llirfmfr
Groei
izaam
geld
A. BERGHOUT
Een aan zijn grond gebondene nijvere
landbouwbevolking is een staats
belang van de eerste orde.
(Uit het Voorwoord van
„Groeizaam geld")
DINSDAG 14 JUNI 1938 No. 437.
Iran cJobzr qsl tu&üoLo,
T/ovr /camszr oK-tuCn,
De scheppende werking van
de boerenleenbanken
Onze land- en tuinbouw, vanouds bekend
als voorname bronnen van ons volksbe
staan, vormen als zoodanig een staatsbelang
.van de eerste orde.
Dat bij de financiering van deze bedrijven
velerlei vraagstukken een oplossing verlan
gen is duidelijk. De boerenleenbanken heb
ben in den loop der jaren zich steeds be
ijverd om die vraagstukken zoo goed mo
gelijk op te lossen.
Wat de resultaten van dit werk der boe
renleenbanken zijn, is wel de moeite waard
eens na te gaan.
Daarom wordt door ons ten zeerste toe
gejuicht dat het Bestuur en de Baad van
Toezicht van de Coöperatieve Centrale Raif-
feisen-Bank te Utrecht ter gelegenheid van
het 40-jarig bestaan van die bank een boek
hebben laten uitgeven over de bereikte re
sultaten. Dit boek is geschreven door Mr.
W.J. van Balen en wordt uitgegeven
door de uitgeversmaatschappij Tjeenk Wil
link te Haarlem.
Geen theoretische uiteenzettingen geeft
van Balen, doch hij vertelt van dingen die
zichtbaar waarneembaar zijn, van de be
drijvigheid die langs coöperatieve banen is
ontstaan.
De schrijver heeft er naar gestreefd om
het boekje zoo min mogelijk de kenmerken
van een gelegenheidsuitgave te doen dra
gen. Daai is hij goed geslaagd. Niet al
leen toï agrariërs, doch ook tot de bree-
de schare burgers, ambtenaren, kooplieden
en intellectueelen richt zich het boek. En
niet het minst tot de jongeren onder de
boeren en tuinders, opdat deze zich bewust
Worden wat door hun ouders en groot
ouders is gedaan in de laatste veertig ja
ren. Maar ook, opdat ze leeren inzien, dat
men nooit kan gaan rusten op na strijd
Verkregen lauweren, maar steeds moet er
actie gevoerd worden, steeds moet er ge
streefd worden naar beter.
De internationale landbouwtentoonstel
ling te Amsterdam in 1884 deed ons de
oogen opengaan voor onze achterlijkheid.
Dat was in den tijd, dat het platteland in
nood verkeerde. In vele gevallen had de
boer soms zijn eigen belangen geschaad.
Door hebzucht en onwetendheid werd onze
roem, de boter, hoe langer hoe meer van
.de Engelsche markt verdrongen door de
zich inspannende Denen.
Nu de oogen opengingen voor gebreken
van onzen landbouw werd gezocht naar
verbetering. De Heidemaatschappij begon
in dien tijd ook het ontginningswerk. En
men gevoelde dat het vooral noodig was in
de behoefde aan crediet voor het platteland
te voorzien.
De aandacht viel op de coöperatie, die in
Duitschland sedert 1S64 volgens de ideeën
van Raiffeisen op het platteland werd toe
gepast.
Het Nederlandsch Landbouw Comité
wanhoopte echter tot 1897 er aan of men
wel rijp was voor zulk een hooge trap van
zelfhulp en zelfbestuur.
In het Zuiden des lands werden de eer
ste stappen gedaan: de eerste plaatselijke
boerenleenbank werd te Meyel (L.) opge-
de in dat zelfde jaar nog, en nog meer kwa
de in dat zelfde jaar nog, en nog meer volg-
men er. Een zestal zagen de noodzakelijkheid
in om in gezamenlijk verband met elkaar
te werken en zoo -werd 12 Juni 1898 de
Centrale Coöperatieve Boerenleenbank te
Utrecht opgericht. Daar er eenig verschil
van meening bestond over den te kiezen
rechtsvorm, groepeerden de bestaande leen
banken zich om twee centra, een te Utrecht
en een te Eindhoven. Doch deze beide Cen
trale banken werkten en werken nog steeds
zeer vriendschappelijk samen.
In de Noordelijke provincies kwam
slechts langzaam op dreef. In Friesland
werd de eerste boerenleenbank in 1904 en
in Groningen in 1905 opgericht. Doch spoe
dig werd de achterstand daar ingehaald.
Thans telt Nederland 1294 leenbanken,
waarvan 729 bij de Centrale te Utrecht en
565 bij die te Eindhoven zijn aangesloten.
Men moest de weg van de coöperatieve
boerenleenbanken wel inslaan, want de in
grijpende verbeteringen in teelt en afzet,
het overgaan naar intensieve cultures, het
toenemend gebruik van kunstmest enz.
eischten bedrijfskapitaal. De boer zelf had
slechts zelden geld voorradig. Wat bij den
notaris gebracht werd, kon men niet steeds
dadelijk, als het eens noodig was, terug
krijgen. De gewone banken voelden er niet
veel voor boeren en tuinders crediet te
geven en bovendien waren de zaakjes voor
hen te klein. Wel was geld te krijgen doch
cneestal onder te bezwarende voorwaarden,
waardoor de rente veel te hoog werd en een
bezwarende verplichte ruilhandel den boer
niet de goede prijs voor zijn producten waar
borgde.
Door het Raiffeisenstelsel kon
hier veel goeds gedaan worden.
Met eigen kracht eigen behoef
ten vezorgenbij onderlinge hulp
verleening.
Dat stelsel is nu veertig jaar
de resultaten zijn verbluffend.
Dat bewijst de heer van Balen in dit mooie
boekje, dat we iederen boer en burger ter le
zing aanbevelen.
Aangetoond wordt hoe de boerenleenbank
werkt, door met weinig kosten alle
voordeelen van het geld opnemen en uitlee-
nen den leden-boeren en tuinders biedt De
banken vormen een solide geldbelegging
waarborgen een vlotte ontwikkeling van
zaken. De Centrale Banken spelen hierbij
een zeer voorname rol.
Zonder deze samenwerking zou veel, wat
op land- en tuinbouwgebied tot stand kwam
in de laatste 40 jaren, achterwege
zijn en overal openbaart zich de scheppende
werkeng der boerenleenbanken. Zoowel in
het bollenbedrijf als bij de zuivelfabricage,
zoowel bij de veehouderij als in het akker
bouwbedrijf, zoowel bij de bloem- en boom-
kw'eekerdjen als bij de oester- en mosselteelt.
zoowel bij aankoopsvereenigingen als bij
waterschappen.
Door het geld groeizaam te maken hebben
3 Boerenleenbanken onze volkskracht on
miskenbaar versterkt
Wij prijzen het zeer dat Mr. van Balen
het zoo duidelijk deed uitkomen in dit boek
je, dat, verlucht met vele foto's ons laat zien
vat zelfhulp vermag en wat samenwerknig
tot stand kan brengen.
VREEMDE KWAAL
BIJ ROGGE
Veroorzaakt door mijten
Rationeele bemesting en
vruchtwisseling is goed
Vooral in het Oosten en Noord-Öosten des
lands zijn op vele roggevelden tal van hal
men niet in de aar geschoten; bij nader on
derzoek blijkt, naar de Plantenziektenkun-
dige Dienst meldt, de aar in verschrompel
den, min of meer rottenden toestand in de
soheede te zijn blijven steken. Dit verschijnsel
dat eerst aan de vorst is toegeschreven,
wordt blijkens nader onderzoek hoogstwaar
schijnlijk veroorzaakt door mijten (zeer
kleine spinachtige diertjes) van de soort Pe-
diculopsis gramium Reut. Deze mijten zit
ten tussehen de omhullende bladscheede en
de jonge aar, waar zij het weefsel der laatste
beschadigen om het sap op te zuigen Als
gevolg daarvan schrompelt de aar ineen en
wordt bruin.
Tegen deze aantasting is thans in het ge
heel niets te doen. Ter voorkoming zijn oor
deelkundige grondbewerking en rationeele
bemesting, benevens vooral vruchtwisseling,
waarbij geen graan op graan volgt, aan te
bevelen. Verder is het goed, het land na dsn
oogst zoo spoedig mogelijk om te werken en
schoon te houden, opdat zich geen opslag en
gras kan ontwikkelen.
De schade laat zich op vele perceeien
ernstig aanzien, maar de kans is toch niet
uitgesloten dat op verscheidene daarvan de
oogst nog zal me de vallen.
De Plantenziektenkundige Dienst zal
gaarne berichten over het optreden en het
verloop dezer ziekte ontvangen.
In verband met bovenstaande wijzen we op
wat „Het Agrarisch Nieuwsblad" schreef,
waar we o.m. lazen:
Deze week op een excursie zijnde werd
ook onze aandacht op deze kwaal gevestigd.
Het was opmerkelijk te zien hoe op een per
ceel rogge op de eene helft, welke aardappe
len als voorvrucht had gehad, de ziekte
weinig of niet voorkwam. De andere helft
echter waarop eenige jaren achtereen rogge
was geteeld, was in veel sterkere mate met
zieke planten bezet. Op een ander perceel
was de helft, met als voorvrucht aardappe
len, geheel gezond, terwijl 'de andere helft
met als voorvrucht haver een ziek gewas
had. Op een derde perceel, waar aardappe
len als voorvrucht tegenover rogge had ge
staan, kwam dit verschil niet duidelijk naar
voren.
Wat is n.l. hetgeval? In beide eerstge
noemde gevallen waren de aardappelen in
1937 bemest met patentkali en in het laat
ste geval hadden de aardappelen kalizout
40 pCt. gehad. De grond was zandgrond,
welke behoefte had aan magnesium
Een bekend feit is, dat magnesium ge
nezend werkt wat betreft de Hooghalen-
sche ziekte, terwijl kalkstikstof deze ziekte
in de hand werkt. De maand April was
koud en droog met als gevolg een gevoelig
gewas en wanneer dit gewas nu in Fe-
bruari-Maart eerst al een flinke duw heeft
gehad van de kalkstikstof en daar komt
nog bij het koude schrale weer van April,
dan zijn dat factoren, die de Hooghalen-
sohe ziekte sterk in de hand werken. In de
veenkoloniën nu wordt kalkstikstof veelvul
dig aangewend als onkruidbestrijdingsmid
del. Is nu niet voldoende magnesium aan
wezig in den grond dan kunnen wij ons in
denken ,dat de gevoelige planten ten gron
de gaan. In sommige streken wendt men
dikwijls magnesiumlooze meststoffen aan en
worden vaak kalizout 40 pCt. en Algiers-
fosfaat gebruikt inplaats van patentkali en
slakkenmeel. Hierin ligt o.i. voor de boe
ren in de veenkoloniën de vraag opgeslo
ten. Wordt er op de bedrijven wel voldoende
aandacht besteed aan de zgn. bijelementen
in onze meststoffen, o.a. het magnesium? En
is de tijd niet gekomen om voor-aardappe
len inplaats van kalizout 40 pCt.. en Algiers-
Op de ganzenboerderijen
begint thans weer groote
levendigheid te komen,
daar de eerste jonge gans
jes voor den dag komen.
Dit geeft natuurlijk een
buitengewone bedrijvig-
Om een goede voorraad voor den volgenden winter te hebbenwordt reeds thans
het gras gemaaid en overgebracht naar de groote silo'st waarin het bewaard en
„geconserveerd" wordt voor den aanstaanden winter. Het inmaken van het
versche gras in de groote grassilo's in de buurt van Schagen.
fosfaat, patentkali te gebruiken en slakken-
meel en voor granen geen Algiersfosfaat,
doch slakkenmeel met nog een gift magne-
siumhoudende mergel?
Zij, die nog niet aan het regionaal grond
onderzoek deden, maar ook zij, die zulks
wel deden, doen goed om hun gronden te
doen onderzoeken door het bedrijfslaborato-
rium voor grondonderzoek om te weten te
komen of de pH het toelaat om in den a.s
herfst een gift magnesiumhoudende kalk te
geven. Men zal op vele gronden de kalk
stikstof niet best kunnen missen om het
onkruid onder de knie te houden en door
de sterk teruggedrongen aardappelteelt zal
onkruidbestrijding in de granen op deze
wijze steeds noodig zijn. De schuld van de
ziekte ligt ook niet bij kalkstikstof of
nachtvorst. We zagen deze week een scher
pe grens tussehen rogge met aardappelen
als voorvrucht bemest met patentkali en
haver als voorvrucht met kalizout 40 pCt.,
terwijl alles was bestrooid met kalkstikstof
en het ook overal even hard had gevroren.
De draaihartigheid bij kool
Op grond van de waarnemingen, die Dr. S
Leefmans over het te voorschijn komen van
de mugjes, die de draaihartigheid bij kool
veroorzaken, gedaan heeft zal aan de kool
bouwers en in de eerste plaats aan die in de
Noord-Hollandsche koolstreek, in den loop
van Juni (vermoedelijk in een der laatste
weken van de maand) per radio bekend ge
maakt worden, wanneer met de bespuitin
gen der koolplanten, ter bestrijding van de
draaihartigheid, zal moeten worden begon
nen en wanneer deze gestaakt' kunnen
worden.
Het is de bedoeling, dat hiervoor viermaal
een radiobericht zal worden gegeven, dat in
de nieuwsberichten van het Algemeen Ne
derlandsch Persbureau, welke des avonds te
8 uur worden uitgezonden, zal worden opge
nomen. Zij, die belang hebben bij de bestrij
ding van de draaihartigheid, zullen dus goed
doen, in de tweede helft van deze maand
naar deze berichten te luisteren. Voor hen,
die ze niet hebben kunnen opnemen, zullen
zij nog in de bladen gepubliceerd worden.
Er zal worden bekend gemaakt:
le bericht: wanneer met spuiten begon
nen dient te worden, zulks in verband met
het' tijdstip van verschijnen van de groote
massa der mugjes van de eerste vlucht;
2e berichtt: wanneer de tegen dit maxi
mum der eerste, vlucht begonnen bestrijding
kan worden gestaakt;
3e bericht': in het bijzonder voor de bloem,
kooltelers in de Streek, wanneer het maxi
mum van de tweede vlucht verschijnt en
men dus daartegen het best kan
spuiten en
4e bericht: wanneer dit' tweede maxi
mum weer afgeloopen is en men de bestrij
ding daartegen kan staken.
De bespuiting moet worden uitgevoerd
met een 2% oplossing van pyridine 20 gr.
per liter vloeistof) en V/z% zachte zeep (15
gr. per liter) of met 1/10% nicotine (1 gr.
per liter vloeistof) en 1%% zacht© zeep;
daarbij moet vooral het hart van de plan
ten bevochtigd worden.
De late sluitkool is als regel al gesloten
dus onvatbaar, wanneer de tweede vlucht
verschijnt, zoodat de sluitkooltelers prac-
tisch alleen met de twee eerste waarschu
wingen te maken hebben.
In den tijd, waarin bloemkool aangetast'
kan worden kunnen er twee vluchten val
len, maar dit jaar mag, volgens een ervaren
teler, verwacht worden, dat de bloemkool
laat op het veld zal komen, daar de aard-
appels door de vorst en het ongunstig weer
sterk zijn vertraagd. Vermoedelijk staat er
gedurende de eerste muggenvlucht nog geen
bloemkool op het veld, maar wèl op de
zaaibanen en staan de jonge planten a 1-
daar dus aan aantasting door de muggen
der eerste vlucht bloot.
Daarom zal de bespuiting van bloemkool
tegen de muggen der eerste vlucht dit jaar
wel voornamelijk op de banen moeten
plaats vinden en daar de beste tijd voor be
strijding eveneens door bovenvermelde waar
schuwing wordt aangegeven, kunnen de
bloemkooltelers in bovengenoemde streken,
toch zoowel van de eerste als de tweede
waarschuwing profiteeren.
De waarschuwingen zijn gebaseerd op
waarnemingen, over het verloop van de
muggenvlucht, die in Noord-Holland ge
daan worden en gelden dan ook in de eer
ste plaats voor deze provincie, koolbouwers
in andere streken kunnen er echter ook hun
voordeel mede doen. Zij hebben ten doel de
practische uitvoerbaarheid van de bestrij
ding te bevorderen, door deze bestrijding al
leen te doen toepassen gedurende de g e -
vaarlijkste perioden, n.l, wanneer
de meeste muggen vliegen, en
er mede op te houden zoodra die
perioden v o o rb ij z ij n.
Zij wijzen den kool verbouwers dus den
besten tijd daarvoor aan. Voor nadere bij
zonderheden over de draaihartigheid zij ver
wezen naar Mededeeling nr. 5 van den
Tuinbouwvoorlichtingsdienst, prijs 30 ets.,
verkrijgbaar of te bestollen bij de Postkan-
WUANTW!
OORDEN
raag 30. We hebben in den tuin verbazend
veel mieren (zwarte) en niet plaatselijk,
doch over den geheelen tuin verspreid.
Wanneer we soms wortelresten uitste
ken of planten verplaatsen, dan zijn
hét als 't ware mierennesten in den
grond en dan meest lichtbruine mieren.
Ook zijn de planten, bijv lelies, papa
vers enz. ware vergaderplaatsen.
De grond is doorzeeft met gaatjes.
Eten de mieren ook bloemenzaad,
aangezien van het gezaaide zoo weinig
terecht komt.
Zoudt U ons hiervan de oorzaak en
een middel hiertegen kunnen noemen
bijv. arme grond of iets dergelijks?
K. v. L
Antwoord: Hoewel op zandgrond meer
mieren voorkomen dan op zwaardere
gronden moet de mierenplaag toch niet
toegeschreven worden aan arme grond.
Wat dan de oorzaak i6, dat onze vragen
steller zoo'n last heeft, kunnen wij
moeilijk zeggen. Wel weten we, dat mén
er ongedacht in kan zitten en het veel
moeite kost er weer af te komen. Zelf
hebben we eens enkele jaren aaneen
heel veel last gehad en alle middelen,
die toen 't is c.a. 20 jaren geleden
aangeraden werden toegepast zonder
veel succes, tot ze weer zoo goed als in
eens verdwenen waren. Welke van de
vele middelen die toegepast werden het
beoogde resultaat bewerkten, weet ik
niet.
Thans zijn er betere middelen dan
toen. We gaven deze enkele weken ge
leden reeds, doch zullen ze thans nog
eens herhalen. We schreven toen als
antwoord op vraag 27:
Man kan mieren bestrijden door bo
rax (in de drogisterij te krijgen) met
water tot een papje te maken en daar
doorheen bruine suiker te mengen half
zooveel als men borax genomen heeft.
Men maakt van dit alles een zalfje en
smeert dat opplankjes of karton, die
men: op de plaatsen, waar de mieren
verkeeren, neerlegt
Ook kan men een mengsel nemen van
gelijke deelen borax, meel, poedersui
ker en kiezelfluöornatrium of in de
plaats van. dit laatste een half deel poe-
derzwavel en dit poedermengsel strooien
op de plaatsen waar de mieren zich be
vinden.
Als laatste middel noemen we het be
stuiven met Derrisstuifpoeder, dat bij
handelaren in bestrijdingsmiddelen en
bij de meeste groote zaadhandelaren wel
is te verkrijgen.
We voegen hier nog aan toe, dat de
nesten uitgeroeid kunnen worden niet
kokend water of beter nog met het over
gieten met benzine. Dit geeft een groote
opruiming. Volhouden tot het eind toe.
Mieren zijn schadelijk door het onder
houden en overbrengen van bladluizen,
door het vreten aan zachte bloemdeeien
en vruchten. Dat ze zaden eten is me
niet bekend. Het niet opkomen van het
zaad zal komen door het doorwoelen
van den grond dat de mieren doen.
DE NEGENDE LAND-
BOUWWEEK
Van 4 tot en met 8 Juli
Van 4 tot en met 8 Juli zal de negende
Nederlandsche landbouwweek te Wage-
ningen gehouden worden.
Den eersten dag. Maandag, worden de
voordrachten gehouden over bietenteelt.
Dr P. I-I. J. van G i n n e k e n te Bergen
op Zoom zal spreken over: Eenige medo-
deelingen betreffende het onderzoek om
trent de minerale samenstelling van looi
en wortel van suikerbieten. Dr Th. B.
van 11 a 11 i e te Groningen handelt over:
Een vergelijking van de voedselopname bij
voeder- en suikerbieten.
Dinsdag en Woensdag zijn z.g. aardappel
dagen. Dan spreken: Ir. J. A. Hogen
E s c h te Wageningen over: Het kweeken
van nieuwe aardappelrassen en hetgeen
daarmede verband houdt; Dr J. C. Dorst
te Leeuwarden over: Een en ander over de
aardappelteelt in Brazilië, Uruguay en Ar
gentinië, terwijl Prof, Ir M. F. Visser te
Wageningen korte mcdedeelingen zal doen
over een demonstratie van een aardappel
stoomer. 's Woensdags spreekt Ir W. J.
D e w e z te Roermond over: De teelt en de
conserveering van voeraardappelen, mej. A
Veenbaas te Alphen a. d. Rijn over:
Het onderzoek naar de consumptiewaarde
van aardappelen; D. Hi-lle Ris Lam-
bers te Wageningen over: Het onder
zoek naar bladluizen en Ir A. Ro
zen daal te Wageningen over: Enkele
opmerkingen over een virusziekte bij de
Eersteling in verband met de stippelstreep
ziekte.
Het verdere gedeelte van dezen derden
dag is een Phvtopathologendagi
Hier spreekt Dr H. M. Quanjer te Wa
geningen over: Virusziekten van Neder
landsche cultuurplanten en Dr Ir I.
Rietsema te Breda, over: Oplos
van het mozaiekvraagstuk bij de framboos
Donderdag zal Dr D. J. H i s s i n k (e
Groningen spreken over Normalisatie van
grondsoorten; Dr C. Braak te De Bilt
over: Wcerwaarnemingen en weervoorspel
lingen voor den landbouw; Dr M. Pink
hof te Amsterdam over: Microklimatolo-
gie en Prof. Dr A. Prins te Wagenin
gen: Nachtvorst en nachtvorstwaarnemin
gen.
Vrijdag, den laatsten dag, spreekt Dr H. S.
Frenkel te Den Haag, over: De tot nu
toe verrichte onderzoekingen in verband
met het mond- en klauwzeer en de daarbij
bereikte voorloopige resultaten; Prof. Dr
G. M. van der Plank te Utrecht, over:
Erfelijkheid en ziekten; Prof. Dr D. L.
Bakker te Wageningen: Exterieurkeu-
ring; Ir. K. Bosnia te Wageningen: Me-
dedeelingen aangaande een onderzoek.
naar erfelijkheid van exterieureigenschap-
bied gehandhaafd; tot voor betrekkeld;
kort waren er in Zwitserland nog zwervei
de herders, tevens veehandelaren, die i
den zomer de kudde naar de Alpenweide
dreven, de melk verkaasden en in het d-
interden.
Ir.
Kaasmakerijen in het
steenen tijdperk
Na de opgravingen, ongeveer 20 jaar ge
leden verricht in het oude Ur dier Chaldeeën,
gelegen tussehen Euphraat en Tigris, is uit
het vinden van koperen vaatwerk met af
beeldingen van het winnen en karnen van
koemelk aangenomen, dat Mesopotamië de
bakermat zou zijn van melkveehouderij en
zuivelbereiding. Men kon echter reeds aan
stonds betwijfelen of hiermede een gebruiks
voorwerp uit de allereerste periode was ont
dekt; bij het primitieve boerenbedrijf im
mers waren de werktuigen gemeenlijk van
hout. Deze grondstof leent er zich niet toe,
dat zulke voorwerpen goed geconserveerd
blijven; bovendien werden ze kort na breuk
of slijtage niet, zooals met aardewerk ge
beurt, weggeworpen, doch dienden nog als
brandstof. Zoodoende kan het geen verwon
dering wekken, dat het lang geduurd heeft
voordat men houten melkgereedschap uit
het prae-historisohe tijdperk terugvond.
Inmiddels is dit onwaarschijnlijke ge
beurd: opgravingen in Zwitserland brachten
huisraad te voorschijn van de zoogenaamde
Paalbewoners, en daarbij bevond zich een
houten nap, waarvan bodem en wanden
gaten bevatten- Dit voorwerp vertoonde een
opvallende gelijkenis met gereedschap, nog
heden ten dage door boeren in het Zwitser
sche kanton Wallis, de Berner Alpen en
hier en daar ook in de Oost-Alpen, gebruikt.
De kaasnap, zooals ze er nu uitziet, bestaat
uit een houten stolp met gaten die over een
schotel wordt gezet, om zoo de jonge kaas
te vormen- Het ontstane product wordt
„formagin" genoemd, waarin men het Fran
sche woord „fromage" kan herkennen.
Naar de meening der Archaeologen zou
de periode der Paalbewoners geplaatst moe
ten worden ten tijde van het slot van het
steenen tijdperk. Ook op ander gebied ver-
toonen de werktuigen van de Paalbewoners
veel overeenkomst met wat men nog in de
Alpen gebruikt; dat ze inderdaad door de
primitieve bevolking zijn gemaakt vindt
bevestiging in de verklaring van gezag
hebbende auteurs (o.a- Monghin) dat zoo
wel het hakken van boomen ais de verdere
houtbewerking met steenen bijlen mogelijk
was.
Wie waren nu die geheimzinnige Paal
bewoners? Ondanks diepgaand onderzoek is
het niet mogelijk geweest hieromtrent vol
komen klaarheid re krijgen. Wel zijn alle
geleerden het er over eens, dat zij een No
madenvolk uit Azië zijn geweest, in het be
zit van enkele huisdieren, waarvan het
rund overeenkomst vertoont met de Indi
sche Zebu en Banteng. Veehouderij gaat
zeer ver in de geschiedenis terug; Hilzhei-
mer en Reinert verklaren dat zij bij het be
gin van het steenen-tijdperk reeds in volle
ontwikkeling was-
De vestiging in het Alpine gebied zal
verklaard moeten worden uit klimatologi
sche veranderingen tijdens het Neolithische
tijdperk, toen er een langdurige hitteperiode
heeft geheersch-t. Aan de oevers der Zwit-
sersche meren vonden de uit de Donau ge
bieden verjaagde bewoners, die door de
droogte geen voedsel meer voor de kudden
vonden, een toevluchtsoord. In het bronzen
tijdperk volgde wederom een verandering
van klimaat, de zeespiegel steeg, de neer
slag nam toe en door dit „Zeeklimaat" ver
loren de Paaldorpen hun beteekenis en
vervielen-
De- uit Azië stammende zuivelbereiding
heeft zicfh echter blijvend in het Alpenge-
BASTAARDKANARIES
Nadat we iets over de kanaries op de:
pagina hadden geplaatst, kregen we va
verschillende zijden het verzoek nog mei
uit het genoemd boekje „Kanaries e
kanarieteelt" door Gijsbertus Kooren i
willen overnemen.
Wij kunnen helaas aan zulke verzoeke
niet steeds voldoen. Het terrein, waarovi
op deze pagina gehandeld wordt, is zc
uitgebreid, dat we voor een klein onderdei
als de kanarieteelt niet veel ruimte kunne
afstaan.
Toch willen we nog een klein gedeelt
plaatsen, maar dan is het ook, hoezeer h<
ons spijt, voor geruimen tijd uit.
Wij geven hier wat Kooren schrijft ovc
de kruisingsproducten van die kanaries.
Het is algemeen bekend, aldus de schi
dat het kanariepopje met de mannetjes va
verscheidene inlandsche vogels met goe
succes tot paring kan worden bijecngebracl
Ook in de natuur komt kruising van d
verschillende soorten nogal eens voor. D
teelt met putter of sijsje en een kanari<
wijfje, zal in den regel de beste uitlcomste
geven, doch tevens zijn kruisingsgevalle
bekend met kneutjes en vinksoorten.
De Engelschen beoefenen deze kunst
meest, het zijn meesters in het kweeken va'
basterdsoorten. Het teeltproduct zal va
beide ouders iets hebben, de sijs-kanari
wordt grooter dan de sijs, echter behoud
hij den zwarten kop. Het beste worden bas
terdsoorten in een groote buitenvolière gc
kweekt, een eerste vereischte is, -diat d
dieren tam zijn. Men bevordert de teelt doo
drie weken, voor men de dieren zal bijeej
zetten, hen apart opgekooid zoodanig t
plaatsen, dat zij elkander kunnen zien. Di
houdt men 14 dagen vol, waarna men d
dieren uit elkanders gezichtskring vei
wijdert. Men houdt hen alsdan een weel
afzonderlijk, waarna men de dieren bi
elkaar zet. Op deze manier is kunstmatij
de paringsdrang bij de vogels opgewekt, ei
veelal zal de opzet met succes worden be
loond. Het meest fraai zijn d i e kruisings
producten, die in hun kleurschakeering he
karakter van den wildzanger behouden ei
liefst zoo licht mogelijk. Als volièrevogc
zijn zij bij uitstek geschikt, echter teelen zi
onderling niet voort.
Bastaardsoorten brengen een aangenamer
levendigen zang voort en in een flinkt
ruimte zullen zij welig tieren.
WEET GE
dat in Mei in totaal is gefabriceerd 415 tor
caseïne, waarvan 180 ton leb-caseïne
zoodat 235 ton wolcaseïne is gefabri-
dat hieruit blijkt, dat de fabricage van wol
caseïne sedert September 1937, toen mei
de vervaardiging is begonnen, eeii
groote vlucht heeft genomen;
dat in totaal tot 1 Juni is uitgevoerd 1029)
ton wolcaseïne, waarvoor ca 36 mil-
lioen kg. ondermelk noodig is geweest,
dat in Duitschland een meikeverplaag
heerscht, waardoor groote schade aan
boomen en planten is toegebracht; de
meikevers kwamen in zoo grooten ge
tale voor, dat op verschillende wegeii
slipgevaar voor de auto's bestond en het
uitzicht zeer belemmerd werd;
dat de koopprijzen in landerijen in Fries
land, zoowel wat de kleïbouwstreék, ah
de weidestreek en de zandgronden be-j
treft belangrijk gestegen zijn.
TE KOOP schitterende
HENNEN
met 8 dagen zicht.
Witte legh. Hennen 6 w. 80 ct. en 8 w. 90
en 10 w. 1.en 12 w. 1.10; "Rode Islands
Redshennen 6 wk. 75 ct.' en S wk. 85 ct. en
10 wk. 95 ct. en 12 wk. 1.05; Gekruiste Hem
nen 6 wk. 80 ct., 8 wk. 90 ct.. en 10 wk. 1.
12 wk. 1.10. Alle dieren rasecht, kerngez<
Ze worden vanaf 30 st. franco door het heele
land thuisbezorgd onder rembours met goedé
zichtb. verp. HOENDEROPFOKKERIJ
JAN v. ASSELT
MEENT No. 1 GELD. VEENENDAAL.
..unicum'
Dc
Hooi- en Graanelevator!
GEBR. OLDENHUIS
T ransportcurbouw
BIERUM (GR.). TELEFOON 6;
UW ADRES
Voor de behandeling van
Uw BOEKHOUDING en
BELASTINGZAKEN is
Belastingconsulent Lid N. L v. B.
Kantoor Kerkstraat 3,Tel. no. 62 en 63
BERKEL EN RODENRIJS
D.VAN DEN BOSCH
Telefoon 28 NAALDWIJK
Tuinbouw gereedschappen
KASSENBOUW IN IJZER
VERWARMING WATERLEIDING
STALEN WAGENS en BURRIES