K&G ENFA UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN 12—17 SEPTEMBER 1938 Aan onze Lezeressen De aankondiging, dat er verande ringen in ons Vrouwenblad op til waren, zal zeker niet aan Uw aan dacht zijn ontsnapt. En hierbij verschijnt dan plotse ling „Van en voor de vrouw" in nieuwe gedaante. Om maar met de deur in huis te vallen: Tweemaal per week! Nu hebben onze lezeressen toch zeker geen klagen, dat ze niet krijgen wat haar toekomt. Door deze uitbreiding is de redac tie in staat het terrein, waarop de inhoud van ons Vrouwenblad zich kan bewegen, wat ruimer te nemen. Naast artikeleji op geestelijk ge bied, b.v. schetsen over opvoed kunde, levensbeschrijvingen, boek bespreking enz., zal ruime aandacht besteed worden aan wat iedere vrouw op huishoudelijk gebied in teresseert Zoo zal b.v. meestal iedere week een knip- èn een handwerkpatroon gegeven worden en zal voorts ge tracht worden voorlichting te geven op alle terreinen, waarop de vrouw zich dagelijks heeft te bewegen. Voor vragen en opmerkingen houdt de redactie zich ten zeerste aanbe volen. Vragen, welke een algemeen karakter dragen zullen in ons blad beantwoord worden. De andere per brief. Men sluite echter postzegel voor antwoord inl Wenscht een onzer lezeressen een bepaald onderwerp graag behandeld te zien, kortom, heeft men vragen op welk gebied ook, schrijf het ons, Men adresseere: Redactie „Van en en voor de Vrouw" en dan het adres van ons blad. „VAN'en VOOR de Vrouw" is de nieuwe naam van ons vrouwenblad, een naam die, naar we hopen, dui delijk genoeg preekt, 't Is 't blad van en voor onze lezeressen. En zoo hoopt de redactie er in te kunnen slagen, dit blad ten volle aan zijn doel te laten beantwoorden Dat kan alleen, indien er een nauw, een regelmatig contact is tusschen lezeressen en redactie. Daarom rekenen wij op Uw aller medewerking. Wij dachten deze samenwerking niet beter te kunnen stimuleeren dan door in ons eerste nieuwe num mer maar direct met een flinken wedstrijd voor den dag te komen. En zoo gaat dit eerste nummer van „Van en voor de vrouw" in zee, waarbij we hopen, dat onze leze ressen er veel profijt van. mogen hebben en de band tusschen haar en onze bladen er door moge worden versterkt. DIRECTIE der Vijf Samen werkende Chr. Dagbladen. Een Koninklijk voorbeeld Dagen van blij gedenken, van warme waar deering jegens ons Vorstelijk Huis en in het bijzonder jegens onze geliefde Koningin lig gen achter ons en in allerlei toonaarden heeft ons volk den roem, die onze Lands vrouwe zoo geheel en al toekomt, bezon gen. Bij dit alles heeft ons vooral getroffen de opmerking, welke we in verscheidene schrifturen aantroffen, dat de eere, aan on ze Koringin gebracht, niet het minst op haar plaats is, juist omdat Wilhelmina in alles wat Zij ten bate van land en volk deed, Haar eigen wezen en Haar eigen aard niet heeft verloochend. In elk van Haar bezig heden, hetzij hoog, hetzij laag, heeft Zij be toond te zijn een Moeder des volks; in elk van Haar functies is Zij volop vrouw geble- l, zonder dat zulks ook maar iets van de waarde, aan Haar werk verbonden, kon doen inboeten. Het kan dan ook geen puur „toeval" zijn, we in het eerste nummer van dit Vrou- wenblad-in-nieuwen-vorm een woord van warme hulde uiten jegens de hoogste Vrouw van ons land, ook al zijn de dagen gedachtenis zelf reeds verstreken. Niet goed immers zou het zijn, indien we ons slechts erkentelijk betoonden op momenten, die in'tbijzondertot dank nopen, maar onverschillig blijven in die oogenblikken, welke deel uitmaken van ons „gewone", da- gelyksche leven. Want juist als de sleur zich van ons meester dreigt te maken en wan- is dat bij de normale gebeurlijkheden ons bestaan niet het geval? dan heb ben we noodig te zien naar het voorbeeld, dat de eerste Vrouw onder ons in Haar uit nemende plichtsbetrachting altijd heeft ge geven, in dagen van voorspoed, doch niet minder als de golven van tegenspoed drei gend en wild aanstormden. Uit het huiselijk leven van onze Koningin is weinig bekend. Het boek van Haar ge schiedenissen omvat duizenden bladzijden, maar hetgeen van Haar over het werk van elke vrouw is weergegeven, kan gemakke lijk tot enkele regels worden herleid. Zoo zal men niet veel meer vinden dan dat on ze Vorstin des morgens tijdig present pleegt te zijn, om half negen het ontbijt, om één uur het middagmaal nuttigt, en daartus- schen en daarna allerhande staatszaken be hartigt De ontspanning bestaat in schilde- en fotografeeren. Heel het particuliere leven kenmerkt zich door grooten eenvoud, een eenvoud, die byv. openbaar wordt in de onopvallende wijze, waarop onze Vorstin Zich onder de kerkgangers weet te scharen. Het zijn simpele gegevens en weinig in ge tal. Maar het is goed zoo, want ook de groo ten der aarde of misschien wel juist zij hebben behoefte aan een plekske, waarop zij tot zichzelf kunnen inkeer en en kunnen rusten van de inspannende functies. We heb ben het trouwens waarlijk niet noodig, meer omtrent het huiselijk leven van onze Koningin te vernemen. Hetgeen we weten van Haar opofferende plichtsbetrachting in dienst van land en volk is ruim voldoende om ook als vrouwen Haar eerbiedig hulde te brengen, vooral omdat de Vorstin in dit alles Zich Haar vrouwelijken aard aller minst geschaamd heeft. Zoo strekt Zij ons in dagen van herdenking alsmede in tijden waarin het leven geleidelijk voortgaat tot een verheven voorbeeld. CONRADS GROOTE MARKT 8 ROTTERDAM HANDWERK-BENOODIGDHEDEN Wal efen we deze week ZONDAG Tomatensoep Biefstuk Aardappelkoekjes Gemberpudding met vanillesaus1) MAANDAG Kalfspoulet met kerry en rijst Spinazie met eieren Aardappelpuree DINSDAG Tomatenschoteltje Varkensrollade Bloemkool Aardappelen WOENSDAG Koud vleesch Worteltjes Aardappelen Griesmeel met bessensap DONDERDAG Kaassouflé 1 Gehakt met slakropjes Aardappelen VRIJDAG Aardappelsoep 1) Gebakken bot met aardappelsla Gemengde sla (Sla, komkommer en tomaten) ZATERDAG Runderlapjes Prinsesseboonen Aardappelen Rijstebrij Van de met x) gemerkte spijzen vindt men de recepten hiernaast. NUTRICIA- KINDERMEEL GEMBERPUDDING d.L. melk, 1 d.L. gemberstroop, 75 gram geconfijte gember, 80 gram maïzena, 2 eie ren, 50 gram suiker. Breng -h L. melk met de gemberstroop de kook. Roer de eieren luchtig met de suiker en voeg hierbij de maïzena met de i'erige koude melk. Giet deze massa onder flink roeren in de kokende melk. Laat de puddingpap roerende doorkoken, voeg de, stukjes gesneden, gember toe en doe de ssa over in een omgespoelden pudding vorm. Keer deze op een vochtigen schotel en geef er vanillesaus bij. TOMATENSCHOTELTJE 8 niet te groote tomaten, 5 eieren, 5 lepels melk, 30 gr. boter, zout, peper, 200 gr. spag hetti, Vu L. water, 4 gr. zout, 3 d.L. toma tensaus. Kook de spaghetti gaar in het kokende water met het zout (een half uur). Laat ze goed uitlekken. Hol de tomaten uit, wrijf ze in met peper en zout en laat ze in dichtgedekt schoteltje in den oven gaar worden. Klop de eieren los met peper zout Roer de melk erdoor. Smelt de boter in een steelpannetje. Giet hierin de eind- massa en roer op een zacht vuur tot de mas sa brokkelig is geworden. Vul hiermee de gare tomaten. Vermeng de warm-gehouden spaghetti met de tomatensaus. Doe ze op een verwarmden schotel en plaats hierop de met roerei gevulde tomaten. Ter afwisseling kan men door de roereieren 30 gram geraspte kaas roeren. AARDAPPELSOEP 1 L. water, 3 preitjes, 40 gram boter, peper, zout, 750 gram aardappelen, 1 bosje selde rij, L. melk, gebakken brood. Aardappelen schillen, wasschen en aan stukjes snijden, daarna opzetten met 1 L. water en de zeer fijn gesnipperde prei, pe per, zout en de steeltjes van de peterselie. Zijn de aardappelen goed zacht, dan wor den ze door de zeef gewreven en laat men alles nog even doorkoken, voegt er de heete melk bij en de boter en even voor het op dienen roert men er de peterselie door en het aan dobbelsteentjes gesneden en in sla olie of boter gebakken brood. KAAS SOUFFLE 100 gram geraspte Parmezaansche kaas, 15 gram bloem, peper en zout, 3 eieren, 30 gr. boter, 1% dL. melk. Boter smelten en vermengen met bloem, daarna de melk, zout (niet te veel) en pe per erdoor mengen en een minuut of vijf door laten koken en vervolgens een voor een de eier-dooiers er bij voegen en het zéér stijf geklopte eiwit, waarna men het mengsel in ingevette soufflé-potjes doet of in één groot vuurvast schoteltje, dat plm. 15 minuten in den oven geplaatst wordt. In de vormen opdienen, doch om te voor komen, dat de soufflé zakt bij het naar bin nen dragen, afdekken. Ook zeer geschikt voor de koffietafel. Straatgezang 't Gebeurde in een van de buitenwijken van onze Residentie. Al geruimen tijd had het langzaam nader komend geluid geklonken van een zeer zanglustig echtpaar, bij een ieder in onze wijk welbekend, zoowel door hun herhaald bezoek als door hun repertoire, dat helaas niet meer dan twee liederen bevat. Het Jeruzalem, Jeruzalem (waarbij aan de gewone, bekende wijs meesterlijke „draaie rijen" waren toegevoegd), werd door man en vrouw aandoenlijk eensgezind ten ge- hoore gebracht. Evenals andere dagen liet het ook nu niet na een weemoedigen in druk op ons, buurtbewoonsters, te maken. De vrouw (overigens flink van postuur, ge zond en bruingebrand door de buitenlucht), duwde met een meewarig gezicht den tra- ditioneelen kinderwagen, daarbij nog om ringd door een drietal kleuters van 3, 4 en 5 jaar, die met verveelde gezichtjes erbij rondbungelden. De man had tot taak, al hevig vibreerende, aan te bellen aan de huizen, de pet op te houden voor de mild toevloeiende gaven (het resultaat van de weemoedige stemming) en dankend te bui gen. Bij ons huis gekomen, was het tweede lied (dat ik niet thuis kan brengen), aan de beurt. Misschien is het wel zelfgemaakt. In ieder geval is het ook „christelijk" en werd het op dezelfde lijzige manier gezongen, zoo nu en dan met flinke uithalen van den kant van de vrouw. Plotseling verstomde het geluid Zoomaar, midden in een muzikale strophe. Inplaats van 't liefelijk gekweel klonken nu steeds harder wordende stemmen. Mijn eerste gedachte was: ze krijgen zeker een bekeuring. Geïnteresseerd keek ik naar bui ten. Wie beschrijft echter myn verbazing toen ik ontdekte dat ons vriendelijk Sche- veningsch vischboertje (een zachtmoedig, oud mannetje) de oorzaak van den steeds feller wordenden woordenvloed was. De op gewonden stemmen van het echtpaar klon ken tegen de huizen op; daartusschen in het zachte, sussende geluid van het vischboertje. Zoo nu en dan drongen brokstukken van het „gesprek" tot mij door. De zangers uit ten blijkbaar hun groote ontevredenheid over de hedendaagsche maatschappij, waar van zij (goed in stijl blijvend), vele steenen toegegooid kregen. Na eenigen tijd echter luwde de opgewon denheid. Van de zijde van de bewoners was niet veel belangstelling gekomen (niet waar, we zyn Hagenaars en weten onzen stand uitstekend op te houden!) Ook was het vischboertje zeer rustig en kalm geble ven, zoodat de brandstof spoedig op was. Ieder begaf zich weer aan zijn taak. Toch moest ik er het mijne van hebben! Al visch keurende vroeg ik even later, zoo langs mijn neus weg aan onzen Schevenin- ger: „Wat was dat voor een herrie daar straks, vischboer?" „Och Mevrouw", was z'n antwoord, „die man daar zong: Bij 't stervensuur ben ik ge rust en toen zei ik alleen maar: Man, als je dat méént, heb je groote genade ont vangen Want Mevrouw, ik weet, Gode zij dank, zelf te goed wat het is dat mijn zonden om Christus' wil vergeven zijn en ik gerust kan sterven. Nou, U hebt misschien wel gehoord hoé ik de wind van voren kreeg, 't Zijn toch eigenlyk stakkers. Mooie scholletjes vandaag, vindt U niet?" 1 HANDWERKWEDSTRIJD Nu de lange winteravonden in aantocht zyn en het gezin zich daardoor weer om de tafel onder de groote lamp gaat scharen, is de tijd voor hand werken ook weer aangebroken. Niet dat wij or.ze lezeressen ervan verdenken den heelen zomer met leege handen tc hebben gezeten, neen, dat ligt ons, Hollandsche vrouwen, niet. Maar toch is in herfst en winter de animo om een handwerk aan te pakken, ongetwijfeld grooter. Deze animo willen wij aanwakkeren door het uitschrijven van een HANDWERKWEDSTRIJD Opgave: EEN BOEKOMSLAG Wy kozen daarom een dergelijk handwerk, omdat nu de gelegenheid voor velen openstaat om mede te dingen. Want nietwaar, dit hoeft ten eerste niet in de papieren te loopen en ten tweede vergt het niet al te veel van onzen tijd. De bedoeling is louter: een aardig handwerk voor 's avonds. Belooningen: 1ste prijs: een haardfauteuiltje (met gobelinbekleeding) 2de prijs: een fototoestel VOORWAARDEN: le. Alleen de op onze kantoren in geschreven abonnees en hun inwo nende gezinsleden kunnen aan de- fen wedstrijd meedoen. 2e. Men is geheel vrij in de keuze van materiaal en techniek. Ook leerbewerkmg is toegestaan. Bij de inzending moet worden opgegeven of men gewerkt heeft naar eigen ontwerp of naar een gekocht pa troon. Wij zullen een aardig pa troon nl. gaarne in ons Vrouwen blad publiceeren, met vermelding van den naam der ontwerpster. 3e. Inzendingen moeten vóór 10 November aan het bureau van een onzer bladen worden ingezonden. Uitslag ongeveer 20 November. Wij hebben deze data zoo gesteld om na terugzending de gemaakte werk stukken nog als Sint-Nicolaas ca- deaux te kunnen laten dienen. Te vens dient men voor de terugzen ding zooveel aan porto bij te voe gen, als voor de toezending aaft de posterijen verschuldigd was. Woont men in een der steden waar onze kantoren gevestigd zijn, dan kan men het daar ook afgeven en na kennisgeving weer af komen halen. 4e. Gelieve duidelijk naam en vol ledig adres aan de werkstukken te bevestigen, door er bijv. een kaartje aan te hangen. 5e. Bij de beoordeeling zal de pry's van het verwerkte materiaal geen invloed hebben. 6e. Correspondentie over den uit slag kan niet gevoerd worden. REKENSOM Jong, da spiet me! Naar ik heur Liep je 'en blauwe scheen by hoar. ,Ikke? Blauwe scheen? Nie waor, Went al hallef is 't er deur!" Zoo! Hoe steet de zaok dan, Piet? (tIk wil wél, maor zy wil niet!" B. VAN MEURS HENRIëTJE Henriëtje stapt kordaat voor haar leeftijd en gestalte door de overvolle straat, en 't trippelt waar ze gaat, tot ze stil te wachten staat bij 'n halte. Ze vibreert van ongeduld, 't is een schande, en de schuld van de tram, dat zij moet wachten en ze maakt zich bijster boos, nu ze merkt, dat al een poos iemand om haar lachte. Na een koat en kloek beraad gaat ze voort klein van gestalte door de overvolle straat, en 't trippelt waar ze gaat, tot ze wéér te wachten staat bij 'n halte. LAURENS VAN DER WAALS Grapje Het is 7 uur 's avonds. Vader heeft de krant gepakt en zit nu met een ernstig gezicht te lezen. Henk en Piet hebben het samen druk. Waarmee, denkt U? Ze kijken in eikaars mond, voelen en tellen. Daarna doen ze het nogeens over. Henk stapt naar Vader toe en zegt: „Vader!".... Geen antwoord. De krant heeft veel ge wichtig nieuws vanavond. Henk begint opnieuw. „Vader! Luister nu eens even, wat raar! Piet heeft 26 tanden m zyn mond en ik maar 22!" En hij stoot tegen Vaders arm. „Henk", roept Vader verstoord, „hou op te zeuren doe alles bij elkaar en dan eer lijk deelen. En laat me nu verder met rust!" REFLECTO NIEUW - MODERN OLIE-SHAMPOO VERF l 18 perfecte kleuren gemaakt door: Societé KEMOLITE - PARIS e direct vervende „REFLECTO" shampoo een nieuwe vinding om grüs, wit, gebleekt. 3 veel gebleekt, vaal of dor haar te kleuren, ie REFLECTO kan U al die prachtige lcleu- 2n verschaffen, die U altijd zoo bewonderd :eft. Met REFLECTO geverfd haar. kaïx ge il. MESKER, Tm t 108, DEV HAAG UW DAGEUJXSCH KOFJE KOFFIE UW DAGELIJK5CH KOPJE THEE maar allebei van N.V. Kanis Gtuonlnk, Importeurs, Kamper» GRATIS ontvangt men bü Ieder fleschje NECTAR ESSENCE een receptenboekje, waarin de bereiding van limonadestroop, borstplaat, likeur, ija. puddings enz. wordt aangegeven. I'rij* per fleschje ƒ0.25Bü ieder fleschje NECTAR BLOEM EX OLIE recepten voor Eau de mille- fleurs, haarwaters, odeurs, huldcrêmes enz. Prijs per fleschje ƒ0.40. Bü apothekers en drogisten verkrjjgb. Vraagt steeds NECTAR. HAVERMOUT VLUGKOKEND Kwaliteit t HOOGST n prijs 't LAAGST n.r. tos. PE1LERU „MERCURIUS" Een domineesche vertelt Het is al bijna weer 20 jaar geleden, dat Anthonia Margaretha haar werk „De Predikantsvrouw" in het licht gaf, en men kan niet zeggen, dat sinds dien de boekenmarkt met literatuur over dit on derwerp overvoerd is. Zulks is toch wel opmerke lijk. Zooals immers de dominee een „veelbespro ken" figuur is, zoo ook bestaat er geen gebrek aan gesprekken over de echtgenooté van den predi kant, en eigenlijk is het wel een beetje bescha mend, dat deze gesprekken niet of zelden den in slag konden krijgen van een letterkundig product, dat waard is, te worden gelezen. Dit mag onze oogen evenwel niet sluiten voor de beteekenis van de predikantsvrouw in het leven van de gemeente. Die beteekenis wordt allerwege sterk gevoeld, al is het dan misschien grootendeels onbewust. En niet goed zou het zijn, zoo de pasto rie voor een groot deel immers het domein van de domineesche haar weldoende werking in de kerk ging verliezen. Anthonia Margaretha heeft het leven van de pre dikantsvrouw meer in het algemeen geteekend, al was die teekening geheel en al vrucht van eigen ervaring. Thans echter verscheen een boek 1), waarin een domineesche een kijkje gunt op de wijze, waarop zij haar man in zyn moeizamen ar beid tor zijde stond, en dus draagt deze publica tie een meer persoonlijk cachet. Het loont de moeite, even bij dit keurig uitgegeven boek stil te staan, niet het minst ter eigen bezinning. Wie reeds wist van het mooie, maar zeer zware werk, dat door dominee en mevrouw de Vrijer in de oude binnenstad van Amsterdam is verricht, moest wel met eenige belangstelling uitzien naar de op schrift gestelde ervaringen van deze bijzon dere predikantsvrouw. De faam van haar vlijt bleef immers niet beperkt tot de hoofdstad. Nadat haar echtgenoot hoogleeraar aan de Utrechtsche Academie was geworden, kreeg zij een ongedach te gelegenheid tot schrijven: „Wat ik nooit ge weest was, werd ik nu: een gewone huisvrouw enkel in haar huis". Veel vroeger dan thans had dit boekje niet kunnen verschijnen: „De herinneringen en vertellingen konden eerst te boek gesteld worden, toen het pastorie-leven ten einde was gekomen. Vóór dien tijd, in de bewogenheid, in de golven, in de kolken, liet het journaal zich niet schrijven. Zoo de lezer alles te mooi vindt, dan moge hij bedenken, dat daarachter en daaronder veel eenzaamheid en tranen verborgen liggen. De schrijfster, die zoo hartstochtelijk de zonzijde van het leven, de men- schen, dieren, bloemen bemint, kon dit alles niet in haar gansche hart opnemen, zonder ook veel bittere ontgoocheling en onbeantwoord „waarom". Ik hoorde haar dan altijd zeggen het Woord des Heeren: „Wat Ik doe weet gij niet, maar gij zult het na dezen verstaan"." Aldus Prof. de Vrijer, die het boekske van een inleidend woord voorzag. Het volgende uit het „Woord ter inleiding" geldt den vorm: „Litteratuur in den zin van kunstuiting bedoelt het niet te zijn. Maar het moge een aan moediging zijn voor de bewoonsters en bewoners van vele pastorieën, en voor nog meerderen daarbuiten". Nu, de letterkundige waarde „mag er wel degelijk zijn". In elk geval hebben we en kele uren genot gehad met het lezen van dit vlot, boeiend en bezield geschreven boek. Om den lezers een kleinen indruk te geven van haar zieleleven en van de sfeer, waarin het echt paar de Vrijer leefde, haalt de schrijfster o.a. deze woorden aan uit „Losse karweitjes" van S. E. Howe: „Voor mij zijn het alledaagsche en tijde lijke en het geestelijke en eeuwige, geen afzonder lijke sferen, die streng van elkaar gescheiden zijn. Integendeel, het eene is slechts het voertuig voor het andere, en het leven is zoo belangwekkend en rijk, omdat de dingen der eeuwigheid met dood gewone gebeurtenissen zijn verbonden". De plaats, waar het herderlijk werk begon, wa3 Odijk, het tractement f 900.Op de vraag, of men daarvan nu heusch leven kon, klonk het ant woord: „Mensch, hoe zal oe het opkriege". Hoe het zy, van dat niet-op-te-krijgen tractement moest natuurlijk een dienstbode en een tuinman worden gehouden, om maar te zwijgen van de zie- kenkostjes en soepjes voor kraamvrouwen, welke ervan betaald moesten worden: „O, wat heeft dat een hoofdbrekens gekost. Maar wij waren jong en vol moed en geloof, en 1 Cor. 13 is altijd een Mevr. M. J. de VrijerStruijs groote werkelijkheid voor ons gebleven en ge weest". Schoone en ook grappige ervaringen uit dien eer sten tijd worden 'verhaald, en een bekentenis wordt ten beste gegeven, die wel vooral de jonge domineesvrouwtjes zullen begrijpen: „Maar ik moet beginnen met iets te belijden, wat in mijn herinnering altyd een schaduw wierp op dien dag, waarin mijn man het: „Ja, ik van ganseher har te" sprak in Gods Huis om in Zijn naam de hem toevertrouwde schapen en lammeren te weiden en te hoeden en waar door den bevestiger en 'vele ambtsbroeders de handoplegging plaats vond. Ter wijl ik boven alles uit in een innige geestelijke sfeer moest zijn, werd ik helaas haast nog meer geabsorbeerd door de gedachte aan de vele huis houdelijke plichten, die die dag meebracht, zoodat het een warwinkel van broodjes, ham, tulbanden, koffie, thee, limonade in myn hoofd wasMaar zeker is het, dat het voor "my altyd een verdriet gebleven, is". Uit het fijne hoofdstukje „Koosje" moeten we ook iets naar voren brengen: ,,'s Morgens heel vroeg of 's avonds laat kon men Koosje wel eens op den weg zien, een 'prachtig exemplaar voor een too- neelstukje, waar je een tooverheks in zou noodig hebben. Een gebogen, broodmager oud wijfje, met een zeer ouden zwarten rok, paars jak en een groote floddermuts op, waar een groote, kromme neus en een paar scherpe oogjes onder uit kwa men kijken en een bezem op den schouder." (Slot volgt) Dertig jaren domineesche, door M. J. de Vrijer- Struys. D. A. Daamen's Uitg.-Mij N.V. Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 10