\cacdulh 9
IK,
kleu
-her - krantje
een wijzertje van binnen. Die duw was veel te
hardl Ik deed wat ik kon, maar dat nare wij
zertje hield me met ijzeren kracht terug. Het was
verschrikkelijk lastig. Ik zwoegde me half-dood.
Eens moest meneer iemand spreken. Hij verliet
zich geheel op mij. Wat heb ik mij toen inge
spannen! Verschrikkelijk! En nog was meneer
een kwartier te laait en dat werd hem erg kwa
lijk genomen. Hij gooide de schuld op mij...."
„Natuurlijk!" vond de hangklok, „als wij niet
precies doen wat van ons verlangd wordt, dan
heeft niemand wat aan ons."
„Het eind van 't lied was, dat ik bij den horloge
maker terecht kwam. Maar, weet u, ik ben fijn
gebouwd! Zonder 'n glazen oog extra kunnen de
horlogemakers mij niet eens goed zien. De man
zette zo'n ding onder zijn voorhoofd en bekeek
mij aandachtig. „Meneer," zei hij, „dit horloge is
lang niet kwaad, maar het is 'n beetje eigenwijs.
T,aat u het eens een paar dagen hier. Dan zal ik
.^■t weer op streek brengen." En zo kwam ik aan
'n spijkertje te hangen. Ik kreeg 'n druppeltje
hele fyne olie; dat deed me veel goed. Maar het
aandraaien van een paar schroefjes deed me lelijk
zeer! De man morrelde nog wat aan enkele rader
tjes en liet mij toen gelukkig weer naar huis
brengen.
„Het horloge is nu weer helemaal in orde,
meneer," zei de knecht. „Het hoefde alleen maar
'n beetje geregeld te worden." En zo lig ik nu
hier op kleinen Jan te wachten!"
„Luister eens!" zei de oude hangklok plechtig.
„Wij, klokken moeten doen wat van ons gevergd
wordt. Niet te vlug, niet te langzaam, geen weer
hanen wezen! En als we ons daar maar aan
houden, kunnen we »ns zelf de pijn van heit
regelen besparen! Tik-tak...."
I. Letterraadsel.
Mijn geheel bestaat uit 11 letters en is de naam
van een ambachtsman.
Een 9, 10, 11, 1 is een lekkere roode vruchit.
De 7, 8, 8, 1 is een rivier die gedeeltelijk ook door
ons land stroomt.
Een 4, 4, 11 is een deel vam je gezicht en een
1, 2, 3, 5, 5, 6 is een deel van je been.
Verder is een 9, 5, 11, 9 een gebouw.
Wat is het geheel?
II. Wie ben ik?
Mijn eerste is een viervoetig dier, mijn tweede is
een lekkerij; het geheel is een vogel.
III. Is dat mogelijk?
Wat eet men met smaak, ook al heeft een ander
hot al in z'n mond gehad?
IV. Kleiner en toch hoger.
Wat is kleiner dan een mens en toch hoger?
OPLOSSING
van de raadsels in de vorige Kinderkrant
1. Het cijfer 9: a. negen; b. 9; c. IX.
2. Het huis moet toch eerst opgebouwd wezen
vóór je het kunt afbreken.
3. De jongen had de halve varkenskop .natuurlijk
met zyn eigen twee ogen gezien.
KOKEND WATER KAN IJS NIET SMELTEN
buisje nu byna geheel met koud water. Houd nu
het boveneinde van het buisje in een gasvlam.
Je zult dan zien, dat het water boven in het
buisje begint te koken, terwyl het water onder in
het buisje niet warm genoeg wordt, om het ijs
te doen smelten. Zuiver water is nl. een heel
slechte warmtegeleider, evenals het ook een
slechte electriciteitsgeleider is.
DE KIDANG EN DE OTTER
(Javaanse fabel)
IX (Slot)
De otter en de krab
De otter, hoewel vreeslijk kwaad,
Weet met haar houding haast geen raad,
Maar, omdat haat en wraak haar kwelden,
Zo moest de krab het tooh ontgelden.
Deez kon niet om haar onschuld pleiten.
De otter bleef haar schuld verwijten.
„Jij krab, jij bent alleen de schuld,
Dat zich mijn hart met droefheid vult!
Maar 'k zal je krijgen, gruwlijk dier,
'k Gebied je, kom nu dadelijk hier,
Ik zal je met mijn kiezen kraken,
Voordat mij meerder leed zal naken!"
Zo sprak ze nogmaals tot de krab,
Wier kaken gingen: klap, klap, klap,
Wier ogen goten tranen uit,
Wier jammeren klonk, o zo luid.
Maar tot verdediging geen woord,
Dat door de otter werd gehoord,
Haar sohuld was dus heel klaar bewezen,
Een strenge straf zo mooht ze vrezen,
Ze kon geen medelij verwerven,
De otter deed haar smadelijk sterven.
IN EEN KLEIN WERELDJE
Door EMAN EMMAUS
5>
1— N dan ging Vader eten. En Pim ging naar
huis.
Pim was véél liever bij Vader gebleven.
Hij had véél liever op 't land gegeten.
Dat was zo fijn. Dat mocht hij 's zomers wel.
Nu niet. Waarom dat nü niet mocht begreep
Pim niet.
Vader wist wel waarom.
Moeder en Pietje hadden de boterhammen klaar
gemaakt.
Ze mochten óók een stukje spek.
Ieder één stukje. Dat lustten ze allemaal graag.
Pim óók. Maar méér dan één stukje kregen ze
Vader nam wel twéé stukjes. Soms wel drie óók.
Dat mócht wel. Want Vader was immers de
baas.
En Vader was véél groter dan zij. En Vader
moest hard werken. Dat vond Pim niet goed.
Pim wou óók wel twee stukjes hebben.
Wel drie óók. En dan ging Pim soms pruilen.
Maar dan lachten ze hem allemaal uit.
Die dómme Pim ook.
En dan keek Vader hem héél streng aan. Dat
kón Vader zo.
En dan zei Vader soms iets, dat ze niet goed
begrepen.
Pim zéker niet.
Maar Pim begreep wél, dat Vader bóós was.
Op hém.
Dat vond Pim héél verdrietig.
328
En dan vroeg Pim 's avonds héél zacht verge
ving aan Vader.
En dan keek Vader weer zo vriendelijk en
zo blij.
Dan was alles weer goed.
Dan lachten Kees en Keetje en Klaartje wel
eens stilletjes om hem. En Pietje soms óók.
Maar dat vond Pim niks erg.
Want nu was Vader weer zijn goéde Vader.
Dat vond Pim zó fijn, dat hij van louter plezier
in slaap viel.
Ze aten allemaal flink door. Vóór donker
moesten ze klaar zijn. Dan kwam Vader thuis.
Dan moest alles klaar zijn.
Dan werd het heerlijk gezellig in huis.
Ze hadden gebeden. Pim óók.
Pim had nu al zes keer Amen gezegd vandaag.
En ze gingen danken. Dan moesten ze wéér
Amen zeggen.
Dat was nu al voor de zevende keer.
Vanmiddag hadden ze niet ineens gedankt.
Toen had Vader éérst gelezen.
Uit het grote, zwarte boek, met koperen haken
er aan.
Dan las Vader heel langzaam en eerbiedig.
Wat Vader las wist Pim niet.
Maar luisteren deed Pim wel.
DE VERDWAALDE VOS
Heb je Reintje de kortste weg
kunnen wijzen?
Volgens afspraak geven we
hier de oplossing.
Want als Vader ophield moest Pim het laat
ste woord zeggen. Dat was héél moeilijk.
Dan kon je niet eens even naar buiten kijken.
Of naar de poes.
Dan kon je niet eens aan je kruiwagen denken
of aan je kar. Dan moest je maar luisteren.
En als Pim het niet wist, kreeg Pim straf.
Dan mocht hij die middag niet met Vader mee.
Dat was héél erg en héél verdrietig.
Pim paste nu altijd goed op.
Hij mocht nu elke middag met Vader mee.
De zon is boos
't Was winter geworden. Maar snééuw kwam
er niet. En de zon kwam óók niet.
De zon zou wel héél boos zijn op de winter.
Want ze bleef elke dag in bed.
Maar de juffrouw en de kindertjes waren niet
boos.
Op de zón niet. En op de winter óók niet.
De zon moest maar gauw goeie vrienden wor
den met de winter. Maar dat wou de zon niet.
Nóóit. En de winter óók niet. Ook nóóit.
Nu was het héél niet fijn om naar school te
gaan.
t Was zo mistig en zo modderig en zo nat.
En 't régende soms óók.
De kindertjes vonden de winter niks aardig.
Ze waren bóós op de winter.
Nét als de zon. Had de zon dat maar geweten.
Maar dat wist ze niet. De zon zag ze niet.
De zon lag in bed. Ze wou er hélemaal niet uit
komen. Ze was bóós. Arme zon!
(Volgende week verder)
Dat is 'n grap!
Dat bestaat niet!
Niet? Nu lees
dan maar eens
goed en pro
beer het eens.
Je neemt een
glazen proef-
buisje, zoals
een scheikun
dige dat ge
bruikt (een
reageerbuisje).
Doe daarin een
klein stukje
ys en om te
zorgen, dat het
onder in het
buisje blijft en
niet naar bo
ven drijft, als je er straks water bij doet, doe je
boven op het stukje ijs b.v. een metalen spring-
veertje of een ander zwaar voorwerpje, dat het
ijs omlaag houdt, doch ruimte genoeg laat, om
het water te kuinnen laten toetreden. Vul het
ZATERDAG 16 JULI No. 28 IAARGANG 19?8
De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant
Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche
Courant en Dordtsch Dagblad
Donderdagavond
BUITENLAND
EEN week geleden was de Amerikaansche
multi-millionair Howard Hughes nog maar
heel weinig bekend. Thans is zijn naam op ieders
lippen! De oorzaak daarvan moet worden ge
zocht in de omstandigheid, dat hij er in geslaagd
is in razend tempo een vlucht om de aarde te
volbrengen, zoodat alle vroegere records geslagen
zijn. De romantiek is de wereld nog niet
uit! Of spreekt het niet tot de verbeelding van
duizenden bij duizenden, dat deze Amerikaansche
aviateur in nog geen 17 uur van New-York naar
Parijs is gevlogen? Hij dineerde Zondagavond in
New-York, dronk thee te Parijs op Maandag,
lunchte Dinsdag in Moskou, arriveerde Woensdag
in Jakoetsk en. keerde Donderdag op het uit
gangspunt terug! En heel deze sportieve prestatie
werd volbracht met een doodgewone Lockhead
„14", precies zoo'n toestel als de K.L.M. gebruikt
voor de lijn Amsterdam-Manchester-Liverpool,
of de K.N.I.L.M. op haar nieuwe luchtlijn naar
Australië. Alleen waren er wat sterkere motoren
in aangebracht en extra-tanks om zoo weinig
mogelijk behoeven te landen. Neen, dan was de
tocht van Lindbergh over den Oceaan, waaraan
we deze week zoo sterk werden herinnerd, toch
heel wat anders! Deze vertrok 20 Mei 1927 van
Roosevelt Field te New-York na een lange en
moeilijke start. Negen uur na zijn vertrek pas
seerde hij New-Foundland. H ijvloog eerst 3000
Meter hoog, later toen het weer zeer ongunstig
werd, soms 4 a 5 Meter boven den Oceaan. Tegen
koude én storm, honger en dorst vocht hij uren
lang zijn eenzamen strijd .Doch hij won! Zater
dagmiddag 21 Mei werd hij gezien boven de
Iersche kust koersend naar Parijs, waar hij
's avonds om kwart over tien arriveerde, opge
wacht door 200.000 menschen. De 6300 K.M. had
hij afgelegd in 33 uur 30 minuten, wat een ge
middelde uursnelheid van 188 K.M. beteekende.
Elf jaar scheiden ons vap die gebeurtenis. Thans
vliegt Hughes den afstand in de helft van den
tyd, dus met dubbele snelheid en hij knoopt er
een vlucht om de wereld aan vast. Men moge
over deze tochten denken zoo men wil: zij geven
toch wel een verrassende kyk op het duizeling
wekkende tempo, waarin de techniek zich in onze
dagen ontwikkelt. De Oceaanvlucht van „Lucky
Lindy" was voornamelijk pionierswerk, de mil-
lionair Hughes levert meer een merkwaardige
sportieve prestatie, welke op zichzelf bezien
weinig practische waarde heeft, doch duidelyk
demonstreert, dat de tyd van een regelmatig
onderhouden Trans-Atlantische Oceaanvliegdienst
onmogelijk meer vèr af kan zijn.
Het zijn wel zeer droeve jubilea, die de wereld
dezer dagen „viert". Verleden week was het een
jaar geleden, dat het conflict in het Verre Oosten',
dat zulke geweldige afmetingen aannam, ont
brandde. A.s. Maandag beleven we het feit, dat
twee jaar geleden de Spaansche burgeroorlog
losbarstte. Ter gelegenheid daarvan zal in het
geheele nationalistische Spanje op uitgebreide
schaal feest worden gevierd.
Deze voornemens staan toch wel in schril contrast
met de droeve doodendans, welke in het Spaan
sche schiereiland al zooveel schrik en ontzetting
heeft teweeggebracht en waarvan het einde voor
alsnog niet in zicht is. De nationalisten vorderen
slechts langzaam, en dat Valencia nog deze maand
zal vallen, zooals het plan was, niemand die het
gelooft. Het zal wel najaar worden voor het zoo
ver is. Bovendien is men bezig onder de persoon
lijke leiding van generaal Miaja ,die de verdedi
ging van Madrid heeft georganiseerd, ook van
Valencia een ware vesting te maken, zoodat de
nationalisten wel een omsingelingstactiek zullen
moeten volgen, met behulp waarvan men de
groote steden op de knieën brengt.
De Republikeinen bieden tot dusver heftig tegen
stand en al strijden zij voor een verloren zaak,
zij kunnen het Franco nog lastig genoeg maken,
zeer ten ongerieve van den Italiaanschen boezem
vriend, die al herhaaldelijk teekenen van onge
duld heeft getoond, omdat door al dat gedraal
het accoord met Engeland niet in werking kan
treden. Men is het dan toch tenslotte eens ge
worden over het Spaansche vrijwilligersvraag-
stuk en als alles vlot verloopt kunnen in Decem
ber as. de laatste vrijwilligers den Spaanschen
bodem verlaten. Mussolini is van oordeel dat het
accoord met Engeland best in werking kan treden
als er een begin is gemaakt met de terugtrek
king der vrijwilligers. Chamberlain van zijn kant
schijnt daar weinig voor te gevoelen doch de
oppositie in het Britsche parlement is bang, dat
hij onder voortdurenden Italiaanschen druk toch
nog overstag zal gaan. Vandaar dat de Britsche
premier aan een kruisvuur van vragen werd
blootgesteld, doch zonder al te veel kleerscheuren
is hij uit den strijd te voorschijn gekomen. Met
groote behendigheid heeft Chamberlain op de
vaak lastige vragen het antwoord vermeden en
hij heeft zich handig op de vlakte gehouden. Men
kan er echter veilig op aan, dat vooral de Brit
sche Premier vurig hoopt, dat er nu eens einde
lijk schot in de Spaansche zaak komt. Niet alleen
voor zijn persoonlijke positie, maar ook voor
Engeland en Europa is daar veel aan gelegen.
In Palestina gaat het hoe langer hoe meer hard
tegen hard. De tegenstellingen spitsen zich thans
hoe langer hoe meer toe tusschen Britten en Ara
bieren, terwyl de Joden meer op den achtergrond
een rol spelen. De Arabieren zien immers in een
voortdurende terreur het eenig middel om de
verdeeling van het .land te verhinderen. Zij
droomen zich nog altijd de vorming van
een groot-Arabisch rijk en de verdeeling van het
land gaat tegen die plannen lijnrecht in. Een
tijdlang scheen het alsof de eenvoudige boeren
bevolking zich van de terroristische voorvechters
zou afwenden, doch in déze mentaliteit schyn c
zicht thans een wijziging te voltrekken. Meer en
meer gaat men de veroordeelde en neergeschoten
verzetslieden zien als martelaren voor de groot
Arabische zaak. Steeds meer jongelieden uit dj
Palestijnsche dorpen melden zich bij de geheime
kwartieren der opstandelingen aan om ingelijfd
te worden bij de vrijscharen. En zelfs de boeren
bevolking l^at zich niet meer onbetuigd en pleeg -
's nachts sabotage. Het verzet smeult en broei
in Palestina, het terrorisme neemt hand over
hand toe en het wordt er niet beter op nu ook
de betrekkelijk kleine groep der Joodsche revi
sionisten (een fel Nationalistische organisatie, di
een minderheid vormt onder de Palestijnsche
Joden) terreur met terreur gaat beantwoorden.
Het neerschieten van den Iman der Omarmoskee
te Jeruzalem door een Revisionistischen Jood kan
zeker nog gevaarlijke consekwenties hebben en
werkt er allerminst toe mee het fanatisme der
heetbloedige Mohammedaansche zonen Ismaëls in
toom te houden. De positie van Engeland in
Palestina wordt er met dat al niet gemakkelijker
op. Het valt slechts te hopen dat de Regeering
er in zal slagen het broeiende verzet te dooven,
want geschiedt dit niet, dan- moet ernstig met een
volksopstand worden rekening gehouden. Zou het
inderdaad zoover komen, dan wordt Palestina
het derde oorlogsterrein in deze onrustige wereld,
die vol is van oorlogen en geruchten van oor-
'ogen. Wel is waar heeft men eventueel in Pa
lestina met een machtigen tegenstander te doen
men tergt den Britschen leeuw niet ongestraft!
doch het terrein leent zioh uitstekend voor
een guerilla en wie zal zeggen hoe lang deze ir.
zulk een land wel is vol te houden?
De beraadslagingen te Evian over het vluchtelin
gen-vraagstuk hebben een voorloopig resultaa';
opgeleverd. Na dagenlange besprekingen is men
het eens geworden over een ontwerp resolutie,
waarin de noodzakelijkheid wordt uitgesproken
van de oprichting van een permanent Comité
voor de vluchtelingen, dat bestaan zal uit een
voorzitter en vier ondervoorzitters en zal worden
Op de pijlers van de spoorbrug over de Merwede bij Sliedrecht zal een verkeersbrug naast de spoorbrug
gebouwd worden. Deze brug zal van groot belang zijn voor de verbinding van Dordrecht met de
Alblasserwaard en een goede aansluiting op den Rotterdam-Betuwe weg.