De Vierdaagsche Afstandsmarschen DONDERDAG 28 JULI 1938 TWEEDE BLAD PAG. g Witter dan wit worden Uw tanden wanneer U poetst met wat goeds, namelijk met iuad Tube 60 en 40 ct Doos 20 ct IVUK Het Instituut der Centrale Werkplaatsen Na twee dagen 44 uit vallers of 1 op de 100 Feest in Wychen Het weer hield zich goed NIJMEGEN, Woensdagavond „Waar blijft Me pp el tocih?" vroeg onze Jiospita en de vraag werd aldra herlhaald door de vijf Vierdagenaars, die met ons èn met „Meppel" van den ochtend tot den avond alleen maar belangstelling hebben voor blaren, uitvallers en binnenkomers. „Meppel" of wel een der dames uit Mep pel, die voor de tweede maal de afstands- marsch loopt, blééf weg en het pension was er nerveus onder Maar ziet, om een uur of vier, daar kwam ze achter het ,„Vijfde" van de infanterie aanmaroheeren. En nu zagen we meteen de reden van het laatkomen: tusschen haar en een andere dame in strompelde een deelneemster, die blijkbaar slechts met uiterste krachtsin spanning de kazerne kon halen. Later kregen we met een paar woorden 't Verhaal te hooren: in Wychen was dat slachtoffer er al kwaad aan toe en werd ze door een paar soldaten „gesleept", maar bij Nijmegen mocht dat niet meer en toen had den de andere dames zich over haar ont fermd. En ook voor de helpsters moesten de laatste loodjes van dezen tweeden dag toch wel het zwaarst hebben gewogen, want ook „Meppel" kwam binnen met een blaar als een aardappel, die weer snel door hulp yaardige handen werd doorgeprikt en ge- Ziehier tegelijk een stukje van de sfeer, waarin deze marschen worden gehouden en die zoo aardig wordt weergegeven in 't Vier daags che-lied: „Want wij zijn één voor allen En allen zijn wij één. Zoo willen wij door Neerland En door het leven heen". De achterhoede Het is die geest van hulpvaardigheid, di aan de Vierdaagsche een groote bekoring Wij hadden ons voorgenomen ditmaal op (den tweeden dag eens extra aandacht te •wijden niet aan de voorhoede, die met bra nie en al zingend St Anna binnenkomt, toegeklapt door de duizenden langs den weg, maar aan de achterhoede, die terze'f- 'der tijd ipoeizaam tusschen Druten en Wvchen volhield onder het motto van den N.B.v.L.0.: „Willen is Kunnen" En zoo zijn we langs al die stevig zingen- Üe groepen en kloeke individueele loopers heengcfietst om de „staart" van de wande laars te gaan zien. Ook dat was wel weer eens interessant De achterhoede bleek lang niet alleen uit krukken en strompelaars te bestaan. Vooral hij de groepen geldt, dat ieder z'n eigen marsc.htempo heeft. Zoo vertelde ons inspecteur Versloot van 'de Rotterdamsche politie, dien we met zijn kwieke detachement al om half twaalf bij Wychen troffen, dat hij naar zijn gewoonte eerst 37 km aan één stuk had geloopen in een tempo van 6V2 km per uur. Eerst daar na volgde een rustje hij Hemen. Maar om 1 uur vonden we verderop bij Horsen nog een detachement matrozen, die na een rust weer dapper op stap gingen. Die hadden dus nog een 25 km voor de boeg! Wat hinderde het, waar immers bij de marschen t wedstrijdelement geheel is uitgeschakeld en alleen gelet wordt op da conditie, waarin ieder binnen komt Ook bij de individueele loopers wanen er in de achterhoede, die rustig en zelf verzekerd doorwandelden. Zij genoten wellicht nog het meest van het schitte rende landschap van Maas en Waal waar nu in den middag de zon het onaf zienbaar wuivende korenveld links en rechts van den weg kwam vergulden, zoodat de ranke populieren, die er aan derf einder tegen afstaken, nog meer relief kregen. Van al dit schoons zullen de enkelen, die niet in zelfvertrouwen, maar uit bittere noodzaak achteraan kwamen, maar weinig hebben gezien. Er wren er bijom meelij mee te Jfrijgen. Stapje voor stapje ging het verder over den weg, die, nu de zon heet ging bla keren, ook weer stoffig werd. Dan zag men wel eens een liip tusschen de 'tanden, het bewijs, dat de lijder wilde 'doorzetten, maar, och arme....... wanneer 't eerstvolgende A.N.W B.-toord dan als af- Onze Marine weert zich dapper en presteert heel wat ter zee, doch niet minder aan de wal en stelt, wat afstandsmarschen aa ngaat, menig „landrot" in de schaduw stand naar Nijmegen nog 18 km aangaf, dan moest zoo'n slachtoffer wel alle hoop ont zinken. Later in den middag zagen we er enkelen per aulo de kazerne binnenkomen... opgegeven, uitgevallen! Het bittere lot van hen, die öf ongetraind deelnemen, óf pech hebben. Dat laatste komt ook en zelfs onder geroutineerde loopers voor, want wie op een warmen eersten dag, misschien door onvoor zichtig drinken, maagkramp krijgt, kan er óók zoo uitliggen. Toah, we konden het ook bij deze inspectie van de achterhoede opmerken, wat is het aantal van dezulken ge ring. De cijfers wijzen het óók uit: op den eei'sten dag vielen er 9 loopers uit, vanmorgen vroeg bleken er 16 aan de stroozak gekluisterd en vandaag waren er 19 uitvallers. Dat maakt dus een totaal van 44. Er zijn Dinsdag 4570 deelnemers ver trokken, zoodat nog niet 1 pet. is uit gevallen. Gunstig weer Het gunstige weer heeft daar wel iets aan gedaan. Gisteravond en 's nachts re gende het hard, maar vanmorgen was hei droog. Dat heteekende dus: stofvrije we gen. Bovendien was het tot 12 uur koel. zelfs zóó koel, dat we een wandelaar hoor den zeggen: ,,'k Zou er een knaak over hebben als ik nu mijn slin-over bij .e had!" Daar in de omgeving van Puiflijk en Bergharen lagen de slip-overs echter nie, opgeschept en het 'beste was dus: door- loopen en „Haidewietsa" zingen. Feestelijk Wychen Opmerkelijk vroeg waren de wandelaars ditmaal in het feestelijk bevlagde Wychen, van ouds het aardige Vierdaagsohe-dorp. Even 9 uur kwamen de eerste veertigers al doorzetten, om 10 uur, zagen we de Duit- sche jongens, die eveneens 40 loopen, 6tram passeeren, dicht op elkaar, zoodat ze wel verplicht waren allen precies dezelfde passen te maken; daar waren ook de K. M. A. en het 15e R. I., die het dit jaar bij zonder best doen. Het marktplein stond al heel vroeg stampvol bezoeker^ .de geïmproviseerde café-terrassen deden denken aan de Pa rijsche boulevards. Leistikow liet z'n kapel weer vroolijk blazen, het zonnetje kwam om twaalf uur door en het was in Wychen best om uit te houden. Alle oude bekenden, zooals Opa Dink-( huyzen en Jan van Zanten, de vroolijke meisjes van de Bijenkorf uit Amsterdam en de Koloniale Reserve (alleen letterlijk) even uit de pas, kon men er treffen. Autoriteiten waren er ook: Kolonel van Voorst tot Voorst, inspecteur der cavalerie: en commandant der lichte brigade; kolonel Frager, inspecteur der Burgerwachten, Prof. Dr. J. G. Sleeswijk, voorzitter der Bureaux voor Medische Sportkeuring; Mr. J. A. de Visser, Procureur-Generaal hij het Arn- hemsch Gerechtshof, die zijn aandacht kon verdeelen tusschen den President van het Hof, Baron de Vos v. Steenwij k, die meeloopt en de Rotterdamsche politieman nen, die vroeger voor het hekie hebben ge tuigd in de zaak-Lans. De Geneeskundige Dienst heeft het in Wy chen heel druk, vooral wanneer de 55ers binnenkomen, want het aantal blaren blijkt groot t& zijn. „Waar kan ik 'n hlaar laten prikken?" vraagt een geroutineerde wandelaarster, die het café binnen komt zwenken, aan den inspecteur der marechaussée, die haar, zon der zich te bedenken aan de eemi-arts. mej. Boede, aflevert. Opgelucht zien we haar weer vertrekken en ook later binnenkomen. Om halftwaalf begon ditmaal de intocht bij het eindpunt reeds enam half zee zagen we nog een compleet mili tair detachement binnenzwenken en den man, dien we om half twee bij Huisen hadden zien strompelen, om vijf voor zeven toch nog binnenkomen. Dat heet doorzetten. Morgen: dan is het de beslissende dag; het rechte eind heen en weer naar Arnhem. Wie de 75 pet. haalt, maakt 90 pet. kans op de 100 pet. Ale het nu maar niet te warm wordt! Nauwkeurig worden de kaarten der deel nemers bij de controleposten nagezien en daarna door de officieren geknipt Hoe Nederland de werkloosheid bestrijdt Een tocht langs verschillende werkverschaffingsobjecten „Waar eens het water woelde, golft thans goudgeel graan De plannen van Rotterdam in de naaste toekomst I ïEGF.N regen en nog eens regen was het, die dezer dagen uit grauwe luchten onafgebroken neerplenste, toen wij op uitnoodiging van den Regeerings- persdienst een journalistieke excursie meemaakten naar verschillende werk- verschaffingscbjecten in de omgeving van Dordrecht en Rotterdam. Dat was heel jammer want een deel van het pro gram moest daardoor onvermijdelijk in toet gedrang komen. Men zou zich echter aan schromelijke overdrijving schuldig maken wanneer men ging beweren dat de excursie nu niet aan haar doel zou hebben beantwoord. Juist het tegendeel is het geval. Steeds meer komt den laatsten tijd in ons land in het brandpunt der belangstelling te staan de vraag, wat er ten onzent van C heidswege wordt gedaan op het gebied van de bestrijding der werkloosheid. Booze ton gen beweren vaak, dat laksheid en lauwheid den boventoon voeren, doch de feiten spre ken hier een andere taal. Er wordt in ons land niet stilgezeten en voor hen die door de schrikkelijke ramp der werkloosheid wor den getroffen, wordt gedaan wat mogelijk is en binnen het bereikbare ligt. En het mooi ste van alles is wel dal wij dat in ons land kunnen doen op onze eigen manier. Wij zijn een v r ij volk en kennen dus ook op het ge bied van de werkloosheidsbestrijding geen dwang of eienige verplichting, zooals dat el ders wel het geval is. Mien had er ditmaal de voorkeur aan ge geven (de vorige excursie betrof één groot object, nl. de Maaswerken in Brabant) een aantal „kleinere" werken te bezoekien, elk op zichzelf echter groot genoeg om een uit stekende indruk tie geven van wat op het gebied der werkverschaffing en jeugdzorg os land wordt gedaan. De tocht voerde allereerst naar de in werkverschaffing uit gevoerde werken aan het riviertje „Het Wanty" te Dordrecht. Voor enkele jaren be stond aan de Oostzijde van deze gemeente een complex moerassige grondien ter grootte van ca. 60 H.A. Het was een vrijwel ontoe gankelijk oord bestaande uit grienden, balk gaten en rietgorzen, waaraan niemand iets had. Wie thans een bezoek brengt aan deze omgeving slaat de handen in elkaar! Een schitterend ontspanningsoord voor de inge zetenen van Dordrecht is te voorschijn ge- tooverd, toestaande uit een 16 H.A. groot wandelpark met aansluitend plantsoen en een moderne zweminrichting. Deze werk verschaffing ie een succes geworden, waar bij men vooral ook het voordeel had dat on geschoolden eenvoudig grondwerk konden verrichten. Meermalen is gebleken dat met animo aan dit project werd gewerkt. Het behoeft geen betoog dat vooral de zwem inrichting een groote- aanwinst voor de stad is geworden die in breede lagen der bevolking wordt gewaardeerd en de volks gezondheid ten goede komt In 1937 heeft het aantal bezoekers circa 135000 bedragen en op mooie zonnige dagen kan wel op 2500 a 3000 bezoekers worden gerekend. beu worden van de schoolbanken en liever in de praetijk willen werken. Wat heeft men tenslotte aan een groote hoeveelheid theoretische kennis als men niet de kans krijgt practisch werkzaam te zijn? Besloten werd daarom een Centrale Werkplaats in te richten, waar de jongelui zooveel mogelijk werken onder dezelfde verhoudingen als in een narticuliere onderneming, dus normale bedrijfstucht en zelfs nog een beetje* stren ger om weer in het gareel te komen. En zoo zagen we bij ons bezoek aan de Centrale Werkplaats te Dordrecht de jongens timme ren, smeden, bankwerlten, sahilderen, auto geen en electrisch lasschen. Ook auto montage, kantoorwerk en electrotechniek wordt er beoefend. Het lied van den arbeid weerklinkt weer in het leven van hen, wier toekomst zoo troosteloos kon schijnen en nu een kans krijgen een plaatsje in de maatschappij te veroveren. Want dat dit laatste inderdaad gebeurt, bewijzen de cij fers! Wanneer men bedenkt dat in de werk plaats 250 jongens kunnen werken (thans zijn er 60) en dat er in 1935 288 werk von den, in 1936 317 en in 1937 483 (invloed van de opleving) dan blijkt dat het instituut der Centrale Werkplaatsen voor de werk- looze rijpere jeugd \an groote beteekenis is en zal blijven zoolang er in ons land ge sproken kan worden van groote werkloos- De Bieschbosch ingepolderd Een object van geheel anderen aard, waaraan wij een bezoek brachten, was de werkverschaffing in den Bieschbosch. Ieder herinnert zich natuurlijk van de school banken dit plekje van de landkaart als een stuk moeras dat nergens bruikbaar voor was. Men moet er t h a n s eens komen: door indijking is een nieuwe polder ontstaan, welke circa 970 H.A. nuttig cultuurland op levert! Waar eens het water woelde, golft thans goudgeel graan! In 1926 werden de dijken tesamen lang SV2 K.M. gemaakt en de uitwateringssluis Reeds een jaar later werd begonnen met het in cultuur brengen van het ingedijkte gebied dat vroeger be stond uit griend- en rietland, eenige kleins laag omlcade graspoldertjes, slikken, water en platen met biezen. Tot aan het eind van 1937 is in totaal aan directe loonen voor de uitvoering der werken betaald f 2.076.000. Er wonen mo menteel 16 gezinnen. Er zijn 14 boerderijen in dit typische polderlandschap verrezen. Gemiddeld vinden in den polder 160 arbei ders werk èn een bestaan gedurende het geheele jaar. Men is in den polder thans druk bezig met het afwerken van een 13-tal groote hangars (land'bouwsc-huren) waar aan jeugdige werkloozen (van 1424 jaar) werkzaam zijn. De Minister van Sociale Zaken Prof. Mr. C. P. M. Romme, die de ex cursie meemaakte, toonde voor deze schuren als trouwens voor tal van andere zaken groote belangstelling. De kwaliteit der nieuwe gronden (vette klei) is uitstekend en de oogsten staan kwantitatief en kwali tatief bovenaan. Op den duur zullen in den polder, die thans jaarlijks nog een tekort laat van circa 50.000 (gevolg ook van onze snelle afschrijvingspolitiek) wel een paar honderd gezinnen kunnen leven. Het kleine deficit (dat verdwijnen zal) staat natuur lijk in geen verhouding tot de enorme be teekenis van deze landaanwinst. Toen wij den polder doortrokken was men druk beziir met vlastrekken enwij plukten bij een De Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Jachin" hield te Scheveningen haar, 64ste jaarvergadering. Tijdens de rede van Ds J. A. Tazelaar Opruiming van krotwoningen Van geheel ander karakter was wel de werkverschaffing die we 's middags in Zwijndrecht bezochten onder leiding van den burgemeester den heer J. A J. J a n s e n. Er worden in deze gemeente met medewer king van „Sociale Zaken" een zeer groot aan tal krotwoningen, in de oorlogsjaren ge bouwd ('t slechte materiaal dat in die dagen verkrijgbaar was deed de huizen reeds na tien jaar vrijwel onbewoonbaar zijn) afge broken en geleidelijk weer opgebouwd. Door de gelukkig samenwerking met Sociale Za ken is hier wij hebben ons ervan over tuigd iets goede bereikt De eerste 50 woningen zijn al gereed en zien er zeer ge riefelijk uit. Het typische bij dit object is. dat Zwijndrecht hier „de klok heeft terug gezet" door mechanische arbeid door han denarbeid te vervangen. (Kozijnen worden b.v. niet van de fabriek betrokken). Hier door kunnen meer menschen worden tewerk gesteld dan bij gewone uitvoering, terwijl de kosten van het object er toch niet duur der op worden. Na de lunoh ging het des middags in stroomenden regen naar Rotterdam, waar achtereenvolgens een bezoek werd gebracht aan het Museum-Park (aangelegd als werk- object door jongere werkloozen), het open luchttheater aan den Westzeedijk en het talud aan den Wytemaweg. In den polder Blijidorp werd het in werkverschaffing uit gevoerde park bezichtigd en ten besluite van dezen dag ging de tocht naar bet Bosch en Parkplan in Kralingen. Dit laatste object is uit den aard der zaak het grootste en men is er ook al jaren mee bezig. Het ge- heele plan van aanleg bevat immers een oppervlakte van 400 H.A. Met het aanleggen zelf was men er bovendien niet, want het geheele terrein rondom de Kralingsche Plas lag 6 a 7 Meter lager dan het niveau van den Plas zelve, zoodat dit eerst moest wor den opgehoogd. Millioenen kubieke meten? zand zijn noodig geweest om het terrein 00 te hoogen. Voornamelijk de grond uit de Waalhaven is hiervoor gebruikt. De Rotterdammers zijn uit den aaTd der zaak met^deze werken overbekend, maar in het land staat Rotterdam nog maar al te veel bekend als de stad die „zoo weinig na tuurschoon heeft". Welnu, deze excursie heeft weer eens aangetoond dat de Maas stad trots kan zijn op wat hier tot stand wordt gebracht en dat het fabeltje van „weinig bezienswaardigheden" zoo spoedig mogelijk de wereld uit moet. Wie Rotterdam bezoekt, moet naar de Kralingsche Plas en den Kralingerhout, om een onvergetelijk schoone indruk mee te nemen van het Hol- landsc-he polderlandschap. Het program van Rotterdam Ook Rotterdam zit bij de werkloos heidsbestrijding niet stil. Met instem ming hoorden wij dat vermoedelijk in September een tweede Centrale Werk plaats (voor houtbewerking) zal worden geopend terwijl de instelling van een lasschool zich in een vergevorderd sta dium van voorbereiding bevindt, In uitvoering zijn momenteel het eiland Brienenoord (aanleg van sportvelden etc.), egalisatie van grond en aanleg van sport velden bij het Schie-Rottekanaal, plantsoen- aanleg bij het Zuiderziekenhuis en de in richting van een speeltuin voor de Speel- tuinvereeniging „Het Noorden". Binnenkort zal een aanvang worden ge maakt met aanleg van sportvelden in Blij- dorp, uitbreiding van egalisatie-werken Schie-Rottekanaal. aanleg van Sportvelden od een terrein aan de Nieuw-Terbregsche- weg, aanleg sport- en recreatiegebied polder Varkenoord en de inrichting van speel tuinen te Hillesluis en op Katendrecht. Geraamd is dat aan deze objecten 500 jon gens gedurende IY2 jaar werkzaam zullen zijn. Voorts zijn plannen ingediend voor verbetering van de bestaande sportvelden terwijl in voorbereiding is het maken van een zwembad op het eiland Brienenoord. En dan spreken we verder nog maar niet m de verbetering van bestratingen die in werkverschaffing wordt uitgevoerd en waar voor plannen zijn ingediend bij den Minis ter van in totaal 1.479.000. Inderdaad: ook deze tweede excursie van den Regeeringspersdienst heeft aangetoond ROFFELRIJMEN SCHANDE Op 't gezin van tante Bessie Ligt een sombere depressie: Tante Bes en oome Jan Hebben een vacantieplan: Tante wil een keer probeeren In Kijkduin te gaan logeeren, Maar, volledig in pension: Volle vrijheid, kost en zon! Oom zat met de consekwensie»: Schreef op stapels advertenties En na eindeloos geschrijf Vonden ze een geschikt verblijf Zoo kreeg tante de garantie Van een echte strandvacantie, Maar de kwestie is aan zee: Is de zon er, ja of nee Daarom dompelde zich tante Elke avond in de kranten En verslond het weerbericht Met een zeer geleerd gezicht. Tante Bes begreep gauw pijnlijk: Al het weer was steeds waarschijnlijk, En het buitenlandsch bericht Deed de deur nog erger dicht. Altijd hadden het die lieden Over hoogedrukgebieden, Zwakke fronten, enzoovoort, Waar ze nooit van had gehoord. 't Allerergst vond tante Bessie Dat er altijd een depressie Op de loer lag hier of daar Die het weer sloeg inelkaarl Toen is tante kwaad geworden En ze gooide met de borden En ze zei: depressies, Jan Hoorde je daar vroeger van? Hébben in De Bilt consessie Otis plezier met zoo'n obsessie Te bederven élke dag? Schande, dat zooiets maar mag! (Nadruv verboden) LEO LENS dat er in ons land alles gedaan wordt om het leed van de werkloozen zooveel moge lijk te verzachten. Het zou natuurlijk het allerprettigst zijn wanneer de opleving in de economischen toestand zoover doorzette dat het werkloosheideprobleem zichzelf oploste. Doch zoover zijn we voorloopig nog lang niet en daarom mag met erkentelijkheid worden gezien dat ook de hoogere en lagere Overheden in ons land een open oog heb- ben voor de nooden van hen die zoo zwaar getroffen worden door de ramp der werk loosheid. Verstoorde idylle van een zwerver Hij stond naar de eendjes te kijken AMSTERDAM, 27 Juli. Een zwervers bestaan is geen alledaaigsch bestaan, het is vol avontuur en het heeft de willekeurige dagindeeling, die ^een vagebondeerend le ven zoo verlokkend maakt. Dat de volgende gebeurtenis zich op zoo ontijdig tijdstip afspeelde, behoeft dan ook geen verwondering te baren. Te ongeveer drie uur maakte een waker van de A.G.P.N.V. zijn nachtelijke rit door het Vondelpark, toen hij bij het „Melk- huisje" gekomen in den vijver een mart zag spartelen. Daar hij den bader door handreiking niet kon bereiken, ontdeed hij zich van zijn gummi-beenstukken, beves tigde deze aan elkaar en wierp ze den drenkeling toe, die ze kon grijpep en zoo op het droge kon worden geheschen. Intusschen was de eigenaar van het „Melkhuisje" op het gerucht ontwaakt. Deze helde den geneeskundigen dienst op, welke den man, die nogal wat water en kroos had binnengekregen, naar het Wil- helminagasthuis vervoerde, waar hij ter verpleging werd opgenomen. De man, een 59-jarige zwerver, vertelde, dat hij aan den kant van de vijver naar de eendjes had staan kijken... daarbij was hij uitgegleden en te water geraakt. De route van dttn tweeden dag Intusschen is dit niet het eenige op het gebied van de werkloosheidsbestrijding, waarmee de gemeente Dordrecht zich in den lande een zekere reputatie heeft verworven. Het instituut der Centrale Werkplaatsen is op Dordtechen bodem geteeld toen men be merkte dat de werkloozencursussen telkens i.ie qui ue wer* luweiiluiausscii (n3/i verliepen, omdai do jongens tenslotte polder (April lyjof, Het ontstaan van den polder „De Biesbosch". Links: Hoe 't vroeger was (1928). Rechts: bebouwing van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5