Graslandbemesting Sihi-POMPEN A. BERGHOUT KENGICA e. KIEZELKALK De winning van zuivere, duurzame melk is een groot landbouw- en volksbelang. H. J. van Houten, Rijkslandbouwconsulent. WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1938 No. 441 I/on oJdazr qsl zv&ucte, vwr /oasmr ott-tuCru g Melk- en melkgiftverbetering Organische meststof is noodig Kunstmest veroorzaakte slechte bodemstructuur Zoo langzamerhand gaat men inzien, dat eein voortdurend gebruik van kunstmest en weglating van natuurmeet, van organische mest als stalmest en compost geen goeden invloed heelt op de structuur van den bodem en dus op den groei van <ie planten, die weer de oogstopbrengst beheerscht. Het is vooral ir. O. J. Cleveringa, de rijks landbouwconsulent voor Gelderland, die voor de kennis en de behoefte van den bo dem zooveel reeds deed, die weer eens het pleit voert voor een bemesting met' stalmest en compost op grasland, die vooral op zijn plaats is in een regenrijken warmen zomer tijd, bij voorkeur half Augustus. In het Ned. Landbouwblad wijst hij er op, dat dit het eerste en voornaamste middel is om de structuur te verbeteren. Haar beslissende beteekenis is ons duide lijk geworden, schrijft hij, door het profiel- onderzoek. De structuur van onze overwe gend met kunstmest behandelde graslan den blijkt meer dan treurig te zijn. Zij ver- keeren \»t de oppervlakte in geheel verdich ten toestand, met als gevolg een slecht wor telstelsel van de zode. Dergelijke bestanden ondervinden direct nadeel van droogte, nachtvorsten en hitte en kunnen niet op de juiste wijze hun voordeel doen met voldoen den regen. Ook is de temperatuurregeling van deze gronden zeer ongunstig, ze blijven in het voorjaar lang koud en komen dus Veel te laat tot ontwikkeling. De diepere oorzaak schuilt in het' ontbre ken van leven in den grond, dat de kruimel, structuur in stand moet houden. De levende wezens zijn veel te zwak vertegenwoordigd door gebrek aan organische bemesting. Zelfs de zwaarste stikstoflbemesting kan hieraan niets veranderen. Een behoorlijke kunstmestbeonesting op grasland kan alleen tot haar recht komen op een kruimeligen, diep door- wortelden grond met gezonde grassen- Om het daarvoor onmisbare leven op te wekken, moet in de eerste plaats ge zorgd worden voor een krachtige orga nische voeding als bemesting. Wan neer dit geschiedt in den tijd, dat de levende wezens in ver band met de hoogere bodem- temperatuur er de grootste behoefte aan hebben, verkrijgt men zienderoogen structuur verbetering, op den voet ge volgd door een diepere en be tere beworteling. Gedurende 'den 'drogen kouden voorzomer Van dit jaar met zijn vele nachtvorsten, is de juistheid van het bovenstaande weer op iduidelijke wijze bevestigd, schrijft ir C. ver tier. Graslanden zonder organische bemes ting hebben veel geleden, de grasgroei kwam tot stilstand en vooral de ontwikkeling van het ondergras laat thans alles te wenschen. Ook de kleur was gedurende den ge-heelen voorzomer slecht tot onvoldoende. Overal echter waar voldoende organische bemes ting gebruikt is, bemerkt men hiervan niets. D*ze perceelen hadden reeds in den winter de goede kleur, begonnen vroegtijdig te groeien en hebben van de nachtvorsten geen hinder gehad, hadden door hun diepere be worteling een zeer voldoende ondergras en geven uitstekende opbrengsten van goede kwaliteit. Natuurlijk" wij'st de schrijver hoe kan men anders van hem venvachten op de noodzakelijkheid van een goeden kalktoe- stand van. den bodem voor de kruimelstruc tuur. Hij wijst daarbij op de opmerkelijke resultaten die gezien werden op het gras- landproeveld te VanseevekL Dit reeds sedert 1923 geëxploiteerde proef veld met kaiktoestan'dstrappen bevat per ceelen, die nooit anders dan kunstmest ont vingen gedurende 15 jaren, daarnaast per ceelen, die van 1923 tot 1930 steeds 30.000 K.G. stalmest per TLA. ontvingen, doch daar na niet meer, verder perceelen, die van 1930 tot 1938 alle jaren stalmest ontvingen, doch daarvóór uitsluitend kunstmest en tenslot te perceelen, die sedert 1923 alle jaren een zware staim.estgi.ft ontvingien. De kruimel- structuur houdt hiermede ten naujvste yer- banfd, evenals de beworteling. Duidelijk bleek mi, dat het defeff, 0a'i steetis kunstmest ontving, niettegenstaande een zware stikstofbemesting, sterk reageerde op het weer gedurende dit voorjaar en veel te weinig ondcigras voortbracht. Daarentegen was de productie aan ondergras beter, naar mate de stalmestbehandeling krachtiger was geweest Wordt de opbrengst van gelijksoortige per ceelen met stalmest telkens op 100 gesteld, dan bleek deze op de kalkarme perceelein zonder stalmest slechts 60 te zijn, op de kalkrijkere kunstmestperceelen 75, op de perceelen, die tot 1930 stalmest ontvingen, 70 en op het geheele proefveld gemiddeld 71. De kalkrijkere perceelen hebben dus aan merkelijk meer opgebracht dan de kalkar- in ere, en de stalmestbehandeling heeft de opbrengst met de helft en soms meer ver- Daanbij moeten wij nog in aanmerking nemen, dat ook de kwaliteit van het gras der stalmestperceelen uit vpedings- oogpunt aanmerkelijk beter is. Het gras is veel smakelijker en voedzamer, het geen, behalve door scheikundig onder zoek, tevens bevestigd wordt door de groote voorkeur, die weidend vee ver toont voor de met stalmest behandelde perceelen In 1937 wisten de weiden de schapen zelfs de vier trap pen van organische behande ling scherp te onderscheiden, zij gaven een grootere voor keur aan het gras, naarmate dit in den loop der jaren meer organische bemesting had ontvangen. Blijkens onze ervaring, merkt' de schrijver op, is er nog geen scheikundig laboratorium, dat dergelijke verschillen zoo fijn weet te analyseeren als het weidende dier, geleid door zijn instinct Mineraalgebrek wreekt zich De ziekte bij rundvee in de Wieringermeer Een paar jaar geleden heerschte er onder het rundvee van een aantal pachtbedrijven tn de Wieringermeer een ernstige ziekte, die zich openbaarde in een-hardnekkige diarrhee. Dat was in 1936. Ook in voorgaande ja ren had dit verschijnsel zich voorgedaan eerst bij het ingeschaard jong vee en later ook bij verschillende pachters. Men dacht eerst dat het een voorbijgaan de kwaal was, doch het steeds weer optre den er van leidde er toe dat men bijzon dere aandacht aan dit verschijnsel schonk. Een zeer uitvoerig onderzoek vond plaats. Het resultaat daarvan vindt men thans in een publicatie van het rijkslandbouw proefstation te Hoorn, waarin dr E. Brou wer en A. M. Frens van de physiologische afdeeling van dit proefstation, dierenarts P. Reitsma te Slootdorp en de landbouw kundige ambtenaar van de Wieringermeer directie C. Kalievaart thans betoogen, dat men hier te doen heeft met een gebrek aan bepaalde mineralen. De toe diening van een mengsel van kopersulfaat en cobaltnitraat (driemaal per week resp. 1 en 0.2 gram) werkte gunstig terwijl een mengsel met nog andere elementen niet gunstiger werkte dan het kopersulfaat- cobaltnitraatmengsel. Het onderzoek is nog niet afgesloten, maar het practische resul taat is toch zóó, dat m.en het oogenblik gekomen achtte om de tot op heden verkre gen resultaten samen te vatten. Wél wordt, om eventueele nadeelige giftwerkingen door de toegediende mineralen te voorko men, geadviseerd bij de practische toepas sing voor volwassen dieren kleinere dosses Cu (koper) en ev. Co (cobalt) te gebruiken dan bij de proeven gebeurde en zeker geen grootere. Jonge dieren moeten er steeds minder van krijgen dan volwas sene. In Australië zag men van het cobalt bij runderen reeds een gunstige werking van niet meer dan 1 m.g. cobalt, overeenkomen de met circa 5 m.g. van het in de Wierin germeer gebruikte cobaltzout. Met ho9 weinig men toekan, zullen verdere proef nemingen leetren; het essentieele is, dat men de oorzaak van de kwaal èn daarmede de remedie thans meent gevonden te heb ben. WerM. TijSeris ÏÏét rollen en 'drogen van 'de ztlver- Bij Enkhuizen ligt het belangrijkste centrum van de bloemzadencultuur. Ongeveer 80 pCt. van alle bloemzaad dat in ons land geteeld wordt komt daar vandaan. In den zomer is het geheele land zoo ver het oog reikt, bedekt met een tapijt van bloemen, waarin soms keurig namen geweven (geplant) zijn. MOND- EN KLAUWZEER- BESTRIJDING Een middel om het vee minstens drie maanden te immuniseeren Zooals we reeds vroeger in het kort mede deelden schijnt Prof. Dr. Waldmann, direc teur van het staatsproefstation op het eiland Riems, met medewerking van zijn assistent Dr. Köbe, er na jarenlange onderzoekingen in geslaagd te zijn een methode van actieve immuniseerLng tegen het mond- en klauw zeer te vinden, welke de ingeente dieren met stelligheid tenminste drie maanden, doch waarschijnlijk voor nog langeren tijd, tegen het mond- en klauwzeer immuun maakt. Hierover meldt „Econ. Voorlichting thans: Bij de tot dusver in Duiftschlamd toegepaste passieve immuniseering werd gebruik ge maakt van een serum, dat gewonnen werd uit het bloed van pas van het mond- en klauwzeer genezen dieren. Dit serum bevat stoffen., welke de geïnjecteerde dieren voor 1014 dagen onvatbaar maakt voor de ge vreesde ziekte; na verloop van dien tijdsduur worden de beschermende stoffen weer afge scheiden, zoodat he* betreffende dier dan weer opnieuw vatbaar is. De ziekte openbaart zich daarna echter in niet zoo ernstige mate als wanneer geen injectie zou hebben plaats gehad. Dit serum is vooral van groote waarde, indien zich een tijdelijk besmettings gevaar voordoet, zooals op de markten enz. Voor dit doel zal het ook in de toekomst worden toegepast. De nieuwe entstof, Riemer M-K-S-vaccine genaamd, wordt niet uit het bloed van pas genezen dieren gewonnen, doch den aan mond- en klauwzeer lijdende dieren ontno men. De blaren, welke zich bij deze ziekte vormen, worden verzameld, zoo nauwkeurig mogelijk verdeeld en zoo lang chemisch en physikalisch behandeld, tot de daarin aan wezige ziekteverwekker zoodanig verzwakt, dat deze het geïnjecteerde dier niet meer ziek maakt, doch wel het organisme aan spoort tot het vormen van beschermende stoffen. De groote moeilijkheid bij de onder zoekingen schuilde in het bepalen van den juisten graad van verzwakking van den ziekteverwekker. Derhalve wordt ook thans nog elke hoeveelheid entstof voor de ver zending op haar immuniseerende kracht onder zoohit De beschermende werking openbaart zich eerst 1014 dagen na de inenting, doch handhaaft zich van dien tijd af voor den duur van 3 tot 4 maanden. De uitvinders hopen deze periode op den duur met eenige maanden te kunnen verlengen. De aanvankelijk In beperkten omvang ge nomen proeven werden voor kort met ver bluffend succes bij 30.000 runderen aange wend1: alle geïnjecteerde dieren bleven im muun. Een daarna ingestelde tweede proef neming op groote schaal," welke nog niet is afgesloten, zal, naar het zich laat aanzien, een even bevredigend resultaat opleveren. Daar deze entstof voorloopig alleen bij run deren wordt toegepast, is het voorgekomen, dat in hetzelfde bedrijf, waar schapen aan mond- en klauwzeer leden, de ingeente koeien van deze ziekte verschoond bleven. De vorming van de beschermende stoffen stelt hooge eischen aan het organisme van het ingeente dier. Derhalve moet dit met de noodige zorg behandeld en de eerste dagen op stal gezet worden. Ongeveer 50 pCt. der ingeënte dieren wordt na de inenting koort sig. Dit verschijnsel heeft evenwel geen na- deeldgen invloed op de eetlust en de melk- gift ,is derhalve onschadelijk en volgens Prof. Waldmann zelfs zeer gewenscht. De vaccine wordt op het oogenblik tot een hoeveelheid van 300 liter per week bereid, waarmede 60008000 dieren kunnen worden ingeënt. Deze hoeveelheid is natuurlijk lang niet toereike-mdi voor een behandeling van alle ziektegevallen in Duitschland en dus nog veel minder voor verkoop van elders. De toepassing van het afweermiddel in de ver schillende aangetaste gebieden geschiedt vol gens een vast plan, waarvan niet wordt af geweken. In verband met dit groote succes heeft de Regeering onlangs een som van 2lA millioen Mark voor de uitbreiding van het proef station te Riems ter beschikking gesteld. D.VAN DEN BOSCH Telefoon 28 NAALDWIJK Tuinbouw gereed schappen KASSENBOUW IN IJZER VERWARMING - WATERLEIDING STALEN WAGENS en BURRIES Het fruitfust Advil l het Centraal Bureau De Fruitcommissie van het Centraal Bu reau van de Veilingen in Nederland is ge reed gekomen, aldus de Tuinderij, met haar advies omtrent de standaardiseering van het fruitfust. De leden der commissie heb ben als hun eenstemmig oordeel uitgespro ken, dat er krachtig naar gestreefd dient te worden naar het gebruik van „eenmalig" fust voor het fruit van goede kwaliteit. Verder werd besloten, het bestuur van het Centraal Bureau in overweging te geven, als „eenmalige" verpakking een kist vast te stellen met de navolgende afmetingen: 50 cm lang, 37.5 cm breed en 25 an hoog, met dien verstande dat voor peren en zeer waardevol fruit ook kraton van dezelfde breedte en lengte met een hoogte van 21.5 cm en van 18 cm zullen kunnen worden ge- gebruikt. Wat betreft het „meermalige" fust bleken plaatselijke toestanden en gewoonten het noodzakelijk te maken twee kisttypen aan te houden. De commissie besloot aan het bestuur van het Centraal Bureau te advisee- ren, als standaard voor het „meermalige" fust een kist vast te stellen van 60 kub. dm inhoud (58 x 37 x 28 cm) en daarnaast een kist van ongeveer 45 kub. dm inhoud, u«t welke twee kisten de betrokken veilin gen of groepen van veilingen een keus zou den kunnen doen. De fruitcommiseie heeft aan haar lid, den heer Buddingh, verzocht, in verband met het vroeger door hem ingestelde onderzoek, de maten voor de kist van 45 kub. dm te ontwerpen, in overeenstemming met de meest gebruikte afmetingen van dergelijke kisten m ons land. Ten slotte werd besloten, aan het bestuur vfP .f,\ Centraal Bureau to adviseeren, een vrijwillige controle te organiseeren op de 8vfr6"l^dngend voor 200ver zij op het zullen zijn. Er is nog wel iets te doen Dat het met het vetgehalte en met de melkgift van het rundvee nog niet overal is zooals het wel moet zijn (en zooals het ook wel kén) blijkt wel uit cijfers, die medegedeeld werden in het Maandblad in den Zuidhollandschen Zuivelbond. We vinden daarin de resultaten van con trole bij het melkvee van bedrijven die voor de eerste maal gecontroleerd werden. We vinden daar een lijst van 51 koeien, die alle 2,60 pet vet of minder in de melk hebben gegeven: 14 met 2,60 pet; 11 met 2,55 pet; 13 met 2,50; 3 met 2,45; 3 met 2,40; 3 met 2,35; 1 met 2,30; 1 met 2,25 en 2 met slechts 2.20 pet. vet in de melk. Een boer had 21 koelen waarvan 11 mei minder dan 2.80 pet vet. Een koe kon het slechts tot 2.15 pet brengen. Een andere veehouder had 19 melkkoeien, waarvs niet hooger kwamen dan 2.90 pet Hier wa ren dieren bij met 2.40 en 2.50 pet vet Weer een ander had 10 melkkoeien, waar van 8 de 3 pet niet konden halen. Nog een ander had 17 melkkoeien, 9 ervan hadden vetgehalte van 2.90 pet. of minder; één had slechts 2 pet. vet Ook was er een boer met 11 melkkoeien waarvan één met 2 pet. vet en één met 2.10 T>ct en nog drie die beneden 2 90 pet. ble ven. De koe met 2 pet gaf 20 liter per dag. Een mooie plgs, maar met dit vet toch maar een magere producente! Een ander lijstje liet zien: 20 melkkoeien, 12 ervan beneden 2.90 pet. Eén met 2 pet. twee met 2.20 pet., twee met 2.50 pet Die met 2 pet. gaf slechts 17 liter per dag. de eene van 2.20 pet. gaf 20Vo liter, de andere 12 liter melk per dag. Nog een bedrijf: 21 melkkoeien, waarvan 15 beneden de 3 pet en wel als volgt: 1 met 2.10 2 met 2.30; 2 met 2.40; 5 met 2.60; 1 met 2.70 1 met 2.75; 1 met 2.80 en 2 met 2.95 pet Slechts 4 van deze koeien komen even boven de 20 liter per dag. Voor verbetering in zulke bedrijven is nog wel plaats. Natuurlijk zijn de boven staande gevallen uitzonderingen, doch dit neemt niet weg, dat het vele boeren, die niet tot controle overgingen, moet aanspo ren spoedig er mee te beginnen. Misschien schrikken ze ook wel van de cijfers die zij te zien krijgen zooals in bo venstaande gevallen ook meermalen beurde. Het bloembollenbedrijf Bedrijfsmaatregelen noodig oeacM De vraag of het bloembollenbedrijf het zon der bedrijfsmaatregelen kan stellen zal op -.9 Augustus a.s. door de Algetn. Vereen, voor bloembollencultuur behandeld worden. Het Hoofdbestuur meent, dat, nu de om standigheden in het vak naar zijn meening hebben aangetoond, dat bedrijfsmaatregelen onmogelijk gemist kunnen worden, noodig, dat de algemeene vergadering zich hierover uitspreekt. Het acht dit noodig, omdat de vergadering op 21 Juni 1937 heeft uitgespro ken, het niet gewenscht te achten, dat de oedrij f&maatregelen voor het bloembollen vak in 37/38 werden gehandhaafd. Bovendien mag, aldus merkt het hoofdbestuur op, uit de stemmen, die geregeld opgaan om een nieuwe uitspraak uit ve lokken en uit den aandrang, welke hiertoe wordt uitgeoefend, worden geconcludeerd, dat vele leden het niet of niet meer met de in 1937 gevallen uitspraak eens zijn. Een andere aanleiding hiertoe is een brief van dein minister van oeconomische zaken, in antwoord op grieven, waarin resp. de uitspraak van het vorige jaar in herinnering werd gebracht, aange drongen werd op de beperking van de teelt van z.g. surplussoorten en op de inlevering van tulpen per oppervlakte-eenheid. De mi nister zag in deze brieven een tegenstrijdig heid en verzocht het standpunt der vereeni- ging ten aanzien van de gebezigde motieven te mogen weten. Dit was voor het hoofdbe stuur aanleiding te meer een uitspraak van de algemeene vergadering te vragen en nog wel op korten tennij-n, om op de vragen van den minister te kunnen antwoorden. Rijkslandbouwproefstation te Maastricht Ter kennis wordt gebracht, dat het ver slag van het Rijkslandbouwproefstation over het laatst verstreken verslagjaar, eer- lang zal verschijnen en evenals het vorige jaar, verkrijgbaar zal worden gesteld a f0.30 per exemplaar. Zij, die een of meer exemplaren van dat verslag wenschen te ontvangen, gelieven daarvan mededeeling te doen aan voor noemd Station vóór of op 31 Augustus a.s., bij voorkeur onder toezending van het ver schuldigde bedrag. (Postrekening no. 15261), Er kan niet voor worden ingestaan dat aan aanvragen, welke n& genoemden datum binnenkomen, zal kunnen worden voldaan, Bemesting en hooioogst Invloed van slakkenmeel en kalkammon De rijkslandbouwconsulent ir. I. S. Hui- zinga, te Tiel, schrijft in het Geldersche Landbouwblad, dat in zijn district (Zuide lijk Gelderland) de hooioogst dit jaar tegen valt; vele perceelen leveren geen 4000 kilo gram hooi per hectare op. Naar zijn oordeel valt dit niet uitsluitend ue wijten aan het koude, droge voorjaar; de bemestings-toe stand speelt hier ook een rol. Ten bewijze daarvan vermeldt hij de uitkomsten, welke verkregen zijn op een stuk grasland op het proefbedrijf te Nederhemert, bij den heer R. J. Oom en. De drie perceelen, waarin dit stuk ver deeld was, hadden de volgende bemesting ontvangen: Perceel I 650 kg super 17 pet en 275 kg kalkammonsalpeter per ha; perceel II 650 kg slakkenmeel, 275 kg kalkammonsalpeter eo 450 kg kali 40 pet per ha; perceel III 650 kg slakkenmeel en 275 kg kalkammonsalpeter per ha. Gemaaid werd 13 Juni, dat is aanmerke lijk vroeger dan men daar ter plaatse ge wend is. Sinds 22 Juli zit het hooi droog in den berg. De opbrengst was als volgt: Perceel I 8123 kg hooi pr ha; perceel II 88 kg per ha; perceel III 8507 kg hooi per ha. Vergeleken met omliggende perceelen, is de hooiopbrengst ongeveer 4000 kg per ha hooger. De zode heeft door 't vroege maaien weinig of niets geleden, en bovendien h&ti men zeer vroeg nagras. De bemestingskosten hebben per ha bedra gen: perceel I f 31.63, perceel II f 52,33, per ceel III f 31.63. Bij de huidige nooiprijzen komen de kosten van deze bemesting en ■oede verzorging dubbel en dwars terug. Door de kalibemesting werd de opbrengst slechts weinig verhoogd. Wel leek het gras eenigszins steviger. Op een perceel grasland, waarvan het gras begin Mei werd ingekuild, gaf de akker ner gras, terwijl de onkruiden (veelal boter- met een extra kaligift opvallend meer en fij- bloemen) zeer sterk werden teruggedrongen. WEET GE dat het vleeschverbruik in ons land steeds meer daalt, en in het eerste kwartaal van dit jaar maar 8.8 K.G. per persoon bedroeg tegen 10.1 K.G. in 1937 en 11.5 K.G. voor de crisis; dat de resultaten van de aardbeienoogst in Kennemerland zoowel wat hoeveelheid als wat prijs aangaat gunstig afsteken bij het vorig jaar. dat de maïsoogst in Indtë tegenvalt door ae minder gunstige weersomstandigheden en ver beneden die van verleden jaar zal bl\iven, dat het mond- en klauwzeer zich in Fries land weer begint uit te breiden; er wer den in de laatste week van Juli weer 129 nieuwe gevallen aangegeven. Ontvangen Geschriften Van dit door het Departement van Econo mische Zaken uitgegeven groote werk, ver scheen het tweede deel. Het eerste deel kwam een klein jaar geleden van de persen der Algemeene Landsdrukkerij. Bedoeling is, dat er nog twee deelen zullen volgen. Dit tweede deel behandelt de geschiede- s van de Tarwewet, de Crisiszuivelwet en de Crisisvarkenswet. Het derde deel zal de Landbouwcrisiswet en de organieke uitvoe ring van de verschillende maatregelen bevat ten. terwijl het vierde deel gewijd zal zijn aan de afbraak van de crisismaatregelen se dert de devaluatie. Uit den aard der zaak is het geen boeiende stof, die hier geboden wordt. Wel bevat het werk vele waardevolle gegevens voor hen, die belang stellen in de stof, waarover gehandeld wordt. Herwigs practische tulnencyclopaedie. Uit gave: van Loghum Slaterus' Uitgeversmaat schappij. Arnhem. Van deze inderdaad practische tuln encyclopaedie verscheen de 5de aflevering en deze doet ons al weer verlangen naar de volgende afleveringen. Dat zal ieder, die deze tuinencyclopaedie in zijn bezit wil hebben, want het wordt een boekwerk, dat ieder, die een tuin, onverschillig wat voor een tuin, heeft, telkens en telkens weer ter hand zal nemen. En 't gaat er mee als met alle goede en- eyclopaedieën: men blijft snuffelen en lezen en zien (de afbeeldingen zijn heel Deze encyclopaedie verrijkt onze tuin- bouwliteratuur uitermate. Gierkelders en Mestvaalten, 3e druk. door H. J. van Houten, Rijkslandbouwarchitect. Uitgave Gebrs. Zomer en Keuning, Wage- ningen. Dat voor dit werkje groote belangstelling zou bestaan durfden we bij den eersten druk voorspellen. Dat er reeds een derde druk noodle Is bewijst die belangstelling, die het boekje trouwens verdiend heeft. De wijzigingen in deze derde druk zijn niet van ingrijpenden Tnrkenburg's bloembollen-prijscourant De firma Turkenburg te Bodegraven is er heel vroeg bij om de bloembollenprijscou rant te zenden. Vele nuttige wenken bevat deze prijscourant en de aangeboden bollen zullen zeker uitnemend zijn. Daar staar de naam der fiima borg vóór. Monili a-ziekten van appel, peer, kers, mo rel, pruim, abrikoos en perzik; en Bestrijding van plantenziekten in kleine tuinen in den winter; 4e druk. Uitgave van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen. Steunverleening aan kleine boeren en kleine tuinders, door J. A. Berger. Uitgave van Vermande Zonen IJmuiden. Een alleszins bruikbaar commentaar op de wettelijke bepalingen omtrent de steun regeling voor kleine boeren en tuinders. UW ADRES Voor de behandeling van Uw BOEKHOUDING en BELASTINGZAKEN is Belastingconsulent Lid N. L v. B. Kantoor Kerkstraat 3,Tel. no. 62 en 63 BEBEEL EN RODENRIJS DE silicatische meststoffen voor Uwen grond Goed, goedkoop en grondverbeterend verpakt ln papieren zakken van 50 K.G. N.V. Handel- Scheepv. Onderneming v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICHT (TeL 3041—3042) OOK'VooR UW BLOEMBOLLEN TUR. K ENBuR q 9) BODEGRAVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 3