Het bedrijf der zelfkazers
van oJdazr on umalcLg,
voor /oojwzr o^-tuin.
Beteekenis van de export
Hoe zijn de oogstverwachtingen
KENCIGA KIEZELKALK
Zoo zijn de vooruitzichten voor den
land- en tuinbouw niet rooskleurig!
Uiteraard zal de Regeering den land
en tuinbouw niet in den steek laten.
Mr Dr A. A. van Rhijn op de
Persconferentie met Regee-
ringscommissarissen.
DINSDAG 26 JULI 1938 No. 440
Nog wordt 30 millioen Goudsche
kaas op de boerderij gemaakt
Zooals we reeds eerder in ons blad ver
meld hebben bestaat dit jaar het. „Kaascon-
iröle-station Utrecht voor .volvette kaas"
een kwarteeuw.
Ter geleigenheid van dit feit is door den
directeur, ir. C. Schier e, een bock ge
schreven. dat uitgegeven is door dit station
en handelt over liet bedrijf van de zelfka
zers in de provincies Utrecht en Zuid-Hol
land.
Dat is 'het gebied waar de zelfkazers hun
bedrijf nog uitoefenen. Overal elders zag
men in Nederland na 1890 de zuivelberei
ding van de boerderij overgaan naar de zui
velfabrieken doch in de genoemde provin-
ciën met van Noord-Holland nog een ge
deelte dat ten Zuiden van het Noordzeeka
naal li'gt, had die overgang minder snel
plaats en wordt nog ruim 30,000,000 k.g.
[volvette Goudsche kaas op do boerderij ge
maakt.
Buitenstaanders zijn allicht geneigd, zoo
als ir. Schriere opmerkt, den naar hun mee
ning ouderwetschen bedrijfsvorm eenvoudig
op rekening te stellen van conservatisme, of
misschien zelfs van achterlijkheid, welke zij
bij de boerenbevolking van dit district ver
onderstellen. Meer ingewijden bezien de
zaak echter van een geheel anderen kant en
Wijzen op de relatief gunstige bedrijfsresul
taten! en andere, economische factoren. Het
is uiterst moeilijk zich hieromtrent een goed
gefundeerd oordeel te vormen. De schrijver
.wil trachten, hierin een ruimer inzicht te
Hiertoe zajn gegevens verzameld, die noo-
Öig zijn om een inzicht te verkrijgen in de
structuur van het veehouders- en zuivelbe
drijf van de zelfkazers.
Daarnaast werden gegevens gezocht over
ide afzet van de voortgebrachte melk en
kaas. Eindelijk, om vergelijkingen te kun
nen maken, is materiaal verzameld die be
trekking hebben op bedrijven van veehou
ders, die de melk aan de zuivelfabrieken
ieveren.
Het geheel is een interessante bijdrage ge
worden voor de kennis der Nederlandsche
boerenbedrijven.
Waar voor de beoordeeling van een be
paald landbouwbedrijf kennis van het
Boerengezin
.veelal onmisbaar is wordt daarover eerst
gehandeld.
De grootte van het eigenlijke gezin, waar
onder als regel ouders en inwonende kinde
ren worden verstaan, loopt voor de verschil
lende landbouwgebieden vrij sterk uiteen,
hl. van 5.4 tot 6.4 Het gemiddelde in de
239S bedrijtveii is 5.8,
Wanneer aangenomen' wordt, 'dat op elk
Ibedrijtf beide ouders en gemiddeld 1/3 deel
van de kinderen meewerken, dan komen we
tot een iets juister beeld van de arbeids
kracht, welke het gezin kan leveren; we ko
men dan op een gemiddelde van 3.3 per
soon; met inbegrip van dienstboden en
knechten of arbeiders wordt dit getal 4.4.
Op gemiddeld 60 pet. van de bedrijven is
mannelijk personeel in vasten dienst, en op
35 pet. een dienstbode; op de helft hiervan
zou ook een dienstbode gehouden worden,
als geen kaas gemaakt werd.
De grootte van 961 boerderijen' die opgave
hieromtrent verschaften varieert van 17,1
tot 28,7 ha. Die van alle bedrijven In ons
land loopt uiteen van 6,96 tot 20,71 ha. Bij
de kaasbedrijven varieerde de oppervlakte
grasland van 14,5 tot 19,9 ha,
Wat het
Woonhuis
betreft mag Worden' opgemerkt, 'dat hoewel
de bouwwijze verre van uniform is er toch
Wel zooveel overeenkomst dat ze een be
paald type vertegenwoordigen.
Het hooi wordt veelal in een afzonderlijken
open hooiberg bewaard. De woonruimten en
veestalling zijn gewoonlijk aaneensluitend
ondeT één dak gebouwd. Naast dit z.g.
terhuis treft men veelvuldig een behuizing
van kleiner formaat aan, het z.g. zomerhuis.
Het voorste gedeelte van 't winterhuis
Vat de woonvertrekken, veelal ook het wring
huis (kaasmakerij), de kaaskelder en de
kaaskamer. Daarachter treft men de veestal
ling aan, waarin.' de koeien gewoonlijk in
twee rijen, met de koppen naar
lengterichting van de stal Joopende, yrij
breede deel zijn. geplaatst.
In het zomerhuis treft men een of meer
vertrekken aan, welke in den regel slechts
in de zomermaanden' bewoond worden.
Meestal ie hier ook het wringhuis onderge
bracht. Meermalen is aan het zomerhuis
aangebouwd een bergplaats voor machines,
een stal voor jongvee enz. Als hooibewaar-
plaats dient practisch steeds een open hool-
Onclanks de hooge waterleiding- en elec-
trieiteitskosten wordt op 70 procent der
Utrechtsche kaasboerderijen over electrici-
teit beschikt en op 60 pet. over leidingwater
terwijl op 21 pet. uitstekend nortonwater
Het 8
veebesla a
bestaat voor het grootste deel uit zwartbont
ree, hoewel ook roodbont en in bepaalde
streken vooral ook blaarkoppen voorkomen.
Eigen aanfolc is niet toereikend; fokken
oor verkoop komt alleen bij uitzondering
Kaasboeren, die tevens consumptiemelker
zijn, moeten nog wel melk- en hoogdrachtig
ee bijkoopen. Meestal werd het vee op 6-
tot S-jarigen leeftijd van de hand ged
doch ook hier bewerkt de teeltregeling, dat
het thans langer aangehouden wordt.
In de zuivere kaasbedrijven laat men de
koeien op 2-jarigen leeftijd, voor het over
groot» deel in de maand Maart kalven. De
gemiddelde lactatie-periode bedraagt vcx
aangeslotenen bij een fok- of contrölever-
eeniging 293 dagen. Voor alle op kaasboer
derijen gehouden koeien zal deze vrij aan
zienlijk korter zijn.
De weidegang duurt van midden April tot
sgin November en is ongeveer 3 weken
langer dan in Friesland gebruikelijk is.
Wat 'betreft de
veedichtheid
(hieronder wordt "verstaan het aantal melk
koeien per ha grasland) wordt medegedeeld,
dat deze het grootst is in de kleine bedrij
(die van 1 tot 5 ha doch dit zijn er maar
4) en daar bedraagt 2.86.. Op bedrijven van
510 ha grasland (totaal 64) is deze vee
dichtheid 1.59. Op die van 10—20 ha 1.40
op bedrijven van 20—50 ha 1.29. Het gemid
delde van alle» bedrijven is 1.34.
Gras is ih den zomer het eenige voed
sel. Bijvoeren in de weide komt zoo goed
als niet voor.
Het vroeg naar de weide brengen, de
relatief dichte veebezetting eischen een
groote hoeveelheid grasland. Voor hooi-
winning blijft geen groote oppervlakte
over. Om meer hooi te krijgen bestaat de
neiging om laat te maaien en offert meri
daarmede de kwaliteit aan de kwanti
teit op. Op verschillende bedrijven
wordt ook kiuilvoeder gemaakt wat niet
zonder bedenking is. Gemiddeldi heeft
men voor wintervoeder per koe de be
schikking over 1881 Kgr. hooi, 167 Kgr.
touilvoeder en 557 Kgr. knollen eni(of)
bieten*
Het krachtvoederverbruik op de nor
malen kaasboerderijen is zeer matig.
De» gemiddelde melkopbrengst op 535
bedrijven bedroeg 3060 liter,
Niet alleen tegen aardappelziekte en coloradokever worden de cultuurgewassen
bespoten om schadelijke parasieten te dooden. Ook in de. bloemenkweekerijen kent
men reeds lang het bespuiten met bepaalde middelen om schade te voorkomen. Zoc
worden b.v. lelies geregeld bespoten om de bollen te beschermen tegen een lastige
kwaal: het ,3vuur". Hier een kas met „lïlium regale" die bespoten wordt.
De varkenshouderij
is voor de zelfkazers van groote beteekenis.
In bepaalde gebieden bedroegen de» bruto-
ontvangsten voor varkens in sommige jaren
meer dan die voor kaas plus zoet geleverde
Wij zullen niet verder op den inhoud
dit boek ingaan. Er staan nog meer en zeer
belangrijke hoofdstukken in, o.a. over de sa
menstelling van de gewone melk, en facto
ren, die deze samenstelling beïnvloeden; de
bereiding van volvette boerenkaas
afzet ervan, de melkprijzen, de rendabiliteit
van bet bedrijf der zelfkazers.
Wat dit laatste onderwerp
vermeldenswaard, dat volgens
boek weergegeven berekening de Utrecht
sche bedrijA'en leverden een melkvetproduc
tie per ha in 1933—1934 van 137,1 Kgr.
1934-1935 van 137,2 Kgr., terwijl de Friesdhe
bedrijven respectievelijk gaven 133,4 Kgr. en
136,7 Kgr.
De ontvangsten per Kgr. melkvet bedroe
gen in genoemde twee boekjaren resp. f 1.37
en f 1,28, die van de Friesche bedrijven f 1,32
eni f 1,28, en de productiekosten eveneens
per Kgr. melkvet, in Utrecht resp. f 0,97 en
f 0,85 en in Friesland f 0,99 en f 1.01,
Dit (boek van Ir, C. Schiere is yoor uc
landbouw-literatuur een yerrijking van be
teekenis,
eaeseefld
Stand der gewassen op 18 Juli
De levensadem van den tuinbouw
Uit het jaarverslag van het
Centraal bureau
„De moeilijkheden in den tuinbouw
zijn nog bijzonder groot en voor duizen
den tuinders is het bestaan vol zorgen,
maar toch waren in het afgeloopen jaar
verschillende lichtpunten te bespeuren",
zegt het Jaarverslag van het Centraal
Bureau van de Tuinbouwveilingen in
Nederland over 1937. De lichte opleving
in onzen tuinbouw is geheel toe te
schrijven aan de verbetering van de ex
portmogelijkheden naar Duitschland en
het eenigszins betere prijspeil, dat door
dien grooteren uitvoer verkregen is.
Het afgeloopen jaar heeft hij alle moei
lijkheden opnieuw aangetoond, dat er voor
het Nederlandsche tuinbouwproduct nog
een plaats op de wereldmarkt te vinden is.
De Nederlandsche tuinbouw heeft nog een
toekomst.
Van dezen geest is het jaarverslag, dat de»
zaken van den tuinbouw uitvoerig behan
delt, geheel doortrokken. De export is de le
vensadem van onzen tuinbouw hoe rui
de uitvoeimogelijkheid, hoe beter de
tuinbouw zich kan bewegen. De uitgevoerde
hoeveelheid groenten en fruit steeg verleden
iaar van 403 tot 453 million Kgr., de waar
de hiervan van 30 tot 39 millio^h gulden.
Dit gunstige resultaat is voor een belang
rijk deel te danken aan het feit, dat voor
den afzet naar Duitschland nog steeds 't
ïaamste afzetgebied van den tuinbouw
ruimere betalingscontingcnten beschik-
konden worden gesteld. Niet alleen
werd hierdoor de uitvoer naar Duitschland
groot er, maar d e groote vraag en de betere
prijzen voor dat land hadden aan de veiliu-
gen een sturnuleerenden invloed op den
prijs vain dén export naar Engeland en an
dere landen.
De totale omzet van de bij het Centraal
Bureau aangesloten tuinbouwveilingen
steeg dientengevolge van 57 tot 64 millioen
gulden. Er wordt op gewezen dat b ij
het beoor deden van deze stij-
i'ng de verhooging der be drij f s-
osten van iden tuinbouw tenge-
olge van de depreciatie van den
ulden niet over het hoofd mag
worden gezien.
Tuinbouw en devaluatie
De sobere verwachtingen, welke de tuin
bouw steeds heeft gehad ten opzichte
zijn positieverbetering als gevolg van de
depreciatie van den gulden, zijn door de
feiten bevestigd. Het internationale han
delsverkeer is niet vrijer en gemakkelijker
geworden. Vanzelfsprekend heeft de waarde
daling van den gulden ten opzichte van de
vreemde valuta de concurrentiemogelijk-
heid van <lcn tuimbouiw aanvankelijk
eenigszins verbeterd. Doch al spoedig was
de stimuleerende werking van den gedepre-
cieerden gulden uitgedoofd. De voornaamste
exportproducten van den tuinbouw op Enge
land, n.l. dlruiven, tomaten en vruchtlenpulp
toonden in 1937 zelfs een belangrijk lage
uitvoer-cijfer naar dat land dan in 1936,
lüit deirt aard der zaak1 onder
vindt do tuinbouw groote
schade vari 'de handelsbelem
meringen. Steeds weer blijkt op de
buitenlandsche markt een duidelijk
waarneembare behoefte en plaatsing»-
mogelijikheid voor Hollandsche groen
ten en fruit te bestaan, maar die be
hoefte kan niet volledig worden bevre
digd door gebrek aan deviezen, te hooge
invoerrechten of invoercontingenteerin-
gen.
De Vaste tasten
Het jaarverslag geeft een opsomming van
de maatregelen, welke door de Overheid
zijn genomen om den tuinbouw door de
moeilijkheden heen te helpen. Op produc
ten, die bij verkoop den richtprijs niet kun
nen opbrengen, werd een aanvullende
steuntoeslag verleend; de kleine tuinbouw
bedrijven worden thans met socialen en be
drijf ateohniachen erteun geholpen, terwijl op
initiatief van den Minister van Economi
sche Zaken commissies uit de Organisaties
zijn gevormd, welke met medewerking der
Regeering bemiddelend zullen optreden om
te komen tot een vrijwillige „aanpassing"
der op de bedrijven rustende vaste lasten.
De hoofdsommen en rente-types van hypo
thecaire en andere leeningen zijn veelal nog
te hoog en heiemmeren het herstel van de
bedrij fsrentabdliteit op een lager niveau van
prijzen en kosten. Dit heeft om. tot ge
volg, dat aan het regelmatig onderhoud der
bedrijven niet meer de noodige zorg kan
worden besteed.
Op den duur moet deze toestand leiden
tot achteruitgang van de kwaliteit der pro
ducten, alsmede tot stijging der productie
kosten, hetgeen voor de toekomst van den
tuinbouw bedenkelijk is. Het staat im-
3rs vast, dat de Nederlandsche
inbouw in de naaste toekomst
slechts dan zijn plaats op de in-
rnationale markt zal kunnen
handhaven en uitbreiden, als
en product van goede kwali
teit tegen relatief lage kosten
worden aangeboden.
Teeltrcgeling
De moeilijkheden bij den export van
groenten maken het handhaven van de
teeltbeperking in de bedrijven noodzakelijk
Zelfs rijst de vraag of de schfoef niet nog
wat sterker dient te worden aangedraaid,
hoe ernstig de bezwaren hiertegen ook mo
gen zijn. Ook in den tuinbouw heeft de on
dernemer getracht het tekort in zijn be
drij fsinkomsten aan te vullen door het in-
tensiveeren der teelten op de beschikbaar
zijnde oppervlakte. Dit heeft echter tot
gevolg, dat het effect der teeltbeperking
min óf meer wordt geneutraliseerd, zooals
in het verslag aan de hand van productie
cijfers wordt aangetoond. Dit probleem
houdt den tuinbouw voortdurend bezig Er
is echter slechts één redmiddel om aan de
zen, juist voor de jonge tuinders zoo
wanhopige maatregel te ontkomen: ve
ming van den export.
Het Centraal Bureau wijst de Regeering
dan ook voortdurend op de noodzakelijk
heid, dat bij het afsluiten van handelsover
eenkomsten op de exportbelangen van den
tuinbouw wordt gelet. En om dezelfde re-
dien is de tuinbouw niet vrij van bezorgd
heid ten aanzien van de industrialisatie-
politiek, die er immers op gericht is, den
invoer uit het buitenland tegen te gaan.
Iedere vermindering van den invoer
Nederland zal ongetwijfeld leiden tot een
daling van den uitvoer. Wat eenerzijds
door industrialisatie aan werkverruiming
wordt gewonnen, zal aan den anderen kant
worden verloren door weikverruiming in
de exiportbranches. met name in den tuin-
Ordening
Voor den tuinbouw is ordening van het
•bedrijfsleven geen nieuw begrip, zegt het
jaarverslag. Het in den loop van 40 jaar
stadig ontwikkelde veilingwezen is daar
van een duidelijk bewijs. De tuinbouw, ge-
heeft vrijwillig den verkoop van het pro
duct rationeel georganiseerd Verder
sorteering, de verpakking enz. gerationa
liseerd. De propaganda voor de verruiming
het afzetgebied geschiedt in georgani-
i veibgnd. De wettelijke controle op
de kwaliteit van het voor uitvoer bestemde
product is op initiatief van het Centraal
Bureau tot stand gekomen en in het afge
loopen jaar tot vrijwel alle voorname ex
portproducten uitgebreid,
Vrijwillige ordening is echter aan be
paalde grenzen gebonden. De nuttige
werking van een vrijwillig genomen
maatregel kan |door een kleine groep
van onverschilligen illusoir gemaakt
worden, vandaar dat wettelijke sanctie
aan in het belang van het vak genomen
besluiten vooral in de toekomst niet ge
mist zal kunnen worden.
Het jaarverslag geeft een uitvoerig over
zicht, ruim voorzien van statistische ge-
gëvens, van den uitvoer van groenten,
fruit en vroege aardappelen, alsmede van
de moeilijkheden, welke onder de huidige
economische omstandigheden bij dien e:
port, vooral naar Duitschland, België en
Engeland, moesten worden overwonnen.
Die moeilijkheden zijn nog steeds buitenge
woon groot; de tuinbouw, die het toch fei-
Door de Directie van den Landbouw is
omtrent de oogstverwachtingen het volgende
medegedeeld:
Behoudens een enkele uitzondering
bevindt zich het thans te velde staande
gewas in een zeer goede conditie. Sinds
het laatst verschenen oogstbericht op
13 Juni j.l. was het weer dooreenge-
notnen vrij gunstig. Ultimo Juni klaagde
men wel algemeen over 'de aanhouden
de droogte, doch in den aanvang van
Juli brachten eenige regenachtige dagen
veel verbetering, vooral voor het "wei
land en voor de aardappelen. De veel
vuldig voorkomende winderige tot
stormachtige dagen hebben aan de rij
pende wintergerst nogal schade toege
bracht.
De stand van de wintertarwe is goed
tot zeer goed. Opvallend: sterk is de rocst-
ajantasting bij d"e Fransche rassen, in ver
band waarmede men van deze matige tot
kleine oogsten verwacht. Voetziekte komt
hier en daar voor, doch slechts perceels
gewijze. Indien de weersomstandigheden bij
het oogsten gunstig zijn. zal een ruime
tarweoogst kunnen worden geborgen.
De rogge, als gewas van de zandgronden
heeft meer van de droogte geleden dan
tarwe. Hier en da,ar vertoont het gewas een
hollen stand, doch dooreengenomen kan de
starid van het gewas goed worden genoemd.
Met het maaien van dewinterger
men reeds ver gevorderd. Het gewas,
hetwelk zeer goed beloofde, heeft echter
veel geleden van den wind. Een vrij groot
percentage korrels is uit de aren gewaaid.
De stand van de zomer gerst is goc
tot zeer goed, evenals die van 'die haver. Alle
graangewassen zijn tengevolge van
koude weer) in het tweede kwartaal
193S kort van halm gebleven, zoodat de
stroo-opbrengst over het algemeen niet
.1 vallen.
Evenals in het vorig jaar treedt in
gewas der veldboonen vrij veel luis óp.
Sinds het vorig oogstbericht is de stand
dit gewas dan ook achteruitgegaan en kan
gemiddeld als vrij goed worden beschouwd
De erwten vertoonen een zwaar gewas,
zooals men dit jn de laatste jhren niet ge
zien heeft. Hoewel men plaatselijk klachten
erneemt over vroeg afsterven, belovei
tnvten dooreengenomen een goeden tot
goeden oogst.
ooruitzichten vpor den oogst van
stamboonen zijn niet bijster gunstig.
Dit gewas heeft nu eenmaal veel warmte
noodig en deze heeft het tot dusverre niet
gehad. Ook windschade kan in vele per-
ceelen worden geconstateerd. De stand is
slechts matig tot vrij goed te noemen.
De stand van het kanariezaad kan
goed worden genoemd.
Het koolzaad is thans reeds g<
het gewas belooft een goeden tot zeer goeden
oogst van goede kwaliteit. Ziekten kwamen
vrijwel niet voor.
De stand van blauw maanzaad zoo-
el als van mosterdzaad kan met goed
worden aangeduid.
Suikerbietenzaad1 en spina
zaad vertoonen eveneens een stand,
boven normaal is. In laatstgenoemd gewas
treedt plaatselijk luis op.
Van de zaden vertoonde het ka r wij zaa
de minst gunstige ontwikkeling. In Gronin
gen schijnt de karwijmot in sterker mate
te zijn opgetreden dan men oorspronkelijk
•ht; tevens is het gewas eenigszins kort
gc-bieven. Over het algemeen kon de stand
vóór het oogsten goed tot vrij goed worden
genoemd.
De stand van het vlas was vóór het trek
ken goed tot vrij goed. In het Noorden
gewas tengevolge van regens neerge
slagen, waardoor het afrijpen langzaam
vei'liep. In Zeeland kwam in sommige dee-
len het verschijnsel d'er kwade koppen voor.
De storm op 2728 Juni heeft op vele per-
ceelen de stengfis gpknakt.
De consumptie-aardappelen
hebben zich vooral op de kleigronden^
dank zij de in Juli gevallen regens, her
steld, zoodat de stand nagenoeg goed is
te noemen. Op de zandgrondien heeft
het gewas evenwel nog van de droogte
te lijden. Ook heeft aan dit gewas de
wind vrij veel schade veroorzaakt. Iri
het Noorden des lands worden klachten
vernomen over het optreden van
ziekten. Vele perceelen staan er echter,
gunstig bij en het gewas kan, mits het
weer geen parten speelt, nog zeer goed
worden.
witte klaver laat een goeden!
stand, de lucerne een goeden tot .vriï
goeden stand zien-
Het weiland heeft zeer van de
droogte geleden. Op het einde van Juni
was de stand op de hooggelegen gron
den beslist slecht, doch de regens in de
laatste weken hebben veel goed gemaakt.
Gemiddeld kan de stand vrij goed wor
den genoemd.
De resultaten, met 't hooien behaald,
zijn zeer verschillend. Ruim is de h o o i-
oogst nergens geweest, doch van de
vroeg gemaaide perceelen konden toch
vrij goede oogsten van goede kwaliteiten
worden geborgen. Het laatgemaaide
hooi iï*öest te lang op het veld in ge-
maaiden toestand blijven liggen, tenge
volge waarvan de kwaliteit ziender-
oogen minder werd. Op de zandgronden
is de hooiopbrengst yrij laag.
De fabrieksaardappelen vertoo
nen een goeden stand; bladrol treedt meer
op dan normaal.
De suikerbieten hebben zich gunstig
ontwikkeld. Hoewel men allerwegen berich
ten verneemt over luisaantasting, is de
stand van het gewas goed, evenals voor de
voederbieten.
De stand van de uien is ondanks
droogte dooreengenomen goed.
De roode klaver staat vrij goed. De
eerste snede was zoowel wat opbrengst als
kwaliteit betreft, behoorlijk, doch de tweede
snede zal min-der geven.
DE LANDBOUW IN CHILI
Sinds 1932 goede financieele
resultaten
In een bijlage van het weekblad „Econo-
mische Voorlichting" wordt gehandeld over
den ecanomischen toestand van Chili, Dit is."1
geschreven door den heer W, van Dort,-
ambtenaar ter kanselarij van ons gezant-»
schap te Santiago de Chile.
Wij vinden daarin over den Landbouw in}
Chili het volgende:
Een opbrengst Aan 7.7S5.510 quint alen (50
g.) tanve, het voornaamste Chileensche
land'bouAA product, gedurende het landbouw*
jaar 1936-'37, gelijkstaande met 10 quintalen,
per h.a. van dei bezaaide oppervlakte, was!
niet bevredigend en bleef ongeveer 11 pet*
onder die van het voorgaand landbouwjaar*
Het in. belangrijkheid volgende produc-t is
gerst met een totale opbrengst van 966.000
quintalen of 13.4 quintalen per h.a, dór be*
zaaide oppervlakte. Deze oogst was ongevcea
500.000 quintalen minder dan die van bei;
record-landbouwjaar 1933-'34, tenvijl de op-"
brengst per h.a. evenmin een gunstigen inV
druk maakt, vergeleken bij die van 23 quini*
talen per h.a. gedurende het jaar 1931-'32-
De haveroogst bradht iets meer op dan; ï-
millioen quintalen, gelijkstaande met een'
opbrengst van 8.8 quintalen der h.a, der be
zaaide oppervlakte, hetgeen de laagste op*
brengist per h.a. was' de laatste 25 jaren*
De totale oogst eat de opbrengst pen
h.a* van peulvruchten en mais waren,
hoewel niet bijzonder gunstig, toch in]
de meeste gevallen bevredigend. De
aardappeloogst was echter dermate on*
gunstig, dat de export slechts in spe
ciale gevallen kon worden toegestaan1,
doorgaans in compensatie met import
van andere levensmiddelen, zooals bij
voorbeeld meel uit Argentinië*
De wereldmarktprijzen voor bovengenoem
de exportproducten waren zeer bevredigend*
Tanve en aardappelen waarvoor geen gere
gelde export o£ export met speciale vergun
ning Averd toegestaan, dienden ter voorzie
ning in de behoeften der binnenlandsche
markt. De daarvoor, alsmede voor de overige
bovengenoemde exportproducten bedongen'
prijzen waren bevredigend, mede als gevolg
van de waardevermindering van den peso*
De landbouAvsdhulden, doorgaans in papier-
pesos uitgedrukt, ondergingen, echter geen'
verhooging.
Als gevolg van' een en an'dei
stegen depr ij zenvoor lander ij eni
Sinds 1932 heeft het Chileenschë
landbouwbedrijf dan ook goede
financieel© resultaten opge
leverd.
telijk van den export hebben moet, gaat
nog lang niet over rozen!
I-Iet verslag, dat wordt aangevuld met
bijlagen en verder met de gebruikelijke
uitgebreide rubrieken betreffende den aan
voer An de opbrengst aan de -veilingen en
den uitvoer van groenten en fruit, is ook
ditmaal Aveer eegrooid tot een Jaarboek
A'an ruim A'ierhonderd pagina's, dat voor
hen, die belangstelling hebben voor de
economische geschiedenis A-an een onzer
belangrijkste takken van \-olksbestaan, een
schat van wetenswaardigheden bevatj
DE silicatischc meststoffen voor Uwen grond
Goed, goedkoop en
grondverbeterend
verpakt in papieren zakken van 50 K.G.
N.V. Handel- Scheepv. Onderneming
v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICHT
(Tel. 3041—3042)
D.VAN DEN BOSCH
Telefoon 28 NAALDWIJK
Tuinbouw gereedschappen
KASSENBOUW IN IJZER
VERWARMING WATERLEIDING
STALEN WAGENS en BURRIES
ajSM».—.W