4477 Vierdaagsche-loopers „in de gloria" SABRULEC VAN DEN BRiEL EN VERSTER DE ELZENBERM -ïW ^sSE DERDE BL'AD PAG. c Een warme laatste dag Dr H. Colijn spreekt tot de Koloniale Reserve als oud-kameraad NIJMEGEN, Vrijdagmiddag Wij rusten niet uit, Want we willen vooruit Naar de toekomst, die ons behoort! dat zongen met onvervalscht rollende Rotterdamsclie R-ren de dames van het blauw-witte vendelt je van de Rotterdamsclie Burgerwacht op liet smerige stukje wegtus- schen Cuijk en Malden. De toekomstdat was de schitte rende, belommerde weg van Malden naar Nijmegen, dat waren de bloemen, de fruit manden, de zoenen, de muziek, het applaus enliet Vierdaagsche-kruis! Heel den morgen had men gedoold op de wel mooie, maar zonnige wegen van Ncder- asselt, Gassel en Boers. Toen kwam Cuijk, het vriendelijke dorp aan de Maas, waar de muziek speelde en waar de schooljeugd onder aanvoering van pastoor en kapelaans niet ophield te klap pen En zelfs hier. nog 15 km van het eind punt verwijderd, waren al familieleden met bossen bloemen, waaraan een kaartje „har telijk gclukgewenscht". Geen wonder, dat de overwinningsroes al begon door te breken en men dacht, dat men er al was. De „ingewijden", de oudere-jaars, wisten echter wel beter; ze rustten in Cuijk goed uit en zetten toen de tanden op elkaar en terecht, want nu kwam de rijstebrijberg, waar alle Vierdaagsche-loopers vannacht, van droomen. Een ongelooRijk slecht stukje weg, waarop ruw grind was gestort, zoodal nien er bijna niet op vooruit kon komen. Moreel en phvsiek moest er gevochten wor den, om dat te overwinnen. De laatste loodjes Ze hebben liet gebaaldbijna allemaal Het meisje van de Unilever, dat in het oude kroegje van Cuijk bij de laatste groote rust in huilen uitbarstte, omdat ze nu toch eindelijk uit de zon was, de trouwe huzaar, die tusschen den wachtmeester en een mak ker in werd meegedragen, de eenzame wan delaar met den schots-gcruitcn kiel. die met e<?n onverzettelijken wil het kiezelmid denpad hield. Wat hebben de beroemde „loodjes" dit maal zwaar gewogen. Daar was de goudstaaf van de Lutine niets bij! De organisatoren, hoe streng ook oven pons en 'terecht weten on den laatstcn dag van geven en nemen. Bij het starten kneep men al een oogje dicht, zoodat velen vroeger op pad mochten gaan, dan officieel was vermeld. Het beloofde toen al een warme dag te worden en ten spijt van het weerbericht, dat regen voorspelde, bleef hooi den dag een koperen zon in flen onbewolktcn hemel schijnen. Laat ons niet klagen de wandelaars "deden het in het algemeen ook niet en be moedigden elkaar met de zekerheid, dat het voor hen veel slechter zou zijn geweest, wanneer er een zwoele atmosfeer had ge heerscht onder een bewolkten hemel. Maar wel werden allen gebakken en gebraden op de overigens mooie wegien rondom, 't Maas- Waalkanaal en de Maas. Desondanks sjouwden de „vijftigers", politiemannen, burgerwachten en an dere ongewapende geüniformeerden, zin gend van Grave naar Mill en de „vijf en vijftigers", de groote schare van man nen van 18—50 jaar namen er daar nog een extra rondje bij om via Haps en St Agatha naar Cuyk op te trekken. Overal toonde de bevolking een heer lijke hulpvaardigheid. Frisdh water overal en volop, voor de vijf en vijftigers zelfs mooie roodc rozen in Haps, waar de groote kweekerijen zijn. I Dat alles monterde weer op. En dan de veertigers, vooral de mili taire detachementen met hun dikke kleeding en zware ransels: wat. hebben ze het op dezen dag zwaar te verduren gehad En wat kwamen ze schitterend, stuk voor stuk, het stam/pvollc Cuijk binnen. Men wist het: hier zou de commandant van het Veldleger, luit.-gcn. J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, weer op zijn vaste plaats bij 't postkantoor staan cn vóór ze den hoek om draaiden, was alles tip-top model! De laatste dag van de Vierdaagsche. Z.Exc. Minister dr H. Colijn spreekt de manschappen van de Koloniale Reserve toe, die, na pas twee maanden in dienst te zijn, deze prestatietocht volbrachten. Geheel links de commandant van dc Koloniale Reserve, overste J. Slagter Alle troepen liepen voor wat ze waard waren, maar er waren toch op vallende uitzonderingen. Zoo liepen de artilleristen van het le Reg. Veld op een wijze, zooals men dat van een bereden wapen niet zou ver- waohten en van de infanterie-regimen- ten had de kleine luit. Van der Steen van het 22e R I. een verdiend extra-com- plimcnt van den Legercommandant in ontvangst tc nemen voor de werkelijk uitstekende wijze, waarop zijn detache ment liep. En wat liep ook de Genie uit Utrecht niet keurig. Dr Colijn genoot En dan de Koloniale Reserve! Dr H. Colijn, onze Minister-President mot zijn echlgenoote, waren om half twaalf al in Cuijk, liepen de pontonbrug over cn waren juist op tijd op den Mooksclicn oever om het prachtige corps te zien voorbij trekken. Dat had men moeten zien! De mannen met hun flatteuze stroohoe- den met omgeslagen rand, de bajonet op het geweer, volledig bepakt als een levende haag voorbijtrekkend! De oud-Indisch militair Colijn genoot! Maar niet alleen van het nieuwe Indische leger, maar ook van de goede marsohtucht de miliciens en van heel het bonte schouwspel der wandelaars, die over de roor dit doel gelegde pontonbrug de Maas over kwamen. Het was bier ook een zeldzaam mooi punt. de rustige Maas tusschen zijn groenende uiterwaarden, 't oude Cuijk met zijn kathe draal met drie torens op den achtergrond dan de menigte van rustende wandelaars op den klimmenden oever, zich preparee rend voor de laatste kilometers De galante burgemeester van Mook wist oor mevr. Colijn uit het overvolle koffie huis in de omgeving een stoel te bemachti gen en Z. Exc. reciproceerde dat met een Dat is nu weer Zuidelijke hoffelijkheid!" De commandant van het corps Ponton niers luitn. kol. J A. Mussert, gaf intus- HcLps ~X" De routes vari 'den vierden 'dag 1 sdhen aan Dr Colijn allerlei inlichtingen over het slaan van de brug en de veilig heidscoëfficiënt, die in acht werd genomen voor het dragen ook van de zwaarste stuk ken geschut. Dan vroegen weer de padvinders even de aandacht, terwijl ze bezig waren hun dage lijiksohc goede daad te verrichten met het voortduwen van een vastgeloopen auto. Dc leider der Vierdaagsche, kapt. adj. J. N. Breunese, gaf van de geheele organi satie van de Afstandsmarschen uitleg en zoowel de Minister-President als Mevr. Colijn zagen en hoorden met groote belang stelling toe, Naar huis Het, was 's morgens half elf geweest, toen we de eerste tippelaars al bij Malden op weg zagen naar huis en nu vanmiddag komt de groote stroom eerst recht door. Wat is, bij alle inspanning en bij de groote prestatie, die door ieder looper wordt ge leverd. ook door de jeugd, zulk een Vier daagsche toch een groot verbroederingsfeest. Nu moet men toch eens zoo'n groepje als van de Unilever in het café in Cuijk zien zitten. De dames en heeren, die afzonder lijk hebben geloopen, hebben elkaar hier ontmoet en rondom het groote, afgedekte biljart, peuzelt men de boterhammen op. Aan kwinkslagen geen gebrek en de vreug de stijgt ten top als e^n toevallig jarig kan toormeisje met een doos met koekjes rond gaat. Dan dreunt heelt 't café van 't gezang: Kerels als boomen, die hun zware laarzen juist hebben uitgetrokken en hun gezwollen voeten met speksteerapoeder behandelen, zingen boven alles uit. Dan kijkt de leidster op haar horloge en de dames vertrekken weer, een-tweein de pasnaar Nijmegen De paarden ruiken de stal. De Marine, die juist voor Schout bij Nacht Fürstner heeft geparadeerd, pikt bij de Ovomaltine-wagen nog een rustje, de B.V.L., die ook zoo daipper en dat toch maar geheel vrijwillig, loopt, vlijt er zic/h bij neer, maar dan ruiken toch allen de stal en vol moed gaat het op St Anna aan. Wij hebben ze weer voorgefietst. terwij! ze moeizaam langs de Maas voorttrokken en we konden zien, hoe de Amsterdamsche agent de vlag van de Hilversumsche wan delclub Vivo sjouwde en de luitenant, die het toch heusch ook niet frisch zal hebben gehad, nog beminnelijk een meisje den arm bood, dat stellig op drie blaren liep. Wij zagen ook hoe de Militaire Politie al op een beter stukje weg gekomen zingend de marschorde herstelde en werd opgewacht door haar eigen muziekkorps, dat nu dave rend Mook binnentrok. En toen ging het werkelijk verder alles „in de gloria". Van Malden af, nog 10 km 'van Nijme gen, hield voor de loopers het klaterend applaus niet op. Een bloemenregen daalde op hen neer. De Duitsche jongens, die bij Malden nog hadden gerust (een van hen is gis ter te Nijmegen van zijn blindedarm ge opereerd) werden er zoo onder bedolven, dat de leiders een auto oharterden, om ze te kunnen bergen. Ook de Engelsehen en de Fransdhcn kregen zeer veel bloe men en regen ze aan stokken, om er niet door te worden gehinderd* Tienduizenden waren uit alle oordcö van het land opgekomen om de blijde intocht te zien en vooral wanneer mooie groepen met volle muziek het kazerne plein opkwamen, was het een schitte rend gezicht. De 77-jarige Marte de Wind uit Gro ningen, die expres onderweg alleen bleef loopen „omdat hij alles eens goed wilde bekijken" moest zijn eenzaamheid nu wel prijsgeven. De blauwtjes uit Nijmegen torsten een groote bloemenkrans met hun clubnaam Vroeg op Stap. Daar komt weer een groepje dames binnen, die moeizaam zware fruitmanden dragen, maar die er nog keurig bij loopen. Zelfs de meest moede, zelfs de soldaat Öie al 20 km loopt te hinkepinken, krijgt nu weer energie. Op het Molenveld En dan is men op het Molenveld, stoffig als altijd, vol als altijd, kleiner ingekrom pen dan ooit door al de tenten en vaar nu nog 8 tentjes zijn bijgekomen met de vurig begeerde prijzen. Als de Engelschen binnenkomen, worden ze aan Dr Colijn voorgesteld, die hen cn later ook de Franschen complimenteert Natuurlijk beantwoorden de Engelschen. die hun sheik-achtige zakdoekenlooi nu heb ben afgelegd, dat niet een: For he's a jolly good fellow en wij stemmen in met een: And that say all of us! Ook de Duitschcrs worden voor het front geroepen en Dr Colijn spreekt den wensoh uit, dat zij een goeden indruk van ons land hebben gekregen. Jammer, dat ze er niet meer bij zijn, wan neer even later de Koloniale Reserve bin nenkomt. Dat wordt een der hoogtepunten van deze Vierdaagsche. Vóór ze het Molenveld op trekken gaan eerst alle oranje-dahlia's, die op de bajonet ten hebben geprijkt, er af, de krans van het vaandel wordt verwijderdals een mili tair detachement zich presenteert, moet het militair zijn en niet „hloemig". Kijk ze op rukken en halte.front maken tot zc in één strakke lijn voor Dr Colijn staan. En dat belóónt deze door hen toe te spre ken, niet als Minister-President, maar als oud-kaimeraad. „De beste jaren van mijn leven, aldus Dr Colijn, heb ik in mijn Indischen dienst tijd doorgebracht en mijn hart heeft gepo peld. toen ik U vanmiddag zag marnheeren en vooral toen mij werd medegedeeld, dat de meesten uwer niet langer dan 2 maan den in dienst zijn en dus slechts geringe ge legenheid tot oefening hebben gehad. Gij zult straks in Indië de eer van de Neder! an dsehe vlag en het gezag van de Nederlandsc'he Regeering hebben te hand haven. Op soldaten als gij zijt vertrouwt de Regeering ten volle. Ik wensch U geluk met het behaalde succes!" Nadat de commandant van het Corps den Corpsprijs en de medailles in ontvangst had genomen, werd de sergeant A. Anema nog eens afzonderlijk voor de troep geroepen en hem overhandigde Dr Colijn met. een vrien delijk woord het gouden kruis voor het vol brengen van den lOden marsch. Op kranige wijze en onder luid applaus defileerden daarop de Koloniale Reservisten nog eens voor de autoriteiten om vervolgens inderdaad meer dan moe hun kazematten op te zoeken. En nu zouden we aan het einde van ons verslag zijn gekomen, wanneer we nog niet speciaal wilden vermelden de bijzondere hulde, die' de N. B. v. L. O. bracht aan de drie veteranen, Jhr v. d. Goes, den beer v. d. Kaay en den ouden, getrouwen Dinkhuij- sen uit Den Haag, die voor de 20ste maal de Vierdaagsche meeliepen. Zij ontvingen allen welverdiend een prach tig herinneringsbord voor deze bijzondere prestatie en zijn al van plan om nog vijf jaar door te loopen en dan het diamanten kruis te halen. En, bij leven en welzijn, volbrengen ze dat ook! Ten slotte: de nuchtere cijfers: Op Dinsdag vertrokken 4570 deelne- De eerste drie dagen vielen er 83 uit. Vanmorgen konden of mochten er 6 miet meer meedoen. Vandaag bitter lot moesten nog 4 loopers opgeven en steeg het aantal uitvallers tot 93. Zoodat „slaagden" 4477 candidaten. Drente voor den toerist ontsloten Door Drente is, dank zij de bemoeiingen van de Provinciale vereeniging voor Vreem delingenverkeer, een net van rijwielpaden aangelegd, dat dlezer dagen in gebruik is gesteld. Hierdoor zijn de mooiste en meest onbekende gedeelten van de provincie voor den toerist ontsloten. TEL I5T8T-UTRECH1 ALGEM. SYNODE NED. HERV. KERK Het Regeeringsjubileum Huwelijks inzegening door candidaten Het scribaat van den kerkeraad. Steun aan Diaconieën V r ij d a g. Na de gebruikelijke opening en notulen-vaststellimg, doet de President mededeeling van een schrijven van den Raad van Ministers betreffende de kerkelijke her denking van het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin* •De regeering zou het op prijs stellen, wanneer op 5 Sept. de heugelijke gebeur tenis plechtig kerkelijk herdacht werd. Besloten werd het verzoek der regeering in het Weekblad der N. H. Kerk over te nemen, met de opwekking hieraan gevolg te geven. In veiband hiermee wordt behandeld een verzoek aan den Ned. Mil. Bond om in den kerkdienst naar aanleiding van het re geeringsjubileum een collecte te houden den arbeid van den Bond. Dit verzoek vroeger reeds ingediend bij de Syn. Com missie en in dezer voege beantwoord, dat het niet op haar weg lag een bepaalde collecte aan te bevelen bij die -gelegenheid. De Pros, stelt der Synode voor zich aan te sluiten bij dit antwoord. Aldus goed gevonden. Ds. Hoekstra leest voor een door hem opgesteld concept-circulaire ter aanbeveling der Gen. kas. Met dank wordt dit concept Huwelijksinzegening Ds. Barbas rapporteert over een ver-- zoek om inlichtingen van het Prov. Kerkbe stuur van Utrecht o f c a n d. t. d. H. D. b e thans meermalen voor; het Prov. Kerkbe stuur was niet eenstemmig in zijn oordeel. Het rapport wijst er op, dat Art. 29 v. h. Regl. op het Ex. verklaart dat cand. t. d. H. D. de bevoegdheid missen, den H. Doop en het H. Avondmaal te bedienen; dat de Sy node van 1913 had afgewezen een voorstel daaraan toe te voegen: ,,en huwelijken in te zegenen en kerkeraadsled'en te bevestigen". De conclusie luidt, dat het inzegenen van huwelijken niet genoemd wordt bij datgene (in art. 29), wat aan candidaten t. d. H. D. toegestaan wordt (n.l. het staan naar de Evan geliebediening). Al spreken de regl. zich niet explicite uit, implicite is de bedoeling, dat het niet toegestaan is. Dat aldus worde ge antwoord. Besloten wordt echter op voorstel vami één der leden dat de Synode, kennis ge nomen hebbende van dit rapport, aan de commissie van de stukken ter behande ling opdraagt, tijdens deze vergadering zoodanige wetswijziging in te dienen bij de commissie voor de nieuwe wetsvoor stellen, waarin uitkomt, dat de inzege ning van huwelijken door cand. tot d. H. D. niet toegestaan is. Eemnes-Binnen en -Buiten Nadat beslist is, dat de lijst van gemeenten aan welke steun is verleend uit de Synod, fondsen niet nu gepubliceerd mag worden, maar gewacht moet worden tot na afloop der vergadering, brengt Dr. Oorthuis rapport uit over een schrijven van het Prov. Kerk bestuur van Utrecht betreffende de combi natie van de gemeenten Eemines-Binnen Eemnes-Buiten. Het Class. Bestuur adviseer de pro: het Prov. 'kerkbestuur: contra. Daar het schrijven van een der gemeenten meer een informatorisch dan een afwijzend karak ter droeg, luidt de conclusie: eerst de vragen dier gemeente beantwoorden. De President stelt voor aan de vergadering om, gehoord de mondelinge toelichting van het lid van het Prov. Kerkbestuur van Utrecht in haar mid den, het Advies van het Prov. Kerkbestuur te volgen en op deze gemeenten niet art. 22 v. h. Regl. op de pred.-tractementen van toepas sing te verklaren. Aldus besloten. J. VAN 'T LAND ACCOUNTANT GRONINGEN KERKELIJKE ADMINISTRATIES Het scribaat van den kerkeraad Ds. Hoekstra rapporteert over een schrijven van hetzelfde Prov. kerkbestuur, o f een niet-predikant scriba kan zijn van den kerkeraad, in kleine of groote gemeenten. Kerkvisitatoren hadden soms hierop aanmerking gemaakt. Het oor deel luidt, dat nergens een verbodsbepaling gevonden wordt. Gelet ook op art. 18 v. h, Regl. van de kerkeraden luidend dat bij ont stentenis van den predikant de oudste ouder ling diens plaats inneemt, de besluiten for muleert etc. moet het antwoord luiden, dat het optreden van den ouderling-scriba regle mentair niet-ongeoorloofd, dus toelaatbaar moet worden geacht. Met algemeene stemmen sluit de vergadering zich bij dit oordeel aan, Steun aan Diaconieën Ds. van Z w e t brengt rapport uit over eerf voorstel van Ds. Br. Cleveringa, tot wij ziging van art. 28 al. 1 v. h. Regl. voor drf Diaconieën, beoogende dat de Diaconieën, wier inkomsten de uitgaven te boven gaan, niet alleen aan de kerkekas van die gemeen te, maar ook aan de kerkekas van gemeen ten, die met haar gecombineerd zijn, steun zouden mogen verleenen. Uitgaande van de gedachte, dat volgens het Reglement op de kosten van het bestuur en het reglement voor nieuwe gemeenten, gecombineerde ge meenten als één gemeente woden beschouwd, luidt de conclusie, dat het huidig art. 28 zulk een steun niet uitsluit. Derhalve is wetswij ziging ormoodig. Met die conclusie gaat dé vergadering accoord, terwijl in een nieuwe opvatting der Synode van 1938 over dit 28 een noot zal worden gevoegd, waarin de opvaetting der Synode van 1938 over dit! artikel zal uitgedrukt worden. Drente Vervolgens rapporteert Ds. de Bruijrf over de verslagen van de kerkvisitatoren inr Drente, waar slechts 2 gemeenten waren be zocht. Na bespreking wordt dit rapport in dank aanvaard. Aan het Prov. kerkbestuur van Drente za'l worden geschreven, toezicht te houden, dat meer (gemeenten jaarlijks wor den bezocht, opdat volgens de kerkelijke wet iedere gemeente minstens 1 maal in de vijf jaar persoonlijke kerkvisitatie ontvange. Hierna opheffing der zitting wegens het houden van Synodus contracta. VRAAGBAAK ^V-Voor, CHRISTELIJKE INSTELLINGEN Vertrouwensadressen ten dienste vart Stichtingen van Barmhartigheid. Zieken* huizenSanatoria. Instellingen. Tehuizeit Automatische Kolenstöokinrichting 50 pet. bezuiniging en auto matische temperatuursregeling N.V. Technische Handelsmij RENOVA - ARNHEM DE ONDERLINGE BRANDWAARBORG MAATSCHAPPIJ Directie De Jong Co Keizersgracht 583 AMSTERDAM Tel. 41913; 44901; 44001 BRAND-, INBRAAK-, STORM- EN ANDERE VARI A-VERZEKERING N.V. Linnenfabrieken - Eindhoven Leidend sinds 184? op het gebied van: HUWELIJKSUITZETTEN en AANVULLING LINNENKAST ln Linnen, Halflinnen en Katoen. Stalen, Monsters en Reizigersbez. gratis Levering direct aan Particulieren! Toonkam Rotterdam t Rocbnsnenntraat S6S C. LI ND 8c ZOON Sedert 1827 Alle Effectenzaken. Administratie yan Vermogens. Verzekeringen •t^_DOOR'? G.RVAMOERBEÈK- (42 Ze huilde zacht, hield zich in voor Gijs, die zijn warme voeten tegen haar koude schoof. Hij voelde t schokken van haar snikken en zijn hand tastte van onder de dekens naar haar hoofd, 't Voelde nat op haar wangen. „Schrieeuwde gij. Stijn?" Een krampachtige snik was 't veelzeggend antwoord. ,,Ik hoef nie te vraoge, waorover war;ik weet ook niksmerzeg 't toch mer." Eindelijk kon ze fluisterend, met omfloerste stem wat zeggen; „Witte gij van de vrouwen van de Boeren gunder in I Transvaal ,,Det is óók erg!" zei Gijs opgelucht. Had ze daarom zoo n verdriet, dandan was 't minder erg, dan hij dacht. En toen schoot hem ineens de troost te binnen, die hij in dit geval kon zeggen; „Mer ik zij nog bij oe en bij de keinder en gunder zijn er mer zat die gin vaoder mieer zulle zien." Stijn greep zijn hand en samen lagen ze in de donkerte te staren. Gijs vertelde, zooveel als hij noodig oordeelde van 't onderhoud. Kalm sprak hij met de brommende stem, die hij geweld moest aandoen, over Tinus' knechtje worden. „Laoten we 't mer doen", zei Stijn zacht. „We kanne toch nie aanders, vur den domenie nie en vur den erremoei nie, war". Hierin was meer bitterheid en opstand dan onderwerping en berusting. „Es ik mer kon', zou ik wel willen werken, mer wet ter wèreld mot ik aonvatte?" „Witte wet ik heb gedocht?" „Neje." Hij luisterde gretig naar haar oplossing. „Gij frondt toch zukke mooie binnekes braaien van strooi, vroeger. Kan de det nog?" „Jaodet verlieerde nie zoo gaauw. Mer „Prebeer 't is, ge kant ze misschien in Dèmerum gaon ver* kooipe, ge kant nooit wete". Even was er stilte, zelfs hun adem hoorde ze niet. Gijs dacht „Merrege gaan ik bij Heine strooi haole en ik doel 't." Stijn keerde zich naar hem toe en haar natte wang lag tegen zijn baard...... als toen ze pas in 't huisje van Dirk Belman woonden, vertrouwelijk entoch nog gelukkig. Van Klaas Verdijk zei hij dien avond nog niets, dat zou de stille blijdschap, die er was. verstoren en nu had Gijs zelf genoeg bitterheid te verduren over wat hem dezen avond overkomen was. Slapen konden ze niet. Ze woelden en werden koud. In Gijs' hoofd tuimelden de gedachten door elkaar, hij voelde zijn armen hard als metaal onder zijn knijpende vingers. Zijn vuist als een moker, Stijn was een vrouw om alles voor te doen. Wat ze jiu weer bedacht had, 't lag toch zoo voor de hand. Hij zelf zocht 't in hard sjouwen en nu kwam zij met dit plan. En dat moest lukken. Stijn wachtte, wachtte al door nog op *n woord, *n aandui ding van haar man, waarmede hij zou te kennen geven, dat in hem nóg was gebleven 't vertouwen waarover zij vroeger ge sproken hadden. Maar hij zweeg er over. Den volgenden morgen viel bij het verzetten van den stoel Gijs' daagsche broek op den grond. Stijn raapte ze op en het zware geldzakje viel er uit. Ze voelde dat 't niet enkel centen en kleingeld was, maar er zaten guldens tusschen. Een duister vermoeden, dat ze toch nog probeerde terug te duwen, rees in haar op. Zou hijgeld achtergehouden hebben van 't een of ander? Of was 't erger? 't Ergste wat hun kon overkomen? Ze deed de bedsteedeurtjes open en legde "t zakje op de plank. Hij hoorde 't geluid van 't metaal op 't hout en een groote schuwheid kwam er over hem, als bij een jongen, die betrapt wordt. „Det geld is nie van mijn, hurdet is nog van Flippe. Die zal 't er wel om komme en 'n klèèn bietje is vur oons." Er werd niet meer over gesproken dien morgen* Tinus schrok toen hij hoorde, wat er over hem besloten was. „Ikmoog toch gaon vaore?" schreide hij. „Det moogde, laoter, mer nou motte nar Maore jongeske, dinkt er toch om, det we zoo èrrem zijn. Gij mot helpen hur." Hij propte zijn boterham, waarop Stijn een dun smeertje vet spek had gekrabd, weg en mokte. Vandaag ging hij voor 't laatst naar school. Hij moest 't maar zeggen. En hij kon vroeg vrij vragen. Om drie uur zou Gijs hem wachten bij de laan van Maar de Bruin. Gijs was druk dien morgen, hij sneed wilgenbandjes en splitste ze. Bij Hein de Grauw haalde hij een bos roggestroo en nog voor den middag zat hij naast de kachel zijn bennetjes te „breien"* Maarzijn gedachten waren meer bij 't geld van derf Petser. dan bij zijn werk. Zonder veel moeite kwam *t accoord tusschen Maar derf diaken en Gijs dien middag tot stand. Tinus zou Maandag morgen beginnen. Voorloopig om zeven uur envoor 'n kwartje en de kost. Dat was volgens den boer buitengewoon royaal en Gijs zou zelfs toegestemd hebben als de jongen' zonder 't kwartje mocht komen. Gijs was murw. Toen ze de laan uitgingen om naar den Elzenberm terug le keeren, zei Tinus niet veel. Hij was bang voor den grooten jongen van Maar, die hem met spottende minachting had zitten aangapen. „Zuut mer, m'n knechtje", zei Gijs troostend, „d'r zal we! wieer is veraandering komme vur oons." Met 't geld van den Petser nog steeds in zijn zak kwant hij met Tinus thuis en toog dadelijk weer aan 't werk. „In d'aandere wèèk laai ik alles op de kruiwaage en gaol ik nar de mert te Overwijk," zei hij tot Stijn. „Gij doet mer, hur, ge zal d'is zien wet 'n febriek ge nog krijgt." ,s Maandags ïn de klamme kilte van den vroegen ochtend ging Tinus er op uit. Een jongen, schraal en in z'n schunnig schoolpakje, een ventpe met een brok in de keel stapte de donkerte in. Stijn keek hem nog even na. Nou werd hij groot. Hij kreeg 't in de kost allicht beter dan thuis. Als hij nou maar niet al te hard moest spuwen daar, (Wordt vervolgdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9