:hrijvers RIEK ^^VÏRHAAL DE RUILBEURS ,V 9 9 m m fi f s Wé 'M m m 9 m 9 m 't 9 9 m W; m m ILBEURS DE FILM NAVERTELD Veertig jaren. De geschiedenis van een familie, door Ben van Eysselsteijn. G. F. Callenbach N.V., Nijkerk (1938). ER worden de laatste jaren voort durend romans verfilmd, bij gebrek aan goede scenario's. Niet zelden wordt dan in de tot stand ge komen film de roman geweld aange daan, en meestal heeft de auteur hiermee genoegen te nemen. Zo is het bekend, dat de Noorse schrijfster Sigrid Undsett, wier histo rische romans zich zeker lenen tot verfilming, tot nu toe alle verleide- flijke aanbiedingen van het schier oppermachtige Hollywood heeft afge slagen, omdat zij onder geen beding haar werk wil laten verknoeien door een regisseur. Het is zeker eigenaardig dat het met de roman „Veertig jaren" juist an dersom is gesteld. De auteur, Ben van Eysselsteijn, was onder de zeven of acht mededingers in een door het comité voor de natio nale film uitgeschreven prijsvraag, de gelukkige winnaar. Wel is waar heeft hij, op verzoek van het comité en met toestemming der schrijfster, een scène uit Jo van Ammers-KUHer's ontwerp ingelast (de scène van den melkboer, die het nieuws van Prinses Juliana's geboorte rondbrengt) doch het geheel is zijn eigen werk. Zelfs is het hem vergund op nauwe wyze samen te werken met den Fransen film regisseur Edmond Greville, een samenwerking, welke zeker vruchtbaar is geweest. Zo heeft Ben van Eysselsteijn zelf tot in de onderdelen het draaiboek geschreven, dart begrijpelijkerwijs door Gréville is gecorrigeerd, doch niettemin het be wijs heeit geleverd da<t van Eyssel steijn het nodige talent voor dit werk bezit. De nog in de kinderschoenen staande Nederlandse film-industrie zal goed doen, dit te onthouden. Wij hebben hier met een geval te doen, waarbij eerst de film ontstond, en daarna de roman. Het heeft weinig zin, de inhoud van het verhaal uitvoerig weer te geven. Het ligt voor de hand, dat velen onzer lezers öf het boek zullen lezen, öf de film zuiden gaan zien. Het ene zal hier wel na het andere volgen, temeer omdat de roman verlucht is met foto's uit de film. De kern van het veihaal is de ge schiedenis van twee families, de ene is het doktersgezin in Amsterdam; de andere het fabrikaatengezin in Brabant. De opzet was natuurlijk: een familie kroniek, nauw verbonden met veertig jaren vaderlandse geschiedenis. Dat de schrijver hiertoe het milieu der beter-gesitueerden koos, kon hem moeilijk aangerekend worden het vergemakkelijkte in hoge mate zijn toch reeds zeer moeilijke opgave. Van de duizend en één mogelijkheden moest hij er tenslotte één kiezen. Omdat film en boek ten nauwste ver bonden zijn, heb ik met opzet gewacht met de boekbespreking, tot ik ook de film gezien had. Nu dit is gebeurd, kost het mij weinig moeite te conelu- deeren, dat de film mij meer geboeid heeft dan het geschreven verhaal. De film heeft dit voordeel, dat in 2 maal 40 minuten de aandacht meer ge spannen blijft dan bij het lezen der 365 bladzijden, waarin de auteur zijn scenario op dc voet volgende, in een, zij 't beschaafd, doch weinig kernach tig proza, het filmverhaal als het ware navertelt. Onbillijk zou het echter zijn, aan de „gelegenheids"-roman dezelfde eisen te stellen als aan het uit scheppings drang ontstane kunstwerk. Om echter duidelijk te maken wat te veel in de roman gemist wordt, her inner ik aan „De klop op de deur" van Ina Boudier-Bakker, welk boek toch ook een „tyd"-roman is, doch waarin door intuïtie en psychologisch vermogen een diepte bereikt werd welke al te veel gemist wordt in „Veertig jaren", waarin de mensen te zeer „typen" blijven, en te pas of onpas in hun gesprekken door de mond van den croniqueur spreken. Ina Boudier was dan ook zo ver standig de geschiedkundige feiten niet quasi onopzettelijk in de dialoog te verwerken, doch deze aan het begin der hoofdstukken, rechtstreeks, in suggestief proza den lezer mede te delen. •Trouwens de dialoog is óók de zwakste zijde van de film. De wijze, waarop de ouders Maas- donck via de radio het bericht ver nemen van het vliegongeluk van hun zoon Dick, is in de roman psycholo gisch aannemelijker gemaakt dan in de film. Hier wijkt het scenario be langrijk van het manuscript af. In de film wordt het radioconcert, waarbij Wim, (de andere zoon) solist is, plot seling verbroken voor de mededeling van het ongeluk in het boek is deze scène minder opvallend „drama tisch". Hier prefereren wij de volgorde der roman verre boven de wel wat dik opgelegde toevalligheid in de film. Zo is er natuurlijk meer, waarin de roman het scenario verheldert. Men kan voorts véél opnoemen wat in de film gemist wordit. Ik denk hierbij aan November 1918 en aan de ontwikkeling van het werk der zen ding en de figuur van onzen minister president. Zo is er van volledigheid geen sprake dat kon ook niet. Ons volksleven en ons geestelijk leven is te zeer ge differentieerd, om het in één geheel samen te vatten. Echiter in onze diepe waardeering voor het huis van Oranje heeft de schrijver en cineast, terecht het culminatiepunt gevonden. Zo als gezegd, koo6 de schrijver een ietwat liberaal milieu, waar de uitin gen van godsdienstig leven worden geëerbiedigd. Deze film kan gezien worden door elk Nederlander, zonder gekwetst te wor den in zyn overtuiging. Hoewel de geschiedenis ener calvinis tische of katholieke familie met de geschiedenis van het vaderland op de achtergrond, o.i. rijkere en diepere perspectieven zou hebben geboden, kon men van Ben van Eysselsteijn, in de uitvoering van een omschreven op dracht, moeilijk iets anders verwach ten, dan hij gegeven heeft. De onvol komenheid van zijn werk valt voor het grootste deel te verklaren uit de simplistische opdracht, welke vóór alles bedacht was op een „verhaal voor de massa". Hier is als „gelegenheidswerk" ern stig werk geleverd en ook de ro man zal, zy het dan niet als literair kunstwerk, met genoegen worden ge lezen, als de kroniek van een Neder landse familie in drie generaties, ge durende het zegenrijk regeringstijd- perk van Koningin Wilhelmina van 1898 tot op heden. P. J. RISSEEUW, .WERKELOOS.... Door J. B. ZEVENHUIZEN-VAN DIJK VADER leefde niet meer.moeder was oudhjj, de kostwinner.... sinds enkele weken werkloos Hij was jaren achtereen op dezelfde zaak geweest, had zich, ondanks zijn sobere schoolopleiding, opgewerkt tot chef van den verkoop. Tenslotte was al zijn zwoegen en sjouwen tevergeefs. Hij, evenals zooveel anderen, werkloos. Zijn trots, voor zijn oude moedertje te zorgen, was bij den grond afgebroken. Wanneer collega's Brundende kaars (Foto Willy Zielke) 392^ hem gekscheerend vroegen of hy nog geen meisje had, weerde hij dergelijke plagerijen goedig af. Maar in zyn hart was er blijdschap: moeder en hij. zy hoorden bij elkaar. Hij mocht voor dc zwakke oude vrouw de sterkste zyn.... Met zyn kleine salaris waren ze rijk geweest. De uren na kantoortijd had hij gevuld met stu- deeren, eerst Engelsch, daarna Fransch. 't Ging, 't kostte hem ontzettend veel inspanning, maar 't ging. Kostbaar waren voor hem de avonden geweest: moeder tegenover hem, gebogen over haar brei werk, hem af en toe aankijkend, knikte dan vriendelijk. Bemoedigd werkte hij dan weer door. 't Was zoo rustig in 't kleine vertrouwde vertrekje met het driftig tikkende hangklokje als eenige geluidsstoring. Tot moeder zei: „Mien jüng, ik zou noê de Bibel mar kriege." Het beteekende voor hem: ophouden. En hij las wat aan de orde van den dag was. Dankbaar waren de dagen vergleden; moeder om de zegeningen, die ze niet an kon; hij: om zijn steeds beter wordende positietotdat, ja.... tot voor enkele weken, op dien bewusten dag. Niemand was er op voorbereid; allen waren ze geschrokken, hadden 't niet kunnen gelooven. Er waren er, als in panische verwarring naar 't privé gegaan, hadden gesmeekt binnen 't Had niet geholpen, er was niets aan te doen, 't faillissement zou binnen afzienbaren tijd af gekondigd worden. Hij was de kalmste nog geweest, kon dit ook zijn, zijn zorgen waren, vergeiieken met de anderen, de minste. Daar waren vaders van groote ge zinnen.... Eén van hen had als een kind zitten huilen.... Daar waren er ook, die gevloekt had den op de directeuren, den slechten tijdop alles. Hij was nog 't beste af, had alleen maar voor twee te zorgen. Zóó had hij 't beredeneerd, zake lijk en kalm ,vlak na de groote teleurstelling. Maar zoo was 't leed nog niet geleden. lederen dag was een nieuwe tergende prikkeling in zijn bloed, om maar te mogen werken. lederen dag moeder terug te zien in 't kleine huisje, beverig gebogen, haar krommen rug over 't fornuis het vuur oprakelend; 't was als een aanklacht voor hem.... die oude lieve moeder, die dit alles nog blijmoedig aanvaardde. Hij respecteerde 't in moeder, maar dit kon toch geen maanden duren. Als 't spaargeld straks op was, wat dan? „Van den honger omkomen zullen we niet, Rienk," had moeder gezegd. Zij kon 't gemakke lijker overgeven dan hy. Want hy wilde zelf werken, zel-f verdienen! Na deze moeilijke weken was die bewuste Zon dag gekomen. Natuurlijk, Rienk ging naar de kerk, waarvoor zou hij thuis blijven? Moeder was 't gewend alleen. Er werd gezongen, gebeden, gepreekt..., 't Ging eigenlijk alles langs hem heenHij luisterde naar die andere stem, die van binnen hem niet losliet: wènneer werk en wéérhij kon er zich bijna niet meer tegen verzetten.... Dominee preekte maar door. Hij had het over Simeon. Enkele klanken ving Rienk op. Z'n oogen waren dof van teleurstelling. Als 't nu nog eens een tijdpreek geweest was, maar dit, die oude Simeon,, wat had hij daar nu aan? Volgens moe der was iedere preek een tijdpreek, maar hij vond van niet. Moeder.... hij mijmerde verder. Moeder was toch een echte Christin. In de verte hoorde hij dominee's stem: „Kunnen wij, evenals Simeon, vol heilig optimisme juichen? Waar zijn nu de echte kinderen van God, die vol blijdschap door 't leven gaan? Waar zyn de Si meons, de Anna's in dezen tijd, al loopt ook alles nog zoo tegen? We verwachten ons geluk toch niet van deze wereld? In gedachten hoor ik de jongeren in ons midden zeggen: Simeon was oud, had niets meer van 't leven te wachten, hy kon zich gemakkelijk overgeven, maar.... Simeon is ook jong geweest, hij heeft wachten geleerd, uitgezien naar 't Geluk, niet van deze aarde. Waar zijn de Simeons in onze dagen....?" „Moeder".... 't kwam als een snik uit Rienks keel omhoog. Moeder, die altijd blij en opgeruimd was, het geheim hiervan lag dieper.... Was moe der niet als Simeonen dat was zijn moeder, de zwakke,de sterkste van hen beiden. Zóó'n moeder was een gave van God, hij zag dit zoo duidelijk, al was 't nooit eerder tot hem doorgedrongen. Ook iets, al was 't maar een wei nig, van die geloofsblijdschap te bezitten,.... hij snakte er opeens naarDan was toch alles te dragen in 't leven, alles.... zelfs naar de diaconie, 't Was toch één gemeente met armen en rijken. Alles was dan toch te dragen, ook ziekte of de dood, die moeder wellicht straks van hem zou wegrukken. Wat? Was hij dan nog zóó rijk, gezondheid te bezitten en een moeder? Geschuifel met stoelen. Dominee dankte. Binnen in Rienk groeit het verlangen. Dan de opgeheven handen: de zegen na al zyn zondig tobben. Hij drinkt de zoo welbekende woorden in: „De Heere zegene u en Hij behoede u..#." Buiten klinkt 't hem nog na: en geve u vrede. Vrede en werkloos? Die twee samen kan toch niet; misschien fn de kerk, maar er buiten....? Komt nu 't monster hem weer bespringen? 't Kan toch, zekerSimeon dan en moeder.... Een glimp van blijdschap straalt Rienks hart binnen en hy dankt...c I GOUDSCHESINGEL 105, R'DAM ten dienste van de lezers der Vijf Samen werkende Christelijke Dagbladen. Op onze vraag naar een Texel-album zijn veel aanbiedingen binnengekomen. Wij kunnen er echter maar één gebruiken en zeggen de anderen vriendelijk dank. Wie van de lezers kan ons helpen aan de plaatjes van de navolgende Verkade-albums: Lente: nr. 85. Zomer: nrs. 23, 39, 51, 66, 71, 72, 73, 83, 87, 88, 99, 100, 122, 128, 131. Herjst: nrs. 66 en 74. Winter: nrs. 1, 3, 6, 9, 12, 21, 24, 32, 34, 35, 41, 42, 44, 50, 51, 52, 53, 60, 62, 65, 68, 76, 80, 83, 89, 310, 116, 118, 129, 133, 136,- 137, 140. JJsel: nrs. 8 en 12. Texel: Groote platen A, D en I en nrs. 74, 97, 98, 99, 102, 112, 123 en de volgende plaatjes van het Klaverblad Vogelalbum no. 1: 6, 49, 70, 73, 80, 86, 90, 94, 96, 97, 104, 106, 123, 124, 129, 136, 138. CORRESPONDENTIE: Mevr. M. v. B. te Hillegersberg. 85 B.B. gen. A. B. te Kralingscheveer. 95 Kwatta genoteerd. W. H. M. te Roosendaal. 118 Bussink genoteerd. J. K. te Rotterdam-O. 34 Vim genoteerd. J. de K. te L. R. Weide. 20 Vim genoteerd. G. J. K. te Utrecht. 62 Bussink genoteerd. M. K. te Scheveningen. Dank voor de toezending. 90 Kwatta genoteerd. Mej. J. B. te Rijswijk. Zend u uw bons maar. Wij zullen trachten u te helpen. T. Br. te Ouddorp. 134 punten over. Wil sa .p. gratis ruilformulier zenden aan: Woonplaats: Naam: Adres- Datum: Voorloopig kunnen we geen Hille-plaatjes of -bons, Van Nelle en Holl. Zwits. Weegschaaltjes gebruiken. De waarde der bons is als volgt: Bussink 8, Coe- lingh 3, D-E 6, v. Delft plaatjes 10, Dobbelman 4, H-O 6, Droste 20, Hagzegels 10, Hille 8, HolL Zw. Weegsch. 3, Paul Kaiser 6, Klaverblad 5. Klok- zeep 20, Kwatta 3, Lever's zeep 20, van Nelle 4, Patna 10, Pette 6, Pleines 3, Rademaker 3, Sickesz 3, Verkade 4, Rivieren 4, Wascholine 2. Wie helpt aan: v. Rossum, Kwatta winkelierstroo- ken, Haas en Van Brero, Scholten, D.E., Vim. Verder lemen we aan: Pleines duifmerken, oodex bons, Era, Everlasting, Hapé, Van der Sluys, Stark. Scholten, IJzendijk, Vergulde Hand, Winkeliersbons van Sickesz, Pax. Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpenboomstraat 6, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 8 dagen na plaatsing. CORRESPONDENTIE L. V. te R. Aan Uw verzoek wordt gaarne voldaan. B. de G. te L. Gezonden eindspel is heel oud en is dus moeilijk te plaatsen op naam van Uw echtgenoot „Dammer". Uw oplossingen zijn steeds welkom. Uw andere vragen zal ik per brief beantwoorden, J. L. te R. Zal U spoedig antwoorden. Vraagstuk no. 1081. Auteur: J. HOFWEGEN, Rotterdam. Vraagstuk no. 1082. Auteur: D. DOUWES, Utrecht 1 2 3 4 5 Vraagstuk no. 1084. Auteur: D. KLEEN, Heemstede. p UT n HP EU SI 16 Q Hl J JU E m lü 5! g s» E 'W 1 VZW, fiJ ij S S üf Mi JS S m a m m, SÜ n üf #1 46 47 48 49 50 Vraagstuk no. 1083. Auteur: M. MORRISSEAU. 1 2 3 4 5 Uit: ,,1'Eclaireur du Soir" (Miniatuur) Vraagstuk no. 1085 Le ÉS 8 mp 18 li ÜP 13 U §J li II E u u 11 s 11 11 e 13 I 46 47 48 49 50 46 47 48 49 50 Uit: l'Eclaireur du Soir" (Miniatuur). Deze positie kwam voor in een partij, gespeeld te Lyon op 4 Februari 1938, tusschen Bonn ar d (zwart) en Re ij. De oud-kampioen van Zuid- Frankrijk Bonnard speelde 27? en werd daardoor het slachtoffer van een damzet. Hoe? DE nieuwe jubileumzegels zullen worden ver kocht tot en met 15 October a.s., terwijl de geldigheidsduur loopt tot en met 31 Dec. 1939. In Juni jl. is te Brussel een luchtpostcongres ge houden, waaraan o.m deelgenomen werd door afgevaardigden van Nederland. Dit congres besloot o.a. tot afschaffing van het extra luchtrecht in het Europeesch verkeer. Na bekrachtiging door de verschillende lands- regeeringen treedt de afschaffing in werking en. wel uiterlijk Augustus 1939. NIEUWE UITGIFTEN Duitschland Hieronder een afbeelding van de in het vorige nummer beschreven zegels, uitgegeven ter ge legenheid van het zesde sportfeest te Breslau en den honderdsten geboortedag van graaf Zeppelin. Op de hoogste waarde is de schilder afgebeeld, op de overige eenige van zyn werken. Frankrijk Hier verscheen een zegel in de waarde van 55 cen times donkergroen, met portret van den bekenden fabeldichter la Fontaine In nevenstaande teeke- ning verscheen een toe slagzegel van 65 35 blauw. CORRESPONDENTIE Tot en met 5 September ontvingen wij boekjes van: No. 92 2 stuks No. 42 2 stuks No. 94 1 No. 144 1 No. 30 1 WAARDE-OPGAVE VAN ONTVANGEN BOEKJES VAN: jfes m t to'r' i c "JOOlil 40 47 48 49 &0 Luxemburg Ter gelegenheid van het feit. dat in November 1939 het 1200 jaar geleden zal zyn, dat St Wille- brordus, de stichter van de abdij van Echternach, is overleden, verscheen een serie toeslagzegels in de waarden: 35 -f- 10 centimes donkergroen. 70 10 grijsbruin. 1 fr. 25 25 centimes karmyn. 1 fr. 75 -f 50 grijsgroen, 3 francs 2 francs bruinlila. 5 +5 grijsviolet. Wy hopen spoedig een afbeelding van deze zegels te kunnen geven. Roemenië Als propaganda voor de Bucarester tentoonstel ling verscheen een toeslagzegel van 6 -f 1 lei lilarose. Het eeuwfeest van de geboorte van den schilder Nicolas Grigorescu bracht de frankeerzegels 1 -f 1 lei blauw. 6 -f 1 lei roodbruin 2 1 led groen. 10 1 lei blauw. i 1 lei oranjerood. No. 58 57.90; 60.30; 43.20. No. 90 42,90; 99,30; 58,00; 38,25; 8010. No. 20 49,30; 42,95. No. 63 392,60; 199,05; 208,65; 148,13; 281,: 168,40. No. 47 77.60; 65,50. No. 48 22,75. No. 97 20,90. No. 85 164,70; 218,00. No. 51 91.75; 36,20; 26,90; 33,25, 27.70. No. 33 103,35. No. 76 58.40; 41,65; 99,95; 87,20. No. 111 17025; 90.00. No. 118 167,30; 84,70; 111,25. 62,80. No. 71 No. 12 56,20. No. 10 49,35; 49,45. No. 74 70.05; 94.65. No. 37 79,50. No. 38 14,50. No. 72 66,40; 63,00; 35,70; 43,25; 35,15; 3 8,30. No. 94 64,25. No. 113 147,65. No. 21 68,50. OPLOSSING van het vorige Kruiswoordraadsel Horizontaal: 2 absoluut; 7 Oslo; 9 Lilij 10 palen; 11 stif(t); 13 hier; 14 largo; 15 tot; 18 p. st.; 20 am; 21 Diana: 24 Erna; 26 ende; 27 akant; 28 deur; 29 kaai; 30 borstrok. Verticaal: 1 dopheide; 2 alle; 3 boort; 4 Lisa; 5 ultra; 6 uiig; 8 sail; 12 formatie; 14 les; 10 opa; 17 bader; 19 tekko; 20 Anna; 22 Indo; 23 Deus; 25 raak. 397

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 14