Dwars door Sudeten-Duitschland
DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Een noodzakelijke
stap terug
De spanning in de internationale ver
houdingen mag niet alle aandacht aflei
den van de redevoering, welke door on
zen Minister van Buitenlandsche Zaken
in de Volkenbondsvergadering van
Dinsdag is uitgesproken. Hetgeen daar
door dezen bewindsman werd opge
merkt verdient veeleer ruime belangstel
ling, njet het minst omdat het dreigend
conflict tusschen de staten niet los te
denken is van hetgeen te Genève ver
handeld wordt.
Tsjecho-Slowakije het middelpunt
van de cirkel is een product van de
maoorlogsche verhoudingen, en de Vol
kenbond heeft er juist naar gestreefd,
den vrede te handhaven op de basis van
hetgeen na den wereldkrijg als nieuwe
toestand geschapen was, zonder even-
,wel de mogelijkheid af te sluiten, langs
ordelijken weg in deze situatie wijziging
aan te brengen.
Mede door den oorlog was men tot
het besef gekomen, dat onderlinge ver
standhouding en samenwerking tus
schen de staten meer dan ooit eisch was,
en gaarne maakte men gebruik van het
ibesef dat-het-zoo-niet-langer-kan, dat
zich allerwege langzamerhand van de
menschen was gaan meester maken.
'Aan het individualisme onder de staten
>werd paal en perk gesteld-
Bij den Bond, dien de staten sloten,
behoorde een overeenkomst, en deze
.was neergelegd in het Volkenbondsver
drag, een verdrag, dat een bindend ka
rakter droeg voor de leden. In dit ver
drag kwam voor artikel 16, hetwelk in
hield, dat de leden zich verplichten, deel
te nemen aan een gemeenschappelijke
actie tegen den staat die een aanval on
derneemt. Dit is het z.g.n. sanctie-arti
kel, bijvoorbeeld in werking getreden in
den oorlog ItaliëAbessynië.
Inzake dit artikel nu heeft Minister
Patijn te Genève verklaard, dat Neder
land zich het reoht voorbehoudt, te be
slissen, of het al dan niet aan zulk een
actie zal deelnemen.
Deze verklaring is van vérstrekkende
beteekenis. Men denke niet, dat zij is in
gegeven door het dreigende wapencon-
flict in Midden-Europa. Reeds tijdens de
behandeling van de begrooting van Bui
tenlandsche Zaken in de Eerste Kamer
in begin Maart van dit jaar heeft onze
Minister zich in dezen zin geuit. Maar
wel kan gezegd worden, dat door het
Sudetenvraagstuk de beslissing inzake
artikel 16 actueele beteekenis gekregen
heeft, meer nog dan anders het geval
zou zijn.
Bij deze begrootingsbehandeling heb
ben we in ons blad de meening te ken
nen gegeven, dat Nederland in normale
omstandigheden zich over den zin van
eenig artikel niet zelf een oordeel mag
aanmatigen. Een verdrag wint niet aan
waarde, zoo zijn bepalingen worden uit
gelegd al naar de opvattingen, welke de
partijen aanhangen. Gelukkiger zou het
zijn geweest, zoo de Volkenbond zelf
bepaalde, dat de leden tpt volgen van
zekere artikelen niet verplicht zijn.
Het gaat hierbij over de vraag, of
men van de staten, die bij den Bond zijn
aangesloten, mag eischen, dat zij het
geen is overeengekomen, met dezelfde
nauwgezetheid zullen naleven als op het
moment, waarop het verdrag werd on
derteekend, redelijkerwijze mocht wor
den verwacht.
Deze vraag nu wordt door onze dele
gatie te Genève blijkbaar op de volgen
de wijze beantwoord: De omstandig
heden hebben dermate ingrijpende wijzi
gingen ondergaan, dat nakoming van
de bepalingen naar de rede niet mag
Worden gevorderd.
Wij zijn van oordeel, dat deze opvat
ting als juist moet worden geken
merkt, al blijven we het betreuren, dat
de Volkenbond niet zelf tot heden de
leden van enkele verplichtingen heeft
vrijgesteld. Liever hadden we zulks ge
zien, dan dat zooals nu het geval is
individueele staten een meening over
eenig artikel ten beste moeten geven.
Inderdaad zijn de omstandigheden
schrikbarend gewijzigd. Niet meer kan
worden gesproken van enkele staten,
die zich aan hetgeen door den Volken
bond is gesanctioneerd vergrijpen willen,
maar de wereld dreigt in twee kampen
tegenover elkaar te komen te staan- Tra
gisch maar waar is, dat de Bond zelf zich
nauwelijks in deze oneenigheid mengen
kan. Tsjecho-Slowakije, opgegroeid
onder de bescherming van Genève, kan
door dezen zelfden Bond als zoodanig
nauwelijks worden gesteund. Twee par
tijen vertoont het wereldbeeld. De een
verdedigt de Beginselen van den Bond,
r de aanhangers van deze partij,
kunnen niet meer met den naam van
..collectieve veiligheid" worden bestem
peld. De andere partij zoekt oplossing
langs nieywe wegen en legt een onmis
kenbare spil-zudht aan den dag, op deze
wijze een zelfstandig blok vormend.
Den zoo ontstanen toestand niet te
willen zien, zou onjuiste politiek zijn,
evenzeer als het nalaten van de noodige
maatregelen en het verzwijgen van ver
helderende uitspraken. Maar dat dit pad
moest worden ingeslagen, blijft hoe
n o o d i g hij wellicht was een stap
achteruit, een stap, die op zichzelf
moet worden betreurd, hetgeen door den
Minister trouwens openhartig is erkend.
Burgemeester van Urk
neemt afscheid
In een langdurige vergadering heeft gis
termiddag de burgemeester van Urk, de
heer A. Gra vestein afscheid genomen
in de bevolking van het eiland.
De vergadering stond onder leiding van
Ds. Doorenbos,
Geref. predikant te
Urk. Deze bood den
burgemeester na
mens de bevolking
een fraai radio-toe
stel aan. Het jongste
raadslid, de heer
Koffeman, sprak den
burgemeester toe na
mens den raad en
overhandigde als ge
schenk van dit col
lege een schilderij
van het Urker raad
huis, ingelegd in zil
ver. Nog eenige
deaux werden den burgemeester aangebo
den door verschillende vereenigingen,
waarvan hij voorzitter of lid was.
Zeer vele sprekers hebben daarna nog
het woord gevoerd in totaal waren er 22
waarna burgemeester Gravestein zelf
het spreekgestoelte besteeg. Zichtbaar aan
gedaan dankte hij de vele sprekers voor de
warme woorden van waardeering tot hem
gericht
„Ik zal Urk nooit vergeten aldus de bur
gemeester, en steeds de aangename gedachte
bij mij dragen, dat de bevolking van Urk
ook nog aan mij denkt."
Aan het einde van de vergadering werd
den burgemeester staande psalm 121 vers
4 toegezongen, waarna de bijeenkomst door
den heer Koffeman, oud-directèur van den
Gemeentelijken Vischafslag, met dankzeg
ging werd - - -1 -
Ned. Bond van Christelijke
Schilderspatroons
Negentiende laarvergadering te Zwolle
De 19e jaarvergadering van den
Ned. Bond ran Chr. Schildierspatroons
zal D.V. op Woensdag 21 September
te Zwolle in hotel Geytenibeek wor
den gehouden, onder leiding van den
heer C. Plomp te Rijswijk.
De agenda vermeldt o.a. bestuursverkie
zing wegens periodieke aiftrediing van den
heer J. Drexhage te Bus9um. Voorst komen
aan de orde voorstellen, om den voorzitter
van den Bond vrij te stellen ten behoeve van
de propaganda, omtrent het landelijk collec
tief arbeidscontract en een rapport inzake
de B.S.B.-regaling.
Het taxi-conflict te Den Haag
Bespreking met Rijksbemiddelaar
's-GRAVENHAGE, 15 September. Heden
had op het Departement van Sociale Zaken
onder leiding van den Rijksbemiddelaar Mr.
Dr. T. J. Verschuur een bespreking
plaats tusschen partijen, betrokken bij het
conflict bij de N.V. Algemeene Taxi Maat
schappij A.T.AM, te Den Haag. De bespre
king had tot resultaat dat er een regeling
getroffen werd welke opheffing der staking
en voorloopige voortzetting op beperkte ba
sis van het bedrijf ten gevolge heeft. De A.
T.A.M. verklaarde zich bereid cle regeling
te aanvaarden, terwijl de arbeidersorgani
saties deze eerst nog in eigen kring moeten
bespreken.
De „Karimata" gaat te
Rotterdam dokken
Volgend jaar Juli naar Ned.-Indië
In aansluiting aan een bericht, waarin ge
meld is, dat het vertrek van de 'Karimata"
voorloopig is uitgesteld vernemen wij, dat de
baggermolen, wanneer het weer dit toelaat,
vandaag naar Rotterdam zou worden ge
sleept.
De molen zal in Rotterdam, dokken om
n nieuwe bitumastieklaag te krijgen. Deze
werkzaamheden zullen ongeveer een week
duren. Daarna wordt de mol?n naar J. en K
Smit's Scheepswerven te Kinderdijk ge
sleept, Gedurende den winter zal de Kari
mata te Kinderdijk blijven. Vermoedelijk ir.
Juli (dat is de gunstigste tijd) zal de sleep
reis naar Nederlandsch-Indië aanvangen.
De nieuwe „Noordam"
ROTTERDAM, 15 September. Het nieuwe
dubbelschdoef motorschip „Noordam" ligt
thans voor de kade van cle Holland Amerika-
lijn naast, de geweldige „Nieuw-Amsterdam".
Het is onmiddelijk te zien, dat het schip,
hoewel veel kleiner, toch in dezelfde periode
'e gebouwd. De algemeene lijnen van den
'ocip en de vorm van den schoorsteen ko
nen sterk overeen met die van het vlagge-
eohip van de Lijn. 't Is echter ook direct te
zien, dat men hier met een schip te doen
heeft, dat niet hoofdzakelijk voor passagiers
ier is ingericht, maar voor een groot
deel ook voor vracht bestemd is. De verhou
ding tusschen deze twee doeleinden is die
half om half, naar ons bij ons bezoek2ls
meegedeeld.
De „Noordam". gebouwd bij de Machine
fabriek en Scheepswerf P. Smit Jr. te Rot
terdam, zal in den herfst in de vaart komen.
het zusterschip „Zaandam" bij de jaar
wisseling. Slechts in kleine onderdeelen,
Tsjecho Slowaaksche troepenconcentratie in het bedreigde
SudfltanduiUcho gebied
Een overzicht van Praag met op den achtergrond het palels van wijlen president Masaryk
vooral de versiering betreffende, zullen de
beide schepen van elkander afwijken.
De- „Noordam" is ongeveer 501 voet lang
en heeft een bruto register tonnage van
10.704 a 2.83 ml Zij is bestemd voor den
veertiendaagschen dienst op New-York en
Philadelphia. Zij zal 200 a 250 passagiers-
kunnen vervoeren in het kader van één klas
se, met moderne en smaakvolle accomodatie
Wat dit laatste betreft, valt od te merken,
dat op één na alle hutten aan de buitenzijde
zijn, voorts dat zij alle van bad- nf doucheka-
kamer voorzien zijn en dat de recreatie
ruimten met veel zorg en smaak door de
beste binnenhuis-architecten zijn ingericht.
Verschillende kunstenaars hebben aan de
inrichting meegewerkt. Wij noemen: Han
Richters beeldhouwwerk), Herman Weze
laar (idem), Nel Claassen (intarsia-versie.
ring), Jaap Gidding (tapijten), K. Gellings
(smeedwerk). Pieter den Besten (schilder
werk), H. van Keetoren (geëtst glas).
Heden heeft de „Noordam" proefgevaren.
TIEN JAAR GEREGELDE
LUCHTVAART IN INDIë
Twee bijzondere frankeerzegels
Ter herdenking van het tienjarig bestaan
van een geregelde luchtvaart in Nederl.
Indië' welke 1 November 1928 aanving, zul
len daar te lande twee bijzondere frankeer
zegels worden uitgegeven, in de waarden
van 17% cent en 20 cent. Deze frankeer
zegels worden verkocht met een toeslag van
5 oent, waarvan de netto-opbrengst zal wor
den uitgekeerd aan de Kon. Ned.-Ind. Ver.
voor Luchtvaart ten behoeve van het Ned.-
Indisch Luchtvaartfonds.
De zegels worden in Indië verkrijgbaar ge
steld van 15 tot en met 31 October 1938 en
zullen hier te lande gedurende denzeifrlen
termijn aan de Philatelistenloketten ver
krijgbaar zijn. Zij worden voor het gebruik
gelijkgesteld met gewone Indische frankeer
zegels en blijven geldig tot en met 30 No
vember 1938.
DE HERZIENE OMZETBELASTINGWET
In het Staatsblad nr. 482 is een Kon. I
sluit opgenomen, waarin wordt bepaald, dat
de wet van 23 Augustus 1938 tot herziening
der Omzetbelastingwet 1933 en wijziging der
Algemeene Wet van 26 Augustus 1822 in
werking treedt met ingang van 1 October
a.s., met uitzondering echter van het eerste
lid van art. XII der wet van 23 Augustus j 1.
(betreffende het bijzonder invoerrecht).
's-GRAVENHAGE. 15 September. Giste
ren hebben 38 nieuwbenoemde Marine-offi
cieren hun opwachting gemaakt bij den Mi
nister van Defensie, den heer J. J, C. va
Dij k, die hen heeft toegesproken.
Officieele Berichten
LEGER EN VLOOT
ONDERSCHEIDINGEN
sau°verbCen(i1 'S d6 de °rd? van Oranje-Nas
RAAD VAN SURINAME
Aan den heer mr S. M. S. Reitsma l!
ontslag verleend als lid van den Raad
stuur in Suriname.
ROFFELRIJM
HET HONDJE
Wanneer de stad in feesttooi is,
Het plein correct is afgezet
En 't volkslied brengt de handschot
Lvan
't Politieleger aan de pet,
Dan trilt een grinnik door 't publiek
En moeilijk houdt het volk zich goed:
Daar hebben we „hèt hondjeweer!
Het kwispelt met zijn staart een groet!
•,Het hondje" is onsterfelijk.
Kijk alle oude prenten na.
Het hondje staat er altijd op,
Het hondje met of zonder ga.
Geen plechtige begrafenis,
Geen deftige festiviteit
Geen feest, hoe ontoeganklijk,
Of 't hondje is present, op tijd.
Verknipt de Koningin een lint,
Het hondje huppelt haar voorait
De eerste die de brug betreedt
Is 't hondje met z'n straatkornu.it.
De voorste in de optocht is
Het hondje of zijn kameraad.
De eenige die nóóit mankeert
Is 't lollig hondje van de straat.
Voor hem bestaat er geen gezag,
Geen overheid, geen majesteit.
Hij dartelt door de eeuwen heen
In machtige onschendbaarheid.
Hij weet: er is geen hooge hoed
Of ik ga ongetwijfeld vóór,
Ja, waar ik ooit een keer mankeer
Gaat vast de plechtigheid niet door.
(Nadruk verboden). LEO LENS.
DE KONINGIN OP SOESTDIJK
BAARN, 15 September. II. M de Konin
gin heeft gistermiddag een bezoek gebracht
op het paleis Soestdijk en is na korten tijd
naar Amsterdam teruggekeerd.
VERSTERKING DER DEFENSIE
Koortsachtige arbeid aan
Tsjechische grensversterkingen
„God behoede ons voor
den oorlog"
IT)
Vanuit ons hotel, waar we de eerste
daigen waren, maakten wij voettochten
do bergen in, ons niet bewust van eenig
gevaar. En daar ontmoetten wij de
Tsjechen
Reeds in Hernsgretchen, aan de grens,
hingen biljett enaangeplakt in de Tsje
chische taal, dat het dragen van een
fototoestel verboden was op boete van
1Ó.CÜ0 kronen 600,Doch wij waren
ds Tsjechische taal niet machtig!
Toen wij, na eenige uren loopen, bij een
fabrieksterrein kwamen, zagen wij voor de
leegstaande fabriek circa 400 arbeiders
bezig met het maken van draadversperrin
gen en ander oorlogsmateriaal. Aan den
ingang ervan stonden soldaten op post om
ventueele indringers tegen te houden. Wij
keken naai- de bedrijvigheid en liepen
Toen we ongeveer 200 M. voorbij dit ter
rein van Mars waren, hoorden we achter
ons roepen: „Halt! Hande hoch!"
Wij stonden verbaasd stil en begrepen
niet wat het beduiden moest. Doch dat
hoorden we al gauw. Men zag ons voor
spionnen aan, vooral omdat ons fototoestel
heel laconiek om onzen hals bengelde. Wij
waren ons niet bewust van eenige over
treding.
Het werk lag inmiddels stil. Alles ver
zamelde zich om ons heen. We hoorden
mompelen: „Spionen", doch we dachten
niet anders of we zouden ter plaatse on
dervraagd worden, en dan zouden onze
pas en „Ausweis" natuurlijk ons de begeer
de vrijheid hergeven.
Doch men had anders over ons beschikt.
Men beduidde ons op een gereedstaande
auto met oorlogsmateriaal plaats te nemen.
Een officier overhandigde den chauffeur
met een veelzeggenden blik een papiertje.
Achterop namen twee gewapende soldaten
plaats, die onze eventueele ontvluchtings
pogingen moesten beletten.
De auto zette zich in beweging en wij
werden vervoerd. Waarheen? We wisten
het niet. De achterblijvenden balden de
vuisten en schreeuwd enons achterna. Zoo
doende beduidde dat alles niet veel goeds.
Met een flinke vaart ging het berg-afwaarts
en na ongeveer 40 K.M. kwamen we in een
groote garnizoensplaats, waar we regel
recht naar het Station gereden werden.
Zouden wij op transport gesteld worden
naar Praag?
Gelukkig bleek deze gedachte niet juist.
De lading materiaal werd gedeeltelijk af
geladen en verder ging 't, naar de dichtst
bijzijnde kazerne.
Hier aangekomen beklommen we de vete
trappen en kwamen tenslotte, nog steeds
vergezeld van twee soldaten, in het offi
cieren-verblijf.
Aan de gezichten van de daar aanwe
zigen zagen we wel, dat men ons van een
groot kwaad verdacht. Een wachtmeester
ondervroeg ons en nadat we hem alles
hadden uitgelegd, bleek dat wij onschuldig
waren. Doch daar stonden we. Wel kwamen
de verontschuldigingen los en de raad
gevingen voor een eventueele terugreis,
c) I stond in ons blad van 14 September.
Twee Sudeten-Duitschers drinken op de
door hen gewenschte bevrijding
doch daar het reeds donker was geworden,
zat er niets anders op of we moesten ons
heil in het dorp zoeken.
Na eenig gezoek gingen we een hotelletje
binnen en bleken daar te zijn beland in
Zoodoende maakten we op één dag met
beide groepenkennis. De eerste kennis
making was niet meegevallen doch de
tweede maakte alles goed. Toen we onze
lotgevallen hadden verteld, rekenden zij
het zich tot een plicht ons het verblijf ter
plaatse zoo aangenaam mogelijk te ma-
Zij bleken allen (plm. 20) lid te zijn van
een Duitsche zangvereeniging en juist na
afloop van de repetities zaten de wijsjes
hun nog helder in het hoofd. En weldra
klonken de „bevrijdingsliederen".
Wij waanden ons in Duitschland. Het
Horst-Wessellied volgde het „Deutschland,
Deutscbland über alles" op. Tusschen het
zingen door gingen de bierglazen rond en
de stemming werd steeds vroolijker. De
mecsten van hen hadden in den wereld
oorlog gevochten, o.a. in de beroemde
Izonzo slagen in Italië. Eén van hen de
monstreerde ons hoe het daar toe is ge
gaan. Hij wierp z.g.n. met een handgra
naat, deed daarna het angstige fluiten van
dit projectiel na, en na de zg.n. ontplof
fing dook hij onder tafel. Zoo zitten de be
levenissen uit dien verschrikkelijken oor
log hun nog helder voor den geest. Hoe
kan het ook anders
Interessant was vooral het volgende lied,
dat duidelijk den toestand in dat gebied
demonstreert:
„I-leute, Kameraden, heute treiben die
Wolken noch grau.
Morgen, Kameraden, funkelt die Sonne
im Tau, funkelt die Sonne im Tau."
„Heute Kameraden, heute habcn's wir
noch alle schwer,
Blitze Kameraden, zucken die Kreuz'
und die Quer."
„Die Fahne, Kameraden, die Fahne knallt
Tr in* Sturm, wie sie fliegt
Morgen Kameraden, morgen haben wir
gesiegt!"
Of dit:
„Wir sind das Heer von der Arbeit
Kampfen für Recht und für Brok
Treu laszt zusammen uns steben
Einigkeit bricht unsre Not!
„Warn wir verkauft und verraten,
Nun kommt der Tag des Gerichts.
lest schlieszt die Front Kameraden!
Die Ketten von allen zerbricht!
Natuurlijk zijn deze liederen in Tsjecho-
Slowakije verboden en in Praag hoort men
ze niet. Doch deze Sudeten wisten zich in
hun dorp verre in de meerderheid, dus
stoorden zij zich aan geen verordeningen.
ver na middernacht namen zij afscheid
met den groet: „Heil Henlein!"
Voor hen is hij, Henlein, de „Führer
Niet voor niets was hij daarom dè man om
met den echten „Führer" te confereeren!
Wij hebben op onze reis door het Sude-
ten-Duitsche gebied met plm. 300 men
schen gesproken, maar niemand sprak
over een gewelddadige oplossing van het
moeilijke probleem. Iedereen dacht, en
sprak het ook tegenover ons uit, dat de
kwestie nog „in der minne" geschikt kon
worden.
Bezoek aan Praag
In ons reisplan lag ook een bezoek van
eenige dagen aan Praag opgesloten.
In de hoofdstad zelf merkt men niet veel
van opwinding of partijdigheid. Immers,
alles is daar Tsjechisch en de enkele Su-
deten-Duitscher, die er rondloopt, onthoudt
zich van op- of aanmerkingen.
De omgangstaal is daar natuurlijk alleen
Tsjechisch. Duitsch wordt niet geduld.
Zelfs niet voor niet-Tsjechen, zooals wij.
Wij maakten met een gids een „Sight
seeing" door de binnenstad, de z.g.n. Joden
buurt, naar schatting wonen er 60.000
Joden in Praag, en spraken de voor ons ge
makkelijker taal: Duitsch.
Een Jood riep ons na: „In Tsjecho-Slo
wakije spreekt men Tsjechisch!" Zijn hou
ding veranderde evenwel als bij tooverslag,
toen onze gids hem in het Tsjechisch be
duidde, dat wij Hollanders waren. Wij ke
ken elkaar eens aan en dachten: „Hollan
ders zijn hier in de gratie!"
Het insigne van de Sudeten-Duitschc
partij (S.D.P.) evenals het dragen van witte
kousen is in Praag verboden.
Toch kwamen we in Praag in het bezit
van genoemd speldje, alsmede van dat der
Tsjechische „partij".
Wel viel ons op dat de kranten over
niets anders schreven dan over „het pro
bleem". Zoodoende trok de auto van Lord
Runciman, die aan ieder bekend was
(het auto-nummer C.S. 79 stond dagelijks
in de krant) altijd de grootste belangstel
ling.
We waren juist op het tijdstip in Praag,
dat alom de 20-jarige onafhankelijkheid
werd gevierd. Etalages, opschriften en dun
doeken droegen afbeeldingen van den op
volger van den president-bevrijder Masar
rijk en dr Edvard B e n e s j.
Een van de grootste bioscopen draaide
een week lang gratis do film, welke het le
ven resp. van Husz, Mas a rijk en
B e n e s j vertoonde. Buitengewone belang
stelling trok ook het Mausoleum van Ma
saryk, opgericht op een groote bergtop vlak
bij de stad.
Thans naar Berlijn
Evenals alle goede dingen, bestond onze
reis uit drie deelen: het grensgebied, Praag
en als klap op den bekenden vuurpijl: Ber
lijn. En ook daar was het een geweldige
drukte. Immers, vanuit het Sudeten-Duit-
sche gebied, waar de gehcele grensstrook
één groot fort vormt en waar overal langs
hoofd- en zijwegen draadversperringen wer
den aangelegd, kwamen wij in Duitschland
juist op het moment van de groote ma
noeuvres! We konden ons daarom best
voorstellen, dat Praag zich zoo over zijn
grensgebied bezorgd maakt en het daarom
terdege versterkt. De manoeuvres mochten
eens over de grens plaats vinden
Dubbel begrepen wij de Tjechischc be
zorgdheid! Want, hoewel Tsjecho-Slowa
kije niet vergeleken kan worden met Oos
tenrijk, heeft de overrompeling van dit land
niet nagelaten haar invloed uit te oefenen
op alles wat Tsjechisch voelt en denkt.
Toen we voor één van de grootste boek
winkels van geheel Berlijn stonden, zagen
we in de étalage slechts één voorwerp: een
landkaart, die den vorm van een leeuw
had. In de klauw hield die leeuw (Duitsch
land) alvast heel Bohemen en eert stuk
van Moravië. Of het zoo worden zal? De
tijd zal' het ons Ieeren.
Wat wij tn het Sudeten-gebied zagen
wijst er evenwel op, dat het niet zóó gaan
zal als in Oostenrijk! Want mannen heb
ben wij in dat gebied niet ontdekt; alles
'werkte aan de grens. Vrouwen verrichtten
denarbeid, in het dorp zoowel als in de
stad. Maar als wij met ze onder hun arbeid
spraken en vroegen hoe zij over don toestand
dachten, antwoordden allen: „God behoe
de ons voor den oorlog!"
J. H. KRUIZINGA
In het Sudeten-Duitsche gebied. De vr ouwen werken op het land. de martn&i
ian de grens.