niMPtNifnufv/[)FniMn
^^WERKJE
Donderdagavond
BUITENLAND
ER is wel geen land op aarde, waar men sinds
1919 zooveei dooden- en oorlogsmonumenten
heeft onthuld, als juist in Frankrijk. Te verk'aren
is dit verschijnsel al heel gemakkelijk. Op Fran-
schen bodem streden en stierven de zonen van
vele volken, die schier uit alle windstreken daar
heen waren gebracht, om er met hun lichaam een
ideaal te dekken, of men het nu democratie
noemde, de rechten der kleine natiën, of wat dan
ook. Het woord deed er immers betrekkelijk
weinig toe, want de strijdgeest was vaardig over
de were'd, en ta'rijk waren zij. die haakten naar
het aandeel in een overwinning. Zoo werd het
land van Marianne de laatste rustplaats, niet
slechts voor Franschen, doch ook voor ontelbare
mede-combat'anten, en wat is natuurlijker, dan
dat men deze massa-graven door brons en steen
in aandenken houdt, omdat de herinnering niet
met de dooden mag vergaan. Op deze wijze heeft
nu reeds jaar in jaar uit, meest op den Zondag,
nu hier, dan ginds een officieele woordvoerder
der Fransche regeering op een historische plek
gestaan, om het verleden tot nieuw leven te
wekken, en tegenover den hoogen vertegenwoor
diger eener zusternatie te betuigen, dat men
oude vriend- en bondgenootschappen niet ver
geet. Te betreuren viel daarbij slechts, dat men,
over de graven der gevaUenen heen, niet ze'den
nieuwe politiek bedreef, hetzij dat men veelzeg
gende waarschuwingen tot afwezigen richtte,
welke dezen ook zeer goed begrepen, of een nauw
verholen beroep op oude makkers deed, voor het
geva' van een reprise der tragedie. Zoodat het
somtijds aandeed, alsof men de dooden nogmaals,
voor een doel dat zij niet kennen, in een toe-
komststrijd zou willen betrekken.
Ook Zondag jl. heeft zulk een plechtigheid plaats
gevonden, op een vermaarde landtong in de na
bijheid van Bordeaux, alwaar in 1917 de eerste
Amerikaansche vrijwilligers landden. De Fran
sche minister van buitenlandsche zaken Bonnet
riep die verre dagen voor de verbeelding zijner
toehoorders op,' èrt zlnspèe'de daarbij duidelijk
op de hoop van de Quai d'Orsay, Amerika achter
zich te hebben, zoo in een tweede conflict Frank
rijk het recht aan zijn zijde mocht hebben. De
Amerikaansche gezant Bul'itt heeft daarop o.m.
geantwoord: „Laten wy bidden, dat wij in vrede
mogen blijven met aDe landen. Maar, indien
weder een oorlog in Europa mocht uitbreken,
kan niemand verklaren of de Vereenigde Staten
al dan niet in een dergelijken strijd meegesleept
zouden worden." Inderdaad een nuchter Ameri-
kaansch woord als reactie op veel zwierige
Fransche welsprekendheid. Roosevelt ca. kunnen
noch mogen zich ergens toe binden.
Ook in Rome heeft een zake'ijke Amerikaansche
stem gesproken, doch niet in het openbaar. Een
vertegenwoordiger van Washington heeft hij
minister Ciano eens geïnformeerd, hoe het met
de belangen der Amerikaansche Joden stond, die
sinds 1919 zich in Italië vestigden. Mussolini's
schoonzoon zal wel eens even bedachtzaam heb
ben gekeken, en zijn bescheid niet zoo aanstonds
gereed gehad hebben. De airti-Joodsche actie der
fascisten is. zoo eensklaps van stape-l geloopen,
dat men mogelijk niet alle consekwenties van
tevoren heeft overzien. Gelijk men weet, is door
Mussolini gedecreteerd, dat binnen zes maanden
duizenden en nog eens duizenden Joden het Ita-
liaansche gebied zullen hebben te verlaten.
Slechts Abesssinië is in dit verband niet uit
drukkelijk genoemd. Naar verluidt zou men hier
te doen hebben met een uiting van ontstemming
tegen het „were'd-Jodendom", hetwelk de fas
cistische voornemens met de buitenlandsche geld
markt, met name in de Londensche City, zou
hebben durven dwarsboomen. Volgens sommiger
schatting zullen -twintig, volgens anderen vijftig
duizend menschen, mannen en vrouwen en kin
deren, hiervan thans het slachtoffer worden.
A'weer de „zegen" van een systeem van dicta
tuur: Moskou, Berlijn, Rome hebben onderling
gemeen dat zy met menschelijke gevoelens weinig
rekening plegen te houden. Het is of met den
dag de nood der Joden stijgt; men jaagt hen als
honden voort van zyn erf en bekommert zich
verder niet over hun heenkomen. Joodsche lei
ders houden zich thans ernstig bezig met de vraag
of Oost-Afrika wellicht een wijkplaats zal moeten
worden, het voorshands nog onherbergzame land,
dat met een begrijpelijken haat tegen eiken blan
ken indringer bezield Is, sinds gas en granaat
er zoo deer!ijk hebben huisgehouden. Abessinië
heeft behoefte aan menschen en kapitaal, voor-
loopig althans. Acht de fascistische imperialis
tische politiek de Joden goed genoeg, om den
moeitevolTen piqpniersarbpjd ,tr verrichten, tot
tijd en wijle, dat men ze ook daaT zal gunnen
390,
missen, en dit te kennen zal geven door een nieu
wen trap met een zwaargelaarsden voet?
Het Joodsche hart houdt voor alles vast aan
Palestina; slechts in het land der vaderen wil men
massaal koloniseeren. Maar de balans is ook hier
bijzonder ongunstig; in de Augustusmaand was er
een doodenlijst van 266 terreurs' achtoffers, Engel -
schen, Joden en Arabieren....
Naast deze tragische Joodsche vooruitzichten
brengt het verhaal der afgeloopen week opnieuw
de naar het schijnt onvermijdelijke ups and
downs der Sudeten-Duitsche kwestie. Het gevoel
wordt sterker, dat men de bes'issing nadert, en
zulks temeer, omdat in Neurenberg de tiende
partijdag der N.S.D.A.P. bijeengekomen is. Ver
wacht wordt dat Adolf Hitlers groote exposé der
buitenlandsche politiek, een der vaste punten van
het zwaar belast programma, zich op finale ma
nier over deze zaak zal hebben uit te spreken.
In overeenstemming hiermede kondigde de regee
ring te Praag aan, dat zij thans definitieve voor
stellen aan Herxlein en Kundt zou doen. dat zij
als het ware het laatste en beslissende woord zou
spreken. Deze aankondiging had als neven-ver
schijnsel effect in het land van den Tsjechoslo-
waakschen bondgenoot, in Frankrijk. De militaire
verloven werden daar nl. gelijktijdig ingetrokken,
en de Maginot-linie, de vermaarde grensverster-
king welke als veiligstelling tegen Duitsche be
dreigingen bedoeld is, zag haar bezetting op oor
logssterkte gebracht. Zulks leek in hooge mate
verontrustend; velen meenden daarin reeds den
eersten zet te zien op een schaakbord, dat de
afmetingen van vrijwel heel Europa heeft, en
waarop niet met stukken, doch met menschen-
levens zou worden gespeeld. Gelukkig is deze
vrees voorloopig ongegrond gebleken; men heeft
wat enkel voorzorg was als oorlogsvoorbereiding
aangezien.
Veel hing intusschen af van de nieuwe voorstel
len, die Benesj en Hodza aan de Sudeten-Duitsche
delegatie zouden overhandigen. Deze voorstellen
zijn inmiddels schematisch bekend geworden, en
de eerste indruk ervan is, dat zij inderdaad zeer
ver gaan en aan de wenschen 'der Henlein-parly
schier tot -het uiterste tegemoet komen. De Voor
naamste punten van dit program zyn erkenning
van het gelijk recht der beide volkstalen; even
redige aanstelling van ambtenaren in overeen
stemming met de sterkte der bevolkingsgroepen;
ge'ijkheid van status op de basis van nationa'e
autonomie, door invoering van een kantonnaal
stelsel; een hulpleening van 700 millioen kronen
aan de noodi'ijdende Sudeten-Duitsche industrieën.
Het plan komt globaal gesproken hierop neer,
dat alle kwesties, welke niet de eenheid der
republiek betreffen, geweste'ijk of plaatselijk
zullen mogen worden geregeld; slechts wetgeving,
financiën en defensie blijven in centrale handen.
Terecht is opgemerkt, dat een regeering, Welke
de landseenheid en onafhankelijkheid wenscht te
handhaven, en dat zal de taak zijn van elk gou
vernement, hetwelk zichzelf respecteert, niet veel
verder met haar concessies zal kunnen gaan.
Hoogstens nog in de uitstippe'ing van technische
onderdeelen. Ook de „Times" merkte zulks in
een hoofdartikel op, doch voegde daaraan een
suggestie aan het adres van Praag toe, we ke
zeer veel opzien en ontstemming heeft gewekt.
Het blad liet namelijk tusschen de regels door
lezen, dat wellicht dè oplossing van de minder-
h eden vraag zou zyn het afsnijden der randge
bieden en deze aan de genabuurde landen af te
staan. S.echts zóó zou de staat van Tsjechen en
S owaken een waarlijk homogene eenheid kunnen
vormen.
Het behoeft geen betoog dat dit artikel als een
knuppel in het hoenderhok is gevallen. Men
vroeg zich af hoe de scribent er toe kwam op
een tijdstip, waarop de onderhandelingen zich
tot het uiterste toespitsen, met een „oplossing"
te komen, welke precies geschikt was om de
Sudeten-Duitschers onverzettelijker dan ooit te
maken, zoodat zy het uiterste uit de kan zouden
verlangen.
Een enkel oogenblik heeft het te Praag wel heel
erg gespannen. Dat was toen bij de Sudeten-
Duitsche delegatie bericht binnenkwam over
nieuwe mishandelingen, waaraan Sudeten zouden
hebben bloot gestaan. Bij een demonstratie te
Moravisch Ostrau zouden namelijk volksafge
vaardigden door de politie zonder eenige nood
zaak mishandeld zijn. Deze tijding wekte zulk
een ontstemming, dat de heeren het besluit
namen de besprekingen te staken, waarbij zij zich
grondden op het motief, dat een regeering die
goede dingen belooft, doch tevens practisch zulke
ongeregeldheden zou toelaten, niet langer op
haar woord kon worden vertrouwd.
Hodza heeft gelukkigizich door deze geprikkeld
heid niet laten beïnvloeden, en door dq toezeg-'.
Ook Marken heeft met groote opgewektheid het
jubileumfeest der Koningin gevierd. Op deze
foto is men bezig de vetpotjes opnieuw te vullen
voor de avondverlichting.
ging van een streng en rechtvaardig onderzoek
de breuk weer weten te herstellen. Voor hoelang
is de vraag, die ieder thans overweegt. Wat de
groot-Duitsche pers aanbelangt, die verklaart
reeds nu, dat met de voorstellen, die de Sudeten
als werkbasis hebben aanvaard, uiteindelijk geen
genoegen kan worden genomen; slechts een volks
stemming over de toekomst van het Sudeten -
land zou eens en voor al de oplossing kunnen
brengen. Heeft de „Times"-man voorzien, dat het
daartoe zal komen, en te ongelegener ure ge
meend door zijn artikel den weg daarheen te
moeten plaveien?
BINNENLAND
VEEL verkeer en weinig verkeersongevallen;
dat kan van de afgeloopen week gezegd
worden. Want er is ontzaglijk veel publiek op de
been geweest en, op de straat in de laatste dagen.
Maar de politie hulde! had alles'zoo uit
stekend geregeld en trad anderzijds zóó soepel
op, dat gevaarlijke botsingen, zoowel tusschen
menschen als voertuigen, vrijwel geheel voorko
men zijn. De mannen der E.H.b.O. stonden
overal wel gereed en deden zoo nu en dan ook
wel dienst, hielpen ook wel eens een simulant,
die zich „flauw" aanstelde om zoo een plaatsje
in de tram te krijgen; maar druk werk had
den deze medici van de straat niet.
We mogen dit gunstige verloop der feestelijkheden
evenzeer met dankbaarheid memoreeren als het
wels'agen der feesten zelf; de handhavers der
orde verdienen evenzeer dank als de organisators
en leiders van de jubi'eumf eesten, zelfs wordt
gaarne erkend, dat men in menige plaats zich
zelf overtroffen heeft. Geen enkele wanklank
werd gehoord, behalve dan in hoe is het mo
gelijk de stad, waar de bakermat der Neder-
landsche vrijheid staat: den Bricl.
Uit de krantenberichten valt af te leiden, dat de
Burgemeester uit vrees voor verdere verspreiding
van de gevreesde kinderziekte de feestelijkheden
heeft afge'ast en dat de bevolking daarover in
woede ontstoken is, zoodat de feestelijkheden in
re'letjes veranderden. Best mogelijk, dat de Bur
gemeester al te angstig is geweest en verder ging,
clan noodzakelijk was. Ook in andere gemeenten
komt kinderverlamming voor en er wordt reke
ning mee gehouden, maar de burgemeesters be-
paa den zich tot waarschuwingen aan het publiek
en gingen niet tot het nemen van zulke krasse
maatregelen over.
We laten dit speciale geval maar verder rusten,
maar in 't algemeen kan wel gezegd, dat vooral
burgemeesters van kleine gemeenten (de goeden
niet te na gesproken!) wel eens minder soepel
optreden dan die van groote gemeenten. Sommige
journalisten hebben geschreven over het schoon
ste: moment bij de Amsterdamsche huldiging,
toen de menigte de afzetting van politie en mili
tairen doorbrak om toch maar van dichtbij de
Koningin toe te juichen. Zeker was dat een mooi
moment, omdat er een spontane liefde uit sprak
van het dankbare volk voor zyn Jubi'eerende
Koningin en er dreigde ook geen enkel gevaar
voor het leven der Vorstin; ze is te midden van
het volk van alle rangen en standen even veilig
als achter een haag van zwaar gewapende ruiters.
Maar dat is de kwestie ook niet. Gode zij dank,
behoeven hier geen veiligheidsmaatregelen ge
nomen te worden al denkt de politie natuurlijk
ook aan het ondenkbare de ordemaatregelen
zijn noodig in het belang van het publiek zeltf.
Zonder voorbeeldige orde zouden de ouden van
dagen en de zwakken onder den voet ge>'oopen
worden, zooals ons beschreven is in 2 Koningen-
7 17 en v-.v„ en zooals wij Zaterdagavond zagen
(1857-1638)
door J.5N0Epj
18)
MAAR noch van Staden, noch zijn
vrouw verliezen ooit uit 't oog,
dat ook de zonen van Cham mensen
zijn voor de eeuwigheid geschapen. En
de kloeke boerin zal zeker geen middel
onbeproefd laten om Alexander weer
spoedig op de been te helpen.
Andries en Jan hebben zich gehaast
om weg te komen. Want ze willen er
bij zijn als straks wordt meegedeeld
wie de eerste gouverneur der vrije
Trekboeren zal zijn.
Voor de bekende tent van Retief ziet
't zwart van mensen. De mannen, die
stemrecht hebben, staan vooraan,
maar ook zijn er veel jonge Boeren
en knapen, zelfs vrouwen ontbreken
niet.
De spanning zit in de lucht, ofschoon
bijna niemand er aan twijfelt wie tot
de hoge post geroepen zal worden.
Ja, als er niet een man als Retief was,
dan zou 't er droevig uitzien. Want
er zijn onder de Boeren vele dappere
en wijze mannen, die best gouver
neur zouden kunnen en misschien
wel ook willen zijn: Gerrit Maritz,
Piet Uijs, Hendrik Potgieter, Sarei
Cilliers en nog wel meer anderen.
Maar werd één van deze mannen ge
kozen, dan zouden velen hem niet als
den leider willen erkennen, en onge
twijfeld zou weer 't twistvuur op
laaien, dat vroeger in de Kaapkolonie
al zoveel onheil heeft veroorzaakt.
Alleen Piet Retief is de man wiens
leiderschap algemene erkenning zal
vinden en om wiens verkiezing allen
zich zullen verblijden.
De jongens komen ogen tekort om
dit ongewone schouwspel op te ne
men. Ze wijzen elkaar de bekende
Boeren aan, wier namen ze al zo
vaak hoorden en die zich dapper ge
dragen hebben in de vele schermut
selingen en felle gevechten met de
kaffers. En ook houden de makkers
de oren goed open, want ze horen hier
vertellen van het grote onrecht, dac
de Hollandse stam van Engeland
heeft te verduren gehad, vele jaren
lang.
„Stilte!" wordt er opeens geroepen en
allen geven aan dit verzoek aanstonds
gehoor. Geen woord wordt meer ge
sproken, de spanning heeft nu 't hoog
tepunt bereikt en allen kijken naar de
veldtent van Retief.
Enige mannen treden naar buiten
Een van hen gaat op een grote vier
kante kist sitaan en deelt dan mede,
dat met algemene stemmen Piet Re
tief is gekozen tot gouverneur der vrije
Trekboeren.
De spreker heeft een duidelijke, door
dringende stem en zijn mededeling
wordt door allen verstaan. Hy heeft
nog meer te vertellen, en allen luiste
ren naar hem met de grootste aan
dacht.
Op deze historische dag is niet alleen
de eerste gouverneur gekozen, maar
ook is de grondwet vastgesteld van de
nieuwe staat, die men hier in Zuid-
Afrika hoopt" te vestigen, 't Zijn maar
tegen artikelen .waaruit die grond
wet bestaat, en de voorlezing vraagt
niet veel tijd.
De Boeren luisteren er naar met inge
houden adem. Hun stoere koppen staan
ernstig, maar ook schittert er geest
drift in hun ogen. Ze hebben de Kaap
kolonie verlaten, omdat de Engelse
bemoeizucht voor hen onuitstaanbaar
werd. Ze zyn op weg naar een nieuw
vaderland en hopen daar met Gods
hulp een stekje van de oude Holland
se stam te planten. Ze zullen optrek
ken onder één gouverneur, ze zullen
leven onder één en dezelfde wet. O,
Gods goedertierenheden op deze dag
zijn groot en geweldig en op aller ge
laat staat blijdschap en dankbaarheid
te lezen.
Als de voorlezing geëindigd is ontstaat
er beweging onder de schare. Men wil
den nieuwen gouverneur zien, en er
f.;aat een hartelijk gejuich op als Piet
Retief op de grote kist heeft plaats
genomen.
De meeste Boeren kennen hem wel,
maar ook de vrouwen en kinderen
willen hem zien. En daar staat hij
dan: de eerste gouverneur der vrije
Trekboeren, de man die hen leiden
zal naar het nieuwe Vaderland!
Retief wenkt met de hand: hij wil in
dit gewichtig ogenblik iets zeggen, en
't wordt heel stil onder de grote me
nigte. Retief is een goed spreker, hij
behoeft nooit naar zijn woorden te
zoeken, en hy verstaat de kunst om
zó te spreken, dat zelfs de eenvoudig
ste hem zou kunnen begrijpen.
Andries van Staden stoot zijn makker
aan. „Nu goed luisteren", zegt hij.
Maar deze waarschuwing is voor Jan
Greyling helemaal niet nodig, want
de jongen brandt van nieuwsgierig
heid om te weten wat de nieuwe gou
verneur te zeggen heeft.
Retief dankt de Boeren voor 't grote
vertrouwen, dat ze in hem hebben ge
steld, hij hoopt met Gods hulp te tonen
dat vertrouwen ook waardig te zijn.
Hij herinnert aan de smaad en ver
achting, waarvan zij in de oude kolo
nie waren prijsgegeven. Ze hadden
daar veel van de kaffers te lijden en
bijna nog meer van de Engelse tegen
werking. Toen hadden zij 't besluit ge
nomen het oude vaderland te verla
ten en te trekken naar een nieuw
vaderland. God had hen tot op deze
dag gezegend en van nu voortaan zou
den ze als één volk, als zonen van de
zelfde Hollandse stam hun plaats hier
op de Afrikaanse grond innemen. Op
dat laatste komt 't aan. Als de twee
dracht nu weer binnen sluipt, is alles
onherroepelijk verloren. AJleen een
dracht maakt macht. Als we een
drachtig optrekken zullen we geen
prooi worden van de woeste kaffer
stammen, waarmee we straks zullen
moeten onderhandelen. Maar ook
slechts als een eendrachtig volk zul
len we Gods zegen op al onze grote
plannen mogen inwachten, want al
leen waar liefde woont gebiedt do
Heer de zegen.
Als Retief gesproken heeft, doet domi
nee Erasmus Smit een aangrijpend ge
bed. waarin hij 's Heeren zegen af
smeekt over de gewichtige besluiten
van deze dag.
En dan is de grote volksvergadering
geëindigd.
Maar opeens zet een zware stem een
bekend psalmvers in. Al de mannen
ontbloten eerbiedig 't hoofd. En allen
zingen mee: de mannen en de vrou
wen en de kinderen:
Ai ziet! hoe goed, hoe lieflijk
is 't, dat zonea
Van 't zelfde huis als broeders
samen wonen
Vol goede moed verlaten allen de ver
gaderplaats.
,,'k Heb zelden zo'n mooie dag be
leefd", bromt Oom Koos.
En hij zegt wat velen denken.
Wordt vervolgd)
EEN KLOK, DIE JE NIET BEHOEFT
OP TE WINDEN
DIT moeilijke maar aardige knutselwerkje
kreeg ik van Oom Pie"t, die blijkbaar be
hoort tot de trouwe lezers van onze Kinderkrant.
Nu hoop ik maar en 'k vertrouw 't ook wel
dat tekening en beschrijving in 'orde is. Want
in deze drukke feest weken heb ik heus geen tijd
gehad om dit knutselwerkje eerst zelf eens te pro
beren.
Hier volgt dan de beschrijving:
Van een magneet met bijbehorend anker bij
voorbeeld van een oude electro-motor of een dy
namo en van een paar tandraderen van een
oude wekkerklok, kan je een electrische klok ma
ken, die je nooit behoeft op te winden.
Aan de as. van het anker wordt een slinger beves
tigd met een metalen arm. De bedoeling is, dat de
stroom, die door het anker gaat, verbroken wordt
als de slinger de ene kant opgaat en gesloten,
wanneer de slinger terug gaat. Dat bereiken we
door de vork G, die op de tekening is aangegeven.
Die bestaat uiit een koperen arm, waaraan twee
tappen bevestigd zijn, de een van koper, de ander
van eboniet.
De arm draait om de schroef S (zie figuur 2), die
voorzien is van een veer, zodat de arm meer of
minder beweegbaar is. Nadat de schroef op de
juiste plaats is aangebracht, zal de slinger, wan
neer hij de ene kant uitslaat, de ebonieten tap en
wanneer hij de andere kant uitgaat de koperen
tap raken. Je ziet dan, hoe de stroom loopt door
vork, slinger en anker en hoe de gewenste onder
breking tot stand komt. Wordt de stroom gesloten
doordat de slinger in aanraking komt met de ko
peren tap, dan trekt de magneet het anker en dus
ook de slinger in verticalen stand, maar door de
traagheid slaat de slinger nog even door, stoot
tegen de ebonieten tap, de slinger valt terug, tot
deze weer de koperen tap treft en dan weer een
zet, door het sluiten van de stroom, waardoor het
anker verticaal wil gaan staan, die hem weer naar
de andere kant doet slingeren. Hoe nu de bewe
ging van de slinger door middel van de arm, die
daar bovenaan bevestigd is, wordt overgebracht
op het uurwerk, wijst de tekening aan. Door mid
del van veertje F wordt de lengte van de arm ge
regeld.
Een andere manier om de stroom af te breken,
maar niet zb goed, is aangegeven in figuur 3. Aan
de slinger1 wordt een veertje "bevestigd,,dat bij het
slingeren tegen een koperen plaatje slaat, dat door
papier of lak, dan wordt natuurlijk de stroom ook
verbroken.
Als stroombron kan men een paar schelelemen-
ten gebruiken.
Heel Nederland heeft deze week feest gevierd. Op deze foto ziet men Volendamse meisjes, die deel
namen aan de kinderspelen, die daar werden gehouden.
399
een ander veertje opgehouden wordit. Dat plaatje
wordt zo aangebracht, dat het veertje van de slin
ger beurtelings de ene en de andere kant er van
raakt Als nu de ene kant geïsoleerd is, bijv. door