EEN 5UCCE5/
MAANDAG 27 JUNI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
OÊCIERDE
MARSCH
Zoo is dan ook de derde Rotterdammer'Marsch weer
historie
Onvergetelijk was het slot: de stampvolle Doelentuin, waar
op de maat van een pittige marsch de helmen van politie
mannen met de blondgelokte hoofden van onvermoeide
jonge dames en oude grijskoppen op en neer deinden in
onbedorven vreugd; dan de prijsuitreiking en eindelijk een
„Wilhelmus", waarbij de Mariniers een onbeweeglijk blok
van stramme militairen vormden temidden van de jeugd, die
mee-zong met enthousiasme en overtuiging
En zoo onvergetelijk het slot was, zoo mooie» toch
weer heel nieuw ook was deze marsch, met weer een
andere route, met weer andere vreugden, met weer andere
zorgen, een marsch, nóg weer in de stijgende lijn, immers
met rond 2300 deelnemers, waarvan er ongeveer 1000 voor
het eerst de fraaie medaille aan het wit-zwart-witte lint
mee naar huis voerden.
De start.en nog wat
Het winnen van zoo'n simpele medaille,
'daar zit voor de meeste loopers in: een groot
stuk onverzettelijkheid, de sportieve wil om
!het te halen, de training van weken en
maanden als het goed is en dan op den
middag zelf: de spirit om vol te houden, ook
als de laatste Kilometertjes zwaar vallen en
een dikke blaar protest komt aanteekenen.
Maar vóór het startschot in werkelijk
heid of denkbeeldig! wordt gelost is er
ook door de organisatoren van zulk een
marsch, waar meer dan 2000 loopers aan
deel nemen, een enorm stuk wenk verzet.
De keuze van het parcours, het treffen van
'de noodige maatregelen voor het inschrijven
der deelnemers, de zorg voor het program
ma en het toezenden daarvan aan de deel
nemende groepen, de controle van de bin
nengekomen inschrijvingen, het verzenden
der startkaarten, het bijhouden van het
kaartsysteem, het treffen van de medische
verzorgingsmaatregelen, het inroepen van
hulp van de verschillende politiecorpsen,
het aanschrijven van het eere-comité, het
treffen van een consumptie-regeling, onder
handelingen met de spoorwegen, het bezet
ten van de startbureaux en controleposten,
met de duizend kleine zorgen daaraan ver
bonden, de besprekingen met de jury en met
den medaille-fabrikant, de uitgebreide corres
pondentie met belangstellende vereenigingen
l nog zooveel meer: het vroeg ook dit jaar
enlaten we het er maar eens bü zoggen:
ook veel geld.
Want men geloove van ons: hoe grooter de
'deelname, hoe ingewikkelder ook het
marschorganisatie-apparaat. Men kan geen
2000 menschen een flinke prestatie-marsch
laten loopcn zonder 'n staf van doktoren, ver
pleegsters, roode-kruismannen en E.H.B.O.-
crs, auto's voor hen en voor jury en voor
De eereprijs voor militaire detachementen,
beschikbaar gesteld door Z.Exc. Luit.-Gen.
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst,
Commandant van het veldleger.
controleposten, muziek, medailles en groeps-
prijzen, papier, programma's en postzegels,
het kost, bij kleine en grootere bedragen op
loopend, véél geld.
En dao praten we nog maar niet over het
erk, dat belangeloos door de mannen
èn vrouwen van „Excelsior" wordt verricht!
We tellen niet de vele avonden en halve
nachten, die een Van Heusden en De Zwart
de wowing van den secretaris, hard wer
kend hebben doorgebracht, uit pure lief
hebberij, ook deze derde marsch weer te
doen slagen.
We wilden dit nu toch eens zeggen, omdat
zoo licht gedacht wordt, dat alles maar van
zelf loopt.
't Liep vanzelf
Gelukkig hebben de wandelaars zich daar
over bij hun komst in Delft geen zorg be
hoeven te maken. Voor hén liep &lles van
zelf.
Zij kwamen de oude Princestad weer bin
nen Zaterdagmiddag met tromgeroffel en
trompetgeschal, losgelaten uit de volle trei
nen en al een vóór-marsahje makend langs
de oude grachten en over de hooge bruggen
van Delft.
Autobussen reden claxoneerend bij de Doe
len voor en lieten een juichend gezelschap
Oranje-gardisten uit Schoonhoven uit of uit
Zoetermeer en zelfs uit Bergen op Zoom. uit
welke plaats straks een stoere groep man
nen en vrouwen uit „Vrederust" in hun
donker blauwe shirts over de Hollandsche
wegen stapte.
Een hoog-klinkende dwarsfluitdat
moesten de Mariniers zijn, en ze wdren het,
met- voor de derde maal luitenant Arends
het hoofd der colonne, die al bij voor
baat de bewonderende blikken der samen
gedromde wandelaars trok.
Wat waren er ditmaal al veel, die hier nu
al de Doelentuin binnenstapten als oude
bekenden: een advocaat uit Hillegersberg
met z'n onafscheidelijke plus-fours en de
kranige politieman Koopmans die 11a eerst de
„driedaagsche" van zijn corps te hebben
meegeloopen, er nu voor het derde jaar een
vierdaagsche van kwam maken, en daar
onze correspondent, de heer Velders, glim
mend, zoowel van genoegen als uit natuur
lijken hoofdedaar had je den heer Ley-
dekker weer met zijn jeugddienstkoor uit
Rotterdam en wat parmantig stapten de
kleinsten van de „Prineevlag" uit Leiden
binnen aan het hoofd der groep ouderen.
Trommelend kwamen de Schiedamsche po
litiemannen met twee inspecteurs den tuin
binnen, daarop gevolgd door de keurige
groep der Delftsche politie en nog weer
later gecompleteerd door de Leidenaars
met inspecteur van Wijk, die hier een
groote inteiiocale populariteit bleek te
bezitten, aan het hoofd.
Daar kwam ook het geuniformde deel
van de jury eens kijken: de kapiteins
Langeveld van Lent, Borstlap en Ver
sloot, luitenant v. d. Akker als nieuwe
ling en natuurlijk ook de heeren De
Knegt en Van Heusden, die elke plant
van den Doelentuin in hun jeugd al
hebben gedetermineerd en hier dus
„thuis" waren.
Voorzitter C. J. van Heusden en secre
taris De Zwart, ze waren overal en
nergens, ze moesten nog hier en nog
daar aan te pas komen en we hoorden
in de vlucht toch nog van ze, dat het
alles „gesmeerd" ging en dat er nog
zooveel nieuwe inschrijvingen kwamen,
dat we stellig bij de derde marsch het
totaal aantal loopers vau 193? zouden
halen.
Juist maakten we een praatje met mevr.
v. d. Hooff, die met haar Gorkumsche ka
nariepietjes al vóór half drie op het appèl
was, toen we den „Excelsior"-voorzitter door
den luidspreker hoorden schallen.
De heer Van Heusden is een man van
weinig woorden (z'n daden bennen groot!)
dus we moesten oppassen niet te laat te
zijn.
In enkele historische notities memoreerde
de voorzitter, hoe de eerste marsch al dade
lijk een onverwacht succes werd, bij de
tweede marsch de toename zelfs wel wat
héél groot werd, zoodat voor de derde
marsch het parool werd uitgegeven: zeker
niet forceeren, en van meet af aan werd er
op aangedrongen, dat slechts getrainde wan
delaars zouden deelnemen.
Het verheugde spr., dat het aantal deel
nemers desondanks weer even groot, zelfs
nog iets grooter was en vooral dat er meer
dan 1000 nieuwe inschrijvingen bij warén.
Applaus en gejuich onderbraken telkens
den spreker, waaruit bleek, dat er al een
pracht-stemming onder het loopers-corps
heerschte.
Maar de heer Van Heusden had ook eeni-
ge waarschuwingen in petto: de controle zou
streng zijn, zoodat niemand onverdiend z'n
medaille kreeg en nóg eens herhaalde de
voorzitter zijn vermaning: ongetrainde wan
delaarsdoet niet mee.
Dan eerst zou de marsch een succes zijn,
Leo Lens weer zou kunnen rijmen:
Het was een pracht-gezicht zoo kwiek
ze afmarcheerden
Maar het was schitterend zoo vief ze
wederkeerden!
Luid applaus volgde op het startwoord, de
marschleider, de heer H. Th. Wij d e v e 1 d,
gaf nog enkele practische wenken en
toen was het oogenblik al weer daar,
waarop we het „kwieke afmaroheeren" al
vast konden zien.
Door Delft naar de klei
De kogels waren dit keer óp, zoodat
er geen startschot viel, maar de tam-
boer-maitre van „Excelsior" liet een ver
vaarlijke roffel inzetten en op het
„voorwaarts marsch!" trokken de
tamboers en pijpers, gevolgd door het
hoofdpeloton de nauwe poort uit Best
gezien was het, dat de individueel©
wandelaars zich ditmaal weer direct
achter muziek en hoofdpeloton konden
aansluiten en niet meer tussdhen allerlei
andere groepen in behoefden te dringen
om Delft uit te komen.
Nu liepen ze fier en stram op de maat
der trommels over het Oude Delft, als
waren het dienstplichtigen van de lich
ting 1938, die voor het eerst -naar de ka
zerne trokken!
De groepen volgden stuk voor stuk, na
eerst de houding te hebben aangenomen en
zich in het gelid te hebben geschaard.
Hier blies zioh een bazuinblazer de wan
gen rond om met een schetterende fanfare
zijn detachement uitgeleide te doen, daar
roffelden twee. drie trommen.
Wie een vlag had, stak hem uit en géén
greep, die geen commandant had. die zich
het volle gewicht van zijn waardigheid be
wust was.
Een pracht gezicht was het inderdaad de
lange rij van kleurige wandelgroepen over
het statige Oude Delft te zien trekken.
Bij de Kalvermarkt, een druk verkeers
punt, al is het na het gereedkomen van den
nieuwen Rijksweg niet meer zóó druk, regel
de de Delftsche politie het verkeer en het
ging best.
Velen sloegen hier het voorbijtrekken van
de wandelaars gade, die na een geurige
herinnering aan Delft te hebben opgesnoven
„de klei op trokken" en spoedig in één lange
sliert den geheelen Ouden Kleiweg ver
sperden.
Op de route
Wij gaan de route op.
Een snelle auto brengt den hoofdleider en
den jury-voorzitter met ons naar den kop
van den stoet. Van passeeren der wandelaars
is geen. sprake err dus suizen we in snelle
vaart over Rijswijk het Westland in om bij
de uitspanning De Halve Maa/i op de route
te komen.
Aha! Daar staat alles al klaar: jury, con
troleposten en een jeugdige wegwijzer met
'zijn gedecoreerde fiets.
In de verte schuifelt een kleurige rups
van enorme afmetingen over het asfalt
op ons toe. Een zeldzaam gezicht is
het. hier deze onmetelijke compacte rij
van wandelaars in hun veelkleurige
kleederdracht te zien naderen.
Een compacte massa in de vertel
want als de rups dichterbij komt.
blijkt ze ver-vooruitstekende voel
sprieten te hebben: dat zijn de voor
uit-strevende wandelaars, de jongelui
die persé aan den kop willen komen,
ook wel geroutineerde wandelaars, die
er verder geen overmatig snel tempo
op nahoudenmaar de eerste vijf
Kilometer wat sneller gaan om uit het
g" te komen.
Kwart over drie snellen de eersten ons
voorbij en het duurt niet lang of ook groe
pen passeeren: het hoofdpeloton nog aan
den kop, de blauwtjes van Rotterdam-Zuid,
de blauw-witten van K. en V
Even komt de looppas er in, wanneer de
spoorboomen omlaag gaan en enkele groe
pen nog snel dit obstakel voor willen zijn.
Het duurt echter niet lang. want de baan
is weer spoedig vrij en met een korte „in-
haal-ruimte" kan men nu verder marchee-
ren.
O f dit luchtledig op den weg ook wordt
benut: zie de groepen elkaar voorbij-malen.
Passeeren? Ja! En daar gaan ze! Geef ze
de ruimte!
Het verkeer naar De Lier gooit nog wel
eens roet in het eten, maar dat wordt op
den Schaapweg beter.
Een pracht-weg! is het oordeel van allen.
Ken plaveisel om te zoenen, links en
rechts vrij uitzicht, de zon in de blauwe
lucht en alléén 'n nogal straffe wind.
Links ziet men de glazen warenhuizen
van het Westland, recht vooruit al het
geboomte van de Voorde's.
We rijden de loopers maar weer vóór.
De jury-voorzitter kijkt speurend door
de achterruit: „Stommerds! Loopt me daar
een detachement dat keurig marcheert,
maar vier kerels hebben hun kwartiermut
sen niet op en de anderen wel. Kost ze
acht punten!"
Een groote groep individueelen is nog
in-tact gebleven en ze zingen het hoogste
lied. Een kloeke looper met een grijze
apostel-kop jubelt uit volle borst het
wereldberoemde lied:
Moet er nog sla-olie wezen?
Moet er nog sla-olie zijn?
Het detoneert niet eens bij zijn baard!
We komen weer vóór en rijden door het
lommer van de Van Vredenburghweg.
Wat is het hier een schitterende om
geving!
Te weinig bekend.
Daar loopen straks de Rotterdammer
marschers uit de wind en uit de zon, al
is de laatste vandaag niet hinderlijk.
Bij een zij-weggetje stuiten we op een
reuze-groote „theepot-met-kleppen" van het
Vol trots bekijkt het echtpaar v. d. Hooff uit Gorkum te midden van de kanariepietjes
de door Julianathans definitief gewonnen ,jExcélsior"-beker.
Theebureau. Even stoppen. Ze komen hoor!
Die waarschuwing brengt rumoer in de
kist, want dan moet er snel voor 240 per
sonen thee worden gezet.
De jury-voorzitter is ongeduldig, maar
hoe vriendelijk de thee-dames ook zijn:
thee moet drie minuten trekken.
Als de eerste groep aankomt is de
thee ook klaar, de klep gaat open en
dampende .bekers komen te voorschijn.
Men moet sterke beenen hebben om
dón nog te passeeren, zonder eerst een
heerlijk portie te hebben genoten. Spoe
dig loopt het storm en de vriendelijke
dames komen handen te kort.
Een minuut of wat blijven we kijken
maar dat kost ons een half uur, want er
blijkt geen sprake van te zijn, dat we nu
nog kunnen passeeren.
Tot Rijswijk toe zitten we in het wan
deltempo.
Vroolijke begroetingen
Het aardige Rijswijk blijkt als we aan
komen al op stelten te staan.
Honderden Hagenaars hebben Rijswijk
uitgekozen om de wandelaars te begroeten
en als we aankomen, blijkt ook juist een
karavaan van ,De Rotterdammer", luxe
autobussen vol enthousiaste supporters, te
zijn aangekomen.
Hier moeten de wandelaars den grooten
verkeersweg Den Haag-Rotterdam passee
ren en vooral de hoofdleider heeft met
spanning naar dit punt uitgezien.
Waarom? zeggen we achterafer is
één agent met één stopbord, maar als zijn
machtige en welwillende hand het wil
staat heel het raderwerk van het inter
nationale autoverkeer stil om de wande
laars te laten passeeren.
Wat is het in dit Rijswijk een vroolijke
boel: de wandelaars juichen de supporters
toe, die in autobussen zijn gekomen met
het opschrift „De Rotterdammer Marsch"
en de supporters, die er voor zijn gekomen#
juichen natuurlijk de wandelaars .toe en
zoeken naar hun bekenden.
Langs breede lanen gaat het op Voorburg
aan en hier blijkt wel een moeilijk punt te
zijn, waar voor de werkzaamheden aan den
Rijksweg naar Utrecht alles overhoop is
gehaald.
De wandelaars zijn echter op hun qui
vive en alles verloopt vlot.
Nog altijd blijven de groepen elkaar
dicht op de hielen zitten.
Ons jury-lid heeft zich achter een haag
verdekt opgesteld en in snel tempo vlie
gen de cijfers over 't papier: hooge cijfers,
als blijkt, dat men nog altijd pittig mar
cheert en een keurige orde bewaart, óók'
al klinkt het marschlied luid op, want dat
is juist de groote kunst: goed marcheeren
zonder militair te doen als men géén mili
tair is en zingend marcheeren in volstrekte
marschorde wanneer men wèl militair is,
In het W assen aar sche hout
Het is werkelijk een genot om te zien,
hoe goed getraind de meeste loopers aan
den marsch deelnemen.
Ziet ze daar weer pittig uit hctHaagsche
Bosch komen en Clingendael in trekken,
waar men den afsluitboom voor deze gele
genheid heeft geopend.
Nu komt er voor de deelnemers een den
mooiste gedeelten van den tocht, zij liet,
dat de mulle Wassenaarsche weg niet het
gemakkelijkste deel is.
Geen nood! Straks is men bij de halto
Renbaan, de plaats van de groote rust.
Een eigenaardig publiek wacht bij Duin-
digt de eerste wandelaars ophet is een
koppel eenden, die zich nieuwsgierig langs
den weg hebben geschaard en net doen of
ze er alles van begrijpen.
(Zie verder blz. 9)]
Een stemmingsbeeld in de bosschen van W assenaar. Een groepje wandelaars zwenkt de brug bij Clingendael op.