kleu-fer-krantje»
OPLOSSING
van de raadsels in de vorige Kinderkrant
I. Krank; drank.
II. Kampen; Zwolle; niets.
III.
Zy had de fonkelende diadeem op 't blonde
hoofd en was gekleed in een mantel van pur
per en hermelijn. De sleep van deze mantel
werd gedragen door de vier oudste adjudanten
van de Koningin.
De muziek liet de klanken van het oude Wil
helmus horen en zo begaf de Vorstin van acht
tien jaren zich naar de plaats waar de plech
tige inhuldiging zou plaats hebben.
De mensen, die dit schouwspel hebben bijge
woond, vertelden later, dat het onvergetelijk
Laten we dankbaar zijn, dat deze oude foto is
bewaard gebleven. Zo kunnen ook wij ons nog
enigszins voorstellen, hoe de plechtige inhuldi
ging, die straks in heel Nederland feestelijk
herdacht zal worden, veertig jaar geleden
plaats had.
Toen de Koningin bij de kerk was aangekomen,
werd zy door een commissie van leden der Eerste
en Tweede Kamer ontvangen en het gebouw bin
nen geleid.
Alle aanwezigen waren eerbiedig opgestaan en
onder ademloze stilte nam de Koningin plaats
op de troon.
En toen begon de plechtige inhuldiging, waar
van wy in de vorige Kinderkrant iets vertel-
Veertig jaar geleden aanvaardde Koningin
Wilhelmima de regering.
En nóg is zij onze Vorstin.
We danken God voor alles, wat wij in haar be
zitten en hopen als jongens en meisjes haar 40-
jarig regeringsjubileum opgewekt en bly met
heel ons volk mee te vieren.
I. Vijf buitenlandse steden
Zoek in de volgende zinnen buitenlandse steden:
De huishuur wordt per maand berekend.
Neen, het wordt te laat. Ik wil naar huis.
Het spyt mij dat ik tegen u aanliep.
Hij zat daar als een oud, inéén gedoken mannetje.
Kijk eens naar Jacob: armen en benen beweegt
hy.
Zó dacht hij er over
De heer van het kasteel wandelt zijn stallen eens
rond en ontmoet het zoontje van zijn koetsier.
„Zo ventje", zegt hij, „weet je wel, wie ik ben?"
„Jawel", antwoordt het kind, „u bent de man, die
altijd in vaders rijtuig zit!"
UIT WELK LAND KOMT
DE VLIEGMACHINE
land ze komt? Evenals de auto's, die uit het
buitenland komen, zijn de vliegtuigen voorzien
van haar nationaliteits-kcnteekenen. Nederland-
sche machines dragen altyd de letters PH; ieder
een in ons land weet dat natuurlijk wel. Wij
willen hier nu nog een lijstje geven van de let
ters voor vreemde landen. Het cijfer geeft het
aantal beginletters aan van de naam der maat
schappij. Voor Nederland is het dus PH3. De drie
komt van K.L.M. (Het cijfer staat niet op de
vliegmachine, hoor).
België: OO 3; Tsjecho-Slowakije: OK 3; Dene
marken: OY (of ook OU, DV, OX) 3; Engeland
G 4; Nederland PH 3; Italië: I 4; Noorwegen:
LN 3; Zwitserland: HB (met verschil'ende getal
len); Spanje: EC 3; Zweden SE 3; Duitschland:
D (met 1 cijfer); Hongarije: HA 3.
ZOEKPLAATJE
II. Zes bloemennamen
Welke bloemen kan men maken van;
Thea Ronis; Bé Anigo; Otto Derblem; Dien
Ruspek; Loek Perfamie; Rosa Plok.
IH. Wie ben ik?
Ik ben in het kippenhok; één letter er voor en ik
ben op de akker; één letter daarachter en ik ben
een roofvogel; één letter vóór de roofvogel en ik
ben een jongensnaam. Welke?
IV. Niet moeilijk te raden
Mijn eerste noemt den besten vriend dien we
hebben, mijn twede noemt een wandelweg dwars
door de golven en m'n geheel wordt gebruikt om
te schrijven.
,VAN TWEE KLEINE
KLOMPJES
Door E. DUSSE
2)
"|IKKIE weet het niet. Maar ais ivioeder weg-
gegaan is, zonder één keer te wuiven, zon
der nog even naar hem om te kijken, dan kruipt
Dikkie onder de dekens en hij huilt héél zachtjes,
omdat Moeder boos op hem is en de Heere
Jezus, en allemaal
II. Dikkie krijgt klompjes
Klap gaat het en rikketikketik.
Als Dikkie in de zandbak is. weet hij precies
wat het betekent. Klap, dat is 't hekje, en rik
ketikketik zeggen de grindkeitjes als er een
fiets over rijdt.
Dan komt Vader, en Dikkie loopt hard naar 't
hekje.
Nu niet! Nu hóórt hij 't niet eens! Nu ligt hij
diep onder de dekens en de vormpjes en de
zandbak zijn helemaal alleen.
..Kiekeboe", zegt Vader, met z'n hoofd om de
keukendeur.
..Kiekeboe". Maar hij ziet Dikkie niet. Alleen
Moeder maar. die zusje aan 't helpen is.
..Waar is onze kleine broekeman?" vraagt hij
verwonderd.
..Die is stout geweest", zegt Moeder, nog een
beetje boos.
„Hij moest voor straf naar bed". Moeder ver
telt wat er gebeurd is. Vader heeft wel een
beetje medelijden met Dikkie. Een hele middag
376
in bed, als je alleen maar vergeten hebt, je
voeten te vegen. Dikkie is nog zo klein. ,,Ja
maar," zegt Moeder, „hij vergeet het a 11 ij d.
En hij is toch al vijf jaar. Als ik boven ben,
loopt hij me na, en maakt de traploper vuil. En
't helpt niet, al zeg ik 't iedere dag. Als ik er
maar iets op wistMaar als verbieden niet
helpt, m o e t hij er toch wel straf voor hebben?"
Vader drinkt met een ernstig gezicht z'n thee.
Hij wil zo graag iets bedenken, waardoor
Dikkie leren zal, z'n voeten te vegen, 't Is ook'
wel erg naar voor Moeder. Ze is al druk genoeg
met klein zusje.
Ineens lacht z'n hele gezicht. In z'n ogen schitn
teren kleine lichtjes. En hij roept:
„Nou weet ik wat! Iets héél moois! Dan komen
er nooit vuile voetjes meer in huis!"
Moeder is nieuwsgierig. Ze heeft er al zo dik
wijls over gedacht, maar nooit een oplossing
gevonden.
Als vader 't in haar oor gefluisterd heeft,
lacht ze ook.
Wat dom, dat ze nooit eerder op dat idee ge
komen is.
Vader heeft gezegd: „We kopen voor Dikkie
een paar kleine klompjes". „Zou 't wel hèl-
pen?" vraagt moeder bedenkelijk. „Zou hij nu
niet met klompen aan naar binnen stappen?"
„Vast niet", zegt vader. „Hij is er natuurlijk
erg trots op, en kijkt de hele dag naar z'n
klompjes. Dan vergeet hij vast niet, ze uit te
doen. En dan went hij er zó aan, dat hij er niet
aan dénken zal ze aan te houden in huis. En
zullen we nu de kleine booswicht maar gaan
halen?"
Moeder knikt lachend. Ze vindt, dat hij nu straf
genoeg gehad heeft. Samen gaan ze naar
boven.
Als Dikkie stappen op de trap hoort, en stem
men, gaat hij rechtop in bed zitten. Eerst kijkt
hij naar vader en dan naar moeder. Maar moe
ders gezicht is helemaal niet boos meer. Er zijn
'achrimpeltjes bij haar ogen.
Hij moet aan vader vertellen, wat hij gedaan
heeft, en tegen moeder zeggen, dat hij er erge
spijt van heeft.
Dan krijgt hij van allebei een dikke pakkert en
mag z'n bed weer uitkomen.
Moeder naait aan z'n broek de knoop, die er
straks afgesprongen is en vader zal hem helpen
aankleden. Maar Dikkie moet er om schater
lachen, want vader doet 't helemaal verkeerd.
Dan danst hij op vaders rug naar beneden.
Vader roept heel hard: „Vodden! Vodden! Wie
heeft er nog vodden nodig?" En moeder zegt,
dat ze net twee kwajongens zijn.
Moeder gaat zusje helpen en Dikkie gaat met
vader mee, klompjes kopen. Mooie blanke
klompjes met bruine leertjes. Hij is er geweldig
trots op
(Volgende week verder),
Te beginnen met a.s Zaterdag 3 Sept.
(dus volgende week) zal ons Zondags
blad weer in den omvang van 12 pagina's
verschijnen.
Dit zal. hieraan twijfelen wij niet, onzen
lezers veel genoegen doen.
Donderdagavond
BUITENLAND
IN Parijs heelt men een oogenblik gemeend, dat
het onder invloed van een „tijdrede", door den
minister-president Edouard Daladier den afgeloo-
pen Zondag gehouden, tot een regeerings-crisis
komen zou. Het is echter, tot op heden, bij een
simpele ministercrisis gebleven, ofschoon men niet
te spoedig zich dienaangaande aan gerustheid
mag overgeven. Wat had de premier gezegd, dat
zoo plotseling twee van zijn medewerkers in het
kabinet, de heeren Frossard en Ramadier, die res
pectievelijk de portefeuilles van arbeid en van
openbare werken beheerden, er den brui van had
den? Dat was iets feitelijk weinig opzienbarends,
doch tevens een waarheid, welke wellicht beter
reeds wat eerder ware uitgesproken, namelijk dat
het land arbeid noodig heeft, om zijn bedrijfsleven
te herstellen, arbeid ook om ten aanzien van het
buitenland zijn weerkracht op een behoorlijk peil
te brengen. Hij wees er in dit verband op, dat de
veertig-urige arbeidsweek, onder een der voor
gaande volksfrontregeeringen tot stand gekomen,
een heel respectabel ding is, zoolang de uitvoer
baarheid daarvan niet tegen andere belangen op
botst. Doch zoo in verschillende takken van in
dustrie het bedrijfsleven zichtbaar gaat kwijnen,
omdat de welvaart mindert, en men in andere
ondernemingen den arbeid niet aan kan, zoodat,
bestellingen niet kunnen worden aanvaard, dan
hapert er iets in het maatschappelijk organisme,
en moet de wet, door soepele toepassing, en door
behoorlijke overwerkmogelijkheden, daaraan
kunnen tegemoet komen. In Duitschland arbeidt
men in de metaalindustrie 48 uur per week, in
Engeland 45 uur, in Frankrijk slechts 40. In de
mechanische constructie is de verhouding, uurs-
gewijze 51, 47, 40; in den scheepsbouw 46, 45, 40.
Het noodlottige 40-cijfer verklaart, waarom
Frankrijk in alle opzichten zoo achterop geraakt.
Daladier heeft deze dingen gezegd, en vervolgens
getroost aanvaard, dat twee van zijn medewerkers
hem ontstemd in den steek lieten. Hij vond dade
lijk twee andere.
Wat de linksche arbeiders zullen doen, is nog niet
zeker. Blijft hun parool: De 40-urige arbeidsweek,
gevaar of geen gevaar? Het zal spoedig blijken uit
de houding van de C.G.T., het Fransche, zeer roe
rige Vakverbond. Ontstaat in de gelederen van
deze organisatie beweging en wordt er weder ge
stookt, dan konden er wel weer eens opnieuw
'deiningen gaan aan den dag treden, welke voor
de toekomst des lands funest moeten heeten.
In Praag doet de commissie-Runciman momenteel
heel belangrijk werk. Sinds de voorstellen van de
Tsjecho-Slowaaksche regeering voor de nationale
minderheden binnen de grenzen der republiek wél
concessies bevatten, doch naar de overtuiging van
de woordvoerders dezer groepen in lang niet vol
doende mate, zijn de officieele onderhandelingen
aan het stokken geraakt. Hongaren, Duitschers,
Stówaken, Polen, willen eens en voor altijd hun
positie beveiligd zien tegen al te groote Tsjechi
sche meerderheidswaan; de Tsjechen op hun beurt
zijn bereid water in den wijn te doen, doch niet
zooveel, dat de drank naar hun smaak te slap
wordlt. Zij hebben derhalve het beginsel der auto
nomie gemeend te moeten afwijzen. Waar zoo de
kloof gaapte is het rustig beleid van lord Runci-
man van zeer veel beteekenis geworden. De kalme
Brit onderhoud op het moment nauwe betrekkin
gen met de kopstukken van alle groepen en par
tijen; hy dineert met den een, passeert het week
einde bij den ander, en confereert intusschen
schier onvermoeid. Men fluistert, dat hij de oplos
sing zoekt in een richting, die eigenlijk nog zoo
heel gek niet is. Hij zou namelijk willen, dat het
gebied der republiek werd ingedeeld in gouwen,
die ieder voor zich overwegend één taal spreken.
Op deze eentalige eenheden zou hij dan den staat
willen herbouwen, dus een logische, organische
ordening van onderen af. Het is zonder nadere ge
gevens nog niet te beoordeelen, of inderdaad zoo
danige scheidingslijnen zouden kunnen worden
getrokken, dat homogene bevolkingsgroepen zou
den ontstaan. Vermoedelijk zal ook aan zulk een
herindeeling wel het een en ander blijven hape
ren, omdat in Masarijks en Benesj' republiek talen
en volken verbazend door elkander geschoven zijn.
Doch zoo de minderheden tenslotte in de gouwen
tot geringe cijfers konden worden teruggebracht,
zouden in dezeltfde mate de onderlinge wrijvings-
vlakken kleiner worden, en zou de wet der weder-
keerigheid er wellicht het hare toe bijdragen, dat
men elkande rging waardeeren en verstaan.
Intusschen heeft rond Hongarije een merkwaar
dige internationale belangstelling zich samenge
trokken. Dit land heeft als het ware, tengevolge
van den „Anschluss" ,een nieuwe geografische
status gekregen. Het werd de naaste buur van het
Derde Rijk, den ouden bondgenoot uit den wereld
oorlog. In politis geraakte het wat verder uit de
buurt van Rome, sinds automatisch de Protocollen,
welke aan deze stad haar naam ontleenden, bij de
archiefstukken terecht kwamen, doordat Weenen,
als derde in dezen bond, kwam weg te vallen.
Duitschland maakte van deze gelegenheid ge
bruik, om den Rijksbestuurder Horthy en diens
premier Imredy op bezoek te nooden, opdat de
heeren de nieuwe Duitsche vloot, het uit den
grond gestampte, geweldige leger, en verder alle
„wonderen" van het Derde Ryk eens in oogen-
schouw zouden kunnen nemen. Hongarije behoort
immers tot Duitschlands belangrijkste afnemers,
Langs de kust by Sibolga
en zoo men het nauwer aan zich weet te binden
zou het een voorpost kunnen vormen voor de
Duitsche economische penetratie in den Balkan.
De leden van de Kleine Entente hebben deze ont
wikkeling natuurlijk zeer wel zien aankomen.
Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Joegoslavië acht
ten dan ook den tijd rijp, zich wat beter met de
zich verongelijkt voelende Magyaren te gaan ver-
Op een conferentie .welke in de mooie Joegoslaaf -
sche badplaats Bied werd belegd, heeft men den
Hongaren officieel toegestaan, die bepalingen van
het verdrag van Trianon, welke hun defensie
binnen nauwe perken hielden, als geliquideerd te
beschouwen. De leemte in het veiligheidscordon
zou men, meer „zeitgemass", immers door een
serie van niet-aanvalspacten kunnen aanvullen.
Tot zooverre is dit alles ook aardig gelukt. Rest
nog alleen maar de wensch van Boedapest en
deze is reeds zeer lang en met steeds klimmender
drang geuit dat ook het lot der Hongaarsche
minderheden in de Kleine-Entenite-landen op bil
lijke manier zou wonden verlicht. Daar hapert het
thans nog aan, want men weet voor deze aange
legenheid nog niet de juiste basis te vinden.
Hoofdzaak is, dat men eerst te Praag, waar de
kweslie zeer acuut is geworden, met Runcimans
hulp tot een nieuwe en algemeene regeling komt.
De anderen kunnen dan gemakkelijker volgen.
Toch heeft Roemenië reeds het een en ander voor
bevrediging der Hongaarsche verlangens gedaan;
de druk op de Hongaarsche taa lzail worden ver
minderd; de Hongaarsche Roemenen zullen bij
tcestelijkheden naast de Roemeensche ook hun
eigen oude vlag mogen uithangen, enz. Achter dit
alles ziet men de hand van Engeland, welks poli
tiek van pacificatie momenteel heel ons wereld
deel omspant. Want Londen wil zooveel mogelijk
twisbhaarden opruimen; Europa kan zich geen
wereldoorlog permitteeren.
ranco's antwoord op de vraag der niet-inmen-
gmgscommissie, inzake de terugzending der vry-
wiLMgers, heeft het Spaansche vraagstuk weer
ens een eind achteruit gezet. Dertien maanden
iiad men in den boezem dezer commissie gedispu-
.eerd over deze aangelegenheid, o.a. over de vraag,
op welk tijdstip de beide Spaansche partijen als
oorlogvoerenden zouden worden erkend, vóór of
na de terugzending der vrijwilflige combattanten,
liet moeizaam verkregen compromis, waarbij hij
zich najaa rl937 scheen te hebben neergelegd, is
door Franco's huidige eisch van vóór alle dingen
erkend te moeten worden, geheel en al op losse
schroeven gesteld. Moet men nu opnieuw gaan
praten en praten, en door eenzelfden doolhof van
spitsvondigheden heengaan? Franco wil blijkbaar
de zaak der ontruiming maar liefst op haar be
loop laten. Wel kan hy, volgens militaire deskun
digen, thans wel zoo langzamerhand de Duitsch-
Italiaansehe hulp missen, doch de teOiling der
volontairs zou bijna automatisch een opschorting
der oorlogscampagne medebrengen, en d i t is het,
waar hij niet aan wil. Hij meent dat onverwijlde
voortzetting van zijn oorlogs-initiatief zijn vijand
op de knieën zal kunnen brengen, en wil boven
dien niet het risico loopen, dat onjuiste schattingen
aan Barcelona een getalsvoordeel zouden brengen.
De zaak zit dus weer eens voor de zooveelste maal
vast, en de Britsch-Italiaansche verhouding ver
slechtert erdoor met den dag. Met duidelijk cy
nisme bean'woordt Ciano in Rome de vragen van
den Britschen zaakgelastigde aangaande nieuwe
Italiaansche verschepingen naar het Iberisch
schiereiland. Hij neemt niet eens de moeite, iets te
ontkennen, en zegt als het ware met een tartende
glimlach: „Bewys me maar eens wat". Doch dit
3G9
ZATERDAG 27 AUGUSTUS No. 34 JAARGANG 1938
De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant
Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche
Courant en Dordtsch Dagblad