Dr COLIJN OVERZIET VEERTIG JAREN DINSDAG 6 SEPTEMBER 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Groeiende gehechtheid In stille bewondering voor den vooruitgang Beslechting van den schoolstrijd Uitkomsten van het regeeringsbeleid nergens overtroffen Boven alles: dank aan God Aan de rede. die onze minister-presi- dent. Dr. H. C ol ij n. vanmorgen in de 'Nieuwe Kerk heeft gehouden, is het vol gende ontleend: Het woerd van den Psalmist, aldus Dr. Colijn, waarin wordt gewaagd van ge dachten, die zich binnen in ons vermenig vuldigen, geeft wellicht beter dan iets an ders uitdrukking aan de gevoelens, die ons in deze dagen vervullen. Veertig jaar is het geleden, dat in.dit zelfde kerkgebouw een 18-jarige vorstin, onder inroeping van de hulpe van den Almachtigen God, het verbond tusschen Oranje Nederland plechtiglijk kwam ver nieuwen. Een verbond dat. naar z n vorm van dezen tijd, in wezen nochtans bogen kan op een bestaan van niet veel minder dan 4 eeuwen. Een band, die in den loop dier eeuwen af en toe verbroken scheen, maar die juist daarna in hechtheid bleek te zijn toegenomen. Is het dan te verwonderen, dat wij in deze dagen bij die geschiedenis van eeuwen verwijlen, dat wij in onze historie de wondere wegen Gods trachten te zien en met name, dat we de gebeurtenissen der laatste 40 jaren in onzen geest laten voorbijtrekken? Om dan ook onzerzijds te zeggen: de gedachten vermenigvuldigen zich binnen in ons en we kunnen er slechts op onbeholpen wijze uitdrukking aan ge ven. T egenstellingen Als we in deze ure de regeeringsjaren sinds 1898 trachten te overzien, dan worden we wel het meest geteroffen door de tegen stellingen tusschen het begin en het eind de zer 40-jarige periode. Tegenstellingen op bijna elk terrein van het leven, maar wel licht het meest opzienbarend op internatio naal gebied. Ongetwijfeld, ook tegen het einde der 19e eeuw waren er allerlei moeilijkheden in de wereld, maar als. we in een vergelijking tre ilen tusschen den algemeenen wereldtoe stand in 1898 en dien van het jaar 1938, dan kan men de kleuren op zijn palet voor 1S9S bijna niet licht genoeg en oip dat voor 193S nauwelijks donker genoeg nemen om de te genstellingen naar waarde te doen uitko- ;men. Is 1898 een jaar waarin de vredesklanken 'overheerschend waren, 1938 geeft ons een wereld te zien, die vervuld is van oorlogsru moer en oorlogsvrees. In 1898 over het algemeen nog een vrij be vredigende vrijheid van goederenverkeer, welke zooveel heeft bijgedragen tot bevor dering van de welvaart der volleen; in 1938 al sinds jaren een ononderbroken strijd op economisch terrein met daaraan gepaarde bemoeilijkingen van het goederenverkeer en daaruit voortvloeiende welvaartsverminde ringen der volken. Groote staatkundige! veranderingen Niet minder trekken de staatkundige ver anderingen, met name in Europa, de aan dacht. .Staten, die hun bestaan met eeuwen berekenden, werden uiteengescheurd; nieu we staatkundige eenihedien ontstonden. Vor stenhuizen, welker naam ons de eeuwen door tegenklonk, werden terzijde gesteld. De monarchale regeeringsvorm, in 1898 in Euro pa nog vrij algemeen, maakte sindsdien in een aantal landen plaats voor den republi- keinschen. Ook in de algemeene geestelijke gesteld heid der menschheid steekt het einde dezer 40-jarige priode niet gunstig af tegen het jaar 1898. Al was ook destijds afwijking van de in een Christelijke levensbeschouwing ge fundeerde begrippen niet zeldzaam, de tra ditie hield toen ten minste nog veel staande, dat thans zonder bedenken ter zijde wordt gesteld. Indien men zich op een dag als deze uit sluitend zou moeten beperken tot een verge lijkende schets van den algemeenen toe stand in de wereld van heden met dien aan het einde der 19e eeuw, dan zou metterdaad getuigd moeten worden, dat het slot van de 40-jarige regeeringsperiode van Uwe Majes teit met wolken en donkerheid omgeven was; althans indien we dat slot zien in den betrekkelijk nog lichtenden glans van het jaar 1898. Het „Je Mamtiendrai" in vervulling gegaan Maar gelukkig is er plaats voor een an dere visie. We willen heden onze feestebjke stemming niet laten beinvloeden door alléén maar te letten op wat de wereld om ons heen te zien geeft; we willen ook acht slaan op de plaats die Nederland temidden dei- volkeren inneemt. En dan herinneren wij ons allereerst het woord uit Uwer Majesteits proclamatie bij de troonsbestijging geuit, dat Zij den eer bied voor den Nederlandschen naam en de Nederlandsehe vlag begeerde te bevestigen, om er dan onmiddellijk met innige verheu ging op te wijzen, dat dit Koninklijk woord ten volle in vervulling is gegaan. Er is immers geen twijfel mogelijk over 't antwoord op de vraag of de eerbied voor den Nederlandschen naam. en de Nederlandsehe vlag door Uwe Majesteit metterdaad beves tigd is geworden Zoo ooit, dan is hier het „Je maintiendrai" in vervulling gegaan. Hiermede houdt ook verband de bijzon dere belangstelling door Uwe Majesteit steeds aan den dag gelegd voor de weer macht van den Staat Zoo is er, ondanks alle verwarring en moeilijkheid in de wereld, zelfs internatio naal reden tot bijzondere voldoening indien we de plaats van Nederland te midden der volkeren in dit tijdsgewricht in beschouwing nemen. Vooruitgang binnen het Koninkrijk De voldoening, die we mogen koeste ren als men let op de plaats van Nederland in het internationale verband, gaat over in stille bewondering, indien men den blik laat gaan over den vooruitgang, die in deze 40 jaren b i n n e n het Koninkrijk viel waar te nemen. Allereerst een in de Westersóhe landen ongeëvenaarde groei der bevolking, 'bevor derd door een voortreffelijke zorg voor de volksgezondheid en gedragen door een even voorbeeldige zorg voor de volkswelvaart. De belangstelling voor den landbouw riep een sterke verhooging van de bodemproduc tie in het leven. Op industrieel terrein valt in deze 4-0 jaren bewonderenswaardige vooruitgang te ver melden. Talrijke belangrijke ondernemingen zijn ontstaan; andere groeiden uit tot tevo ren ongekende afmetingen. Deze indiustrieele bedrijvigheid heeft ertoe geleid, dat thans het aantal industrie-arbeiders in ons land ruim dubbel zoo groot is als 40 jaren ge leden. Van den bloei van den handel getuigt het feit, dat de totale goederenverplaatsing over Utetarsnd [XP* fe», aankomst Onder de zegeningen dezer 40 jaren, die in een rede als deze niet eens alle zelfs maar voor bloote vermelding in aanmerking kunnen komen, is er nochtans één, waar over men kan, noch mag zwijgen. Het is het heugelijk verschijnsel van de groeiende geheahtheid van ons Volk aan het Oranjehuis. Terwijl in verscheidene landen de volken den band mot hun eeuwenoude vorstenhui zen verbraken, werden het Nederlandsehe Volk en Oranje in deze 40 jaren steeds nauwer saamgesnoerd. De roerselen, die het hart van een volk bewegen, zijn niet altijd gemakkelijk te analyseeren, maar in dit geval behoeft men niet zoekend rond te tasten. Dat ook de persoon van den Vorst hierbij niet zonder beteekenis is, behoeft niet nadrukkelijk te worden gezegd, maar kan thans blijven rusten om ons te bepalen I tot de algemeene oorzaken eener verdiepte u x.iu v. waardeering. I net detilè voor M. M. de Koningin tijdens de massale huldebetooglna Ons regeerend vorstenhuis is ig, zijn nor- 4 qq den Dam had heeft. Hierbij den vredespalm aan het Nederlandsehe volk te hebben kunnen uit reiken, is een daad van Uwer Majesteits Re geering geweest, waarvan de beteekenis eerst in later tijd ten volle zal worden gewaardeerd. Van niet minder beteekenis moet worden geacht de bevordering van betere toestan den in de wereld van den arbeid. In de jaren negentig van de vorige eeuw lieten de sociale toestanden en verhoudingen ook bij ons nog veel te wenschen over. Deze toestanden riepen om verbetering en het is niet de minste eere van Uwer Majes teits Regeering in deze 40 jaren, dat hierin geleidelijk belangrijke verbetering is opgetreden. Ontwikkeling der koloniën de grens te water èn te land van tot 1937 is gestegen van bijna 40 tot ten- naastenbij 150 millioen ton. Tot nogtoe stipte ik een en ander aan van wat op commercieel en technisch gebied in de verloopen 40 jaar het belangrijkst mag worden geacht, maar ik zou tekort schieten in de mij zelf gestelde taak, indien ik ook niet gewaagde van heugelijke feiten en voorzieningen op ander terrein. Indien ik bv. naliet erop te wijzen, dat Nederlandsehe wetenschap en kunst bij herhaling door het buitenland werden geëerd; indien ik ver zuimde te gewagen van den groei eener in den regel op.hoog peil staande dagbladpers; indien ik naliet melding te maken van de werken der barmhartigheid, die in deze jaren in aantal en beteekenis zoo wonder baarlijk zijn gegroeid, of indien ik zweeg van alles wat gedaan werd in het belang van de jeugdvorming. Beslechting van den schoolstrijd En waar ik dit laatste noem, gaan onze gedachten tevens uit naar het gewichtig ge beuren onder Uwer Majesteits Regeering, toen het einde werd gezien van een ande- In gelijken zin mag ik mij uiten als we den blik richten naar de deelen van het Rijk overzee. De cijfers van den gezamenlijken in- en uitvoer wijzen op een verblijdende ontwik keling. Tegenover een totaalbedrag, aan in- en uitvoer saam, van nog geen 400 millioen gulden in 1898, wijst 1937 een cijfer aan van ruim, 1400 millioen. Voor Suriname mag van een verdubbeling van den in- en uitvoer worden gewaagd, ter wijl Curasao, door bijzondere oorzaken, wijzen kan op zeer uitzonderlijken vooruit gang. Naast dit alles mag niet worden verzuimd melding te maken van de ingrijpende wijzi gingen, die in het bestuur over Neder- landsch-Indië hebben plaats gegrepen. Gezegende periode uit onze historie Wie nu onbevangen, vrij van elke nei ging tot Byzantinisme, de verloopen 40 jaren overziet; wie daarbij het feit niet veronachtzaamt, dat bijna 25 van die 40 jaren doorleefd zijn onder omstandighe den, die het woord van den Psalmist zoo begrijpelijk maken als hij gewaagt „moeiten en verdriet"; wie voorts eenig begrip heeft van de krachten, die weer staan moesten worden om te kunnen blij ven wat we waren, om te behouden en te verwerven waj we thans als natie ons geestelijk en stoffelijk bezit mogen noe men, die zal ook al houdt hij rekening met schaduwen, die b.v. in den vorm van ernstige werkloosheid, over de laatst', jaren vallen moeten toegeven, dat deze 40-jarige regeeringsperiode tot de meest gezegende uit onze rijke historie behoort; die wordt ook gedwongen tot de erken ning, dat zij de vergelijking met wat el- Ha Haar aankomst in de hoofdstad inspecteert H. M. de Koningin de eerewacht van de studenten-weerbaarheid, welke voor het Haarlemmermeerstation was opgesteld 'en 80-jarigen oorlog dan die waarvan onze ïistoriebladen gewagen. Ik denk bierbij aan le beslechting van den schoolstrijd, die van bngeveer 1840 tot 1920 tot zulke voortduren de politieke spanningen heeft geleid en op de structuur van het parlementaire leven in ons land zulk een beslissenden invloed ge- eters, onder vergelijkbare voorwaarden en omstandighedengeboekstaafd kan wor den, met glans kan doorstaan. De uitkom sten van het regeeringsbeleid dezer 40 jaren mogen elders wellicht geëvenaard worden, wanneer men het geheele veld en het geheele tijdvak overziet, worden ze nergens overtroffen. Dit te kunnen zeggen, ter plaatse waar Uwe Majesteit zich voor axu 40 jaren met een pleohtigen eed aan Haar Volk verbond, is voor beel Nederland Ne de rl an a hier en Nederland overzee oorzaak, dat ons hart overvloeit van eerbiedigen dank. Dank aan Uwe Majesteit, dat Zij al Haar krach ten in dienst van bet Vaderland beeft ge steld, maar bovenal dank aan den Almach tigen God, die U begenadigde met alles, wat noodig was om Uwe hooge roeping te ver vullen op de wijze, als zij vervuld werd. ichausseé's, die de afzetting op den Dam handhaafden, moest het tegen den geestdrift van het publiek afleggen sprong zuiver nationaal. Het wortelt in den zelfden bo.dem waaruit ook onze nationale zelfstandigheid opkwam. Het Huis van Oranje leverde in den eersten Willem den grondlegger van die zelfstandigheid en de latere loten van den stam hebben haar on der vaak onzegbaar groote moeilijkheden, op een enkele uitzondering van korten duur na, weten te bewaren. Vorstenhuis en volk Ktoe'en op denzelfden wortel van nationaal besef. Daaruit vloeit dan de wisselwerking voort tusschen den groei van het nationaal besef en de waardeering voor het Vorsten huis, daarin wortelt het inniger worden van den samenhang tusschen Volk en Vorst. Maar uit die eenheid in den wortel vloeit nog iets anders voort Daaruit resulteert ook het grondig begrip van wat het regee ringsbeleid voor het Nederlandsehe volk vordert. Keizer Karei V, die dit volk óók kende, heeft eens gezegd, dat er geen volk ter we reld is, hetwelk, mits vaderlijk geleid, meer geneigd is de wenschen van zijn vorst te volgen dan het Nederlandsehe, ofschoon er ook geen volk is dat meer afkeerig is van dienstbaarheid. Eerbied wordt bij het Ne derlandsehe volk, zoo ging hij voort, niet ingeboezemd door het verwekken van vrt het is eer geneigd tot stijfhoofdig verzet gen willekeurig krachtsvertoon; het is mee gaand als het met verstand behandeld ordt en zijn rechten en vrijheden worden Onder de moderne verhoudingen is door Uwe Majesteit aan deze zelfde gedachte uiting gegeven bij de eedsaflegging, toen Zij bezwoer de algemeene en bijzondere vrij heid en de rechten van Hare onderdanen te zullen beschermen. En in de proclamatie van den 20sten No vember 191S klinkt het met stoere overtui ging: „Getrouw aan de traditie van mijn Voor vaderen, heb ik nooit anders gewild dan mijn Volk te dienen door handhaving van het recht en bevestiging zijner vrijheden, door verzekering van ieders rechtmatige aanspraken op geestelijk en stoffelijk gebied Gedragen door Uw liefde en trouw, zie ik Mij in die roeping bevestigd." Dat kan een Vorst zeggen, die zich één weet met zijn Volk; een vorst, die de bijzon dere eigenschappen van dat volk niet maar kent, dodh ze ook deelt, die ook in dit opzicht de eerste Nederlander is. Draagster van Oranjetradities Getrouw aan de traditie van mijn Voor vaderen! Dat juist is het. waarom het Volk het onweerstaanbaar geloof bezit, dat zijne rechten en vrijheden nergens heiliger zijn dan in de handen van Uwe Majesteit, als persoon en als draagster van de beste Oranjetradities. Deze gelegenheid leent zich niet tot uit weiding over deze verhoudingen, maar dit mag toch gezegd, dat het overgroote deel des Volks uit den diepsten grond des harten God dankt voor het voorrecht, die rechten en vrijheden zóó veilig bewaard te weten. Ook daarom staat het volk van Nederland met zulk een ongeschokt vertrouwen vóór, achter, rondom den troon der Oranjes. Oók daarom. Maar niet alleen daarom. Want, Majesteit, aan U wordt, naast achting en eerbied, ook de liefde van Uw volk toe gebracht. Het is zoo duidelijk gebleken bij de zware slagen die U de laatste jaren heb ben getroffen. Tweemaal moest de Ko ninklijke grafkelder te Delft worden geo pend om een geliefde Moeder en een diep betreurden echtgenoot ten grave te dragen. Het volk in al zijn lagen heeft toen met U ~iee geleefd en mee geleden. Ook heeft het. soms tot uitbundigheid toe, zich met U verheugd toen onze allerwege beminde Kroonprinses zich met Prins Bern- hard in den echt verbond. En het hart van allo Nederlanders in binnen- en buitenland heeft getrild van blydschap toen Uwe klein dochter het levenslicht aanschouwde. Die vreugde stond wel niet los van zorg en hoop voor de toekomst, maar ze gold vooral niet minder het persoonlijk geluk van het Ko ninklijk Huis. Die hart ontroerende blijken van mee leven zijn wellicht het schoonste merktee- ken voor de plaats, die Uwe Majesteit en Haar Huis onder ons innemen. Geloof, Hoop en Liefde Gebruik makend van de woorden, die de Apostel in een zijner brieven aan de gemeente te Corinthe tot 'n bekende trits verbond, moge ik hier, mij wetend te spreken namens het Volk van Nederland ten slotte alles samenvatten in de getuid genis van ons onwrikbaar G elo of in de heilzame werking van het voortbestaan!, van den band tusschen Nederland ert Oranje, in de uiting onzer vurige Hoop dat de Almachtige God ook in dat op zicht zijne gunst over Land en Volk be+ stendige en in de verzekeringmet diepe overtuiging uitgesproken, dat het volk vart Nederland, óók in de toekomst, U zal blijven omringen met zijn warme Liefde en zijn ongebroken trouw. BINNENLAND Vreugdevuren langs de kust Duizenden kijkers te Scheveningen 's-GRAVENHAGE, 6 Sept. Op groot- sche wijze heeft de Nederlandsehe jeugd H. M. Koningin Wilhelmina aan den vooravond van den nationalen feestdag gehuldigd. Niet minder dan 225 vreugdevuren zijn gisteravond langa de Nederlandsehe kust, de grenzen en in de provinciale hoofdsteden ontstoken en vele duizenden jongeren hebben door hun medewerking en aanwezig heid deze symbolische daad luister bij gezet. Op het Scheveningsche strand is het vuur voor het Seinpostduin ontstoken en behalve de talrijke jongerenorganisaties, die om het vuur geschaard stonden, waren op den boulevard nog duizenden kijkers aanwezig. De deelnemers verzamelden zich om S uur aan de Noordzijde van de Visschers- haven, vanwaar zij met de muziek van het jongeliedenmuziekcorps „Juliana" aan het hoofd, naar het strand marcheerden. Daar waren inmiddels reeds aangekomen de wethouder van onderwijs, prof. Van der Bilt, die de jongeren zou toespreken, als mede de voorzitter en secretaris van het comité ter luisterrijke viering. Nadat het vuur door de padvinders was aangestoken hield prof. Van der Bilt een korte rede, welke door middel van luid sprekers overal in den omtrek van het' strand en boulevard te volgen was. Oorkonde voor H.M. de Koningin Van de R.K. Universiteit NIJMEGEN, 6 Sept. Rector en senaat der R.K. Universiteit te Nijmegen hebben aan!. H. M. de Koningin in verband met haar, veertigjarig regeeringsjubileum een oor-t konde van gelukwenschen aangeboden, welke op artistieke wijze is uitgevoerd. Christelijk Werkgeversverbond Jaarvergadering uitgesteld tot 10 Oct. a.S* De jaarvergadering van het Chr. Werkt geversverbond is verschoven van 28 Sept tember tot 10 October a.s., zulks in vert band met de dienstregeling der Rotterd. Lloyd, welke maatschappij wederom éénr harer Indië-booten welwillend beschikbaar stelde voor het gebruiken van een maaltijd. Zooals meegedeeld zullen Dr A. A. L. Rutgers te 's-Gravenhage en de heer W. de Vries Gzn. te Amsterdam spret ken over de „Economische samenwerking tusschen Nederland en Ned.-Indië".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5