K&G
ENFA
UITGAVE DER VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
12—17 SEPTEMBER 1938
Aan onze Lezeressen
De aankondiging, dat er verande
ringen in ons Vrouwenblad op til
waren, zal zeker niet aan Uw aan
dacht zijn ontsnapt.
En hierbij verschijnt dan plotse
ling „Van en voor de vrouw" in
nieuwe gedaante.
Om maar met de deur in huis te
vallen:
Tweemaal per week!
Nu hebben onze lezeressen toch zeker
geen klagen, dat ze niet krijgen wat
haar toekomt.
Door deze uitbreiding is de redac
tie in staat het terrein, waarop de
inhoud van ons Vrouwenblad zich
kan bewegen, wat ruimer te nemen.
Naast artikeleji op geestelijk ge
bied, b.v. schetsen over opvoed
kunde, levensbeschrijvingen, boek
bespreking enz., zal ruime aandacht
besteed worden aan wat iedere
vrouw op huishoudelijk gebied in
teresseert
Zoo zal b.v. meestal iedere week
een knip- èn een handwerkpatroon
gegeven worden en zal voorts ge
tracht worden voorlichting te geven
op alle terreinen, waarop de vrouw
zich dagelijks heeft te bewegen.
Voor vragen en opmerkingen houdt
de redactie zich ten zeerste aanbe
volen. Vragen, welke een algemeen
karakter dragen zullen in ons blad
beantwoord worden. De andere per
brief. Men sluite echter postzegel
voor antwoord inl
Wenscht een onzer lezeressen een
bepaald onderwerp graag behandeld
te zien, kortom, heeft men vragen
op welk gebied ook, schrijf het ons,
Men adresseere: Redactie „Van en
en voor de Vrouw" en dan het adres
van ons blad.
„VAN'en VOOR de Vrouw" is de
nieuwe naam van ons vrouwenblad,
een naam die, naar we hopen, dui
delijk genoeg preekt, 't Is 't blad
van en voor onze lezeressen.
En zoo hoopt de redactie er in te
kunnen slagen, dit blad ten volle
aan zijn doel te laten beantwoorden
Dat kan alleen, indien er een
nauw, een regelmatig contact is
tusschen lezeressen en redactie.
Daarom rekenen wij op Uw aller
medewerking.
Wij dachten deze samenwerking
niet beter te kunnen stimuleeren
dan door in ons eerste nieuwe num
mer maar direct met een flinken
wedstrijd voor den dag te komen.
En zoo gaat dit eerste nummer van
„Van en voor de vrouw" in zee,
waarbij we hopen, dat onze leze
ressen er veel profijt van. mogen
hebben en de band tusschen haar en
onze bladen er door moge worden
versterkt.
DIRECTIE der Vijf Samen
werkende Chr. Dagbladen.
Een Koninklijk voorbeeld
Dagen van blij gedenken, van warme waar
deering jegens ons Vorstelijk Huis en in het
bijzonder jegens onze geliefde Koningin lig
gen achter ons en in allerlei toonaarden
heeft ons volk den roem, die onze Lands
vrouwe zoo geheel en al toekomt, bezon
gen. Bij dit alles heeft ons vooral getroffen
de opmerking, welke we in verscheidene
schrifturen aantroffen, dat de eere, aan on
ze Koringin gebracht, niet het minst op
haar plaats is, juist omdat Wilhelmina in
alles wat Zij ten bate van land en volk deed,
Haar eigen wezen en Haar eigen aard niet
heeft verloochend. In elk van Haar bezig
heden, hetzij hoog, hetzij laag, heeft Zij be
toond te zijn een Moeder des volks; in elk
van Haar functies is Zij volop vrouw geble-
l, zonder dat zulks ook maar iets van de
waarde, aan Haar werk verbonden, kon
doen inboeten.
Het kan dan ook geen puur „toeval" zijn,
we in het eerste nummer van dit Vrou-
wenblad-in-nieuwen-vorm een woord van
warme hulde uiten jegens de hoogste
Vrouw van ons land, ook al zijn de dagen
gedachtenis zelf reeds verstreken. Niet
goed immers zou het zijn, indien we ons
slechts erkentelijk betoonden op momenten,
die in'tbijzondertot dank nopen, maar
onverschillig blijven in die oogenblikken,
welke deel uitmaken van ons „gewone", da-
gelyksche leven. Want juist als de sleur zich
van ons meester dreigt te maken en wan-
is dat bij de normale gebeurlijkheden
ons bestaan niet het geval? dan heb
ben we noodig te zien naar het voorbeeld,
dat de eerste Vrouw onder ons in Haar uit
nemende plichtsbetrachting altijd heeft ge
geven, in dagen van voorspoed, doch niet
minder als de golven van tegenspoed drei
gend en wild aanstormden.
Uit het huiselijk leven van onze Koningin
is weinig bekend. Het boek van Haar ge
schiedenissen omvat duizenden bladzijden,
maar hetgeen van Haar over het werk van
elke vrouw is weergegeven, kan gemakke
lijk tot enkele regels worden herleid. Zoo
zal men niet veel meer vinden dan dat on
ze Vorstin des morgens tijdig present pleegt
te zijn, om half negen het ontbijt, om één
uur het middagmaal nuttigt, en daartus-
schen en daarna allerhande staatszaken be
hartigt De ontspanning bestaat in schilde-
en fotografeeren. Heel het particuliere
leven kenmerkt zich door grooten eenvoud,
een eenvoud, die byv. openbaar wordt in
de onopvallende wijze, waarop onze Vorstin
Zich onder de kerkgangers weet te scharen.
Het zijn simpele gegevens en weinig in ge
tal. Maar het is goed zoo, want ook de groo
ten der aarde of misschien wel juist zij
hebben behoefte aan een plekske, waarop
zij tot zichzelf kunnen inkeer en en kunnen
rusten van de inspannende functies. We heb
ben het trouwens waarlijk niet noodig,
meer omtrent het huiselijk leven van onze
Koningin te vernemen. Hetgeen we weten
van Haar opofferende plichtsbetrachting in
dienst van land en volk is ruim voldoende
om ook als vrouwen Haar eerbiedig hulde
te brengen, vooral omdat de Vorstin in dit
alles Zich Haar vrouwelijken aard aller
minst geschaamd heeft. Zoo strekt Zij ons
in dagen van herdenking alsmede in tijden
waarin het leven geleidelijk voortgaat tot
een verheven voorbeeld.
CONRADS
GROOTE MARKT 8
ROTTERDAM
HANDWERK-BENOODIGDHEDEN
Wal efen we
deze week
ZONDAG
Tomatensoep
Biefstuk
Aardappelkoekjes
Gemberpudding met vanillesaus1)
MAANDAG
Kalfspoulet met kerry en rijst
Spinazie met eieren
Aardappelpuree
DINSDAG
Tomatenschoteltje
Varkensrollade
Bloemkool
Aardappelen
WOENSDAG
Koud vleesch
Worteltjes
Aardappelen
Griesmeel met bessensap
DONDERDAG
Kaassouflé 1
Gehakt met slakropjes
Aardappelen
VRIJDAG
Aardappelsoep 1)
Gebakken bot met aardappelsla
Gemengde sla
(Sla, komkommer en tomaten)
ZATERDAG
Runderlapjes
Prinsesseboonen
Aardappelen
Rijstebrij
Van de met x) gemerkte spijzen vindt
men de recepten hiernaast.
NUTRICIA-
KINDERMEEL
GEMBERPUDDING
d.L. melk, 1 d.L. gemberstroop, 75 gram
geconfijte gember, 80 gram maïzena, 2 eie
ren, 50 gram suiker.
Breng -h L. melk met de gemberstroop
de kook. Roer de eieren luchtig met de
suiker en voeg hierbij de maïzena met de
i'erige koude melk. Giet deze massa onder
flink roeren in de kokende melk. Laat de
puddingpap roerende doorkoken, voeg de,
stukjes gesneden, gember toe en doe de
ssa over in een omgespoelden pudding
vorm. Keer deze op een vochtigen schotel
en geef er vanillesaus bij.
TOMATENSCHOTELTJE
8 niet te groote tomaten, 5 eieren, 5 lepels
melk, 30 gr. boter, zout, peper, 200 gr. spag
hetti, Vu L. water, 4 gr. zout, 3 d.L. toma
tensaus.
Kook de spaghetti gaar in het kokende
water met het zout (een half uur). Laat ze
goed uitlekken. Hol de tomaten uit, wrijf ze
in met peper en zout en laat ze in
dichtgedekt schoteltje in den oven gaar
worden. Klop de eieren los met peper
zout Roer de melk erdoor. Smelt de boter
in een steelpannetje. Giet hierin de eind-
massa en roer op een zacht vuur tot de mas
sa brokkelig is geworden. Vul hiermee de
gare tomaten. Vermeng de warm-gehouden
spaghetti met de tomatensaus. Doe ze op een
verwarmden schotel en plaats hierop de met
roerei gevulde tomaten.
Ter afwisseling kan men door de roereieren
30 gram geraspte kaas roeren.
AARDAPPELSOEP
1 L. water, 3 preitjes, 40 gram boter, peper,
zout, 750 gram aardappelen, 1 bosje selde
rij, L. melk, gebakken brood.
Aardappelen schillen, wasschen en aan
stukjes snijden, daarna opzetten met 1 L.
water en de zeer fijn gesnipperde prei, pe
per, zout en de steeltjes van de peterselie.
Zijn de aardappelen goed zacht, dan wor
den ze door de zeef gewreven en laat men
alles nog even doorkoken, voegt er de heete
melk bij en de boter en even voor het op
dienen roert men er de peterselie door en
het aan dobbelsteentjes gesneden en in sla
olie of boter gebakken brood.
KAAS SOUFFLE
100 gram geraspte Parmezaansche kaas, 15
gram bloem, peper en zout, 3 eieren, 30 gr.
boter, 1% dL. melk.
Boter smelten en vermengen met bloem,
daarna de melk, zout (niet te veel) en pe
per erdoor mengen en een minuut of vijf
door laten koken en vervolgens een voor een
de eier-dooiers er bij voegen en het zéér stijf
geklopte eiwit, waarna men het mengsel in
ingevette soufflé-potjes doet of in één groot
vuurvast schoteltje, dat plm. 15 minuten in
den oven geplaatst wordt.
In de vormen opdienen, doch om te voor
komen, dat de soufflé zakt bij het naar bin
nen dragen, afdekken. Ook zeer geschikt
voor de koffietafel.
Straatgezang
't Gebeurde in een van de buitenwijken van
onze Residentie.
Al geruimen tijd had het langzaam nader
komend geluid geklonken van een zeer
zanglustig echtpaar, bij een ieder in onze
wijk welbekend, zoowel door hun herhaald
bezoek als door hun repertoire, dat helaas
niet meer dan twee liederen bevat.
Het Jeruzalem, Jeruzalem (waarbij aan de
gewone, bekende wijs meesterlijke „draaie
rijen" waren toegevoegd), werd door man
en vrouw aandoenlijk eensgezind ten ge-
hoore gebracht. Evenals andere dagen liet
het ook nu niet na een weemoedigen in
druk op ons, buurtbewoonsters, te maken.
De vrouw (overigens flink van postuur, ge
zond en bruingebrand door de buitenlucht),
duwde met een meewarig gezicht den tra-
ditioneelen kinderwagen, daarbij nog om
ringd door een drietal kleuters van 3, 4 en
5 jaar, die met verveelde gezichtjes erbij
rondbungelden. De man had tot taak, al
hevig vibreerende, aan te bellen aan de
huizen, de pet op te houden voor de mild
toevloeiende gaven (het resultaat van de
weemoedige stemming) en dankend te bui
gen.
Bij ons huis gekomen, was het tweede lied
(dat ik niet thuis kan brengen), aan de
beurt. Misschien is het wel zelfgemaakt. In
ieder geval is het ook „christelijk" en werd
het op dezelfde lijzige manier gezongen, zoo
nu en dan met flinke uithalen van den kant
van de vrouw.
Plotseling verstomde het geluid
Zoomaar, midden in een muzikale strophe.
Inplaats van 't liefelijk gekweel klonken nu
steeds harder wordende stemmen. Mijn
eerste gedachte was: ze krijgen zeker een
bekeuring. Geïnteresseerd keek ik naar bui
ten. Wie beschrijft echter myn verbazing
toen ik ontdekte dat ons vriendelijk Sche-
veningsch vischboertje (een zachtmoedig,
oud mannetje) de oorzaak van den steeds
feller wordenden woordenvloed was. De op
gewonden stemmen van het echtpaar klon
ken tegen de huizen op; daartusschen in het
zachte, sussende geluid van het vischboertje.
Zoo nu en dan drongen brokstukken van
het „gesprek" tot mij door. De zangers uit
ten blijkbaar hun groote ontevredenheid
over de hedendaagsche maatschappij, waar
van zij (goed in stijl blijvend), vele steenen
toegegooid kregen.
Na eenigen tijd echter luwde de opgewon
denheid. Van de zijde van de bewoners
was niet veel belangstelling gekomen (niet
waar, we zyn Hagenaars en weten onzen
stand uitstekend op te houden!) Ook was
het vischboertje zeer rustig en kalm geble
ven, zoodat de brandstof spoedig op was.
Ieder begaf zich weer aan zijn taak.
Toch moest ik er het mijne van hebben!
Al visch keurende vroeg ik even later, zoo
langs mijn neus weg aan onzen Schevenin-
ger: „Wat was dat voor een herrie daar
straks, vischboer?"
„Och Mevrouw", was z'n antwoord, „die
man daar zong: Bij 't stervensuur ben ik ge
rust en toen zei ik alleen maar: Man,
als je dat méént, heb je groote genade ont
vangen Want Mevrouw, ik weet, Gode
zij dank, zelf te goed wat het is dat mijn
zonden om Christus' wil vergeven zijn en ik
gerust kan sterven. Nou, U hebt misschien
wel gehoord hoé ik de wind van voren
kreeg, 't Zijn toch eigenlyk stakkers.
Mooie scholletjes vandaag, vindt U niet?"
1
HANDWERKWEDSTRIJD
Nu de lange winteravonden in aantocht zyn en het gezin zich daardoor
weer om de tafel onder de groote lamp gaat scharen, is de tijd voor hand
werken ook weer aangebroken.
Niet dat wij or.ze lezeressen ervan verdenken den heelen zomer met leege
handen tc hebben gezeten, neen, dat ligt ons, Hollandsche vrouwen, niet.
Maar toch is in herfst en winter de animo om een handwerk aan te pakken,
ongetwijfeld grooter.
Deze animo willen wij aanwakkeren door het uitschrijven van een
HANDWERKWEDSTRIJD
Opgave: EEN BOEKOMSLAG
Wy kozen daarom een dergelijk handwerk, omdat nu de gelegenheid voor
velen openstaat om mede te dingen. Want nietwaar, dit hoeft ten eerste
niet in de papieren te loopen en ten tweede vergt het niet al te veel van
onzen tijd. De bedoeling is louter: een aardig handwerk voor 's avonds.
Belooningen:
1ste prijs: een haardfauteuiltje (met gobelinbekleeding)
2de prijs: een fototoestel
VOORWAARDEN:
le. Alleen de op onze kantoren in
geschreven abonnees en hun inwo
nende gezinsleden kunnen aan de-
fen wedstrijd meedoen.
2e. Men is geheel vrij in de keuze
van materiaal en techniek. Ook
leerbewerkmg is toegestaan. Bij de
inzending moet worden opgegeven
of men gewerkt heeft naar eigen
ontwerp of naar een gekocht pa
troon. Wij zullen een aardig pa
troon nl. gaarne in ons Vrouwen
blad publiceeren, met vermelding
van den naam der ontwerpster.
3e. Inzendingen moeten vóór 10
November aan het bureau van een
onzer bladen worden ingezonden.
Uitslag ongeveer 20 November. Wij
hebben deze data zoo gesteld om
na terugzending de gemaakte werk
stukken nog als Sint-Nicolaas ca-
deaux te kunnen laten dienen. Te
vens dient men voor de terugzen
ding zooveel aan porto bij te voe
gen, als voor de toezending aaft de
posterijen verschuldigd was. Woont
men in een der steden waar onze
kantoren gevestigd zijn, dan kan
men het daar ook afgeven en na
kennisgeving weer af komen halen.
4e. Gelieve duidelijk naam en vol
ledig adres aan de werkstukken te
bevestigen, door er bijv. een kaartje
aan te hangen.
5e. Bij de beoordeeling zal de pry's
van het verwerkte materiaal geen
invloed hebben.
6e. Correspondentie over den uit
slag kan niet gevoerd worden.
REKENSOM
Jong, da spiet me! Naar ik heur
Liep je 'en blauwe scheen by hoar.
,Ikke? Blauwe scheen? Nie waor,
Went al hallef is 't er deur!"
Zoo! Hoe steet de zaok dan, Piet?
(tIk wil wél, maor zy wil niet!"
B. VAN MEURS
HENRIëTJE
Henriëtje stapt kordaat
voor haar leeftijd en gestalte
door de overvolle straat,
en 't trippelt waar ze gaat,
tot ze stil te wachten staat
bij 'n halte.
Ze vibreert van ongeduld,
't is een schande, en de schuld
van de tram, dat zij moet wachten
en ze maakt zich bijster boos,
nu ze merkt, dat al een poos
iemand om haar lachte.
Na een koat en kloek beraad
gaat ze voort klein van gestalte
door de overvolle straat,
en 't trippelt waar ze gaat,
tot ze wéér te wachten staat
bij 'n halte.
LAURENS VAN DER WAALS
Grapje
Het is 7 uur 's avonds. Vader heeft de
krant gepakt en zit nu met een ernstig
gezicht te lezen. Henk en Piet hebben het
samen druk. Waarmee, denkt U? Ze kijken
in eikaars mond, voelen en tellen. Daarna
doen ze het nogeens over. Henk stapt naar
Vader toe en zegt: „Vader!"....
Geen antwoord. De krant heeft veel ge
wichtig nieuws vanavond.
Henk begint opnieuw. „Vader! Luister nu
eens even, wat raar! Piet heeft 26 tanden
m zyn mond en ik maar 22!" En hij stoot
tegen Vaders arm.
„Henk", roept Vader verstoord, „hou op
te zeuren doe alles bij elkaar en dan eer
lijk deelen. En laat me nu verder met
rust!"
REFLECTO
NIEUW - MODERN
OLIE-SHAMPOO
VERF
l 18 perfecte kleuren gemaakt door:
Societé KEMOLITE - PARIS
e direct vervende „REFLECTO" shampoo
een nieuwe vinding om grüs, wit, gebleekt.
3 veel gebleekt, vaal of dor haar te kleuren,
ie REFLECTO kan U al die prachtige lcleu-
2n verschaffen, die U altijd zoo bewonderd
:eft. Met REFLECTO geverfd haar. kaïx ge
il. MESKER, Tm
t 108, DEV HAAG
UW DAGEUJXSCH KOFJE KOFFIE
UW DAGELIJK5CH KOPJE THEE
maar
allebei
van
N.V. Kanis Gtuonlnk, Importeurs, Kamper»
GRATIS
ontvangt men bü Ieder fleschje
NECTAR ESSENCE
een receptenboekje, waarin de bereiding
van limonadestroop, borstplaat, likeur, ija.
puddings enz. wordt aangegeven. I'rij* per
fleschje ƒ0.25Bü ieder fleschje NECTAR
BLOEM EX OLIE recepten voor Eau de mille-
fleurs, haarwaters, odeurs, huldcrêmes enz.
Prijs per fleschje ƒ0.40. Bü apothekers en
drogisten verkrjjgb. Vraagt steeds NECTAR.
HAVERMOUT
VLUGKOKEND
Kwaliteit t HOOGST
n prijs 't LAAGST
n.r. tos. PE1LERU „MERCURIUS"
Een domineesche vertelt
Het is al bijna weer 20 jaar geleden, dat Anthonia
Margaretha haar werk „De Predikantsvrouw" in
het licht gaf, en men kan niet zeggen, dat sinds
dien de boekenmarkt met literatuur over dit on
derwerp overvoerd is. Zulks is toch wel opmerke
lijk. Zooals immers de dominee een „veelbespro
ken" figuur is, zoo ook bestaat er geen gebrek aan
gesprekken over de echtgenooté van den predi
kant, en eigenlijk is het wel een beetje bescha
mend, dat deze gesprekken niet of zelden den in
slag konden krijgen van een letterkundig product,
dat waard is, te worden gelezen.
Dit mag onze oogen evenwel niet sluiten voor de
beteekenis van de predikantsvrouw in het leven
van de gemeente. Die beteekenis wordt allerwege
sterk gevoeld, al is het dan misschien grootendeels
onbewust. En niet goed zou het zijn, zoo de pasto
rie voor een groot deel immers het domein van
de domineesche haar weldoende werking in de
kerk ging verliezen.
Anthonia Margaretha heeft het leven van de pre
dikantsvrouw meer in het algemeen geteekend, al
was die teekening geheel en al vrucht van eigen
ervaring. Thans echter verscheen een boek 1),
waarin een domineesche een kijkje gunt op de
wijze, waarop zij haar man in zyn moeizamen ar
beid tor zijde stond, en dus draagt deze publica
tie een meer persoonlijk cachet. Het loont de
moeite, even bij dit keurig uitgegeven boek stil te
staan, niet het minst ter eigen bezinning.
Wie reeds wist van het mooie, maar zeer zware
werk, dat door dominee en mevrouw de Vrijer
in de oude binnenstad van Amsterdam is verricht,
moest wel met eenige belangstelling uitzien naar
de op schrift gestelde ervaringen van deze bijzon
dere predikantsvrouw. De faam van haar vlijt
bleef immers niet beperkt tot de hoofdstad. Nadat
haar echtgenoot hoogleeraar aan de Utrechtsche
Academie was geworden, kreeg zij een ongedach
te gelegenheid tot schrijven: „Wat ik nooit ge
weest was, werd ik nu: een gewone huisvrouw
enkel in haar huis".
Veel vroeger dan thans had dit boekje niet kunnen
verschijnen: „De herinneringen en vertellingen
konden eerst te boek gesteld worden, toen het
pastorie-leven ten einde was gekomen. Vóór dien
tijd, in de bewogenheid, in de golven, in de kolken,
liet het journaal zich niet schrijven. Zoo de lezer
alles te mooi vindt, dan moge hij bedenken, dat
daarachter en daaronder veel eenzaamheid en
tranen verborgen liggen. De schrijfster, die zoo
hartstochtelijk de zonzijde van het leven, de men-
schen, dieren, bloemen bemint, kon dit alles niet
in haar gansche hart opnemen, zonder ook veel
bittere ontgoocheling en onbeantwoord „waarom".
Ik hoorde haar dan altijd zeggen het Woord des
Heeren: „Wat Ik doe weet gij niet, maar gij zult
het na dezen verstaan"." Aldus Prof. de Vrijer,
die het boekske van een inleidend woord voorzag.
Het volgende uit het „Woord ter inleiding" geldt
den vorm: „Litteratuur in den zin van kunstuiting
bedoelt het niet te zijn. Maar het moge een aan
moediging zijn voor de bewoonsters en bewoners
van vele pastorieën, en voor nog meerderen
daarbuiten". Nu, de letterkundige waarde „mag
er wel degelijk zijn". In elk geval hebben we en
kele uren genot gehad met het lezen van dit vlot,
boeiend en bezield geschreven boek.
Om den lezers een kleinen indruk te geven van
haar zieleleven en van de sfeer, waarin het echt
paar de Vrijer leefde, haalt de schrijfster o.a. deze
woorden aan uit „Losse karweitjes" van S. E.
Howe: „Voor mij zijn het alledaagsche en tijde
lijke en het geestelijke en eeuwige, geen afzonder
lijke sferen, die streng van elkaar gescheiden zijn.
Integendeel, het eene is slechts het voertuig voor
het andere, en het leven is zoo belangwekkend en
rijk, omdat de dingen der eeuwigheid met dood
gewone gebeurtenissen zijn verbonden".
De plaats, waar het herderlijk werk begon, wa3
Odijk, het tractement f 900.Op de vraag, of
men daarvan nu heusch leven kon, klonk het ant
woord: „Mensch, hoe zal oe het opkriege".
Hoe het zy, van dat niet-op-te-krijgen tractement
moest natuurlijk een dienstbode en een tuinman
worden gehouden, om maar te zwijgen van de zie-
kenkostjes en soepjes voor kraamvrouwen, welke
ervan betaald moesten worden: „O, wat heeft dat
een hoofdbrekens gekost. Maar wij waren jong en
vol moed en geloof, en 1 Cor. 13 is altijd een
Mevr. M. J. de VrijerStruijs
groote werkelijkheid voor ons gebleven en ge
weest".
Schoone en ook grappige ervaringen uit dien eer
sten tijd worden 'verhaald, en een bekentenis
wordt ten beste gegeven, die wel vooral de jonge
domineesvrouwtjes zullen begrijpen: „Maar ik
moet beginnen met iets te belijden, wat in mijn
herinnering altyd een schaduw wierp op dien dag,
waarin mijn man het: „Ja, ik van ganseher har
te" sprak in Gods Huis om in Zijn naam de hem
toevertrouwde schapen en lammeren te weiden en
te hoeden en waar door den bevestiger en 'vele
ambtsbroeders de handoplegging plaats vond. Ter
wijl ik boven alles uit in een innige geestelijke
sfeer moest zijn, werd ik helaas haast nog meer
geabsorbeerd door de gedachte aan de vele huis
houdelijke plichten, die die dag meebracht, zoodat
het een warwinkel van broodjes, ham, tulbanden,
koffie, thee, limonade in myn hoofd wasMaar
zeker is het, dat het voor "my altyd een verdriet
gebleven, is".
Uit het fijne hoofdstukje „Koosje" moeten we ook
iets naar voren brengen: ,,'s Morgens heel vroeg of
's avonds laat kon men Koosje wel eens op den
weg zien, een 'prachtig exemplaar voor een too-
neelstukje, waar je een tooverheks in zou noodig
hebben. Een gebogen, broodmager oud wijfje, met
een zeer ouden zwarten rok, paars jak en een
groote floddermuts op, waar een groote, kromme
neus en een paar scherpe oogjes onder uit kwa
men kijken en een bezem op den schouder."
(Slot volgt)
Dertig jaren domineesche, door M. J. de Vrijer-
Struys. D. A. Daamen's Uitg.-Mij N.V. Den Haag.