LIFTEN DE VRIJE UNIVERSITEITSDAGEN 13 en 14 Juli te Assen M mm WOENSDAG 13 JULI 1938 DERDE BLAD PAG. 9 Recht en historie der - Uit de geschiedenis spelling Te Assem voor het eerst sinds de stichting der V.U. zijn van daag en morgen de vrienden der Vrije Universiteit bijeen, deels tot 't bijwonen van de wetenschappelijke samenkomst en de vergadering van het Vrouwen-Comité op heden, en in grooteren getale voor de alge- meene vergadering van morgen. De bidstond, ter inleiding van de alge- meene vergadering wordt vanavond in de Zuidersingelkerk Hedenmorgen te 11 uur werd de weten schappelijke samenkomst in het Concerthuis geopend. Er waren twee sprekers, t.w. Prof. Dr. H. Dooyeweerd en Dr. J. Karsse- m e ij e r. De eerste heeft een referaat gehou den over Recht en historie Prof. Dooyeweerd stelde voorop, dat twee Stellingen niet meer voor serieuze bestrijding vatbaar zijn: le alle positief recht is als zoo danig een historisch verschijnsel, dat den Prof. Dr H. Dooyeweerd risch ontwikkelde recht geen tweede rechts systeem van eeuwigen on verander lij ken in houd bestaan, dat apriorisoh uit de mensche lijke natuur of de mensohelij-ke rede zou zijr af te leiden. Prof. Dooyeweerd spreekt als zijn meening uit, dat de historische denkwijze, bij al haar moeilijk te overschatten waardij, een gevaar lijke keerzijde voor de rechtstheorie heeft geopenbaard en dat de overspanning haar beteeken is juist in de moeilijke grens- vragen van rechts- en geschiedwetenschap een verwarring heeft gesticht, waaruit de wijsbegeerte des rechts nog geen bevredigen den uitweg gevonden heeft. Ter ontwikkeling van deze beschouwing sprak Prof. Dooyeweerd eerst over den socio- logischen inslag van het historisme, welks eigenlijke beteekenis ligt in de i n n e r 1 ij k (historificeerimg van alle normatieve aspecten der menschelijke samenleving. Deze heeft als tijdelijke werkelijkheid haar onderscheiden aspecten of zin-modaliteiten en dus ook haar historische ontwikkeling. Haar vereen: v i g i n g met haar historisch aspect berust op ontologisch historisme, dat door de aanvaarding van boven-tijdelijke „ideeën" of eeuwige „waarden" niet wordt prijsgegeven, doch hoogstens gemitigeerd. Na aangetoond te hebben, hoe het ontolo gisch historisme het wetenschappelijk denken in onoplosbare antinomieën moet voeren, komt spr. tot een beschouwing over de nood zakelijkheid van een nadere wijsgeerige be zinning op de verhouding van recht en ge schiedenis van Calvinistisch standpunt. De historische denkwijze is gegrond in een historische visie op de werkelijkheid der menschelijke samenleving. Wie aan de histo rische rechtsbeschouwing wal ontkomen, en niet op den subjectivistischen bodem der hu manistische denkvormen en ideeën zijn toe vlucht wil zoeken, moet die werkelijkheids visie in den wortel aantasten. De Calvinisti sche wijsbegeerte heeft hier een onafwijsbare taak te vervullen, want juist met betrekking tot de vraag welke plaats de historische ont wikkeling naar Gods wereldorde in den tijdelijken kosmos inneemt, heerscht ook in onzen eigen kring nog allerminst wijsgeerige klaarheid. Spr. beziet dit probleem dan in het licht van de theorie der wertskringen en die van de indivMuaUtedtsstructuren der samenleving. Hij bespreekt vervolgens de poging, gedaan om den mod alen zin der geschiedenis theore tisch te analyseeren. Het positieve recht moet worden gevormd in naiuwen samen hang met den historiscben ontwikkelingsgang eener samenleving. Het kan hieraan de wet niet voorschrijven, evenmin als de histori sche ontwikkeling als zoodanig de rechts- zijde der samenleving kan reguleeren. Er bestaat slechts een onverbrekelijke zin- samenhang tusschen recht en historie, een tijdelijke vervlechting der modale aspeoten, waarbinnen zij besloten zijn, maar met handhaving van beider souvereini- teit in eigen kring. Dit is door de Historische School uit het oog verloren, toen zij de historische ontwikkeling tot een inner lijke verborgen wetmatigheid van het posi tieve recht proclameerde. Na de historische en juridische continuïteit, de revolutie als juridisch probleem en de historische en juridische causaliteit te heb ben bezien (o.m. het probleem van het ont staan van het leenrecht), komt spr. tot het orvtsluitrngsproces in de cultuurontwikkeling en in het rechtsleven. Om dan tenslotte erop te wijzen, dat de door hem verdedigde opvatting inzake den normatieven zin der geschiedenis in haar eigen modaal karakter, eerst is te verstaan, wanneer men rekening .houdt met de strenge onderscheiding van wet en sujet, van historische norm en het daaraan onderworpen subjectief historisch gebeu- r e n, een onderscheiding, welke voor Calvinistische wetsidee karakteristiek is, die zoowel de rationalistische als de irrationa- listische geschied-opvatting bij den wortel afsnijdt. Daardoor wordt van meet af het argument, als zou de aanvaarding van een normatieven zin der historie geen rekening houden met het feit der zonde van zijn kracht beroofd. De Christelijke geschiedbeschouwing heeft sinds Augustinus haar religieus uitgangs punt genomen m de belijdenis, dat de strijd in den wortel der gevallen schepping tusschen civitas Dei en civitas terrena zich ook ii groote drama der wereldhistorie openbaart. Dit religieuze grondmotief blijft in de ont wikkelingsidee der Christelijke geschiedbe schouwing het centrale. De bruikbaarheid van deze ontwikkelings idee voor de theorie der geschiedenis is ech ter afhankelijk van de toespitsing harer ligieuze grondconceptie op den eigen aard, de eigen modale structuur van het historisch proces, waardoor ook de i m m a n e normatieve grondslagen van dit laatste het licht word'en gebracht. Als tweede spreker trad op Dr. J. K seme ij er van Dordrecht met het onder werp: „Admominale flexie en pronominale aanduiding in het Nederlandsch". Referaat Dr Karssemeijer Spreker begint met er rich tegen te verzet ten dat hij „als vurig volgeling van Kolle- wijn", zich in zijn taalbeschouwing zou laten leiden „door deducties uit een anti-goddelijk beginsel", zooals Prof. Wille zijn bezwaren heeft geformuleerd. De referent bouwt dan zijn betoog op aan de hand van vier punten die Prof. Wille tegen de vereen- voudigers heeft aangevoerd. Om zich te ver dedigen tegen het verwijt van ge brek aan goeden historiscben zin gaat de ref. na hoe er in de laat ste eeuwen over de spelling ge schreven is. Spie- ghel constateert in 1584 een volsla gen wanorde ten opzichte van het geslach t der woor den. Hij tracht dan regels op te stellen. Het blijkt diat hij een hoorbaar dis tinctief tracht te vinden, m^ar hij laat .vrij wat soepelheid toe. Bij Hooft en Bredero de doorwerking van Spieghel te merken. In 1625 komen van verschillende zijden beschouwingen over het geslacht los. Bijv. van Mr. Anten-is de Hubert, en van Christi- aen van Heule, die nieuwigheden wil invoe ren en bijv. onderscheid wil maken tusschen „dien en „denn". Uitvoerige lijsten gaf hij met regels en uitzonderingen. Ref. gelooft in een beslissenden invioed van deze beide nen op de flexie van het Nederlandsch in de 17e eeuw. In 1628 gaf Ds. Samuel Ampzing zijn „Be- sch-rijviinge ende lof der stad Haerlem in Holland", waarin hij een „Nederlandsch Taelbericht" gaf. Hij toont zich een man in wien een star doctrinisme strijd voert met een fijn en zuiver taalgevoel, maar hij geeft geen uitgewerkt systeem. In hetzelfde jaar 1628 stellen de Statenvertalers hun regels vast, waarbij zij zich in hoofdzaak richten naar de regels van Van Heule. Zij hechtten aan het algemeen taalgebruik, wat ook blijkt uit de lange lijst van woorden, die ze zoowel man nelijk als vrouwelijk zullen gebruiken. Pas de Vries en te Winkel stelden voor ieder woord zijm eigen en eenig geslacht vast. Daarna bespreekt ref. de praotijk bij enkele toonaangevende auteurs, zooals Vondel en Huygens. Bij Vondel vindt men geen n's in den nominatief, wel herhaaldelijk bij Huygens. Sedert 1625 richt Vondel zich naar de voor schriften van Van Heule en De Hubert. De grondslagen van de 17e eeuw bleven in de 16e Dr J. Karsemeijer Daarmede is aangetoond, dat van het begin af de verdeeldheid' en de verwar ring op het gebied der flexie groot is geweest, dat men naar willekeur voor schriften opstelde en wijzigde, vaak in strijd met het algemeen gebruik, dat met het te loor gaan van de distinctieven het gevoel voor de geslachten verdween en dat dientengevolge ook op dit gebied der taal, evenals op zooveel andere, de ver schillende vormen door elkaar heen gingen loopen, waardoor zich langzamer hand nieuwe regels ontwikkelden. Na drie en een halve eeuw van eindeloos men de vo 11 zoeken en veranderen werkelijkheid m den. Als men wat verdween in het leven wil terugroepen, krijgt men veel willekeurigs aanleiding tot twist en verdeeldheid. De Vries en te Winkel hebben op papier alles geregeld. Maar historisohe zin diene rijn grenzen te hebben en geen achting of eerbied mag men eischen voor willekeur en chaos. Daarna bespreekt ref. de vraag of de vetr- eenvoudfigersopvatting van flexie een prono minale aanduiding in strijd is met een juiste taalbeschouwing. Hij komt daarbij tot de conclusie, dat juiste taalbeschouwing vordert, dat we de realiteit aanvaarden en eerlijk erkennen, dat strakke regeling hier meer kwaad dan goed zou doen. De fout der tegen standers van een nieuw systeem is dat zij uitsluitend het hooger taalgebruik voor oogen hebben, waar andere regels gelden en andere gebruiken beerschen of bezig zijn zich te vormen dan in de gewone conversatietaal. Breed meet men ook uit het bezwaar, dat taalverarming zich zou doen gelden bij het gebruik van den vorm „der", maar volgens ref. zal ook hier het gebruik het er is geen reden om hierover het hoofd te schudden. Prof. Wille heeft gezegd, dat wijze levens- praetijk eischt, dat we vasthouden tot voor kort officieel voorgeschreven systeem. Ref. toont echter aan hoe sterk de afwijkin gen zijn van deze voorschriften, waartoe hij tal van voorbeelden bijbrengt. Wijze levens- praotijk zou hier eischen te erkennen, dat geen redden meer aan is, hoe vurig men he: ook zou wenschen. Voor de prenominale aanduiding verdient een eenvoudige en practische natuurlijke re geling gekozen te worden, die zooveel mo gelijk -bij het gebruik aansluit. Daartoe stelt ref. de volgende regels voor: lo. met het pronomen h ij (z ij n) duidt men aan: alle concreta, zooals tafel, stoel, 2o. met het pronomen zij (haar) duidt men aan: alle abstracta, zooals goedheid, liefde, angst enz. 3o. met het pronomen zij duidit men aan alle stofnamen, 4o in het meervoud gebruikt men het pro nomen hun als possessivum. Ten slotte komt ref. tot de beschuldiging, dat de nieuwe taalbehandeling in strijd is met c. - Heilige Schrift. Hierbij is de hoofdvraag of men inderdaad de taalschool van de 19e eeuw van christelijk standpunt zoo vernietigend moet tegentreden als Prof. Wille gedaan heeft. Om dit te be strijden beroept ref. zich op Prof. Woltjer Sr., die een veel milder en billijker oordeel velde. Deze concludeerde zeer terecht, dat de taalwetenschap der 19e eeuw de fout maakte dat zij „in de eerste en eigenlijke plaats het geschreven, zichtbare woord tol voorwerp had en eerst in verband daarmee het gesproken en gehoorde woord". En al vindt men „niet zelden hypothesen die, van het Christelijk standpunt beoordeeld, beslist verwerpelijk rijn, toch staat vast, dat wij in vergelijking met vroegere tijden tot een diepere, meer organische opvatting va de taal in haar verband met het zielelevci gekomen zijn." Deze woorden onderschrijft ref. volkomen. Bij behoud van eigen principe aanvaarden zij uit de ongeloovige wetensohap datgenie wat onmiskenbaar tot gezonder en natuurlijker beschouwing van de levende taal heeft geleid. Referent concludeert ten slotte: Historisch., taalwetenschappelijk en practisch is het aanbevelenswaardig de voorgestelde en bij het onderwijs reeds bijna acht jaar met voldoening en succes toegepaste verandering in flexie en pro nominale aanduiding te aanvaarden, ter wijl van principieele bezwaren geen sprake kan zijn. „Vrouwen V.U.-hulp" Hedenmiddag te 2 uur is in den foyer van het Concerthuis de samenkomst van „Vrou wen V.U.-hulp" geopend door Mevr. S. Verda m-O k m a van Amsterdam. Mevr. Verdam wees er, na een hartelijk welkomst woord op, dat dat de eerste samenkomst van „Vrouwen V.U. Hulp" is. Vorige jaren zijn wij als vrouwen ook wel bijeengekomen, doch als „Vrouwen V.U. Plan 1937", welk plan voltooid is op den 28sten October van het vorig jaar, toen wij op dien honderdsten ge denkdag van Dr. Kuypers geboorte, God mochten danken voor den zegen waarmee Hij n arbeid als vrouwen had gekroond. Op dien dag, bij de beëindiging van „Vrouwen V. U. plan 1937" is „Vrouwen V. U. Hulp" geboren, als een organisatie van meer blij kenden aard, om onze mannen in den arbeid voor de Vrije Universiteit bij te staan. De Vrije Universiteit is een zaak niet enkel van hoogleeraren, niet enkel van mannen, ze is een gave Gods voor geheel ons volk. Zoo zijn ook vrouwen, geroepen om voor haar welzijn te bidden en te werken. Niet door onzen mannen het werk uit de handen te nemen, maar door op een speciaal aan vrouwen eigen er, door het bijeenzamelen van luttele bedragen, het ontbrekende aan te vullen en uitbreiding mogelijk te maken. Dat wei-ken geschiedt niet om deugden in de Universiteit zelve gelegen, niet om eenig persoon, maar omdat die Universiteit een stichting is, die God aan ons volk gegeven Als spreekster trad op Mevr. S. G. C. F i b e r-M e y n e n te Hoogeveen, die een cai serie hield over De Calvinistische vrouw en de V.U Spr. ving aan met de vraag, of er, na al de actie die er reeds voor de V. U. gevoerd thans nog een vergadering van de vrouwen noodig is. Er is echter gebleken, hoeveel kunde en liefdeloosheid ten aanzien van deze stichting nog altijd heerschen. Vervolgens merkte zij op, dat het een „unicum" is, dat vrouwen medewerken tot instandhouding van een inrichting van hooger onderwijs. Wat drijft haar daartoe? Wat wil deCalvinistische vrouw? Zij wil de s< reiniteit Gods erkennen op ieder levensterrein en in gebondenheid aan Zijn Woord haar leven inrichten en dat toonen in haar gan- sche levenshouding. Na een kort historisch overzicht stelde spr. de vraag: wat hebben wij, als vrouwen, voor de V.U. te doen? Is het voldoende, dat wij mee helpen steunen in den financieelen nood" Neen, de V.U. vraagt meer. Zij vraagt onz< liefde, ons hart, ons gebed. Vervolgens wees spr. op de drieërlei taak, die de vrouwen hebben tegenover de Calvi nistische Hoogesohool. Ten eerste tegenover den echtgenoot. Zij kunnen hem steunen, op bouwen in zijn liefde voor de V.U., maar ze kunnen ook afbreken door onwil en lauw heid. Spr. toonde dit met een enkel voorbeeld uit de practijk aan. Ten tweede hebben zij een roeping tegenover de kinderen. Reeds de jeugd kunnen rij hun de groote beteekenis der V.U. bijbrengen. In de derde plaats, even zeer tegenover onze omgeving. Ook hier doen zij van tweeën één: opbouwen of afbreken. Wat doen ze als de naam der V. U. wordt genoemd? Staan ze dan klaar met haar scherpe critiek? Oordeelen ze dan over din gen, waarover zij, als leden, soms in 't geheel geen oordeel kunnen vellen? Zoo ja, dan zijn ze bezig af te breken het schoone gebouw, waaraan eenmaal door onze voormannen heerlijken geloofsmoed, met zooveel liefde inspanning gearbeid is. Maar, aldus spr., als we de beteekenis van de V.U. goed verstaan als onze beginselen ons lief zijn, dan zullen we ze mee helpen uitdragen tot zegen ons land en van ons gansche volksbestaan. Straks moeten wij heengaan, zoo b( spr., maar dan leggen wij dit erfstuk, dit pand, veilig in de handen onzer kinderen, met de bede, dat God Zijn eens begonnen werk niet zal laten varen, doch het dienst baar moge maken tot de komst van Zijn Koninkrijk. .e*® RIN TABLETTEN h e I p e n d a d e 11 j li Ho! »8o$fe*«-knjis waarborgt B"\ uitstekende werking (BAYERj en onschadelijkheid. y|y ar O..o|*h»4 aa faya*k..l.- Frof. Dr. J. H. BAVINCK Naar voorloopig het voornemen is, legt Dr. J. H. B a v i n c k, die benoemd- is tot hoog leeraar in de Zend-ingsvakken aan de Theol. School te Kampen en aan de Vrije Univer siteit, in Juni 1939 zijn arbeid als docent aan de Opleidingsschool op Java neer, om daarna naar Holland te komen en in Septem ber van dat jaar zijn arbeid als hoogleeraar te Kampen te beginnen. AFSCHEID Dr. W. VAN OORDE Gistermiddag heeft dr. W. van O o r d e, benoemd tot rector van het Gymnasium te Middelburg in de met groen en bloemen getooide aula van het gebouw aan den Wy- temaweg afscheid genomen als leeraar van het Gymnasium Erasmianum te Rotterdam, welk Gymnasium de heer van Oorde twaalf jaren is verbonden geweest. ONDERWLJSBENOEMINGEN Dordrecht. Rijkslandb. winterschool. Tot leeraar: de heer J. C. Colder te Pa- pendrecht. Enschedé. Gem. Lyceum. Tot tijdel. leeraar: de heeren drs. R. B ij k e r k voor scheikunde, drs. A. J. Staal voor Neder landsch, drs. H. G. Brinkman voor werk tuigkunde en dr. J. A. Heberle Duitsch. vers cl.ie. De Sav. LohmanschooL Tot tijdel. onderwijzer: de heer P. Speijer te Rotterdam. Scherpenzeel. School m. d. Bijbel. Tot onderwijzeres: Mej. E. van Schuy- 1 e n b u r g, onderw. Chr. school te SommeLs- dijk. Wierden. School voor Chr. Voorber. L.O. Tot hoofd: Mej. W. D. Jansen, te Vriezenveen, thans werkzaam aan de Herv. Kleuterschool te Almelo. 1SSS tjiïïjtjti INSCHRIJVING van LEERLINGEN voor de op 2 SEPTEMBER a.s. aanvangende MONDELINGE dag- en avondcursussen voor RADIOTECHNICUS RADIOTELEGRAFIST RADIOMONTEUR Schriftelijke cursussen voor: Radiotechnicus, Radiomonteur, Radioservicetechnicus, Radio distributie Radioamateur, Studior en opnametechnicus, Filmtechnicus. Volledig prospectus en fotoboekje gratis op aanvraag aan het secretariaat van het Insti tuut voor Radiotelegrafie en Radiotechniek (Radio-instituut Steehouwer) N.V., Graaf Florisstraat 74, Rotterdam, tel. 34520, 37301, met internaat. De Directeur H. D. DE BOER. L. S. C. Het honderd-jarig bestaan van het Leid- y Vjnï -,gBsriamy Het s.s. „HoutmanTt "dat rfa ten 25']arlgert dieftsl bi de tropische water erf is 'gerepatrieerd erf, op weg Is Haar den slooper te H. I. Ambacht. STENOGRAFIE „GROOTE" Van het Nieuw Leerboek voor het Ned. Alfab. Kortschrift Stenografie „Groote" voor schoolgebruik en zelfondericht II (Het ver korte schrift), door A. van Veen en J. van Waardhuizen, is bij Henry Brons geest, Den Haag, reeds de vijfde, vermeer derde. druk uitgekomen. Aan de lofwoorden, die wij voor en na hebben gewijd aan deze logische leermethode van het onvolprezen Nedierlandsohe Kortschrift, behoeven wij geen woord toe te voegen. Samenstellers en uit gever zijn trouwens in sitaat op den omslag van het werkje een goede bagage gunstige beoordeeling aan dezen vijfden druk mee te geven. Het valt op, dat ook de verkortingen van dit kortschrift volkomen verantwoord zijn. Wie de vaste regels, die daarvoor zijn uitgedacht, eenmaal in zijn geheugen heeft geprent, heeft weinig moeite bij het terug lezen. Voor stenografie moet vanzelf een andere maatstaf aangelegd worden dan v> gewoon schrift, waaraan immers de eis moet gesteld worden, dat het den lezer voor geen raadseltjes plaatst iets wat sommigen onzen tijd geneigd zijn te vergeten. Moet men, teneinde vlug te schrij ven, letters weglaten, dan komt het aan op een lijken sleutel. Groote heeft daarvoor in rijn „Reportersohrift". De eer van de menstellers van dit boekje is, dat zij diens regels hebben gesystematiseerd en vereen voudigd. De opleiding voor radiotelegrafist en radiotechnicus Nu de M.U.L.O.-scholen en de H.B.-scholen zich wederom van een stroom van jongelie den zullen ontlasten, die op den drempel van het maatschappelijk leven staan uit te zier in de richting, waarin zij zullen kunnen gaan. lijkt het ons in het belang der jeugdige toe- komstmenschen om daarbij als verkeers agent van dienst te zijn. Ofschoon de tijden voorbij rijn, waarin een van de school komend jongmensch maar te kiezen had wat hij wilde worden om dan al spoedig in de begeerde functie werkzaam gesteld te zijn, is er toch, na een vrij lange periode van stilstand, weer een aanzienlijke en eigen-lijk vrij onverwachte' opleving ge komen in de aanstelling van radiotelegrafis ten en ook die van radiotechnici en radio monteurs. De werkverruiming in déze bedrijven is zelfs van dien aard, dat alleen reeds van het te Rotterdam gevestigde Radio-Instituut Stee houwer in het afgeloopen jaar 60 geslaagde candidaten in het radiobedrijf tewerk weiden gesteld. Hier is derhalve een behoorlijke kans om In het leven te slagen, terwijl de studie niet van langen duur behoeft te zijn, mits men bezield is met den ernstigen wil om het ge stelde doel te bereiken en er een zekere ge schiktheid voor deze vakken aanwezig is. In een zeer uitvoerig prospectus en in een bijbehoorend fotoboekje, uitgaande van bo vengenoemde onderwijsinrichting wordt ons op onderhoudende wijze van de opleiding verteld, wordt aangegeven, welken aanleg men moet bezitten voor de verschillende richtin gen, die men kan inslaan en wordt de plaat- singskans besproken, kortom men wordt in deze boekjes geheel ingewijd in de voor velen nog geheimzinnige sfeer van de radio. Het zou te veel plaatsruimte vergen, indien wij zelfs maar een resumé zouden geven van hetgeen daarin wordt geboden. Belangstellenden kunnen wij niet beter raden, dan een volledig prospectus met foto boekje aan te vragen aan het secretariaat van het I. v. R., Graaf Florisstraat 74, Rot ter- Bovengenoemde school, welke tot 1 Januari •38 stond onder leiding van den heer L. F. Steehouwer en die op 16 Januari van dit jaar haar 20-jarig bestaan herdacht heeft, is op eerstgenoemden datum omgezet in een naam- looze vennootschap onder directie van der heer H. D. de Boer, welke het pionierswerk den afgetreden directeur met dezelfde voortvarendheid voortzet. Verschillende aanvullingen en modernisee ringen hebben zich in den laatsten tijd vol trokken: we vermelden daarvan de automa tische seingeving bij het onderwijs in gehoor- opnemen, de inrichting van een lokaal voor practisch werken en de invoering van een luisterddenst, beide voor de radiotelegrafisten, de uitbreiding van het instrumentarium voor het technisch onderwijs, o.m. met een katho- destraal oscillograaf, enz. Zooals bekend wordt ook schriftelijk on derwijs gegeven voor de vakken radio technicus. radioservicetechnicus, radiodis- tributietechnicus, radiomonteur, filmtechni cus, radioamateur en studio- en opname technicus, welke cursussen alle werden sa mengesteld en worden geleid door experts op hun terrein. Proeflessen en uitvoerige gegevens rijn op aanvraag ?an het secretariaat van het I. v. R. eveneens gratis verkrijgbaar. Aan de school is een uitstekend bestuurd internaat verbonden. De nieuwe mondelinge cursussen zullen alle aanvangen op 2 Sep tember as. De schriftelijke cursussen kunnen ten al len tijde beginnen. VISSCHEN MET EEN ZUIVER GEWETEN Ds. Emerson W. Harris te Butte in Mon tana (Vereenigde Staten) kondigde volgens de Christian Labor Ilerald van den kansel af, dat naar hij meende te weten vele leden der kerk lust hadden, evenals hijzelf, om 's Zondags te gaan visschen en dat hij daarom in de zomermaanden geen dienst zou houden, doch in plaats daarvan op Woensdagavond. (,,Go to church on Wed nesday and fish with a clear conscience on Sunday", proclameerde de pastor.) (Ga Woensdags naar de kerk en visch Zondags met een jsuiver ge\veten)4 DONDERDAG 14 JULI f HILVERSUM I. 1875 en 415,5 M. AVRO-Uitren- dlng. 8.00 Gram muziek. (Om 8 30 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Grammuziek/ 10.30 Pianovoordracht. 10.55 Declamatie. 11.1? Omroeporkest en solist. 12.00 Kovacs Lajos* orkest. (Om 12.15 Berichten). 12.45 Gram.- muziek. 1.15 AVRO-Aeolian-orkest. 2.00 Pae- dagoglsche causerie. 2.30 Renova-kwintet eö solisten. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gram.muziek. 4.50 Voor de kinderen.1 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 6.30 Sport-halfuur- ten ANP. hierna tot 12.00 De „Blue Synco- HILA ERSUM II. 301.5 8.00—9.15 KRO. 10.00 >—12.00 XCRV. 8.00— 8.15 Berichten). 10.0(i 9.15 Cram.muziek. (Oi Gram muziek. 10 15 Mc: gv-ndiem richten). 12.15 KRO-Orkest (1.001.20 Gi muziek). 2.00 Handwerkuurtje. 2.55 Grarr lek. 3.00 Vo 8.05 Berichten ANP. herhal 8.15 Chr. Oratoriumvere NCRV-Orkest en solister het Chr. Onderwijs. 9 10.30 Berichten ANP. 11.50—12.00 Schriftlezing muziek. 6.4C Gram.muaieki 9.20 Variété. 10.00 Kerkdienst. 10.45 Kwintet! 11.20 Orkest. RADIO PARIS 164S M. 12.40 Orkest. '4.20 Ac cordeons*) li. 4.35 Chansons. 5.20 Radiotoo- neeL 8.35 Zang. 8.05 Symphoniecoincert en Koor. 11.20 Orkest. KEULEN 456 M. 7.30 Ensemble. 8.50 Orkest. 12.20 Orkest 2.30 Concert 4.20 Orkest 6.33 Zang en piano. 7.30 Orkest 8.50 Orkest ei? Mannenkoor. 10.50 Orkest 12.20 Kleinorkest ItRl'SSEL 322 en 4S4 M. 322 M.: 12.50 en 1.3» Orkest 5.20 Orkest. 8.20 Orkest 1.30 Orkest. 8.20 Orkest 484 M.: 1.00 DEUTSCHLANDSEXDER 1571 M. 7.30 Pianoduo. 820 Declamatie. 8.30 Orkest. 10.50 Viool en VRAAGBAAK CHRISTELIJKE INSTEIUNGEI V ertrouwensadressen ten dienste va'rt, Stichtingen van BarmhartigheidZieken* huizenSanatoria. Instellingen. Tehuizen bouwt sedert 1906 J.C.VAN STRAATEN N.vl Tel.: 333618 'sGravenhage Tafelzuren, Mosterd, Pkcaiilly, Peekoflie N.V. WED. MATTHEEUSSENS 8 ZOtiEH Ossen dr echt (Holland) BRUYNZEEL'S RIFTVLOEREN duurzaam hygiënisch gemakkelijk te onderhouden CENTPALE yEPWAPMlNG DADIATODEN KETELS jj-jl i N. J. MENKO HEDEMAN ENSCHEDE Specia-iteit in on gebleekte katoen en graslinnen Confectie in degelijke afwerking

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9