rcdiDy) Warme eersteVierdaagsche-dag SCHUDT UW LEVER WAKKER WOENSDAG 27 JULI 1938 DERDE BLAD PAG. 9 Slechte wegen vorderen veel inspanning Hulde aan onze soldaten! Op den eersten dag maar 9 uitvallers NIJMEGEN, Dinsdagmiddag Tsjicng! Tsjieng! Tsjieng! Tèteretèteretè Daar komt weer een groep van onze jongens binnen. Keurig nemen ze de bocht van den Dommer van Poldersveldtweg en in een straf, gelijkmatig marschtempo wordt het kazerneplein op-gemarcheerd. Kra gen dicht, kwar tiermutsen op, alles tip top modél. Wat dacht U? Dat de Ncdcrlandsche soldaat maar zoo'n doetje was? Kom eens kijken op de Vierdaagsche tusschcn St Anna en de Kazerne! En dan op zoo'n drukkend heetcn dag als ■vandaag, nu ze 40 km hebben gcloopen me» de spuit aan den schouder en een zware bepakking op den rug. Het mag zjjn, dat ze op den Taaiedijk hebben gefoeterd tegen dat verwenschte grind en stof, nu Nijmegen weer in zicht is en de muziekkapel hun staat op te wachten, nu van St Anna tot de kazerne toe duizenden toeschouwers langs den weg staannu veert hun moed weer op. nu loopen ze voor wat ze waard zijn! Kranige kerels, of het nu de heeren zijn van de Kon. Militaire Academie of de robuste huzaren van het Derde Half, of het infanteristen zijn of mariniers. De psychologie van de Vierdaagsche Over de psychologie van de Vierdaagsche zou een dik boek te schrijven zijn. Dat begint 's morgens al op den eersten dag metzenuwen. Het meisje, dat eerst om 7 uur mag star ten probeert .er om G uur al tusschcn uit te knijpen. Lukt bijna nooit, maar wordt tel kens weer geprobeerd en warempel, om half zeiven weten er toch een stuk of wat uit te piepen, zoo halfverborgen tusschen een groep oudere heeren, die nog maar 40 in plaats van 55 km mogen loopen. Waarom ze zoo vroeg weg willen! Natuur lijk omdat ze 's morgens om 4 uur al lang wakker zijn geweest en rust noch duur heb ben voor ze althans Molenhoek achter zich hebben. Molenhoek, dat is vandaag het groote wachtwoord. Ook voor de detachementscommandanten, die weten, wat het waard is om vóór de ver wachte groote hitte een flink stuk van het parcours achter den rug te hebben. In den grauwen morgen trokken ze er al Oost-Nijmegen dreunde al heel vroeg van het tromgeroffel. Tien voor vijven gingen dc eerste vijf-en- vijftigers op pad, wat later de militairen. Prompt zes uur rikketikte de lichte trom melslag der Koloniale Reserve op het plein, do zwaardere trommen der infanteric-regi- menten. onderling slechts herkenbaar aan hun cijfer of hun piketvlaggetje. De bungerwandelaars, dames en heeren,- vertrekken het liefst op de tonen van een mondharmonica of ze zingen .het Vierdaag- ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. IS?_er,en daB °?oet .Uw lever minstens een liter gal ln Uw Inge atroom van gal onvoldoende is, et, liet bederft. U voelt U opgebli U r .—stopt. Uw lichaam ,o «c, humeurig, voelt U ellendig en -—e laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen! ;rgihigd en U bent alles somber lji. t CARTER's"LËVERPILLETJESPne geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zachtT °tfCart f. U.75, Loopen. doe ik alle dagen, zal deze deel nemer van de posterijen zeggen, doch voor de variatie doe ik het nu eens fluitende schelied. Er zijn echter ook fijnproevers, zoo als het groepje Schotsch gokleede jongelui, dat onder aanvoering van twee banjo-spe lers den grooten tocht aanving en ook zoo even weer al tokkelend is binnengekomen. Het eerste stuk van den weg gaf hoop volle beloften voor den verderen dag: de zon was nog niet door en er woei een lekker frisch windje, dat de temperatuur aller aangenaamst deed zijn. Bovendien was de weg naar Berg en Dal uitnemend en men zag dan ook niets dan prettig gestemde wandelaars. Tegen half acht waren er al heel wat aan de bewonderende blikken der logeergasten op den Berg voorbijgetrokken. Daar kwamen ook de Duitsche jongens en daar moest het. gezelschap natuurlijk even voor gaan staan. Monotoon rombomden de twee trommel slagers op hun oudenvetsche .hooge trom mels, die een diepen klank geven. Mono- loon was ook de marschordf, dezer bruin- hemden. Keek en militairdat wordt er wel ingebracht Juist waren wc tegenwoordig, toen de jongelui uit het kamp startten. De leiders kwamen vrij onverwachts achter een tent te voorschijn, waar de veertig jongens ston den te babbelen. Eén van hen riep met sten torstem „Achturig" en er klonk een hakken- klap of er een pistoolschot werd gelost. Inspectie van de troop met allerlei be velen, dan: „Fertig!" en de boodschap aan den Obergruppcnführer: „Die Truppe steht marschbereit" Weer een schot met dc schoe nen en daar gingen ze. De Duitsohcrs zijn met cén slag populair in Nijmegen, zooals 't ook de afdeeling van de Reichswchr in 1928 was, die óók zoo model, zoo typisch Duitsch voor den dag kwam. Dat mag oök best: ieder marcheëre naa*r zijn aard on ieder vogeltje zinge zooals 'iet gebekt is, als het maar geen lied van imi tatie is, want dat is altijd valsch. Waarmee- we niet willen zeggen. dat er nooit valsch gezongen wordt op de Vierdaagsche, nu dan letterlijk verstaan, want het zingen is nog niet altijd IS karaats. Maar cr wordt gezon gen uit een goed hart en dat is misschien nog meer waard. „Mien'' En dan is er de humor, edht cn onver- va Isolit. Als een detachement van Ï.R.V.A, (L1 hebt natuurlijk allang leeren begrijpen, dat dal het 1ste Regiment Veldartillerie is) juist met zware stappen den Bcrg-top is ge passeerd cn weer gaat dalen, zegt er prompt één „Jongens, ik geloof, dat we een berg gaan tegenkommen". En dan moet men de kwinkslagen met de altijd aanwezige lieve meisjes langs den weg liooren. Begin maar niet met zoo'n stel letje huzaren, want het laatste woord heb ben ze'altijd en hoe! Dat ondervond het meisje, dat ergens bij Groesbeek bewonderend en bewonderd tus schcn het koren stond. „Dag. Mien!" zei een huzaar/ ,,'k iloct niet eens Mien!" sprak het meisje onvoorzichtig. „Dat wist ik al lang!" de huzaar. „Jullie zijn echte engerds!" het meisje. „En toch ben j ij 'n tófferd" dus de huzaar, „jongens, cén lioera'tje voor die tofferd van een Mien". Meisje af met een kleur rooder dan de roodste papaver langs den weg. De troep marcheert door en geniet van het prachtige vergezicht, over de golvende korenvelden, waar voor het eerst dc door wiekt on de rustige robuste molen boven staat te malen. Maar dan zwijgt de zangde beruchte Graafwegschc straat is bereikt cn het blijkt, dat dit jaar geldt: de helft is nic nog niet aangezegd, want het karrespoor, dat hier weg heet. is stoffiger cn steeniger dan ooit De individueele loopers springen als hazen heen en weer om het hardste wegkantje te vinden, maar de groepen cn detachementen kunnen dat natuurlijk niet doen. Wat moet het anders op een rustigen dag heerlijk zijn, .hier als eenzame wandelaar te dolen nu het koren op de hoogte van den weg als een gouden haag staat opgericht en dc blauwe gentiaan en korenbloem spcclsch uit den berm toeft. Nu komt dit alles niet tot z'n recht. De moed onder dc wandelaars, die alleen maar de beproevingen van het wegdek ondervinden, leeft weer op, wanneer ze bij den Plasmolen weer terecht komen op den lommerrijken hollenweg, even toeven kun non bij het heldere beekje, om dan langs betere wogen op Mook aan te trekken. Dia Mcokcrhei i s ngg zoo slecht niet cn de weg van Mook naar Molenhoek is gewoonweg ideaal. Kijk ze nu weer stappen, de Haagsche en Rnttcrdamsche poltiemannen, die den kop hebben en met drie minuten verschil bij Mook passeeren. De inspecteurs De Willigen en Versloot geven den pas aan en de troep maait dooi*, tot ze voorbij Heumen beloond wordt met dc groote rust. Tactiek speelt ook een rol op de Vier daagsche cru--de detachementen, die de 50 km loopen, willen liefst de ^veertigers" kwijt zijn vóór ze zich rust gunnen. Bergen Ooi. Uiienput. De route van de eerste dag De stemming is goed. dat ziet orkest op marsch gaat. Op Molenhoek Op Molenhoek is het de bekende ge zellige drukte van altijd Juffr. de Haas komt er met haar auto aanrijden cn regelt den massagedienst, dokter Avenarius is natuurlijk ook van de partij, maar het duurt heel lang voor zijn helpers de eerste blaren behoeven door te prikken, want alles loopt nog bijna in ipuike conditie, vooral zij, die vooraan gaan. Het hinkend paard èn de hinkende wandelaar komen achteraan. Hinkende militairen zien we hier niet, want er zijn generaals, een oude vriend van de Vierdaagsche, Generaal Sillevis en een nieuwe vriend, de Gen. Majoor V. d. Bent, commandant der IVe Divisie. Het goud op de kragen en de vier sterren werden al van verre herkend, de kragen gaan dicht en de mutsen op en dat wordt dan paradeeren van jewel ste, soms met de echte paradepas, zóoals de Grenadiers het doen, eveneens keu rig. vooral in het gelid bij de Militaire Politie. De Generaals bclooncn dat met een stram saluut, soms door den comman dant een bemoedigend en waardeerend woord voor hun troep mee te geven. Ook voor de burgergroepen hebben de hooge militaire autoriteiten volle belang stelling. Als een groep van do Princevlag voorbij komt, vraagt gen. Sillevis lachend „Welk regiment is dat?" en de drie dapper stappende gemouseliende meisjes krijgen een aanmoediging: „Succes, dames!". Of dat gewaardeerd wordt. De veldwacht trekt voorbij en wil der. weg naar Overasselt indraaien, maar dat -gaat-zoo niet, want op-het hoekje-woont een veldwachter^ een veldwachter met het .hart op de rechte plaats! die al z'n eöllega's binnen noodt, waar moeder de vrouw de koffie al bruin heeft Ook dat is kameraad schap, die in heugenis blijft. Voor ditmaal moeten we alle militaire troepen, de dames en de keien van 50 en 55 eens in de steek laten. Later hooren we wel van ze, hoe slecht ook de wegen waren tot den Teersdijk toe, lies droog en stoffig en vol kiezelstecnen. Wij fietsen ditmaal eens langs den mooirn hoofdweg langs Malden, om de jeugd in tie te zien. En ook hier treft ons, evenals op andere deelen van de route het medeleven van dc burgerij, dat zich niet alleen uit in vlaggen- took maar ook in het gereed zetten var. drinkwater. Bij een villa heeft men zelfs een complete sproei-installatie langs den eg aangebracht. Wat kwiek loopen de jongens en de meis jes, die toch ook in totaal 120 km hebben - verwerken, nog over bet asfalt. Keurig, die N.J.V.-vvacht uit Don Haag en dat fleurige groepje van de Hazen-kamp uit Nijmegen. Is liet niet merkwaardig, dat in heel veel van die jeugdgroepjes een der meisjes de leiding heeft en met onuitputtelijke vinding rijkheid telkens een nieuw lied inzet? On den broeden weg van Hatcrt naar N:i- megen treffen we weer de „vroege veerti- dit vroolijk groepje, dat met hun eigen gers", de menschen, die men niets behoeft te leeren en die met hun zilveren medaille- op de borst rustig een hoekje in een café langs den weg op gaan zoeken om- er toi klokke half twee te blijven, geen minuut langer, want ,.ze zijn gewend om altijd kwart over twee binnen te komen". En als we dan Nijmegen weer binnen zijn, waar de duizenden wachten, dan zien we zoo successievelijk bijna allen weer pittig cn opgewekt binnenkomen* de gezellig bab belende Franschen, de ongelijk loopende Engelsehen, het frissChe groepje van de K.LM. met de hier al bekende blauwe jas jes. het 22e R.I. met den nu eenmaal kleinen, maar dapperen luit v. d. Steen, bekend van den Rotterdammer-marscli, evenals de ma riniers met den eveneens bekenden luit. Arents. En last not least noemen Hl natuurbjk het groepje van „Excelsior" uit Delft, dat voor het eerst meedoet met den heer Van Heusden aan het hoofd. De muziek speelt, het publiek klapt op de maat van de stappen cn juicht bekende figuren, zooals opa Dinkhuyzen, Jan van Zanten en moeder v. d. Kley toe. Terwijl het tot in don voormiddag warm weer is geweest, dreigt er nu een regentje en vallen er zelfs al ecr.ige droppels, restan ten van het overgedreven onweer. Hazeggon de wandelaars, die aan !het stof denken Maar voor het morgen is zullen we eerst eens naar de uitvallers gaan informeeren. En dan gaat het morgen weer het mooi land van Maas en Waal in! Dinsdagavond Hier is het resultaat: 9 uitvallers op de 4570 gestarte deelne mers. Zóó laag was het getal nog nooit; vorig j'aar, toen het niet warm was, waren het er nog 16. Maarhet regent en hoe zal het morgen zijn? Dat zal blijken, Whisky Soda Cara m e lla Van Lonk a te Breda NED. BOND VAN HUIS- EN GRONDEIGENAREN Tweedaagsch Congres te Groningen Openingsrede van den heer S. J. Mook Hedenmiddag is in de „Harmonie" te Groningen het twcedaagsche jaar- lijkschc congres begonnen van den Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaren en Bouwondernemingen, De vergadering stond onder presidium van den heer S. J. Mook, uit Rotterdam, die er op wees, dat er nog steeds talrijke factoren zijn, die tot bezorgdheid aanleiding geven. Van eenige verbetering van het sterk \erlaagde huurpeil is geen sprake. Dc hooge en verhoogde overheidslasten en tarieven op het onroerend goed drukkend, bleven nog steeds onveranderd, terwijl weinig gunstige perspectieven tot eventueele verlaging val len te ontdekken. T.a v. dc kansen tot canon- verlaging zijn de perspectieven eveneons ongunstig. Van de Regecring werd bericht ontvangen, dat z.:j geen maatregelen in over weging kon nemen. Tengevolge van de sterke rentedaling van obligatieleeningcn met de daaraan verbonden risico's voor koersverlies bij rentestijging, is in toene mende mate een sterke concurrentie ont staan op de hypotheekmarkt. Ondanks deze sterke concurrentie werkt een algemeene rentedaling voor bestaande posten slechts zeer traag en in talrijke go vallen in het geheel niet door. Niettemin OXDEIIDAG 28 JULI 1838 ILVEKSl"M I. 1875 en 115.5 m. AVnO-UlUen- illnsr. 8 00 Gram.muziek. (Om 8 30 Ber) 10.00 Morgenwü'lingr 10.1 Gram.mfiziek. 10 30 Om roeporkest 11.1q Declamatie. 11.30 Vervolg oordracht (Om 12.15 semble Caret Alberts Vervolg ooncert. 3.00 D de zieken. 4.30 Het Ko> Kinderhalfuur. 5.30 Sportprantje. 7.00 Orge serie „Mfinaehen en Ber. ANP, Mededeelinj n harp. 7.40 Cau- jeiUkheden". 8.00 8.15 Nieuwe Am» Uging en kinder- i-kwlntet» III.VERSUM II. 301.5 ni. S.000.15 KRO. 10.0G NCRV 11.00 KRO 2.00—12.00 NCRV. 8.00—» r.). 10.00 10.15 Mori ndienst. 10.45 11.30 Go<Lsdie 12.00 Ber. 12.15 Gram.muziek. 12.30 KRO-or- kr-.n «n gram.muziek. 2 03 Handwerkuurtje.- 2.55 Gram.muziek 3 00 Voor de vrouw. 3. 50 Gram.platen. 3.45 Bijbellezing. 4 43 Gram.mu- ziek. 3 00 Cursus handenarbeid voor d? j-nigd. 3.30 ^ang en pi3no. 6.30 Chr. Frieache" uitzending. Icht. 7.438.00 Reportage, evtl. gram- k. 8.05 Ger. ANP. herh. SOS Ber. 8.1S luziek v. h. 6e R. I. 9.00 Reportage. 9.30 >lg concert (10.0010.15 Ber. -ANP». Grain.muziek. 11.5012.00 Schriftlezing DROITWICH. 1 sextet 1.00 S 35 orkest 8.20 Varlèt kerkdienst. R ^Gram.muz'iei 3 05 Viool. 3.20 8.109.03; 10 30 «n 12.20 ang. 2 05 Gram.muziek* 4.35 Cello. 7.38 8.35 Zang. 8.50 orkest 6.30^rn 7^3 l m. 12.20 Gram iziek. 8.20 orkest iziek. 9.2o orkest ek. 12.50 orkest. 1.10 5.20; 6.35 en 7.33 erkende spr. met instemming cn dankbaar heid, dat talrijke crediteuren een grootQ coulance jegens hun debiteuren betrachten, Het valj echter niet te ontkennen, dat tc-u aanzien van de rente de houding van do meeste crediteuren, voornamelijk de parti culiere geldgevers, uiterst stroef is. i Een verlaging der rente, desnoods onder, verplichting deze aan te wenden tot aflos sing, zooals door ons bij herhaling is aan bevolen, zou in belangrijke mate bijdrageit tot saneering van te hooge posten en daar mede tot herstel van vertrouwen in het on roerend goed cn het hypothecaire crediet. Ook in deze richting is de medewerking van crediteuren niet onverdeeld gunstig en; in vele gevallen uiterst stroef. Naast deze pessimistische geluiden: kan) ook van een enkel lichtstraaltje worden ge waagd. O.a. valt in steeds ruimeren kring belangstelling waar te nemen voor het be staande bezitW,ij waardeeren het, alduS spr., ten zeerste, dat de Regeering in dezo richting een poging onderneemt om doop middel van aanmoedigingspremies iets te doen ten aanzien van de talrijke zgn. onge wilde en verouderde woningen. Wat dc organisatie aangaat betreurde spr, het, dat verscheidene plaatselijke vereer.i- gingen in den lande nog niet zijn aangeslo ten en enikele den bond weer hebben veria- tem Spr. uitte tenslotte de hoop, dat doop de voorgestelde wijziging van statuten ei£ huishoudelijk reglement de basis voor vruchtbaren arbeid en samenwerking zal' worden versterkt. Tijdens de bijeenkomst hield mr P. H. Wt Ch. van Wicheren een rede over: „De huiseigenaar en zijn rechten tegenover openbare besturen bij aan schrijving tot verbetering en onbewoon baarverklaring van woningen,'' SCHOT HAGEL IN LICHAAM GEKREGEN Aan gevolgen overleden MEPPEL, 26 Juli. De 16-jarige J. de Booy uit Wapserveen, die Zaterdag tij dens de hertenjacht in het jachtveld een schot hagel in het onderlichaam kreeg, is heden in het Diaconesscnzie- kenhuis te Meppel aan de gevolgen over- D E E O Buikgordels, soeper en gemakkelijk - Goed waschbaar Alleen-verkoop? Wester-flpotheek SS I Deveo-Depot Fa C. Roosen Zn.' I jffi vAnNd°omoRT;',c0b B°'^.'abr'ka°"! I wDOORf G.RVAM DE^BEEKr Hij moest telkens aan huis denken, hoe ze 't vinden zou. Stijn, als hij tegen den middag thuis kwam en haar 't geld, toch alles bij mekaar een goeie daalder, in de hand kon stop pen. En ze wisten geen van allen waar van. Hij zou 't haar toch vertellen, dat hield de zaak zuiverder. Stijn was den laatsten tijd erg stil. Begon de armoe en 't vooruitzicht op 'n langen tijd van schraalheid en nood haar te knauwen? Als zij d'r hoofd nou maar op hield! Een vrouw, die in zulke omstandigheden de boel liet verslonzen, dat zou dubbel erg zijn. Maar nou kwam er licht. Ener kwam toch nog wel eens werk, los of vast. Ze begonnen nou toch al gauw aan 't kanaal ook. Daar zou hij bij zijn. Dat had heel wat beroering in de polders gebracht. Een kanaal, dat van de Beems boven Grondel liep naar de Oude Stree. 't Werd een groot werk van een jaar of drie, vier. Als er dan voor hem nog niets te doen was, ja dan lag 't aan hem zelf. Hij verschikte de zak naar den anderen schouder. Ginder was Overweg, 't Was een heele tippel, 't Was hier toch ander land dan bij hem in den Ossendijkschen polder. Zanderiger leek 't hem. De slooten lagen er maar onverzorgd bij en die heiningen aan de dammen, die vond je zoo aan den overkant nergens. En alles weiland, dat deed ook vreemd aan. Hij voelde, dat de Elzenberm hem vasthield. En nou vooral. De Petser was een uitkomst. Kijk, daar had je nou weer, wat zijn vader vroeger altijd 2ei: „Ge mot 't van de tollenaers en de Sameritaonen eeir ver- waachten dan van 't ège volk". En de Petser. dat was 'n tollenaar en *n Samaritaan. Een groote vloekbeest en een beider, maar dat ging hem niet aan. Hij stapte den dijk over en ging de stoep af Overweg bin nen. Eerst achteraf-buurtjes, met kleine, gore woningen van arbeidersmenschen. 't Stonk er, want de open sloot langs de straat met kinderkopjes was de vergaarplaats van alle vuil uit de buurt. Toen kwam hij in de Hoofdstraat, nog een eindje: voorbij het postkantoor woonde Dirksen de poelier, 't Was bij ach ten. Gijs spuwde zijn pruim uit, schrapte zijn klompen af langs den stoeprand en ging de winkel in. „Goeje merrege, hier zij ik mee de vraacht van Flippe". De buit werd getaxeerd en natuurlijk waren er tal van aanmerkingen. De eene haas was veel te licht, de ander, nou ja, maar hij had zoo'n goede zware juist er bij moeten hebben. „Zitten er in de polder gin grooite mieer?" vroeg de baas. „Mer zat", zei Gijs, „mer die kommen d'n aandere kieer, dink ik. Afijn, bij 't afrekenen. Gijs kreeg de heele afrekening mee, viel er voor hem nog een dubbeltje af. Een goed kwartier later stond hij weer op straat, 't Geld in *t kleine katoenen zakje, goed onderin zijn schietzak en de zakdoek er boven op. Nou maar weer op huis aan. Maar een buitenman in een soortement stad kijkt allicht eens hier en daar rond en zoo slenterde Gijs de Hoofdstraat uit van het eene winkelraam naar het andere. Bij een dwarsstraat hoorde hij 't gerucht van 't spoor. Vijf minuten van hem af donderde de trein over den overweg voorbij in een wolk van spierwitte stoom. Als hij weer ging nam hij Tinus mee. „Zoo Geske. gij zijt ook vroeg op pad", Gijs schrok. Achter hem stond een opgeschoten jongen, de zoon van een boer, die de kanten van Grondel uit woonde. Gijs was in den tijd. dat hij aan de Steeg werkte vaak bij hen thuis geweest bij slecht weer of om een kop koffie en wist, dat de jongen een lastig heertje was. „Gij zijt ook nie van de leste, zou 'k dinke". ..Zaoke, kérel, zaoke, ik heb 'n verke aafgeleverd en nou gaoi ik ieerst 'n borreltje drinke es ik m'n bodschap heb ge- daon. Dan rij ik vrom nar huus. Rijde nie mee. Gijs?" Maar hij voelde er niets voor. Trouwens zijn bootje lag nog aan dezen kant van de Beems. „Neje, ik gaoi mer te voet". „Ge zijt unne gek. geleuf ik. gao mee kérel, ik trakteer". „Ge kunt wel trakteere, mer ik gaoi allieen nar huus". Een minuut of tien later zaten ze samen in een bekend café'tje aan 't marktplein, waar het wagentje van den boeren zoon wachtte. Gijs had 't meest zin in een kop koffier maar de ander smaalde minachtend, dat 't nou eens geen wijvenspul zou zijn, maar iets hartigs en hij bestelde voor ieder 'n glas jenever. Ze zaten ieder aan een kant van 't met kringen becirkelde tafeltje en proefden met lange tusschenpoozen van de drank, 't Scheen, dat de jongen reeds meer had genomen, dan dat eene glas en toen Gijs aanstalten maakte om zijn reis naar den Elzenberm terug weer aan te vangen, zei de boer: „Kom Gijs, 't verke is zoo meegevalle, we vatten d'r ielk nog ïeentje". Ze begonnen over Grondelsche menschen te praten en ovep den Elzenberm. „En hoe scharrelde gij oew kosje bij mekaore", vroeg dé royale slungel tegenover hem, „nou ge nie mieer bij Janne werkt". Toen noemde Gijs den gevaarlijken naam van den Petser, „Ik zij in dienst van de Petser", zei hij en met dat hij 't hoorde schrok hij van zijn eigen stem. „De Petser, zegde, nou, nou ik mot zegge ge het unne goeien baos getroffe". Nu had Gijs nog meer haast om weg te komen en hij stond op. De twee glaasjes slechte jenever hadden hem wee ge maakt en de schrik over zijn uitlating deden hem naar buiten! verlangen. „Ik gaoi op huus aon", zei hij en wilde de gelagkamer vew laten. „Dieje Petser heb ik giesteren aon de Meulendijk gezien, 't Is mer nun raore doerak en wet doede gij vur urn?" „Ik doei bodschaepen vur um es ie zelf gin tijd heet", „Bodschaepe?" „Jao. ik moes om haogel en petrooinhulse vur um". „En stuurt ie jou daor zoo wijd vur weg, die kan 't ie tocK in Dcmerum ook krijge?" „Mer nie de goei". „Wil ik oe is wet zegge, Gijs, ik geleuf, det gij ook streupli net es hij, ik zal is efkes bij Dirkses aongaon, om te vraoge wie die twee endvogels heet gebracht Nu wist Gijs, dat zijn nieuwe baan niet lang zou duren. „Ik gaoi", zei hij kort en vertrok. „De burgermeester van Grondel en Dengeren, det is mijnj ooim det witte war. Ik zal 't um is vertelle".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9