De Vierdaagsche Afstandsmarschen
DONDERDAG 28 JULI 1938 TWEEDE BLAD PAG. g
Witter dan wit
worden Uw tanden wanneer U poetst met
wat goeds, namelijk met iuad
Tube 60 en 40 ct Doos 20 ct IVUK
Het Instituut der Centrale Werkplaatsen
Na twee dagen 44 uit
vallers of 1 op de 100
Feest in Wychen
Het weer hield zich goed
NIJMEGEN, Woensdagavond
„Waar blijft Me pp el tocih?" vroeg onze
Jiospita en de vraag werd aldra herlhaald
door de vijf Vierdagenaars, die met ons èn
met „Meppel" van den ochtend tot den
avond alleen maar belangstelling hebben
voor blaren, uitvallers en binnenkomers.
„Meppel" of wel een der dames uit Mep
pel, die voor de tweede maal de afstands-
marsch loopt, blééf weg en het pension was
er nerveus onder
Maar ziet, om een uur of vier, daar kwam
ze achter het ,„Vijfde" van de infanterie
aanmaroheeren.
En nu zagen we meteen de reden van het
laatkomen: tusschen haar en een andere
dame in strompelde een deelneemster, die
blijkbaar slechts met uiterste krachtsin
spanning de kazerne kon halen.
Later kregen we met een paar woorden 't
Verhaal te hooren: in Wychen was dat
slachtoffer er al kwaad aan toe en werd ze
door een paar soldaten „gesleept", maar bij
Nijmegen mocht dat niet meer en toen had
den de andere dames zich over haar ont
fermd. En ook voor de helpsters moesten de
laatste loodjes van dezen tweeden dag toch
wel het zwaarst hebben gewogen, want ook
„Meppel" kwam binnen met een blaar als
een aardappel, die weer snel door hulp
yaardige handen werd doorgeprikt en ge-
Ziehier tegelijk een stukje van de sfeer,
waarin deze marschen worden gehouden en
die zoo aardig wordt weergegeven in 't Vier
daags che-lied:
„Want wij zijn één voor allen
En allen zijn wij één.
Zoo willen wij door Neerland
En door het leven heen".
De achterhoede
Het is die geest van hulpvaardigheid, di
aan de Vierdaagsche een groote bekoring
Wij hadden ons voorgenomen ditmaal op
(den tweeden dag eens extra aandacht te
•wijden niet aan de voorhoede, die met bra
nie en al zingend St Anna binnenkomt,
toegeklapt door de duizenden langs den
weg, maar aan de achterhoede, die terze'f-
'der tijd ipoeizaam tusschen Druten en
Wvchen volhield onder het motto van den
N.B.v.L.0.:
„Willen is Kunnen"
En zoo zijn we langs al die stevig zingen-
Üe groepen en kloeke individueele loopers
heengcfietst om de „staart" van de wande
laars te gaan zien.
Ook dat was wel weer eens interessant
De achterhoede bleek lang niet alleen uit
krukken en strompelaars te bestaan. Vooral
hij de groepen geldt, dat ieder z'n eigen
marsc.htempo heeft.
Zoo vertelde ons inspecteur Versloot van
'de Rotterdamsche politie, dien we met zijn
kwieke detachement al om half twaalf bij
Wychen troffen, dat hij naar zijn gewoonte
eerst 37 km aan één stuk had geloopen in
een tempo van 6V2 km per uur. Eerst daar
na volgde een rustje hij Hemen.
Maar om 1 uur vonden we verderop bij
Horsen nog een detachement matrozen, die
na een rust weer dapper op stap gingen.
Die hadden dus nog een 25 km voor de
boeg!
Wat hinderde het, waar immers bij
de marschen t wedstrijdelement geheel
is uitgeschakeld en alleen gelet wordt
op da conditie, waarin ieder binnen
komt
Ook bij de individueele loopers wanen
er in de achterhoede, die rustig en zelf
verzekerd doorwandelden. Zij genoten
wellicht nog het meest van het schitte
rende landschap van Maas en Waal
waar nu in den middag de zon het onaf
zienbaar wuivende korenveld links en
rechts van den weg kwam vergulden,
zoodat de ranke populieren, die er aan
derf einder tegen afstaken, nog meer
relief kregen.
Van al dit schoons zullen de enkelen, die
niet in zelfvertrouwen, maar uit bittere
noodzaak achteraan kwamen, maar weinig
hebben gezien.
Er wren er bijom meelij mee te
Jfrijgen. Stapje voor stapje ging het verder
over den weg, die, nu de zon heet ging bla
keren, ook weer stoffig werd.
Dan zag men wel eens een liip tusschen de
'tanden, het bewijs, dat de lijder wilde
'doorzetten, maar, och arme....... wanneer 't
eerstvolgende A.N.W B.-toord dan als af-
Onze Marine weert zich dapper en presteert heel wat ter zee, doch niet minder aan
de wal en stelt, wat afstandsmarschen aa ngaat, menig „landrot" in de schaduw
stand naar Nijmegen nog 18 km aangaf, dan
moest zoo'n slachtoffer wel alle hoop ont
zinken. Later in den middag zagen we er
enkelen per aulo de kazerne binnenkomen...
opgegeven, uitgevallen! Het bittere lot van
hen, die öf ongetraind deelnemen, óf pech
hebben. Dat laatste komt ook en zelfs onder
geroutineerde loopers voor, want wie op een
warmen eersten dag, misschien door onvoor
zichtig drinken, maagkramp krijgt, kan er
óók zoo uitliggen.
Toah, we konden het ook bij deze
inspectie van de achterhoede opmerken,
wat is het aantal van dezulken ge
ring.
De cijfers wijzen het óók uit: op den
eei'sten dag vielen er 9 loopers uit,
vanmorgen vroeg bleken er 16 aan de
stroozak gekluisterd en vandaag waren
er 19 uitvallers.
Dat maakt dus een totaal van 44.
Er zijn Dinsdag 4570 deelnemers ver
trokken, zoodat nog niet 1 pet. is uit
gevallen.
Gunstig weer
Het gunstige weer heeft daar wel iets
aan gedaan. Gisteravond en 's nachts re
gende het hard, maar vanmorgen was hei
droog. Dat heteekende dus: stofvrije we
gen. Bovendien was het tot 12 uur koel.
zelfs zóó koel, dat we een wandelaar hoor
den zeggen: ,,'k Zou er een knaak
over hebben als ik nu mijn slin-over bij
.e had!"
Daar in de omgeving van Puiflijk en
Bergharen lagen de slip-overs echter nie,
opgeschept en het 'beste was dus: door-
loopen en „Haidewietsa" zingen.
Feestelijk Wychen
Opmerkelijk vroeg waren de wandelaars
ditmaal in het feestelijk bevlagde Wychen,
van ouds het aardige Vierdaagsohe-dorp.
Even 9 uur kwamen de eerste veertigers
al doorzetten, om 10 uur, zagen we de Duit-
sche jongens, die eveneens 40 loopen, 6tram
passeeren, dicht op elkaar, zoodat ze wel
verplicht waren allen precies dezelfde
passen te maken; daar waren ook de K.
M. A. en het 15e R. I., die het dit jaar bij
zonder best doen.
Het marktplein stond al heel vroeg
stampvol bezoeker^ .de geïmproviseerde
café-terrassen deden denken aan de Pa
rijsche boulevards.
Leistikow liet z'n kapel weer vroolijk
blazen, het zonnetje kwam om twaalf uur
door en het was in Wychen best om uit te
houden.
Alle oude bekenden, zooals Opa Dink-(
huyzen en Jan van Zanten, de vroolijke
meisjes van de Bijenkorf uit Amsterdam en
de Koloniale Reserve (alleen letterlijk) even
uit de pas, kon men er treffen.
Autoriteiten waren er ook: Kolonel van
Voorst tot Voorst, inspecteur der cavalerie:
en commandant der lichte brigade; kolonel
Frager, inspecteur der Burgerwachten, Prof.
Dr. J. G. Sleeswijk, voorzitter der Bureaux
voor Medische Sportkeuring; Mr. J. A. de
Visser, Procureur-Generaal hij het Arn-
hemsch Gerechtshof, die zijn aandacht
kon verdeelen tusschen den President van
het Hof, Baron de Vos v. Steenwij k, die
meeloopt en de Rotterdamsche politieman
nen, die vroeger voor het hekie hebben ge
tuigd in de zaak-Lans.
De Geneeskundige Dienst heeft het in Wy
chen heel druk, vooral wanneer de 55ers
binnenkomen, want het aantal blaren blijkt
groot t& zijn.
„Waar kan ik 'n hlaar laten prikken?"
vraagt een geroutineerde wandelaarster, die
het café binnen komt zwenken, aan den
inspecteur der marechaussée, die haar, zon
der zich te bedenken aan de eemi-arts. mej.
Boede, aflevert.
Opgelucht zien we haar weer vertrekken
en ook later binnenkomen.
Om halftwaalf begon ditmaal de intocht
bij het eindpunt reeds enam half
zee zagen we nog een compleet mili
tair detachement binnenzwenken en den
man, dien we om half twee bij Huisen
hadden zien strompelen, om vijf voor
zeven toch nog binnenkomen.
Dat heet doorzetten.
Morgen: dan is het de beslissende dag;
het rechte eind heen en weer naar
Arnhem.
Wie de 75 pet. haalt, maakt 90 pet.
kans op de 100 pet.
Ale het nu maar niet te warm wordt!
Nauwkeurig worden de kaarten der deel
nemers bij de controleposten nagezien en
daarna door de officieren geknipt
Hoe Nederland de werkloosheid
bestrijdt
Een tocht langs verschillende
werkverschaffingsobjecten
„Waar eens het water woelde,
golft thans goudgeel graan
De plannen van Rotterdam
in de naaste toekomst
I ïEGF.N regen en nog eens regen was
het, die dezer dagen uit grauwe
luchten onafgebroken neerplenste, toen
wij op uitnoodiging van den Regeerings-
persdienst een journalistieke excursie
meemaakten naar verschillende werk-
verschaffingscbjecten in de omgeving
van Dordrecht en Rotterdam. Dat was
heel jammer want een deel van het pro
gram moest daardoor onvermijdelijk in
toet gedrang komen. Men zou zich echter
aan schromelijke overdrijving schuldig
maken wanneer men ging beweren dat
de excursie nu niet aan haar doel zou
hebben beantwoord. Juist het tegendeel
is het geval.
Steeds meer komt den laatsten tijd in ons
land in het brandpunt der belangstelling te
staan de vraag, wat er ten onzent van C
heidswege wordt gedaan op het gebied van
de bestrijding der werkloosheid. Booze ton
gen beweren vaak, dat laksheid en lauwheid
den boventoon voeren, doch de feiten spre
ken hier een andere taal. Er wordt in ons
land niet stilgezeten en voor hen die door
de schrikkelijke ramp der werkloosheid wor
den getroffen, wordt gedaan wat mogelijk is
en binnen het bereikbare ligt. En het mooi
ste van alles is wel dal wij dat in ons land
kunnen doen op onze eigen manier. Wij zijn
een v r ij volk en kennen dus ook op het ge
bied van de werkloosheidsbestrijding geen
dwang of eienige verplichting, zooals dat el
ders wel het geval is.
Mien had er ditmaal de voorkeur aan ge
geven (de vorige excursie betrof één groot
object, nl. de Maaswerken in Brabant) een
aantal „kleinere" werken te bezoekien, elk
op zichzelf echter groot genoeg om een uit
stekende indruk tie geven van wat op het
gebied der werkverschaffing en jeugdzorg
os land wordt gedaan. De tocht voerde
allereerst naar de in werkverschaffing uit
gevoerde werken aan het riviertje „Het
Wanty" te Dordrecht. Voor enkele jaren be
stond aan de Oostzijde van deze gemeente
een complex moerassige grondien ter grootte
van ca. 60 H.A. Het was een vrijwel ontoe
gankelijk oord bestaande uit grienden, balk
gaten en rietgorzen, waaraan niemand iets
had. Wie thans een bezoek brengt aan deze
omgeving slaat de handen in elkaar! Een
schitterend ontspanningsoord voor de inge
zetenen van Dordrecht is te voorschijn ge-
tooverd, toestaande uit een 16 H.A. groot
wandelpark met aansluitend plantsoen en
een moderne zweminrichting. Deze werk
verschaffing ie een succes geworden, waar
bij men vooral ook het voordeel had dat on
geschoolden eenvoudig grondwerk konden
verrichten. Meermalen is gebleken dat met
animo aan dit project werd gewerkt. Het
behoeft geen betoog dat vooral de zwem
inrichting een groote- aanwinst voor de
stad is geworden die in breede lagen der
bevolking wordt gewaardeerd en de volks
gezondheid ten goede komt In 1937 heeft
het aantal bezoekers circa 135000 bedragen
en op mooie zonnige dagen kan wel op 2500
a 3000 bezoekers worden gerekend.
beu worden van de schoolbanken en liever
in de praetijk willen werken. Wat heeft
men tenslotte aan een groote hoeveelheid
theoretische kennis als men niet de kans
krijgt practisch werkzaam te zijn? Besloten
werd daarom een Centrale Werkplaats in te
richten, waar de jongelui zooveel mogelijk
werken onder dezelfde verhoudingen als in
een narticuliere onderneming, dus normale
bedrijfstucht en zelfs nog een beetje* stren
ger om weer in het gareel te komen. En
zoo zagen we bij ons bezoek aan de Centrale
Werkplaats te Dordrecht de jongens timme
ren, smeden, bankwerlten, sahilderen, auto
geen en electrisch lasschen. Ook auto
montage, kantoorwerk en electrotechniek
wordt er beoefend. Het lied van den arbeid
weerklinkt weer in het leven van hen, wier
toekomst zoo troosteloos kon schijnen en
nu een kans krijgen een plaatsje in de
maatschappij te veroveren. Want dat dit
laatste inderdaad gebeurt, bewijzen de cij
fers! Wanneer men bedenkt dat in de werk
plaats 250 jongens kunnen werken (thans
zijn er 60) en dat er in 1935 288 werk von
den, in 1936 317 en in 1937 483 (invloed van
de opleving) dan blijkt dat het instituut
der Centrale Werkplaatsen voor de werk-
looze rijpere jeugd \an groote beteekenis
is en zal blijven zoolang er in ons land ge
sproken kan worden van groote werkloos-
De Bieschbosch ingepolderd
Een object van geheel anderen aard,
waaraan wij een bezoek brachten, was de
werkverschaffing in den Bieschbosch. Ieder
herinnert zich natuurlijk van de school
banken dit plekje van de landkaart als een
stuk moeras dat nergens bruikbaar voor
was. Men moet er t h a n s eens komen: door
indijking is een nieuwe polder ontstaan,
welke circa 970 H.A. nuttig cultuurland op
levert! Waar eens het water woelde, golft
thans goudgeel graan! In 1926 werden de
dijken tesamen lang SV2 K.M. gemaakt en
de uitwateringssluis Reeds een jaar later
werd begonnen met het in cultuur brengen
van het ingedijkte gebied dat vroeger be
stond uit griend- en rietland, eenige kleins
laag omlcade graspoldertjes, slikken, water
en platen met biezen.
Tot aan het eind van 1937 is in totaal
aan directe loonen voor de uitvoering der
werken betaald f 2.076.000. Er wonen mo
menteel 16 gezinnen. Er zijn 14 boerderijen
in dit typische polderlandschap verrezen.
Gemiddeld vinden in den polder 160 arbei
ders werk èn een bestaan gedurende het
geheele jaar. Men is in den polder thans
druk bezig met het afwerken van een 13-tal
groote hangars (land'bouwsc-huren) waar
aan jeugdige werkloozen (van 1424 jaar)
werkzaam zijn. De Minister van Sociale
Zaken Prof. Mr. C. P. M. Romme, die de ex
cursie meemaakte, toonde voor deze schuren
als trouwens voor tal van andere zaken
groote belangstelling. De kwaliteit der
nieuwe gronden (vette klei) is uitstekend
en de oogsten staan kwantitatief en kwali
tatief bovenaan. Op den duur zullen in den
polder, die thans jaarlijks nog een tekort
laat van circa 50.000 (gevolg ook van onze
snelle afschrijvingspolitiek) wel een paar
honderd gezinnen kunnen leven. Het kleine
deficit (dat verdwijnen zal) staat natuur
lijk in geen verhouding tot de enorme be
teekenis van deze landaanwinst. Toen wij
den polder doortrokken was men druk beziir
met vlastrekken enwij plukten bij een
De Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Jachin" hield te Scheveningen haar,
64ste jaarvergadering. Tijdens de rede van Ds J. A. Tazelaar
Opruiming van krotwoningen
Van geheel ander karakter was wel de
werkverschaffing die we 's middags in
Zwijndrecht bezochten onder leiding van
den burgemeester den heer J. A J. J a n s e n.
Er worden in deze gemeente met medewer
king van „Sociale Zaken" een zeer groot aan
tal krotwoningen, in de oorlogsjaren ge
bouwd ('t slechte materiaal dat in die dagen
verkrijgbaar was deed de huizen reeds na
tien jaar vrijwel onbewoonbaar zijn) afge
broken en geleidelijk weer opgebouwd. Door
de gelukkig samenwerking met Sociale Za
ken is hier wij hebben ons ervan over
tuigd iets goede bereikt De eerste 50
woningen zijn al gereed en zien er zeer ge
riefelijk uit. Het typische bij dit object is.
dat Zwijndrecht hier „de klok heeft terug
gezet" door mechanische arbeid door han
denarbeid te vervangen. (Kozijnen worden
b.v. niet van de fabriek betrokken). Hier
door kunnen meer menschen worden tewerk
gesteld dan bij gewone uitvoering, terwijl
de kosten van het object er toch niet duur
der op worden.
Na de lunoh ging het des middags in
stroomenden regen naar Rotterdam, waar
achtereenvolgens een bezoek werd gebracht
aan het Museum-Park (aangelegd als werk-
object door jongere werkloozen), het open
luchttheater aan den Westzeedijk en het
talud aan den Wytemaweg. In den polder
Blijidorp werd het in werkverschaffing uit
gevoerde park bezichtigd en ten besluite
van dezen dag ging de tocht naar bet Bosch
en Parkplan in Kralingen. Dit laatste object
is uit den aard der zaak het grootste en
men is er ook al jaren mee bezig. Het ge-
heele plan van aanleg bevat immers een
oppervlakte van 400 H.A. Met het aanleggen
zelf was men er bovendien niet, want het
geheele terrein rondom de Kralingsche Plas
lag 6 a 7 Meter lager dan het niveau van
den Plas zelve, zoodat dit eerst moest wor
den opgehoogd. Millioenen kubieke meten?
zand zijn noodig geweest om het terrein 00
te hoogen. Voornamelijk de grond uit de
Waalhaven is hiervoor gebruikt.
De Rotterdammers zijn uit den aaTd der
zaak met^deze werken overbekend, maar in
het land staat Rotterdam nog maar al te
veel bekend als de stad die „zoo weinig na
tuurschoon heeft". Welnu, deze excursie
heeft weer eens aangetoond dat de Maas
stad trots kan zijn op wat hier tot stand
wordt gebracht en dat het fabeltje van
„weinig bezienswaardigheden" zoo spoedig
mogelijk de wereld uit moet. Wie Rotterdam
bezoekt, moet naar de Kralingsche Plas en
den Kralingerhout, om een onvergetelijk
schoone indruk mee te nemen van het Hol-
landsc-he polderlandschap.
Het program van Rotterdam
Ook Rotterdam zit bij de werkloos
heidsbestrijding niet stil. Met instem
ming hoorden wij dat vermoedelijk in
September een tweede Centrale Werk
plaats (voor houtbewerking) zal worden
geopend terwijl de instelling van een
lasschool zich in een vergevorderd sta
dium van voorbereiding bevindt,
In uitvoering zijn momenteel het eiland
Brienenoord (aanleg van sportvelden etc.),
egalisatie van grond en aanleg van sport
velden bij het Schie-Rottekanaal, plantsoen-
aanleg bij het Zuiderziekenhuis en de in
richting van een speeltuin voor de Speel-
tuinvereeniging „Het Noorden".
Binnenkort zal een aanvang worden ge
maakt met aanleg van sportvelden in Blij-
dorp, uitbreiding van egalisatie-werken
Schie-Rottekanaal. aanleg van Sportvelden
od een terrein aan de Nieuw-Terbregsche-
weg, aanleg sport- en recreatiegebied polder
Varkenoord en de inrichting van speel
tuinen te Hillesluis en op Katendrecht.
Geraamd is dat aan deze objecten 500 jon
gens gedurende IY2 jaar werkzaam zullen
zijn. Voorts zijn plannen ingediend voor
verbetering van de bestaande sportvelden
terwijl in voorbereiding is het maken van
een zwembad op het eiland Brienenoord.
En dan spreken we verder nog maar niet
m de verbetering van bestratingen die in
werkverschaffing wordt uitgevoerd en waar
voor plannen zijn ingediend bij den Minis
ter van in totaal 1.479.000.
Inderdaad: ook deze tweede excursie van
den Regeeringspersdienst heeft aangetoond
ROFFELRIJMEN
SCHANDE
Op 't gezin van tante Bessie
Ligt een sombere depressie:
Tante Bes en oome Jan
Hebben een vacantieplan:
Tante wil een keer probeeren
In Kijkduin te gaan logeeren,
Maar, volledig in pension:
Volle vrijheid, kost en zon!
Oom zat met de consekwensie»:
Schreef op stapels advertenties
En na eindeloos geschrijf
Vonden ze een geschikt verblijf
Zoo kreeg tante de garantie
Van een echte strandvacantie,
Maar de kwestie is aan zee:
Is de zon er, ja of nee
Daarom dompelde zich tante
Elke avond in de kranten
En verslond het weerbericht
Met een zeer geleerd gezicht.
Tante Bes begreep gauw pijnlijk:
Al het weer was steeds waarschijnlijk,
En het buitenlandsch bericht
Deed de deur nog erger dicht.
Altijd hadden het die lieden
Over hoogedrukgebieden,
Zwakke fronten, enzoovoort,
Waar ze nooit van had gehoord.
't Allerergst vond tante Bessie
Dat er altijd een depressie
Op de loer lag hier of daar
Die het weer sloeg inelkaarl
Toen is tante kwaad geworden
En ze gooide met de borden
En ze zei: depressies, Jan
Hoorde je daar vroeger van?
Hébben in De Bilt consessie
Otis plezier met zoo'n obsessie
Te bederven élke dag?
Schande, dat zooiets maar mag!
(Nadruv verboden) LEO LENS
dat er in ons land alles gedaan wordt om
het leed van de werkloozen zooveel moge
lijk te verzachten. Het zou natuurlijk het
allerprettigst zijn wanneer de opleving in de
economischen toestand zoover doorzette dat
het werkloosheideprobleem zichzelf oploste.
Doch zoover zijn we voorloopig nog lang
niet en daarom mag met erkentelijkheid
worden gezien dat ook de hoogere en lagere
Overheden in ons land een open oog heb-
ben voor de nooden van hen die zoo zwaar
getroffen worden door de ramp der werk
loosheid.
Verstoorde idylle van
een zwerver
Hij stond naar de eendjes te kijken
AMSTERDAM, 27 Juli. Een zwervers
bestaan is geen alledaaigsch bestaan, het is
vol avontuur en het heeft de willekeurige
dagindeeling, die ^een vagebondeerend le
ven zoo verlokkend maakt.
Dat de volgende gebeurtenis zich op zoo
ontijdig tijdstip afspeelde, behoeft dan ook
geen verwondering te baren.
Te ongeveer drie uur maakte een waker
van de A.G.P.N.V. zijn nachtelijke rit door
het Vondelpark, toen hij bij het „Melk-
huisje" gekomen in den vijver een mart
zag spartelen. Daar hij den bader door
handreiking niet kon bereiken, ontdeed hij
zich van zijn gummi-beenstukken, beves
tigde deze aan elkaar en wierp ze den
drenkeling toe, die ze kon grijpep en zoo
op het droge kon worden geheschen.
Intusschen was de eigenaar van het
„Melkhuisje" op het gerucht ontwaakt.
Deze helde den geneeskundigen dienst op,
welke den man, die nogal wat water en
kroos had binnengekregen, naar het Wil-
helminagasthuis vervoerde, waar hij ter
verpleging werd opgenomen.
De man, een 59-jarige zwerver, vertelde,
dat hij aan den kant van de vijver naar
de eendjes had staan kijken... daarbij was
hij uitgegleden en te water geraakt.
De route van dttn tweeden dag
Intusschen is dit niet het eenige op het
gebied van de werkloosheidsbestrijding,
waarmee de gemeente Dordrecht zich in den
lande een zekere reputatie heeft verworven.
Het instituut der Centrale Werkplaatsen is
op Dordtechen bodem geteeld toen men be
merkte dat de werkloozencursussen telkens
i.ie qui ue wer* luweiiluiausscii (n3/i
verliepen, omdai do jongens tenslotte polder (April lyjof,
Het ontstaan van den polder „De Biesbosch". Links: Hoe 't vroeger was (1928). Rechts: bebouwing van den