DE ZAAK-OSS VOOR HET
AMBTENARENGERECHT
'J! Tourisme
in België
Hotel Restaurant LESETANGS
MAANDAG 27 JUNI 1938 EERSTE BEAD PAG. 3
Mr Meyes houdt zijn pleidooi
Uitspraak od 16 Juli a s.
's-GRAVENHAGE, 25 .Tuni. Nadat de
besloten zitting had geduurd tot kwart over
twaalf, werd de openbare zitting heropend:
De zaak-Boelens
Mr James zet zijn pleidooi voort en be
handelt eerst de zaak van den kruidenier
Boelens, die gedurende een nacht in de
marechausseekazerne is vastgehouden.
Deze Boelens had een postwissel, bestemd
■voor een zijner ondergeschikten, ontvangen
en dit geld niet afgedragen op grond van
een beweerde tcgenvordering.
üp 26 Januari heeft Boelens het geld, dat
als ziekengeld door den Raad 'van Arbeid
was gezonden, geïnd en onder zich gehou
den. Toen hij weigerachtig bleef het Kc'cl uit
te betalen, heeft de vader van den onder
geschikte gedreigd de zaak m handen van
de Dolitie te zullen stellen. Dit is dan ook
geschied en herhaaldelijk heeft de mare
chaussee hem daarna verzocht in de kazer
ne te komen. De betreffende wachtmeester
heeft in deze zaak niets meer dan een ge
wone verduistering gezien €n in overleg mot
den officier is dan ook besloten, dat Boelens
zoo noodig zou worden gearresteerd en ver
hoord. Bij dat verhoor, dat toen is gevoigJ,
draaide B. telkens om de feiten heen en
toen hij niet wilde bekennen, heeft de mare
chaussee besloten den man nog vast te hou
den om hem gelegenheid te geven nog eens
over de zaak na te denken- En het resultaat
is geweest, dat B. den volgenden ochtend
het geld heeft betaald. Pleiter wenscht te
constateeren, dat het geenszins de bedoeling
is geweest, om op deze wijze betaling af te
dwingen, het was alleen te doen om een
bekentenis te verkrijgen in een zaak, ten
aanzien waarvan de marechaussee eenstraf-
hare handeling aanwezig achtte,
edioe-' verband hiermede merkte pleiter op,
ge-j 'dat deze zaak van den aanvang af door de
tó marechaussee geenszins als een civielrech
telijke was te onderkennen.
Pleiter kan dan ook niet toegeven, dat de
.wachtmeester Van den Berg in deze zaak
zóó ontactisch heeft gehandeld, als in de
.contra-memorie wordt voorgesteld.
Men moest echter ook voor jachtmeester
,Van den Berg een reden hebben om z:jn
pverplaatsinig te rechtvaardigen.
President: U bedoelt hier toch niet
clen Minister van Justitie?
Mr Jam.es: Neen, mijnheer de president,
inny
heel
ijntje
t ai De zaak-De Wolf
dié
werd Daarna komt pleiter aan de zaak-De Wolf.
-Öie beweert mishandeld te zijn in den nacht
aatsi gedurende welken hij in de kazerne is vast-
gehouden.
Ten aanzien van deze mishandeling meent
pleiter, dat hier geenszins kan worden ge
sproken van e^n gegronde verdenking, zoo
als de Minister heeft gedaan. Beweerd is,
«dat de man zijn verwondingen heeft laten
zien aan zijn vrouw en aan eenige familie
leden, en bovendien vier dagen later aan
een verslaggever Schaepman. Nu acht plei
ter het een groot verzuim, dat men dezen
verslaggever als den eenigen objectieven
getuige niet heeft gehoord.
President: Persgeheim. (Gelach7.
Mr James acht 't voorts van belang,
'dat bij het verhoor, dat thans hier ge
houden is. van de „gegronde" verden
king tégen de brigade-Oss, dat zij zich
aan mishandeling zou hebben schuldig
gemaakt, niets is overgebleven. Men
jjN heeft in de contra-memorie veel ge
werkt met de woorden: commentaar
<ag in overbodig.
vefhouding tot den Burgemeester
He< Pleiter komt daarna aan de verhouding
lootf; tusschen opperwachtmeester Curfs en den
'burgemeester- Curfs heeft ©ens tegen iemand
gezegd, dat deze niet verplicht was om te
voldoen aan een verzoek om ten bureele der
I gemeentepolitie te komen. Daarmede is
Dl Curfs zijn boekje niet te buiten gegaan, doch
bovendien heeft h:j den Burgemeester er
jtelefonisch van in kennis gesteld, dat de
betreffende persoon niet bij de gemeente-
politie durfde komen.
De Burgemeester heeft daarop tegen
lurfs een klacht ingediend bij den Officier,
iaar daan-oor was volgens pleiter geen en-
ikele aanleiding.
Pleiter constateert voorts, dat de verhou-
ling tusschen Curfs en den inspecteur zeer
:oed was, terwijl voorts de burgemeesters
;van do omliggende gemeenten zeer goed
'het den brigadecommandant Curfs konden
lam.enwerken en daarvan ook in brieven
lebben doen blijken,
Dit is wel geen bewijs, doch wel een sterke
aanwijzing, dat de minder goede samenwer
king tusschen Curfs en burgemeester Ploeg
makers met aan Curfs kan hebben gelegd.
Bovendien heeft Curfs herhaaldelijk ge
tracht, om de samenwerking met den bur
gemeester zoo goed mogelijk te doen zjn.
Pleiter merkt voorts op. dat de Burge
meester er over heeft beklaagd, dat de bri
gade Oss zich een serenade heeft laten bren
gen door een muziekkorps, en dat Curfs
daarom zou hebben verzocht. Dit is echter
niet het geval geweest, zooals blijkt uit een
bericht in de ..Reclamebode" van Oss.
Merkwaardig is echter, dat de Burge
meester, die er zoo gauw bij was, om 't
eerste bericht ter kennis te brengen van
de justitioneele autoriteiten, heeft nage
laten het latere, tegensprekende bericht
ook op te zenden.
Was De Gier uit zijn evenwicht geraakt?
Wat ten slotte De Gier betreft, ten aanzien
van dezen is beweerd, dat hij uit zijn even
wicht was geraakt en dat hij moest worden
overgeplaatst naar een standplaats, waar hij
een nuchteren commandant boven zich had
en een krachtig parket.
Pleiter wenscht op te merken, dat De
Gier steeds goed werk heeft verricht en
laatstelijk nog in de zaak-Zwanenberg zeer
goed werk heeft gepresteerd.
Ten aanzien van De Gier is door de hoog
ste gezagdragers een houding aangenomen,
waardoor De Gier zich diep gegriefd ge
voelt en den eersten April dan oók den
zwartsten dag van zijn leven noemt.
Het is voor De Gier buitengewoon pijn
lijk en onaangenaam om op deze wijze te
worden gedesavoueerd, te meer, waar van
verschillende zijden zijn gedrag is geprezen
terwijl ook een geestelijke heeft getuigd.dat
De Gier steeds niet anders dan zijn plicht
heeft gedaan en die hem naast een goed
ambtenaar, bovenal een goed mensch
noemde.
Concludeexende zegt, pleiter, dat, afge
zien nog van de vraag van dc bevoegd
heid van den Minister, thans wel vol
doende duidelijk is gebleken, dat alle
feiten niet hebben opgeleverd een optre
den der marechaussee, hetwelk den ge
nomen maatregel rechtvaardigt.
Pleiter eindigde zijn pleidooi als volgt:
Het gerecht zal het beroepen besluit nie
tig moeten verklaren als zijnde in strijd met
de wettelijke voorschriften, meer in het bij
zonder met art. 141 van het wetboek van
strafvordering-
Het gerecht zal in het ondenkbare geval,
dat het tot een andere beslissing komt, het
besluit moeten nietig verklaren op grond van
het kennelijk gebruik maken van een be
voegdheid anders dan tot de doeleinden,
waarvoor die bevoegdheid is gegeven.
Indien er al ooit sprake is geweest
van een abnormale, onwettige activi
teitsontplooiing der administratie, van
een onredelijk gebruik barer bevoegd
heid, dan is het wel in deze zaak, waar
in willens en wetens zonder behoorlijk
onderzoek naar feiten, welke grondslag
vormden voor die beslissing, een zoo vér
strekkende en onteerende maatregel is
genomen als is de ontneming van de
door de wet gedragen opsporingsbe
voegdheid aan een opsporingsambtenaar.
De brigade-Oss zoekt slechts recht;
tot dusver heeft zij moeten zwijgen en
zij zal dit blijven doen.
Dat het Ambtenarengerecht te 's-Gra-
venhage, rechtdoende in militaire amb
tenarenzaken, thans voor haar spreke.
Zaterdagmiddag heeft het Ambtena
rengerecht te Den Haag de behandeling
van de zaak-Oss voortgezet. De vertegen
woordiger van den Minister van Justitie
mr P. Meyes, heeft toen z,ijn pleidooi
gehouden.
Pleiter heeft met groote belangstelling
het pleidooi van mr James aangehoord,
dat op zoo overtuigende wijize werd voor
gedragen. Toch kan pleiter zidh met de
Zaterdagmorgen werd het laatste gedeelte van den nieuwen weg Den Haag
nsterdam officieel opengesteld. Tijdens het doorknippen van het lint door mevr.
tlinck, de echtgenoote van Dr W. C. G. Gelinck, President van het Int. We-
ncongress rnet ambtsketen de heer-Gouverneur,, burgemeester van Sassen-
IsA
strekking daarvan niet vereenigen, al
heeft hij waardeering voor de wijze,
waarop het -pleidooi is opgebouwd.
In de eerste plaats wenscht pleiter
zijn leedtvezen er over uit te spreken,
dat mr James zijn pleidooi heeft aan
gevangen mot waardeerende woorden
van iemand, die dezer dagen is veroor
deeld.
Dat de klagers zich gegriefd achten,
kan pleiter respecteeren, doch hij
wenscht op te merken, dat bij den Mi
nister niet de bedoeling heeft voorge
zeten om de klagers noodeloos pijnlijk
te treffen of hun leed te berokkenen.
Sirekking der getroffen maatregelen
Vervolgens gaat pleiter na de beteekenis
van de wettelijke maatregelen. In dit ver
band geeft pleiter toe, dat de bepaling van
art 141, tweede lid, Wetboek van Strafvor
dering. niet geheel duidelijk is, gezien ook
de strekking, welke prof. van Bemmelcn
daaraan gegeven heeft.
Naar pleiters meening geeft dit artikel
echter aan de opsporingsambtenaren geens
zins bet recht om maar te gaan opsporen
wat zij goeddunken en kan hier wel dege
lijk worden ingegrepen.
Natuurlijk is aan dat ingrijpen een grens,
maar waar deze ligt staat op zichzelf niet
vast- Men moet dan ook niet a priori aan
nemen, dat die grens daar zou zijn, waar
de tegempleiter haar wil zien gelegd.
Over dit artikel is nog geen beslissing van
den hoogsten rechter, doch pleiter meent,
dat ten deze wel eenige waarde kan worden
toegekend aan de interpretatie van den
minister.
Het advies van prof. v. Bemmelen heeft
pleiter heelemqal niet overtuigd van de
juistheid van het daarin opgenomen be
toog, dat de genomen maatregel onwettig
zou zijn.
Natuurlijk mag de Minister geen bevelen
geven, welke in strijd zijn met de wet, doch
pleiter kan niet inzien, dat er strijd met de
wet zou zijn, als de Minister maatregelen
neemt, ten einde een goede uitvoering van
de taak, welke aan de opsporingsambtena
ren is opgedragen, te verzekeren. En wan
neer die taak niet op de juiste wijze wordt
uitgevoerd, moet toch zeer zeker de be
voegdheid aanwezig zijn, om daarbij in te
grijpen.
Pleiter wijst er voorts op, dat er verschil
lende categorieën van opsporingsambtena
ren zijn en dat daarin licht een gevaar is
gelegen voor rivaliteit en vliegen-afvangerii,
In dit verband merkt pleiter nog op, dat in
plaatsen, waar een commissaris van politie
is. de rijkspolitie ook geen opsporingswerk
zaamheden mag verrichten.
Wat de aan den maatregel ten grondslag
liggende zaken betreft, kan pleiter vooreen
groot deel verwijzen naar de contra-memo-,
rie en naar het betoog van den procureur
generaal.
's Ministers motieven
Pleiter zet voorts uiteen, <lat de
van den Minister berust op tal van dossiers
van zaken der brigade, in wejke dossiers
zooveel fouten voorkwamen, dat een maat
regel niet achterwege kon blijven. Voorts is
de beslissing gegrond op uitgebrachte rap
porten.
Pleiter geeft vervolgens als zijn meening
te kennen, dat de beweringen ten aanzien
van verschillende zaken, sinds 1 April niet
ongerijmd zijn gebleken.
Uitdrukkelijk merkt pleiter op, dat da
Minister op 1 April niet heeft geweten, noch
redelijkerwijze had kunnen venvachten, dat
de officier later op verschillende punten van
zijn mededeelingen is teruggekomen.
Ruiterlijk moet pleiter erkennen, dat de
gewijzigde houding van mr van den Buig
voor hem een groote verrassing is geweest,
doch pleiter moet daaraan onmiddellijk toe
voegen, dat daardoor geen wijziging is Ge
bracht in het oordeel over het uit de dos
siers gebleken optreden der brigade.
Wat de verhouding van den procureur-
generaal en de marechaussee betreft, zegt
pleiter, de slechte verhouding tusschen de
officieren en den procureur-generaal te be
treuren en hij is van oordeel, dat tengevolge
van die verhouding waarschijnlijk bij de
wachtmeesters niet dat vertrouwen bestond
in den procureur-generaal* dat gewenscht en
noodzakelijk is. Het valt in hooge mate te
betreuren, dat de officieren niet voldoende
het gezag van den procureur-generaal heb
ben willen erkennenr
Pleiter wijst er voorts op, dat de brigade
zich niets heeft aangetrokken van de order
van 15 November, waarbij haar de opspo
ringsbevoegdheid in gemeentezaken werd
ontnomen. Men beroept er zich wel op, dat
deze order niet zou zijn doorgekomen, maar
zulks kan pleiter na de zeer positieve ver
klaring van mr van den Burg ten dezen niet
aannemen.
Uitdrukkelijk constateert pleiter, dat ook
na de hier gehouden getuigenverhooren is
komen vast te staan, dat de grieven waar
op de genomen maatregelen berusten, on
veranderd en vooral wat de hoofdzaken be
treft, kunnen worden gehandhaafd.
Er zijn hier groote taotische fouten be
gaan, welke volkomen een ingrijpen wettig
den.
Mr Meyes over de individueele zaken
Over de individueele zaken kan pleiter
heel kort zijn.
Bij de werkverschaffing was in het geheel
niet iets zoodanigs gebeurd, dat het optre
den hier van de marechaussee rechtvaar
digt, terwijl bovendien reeds het gemeente
bestuur een omvangrijk onderzoek had in
gesteld. Door haar inmenging in deze zaak
heeft de marechaussee groot wantrouwen in
het gemeentelijk beleid getoond en zooais
uit den geheelen gang van zaken is geble
ken, volkomen ten onrechte.
Wat de zaak van Van der Hoven betreft,
heeft pleiter bij lezing van de dossiers zich
met groote verwondering en verbazing afge
vraagd, hoe het, in Nederland mogelijk was
en oirbaar, dat iemand op zoo lichtvaardige
gronden is gearresteerd en ingesloten. üic
het dossier blijkt duidelijk een groot gemis
(aan onderkenning van het begrip strafbare
„Unitas"-congres
beëindigd
Een tocht langs de
Veluwezoom
Zaterdagmorgen heeft de Ned. Chr.
Textielarbeidenabonid „Unitas" zijn con
gres te Arnhem voortgezet met een ver
dere bespreking van de ingekomen voor
stellen.
feiten en een volkomen gebrek- aan inzicht
in tal van zaken. Bovendien is de betreffen
de wachtmeester zoo liciitgeloovig, dat hij
in zijn dossier spreekt van ..duistere mach
ten". die zijn onderzoek in deze zaak zouden
belemmeren, en bij het thans gehouden ver
hoor is nu gebleken, dat aan den notaris,
n heer Bijvoet, wordt verweten, dat hij
de stopzetting van het onderzoek zou heb
ben bewerkstelligd. j
De vasthouding van den kruidenier B. is Dankbare vergadering
volgens pleiter niet goed te praten en is
zeer zeker niet overeenkomstig de strek-
kina van de wet.
Dat gebleken is. dat. van dezen maaregd
een zoo veelvuldig gebruik wordt gemaakt,
is dan ook te betreuren
Wat de mishandeling van De Wolf be
treft, moet pleiter erkennen, dat door de uit-
drukkelijke verklaringen van majoor van. Daarbij heeft ,het hoofdbestuur toegezegd
Everdingen de aanwijzingen als zou d<; om een veraoek van <le afdeeling Over-
inarechaussee De Wolf hebben mishandeld. ,cx i n ie e 1 to zullen bevorderen om er nl. bij
veel zwakker zijn geworden. En dit vindt dc werw,Pveirs op aan te dringen de wenk-
pleiter verheugend voor de marechaussee. w0(?k £,c|ijk ,e makfM1 de kaienderweek.
Generaal Zeeman: Achtte de Minister Dif veraock \terd gedaan in verband met de
toen hij den bewusten maatregel nam, d- ujtkocriIl,ren uit <je Workloozenkas aan ge-
wachtmeesters verder ongeschikt voor Je deeUolijk Werkloozen die naar de werkweek
opsporingstaak? berekend moeten women. In Overdinkel en
Mr Meyes: Zooxer ging de meening vau e]ders komt het voor dat een werkweek
den Minister niet. midden in de week endigt hetgeen voor de
Generaal Zeeman: vlas voor de beken- betrokkenen zeer schadelijk kan zijn.
de conferentie bij den Minister van Justin.:
reeds overleg «epleeird met den Minister Hoo„er „jtkeerino nil de werkloozenka:
van Defensie over de overplaatsing? j
Mr Meyes antwoordt, bevestigend- j Daarna werden aan de orde gesteld voor-
Generaal Zeeman: Waarom is de order, 'stellen van de afdeel ingen Veen end
waarbij de opsporingsbevoegdheid in ge-en Apeldoorn betreffende een zoodanige
meentezaken is ingetrokken, niet tevenswijziging in het reglement der werkloozen-
doorgezonden aan de militaire chefs, dan kas dat een uitkeering van een hooger aan
was verwarring voorkomen. tal dagen, vooral na 2 ii 3 jaar lidmaatschap
kan worden uitgekeerd. Apeldoorn was van
meening dat de huidige toestand funest is
de propaganda.
Mr Meyes zegt niet te weten, waarom
dit niet is geschied.
De President bepaalt hierna de uit
spraak in alle zaken op 16 Juli a.s.
De klacht tegen de overplaatsing.
Vervolgens zijn aan de orde de klachten
van de wachtmeesters tegen den inspecteur
van het wapen der marechaussee, kolon-1
van Selm, tegen het besluit van .hun over
plaatsing.
Mr James acht deze overplaatsing even
min wettig, omdat zij gegrond is op het be
sluit tot intrekking van de opsporingsbe
voegdheid, tot het nemen van welk besluit
de Minister niet bevoegd was.
Pleiter constateert, dat de inspecteur eerst
op 31 Maart telefonisch van 't departement
van Justitie vernam, dat er wantoestanden
zouden bestaan bij de brigade Oss. Waar
echter dc stelling is geponeerd, dat er voor
1 April reeds geruimen tijd onhoudbare toe
standen zouden hebben bestaan, verwondert,
het ipleiter in hooge mate, dat de kennis
neming van die wetenschap aan de mili
taire chefs is onthouden: alle overleg heeft
.hier ontbroken en voor het eerst op de con
ferentie met den procureur-generaal verna
men de militaire chefs des avonds om 8 uur
het om half zes ontvangen telegram, waar
bij de opsporingsbevoegdheid werd ont
nomen.
Aan den inspecteur van het wapen werd
na deze beslissing van den Minister van
Justitie en de overeenstemming met diens
ambtgenoot van Defensie, geen keus meer
gelaten.
Hij stond voor de noodzakelijkheid aan
den wensch van beide Ministers te voldoen,
waarbij mede in aanmerking moet worden
genomen, dat de Minister van Justitie .he -ft
medegedeeld, dat de opsporingsbevoegdheid
niet zou worden teruggegeven, zoolang de
wachtmeesters in Oss zouden blijven.
Wat'de toestemming van den Ministervan
Defensie betreft, moet pleiter opmerken, dat
deze eerst op 6 April is gegeven, en dat
tijdens de conferentie van 2 April die toe
stemming nog niet volledig was gegeven.
Doch desniettegenstaande werd het aan
den inspecteur anders voorgesteld, óm zijn
medewerking voor de overplaatsing te ver
krijgen.
Uitdrukkelijk wenscht pleiter te consta
teeren, dat de Minister van Defensie niet.
zoo voetstoots zijn toestemming heeft gege
ven als thans wordt getracht voor te stellen,
want zelfs op 4 April werd nog gesproken
over een voorstel van den inspecteur om de
overplaatsing te beperken.
Eerst op 6 April heeft de inspecteur het
verzoek ontvangen om een voordracht voor
de overplaatsing op t.e maken, en uit ande
ren hoofde heeft hij vernomen, dat het be
sluit van den Minister in den middag van
6 April is genomen
Pleiter merkt op, dat de contra-memorie
in deze zaak een erkenning is van het feit,
dat in dezen overhaast en zonder voldoende
overleg met en toestemming van den Minis
ter van Defensie is gehandeld.
Kolonel van Selm refereert zich in
hoofdzaak aan zijn contra-memorie.
Hij deelt voorts mede, dat hij zich in be
wogen toestand naar den Minister van Jus
titie heeft begeven, omdat hij zich voor God
en zijn geweten er niet mede kon vereeni
gen, dat zijn menschen op een dergelijke
Wijze uit Oss zouden worden gehaald.
Spr- deelt voorts mede, dat op 5 April de
Minister van Defensie nog tegen hem ge
zegd heeft: geen overplaatsingen, alleen
voorbereidingen. Op 6 April echter is de op
dracht afgekomen om een voorstel tot over
plaatsing te doen, van den kop direct en de
overigen drie weken later.
Ook in deze zaak bepaalt de President
de uitspraak op 16 Juli.
Tegen half vijf werd hierop de zitting
sloten.
BINNENLAND
Het 40-jarig regeeringsjubileum
Het bestuur der Mij. „Rembrandt" heeft
-an den particulieren secretaris van H. M.
de Koningin, baron J. Sixmaman Heem-
stra, een schrijven ontvangen, dat H. M.
zeer gaarne een portefeuille met aquarellen,
toekemngen en grafisch werk van de leden-
schilders der maatschappij „Rembrandt" zal
aanvaarden, ter gelegenheid van Haar 40-ja-
rig rogeeringsjubileum. Het ligt in de bedoe
ling, dat deze portefeuille aan H. M. zaJ wor
den aangeboden bij het Koninklijk bezoek
aan de hoofdstad in September a.s.
Officieele Berichten
COMMISSARIS VAN POLITIE
Benoemd Is tot commissaris van politie te
van h e rk e thans commissaris
van politie te Culemborg.
RECHTERLIJKE MACHT
J. J. de PI
irlök ambten;
tot rechter-plaatsvervanger In de
ts-rechtbank te Amsterdam: mr
iud-Nederlandsch-Indlsch
wonende te Amsterdam.
VOOGDIJRAAD
Voogdijraad te
In verband hiermede werd ook behandeld
een voonstel van het hoofdbestuur betreffen-
wijzigingen in het betrokken reglement,
na voorafgaand overleg, bij den Minister
_.i Sociale Zaken zijn ingediend. In vel
band hiermede quae-adviseerde het hoofd
bestuur dat de gedachte van Veenendaal
moeilijk in de pr alt tijk zal zijn uit te voe-1
■u een slag in de lucht zijn en 1
onjuist om met voorstellen te komen, die
ooraf reeds met onvruchtbaarheid geslagen
zijn.
Een veel verder strekkende verbete
ring zou zijn over de geheele linie de
vermeerdering van het aantal uitkee-
ringsdagen te bewerkstelligen en daar
toe wil het bestuur gaarne stappen
doen zoodra de omstandigheden hier
voor gunstig zijn.
In dezen geest verdedigde de voorzitter, de
heer G. Ek k e 1 de gedachtengang van het
hoofdbestuur. Het betoekent geen tooekomst
muziek zonder meer, aoch muziek voor een
nabije toekomst.
De vergadering ging met dezen gedachten-
gang unaniem accoord.
autobussen de natuur in
Nadat de vergadering was geschorst,
maakte het geheele gezelsahap in een vijf
tal groote autobussen een tocht langs de Ve
luwezoom. Gereden werd over Velp en Rhe-
den naar de Postbank, door de Middadhter
Allee en enkele andere mooie punten in deze
omgeving. Men genoot, mede door het bui
tengewoon gunstige weer, volop van de
prachtige vergezichten die de Veluwe in deze
omgeving biedt en van de majestieuse bos-
schen die het wondere schoon van de land
streek volmaken.
Tegen den middag landde men aan in het
Burgers Dierenpark, waar de prachtverza
meling beesten, w.o. meer dan veertig leeu
wen, werd bewonderd.
De slotzitting
Om twee uur werd de slotzitting weer in
het gebouw Musis Sacrum gehouden. Men
had volop van alles genoten en was dank
baar bijeen.
Nadat allereerst de rondvraag was afge
daan, verkreeg de heer J. Wag el aar te
Enschede het woord om namens de afdee-
lingen het hoofdbestuur dank te zeggen
voor alle bemoeienissen die het voor de af-
deelingen doet. Dit werk verdient groote
waardeering.
De tweede voorzitter, de heer J. Vunde-
ink bracht den voorzitter dank voor de
leiding die als altijd weer voortreffelijk was
de voorzitter zelf dankte allen die dit
congres hadden bezocht.
Daarna ging men versterkt tot den socia
len arbeid in de afdeelingen weer naar huis.
De heffing van opcenten
Tot 1 Mei 1939 verlengd
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van do wet tot heffing van opcenten
op enkele belastingen ter versterking van
de middelen tot dekking van de uitgaven
des rijks. Naast de 20 heffing op de di
vidend- en tantièmebelasting wordt thans
een heffing van 73 opcenten toegepast
Deze heffing loopt over de boekjaren,
welke eindigen tusschen 1 Mei 1938
Mei 1939. Voorgesteld wordt ook de onder-
werpelijke heffing van 20 opcenten thans
slechts tot 1 Mei 1939 te verlengen. Do
heffing van alle rijksopcenten op de divi
dend- en tantièmebelasting loopt dan
lijk af. Rij de overweging te zijner tijd
hoeverre opcenterheffing moet worden ge
continueerd, zullen dan alle opcenten tege
lijk worden bezien. Ook kunnen dan even
tueel ter vereenvoudiging de voorschriften
worden gecombineerd.
Een zoon van de familie Maduro. die stu-
dent te Leiden is. heeft Zaterdagnacht ge
tracht ..de looden verrader" machtig te
worden. Dit beeld, dat zich thans aan
boord van Hr Ms Gelderland bevindt,
was het schegbeeld van het fregat ..Van
Alphen" dat in 't einde der 18e eeuw in
T1resf Indiê in de lucht vloog. Daarna
kwam het in 't bezit van de algemeen ge
ziene koopmansfamilie Maduro en sinds
dien ontstond een sportieve strijd tusschen
deze familie en de marine om het bezit van
het beeld. Dank zij de waakzaamheid va.fi
een schildwacht is de vreedzame overval
•an Zaterdagnacht mislukt. Het beeld be
vindt zich nog steeds in de kamer van den
commandant, waar bovenstaande foto
werd genomen.
Het P.T.T.-personeel
en de wereldvrede
Het bestuur van de internationale ver
ecniging vun post-, telegraaf- en telefoon
personeel (I.P.T.T.) nam op de te Den
Haag gehouden bijeenkomst o.a. een reso
lutie aan, waarin de voortdurende krijgs
verrichtingen in China en Spanje, alsmede
de onafgebroken toerusting daartoe in an
dere landen wordt betreurd en doet een
beroep op alle vredelievende landen in cie
wereld zoodanige maatregelen te nemen
om op eervolle wijze een einde te maken
aan de vijandelijkheden en een duurzamen
wereldvrede te bevorderen, waarnaar do
volken van alle staten zoo reikhalzend uit
zien.
LIJK AANGESPOELD
Op 21 dezer was de 13-jarige M. C. V., uit
de I.Tmuidenstraat te Den Haag 's ochtends
om 8 uur gaan zwemmen in de Sohevening-
sc-he Binnenhaven. De jongen is toen ver
dronken. Zijn lijk spoelde gisterochtend in
dc Buitenhaven aan. Het werd ontdekt om
kwart over zes door den schipper van de
reddingboot, N. J. B., uit de Korbootstraat
en is naar het ziekenhuis aan den ZuidiwaJ
overgebracht.
AANBEVOLEN HOTELS
(bij aanvrage voor inL s.v.p. datum advert,
en courant vermelden.)
MIDDELKERKE
HOTEL „MELROSE*'
AV. LEOPOLD 35
EERSTE RANG Meest aanbevolen
Pensionprijs: frs. 40 k frs. 50 per dag
en per persoon.
ALLE MODERN COMFORT
RESTAURANT VAN DEN ten RANG
BIERGES b/Wavre, tel. 378 Wavre
BRUSSEL
Het aangenaam en gezellig Thee-uurtje
vindt men in de
Patisserie DU FINISTERE
Restaurant-Lunchroom
105 BOUL. AD. MAX en in hare
6 filialen te BRUSSEL.
BEWAART DEZE ADVERTENTIE
Eén adrea is voldoende om de lijst te ontvangen omtrent prijzen en verdere
inlichtingen betreffende:
Hotels en Pensions van LA PANNE en de WESTKUST van BELGIE.
Aanvraag te richten aan HOTELIERSBOND 60 ZEEDIJK LA PANNE
KONINKLIJKE RESIDENTIE
KONINGIN DER BADPLAATSEN
Bloemencorso Sierlijkheidswedstrijden Rijfeesten Tennis-
tournooi Golf. Zeilregatten. 2 JULI: Offic. Opening
Wellington Hippodroom. Paardenrennen.
3 JULI: Zeewijding Ommeganck.
CASINO KURSAAL -
wereldberoemd feestpaleis
speelzalen clab IDEAAL KUUROORD
V-^ Modern ingericht BADPALEIS
Zwembassin. Centrum voor diagnostiek.
Koolzuurbaden en Slijkbaden. Hammams.
Trinkhall in het Leopoldpark. Bezoekt het Fort
Napoleon Museum. KOSTELOOZE BROCHURE: Olficieel
Inlichtingenbureau: VLAANDERENSTRAAT 66a, OOSTENDE