Vast, dat, hoewel de begrooting een reëel ka
rakter heeft, zij toch volledig wat de schei
ding tussdhen gewone en kapitaalsuitgaven
aangaat, een crisiaproduct is. Reserves yan
zoodanigen aard en omvang als in een nor
male begrooting behooren voor te komen,
moesten worden geweerd; op den
dienst is meer gebracht, dan in normale
standigheden verantwoord zou zijn. De zoo
nuttige en tot op zekere hoogte noodzakelijke
ballast van reserves, e. d. kon derhalve niet
aan boord worden genomen. Wel kan men
zeggen, dat, indien het bedrag van het te
kort ad circa 61 millioen zal zijn gedekt,
de verdere intering en uitholling van de fi
nancieele positie tot stilstand is gebracht.
Hierbij moet nog tweeërlei worden opge
merkt
In de eerste plaats kunnen de stortingen
in de Sociale Verzekeringsfondsen nog niet
worden hervat. In de tweede plaats verhin
deren de zware verplichtingen, welke ten
laste van den kapitaalsdienst moeten wor
den aanvaard, nog steeds het vast aanzet
ten van de remmen ten einde eep verder
wegglijden te voorkomen.
Hoe het tekort wordt gedekt
Samenvattend geeft de Minister vervol
gens een overzicht van de ernstige moeilijk
heden die zich bij de samenstelling van de
begrooting voor 1939 voordeden.
De begrooring 1939 bevat, aldus Minister
de Wilde, geen enkele reserve en brengt
evenmin herstel van de enorme schade, wel
ke het Rijk ten aanzien van zijn financieele
positie in een reeks van oorlogs- en crisis
jaren heeft geleden.
Deze begrooting vertoont een reëel tekort
van circa 61 millioen op den gewonen
dienst. De kapitaaldienst geeft, wanneer de
kapitaalverstrekkingen aan de Staatsbedrij
ven alsmede de voorschotten aan derden,
welke zullen worden terugontvangen, ter
zijde worden gesteld, een totaal aan nieuwe
kapitaalsuitgaven aan van rond 159 mil
lioen. De Nationale Schuld zal dus uit hoof
de van deze verplichtingen met dit bedrag
toenemen, terwijl daartegenover een bedrag
van 58.4 millioen (zonder te rekenen met
de aflossing van de in de Staatsbedrijven
geïnvesteerde kapitalen) zal worden afge
lost. Dit is de begrootingspositie voor 1939 op
zichzelf bezien.
Bcziot men haar in verhouding tot de
vermoedelijke rekeningsuitkomsten 1937
en de begrootingspositie 1938, dan ver
toont de begrooting voor 1939, zoowel
voor den gewonen als voor den kapi
taaldienst een aanmerkelijken achteruit
gang.
Het financieel aspect
Het is uiteraard buitengewoon moe.ilijk
voorspellingen ten aanzien van de volgende
begrootingsjaren te doen. Er zijn tal van
thans nog niet bekende factoren, welke daar
op invloed uitoefenen.
F.cn aanmerkelijke verbetering kan alleen
komen van een vergrooting der belasting-
oobrengst gepaard met een verlaging van
de op het budget zoo zwaar drukkende uit
gaven voor de werkloosheidsvoorziening.
Deze verbetering kan alleen van een op
leving van het bedrijfsleven worden ver
wacht. De huidige situatie op economisch
terrein laat echter niet toe met zoodanige
opleving bij het vormen van een oordeel over
de resultaten van de eerstvolgende begroo
tinvsjaren rekening te houden. Het is thans
stellig niet te pessimistisch van een gelijk-
blijvenden toestand uit te gaan. Men zal dan
in acht hebban te nemen, dat in de volgende
twee jaren. 1940 en 1941. waartoe de ondgr-
geteekende zich beperkt, wedprom nieuwe
lasten od hef gewone budget zullen drukken
Voor de defensie zal in 1940 circa 8 mil-
lioen meer noodig zijn dan in 1939. terwijl
1911 opnieuw epn stijging met f 5 millioen
zal 'aten zien
Men zou, indien met al deze omstan
digheden rekening wordt gehouden, een
stijging van het tekort tot circa 84 mil
lioen in 1940 en tot circa 97 millioen in
1941 moeten verwachten, terwijl zich dan
ook nog allerlei omstandigheden kunnen
voordoen die deze ruime berekening vol
komen wijzigen.
In stands belang
In 's lands belang zal echter met inspan
ning van alle krachten het opstellen van
een dekkingsplan ter hand moeten worden
genomen en tot een goed einde worden ge
bracht.
De omstandigheid, dat gedurende de
laatste jaren geen reëel sluitende begroe
ting kon worden opgesteld, mag zeker
niet worden gezien als een argument
voor de stelling, dat deze methode niet
verwerpelijk is en dus kan worden voort
gezet Elk jaar toch, dat een belangrijk
tekort ter dekking aan de toekomst
overgeeft verzwakt in ernstige mate de
financieele positie en bedreigt zeker
niet minder de toekomst van ons land.
In de jaren 1936—1936 is de schuld toege
nomen met circa 700 millioen, waarvan
circa 500 millioen betrekking had op uit
gaven, welke in normale omstandigheden ten
laste van den gewonen dienst hadden moe
ten komen. Hierbij zijn nog buiten beschou
wing gebleven de in die periode nagelaten
Sluitend budget richtsnoer
der Regeering
Minister de Wilde over de
verhoogde belastingen
De plechtige opening van het nieuwe zittingsjaar der Staten-Generaal. De Gouden
Koets passeert het Lange Voorhout
De Regeering huldigt het begin
sel aldus merkt Minister de
Wilde in de Millioenen-Nota op
dat het sluitend budget richt
snoer behoort te zijn voor haar
financieel beleid.
Om dit evenwicht te bereiken,
zullen zware offers moeten wor
den gevraagd. Daarnaast zal een
zoodanige beperking van uitgaven
worden aangebracht, als thans in
verband met den druk. die door
de belastingen op de bevolking
wordt gelegd, onafwijsbaar nood
zakelijk is.
Uit de overtuiging, dat deze of
fers de directe in den vorm
van nieuwe belastingen zoowel
als de indirecte, welke het gevolg
van de bezuiniging zijn een
nationaal karakter dragen, omdat
zij mogelijk moeten maken de
noodzakelijke voortzetting van de
verbetering van ons defensie-ap
paraat. alsmede van de bestrijding
der werkloosheid en haar gevol
gen. zullen allen kracht moeten
putten om deze offers te brengen.
Indien het pogen tot een sluitend
budget te komen, met welslagen
zou worden bekroond, zouden niet
alleen de donkere wolken, welke
zich thans aan den financieelen
hemel bevinden, afdrijven, doch
tevens zou de opklaring, welke
daarvan het gevolg zou zijn, we
der den nauwen samenhang tus
schen uitgavenpeïl en belasting-
peil duidelijk waarneembaar ma
ken, waardoor de voorwaarden
zouden zijn geschapen voor een
gezond financieel beleid, dat de
juiste verhouding zal weten te
vinden tusschen het belastingpeil
en den omvang der Overheids
taak.
De opgewekte fanfares der Oranjegarde verhoogden de feestelijke stemming, die
elk jaar Den Haag op Prinsjesdag weer opfleurt.
komsten- en Winstbelasting, wordt geraamd
op netto 90 millioen.
Herziening der bestaande
wetgeving
De Regeering wenscht het echter bij deze
aanzienlijke belastingverzwaring niet te
laten. Integendeel, deze verzwaring brengt
mede dat de bestaande wetgeving op ver
schillende punten zal moeten worden her
zien.
Zoo zullen maatregelen worden voorga
steld om in verband met den druk van a c-
cijnzen, omzetbelasting en crisis
heffingen tegemoet, te komen aan de
nooden van de groote gezinnen. Het systeem
hiervoor geschetst ten aanzien van den kin
deraftrek voor de Inkomsten- en Winstbc
lasting zal tot leidraad kunnen dienen. D'
kosten van deze tegemoetkoming aan Hi
groote gezinnen worden ruw geraamd op
11 millioen, waarvan het grootste gedeelte
ten laste van het Landbouwcrisisfonds kan
komen.
Verder zal het noodig zijn wijzigingen aan
te brengen in de a c c ij n s w e t g e v i n g. In
de eerste plaats wegens d«n druk, welke
wordt uitgeoefend op de minstdraagkrachti
gen, en in de tweede plaats om tegemoet te
komen aan gemotiveerde klachten van het
I bedrijfsleven. Öok zal de wet op deOmzet-
stortingen in de Sociale Verzekeringsfondsen belasting wellicht nog eenige wijziging
moeten ondergaan. Naar ruwe raming zal
nieuwe belastingen kunnen worden gesteld.
Welk gedeelte dit zal kunnen zijn, zal afhan
gen van den datum, waarop de nieuwe hef
fingen in werking kunnen treden.
Tenzij een conjunctuurverbetering de voor
waarde mocht scheppen voor een beter bud
getair beeld in de jaren 1940 en 1941, dan
thans mag worden verwacht, zal het even
wicht in die jaren langs den weg van ver
dergaande uitgavenbeperking moeten
worden verkregen.
Indien langs dezen weg verder wordt
schreden, zal onvermijdelijk het stadium be
reikt worden, waarin de moeilijkheden tot
veel krasser maatregelen zullen dwingen
dan thans worden voorgenomen.
Het is dan ook naar het oordeel van de
Regeering ten eenmale onverantwoord nog
langer in afwachting van oen economisch
herstel toe te zien. dat de jaarlijksche uit
gaven aanzienlijk de jaarlijksche inkomsten
overtreffen.
Instelling van een Nationale
Inkomsten- en Winstbelasting
Voortgaande
uitgavenbeperking
De Regeering is daarom voornemens haar
streven naar uitgavenbeperking met kracht
voort te zetten.
Gelet op den omvang van het geraamde
tekort, kan echter onmogelijk alleen door
beperking van uitgaven een voor het
budget bevredigende oplossing worden ver
kregen. Verhooging van belastingen zal niet
kunnen worden ontgaan, omdat niet langer
op een hoogst onzekere toekomst raag wor
den gespeculeerd.
Hierbij doet zich de moeilijkheid -voor, dat
de bestaande belastingen weinig geschikt
zijn om te worden verhoogd, omidat hierdoor
de fouten en onvolmaaktheden, die nu een
maal aan het bestaande belastingsysteem
eigen zijn, zioh dan in sterker mate zouden
doen gevoelen, waardoor eenerzijds de anti
sociale werking er van die de Regeering
reeds vroeger heeft erkend zou worden
versterkt en anderzijds een sl'erk remmende
invloed op de bedrijvigheid hier te lande het
gevolg zou zijn.
De Regeering stelt zich op grond van deze
overweging voor een complex van nieuwe
belastingmaatregelen aanhangig te maken,
waardoor eenerzijds een aanzienlijke ver
hooging van de totale opbrengst van de be
lastingen zal worden verkregen, doch waar
bij anderzijds naar een betere verdeeling
van den belastingdruk wordt gestreefd, ter
wijl remmende invloeden van de belastinghef
fing op het bedrijfsleven zooveel mogelijk
zullen worden beperkt, ja zelfs de mogelijk
heid zal worden verkregen op sommige on
derdeden tot verlaging van den belasting
druk over te gaan, teneinde op deze wijze de
anti-sociale werking, waarvan sprake was,
weg te nemen en enkele remmende invloe
den van de belastingheffing op het bedrijfs
leven zooveel mogelijk te beperken.
Zoo stelt de Minister zich voor de in
diening te bevorderen van een ontwerp
van wet tot het heffen van een Natio
nale Inkomsten- en Winstbelasting,
waaraan, naar proportioneele tarieven,
zullen worden onderworpen alle binnen
het Rijk wonende natuurlijke personen
en alle binnen het Rijk gevestigde rechts
personen, die niet binnen het Rijk wo
nen of gevestigd zijn, voor hun Neder-
landsche inkomsten. Deze belasting zal
zooveel mogelijk bij de bron worden ge
heven, dat wil zeggen, dat, voor zoover
dit doenlijk is, op den schuldenaar van
huren, pachten, renten, loonen en pen
sioenen de verplichting wordt gelegd,
het bedrag van de door den verhuurder,
verpachter, schuldeischer, werknemer of
gepensionneerde verschuldigde belas
ting dadelijk bij de uitbetaling van het
geen door hem moet worden betaald, in
te honden en aan den fiscus af te dra
gen. Daartoe dient dan deze belasting to
worden gesplitst in een vijftal betrekke
lijk zelfstandige onderdeelen, te weten in
een huurbelasting, een rentebelasting,
een loonbelasting en een winstbelasting,
die te zamen alle soorten opbrengsten
treffen naar een tarief van 2 pet., terwijl
als vijfde onderdeel hieraan zal worden
toegevoegd een bijzondere winstbelasting
van rechtspersonen, die, naast de winst
belasting naar het tarief van 2 pet.,
waaraan zoowel de natuurlijke perso
nen als de rechtspersonen zijn onderwor
pen, naar een tarief van 8 pet wordt
geheven van de hier te lande door rechts
personen gemaakte bedrijfswinsten.
Plaats voor kinderaftrek
Deze heffingen zullen, voorzoover dit mo
gelijk is, een persoonlijk karakter dragen,
Zoo zal er o.a., zij het op indirecte wijze,
plaats zijn voor „kinderaftrek",
Deze belastingvermindering zal worden
verleend bij wijze vaft teruggaaf van be
taalde belasting. Voor ieder kind, dat voor
aftrek in aanmerking komt, zal een zeker
bedrag der belasting, dat voor iederen belas
tingschuldige hetzelfde is, worden terugge
geven, doch uiteraard nooit meer dan aan
Inkomsten- en Winstbelasting is betaald,
De hoogere belastingopbrengst, welke een
gevolg zal zijn van de invoering yan de In-
voor een en ander een bedrag van 18 mil
lioen beschikbaar moeten worden gesteld.
Ook de tarieven van de wetten op de V e r-
mogensbelasting en de Verdedi
gingsbelasting I zullen niet ongewij
zigd kunnen blijven. Om aan de ergste be
zwaren tegemoet te komen, zal zeker een be
drag van 8 millioen noodig zijn.
Ten slotte vraagt de wet op de Perso-
neeleBelasting in dit verband om her
ziening. Wil deze herziening vooral in he*
licht van de remmende werking, welke deze
wet op het bedrijfsleven heeft, eenig resul
taat opleveren, dan zal hiermede ruw ge
rekend een bedrag van ongeveer 10 mil
lioen gemoeid zijn. Aangezien de opbrengst
van de Personeele Belasteing voor gemeente
lijke doeleinden bestemd is, zal dit bedrag
derhalve ter compensatie van het nadeel
voor de gemeenten moeten worden gebruikt.
In totaal zal dus de opbrengst van de
Inkomsten- en Winstbelasting zeer glo
baal geraamd op 90 millioen, moeten
worden verminderd met 40 millioen,
zoodat 50 millioen ter dekking van het
tekort op de begrooting beschikbaar zal
zijn.
Langs dezen weg vertrouwt de Regee
ring, dat de verzwaring door de nieuwe
belastingwetten voldoende zal worden
opgevangen voor diegenen, die te zwaar
zouden worden getroffen, terwijl ander
zijds mag worden verwacht, dat kan
worden bijgedragen tot althans eenige
stimuleering van het bedrijfsleven.
Tegenover het berekende tekort van 62
millioen op de begrooting voor 1939 zal der
halve een gedeelte van de opbrengst der
De Magere jaren
Tekorten van vorige
diensten
1929 4- ƒ58.207.904.82 ƒ158.773.136.57
1930 27.942.986.411/2 43.556.316 54
1931 45 599 667.— 131.288.888.22#
1932- „76 048.553.12 333.553.937.20V2
1933 55 S71.02S.2S 394 088.358.46#
1934— „33 237 423.09#— „926.097.649.36
1935— „72.907.582.00#— 69.392.657.98#
1936— „37 600.020.13i/2- 23.981.238.42#
1937 37,668.723.57# 108.087.909.72
BEVORDERING VAN ONZE
AGRARISCHE EXPORT
De Nederlandsche
Landbouw-handelskamer
Bij de opening van de algemeene vergade
ring van de Ned. Landhouw-Handelskamer,
te Utrecht gehouden, wees de voorzitter,
Mr. A. G. A. Ridder van Rappard, er
op, dat onze land- en tuinbouw wel voldoen
de concurrentiekracht bezit, doch dat de
export van zijn producten in verschillende
landen voor een groot deel aan banden is
gelegd. Niet de prijzenkwestie beheerscht
den afzet, doch de economische politiek. Het
gedrang op de wereldmarkt is zoo groot go-
worden, dat we ons moeten inspaanen er
niet afgedrongen te worden.
De export kan bevorderd worden door het
zorgen voor een prima product dat geëxpor
teerd wordt en door een gepaste reclame. De
Ned. Landhouw-Handelskamer volgt dezen
weg. Op de stands van de Jaarbeurzen te
Leipzig. Brussel, Parijs, Barin, Toronto en
Belgrado en op de tentoonstelling te Cairo
waren onze producten aan wazig; op de we
reldtentoonstelling te New-York zullen we
ook zijn.
Door mede te werken aan de reputatie van
onze producten steunen we de grondvesten
van onze volkswelvaart: onzen land- en
tuinbouw.
Na behandeling van de huishoudelijke zn-
ken bracht de secretaris, Dr. H. M o 1 h u y
sen, het jaarverslag uit, waaruit bleek, dat
voor de N.L.H.K het jaar 1937 een werk
zaam jaar was.
De rekening en verantwoording 1937 en de
begrooting werden met algemeene stemmen
vastgesteld en goedgekeurd.
Tot bestuurslid werd met algemeeae stem
men herbenoemd de heer ir. H. Wibbens
te 's-Gravenhage.
Na behandeling van eenige ter tafel ge
brachte zaken betreffende afzet van en pro
paganda voor onze producten in het buiten
land, sloot de voorzitter de vergadering.
Gistermiddag bracht Z.K.H. Prins Bern hard een bezoek aan het Rijksmuseum te
Amsterdam. De Prins, laat zich eenige bijzonderheden van oude kanonnen u&