4477 Vierdaagsche-loopers „in de gloria"
SABRULEC
VAN DEN BRiEL EN VERSTER
DE ELZENBERM
-ïW ^sSE
DERDE BL'AD PAG. c
Een warme laatste dag
Dr H. Colijn spreekt tot
de Koloniale Reserve
als oud-kameraad
NIJMEGEN, Vrijdagmiddag
Wij rusten niet uit,
Want we willen vooruit
Naar de toekomst, die ons behoort!
dat zongen met onvervalscht rollende
Rotterdamsclie R-ren de dames van het
blauw-witte vendelt je van de Rotterdamsclie
Burgerwacht op liet smerige stukje wegtus-
schen Cuijk en Malden.
De toekomstdat was de schitte
rende, belommerde weg van Malden naar
Nijmegen, dat waren de bloemen, de fruit
manden, de zoenen, de muziek, het applaus
enliet Vierdaagsche-kruis!
Heel den morgen had men gedoold op de
wel mooie, maar zonnige wegen van Ncder-
asselt, Gassel en Boers.
Toen kwam Cuijk, het vriendelijke dorp
aan de Maas, waar de muziek speelde en
waar de schooljeugd onder aanvoering van
pastoor en kapelaans niet ophield te klap
pen En zelfs hier. nog 15 km van het eind
punt verwijderd, waren al familieleden met
bossen bloemen, waaraan een kaartje „har
telijk gclukgewenscht".
Geen wonder, dat de overwinningsroes al
begon door te breken en men dacht, dat
men er al was.
De „ingewijden", de oudere-jaars, wisten
echter wel beter; ze rustten in Cuijk goed
uit en zetten toen de tanden op elkaar en
terecht, want nu kwam de rijstebrijberg,
waar alle Vierdaagsche-loopers vannacht,
van droomen. Een ongelooRijk slecht stukje
weg, waarop ruw grind was gestort, zoodal
nien er bijna niet op vooruit kon komen.
Moreel en phvsiek moest er gevochten wor
den, om dat te overwinnen.
De laatste loodjes
Ze hebben liet gebaaldbijna allemaal
Het meisje van de Unilever, dat in het
oude kroegje van Cuijk bij de laatste groote
rust in huilen uitbarstte, omdat ze nu toch
eindelijk uit de zon was, de trouwe huzaar,
die tusschen den wachtmeester en een mak
ker in werd meegedragen, de eenzame wan
delaar met den schots-gcruitcn kiel. die
met e<?n onverzettelijken wil het kiezelmid
denpad hield.
Wat hebben de beroemde „loodjes" dit
maal zwaar gewogen.
Daar was de goudstaaf van de Lutine
niets bij!
De organisatoren, hoe streng ook oven
pons en 'terecht weten on den laatstcn
dag van geven en nemen. Bij het starten
kneep men al een oogje dicht, zoodat velen
vroeger op pad mochten gaan, dan officieel
was vermeld.
Het beloofde toen al een warme dag te
worden en ten spijt van het weerbericht, dat
regen voorspelde, bleef hooi den dag een
koperen zon in flen onbewolktcn hemel
schijnen.
Laat ons niet klagen de wandelaars
"deden het in het algemeen ook niet en be
moedigden elkaar met de zekerheid, dat het
voor hen veel slechter zou zijn geweest,
wanneer er een zwoele atmosfeer had ge
heerscht onder een bewolkten hemel. Maar
wel werden allen gebakken en gebraden op
de overigens mooie wegien rondom, 't Maas-
Waalkanaal en de Maas.
Desondanks sjouwden de „vijftigers",
politiemannen, burgerwachten en an
dere ongewapende geüniformeerden, zin
gend van Grave naar Mill en de „vijf
en vijftigers", de groote schare van man
nen van 18—50 jaar namen er daar nog
een extra rondje bij om via Haps en St
Agatha naar Cuyk op te trekken.
Overal toonde de bevolking een heer
lijke hulpvaardigheid.
Frisdh water overal en volop, voor de
vijf en vijftigers zelfs mooie roodc rozen
in Haps, waar de groote kweekerijen
zijn. I
Dat alles monterde weer op.
En dan de veertigers, vooral de mili
taire detachementen met hun dikke
kleeding en zware ransels: wat. hebben
ze het op dezen dag zwaar te verduren
gehad En wat kwamen ze schitterend,
stuk voor stuk, het stam/pvollc Cuijk
binnen.
Men wist het: hier zou de commandant
van het Veldleger, luit.-gcn. J. J. G.
Baron van Voorst tot Voorst, weer op
zijn vaste plaats bij 't postkantoor staan
cn vóór ze den hoek om draaiden, was
alles tip-top model!
De laatste dag van de Vierdaagsche. Z.Exc. Minister dr H. Colijn spreekt
de manschappen van de Koloniale Reserve toe, die, na pas twee maanden in
dienst te zijn, deze prestatietocht volbrachten. Geheel links de commandant van
dc Koloniale Reserve, overste J. Slagter
Alle troepen liepen voor wat ze
waard waren, maar er waren toch op
vallende uitzonderingen.
Zoo liepen de artilleristen van het le
Reg. Veld op een wijze, zooals men dat
van een bereden wapen niet zou ver-
waohten en van de infanterie-regimen-
ten had de kleine luit. Van der Steen
van het 22e R I. een verdiend extra-com-
plimcnt van den Legercommandant in
ontvangst tc nemen voor de werkelijk
uitstekende wijze, waarop zijn detache
ment liep.
En wat liep ook de Genie uit Utrecht
niet keurig.
Dr Colijn genoot
En dan de Koloniale Reserve!
Dr H. Colijn, onze Minister-President mot
zijn echlgenoote, waren om half twaalf al
in Cuijk, liepen de pontonbrug over cn
waren juist op tijd op den Mooksclicn oever
om het prachtige corps te zien voorbij
trekken.
Dat had men moeten zien!
De mannen met hun flatteuze stroohoe-
den met omgeslagen rand, de bajonet op het
geweer, volledig bepakt als een levende
haag voorbijtrekkend!
De oud-Indisch militair Colijn genoot!
Maar niet alleen van het nieuwe Indische
leger, maar ook van de goede marsohtucht
de miliciens en van heel het bonte
schouwspel der wandelaars, die over de
roor dit doel gelegde pontonbrug de Maas
over kwamen.
Het was bier ook een zeldzaam mooi punt.
de rustige Maas tusschen zijn groenende
uiterwaarden, 't oude Cuijk met zijn kathe
draal met drie torens op den achtergrond
dan de menigte van rustende wandelaars
op den klimmenden oever, zich preparee
rend voor de laatste kilometers
De galante burgemeester van Mook wist
oor mevr. Colijn uit het overvolle koffie
huis in de omgeving een stoel te bemachti
gen en Z. Exc. reciproceerde dat met een
Dat is nu weer Zuidelijke hoffelijkheid!"
De commandant van het corps Ponton
niers luitn. kol. J A. Mussert, gaf intus-
HcLps ~X"
De routes vari 'den vierden 'dag
1 sdhen aan Dr Colijn allerlei inlichtingen
over het slaan van de brug en de veilig
heidscoëfficiënt, die in acht werd genomen
voor het dragen ook van de zwaarste stuk
ken geschut.
Dan vroegen weer de padvinders even de
aandacht, terwijl ze bezig waren hun dage
lijiksohc goede daad te verrichten met het
voortduwen van een vastgeloopen auto.
Dc leider der Vierdaagsche, kapt. adj. J.
N. Breunese, gaf van de geheele organi
satie van de Afstandsmarschen uitleg en
zoowel de Minister-President als Mevr.
Colijn zagen en hoorden met groote belang
stelling toe,
Naar huis
Het, was 's morgens half elf geweest, toen
we de eerste tippelaars al bij Malden op
weg zagen naar huis en nu vanmiddag
komt de groote stroom eerst recht door.
Wat is, bij alle inspanning en bij de groote
prestatie, die door ieder looper wordt ge
leverd. ook door de jeugd, zulk een Vier
daagsche toch een groot verbroederingsfeest.
Nu moet men toch eens zoo'n groepje als
van de Unilever in het café in Cuijk zien
zitten. De dames en heeren, die afzonder
lijk hebben geloopen, hebben elkaar hier
ontmoet en rondom het groote, afgedekte
biljart, peuzelt men de boterhammen op.
Aan kwinkslagen geen gebrek en de vreug
de stijgt ten top als e^n toevallig jarig kan
toormeisje met een doos met koekjes rond
gaat. Dan dreunt heelt 't café van 't gezang:
Kerels als boomen, die hun zware laarzen
juist hebben uitgetrokken en hun gezwollen
voeten met speksteerapoeder behandelen,
zingen boven alles uit.
Dan kijkt de leidster op haar horloge en
de dames vertrekken weer, een-tweein
de pasnaar Nijmegen
De paarden ruiken de stal.
De Marine, die juist voor Schout bij
Nacht Fürstner heeft geparadeerd, pikt bij
de Ovomaltine-wagen nog een rustje, de
B.V.L., die ook zoo daipper en dat toch maar
geheel vrijwillig, loopt, vlijt er zic/h bij
neer, maar dan ruiken toch allen de stal en
vol moed gaat het op St Anna aan.
Wij hebben ze weer voorgefietst. terwij!
ze moeizaam langs de Maas voorttrokken
en we konden zien, hoe de Amsterdamsche
agent de vlag van de Hilversumsche wan
delclub Vivo sjouwde en de luitenant, die
het toch heusch ook niet frisch zal hebben
gehad, nog beminnelijk een meisje den arm
bood, dat stellig op drie blaren liep.
Wij zagen ook hoe de Militaire Politie al
op een beter stukje weg gekomen zingend
de marschorde herstelde en werd opgewacht
door haar eigen muziekkorps, dat nu dave
rend Mook binnentrok.
En toen ging het werkelijk verder alles
„in de gloria".
Van Malden af, nog 10 km 'van Nijme
gen, hield voor de loopers het klaterend
applaus niet op.
Een bloemenregen daalde op hen neer.
De Duitsche jongens, die bij Malden
nog hadden gerust (een van hen is gis
ter te Nijmegen van zijn blindedarm ge
opereerd) werden er zoo onder bedolven,
dat de leiders een auto oharterden, om
ze te kunnen bergen. Ook de Engelsehen
en de Fransdhcn kregen zeer veel bloe
men en regen ze aan stokken, om er niet
door te worden gehinderd*
Tienduizenden waren uit alle oordcö
van het land opgekomen om de blijde
intocht te zien en vooral wanneer mooie
groepen met volle muziek het kazerne
plein opkwamen, was het een schitte
rend gezicht.
De 77-jarige Marte de Wind uit Gro
ningen, die expres onderweg alleen bleef
loopen „omdat hij alles eens goed wilde
bekijken" moest zijn eenzaamheid nu
wel prijsgeven.
De blauwtjes uit Nijmegen torsten een
groote bloemenkrans met hun clubnaam
Vroeg op Stap. Daar komt weer een
groepje dames binnen, die moeizaam
zware fruitmanden dragen, maar die er
nog keurig bij loopen.
Zelfs de meest moede, zelfs de soldaat
Öie al 20 km loopt te hinkepinken, krijgt
nu weer energie.
Op het Molenveld
En dan is men op het Molenveld, stoffig
als altijd, vol als altijd, kleiner ingekrom
pen dan ooit door al de tenten en vaar nu
nog 8 tentjes zijn bijgekomen met de vurig
begeerde prijzen.
Als de Engelschen binnenkomen, worden
ze aan Dr Colijn voorgesteld, die hen cn
later ook de Franschen complimenteert
Natuurlijk beantwoorden de Engelschen.
die hun sheik-achtige zakdoekenlooi nu heb
ben afgelegd, dat niet een:
For he's a jolly good fellow
en wij stemmen in met een:
And that say all of us!
Ook de Duitschcrs worden voor het front
geroepen en Dr Colijn spreekt den wensoh
uit, dat zij een goeden indruk van ons land
hebben gekregen.
Jammer, dat ze er niet meer bij zijn, wan
neer even later de Koloniale Reserve bin
nenkomt.
Dat wordt een der hoogtepunten van deze
Vierdaagsche.
Vóór ze het Molenveld op trekken gaan
eerst alle oranje-dahlia's, die op de bajonet
ten hebben geprijkt, er af, de krans van het
vaandel wordt verwijderdals een mili
tair detachement zich presenteert, moet het
militair zijn en niet „hloemig". Kijk ze op
rukken en halte.front maken tot zc in één
strakke lijn voor Dr Colijn staan.
En dat belóónt deze door hen toe te spre
ken, niet als Minister-President, maar als
oud-kaimeraad.
„De beste jaren van mijn leven, aldus
Dr Colijn, heb ik in mijn Indischen dienst
tijd doorgebracht en mijn hart heeft gepo
peld. toen ik U vanmiddag zag marnheeren
en vooral toen mij werd medegedeeld, dat
de meesten uwer niet langer dan 2 maan
den in dienst zijn en dus slechts geringe ge
legenheid tot oefening hebben gehad.
Gij zult straks in Indië de eer van de
Neder! an dsehe vlag en het gezag van de
Nederlandsc'he Regeering hebben te hand
haven. Op soldaten als gij zijt vertrouwt de
Regeering ten volle. Ik wensch U geluk
met het behaalde succes!"
Nadat de commandant van het Corps den
Corpsprijs en de medailles in ontvangst had
genomen, werd de sergeant A. Anema nog
eens afzonderlijk voor de troep geroepen en
hem overhandigde Dr Colijn met. een vrien
delijk woord het gouden kruis voor het vol
brengen van den lOden marsch.
Op kranige wijze en onder luid applaus
defileerden daarop de Koloniale Reservisten
nog eens voor de autoriteiten om vervolgens
inderdaad meer dan moe hun kazematten
op te zoeken.
En nu zouden we aan het einde van ons
verslag zijn gekomen, wanneer we nog niet
speciaal wilden vermelden de bijzondere
hulde, die' de N. B. v. L. O. bracht aan de
drie veteranen, Jhr v. d. Goes, den beer v.
d. Kaay en den ouden, getrouwen Dinkhuij-
sen uit Den Haag, die voor de 20ste maal
de Vierdaagsche meeliepen.
Zij ontvingen allen welverdiend een prach
tig herinneringsbord voor deze bijzondere
prestatie en zijn al van plan om nog vijf
jaar door te loopen en dan het diamanten
kruis te halen.
En, bij leven en welzijn, volbrengen ze
dat ook!
Ten slotte: de nuchtere cijfers:
Op Dinsdag vertrokken 4570 deelne-
De eerste drie dagen vielen er 83 uit.
Vanmorgen konden of mochten er 6
miet meer meedoen.
Vandaag bitter lot moesten nog
4 loopers opgeven en steeg het aantal
uitvallers tot 93.
Zoodat „slaagden" 4477 candidaten.
Drente voor den toerist ontsloten
Door Drente is, dank zij de bemoeiingen
van de Provinciale vereeniging voor Vreem
delingenverkeer, een net van rijwielpaden
aangelegd, dat dlezer dagen in gebruik is
gesteld. Hierdoor zijn de mooiste en meest
onbekende gedeelten van de provincie voor
den toerist ontsloten.
TEL I5T8T-UTRECH1
ALGEM. SYNODE
NED. HERV. KERK
Het Regeeringsjubileum Huwelijks
inzegening door candidaten Het
scribaat van den kerkeraad.
Steun aan Diaconieën
V r ij d a g. Na de gebruikelijke opening
en notulen-vaststellimg, doet de President
mededeeling van een schrijven van den Raad
van Ministers betreffende de kerkelijke her
denking van het 40-jarig regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin*
•De regeering zou het op prijs stellen,
wanneer op 5 Sept. de heugelijke gebeur
tenis plechtig kerkelijk herdacht werd.
Besloten werd het verzoek der regeering
in het Weekblad der N. H. Kerk over te
nemen, met de opwekking hieraan gevolg
te geven.
In veiband hiermee wordt behandeld een
verzoek aan den Ned. Mil. Bond om in
den kerkdienst naar aanleiding van het re
geeringsjubileum een collecte te houden
den arbeid van den Bond. Dit verzoek
vroeger reeds ingediend bij de Syn. Com
missie en in dezer voege beantwoord, dat het
niet op haar weg lag een bepaalde collecte
aan te bevelen bij die -gelegenheid. De Pros,
stelt der Synode voor zich aan te sluiten bij
dit antwoord. Aldus goed gevonden.
Ds. Hoekstra leest voor een door hem
opgesteld concept-circulaire ter aanbeveling
der Gen. kas. Met dank wordt dit concept
Huwelijksinzegening
Ds. Barbas rapporteert over een ver--
zoek om inlichtingen van het Prov. Kerkbe
stuur van Utrecht o f c a n d. t. d. H. D. b e
thans meermalen voor; het Prov. Kerkbe
stuur was niet eenstemmig in zijn oordeel.
Het rapport wijst er op, dat Art. 29 v. h.
Regl. op het Ex. verklaart dat cand. t. d. H.
D. de bevoegdheid missen, den H. Doop en
het H. Avondmaal te bedienen; dat de Sy
node van 1913 had afgewezen een voorstel
daaraan toe te voegen: ,,en huwelijken in te
zegenen en kerkeraadsled'en te bevestigen".
De conclusie luidt, dat het inzegenen van
huwelijken niet genoemd wordt bij datgene
(in art. 29), wat aan candidaten t. d. H. D.
toegestaan wordt (n.l. het staan naar de Evan
geliebediening). Al spreken de regl. zich niet
explicite uit, implicite is de bedoeling, dat
het niet toegestaan is. Dat aldus worde ge
antwoord.
Besloten wordt echter op voorstel vami
één der leden dat de Synode, kennis ge
nomen hebbende van dit rapport, aan de
commissie van de stukken ter behande
ling opdraagt, tijdens deze vergadering
zoodanige wetswijziging in te dienen bij
de commissie voor de nieuwe wetsvoor
stellen, waarin uitkomt, dat de inzege
ning van huwelijken door cand. tot d.
H. D. niet toegestaan is.
Eemnes-Binnen en -Buiten
Nadat beslist is, dat de lijst van gemeenten
aan welke steun is verleend uit de Synod,
fondsen niet nu gepubliceerd mag worden,
maar gewacht moet worden tot na afloop der
vergadering, brengt Dr. Oorthuis rapport
uit over een schrijven van het Prov. Kerk
bestuur van Utrecht betreffende de combi
natie van de gemeenten Eemines-Binnen
Eemnes-Buiten. Het Class. Bestuur adviseer
de pro: het Prov. 'kerkbestuur: contra. Daar
het schrijven van een der gemeenten meer
een informatorisch dan een afwijzend karak
ter droeg, luidt de conclusie: eerst de vragen
dier gemeente beantwoorden. De President
stelt voor aan de vergadering om, gehoord de
mondelinge toelichting van het lid van het
Prov. Kerkbestuur van Utrecht in haar mid
den, het Advies van het Prov. Kerkbestuur te
volgen en op deze gemeenten niet art. 22 v.
h. Regl. op de pred.-tractementen van toepas
sing te verklaren. Aldus besloten.
J. VAN 'T LAND
ACCOUNTANT GRONINGEN
KERKELIJKE ADMINISTRATIES
Het scribaat van den kerkeraad
Ds. Hoekstra rapporteert over een
schrijven van hetzelfde Prov. kerkbestuur, o f
een niet-predikant scriba kan
zijn van den kerkeraad, in kleine of
groote gemeenten. Kerkvisitatoren hadden
soms hierop aanmerking gemaakt. Het oor
deel luidt, dat nergens een verbodsbepaling
gevonden wordt. Gelet ook op art. 18 v. h,
Regl. van de kerkeraden luidend dat bij ont
stentenis van den predikant de oudste ouder
ling diens plaats inneemt, de besluiten for
muleert etc. moet het antwoord luiden, dat
het optreden van den ouderling-scriba regle
mentair niet-ongeoorloofd, dus toelaatbaar
moet worden geacht. Met algemeene stemmen
sluit de vergadering zich bij dit oordeel aan,
Steun aan Diaconieën
Ds. van Z w e t brengt rapport uit over eerf
voorstel van Ds. Br. Cleveringa, tot wij
ziging van art. 28 al. 1 v. h. Regl. voor drf
Diaconieën, beoogende dat de Diaconieën,
wier inkomsten de uitgaven te boven gaan,
niet alleen aan de kerkekas van die gemeen
te, maar ook aan de kerkekas van gemeen
ten, die met haar gecombineerd zijn, steun
zouden mogen verleenen. Uitgaande van de
gedachte, dat volgens het Reglement op de
kosten van het bestuur en het reglement
voor nieuwe gemeenten, gecombineerde ge
meenten als één gemeente woden beschouwd,
luidt de conclusie, dat het huidig art. 28 zulk
een steun niet uitsluit. Derhalve is wetswij
ziging ormoodig. Met die conclusie gaat dé
vergadering accoord, terwijl in een nieuwe
opvatting der Synode van 1938 over dit
28 een noot zal worden gevoegd, waarin de
opvaetting der Synode van 1938 over dit!
artikel zal uitgedrukt worden.
Drente
Vervolgens rapporteert Ds. de Bruijrf
over de verslagen van de kerkvisitatoren inr
Drente, waar slechts 2 gemeenten waren be
zocht. Na bespreking wordt dit rapport in
dank aanvaard. Aan het Prov. kerkbestuur
van Drente za'l worden geschreven, toezicht
te houden, dat meer (gemeenten jaarlijks wor
den bezocht, opdat volgens de kerkelijke
wet iedere gemeente minstens 1 maal in de
vijf jaar persoonlijke kerkvisitatie ontvange.
Hierna opheffing der zitting wegens het
houden van Synodus contracta.
VRAAGBAAK ^V-Voor,
CHRISTELIJKE INSTELLINGEN
Vertrouwensadressen ten dienste vart
Stichtingen van Barmhartigheid. Zieken*
huizenSanatoria. Instellingen. Tehuizeit
Automatische Kolenstöokinrichting
50 pet. bezuiniging en auto
matische temperatuursregeling
N.V. Technische Handelsmij
RENOVA - ARNHEM
DE ONDERLINGE BRANDWAARBORG
MAATSCHAPPIJ
Directie De Jong Co
Keizersgracht 583
AMSTERDAM
Tel. 41913; 44901; 44001
BRAND-, INBRAAK-, STORM- EN
ANDERE VARI A-VERZEKERING
N.V. Linnenfabrieken - Eindhoven
Leidend sinds 184? op het gebied van:
HUWELIJKSUITZETTEN en
AANVULLING LINNENKAST ln
Linnen, Halflinnen en Katoen.
Stalen, Monsters en Reizigersbez. gratis
Levering direct aan Particulieren!
Toonkam Rotterdam t Rocbnsnenntraat S6S
C. LI ND 8c ZOON
Sedert 1827
Alle Effectenzaken. Administratie
yan Vermogens. Verzekeringen
•t^_DOOR'?
G.RVAMOERBEÈK-
(42
Ze huilde zacht, hield zich in voor Gijs, die zijn warme
voeten tegen haar koude schoof. Hij voelde t schokken van
haar snikken en zijn hand tastte van onder de dekens naar
haar hoofd, 't Voelde nat op haar wangen.
„Schrieeuwde gij. Stijn?"
Een krampachtige snik was 't veelzeggend antwoord.
,,Ik hoef nie te vraoge, waorover war;ik weet ook
niksmerzeg 't toch mer."
Eindelijk kon ze fluisterend, met omfloerste stem wat
zeggen;
„Witte gij van de vrouwen van de Boeren gunder in
I Transvaal
,,Det is óók erg!" zei Gijs opgelucht. Had ze daarom zoo n
verdriet, dandan was 't minder erg, dan hij dacht.
En toen schoot hem ineens de troost te binnen, die hij in
dit geval kon zeggen;
„Mer ik zij nog bij oe en bij de keinder en gunder zijn er
mer zat die gin vaoder mieer zulle zien."
Stijn greep zijn hand en samen lagen ze in de donkerte te
staren. Gijs vertelde, zooveel als hij noodig oordeelde van
't onderhoud. Kalm sprak hij met de brommende stem, die
hij geweld moest aandoen, over Tinus' knechtje worden.
„Laoten we 't mer doen", zei Stijn zacht.
„We kanne toch nie aanders, vur den domenie nie en vur
den erremoei nie, war".
Hierin was meer bitterheid en opstand dan onderwerping
en berusting.
„Es ik mer kon', zou ik wel willen werken, mer wet ter
wèreld mot ik aonvatte?"
„Witte wet ik heb gedocht?"
„Neje."
Hij luisterde gretig naar haar oplossing.
„Gij frondt toch zukke mooie binnekes braaien van strooi,
vroeger. Kan de det nog?"
„Jaodet verlieerde nie zoo gaauw. Mer
„Prebeer 't is, ge kant ze misschien in Dèmerum gaon ver*
kooipe, ge kant nooit wete".
Even was er stilte, zelfs hun adem hoorde ze niet.
Gijs dacht
„Merrege gaan ik bij Heine strooi haole en ik doel 't."
Stijn keerde zich naar hem toe en haar natte wang lag
tegen zijn baard...... als toen ze pas in 't huisje van Dirk
Belman woonden, vertrouwelijk entoch nog gelukkig.
Van Klaas Verdijk zei hij dien avond nog niets, dat zou de
stille blijdschap, die er was. verstoren en nu had Gijs zelf
genoeg bitterheid te verduren over wat hem dezen avond
overkomen was.
Slapen konden ze niet. Ze woelden en werden koud. In
Gijs' hoofd tuimelden de gedachten door elkaar, hij voelde
zijn armen hard als metaal onder zijn knijpende vingers. Zijn
vuist als een moker, Stijn was een vrouw om alles voor te
doen. Wat ze jiu weer bedacht had, 't lag toch zoo voor de
hand. Hij zelf zocht 't in hard sjouwen en nu kwam zij met
dit plan. En dat moest lukken.
Stijn wachtte, wachtte al door nog op *n woord, *n aandui
ding van haar man, waarmede hij zou te kennen geven, dat in
hem nóg was gebleven 't vertouwen waarover zij vroeger ge
sproken hadden. Maar hij zweeg er over.
Den volgenden morgen viel bij het verzetten van den stoel
Gijs' daagsche broek op den grond. Stijn raapte ze op en het
zware geldzakje viel er uit. Ze voelde dat 't niet enkel centen
en kleingeld was, maar er zaten guldens tusschen. Een
duister vermoeden, dat ze toch nog probeerde terug te duwen,
rees in haar op. Zou hijgeld achtergehouden hebben
van 't een of ander? Of was 't erger? 't Ergste wat hun kon
overkomen?
Ze deed de bedsteedeurtjes open en legde "t zakje op de
plank. Hij hoorde 't geluid van 't metaal op 't hout en een
groote schuwheid kwam er over hem, als bij een jongen, die
betrapt wordt.
„Det geld is nie van mijn, hurdet is nog van Flippe.
Die zal 't er wel om komme en 'n klèèn bietje is vur oons."
Er werd niet meer over gesproken dien morgen*
Tinus schrok toen hij hoorde, wat er over hem besloten
was.
„Ikmoog toch gaon vaore?" schreide hij.
„Det moogde, laoter, mer nou motte nar Maore
jongeske, dinkt er toch om, det we zoo èrrem zijn. Gij mot
helpen hur."
Hij propte zijn boterham, waarop Stijn een dun smeertje
vet spek had gekrabd, weg en mokte.
Vandaag ging hij voor 't laatst naar school. Hij moest 't
maar zeggen. En hij kon vroeg vrij vragen. Om drie uur zou
Gijs hem wachten bij de laan van Maar de Bruin.
Gijs was druk dien morgen, hij sneed wilgenbandjes en
splitste ze. Bij Hein de Grauw haalde hij een bos roggestroo
en nog voor den middag zat hij naast de kachel zijn bennetjes
te „breien"*
Maarzijn gedachten waren meer bij 't geld van derf
Petser. dan bij zijn werk.
Zonder veel moeite kwam *t accoord tusschen Maar derf
diaken en Gijs dien middag tot stand. Tinus zou Maandag
morgen beginnen. Voorloopig om zeven uur envoor 'n
kwartje en de kost. Dat was volgens den boer buitengewoon
royaal en Gijs zou zelfs toegestemd hebben als de jongen'
zonder 't kwartje mocht komen. Gijs was murw.
Toen ze de laan uitgingen om naar den Elzenberm terug
le keeren, zei Tinus niet veel. Hij was bang voor den grooten
jongen van Maar, die hem met spottende minachting had
zitten aangapen.
„Zuut mer, m'n knechtje", zei Gijs troostend, „d'r zal we!
wieer is veraandering komme vur oons."
Met 't geld van den Petser nog steeds in zijn zak kwant
hij met Tinus thuis en toog dadelijk weer aan 't werk.
„In d'aandere wèèk laai ik alles op de kruiwaage en gaol
ik nar de mert te Overwijk," zei hij tot Stijn.
„Gij doet mer, hur, ge zal d'is zien wet 'n febriek ge nog
krijgt."
,s Maandags ïn de klamme kilte van den vroegen ochtend
ging Tinus er op uit. Een jongen, schraal en in z'n schunnig
schoolpakje, een ventpe met een brok in de keel stapte de
donkerte in.
Stijn keek hem nog even na. Nou werd hij groot. Hij kreeg
't in de kost allicht beter dan thuis. Als hij nou maar niet al
te hard moest spuwen daar, (Wordt vervolgdl