65^acku^ZILVERVOSSEN ALLES VOOR! NIETS TEGEN DEELZENBER Rudolf Steiner en hetGoetheanum VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1938 DERDE BLAD PAG 9 BRUSSEL VIERT DE JUBILEUMFEESTEN Veel Oranje, receptie en Jubileumfilm Men schrijft ons uit Brussel: Evenals in Nederland zelf zijn ook in Brussel de feesten ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin, alsmede de Jubileumfeesten met groote opgewektheid gesierd. Zeer velen hadden zich met Oranje getooid en van verschillende gebouwen en woningen zag men de Nederlandsche drie kleur wapperen. Alle in Brussel wonende Nederlanders, die maar eenigszins gelegenheid hadden, heb ben geluisterd naar de rede die Hare Ma jesteit voor de radio gehouden heeft, en dankbaar hebben zij er mee ingestemd. Het groote feest is gevierd op den 6dpn September. In een der zalen van het hotel Metropole heeft de Nederlandsche gezant gerecipieerd en heel velen zijn daar hun gelukwenschen komen aanbieden. De gezant heeft bij deze gelegenheid het woord tot de agnwezigon gericht hen wijzende op het zeer feestelijke van dezen dag, ziin toespraak besluitende met de uitroep: „Leve de Koningin", waar mede alle aanwezigen instemden. Vervol gens is het Wilhelmus gezongen en bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen ondor aangename muziek van een strijkje. Des avonds om half negen kwam een zeer groot gezelschap bijeen in het Palais des Beaux Arts, waar de Jubileumfilm vertoond zou worden. Tweeduizend bezoekers en be zoeksters, allen in avondtoilet, woonden deze vertooning, uiteraard de eerste in Bel gië, bij. Voordat met de filmvertooning werd begonnen, is nog een toespraaK gehou den door den voorzitter van het Comité van Besturen van alle in Brussel gevestigde Ne derlandsche Vereenigingen, den heer V a 1 c- kenier de Greeve, terwijl voorts een programma van muziek en zang werd afge werkt Na afloop van de filmvoorstelling is het feest tot vroeg in den ochtend voortgezet in de marmeren zaal van het Palais des Beaux Arts. Zaterdagavond biedt de vereeniging „L'm- borgia" haar leden en vele genoodigden een diner aan. Zondag zal het Regeeringsjubileum wor den herdacht in de Ned. Herv. Kerk, waar voor zal gaan Ds. ten Kate. Bloemenweelde in het Paleis AMSTERDAM, 9 September. Het Paleis op den Dam. en dan in het bijzonder burgerzaal met de nabij gelegen galer/jen en de troonzaal is in deze dagen getooid met een schat van bloemen. De Aalsmeer- sche kweekers hebben, zooals bekend is, de troonzaal en de galerij met het edelste van hun producten gesierd, licht-rose rozen en anjers. 'Daarnevens kwamen tal van groote en soms ook ontroerend-kleine bloem geschenken in Behalve zeer fraaie bloem stukken van de hofhouding noemen wij die van de ministers, van de commissarissen der Koningin, het corps diplomatique, de Nederlandsche Bank, alsmede van de be woners van het Noordeinde te 's-Graven- hage. Gisteren na de aubade op den Dam, word Liercan nog namens de duizenden kleine en groote zangers een zeer bijzonder bloemstuk toegevoegd. Het geeft, sterk ver groot, het Kroningsbordje van 1898 weer. Oorkonde voor H.M. de Koningin De Ned. „Arti et Industriae" heeft aan H.M de Koningin, beschermvrouwe van de .vereeniging, een oorkonde van gelukwensch aangeboden, welke het artistieke resultaat is van een prijsvraag onder haar leden. De met den eersten prijs bekroonde tee- kening is op perkament in rood, wit, blauw, oranje en grijs vervaardigd door George Notenboom te Rotterdam. MOETEN GEWONNEN WORDEN IN DE PALMOL1VE VOSSENJACH u„l hii Uw winkelier 5 stukkert Pa ELKE DAG: n een prachtige zilvervos (of f. '00.— r> iiooc Dfi P M R riiwiel. Waarde 1. 60.i- (of f. 45 - in contani Vier autopeds, met ballonbanden. inkelier 5 stukkert Palmofive ingt.vaa.bem eca Dc 390 schitterende hoofdprijzen zijn KïtS"««*U Tdo«. Mmolive.*»*»».. ZEEP OMDAT(maxtmum dertig gorden) bl"lv0eKt ontvangt het" Uitknipboek van deV.|f Er wordt niet gelet op mooi proza. Vertel het bqvoegL ont F(waardt 25. ccm; ons in Uw eigen woorden. Beoefening der medische wetenschap op anthroposofische basis Wat deze geesteswetenschap bedoelt Geen goed zoo goed als Novana- ondergoed en niet duur, dat is het Novana-devies voor 1938. Novana-onder- goed voldoet elkeen i het ts soepel, elegant, en degelijk. In wol, kunstzijde en katoen. Let op het Novana- etiket op elk stukl Rudolf Steiner Het plotseling sterven van den burge meester Mr. P. Droogleever Fortuyn in de Rudolf Steinerkliniek te Schevenin- gen heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de merkwaardige geesteswetenschap van Rudolf Steiner. In de Nieuwe Parklaan te Schevenin- gen is de Rudolf Steinerkliniek opge richt, waar op anthroposofische basis de medische wetenschap beoefend wordt onder leiding van Dr. F. W. Zeylmans v. Emmichoven (schoonzoon van den over leden burgemeester). De Geesteswetenschap is van invloed op nagenoeg elk ievènsgebied en geeft „vernieu wende" kracht aan kunst, paedagogiek, me dicijnen, landbouw, enz. enz. In ons land bestaat sedert eenigen tijd de N.V. Cultuurmaatschappij Loverendale (be drijfsleiding en administratie te Serooskerke, Wal cheren) die de door Rudolf Stei ner uitgewerkte landbouwmethode toepast. Naar men meent, zal de bio- logisoh-dynami- sche landbouw methode de ver borgen kracht bronnen het rijkst doen vloeien en haar voortreffe- heid bewijzen in de kwaliteit der producten en de gezondheid van Wat wil deze Geesteswetenschap? Artikel 2 van de Nederlandsche Anthropo- sophische Vereeniging luidt: De Anthroposo- phische Vereeniging in Nederland is een ver eeniging van menschen, die het zieleleven in den enkelen mensch en in de menschelijke samenleving willen ontwikkelen op grond slag van een ware kennis van de geestelijke wereld. Zij stelt zich ten doel den bloei van een geestesleven te bevorderen in overeenstem ming met het inzioht, dat tot uitdrukking kwam op de oprichtingsvergadering. De naam Anthroposofie beteekent letterlijk mensch-wijsheid of: weten omtrent den mensch. Het is echter deze richting niet te doen om hetgeen de mensch door zijn zintuigen en door het verstand, dat zich houdt aan de zintuigelijke waarneming, omtrent zichzelf en de wereld weten kan. De Geesteswetenschap wil tot de overtui ging brengen dat in den zintuigelijken mensch een geestesmensch leeft, een innerlijke mensch, dien we in-zekeren zin een tweeden mensch kunnen noe men. Anthroposofie is nu datgene, wat de innerlijke mensch, de andere of tweede mensch, weten kan. Die geestesmensch kent geen- grenzen voor zijn kennis. Hij ont wikkelt de geschiktheden, die in den mensch zijn, z'n occulte of geheime krachten in die mate, dat hij ook de bovenzinne lijke wereld kan waarnemen. Zoowel het waarnemingsvermogen als het waarnemingsveld wordt uitgebreid, tot dat met dwingende noodzakelijkheid de laat ste geheimen van het bestaan zijn ontsluierd, en dat op wetenschappelijke wijze. Voor geloof is dus in dit stelsel geen aats meer. De tegenstelling tusschen gelooven en anschouwen heet hier opgeheven. iDe anthroposoof wil reeds hier en nu „schauen". Aan goddelijke openbaring heeft hij geen behoefte. Uit een openbaring valt voor hem niets te putten, wat hij in den grond van zijn geestesleven niet reeds wist. De Geesteswetenschap is een reactie tegen het materialisme en meent daarom recht te hebben op de sympathie van al degenen, die oog hebben voor den verderfelijken invloed van dit stelsel. Op felle wijze bestrijdt zij het materialisme. De materialist aldus Steiner ziet op stof en wordt niet gewaar, dat hij in werkelijkheid geest voor zich heeft, die in stoffelijken vorm verschijnt. De Anthroposofie heft de tegenstelling op tusschen geest en stof. Alles is geest. De wereld en al het bestaande is ontvouwing van den Goddelijken Geest, den Al-Geest. Tegenover het materialisme, dat de stof v e r g o d d e 1 ij k t, zijn verschillende rich tingen opgekomen, die in een ander uiterste vervielen en de stof negeerden. De den kende mensch wordt vergoddelijkt. Ik denk hier aan een treffend woord van Prof. Ph. Kohnstamm „De groote eindstrijd der wereldbeschouwingen zal niet gaan tus schen Christendom en Materialisme, maar tusschen Christendom en Idealisme, tus schen de leer van den Persoonlijken God en die van de goddelijke Idee. Ik acht het een gevaarlijke illusie te meenen, dat de afwen ding van het Materialisme reeds beteekent erkenning van Jezus Christus als onzen De Anthroposofie tracht alle levensgebie den en vrijwel alle historische gedachten- gangen in haar systeem op te nemen, -zoocbat we een wonderlijk mengsel van allerlei voor stellingen in haar aantreffen. De tegenwoor dige leider der beweging Albert Stef- f e n heeft het doel aldus geformuleerd: den vorm, die in het Westen heerscht en het leven, dat in het Oosten stroomt tot een synthese te brengen. Wetenschap, godsdienst, kuituur, kunst, paedagogiek, geneeskunde worden in één groot harmonisch verband gebracht. Te Dornach (bij Bazel) is de Vrije Hooge- school voor Geesteswetenschap, het G o e- t h e a n u m genaamd. Hier klopt het hart van de'beweging. Hier is het centrum en het verzamelpunt. Het tegenwoordige gebouw werd opgericht in de jaren 19251928. Het christendom komt in deze tijdstroo- ming voor in gnostischen vorm, d.w.z. we hebben hier te doen met een vermenging van heidensche elementen met het Christen dom. Goethe wordt als profeet geëerd vandaar de naam Goetheanum. In de kringen van de Geesteswetenschap stemt men met het bekende woord van Goethe in: „Wie wetenschap en kunst bezit, die heeft óók religie. Wie deze beiden niet bezit, die hebbe religie." De eenvoudige doorsnee-mensch heeft de religie noodig, zooals ze in de kerken tè vinden is. De dieper-denkende mensch dringt door tot de kern en krijgt religieus leven uit ware wetenschap en ware kunst. De Anthroposofie doet haar invloed gelden op nagenoeg elk levensgebied, zeiden we. Daarom is de Vrije Hoogeschool in meerdere secties verdeeld. Er wordt les gegeven in voordrachtkunst (spreekkoor en recitatie), in dramatische kunst, in bewegingskunst (eurythmie) en in muziek. Op geregelde tijden worden voorstellingen gegeven in eurythmische kunst (b.v. op eiken Zondag middag) en concerten ten gehoore gebracht. Vooral de bewegingskunst wordt als een waardevol opvoedingsmiddel beschouwt, om dat daardoor hoogere werkingen kunnen ontvouwd worden. Deze kunst vindt dan ook haar toepassing in de naar Steiners beginse len ingerichte Waldorfschool te Stutt gart, waar meer dan 1000 kinderen een op voeding in den geest van de geestesweten schap ontvangen. Voorts zijn er ook medische, natuurweten schappelijke, mathematisch-astronomische af- deelingen, enz. In de jaren 19101913 schreef Rudolf Steiner vier mysteriëndrama's, die in Mün- chen werden opgevoerd. Deze opvoeringen konden echter eerst tot haar volle recht komen in een gebouw en in een omgeving, waarin de architektuur, de plastiek en de beschildering beantwoordden aan de beginselen van de nieuwe geestelijke beweging. De kunstenaars hadden langen tijd onder den verderfelijken invloed van het materialisme gestaan. Dit gebouw zou het juiste omhulsel moeten worden voor hetgeen er in beoefend zou worden. In 1913 werd de eerste steen voor het Goetheanum gelegd. Het geheele gebouw, zoowel uiterlijk als inwending, was vrucht van Steiners scheppenden kunstenaarsgeest. Het verrees op een heuvel in een verrukke lijk schoone omgeving in de buurt van Bazel. Twee elkander snijdende cirkels vormen her grondvlak. Op een wit betonnen-fundament rustte het houten dubbele koepeldak. Het geheel maakt een eenigszins bizarren en vreemden indruk. Men moet echter niet ver geten dat deze bouTjjjtijl uit een nieuwe we reldbeschouwing voortsproot. Wil men deze kunst begrijpen dan moet men (zeggen anthroposofisten) in de geheele sbrooming van de geesteswetenschap leven, zooals men in het Christendom moet staan, indien men b.v. de Sixtijnsche Madonna wil begrijpen. De geesteswetenschap grijpt den mensch in nerlijk zóó levend, zóó sterk aan, dat vermo gens, die anders in hem sluimerden, dus ook talenten op kunstgebied, opgewekt worden. In andere gebouwen b.v. worden g e 1 ij k e zuilen naast elkander geplaatst. In het eerste Goetheanum werden de kapiteelen in voort gaande ontwikkeling gedacht: de tweede zuil was anders dan de eerste, de derde weer anders: het eene kapiteel volgde uit het andere. In 1920 werden de eerste voorstellingen in het gebouw gegeven. Lang heeft het niet bestaan. In den laatsten nacht van het jaar 1922 viel het aan het vuur ten offer. In 1925 werd begonnen met den bouw van het tweede Goetheanum, waarvoor Steiner nog het model heeft kunnen leveren (hij stierf 30 Maart 1925). Dit gebouw heeft een lengte van 90 M., een breedte van 84 M een maximale dakhoogte van 37 M. Het om sluit een ruimte van 110.000 kubieke M. De illustraties geven een indruk van de nieuwe anthroposofische bouwwijze. Het behoeft geen betoog, dat het Christen dom lijnrecht tegenover deze beweging staat. A. B. W. M. KOK. Het tegenwoordige Goetheanum De Indië-vliegroute nog korter? Van Karachi vla Colombo naar Medan. Volgens berichten in de Staats-bladen koestert de K.L.M. plannen om de route Holland-Indië opnieuw te bekorten door Burma, Siam en het grootste gedeelte van Britsch-lndië door haar vliegtuigen te doen overslaan. Men zou voornemens zijn om van Karachi naar het Zuiden af te buigen en dan door te vliegen naar Medan. Van Co lombo zou men een lange etappe, over zee. naar Medan maken, terwijl na Medan de gewone route weer zou worden gevolgd. om zich bij de huidige, bewogen en onzekere tijdsomstandigheden bij het bestellen van thee te realiseeren, dat de bekende GOALPARA behalve een bijzonder smakelijke kop thee U middels hare luchtdicht GESOLDEERDE LOODVERPAK- KING gratis garantie biedt, ons heerlijk product zoo noodig zeer langen tijd te bewaren, MELANGE 38 CT. PER ONS Gesel. Oranje Pecco 34 ct. p. ons Indien Uw winkelier geen echte GOALPARA loodverp. heeft, schrijve U rechtstreeks aan de: Imp. SWEEPS H. Mij., Heerengracht 451, A'dam POSTGIRO 18738 per 3 en 5 ponds kistje ca. 10 a 20 cent per pond voordeeliger. Rauwe eendeneieren voor consumptie Naar aanleiding van ziektegevallen als gevolg van het gebruik van rauwe eenden eieren, zijn eenige Koninklijke Besluiten uitgevaardigd en in werking getreden ter voorkoming van het gebruik van eenden eieren voor consumptie. Gebleken is n.l., dat sommige leggende eenden met paratyphus zijn besmet Het K.B. van 11 Juni 1937 bevat het verbod van gebruik van eendeneieren bij de bereiding van consumptie- of roomijs terwijl een tweetal Koninklijke Besluiten, gedateerd 13 Juni 1938 het verbod van het gebruik van deze eieren als grondstof van voedingsarti kelen geheel verbieden en het voorschrift dat de eieren voorzien moeten z'jn van een stempel „eendenei, 10 minuten koken", be vatten. De besluiten laten ontheffing, na beoor deeling door den directeur van den waren- keuringsdienst open. De Eemnesser ruilverkaveling Wij vernemen, dat Gedeputeerde Staten van Utrecht in verband met de Eemnesser Ruilverkaveling thans het voorloopig plan van het blok en van de wegen en water- loopen hebben vastgesteld en tevens heb ben bepaald dat de stemming door de be langhebbende eigenaren over het al of niet doorgaan van de verkaveling zal worden gehouden op Vrijdag 4 November a.s. om 2 uur n.m. in het Verecnigingsgebouw le E emnes. Het blok van verkaveling is ongeveer 2100 HA. groot, verdeeld over 1500 cadastrale pcrceelen en deze behooren aan ongeveer 500 eigenaren. Er zullen ongeveer 23 KM. verharde wegen worden aangelegd. In omvang overtreft het project de be kende Staphorster ruilverkaveling. Het is tevens de eerste verkaveling welk volgens de bepalingen der nieuwe ruilverkavelings- wet 193S zal worden behandeld, ROFFELRIJMEN. HET, TOPPUNT Van alle malligheid, "begaan In deze blijde dagen, Heeft Dalfsen op Oranjedag Wel het record geslagen. Daar kreeg een knaap van zeventien In 't hoofd zich te verkleeden En in een passend feestgewaad De straten te betreden. Hij vond op zolder in een kistt Uit lang vervlogen dagen, Een pandjesjas en boord en das Die opa placht te dragen. Hij gaf zich met een streepje zwart Twee fraaie bakkebaarden, Terwijl een pracht oranje hoed Het evenwicht bewaarde. Alzoo hoogst vroolijk uitgedost Begaf hij zich naar buiten. Daar werd hij luide toegejuicht Door buren en kornuiten. Maar toen hij bij het feestterrein Van Dalfsen was gekomen Verstoorde plots de overheid Zijn vreugdevolle droomen: Door drie agenten werd de blaag Gelast naar huis te keeren Teneinde zich fatsoendelijk Te steken in de kleercn! De jongen ging, doch onderweg Bewogen hem de buren Zich niet om zulk een kleinigheid Naar huis te laten stieren. Maar als hij een bekeuring kreeg1 Die strop wou hij niet halen! Geen nood: dan zou de 1 Zoo is hij voor de tweede maal Naar 't feestterrein getogen. Maar dat kon Dalfsens overheid Natuurlijk niet gedoogen: De jongen werd gearresteerd En moest op 't raadhuis komen Waar zijn „vermomming" opa's pak) Werd in beslag genomen. Daar volgde ook proces-verbaal Omdat die blaag der blagen Zich „onherkenbaar en vermomd" Op straat had durven wagen.,,I (Nadruk 'verboden) LEO LENS WRAKSTUKKEN VLIEGTUIG OPGEVISCHT De botter U. K. 66 is IJ m u i d e n binneni gekomen, nadat deze nabij Noordwijk een hoogteroer en een staartstuk van een vlieg* tuig had opgevischt, vermoedelijk van Eiu gelsche nationaliteit, De wrakstukken zijn! door de politie .van boord gehaald en ge* torgen. Officieele Berichten Onderscheidingen Aan den kapt. C. M. Ollflers. van den staf det» int, Ls vergunning verleend tot het aannemen en het dragen op de uniform van de ordetee* kenen van het kruLs van verdienste 3e kl. van de orde van den Duitsohen Adelaar. egekend is de aan de orde van Oranje* au verbonden eere-medaille in brons aan H, oemd 1a tot ridder in de orde van Oranje* au W. A Blokker te Slttard. Leger en Vloot Bij beschikking van den minister van Defensie !|jn de volgende plaatsingen gelaat: de luits, :er zee 3e ki. A. J. de Graaft, J. v. Hemert, W, r. v. Trigt, aan boord Hr Ma Tromp, J. A Sil* levia, H. O. Jorlasen, A F. Eibers, B. ter Brake, W. A de Looze, en P. Buasemaker, aan boord Hr Ms Sumatra. J. C. K. Leeksma, T. Vermeüden, en J. A v. Beuaekom, aan boord Hr Ma Gelder land, officieren van den marinestoomvaartdienst 3e kl. L. Prluaen aan boord Hr Ma Tromp. H. J. A. M. de Jong, B. P. A Wamelink en J. W. Iters, aan boord Hr Ms Sumatra, officieren i administratie 3e kl. J. Sluijter, aan boord Hr Ma Tromp, A. L. Vrlena, aan boord Hr Ma Sumatra, 2e luita. mariniera G. Groenewegen, H. S. den Hartog. A. M. W. C. von Pohlreich, aan u-)ord Hr Ms Wachtschip te Willemsoord. Eervol ontslag is verleend aan den res.-le-lult, Mr K. H. Gaarlandt, van het 3e reg. veldarti n den gep. res.-kolonel J. W. v. Oorschot, den generalen staf, wlen sedert de tltu- rang van generaal-majoor is toegekend, £..VLTmnl,n* verleend tot het aannemen en het dragen op de uniform van de ordeteekenen van- kruis van verdienste met de ater der orde vaa vaS hrt comml°dcu'- ord. van het Legioen van Eer en commandeur in de orde van het Britsche r'ük. 6.RVAM DERBEÊIL (75 Toen Vermeer aankwam vond hij ze bij elkaar om de tilbury, gereed om weg te rijden. Een oogenblik kwam de gedachte bij hem op nogmaals naar den Elzenberm te tuffen om 't goede nieuws te gaan mededeelen, maar een wrevelige afkeer was sterker dan zijn goede voornemen en dus liet hij hen vertrekken. Ja, zeker, ze waren op den Elzenberm erg ongerust. Lindert had de vraag op zijn lippen: „Zoude niet vuruit rije?", maar hij vond in de houding van den ingenieur iets afgemetens, dat hem vreemd voorkwam. Er moest iets ge beurd zijn thuis. „We zien oe nog wel is gaauw verschijne!" zei hij na een handdruk. Gijs bedankte nog voor alle moeite. I De terugweg duurde hun veel te lang en toch draafde de witvoet wat hij kon. Tinus vertelde smakelijk van 't dansend Zeehondje. Met z'n tweeën op 'n klein bootje als de Tijmer wild is, nou, eerlijk gezegd hij zat net zoo lief in de tilbury. „Misschien is 't vaoren nou wel gauw aafgelooipe", merkte Gijs op. Hij wist niet, dat onder de stukken die op 't provinciale kantoor ter onderteekening gereed lagen, ook was de be noeming van 't personeel aan de Buitensluis. Zijn hoop op menschen en 't vertrouwen op hun woord was ij del. Op den Elzenberm waakten ze als bij een doode. Hein de Graauw wist geen troostwoorden meer te vinden, 't Was middernacht geweest en nog was er geen nieuws. Doch zijn eenige hoop was, dat Gijs en Lindert nog niet terug waren. De onzekerheid martelde hen. Zooals zoo vaak in derge lijke omstandigheden begonnen ze al te veel hun hart uit te storten. Stijn klaagde, dat ze 't nu zoo goed hadden en nu net moest dit erge gebeuren. „Mer 't is toch nie zeker", onderbrak Hein en Lijntje ver maande haar. „Meske, ge mot nie opstaandig worden, hur". Stijn schreide, haar mond beefde en haar grauwe gezicht met de vele groeven was 't verdriet zelf. „Ja, es gullie mer wiest, waarom oons dut nou wieer over komt, dan zoude wel niks zegge". „Det wit gin miens", besliste Hein. „Jao", snikte Stijn, „ik geleuf 't tochO, o, o, mijn jonges hebbe Jan Donkerstalle laote verdrinke". „Wet zegde nou?" schrok Hein. „Mer det is toch nie waor?" „Jao, det is waor, hur, ze hebben't gedaon. En we hebbe d'r al zooveul vur geleje en 't is nog niet uitgeboet". Ze huilde in haar schort. De anderen keken elkaar aan. „Dan was 't toch zeker 'n ongeluk?" vroeg Lijntje. „Jao, 'n ongeluk, mer zullie hebben 't toch mer gedaon". „Luster is", zei Hein, na een oogenblik nadenken, „ik kan best begrijpen det ge nou op deuzen ooigenblik sukke dingen in oewe kop haalt, mer zeg daor nou nooit mieer wet van, verstaode Stijn, nooit hur". Lien verzekerde dat niemand ooit iets zou loslaten van wat ze wisten. Stijn schaamde zich. Ze zaten nu te beraadslagen wat ze doen moesten. Ze konden toch niet hier blijven. „Gaode gullie mer nar bed", zei Hein, „ik zal wel hier blijve, of bij Stijne, det is mijn Hij wilde zijn zin niet voltooien. Liens blikken troffen hem. „O, Hieer", schoot het door hem, „wet is ze toch mooi". Hij zou liever hiér blijven! Even keken ze nog buiten. De lucht was ontstuimig. Langs de sterren joegen de wolkenrafels. Daar, op de Steeg, was 'n lichtje. „Kek is", zei Hein, „daor hedde oew Vaoder". Lien stond naast hem in de deuropening. Ze keek en onN waarde t gelig lantarenschijnsel, dat telkens achter een boomstam verdween, „Jao, det zijn ze". Nu waren allen in de deur. Zenuwachtige spanning. Stijn trilde op haar beenen en wrong haar handen. Haat adem ging snel. „O, wet zal 't zijn?" Lien greep n zwarte omslagdoek en ging met Hein naat ae poort. En de eerste Elzenbermers. die de drie menschen in de tilbury zagen, waren zij en Hein. naast den weg staande. ioen was de spanning gebroken. Tinus vloog over 't erf naar zijn moeder. „Zijde daor, jonge", was 't eenige wat ze uitbracht, toen moest linus haar ondersteunen. „Waor is Sijke?" „Die zit bij oons zeï Stijn, „gao mer gaauw", (Slot volgt)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9