DE ZAAK-OSS VOOR HET AMBTENARENGERECHT 'J! Tourisme in België Hotel Restaurant LESETANGS MAANDAG 27 JUNI 1938 EERSTE BEAD PAG. 3 Mr Meyes houdt zijn pleidooi Uitspraak od 16 Juli a s. 's-GRAVENHAGE, 25 .Tuni. Nadat de besloten zitting had geduurd tot kwart over twaalf, werd de openbare zitting heropend: De zaak-Boelens Mr James zet zijn pleidooi voort en be handelt eerst de zaak van den kruidenier Boelens, die gedurende een nacht in de marechausseekazerne is vastgehouden. Deze Boelens had een postwissel, bestemd ■voor een zijner ondergeschikten, ontvangen en dit geld niet afgedragen op grond van een beweerde tcgenvordering. üp 26 Januari heeft Boelens het geld, dat als ziekengeld door den Raad 'van Arbeid was gezonden, geïnd en onder zich gehou den. Toen hij weigerachtig bleef het Kc'cl uit te betalen, heeft de vader van den onder geschikte gedreigd de zaak m handen van de Dolitie te zullen stellen. Dit is dan ook geschied en herhaaldelijk heeft de mare chaussee hem daarna verzocht in de kazer ne te komen. De betreffende wachtmeester heeft in deze zaak niets meer dan een ge wone verduistering gezien €n in overleg mot den officier is dan ook besloten, dat Boelens zoo noodig zou worden gearresteerd en ver hoord. Bij dat verhoor, dat toen is gevoigJ, draaide B. telkens om de feiten heen en toen hij niet wilde bekennen, heeft de mare chaussee besloten den man nog vast te hou den om hem gelegenheid te geven nog eens over de zaak na te denken- En het resultaat is geweest, dat B. den volgenden ochtend het geld heeft betaald. Pleiter wenscht te constateeren, dat het geenszins de bedoeling is geweest, om op deze wijze betaling af te dwingen, het was alleen te doen om een bekentenis te verkrijgen in een zaak, ten aanzien waarvan de marechaussee eenstraf- hare handeling aanwezig achtte, edioe-' verband hiermede merkte pleiter op, ge-j 'dat deze zaak van den aanvang af door de tó marechaussee geenszins als een civielrech telijke was te onderkennen. Pleiter kan dan ook niet toegeven, dat de .wachtmeester Van den Berg in deze zaak zóó ontactisch heeft gehandeld, als in de .contra-memorie wordt voorgesteld. Men moest echter ook voor jachtmeester ,Van den Berg een reden hebben om z:jn pverplaatsinig te rechtvaardigen. President: U bedoelt hier toch niet clen Minister van Justitie? Mr Jam.es: Neen, mijnheer de president, inny heel ijntje t ai De zaak-De Wolf dié werd Daarna komt pleiter aan de zaak-De Wolf. -Öie beweert mishandeld te zijn in den nacht aatsi gedurende welken hij in de kazerne is vast- gehouden. Ten aanzien van deze mishandeling meent pleiter, dat hier geenszins kan worden ge sproken van e^n gegronde verdenking, zoo als de Minister heeft gedaan. Beweerd is, «dat de man zijn verwondingen heeft laten zien aan zijn vrouw en aan eenige familie leden, en bovendien vier dagen later aan een verslaggever Schaepman. Nu acht plei ter het een groot verzuim, dat men dezen verslaggever als den eenigen objectieven getuige niet heeft gehoord. President: Persgeheim. (Gelach7. Mr James acht 't voorts van belang, 'dat bij het verhoor, dat thans hier ge houden is. van de „gegronde" verden king tégen de brigade-Oss, dat zij zich aan mishandeling zou hebben schuldig gemaakt, niets is overgebleven. Men jjN heeft in de contra-memorie veel ge werkt met de woorden: commentaar <ag in overbodig. vefhouding tot den Burgemeester He< Pleiter komt daarna aan de verhouding lootf; tusschen opperwachtmeester Curfs en den 'burgemeester- Curfs heeft ©ens tegen iemand gezegd, dat deze niet verplicht was om te voldoen aan een verzoek om ten bureele der I gemeentepolitie te komen. Daarmede is Dl Curfs zijn boekje niet te buiten gegaan, doch bovendien heeft h:j den Burgemeester er jtelefonisch van in kennis gesteld, dat de betreffende persoon niet bij de gemeente- politie durfde komen. De Burgemeester heeft daarop tegen lurfs een klacht ingediend bij den Officier, iaar daan-oor was volgens pleiter geen en- ikele aanleiding. Pleiter constateert voorts, dat de verhou- ling tusschen Curfs en den inspecteur zeer :oed was, terwijl voorts de burgemeesters ;van do omliggende gemeenten zeer goed 'het den brigadecommandant Curfs konden lam.enwerken en daarvan ook in brieven lebben doen blijken, Dit is wel geen bewijs, doch wel een sterke aanwijzing, dat de minder goede samenwer king tusschen Curfs en burgemeester Ploeg makers met aan Curfs kan hebben gelegd. Bovendien heeft Curfs herhaaldelijk ge tracht, om de samenwerking met den bur gemeester zoo goed mogelijk te doen zjn. Pleiter merkt voorts op. dat de Burge meester er over heeft beklaagd, dat de bri gade Oss zich een serenade heeft laten bren gen door een muziekkorps, en dat Curfs daarom zou hebben verzocht. Dit is echter niet het geval geweest, zooals blijkt uit een bericht in de ..Reclamebode" van Oss. Merkwaardig is echter, dat de Burge meester, die er zoo gauw bij was, om 't eerste bericht ter kennis te brengen van de justitioneele autoriteiten, heeft nage laten het latere, tegensprekende bericht ook op te zenden. Was De Gier uit zijn evenwicht geraakt? Wat ten slotte De Gier betreft, ten aanzien van dezen is beweerd, dat hij uit zijn even wicht was geraakt en dat hij moest worden overgeplaatst naar een standplaats, waar hij een nuchteren commandant boven zich had en een krachtig parket. Pleiter wenscht op te merken, dat De Gier steeds goed werk heeft verricht en laatstelijk nog in de zaak-Zwanenberg zeer goed werk heeft gepresteerd. Ten aanzien van De Gier is door de hoog ste gezagdragers een houding aangenomen, waardoor De Gier zich diep gegriefd ge voelt en den eersten April dan oók den zwartsten dag van zijn leven noemt. Het is voor De Gier buitengewoon pijn lijk en onaangenaam om op deze wijze te worden gedesavoueerd, te meer, waar van verschillende zijden zijn gedrag is geprezen terwijl ook een geestelijke heeft getuigd.dat De Gier steeds niet anders dan zijn plicht heeft gedaan en die hem naast een goed ambtenaar, bovenal een goed mensch noemde. Concludeexende zegt, pleiter, dat, afge zien nog van de vraag van dc bevoegd heid van den Minister, thans wel vol doende duidelijk is gebleken, dat alle feiten niet hebben opgeleverd een optre den der marechaussee, hetwelk den ge nomen maatregel rechtvaardigt. Pleiter eindigde zijn pleidooi als volgt: Het gerecht zal het beroepen besluit nie tig moeten verklaren als zijnde in strijd met de wettelijke voorschriften, meer in het bij zonder met art. 141 van het wetboek van strafvordering- Het gerecht zal in het ondenkbare geval, dat het tot een andere beslissing komt, het besluit moeten nietig verklaren op grond van het kennelijk gebruik maken van een be voegdheid anders dan tot de doeleinden, waarvoor die bevoegdheid is gegeven. Indien er al ooit sprake is geweest van een abnormale, onwettige activi teitsontplooiing der administratie, van een onredelijk gebruik barer bevoegd heid, dan is het wel in deze zaak, waar in willens en wetens zonder behoorlijk onderzoek naar feiten, welke grondslag vormden voor die beslissing, een zoo vér strekkende en onteerende maatregel is genomen als is de ontneming van de door de wet gedragen opsporingsbe voegdheid aan een opsporingsambtenaar. De brigade-Oss zoekt slechts recht; tot dusver heeft zij moeten zwijgen en zij zal dit blijven doen. Dat het Ambtenarengerecht te 's-Gra- venhage, rechtdoende in militaire amb tenarenzaken, thans voor haar spreke. Zaterdagmiddag heeft het Ambtena rengerecht te Den Haag de behandeling van de zaak-Oss voortgezet. De vertegen woordiger van den Minister van Justitie mr P. Meyes, heeft toen z,ijn pleidooi gehouden. Pleiter heeft met groote belangstelling het pleidooi van mr James aangehoord, dat op zoo overtuigende wijize werd voor gedragen. Toch kan pleiter zidh met de Zaterdagmorgen werd het laatste gedeelte van den nieuwen weg Den Haag nsterdam officieel opengesteld. Tijdens het doorknippen van het lint door mevr. tlinck, de echtgenoote van Dr W. C. G. Gelinck, President van het Int. We- ncongress rnet ambtsketen de heer-Gouverneur,, burgemeester van Sassen- IsA strekking daarvan niet vereenigen, al heeft hij waardeering voor de wijze, waarop het -pleidooi is opgebouwd. In de eerste plaats wenscht pleiter zijn leedtvezen er over uit te spreken, dat mr James zijn pleidooi heeft aan gevangen mot waardeerende woorden van iemand, die dezer dagen is veroor deeld. Dat de klagers zich gegriefd achten, kan pleiter respecteeren, doch hij wenscht op te merken, dat bij den Mi nister niet de bedoeling heeft voorge zeten om de klagers noodeloos pijnlijk te treffen of hun leed te berokkenen. Sirekking der getroffen maatregelen Vervolgens gaat pleiter na de beteekenis van de wettelijke maatregelen. In dit ver band geeft pleiter toe, dat de bepaling van art 141, tweede lid, Wetboek van Strafvor dering. niet geheel duidelijk is, gezien ook de strekking, welke prof. van Bemmelcn daaraan gegeven heeft. Naar pleiters meening geeft dit artikel echter aan de opsporingsambtenaren geens zins bet recht om maar te gaan opsporen wat zij goeddunken en kan hier wel dege lijk worden ingegrepen. Natuurlijk is aan dat ingrijpen een grens, maar waar deze ligt staat op zichzelf niet vast- Men moet dan ook niet a priori aan nemen, dat die grens daar zou zijn, waar de tegempleiter haar wil zien gelegd. Over dit artikel is nog geen beslissing van den hoogsten rechter, doch pleiter meent, dat ten deze wel eenige waarde kan worden toegekend aan de interpretatie van den minister. Het advies van prof. v. Bemmelen heeft pleiter heelemqal niet overtuigd van de juistheid van het daarin opgenomen be toog, dat de genomen maatregel onwettig zou zijn. Natuurlijk mag de Minister geen bevelen geven, welke in strijd zijn met de wet, doch pleiter kan niet inzien, dat er strijd met de wet zou zijn, als de Minister maatregelen neemt, ten einde een goede uitvoering van de taak, welke aan de opsporingsambtena ren is opgedragen, te verzekeren. En wan neer die taak niet op de juiste wijze wordt uitgevoerd, moet toch zeer zeker de be voegdheid aanwezig zijn, om daarbij in te grijpen. Pleiter wijst er voorts op, dat er verschil lende categorieën van opsporingsambtena ren zijn en dat daarin licht een gevaar is gelegen voor rivaliteit en vliegen-afvangerii, In dit verband merkt pleiter nog op, dat in plaatsen, waar een commissaris van politie is. de rijkspolitie ook geen opsporingswerk zaamheden mag verrichten. Wat de aan den maatregel ten grondslag liggende zaken betreft, kan pleiter vooreen groot deel verwijzen naar de contra-memo-, rie en naar het betoog van den procureur generaal. 's Ministers motieven Pleiter zet voorts uiteen, <lat de van den Minister berust op tal van dossiers van zaken der brigade, in wejke dossiers zooveel fouten voorkwamen, dat een maat regel niet achterwege kon blijven. Voorts is de beslissing gegrond op uitgebrachte rap porten. Pleiter geeft vervolgens als zijn meening te kennen, dat de beweringen ten aanzien van verschillende zaken, sinds 1 April niet ongerijmd zijn gebleken. Uitdrukkelijk merkt pleiter op, dat da Minister op 1 April niet heeft geweten, noch redelijkerwijze had kunnen venvachten, dat de officier later op verschillende punten van zijn mededeelingen is teruggekomen. Ruiterlijk moet pleiter erkennen, dat de gewijzigde houding van mr van den Buig voor hem een groote verrassing is geweest, doch pleiter moet daaraan onmiddellijk toe voegen, dat daardoor geen wijziging is Ge bracht in het oordeel over het uit de dos siers gebleken optreden der brigade. Wat de verhouding van den procureur- generaal en de marechaussee betreft, zegt pleiter, de slechte verhouding tusschen de officieren en den procureur-generaal te be treuren en hij is van oordeel, dat tengevolge van die verhouding waarschijnlijk bij de wachtmeesters niet dat vertrouwen bestond in den procureur-generaal* dat gewenscht en noodzakelijk is. Het valt in hooge mate te betreuren, dat de officieren niet voldoende het gezag van den procureur-generaal heb ben willen erkennenr Pleiter wijst er voorts op, dat de brigade zich niets heeft aangetrokken van de order van 15 November, waarbij haar de opspo ringsbevoegdheid in gemeentezaken werd ontnomen. Men beroept er zich wel op, dat deze order niet zou zijn doorgekomen, maar zulks kan pleiter na de zeer positieve ver klaring van mr van den Burg ten dezen niet aannemen. Uitdrukkelijk constateert pleiter, dat ook na de hier gehouden getuigenverhooren is komen vast te staan, dat de grieven waar op de genomen maatregelen berusten, on veranderd en vooral wat de hoofdzaken be treft, kunnen worden gehandhaafd. Er zijn hier groote taotische fouten be gaan, welke volkomen een ingrijpen wettig den. Mr Meyes over de individueele zaken Over de individueele zaken kan pleiter heel kort zijn. Bij de werkverschaffing was in het geheel niet iets zoodanigs gebeurd, dat het optre den hier van de marechaussee rechtvaar digt, terwijl bovendien reeds het gemeente bestuur een omvangrijk onderzoek had in gesteld. Door haar inmenging in deze zaak heeft de marechaussee groot wantrouwen in het gemeentelijk beleid getoond en zooais uit den geheelen gang van zaken is geble ken, volkomen ten onrechte. Wat de zaak van Van der Hoven betreft, heeft pleiter bij lezing van de dossiers zich met groote verwondering en verbazing afge vraagd, hoe het, in Nederland mogelijk was en oirbaar, dat iemand op zoo lichtvaardige gronden is gearresteerd en ingesloten. üic het dossier blijkt duidelijk een groot gemis (aan onderkenning van het begrip strafbare „Unitas"-congres beëindigd Een tocht langs de Veluwezoom Zaterdagmorgen heeft de Ned. Chr. Textielarbeidenabonid „Unitas" zijn con gres te Arnhem voortgezet met een ver dere bespreking van de ingekomen voor stellen. feiten en een volkomen gebrek- aan inzicht in tal van zaken. Bovendien is de betreffen de wachtmeester zoo liciitgeloovig, dat hij in zijn dossier spreekt van ..duistere mach ten". die zijn onderzoek in deze zaak zouden belemmeren, en bij het thans gehouden ver hoor is nu gebleken, dat aan den notaris, n heer Bijvoet, wordt verweten, dat hij de stopzetting van het onderzoek zou heb ben bewerkstelligd. j De vasthouding van den kruidenier B. is Dankbare vergadering volgens pleiter niet goed te praten en is zeer zeker niet overeenkomstig de strek- kina van de wet. Dat gebleken is. dat. van dezen maaregd een zoo veelvuldig gebruik wordt gemaakt, is dan ook te betreuren Wat de mishandeling van De Wolf be treft, moet pleiter erkennen, dat door de uit- drukkelijke verklaringen van majoor van. Daarbij heeft ,het hoofdbestuur toegezegd Everdingen de aanwijzingen als zou d<; om een veraoek van <le afdeeling Over- inarechaussee De Wolf hebben mishandeld. ,cx i n ie e 1 to zullen bevorderen om er nl. bij veel zwakker zijn geworden. En dit vindt dc werw,Pveirs op aan te dringen de wenk- pleiter verheugend voor de marechaussee. w0(?k £,c|ijk ,e makfM1 de kaienderweek. Generaal Zeeman: Achtte de Minister Dif veraock \terd gedaan in verband met de toen hij den bewusten maatregel nam, d- ujtkocriIl,ren uit <je Workloozenkas aan ge- wachtmeesters verder ongeschikt voor Je deeUolijk Werkloozen die naar de werkweek opsporingstaak? berekend moeten women. In Overdinkel en Mr Meyes: Zooxer ging de meening vau e]ders komt het voor dat een werkweek den Minister niet. midden in de week endigt hetgeen voor de Generaal Zeeman: vlas voor de beken- betrokkenen zeer schadelijk kan zijn. de conferentie bij den Minister van Justin.: reeds overleg «epleeird met den Minister Hoo„er „jtkeerino nil de werkloozenka: van Defensie over de overplaatsing? j Mr Meyes antwoordt, bevestigend- j Daarna werden aan de orde gesteld voor- Generaal Zeeman: Waarom is de order, 'stellen van de afdeel ingen Veen end waarbij de opsporingsbevoegdheid in ge-en Apeldoorn betreffende een zoodanige meentezaken is ingetrokken, niet tevenswijziging in het reglement der werkloozen- doorgezonden aan de militaire chefs, dan kas dat een uitkeering van een hooger aan was verwarring voorkomen. tal dagen, vooral na 2 ii 3 jaar lidmaatschap kan worden uitgekeerd. Apeldoorn was van meening dat de huidige toestand funest is de propaganda. Mr Meyes zegt niet te weten, waarom dit niet is geschied. De President bepaalt hierna de uit spraak in alle zaken op 16 Juli a.s. De klacht tegen de overplaatsing. Vervolgens zijn aan de orde de klachten van de wachtmeesters tegen den inspecteur van het wapen der marechaussee, kolon-1 van Selm, tegen het besluit van .hun over plaatsing. Mr James acht deze overplaatsing even min wettig, omdat zij gegrond is op het be sluit tot intrekking van de opsporingsbe voegdheid, tot het nemen van welk besluit de Minister niet bevoegd was. Pleiter constateert, dat de inspecteur eerst op 31 Maart telefonisch van 't departement van Justitie vernam, dat er wantoestanden zouden bestaan bij de brigade Oss. Waar echter dc stelling is geponeerd, dat er voor 1 April reeds geruimen tijd onhoudbare toe standen zouden hebben bestaan, verwondert, het ipleiter in hooge mate, dat de kennis neming van die wetenschap aan de mili taire chefs is onthouden: alle overleg heeft .hier ontbroken en voor het eerst op de con ferentie met den procureur-generaal verna men de militaire chefs des avonds om 8 uur het om half zes ontvangen telegram, waar bij de opsporingsbevoegdheid werd ont nomen. Aan den inspecteur van het wapen werd na deze beslissing van den Minister van Justitie en de overeenstemming met diens ambtgenoot van Defensie, geen keus meer gelaten. Hij stond voor de noodzakelijkheid aan den wensch van beide Ministers te voldoen, waarbij mede in aanmerking moet worden genomen, dat de Minister van Justitie .he -ft medegedeeld, dat de opsporingsbevoegdheid niet zou worden teruggegeven, zoolang de wachtmeesters in Oss zouden blijven. Wat'de toestemming van den Ministervan Defensie betreft, moet pleiter opmerken, dat deze eerst op 6 April is gegeven, en dat tijdens de conferentie van 2 April die toe stemming nog niet volledig was gegeven. Doch desniettegenstaande werd het aan den inspecteur anders voorgesteld, óm zijn medewerking voor de overplaatsing te ver krijgen. Uitdrukkelijk wenscht pleiter te consta teeren, dat de Minister van Defensie niet. zoo voetstoots zijn toestemming heeft gege ven als thans wordt getracht voor te stellen, want zelfs op 4 April werd nog gesproken over een voorstel van den inspecteur om de overplaatsing te beperken. Eerst op 6 April heeft de inspecteur het verzoek ontvangen om een voordracht voor de overplaatsing op t.e maken, en uit ande ren hoofde heeft hij vernomen, dat het be sluit van den Minister in den middag van 6 April is genomen Pleiter merkt op, dat de contra-memorie in deze zaak een erkenning is van het feit, dat in dezen overhaast en zonder voldoende overleg met en toestemming van den Minis ter van Defensie is gehandeld. Kolonel van Selm refereert zich in hoofdzaak aan zijn contra-memorie. Hij deelt voorts mede, dat hij zich in be wogen toestand naar den Minister van Jus titie heeft begeven, omdat hij zich voor God en zijn geweten er niet mede kon vereeni gen, dat zijn menschen op een dergelijke Wijze uit Oss zouden worden gehaald. Spr- deelt voorts mede, dat op 5 April de Minister van Defensie nog tegen hem ge zegd heeft: geen overplaatsingen, alleen voorbereidingen. Op 6 April echter is de op dracht afgekomen om een voorstel tot over plaatsing te doen, van den kop direct en de overigen drie weken later. Ook in deze zaak bepaalt de President de uitspraak op 16 Juli. Tegen half vijf werd hierop de zitting sloten. BINNENLAND Het 40-jarig regeeringsjubileum Het bestuur der Mij. „Rembrandt" heeft -an den particulieren secretaris van H. M. de Koningin, baron J. Sixmaman Heem- stra, een schrijven ontvangen, dat H. M. zeer gaarne een portefeuille met aquarellen, toekemngen en grafisch werk van de leden- schilders der maatschappij „Rembrandt" zal aanvaarden, ter gelegenheid van Haar 40-ja- rig rogeeringsjubileum. Het ligt in de bedoe ling, dat deze portefeuille aan H. M. zaJ wor den aangeboden bij het Koninklijk bezoek aan de hoofdstad in September a.s. Officieele Berichten COMMISSARIS VAN POLITIE Benoemd Is tot commissaris van politie te van h e rk e thans commissaris van politie te Culemborg. RECHTERLIJKE MACHT J. J. de PI irlök ambten; tot rechter-plaatsvervanger In de ts-rechtbank te Amsterdam: mr iud-Nederlandsch-Indlsch wonende te Amsterdam. VOOGDIJRAAD Voogdijraad te In verband hiermede werd ook behandeld een voonstel van het hoofdbestuur betreffen- wijzigingen in het betrokken reglement, na voorafgaand overleg, bij den Minister _.i Sociale Zaken zijn ingediend. In vel band hiermede quae-adviseerde het hoofd bestuur dat de gedachte van Veenendaal moeilijk in de pr alt tijk zal zijn uit te voe-1 ■u een slag in de lucht zijn en 1 onjuist om met voorstellen te komen, die ooraf reeds met onvruchtbaarheid geslagen zijn. Een veel verder strekkende verbete ring zou zijn over de geheele linie de vermeerdering van het aantal uitkee- ringsdagen te bewerkstelligen en daar toe wil het bestuur gaarne stappen doen zoodra de omstandigheden hier voor gunstig zijn. In dezen geest verdedigde de voorzitter, de heer G. Ek k e 1 de gedachtengang van het hoofdbestuur. Het betoekent geen tooekomst muziek zonder meer, aoch muziek voor een nabije toekomst. De vergadering ging met dezen gedachten- gang unaniem accoord. autobussen de natuur in Nadat de vergadering was geschorst, maakte het geheele gezelsahap in een vijf tal groote autobussen een tocht langs de Ve luwezoom. Gereden werd over Velp en Rhe- den naar de Postbank, door de Middadhter Allee en enkele andere mooie punten in deze omgeving. Men genoot, mede door het bui tengewoon gunstige weer, volop van de prachtige vergezichten die de Veluwe in deze omgeving biedt en van de majestieuse bos- schen die het wondere schoon van de land streek volmaken. Tegen den middag landde men aan in het Burgers Dierenpark, waar de prachtverza meling beesten, w.o. meer dan veertig leeu wen, werd bewonderd. De slotzitting Om twee uur werd de slotzitting weer in het gebouw Musis Sacrum gehouden. Men had volop van alles genoten en was dank baar bijeen. Nadat allereerst de rondvraag was afge daan, verkreeg de heer J. Wag el aar te Enschede het woord om namens de afdee- lingen het hoofdbestuur dank te zeggen voor alle bemoeienissen die het voor de af- deelingen doet. Dit werk verdient groote waardeering. De tweede voorzitter, de heer J. Vunde- ink bracht den voorzitter dank voor de leiding die als altijd weer voortreffelijk was de voorzitter zelf dankte allen die dit congres hadden bezocht. Daarna ging men versterkt tot den socia len arbeid in de afdeelingen weer naar huis. De heffing van opcenten Tot 1 Mei 1939 verlengd Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van do wet tot heffing van opcenten op enkele belastingen ter versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des rijks. Naast de 20 heffing op de di vidend- en tantièmebelasting wordt thans een heffing van 73 opcenten toegepast Deze heffing loopt over de boekjaren, welke eindigen tusschen 1 Mei 1938 Mei 1939. Voorgesteld wordt ook de onder- werpelijke heffing van 20 opcenten thans slechts tot 1 Mei 1939 te verlengen. Do heffing van alle rijksopcenten op de divi dend- en tantièmebelasting loopt dan lijk af. Rij de overweging te zijner tijd hoeverre opcenterheffing moet worden ge continueerd, zullen dan alle opcenten tege lijk worden bezien. Ook kunnen dan even tueel ter vereenvoudiging de voorschriften worden gecombineerd. Een zoon van de familie Maduro. die stu- dent te Leiden is. heeft Zaterdagnacht ge tracht ..de looden verrader" machtig te worden. Dit beeld, dat zich thans aan boord van Hr Ms Gelderland bevindt, was het schegbeeld van het fregat ..Van Alphen" dat in 't einde der 18e eeuw in T1resf Indiê in de lucht vloog. Daarna kwam het in 't bezit van de algemeen ge ziene koopmansfamilie Maduro en sinds dien ontstond een sportieve strijd tusschen deze familie en de marine om het bezit van het beeld. Dank zij de waakzaamheid va.fi een schildwacht is de vreedzame overval •an Zaterdagnacht mislukt. Het beeld be vindt zich nog steeds in de kamer van den commandant, waar bovenstaande foto werd genomen. Het P.T.T.-personeel en de wereldvrede Het bestuur van de internationale ver ecniging vun post-, telegraaf- en telefoon personeel (I.P.T.T.) nam op de te Den Haag gehouden bijeenkomst o.a. een reso lutie aan, waarin de voortdurende krijgs verrichtingen in China en Spanje, alsmede de onafgebroken toerusting daartoe in an dere landen wordt betreurd en doet een beroep op alle vredelievende landen in cie wereld zoodanige maatregelen te nemen om op eervolle wijze een einde te maken aan de vijandelijkheden en een duurzamen wereldvrede te bevorderen, waarnaar do volken van alle staten zoo reikhalzend uit zien. LIJK AANGESPOELD Op 21 dezer was de 13-jarige M. C. V., uit de I.Tmuidenstraat te Den Haag 's ochtends om 8 uur gaan zwemmen in de Sohevening- sc-he Binnenhaven. De jongen is toen ver dronken. Zijn lijk spoelde gisterochtend in dc Buitenhaven aan. Het werd ontdekt om kwart over zes door den schipper van de reddingboot, N. J. B., uit de Korbootstraat en is naar het ziekenhuis aan den ZuidiwaJ overgebracht. AANBEVOLEN HOTELS (bij aanvrage voor inL s.v.p. datum advert, en courant vermelden.) MIDDELKERKE HOTEL „MELROSE*' AV. LEOPOLD 35 EERSTE RANG Meest aanbevolen Pensionprijs: frs. 40 k frs. 50 per dag en per persoon. ALLE MODERN COMFORT RESTAURANT VAN DEN ten RANG BIERGES b/Wavre, tel. 378 Wavre BRUSSEL Het aangenaam en gezellig Thee-uurtje vindt men in de Patisserie DU FINISTERE Restaurant-Lunchroom 105 BOUL. AD. MAX en in hare 6 filialen te BRUSSEL. BEWAART DEZE ADVERTENTIE Eén adrea is voldoende om de lijst te ontvangen omtrent prijzen en verdere inlichtingen betreffende: Hotels en Pensions van LA PANNE en de WESTKUST van BELGIE. Aanvraag te richten aan HOTELIERSBOND 60 ZEEDIJK LA PANNE KONINKLIJKE RESIDENTIE KONINGIN DER BADPLAATSEN Bloemencorso Sierlijkheidswedstrijden Rijfeesten Tennis- tournooi Golf. Zeilregatten. 2 JULI: Offic. Opening Wellington Hippodroom. Paardenrennen. 3 JULI: Zeewijding Ommeganck. CASINO KURSAAL - wereldberoemd feestpaleis speelzalen clab IDEAAL KUUROORD V-^ Modern ingericht BADPALEIS Zwembassin. Centrum voor diagnostiek. Koolzuurbaden en Slijkbaden. Hammams. Trinkhall in het Leopoldpark. Bezoekt het Fort Napoleon Museum. KOSTELOOZE BROCHURE: Olficieel Inlichtingenbureau: VLAANDERENSTRAAT 66a, OOSTENDE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 3