Vereen, van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen 85e Algemeene vergadering te Arnhem DINSDAG 7 JUNI 1938 TWEEDE BLAD PAG. g Referaat van Mr Dr L. W. G. Scholten. ARNHEM, 7 Juni. Vandaag en morgen wordt de jaarvergadering van .,de Groote" in Musus Sacrum gehouden. Gisteravond ging in de Groote Kerk vooraf een wijdingsdienst, waarin voorgingen Ds. J. C. J. Kuiper. Geref. pred. en Ds. Joh. Gerritsen Jr., Ned. Herv. pred. De beide sprekers hadden als uitgangspunt van hun toespraak geno men Marcus 6: 4554: Jezus, Die den storm op de zee door Zijn machtwoord stilt. Naar aanleiding hiervan sprak Ds. Kui per over „Zich p ij n i g e n", waarbij hij wees op de moeiten die velen zich getroos ten in het leven. Vanaf den berg, waarop Jezus is gegaan om te bidden ziet Hij ech ter Zijn moeizaam strijdende volgelingen. Daaruit is ook nu, nu moeiten en stormen ons omringen, kracht te putten. Weest ge rust, vanaf Zijn verheven plaats, ziet Jezus uw harden levensstrijd. In aansluiting hierop koos Ds. Joh. Gerritsen als onderwerp „Zich ver- wondere n", waarin hij wees op Je troostvolle ontknooping in de daad van den Heiland, zelfs zoo dat de strijdende disci pelen verwonderd moeten staan. De dienst, die door een flink getal werd bijgewoond, werd afgewisseld door samen zang en koorzang van het dameskoor „Laus Deo" onder leiding van den heer A. Her stel. De blinde organist der St. Walburgs- kerk te Zutfen. de heer C. Bute, bracht op het prachtig orgel de Eerste koraal van Cea- sar Frank ten gehoore. Na afloop was een begroetingssamen komst belegd in Musis Sacrum door de afd. Arnhem. De tentoonstelling Aan de algemeene vergadering is ook een tentoonstelling van leermiddelen ver bonden. Ditmaal exposeeren niet minder dan ongeveer 40 firma's op het gebied van schooluitgaven etc. Deze tentoonstelling werd hedenmiddag om 1 uur officieel ge opend door den heer A. E. B. O m 1 o o, in specteur L. O. in de inspectie Arnhem, die in. een korte toespraak wees op de beteeke- nis van het geëxposeerde en een bezoek met nadruk aanbeval. De tentoonstelling mocht zich al direct in een goede belang stelling verheugen. Ontvangst ten stadhuize Te - half 12 ontving het Gemeentebestuur van. Arnhem de Vereeniging officieel ten stadhuize. OPENINGSZITTING Hedenmiddag te 2 uur werd de jaarver gadering geopend door den voorzitter der Vereeniging, den heer P. van A a 11 e n te Arnhem, die na 't doen zingen van Gez. 2 1 en 3, gebed en het lezen van Psalm 33, allereerst het woord gaf aan den voorzitter der Arnhemsche Regelingscommissie, die den talrijken afgevaardigden een hartekjk welkom toeriep. Vervolgens hield de heer P. van Aal ten zijn openingsrede Spr. wees er op dat geen woord zich 'n de verhoudingen van onzen tijd zoo met geweldige macht opdringt als het woord „weerbaar". Dat mede daardoor de beslissing in het parlement in betrekking tot de gevoteerde credieten voor defensie voor het droeve feit plaatste, dat de zoo noodzakelijke en vurig begeerde verbetering van het onderwijs op zich moet laten wachten wil spr. laten rusten, wijl deze vergadering op ideëeler basis staat. Voor ons, aldus spr., treedt de eisch tot weer baarheid v.n. naar voren als geestelijk appèl voor gansch ons volk, voor jong en oud, voor enkeling en corporatie, voor alle geleidingen van ons maatschappelijk leven, ook voor school en onderwijzers, voor leer lingen en besturen. Daar zijn allereerst de leerlingen, die weerbaar moeten worden gemaakt voor het wachtende maatschappe lijke leven. Bij de kwestie van het 7e leerjaar heeft men zich te wachten voor de on juiste meening, dat de lagere school de volledige geoefendheid tot einddoel heeft. Neen, onze taak is in dezen dienst zeer beperkt. Straks nemen anderen in school en maatschappij die over, de puberteit door, tot de volwassenheid. Dit moeten we ons noodzakelijk voor oogen hou den, omdat dit bepaalde terreinen voor ons sluit, die voor het uitgebreid lager en het voortgezet vakonderwijs zijn ge reserveerd. Maar op dit afgebakende grondgebied willen we dan ook het beste prestoeren. Geen wonder, dat de methodische vraag stukken en die der didactiek voortduren 1 onze aandacht hebben. Naast en door het onderwijs voeden we op, aldus spr., opdat de jeugd èn "zedelijk èn geestelijk weerbaar zij, waar ze kom; te staan in het harde zondige leven, in welk verband spr. wees op den rijkdom van de scholen met den Bijbel. Spr. stond vervolgens stil bij de weer baarheid van de onderwijzers zelf. Er zijn er onder de kweekschoolleeraren, die, als hun naar de opleiding wordt ge vraagd, alleen maar zuchten kunnen. De wetenschappelijke paedagogisch en psycho logisch vormende schoolmeester, die zich terugtrekt in zijn kluizenaarscel, zal tekor ten vertoonen. die zich zeker zullen wre ken. Voor alles hangt echter de weerbaar heid van den onderwijzer af van de vraag, of hij een persoonlijkheid is, een door Christus vrijgemaakte. Er is een zoo pijn lijk nauwe betrekking tusschen de begrip pen schoolmeester en pedanterie, dat er geen gezegender prophylaxe is dan het leven in Christus. Zijn ook de besturen weerbaar? Inderdaad vinden we hier en daar de regentengeest van 1648 terug, die rust wil na den strijd. Toch ligt hier niet het grootste gevaar. Bij de jongere lichtin gen vooral, is het vertrouwen in de legerleiding niet volkomen meer. Ieder schoolbestuur autonoom, inderdaad, maar met verantwoordelijkheid tegenover het groote geheel, dat we ook autonoom widen bewaren. Spr. achtte het overbodig ook nog over de weerbaarheid der organisaties te spreken. Een organisatie, die zich niet weert, is niet. Alleen, voor een Christelijke organisatie in 't hijzonder, zijn lang niet alle wapenen oirbaar. Het komt spr. dan ook onbetwistbaar voor, dat de organisatie? of ze door onderwijzers of door besturen worden gevormd, hun basis verliezen, als ze vergeten, dat ze zijn gegroeid uit en m ■Ie vrije school. De eigen organisatie, die hier verga dert, heeft wellicht reden om zich te verheugen over de sterkte van haar legercorps, 8000 man. Maar spr. is even dankbaar, in den Schoolraad een Staf kwartier te hebben, waar men de be sturen kan ontmoeten. En spr. zal het nog meer toejuichen, wanneer het mo gelijk wordt een nog centraler lichaam te vinden, dat alle geledingen van het Christelijk onderwijs kan omvatten Nog is van den Staat geen inbreuk op de vrijheden te duchten. Maar de tijd is gevaarlijk, er zijn zekere tendenzen. Zoo wekte spr. op, niet tot strijdlust, maar tot activiteit en zulks in het licht van de waarschuwing van 1 Cor. 13. AI ware het, dat ik alles had en deed en vermocht en de liefde niet had, zoo ware ik niets. Wie er waren Daarvan noemen we de heeren A. E. B Omloo, inspecteur L. O. in de inspectie Amhcm, als vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen; C. Zijderveld van Arn hem en H. J. Visser van Doetinchem, inspecteurs van de Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs; Dr. G. Kalsbeek van Zetten, inspecteur van de Vereeniging voor Chr. Nat. Schoolonderwijs; Ds. J. Barbas van Hengelo (O.) namens de Unie „Een school met den Bijbel" en den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel; J. C. Li gt- v o e t van Wassenaar, namens de Vereen, voor Chr. Volksonderwijs; H. J. van W ij- 1 e n van Rotterdam, namens Geref. School verband; S. Stemerding van Voorburg, namens de Ver. voor Buitengewoon Lager Onderwijs; W. Uittenbogaard van Arnhem, namens de Ver. tot behartiging van de belangen van onderwijzers aan Chr. Muloscholen; T. C. Bos van Utrecht, na mens de Unie van Chr. Onderwijzers en onderwijzeressen; J. de Wit van Voor burg, namens de Ver. van Chr. Onderwij zers in Ned.-Indië; Ir. J. P. v. Lonkhui zen van Amersfoort, namens den Bond van Chr. Muloscholen; H. W. T i 1 a n u s namens de Chr. Hist. Tweede Kamerfrac tie; Oud-Minister Mr. J. Terpstra, Mr. T. v. D ij k e n en A. B. R o o s j e n, namens de A.R. Tweede Kamerfractie; Mr. Dr. L. S p r e y van Leiden, rechtskundig adviseur der vereeniging; twee afgevaardigden van de Vlaamsche scholen, benevens een afge vaardigde van de Ver. van Onderw. Perso neel aan Prot. Chr. Kweekscholen, van de Ver. voor Chr. Geref. Schoolonderwijs en van het Chr Nijverheidsonderwijs. Van de heeren J. J. Verbeeten te Roermond, hoofdinspecteur in de le hoofd inspectie. w.o. Gelderland ressorteert en van Dr. I. Ch v. H o u t e te Utrecht, m- 'lecteur van het buitengewoon L. O., bene vens van meerdere inspecteurs kwam be richt van verhindering in. Als eerste referent trad in de middagver gadering op Mr. Dr. L. W. G. Schol ten, leeraar aan de Chr Kweekschool Reboboth te Utrecht, om te spreken over „wat wii wenschten en wat wij kregen t.a.v. de vrije school". Referaat Mr. Dr. Scholten In een samenvattend overzicht van 'ion strijd om den Christelijken Staat in de 19e eeuw. teekent spr. eerst den Gereformeer den Staat, waaruit de z.g. Godsdienstlooze Staat groeide, welke zich vervolgens ont wikkelde tot den anti-Godsdienstigen Staat welke den trek van Staatsalmacht reeds in zich had. Zij die in deze tijden een contra revolutionaire kern vormden, en herstel van de Christelijke staatsschool wenschten, hebben niet doorzien, dat zij daarmee den doodssteek gaven aan de vrijheid van on derwijs van andersdenkenden. Groen, die het met den religieuzen inhoud van deze groep vrij goed eens was, streeds voor twee erlei: handhaving van 't historisch-Christe- lijk karakter der staatsinstellingen en gewe tensvrijheid, dus vrijheid der ouders om scholen op te richten naar hun keuze. Spr. resumeert dan Groens aandeel en houding in den schoolstrijd de wet-v. d. Brugghen, de oprichting van C.N.S.). welke hem do-'t concludeeren, dat de leuze „de school aan de ouders" in elk geval niet uitsluitend door Groen is gepropageerd. Het heeft tot de zeventiger jaren geduurd, eer deze leus vat kreeg op het Protestantsch volksbe wustzijn. Toen Kuyper de leiding nam, was do strijd om de vrije school van aspect ver anderd tot een worsteling om de vrijheids rechten van den onderdaan. Stond van der Brugghen in zijn waardeering van de vrije school vlak naast Kuyper, in zijn beschou wing van de staatsschool teekent zich scherp verschil af. En dan was er de feite- lijk-historisch-staatsrechtelijke beschouwing van Lohman. Hij noemde de wet-Mackay reeds de pacificatie, omdat de wetgever daarin erkende, dat het Overheidsonderwijs niet voldoende meer was voor alle bevol kingsgroepen. Naar de onderwijsvrijheid Spr. overziet vervolgens den weg, waarlangs de onderwijsvrijheid is ver kregen. Door opname in de Grondwet werd zij gestempeld tot grondrecht. Maar omdat zij nu meer dan bevoegd heid werd, immers ouder plicht, werkte zij tevens mede tot hoogere ont plooiing der persoonlijkheid. Echter, door de openbare school bond de Re geering het daar gegeven onderwijs aan den regel der neutraliteit, maakte het aan een belangrijk deel der onder danen moeilijk, naar eigen geweten te handelen, doodde zij de vrije werkzaam heid der oüders op dit punt en ver zwakte hierdoor de volkskracht. De wet-Mackay nu was de machtige fac tor tot verheffing van zedelijke volks kracht- Spr. werkt dit uit door een beschou wing van de wetgeving gedurende de jaren 1848 tot 1920. Het was ten slotte het begin sel van de wet-Mackay en niet dat van het Unie-rapport, dat de wetsvoorstellen van Kuyper beheerschte; hij trok slechts de in 1889 gegeven lijn door. Hetzelfde streven: „de gewetensvrijheid met name voor de a; men in ons land hoog te houden", lag ten grondslag aan de voorstellen der Bevredi gingscommissie. Het middel tot de eerbie diging der consciëntie èn van wie particu lier èn van wie staatsonderwijs begeeren was de financieele gelijkstelling. En de handhaving van die gewetensvrijheid is weer richtsnoer bij de uitvoering van de Overheidstaak ten aanzien van het onder wijs. Hiermee staan wij in den grond weer voor het probleem van den Christe lijken staat. Behoort het tot het wezen van den staat onderwijs mogelijk te maken, dat uitgaat van allerlei levens beschouwing? Is het inderdaad plicht van de Overheid elke gewetensbelem- mering weg te nemen? Spr. merkt, op, dat de financieele gelijk stelling slechts middel, nooit doel is. Haai systematisch uitbuiten geeft het nadeel, dat het najagen der gelijkheid als zoodanig, de broederschap tusschen de twee takken van volksonderwijs op de vlucht drijft. Vervolgens gaat Dr. Scholten na de ver schillende phasen op den weg der verwcr keüjking van de onderwijsvrijheid: stich ting van het schoolgebouw, de commissie van beroep leerplan, benoemingen, onder wijzersopleiding, welke hij de sleutelpositie tot die verwerkelijking toekent. De gevaren nu De vrije school acht hij op zichzelf niet in lijfsgevaar. Maar hij vraagt zich wel af, of niet op tal van vitale punten het vrije goedvinden der admini stratie, de vrije school in haar le vensdrang kan beperken. En dan de vraag, of de geldende regeling de vrije werkzaamheid der eerstaangewe zenen, de ouders, bevordert. Hier schijnt het antwoord niet twijfelachtig. Nu de pacificatie-wetgeving bijna twee decennia heeft doorgewerkt, is het duidelijk, wat voor gevolgen zij heeft voor het volksleven. De werk zaamheid van den allesbetalenden staat heeft voor een zeer groot deel de activiteit der natie gedood, ook de ac tiviteit van het christelijk volksdeel. Het gevolg is, dat het volksbewustzijn er zich reeds op ingesteld heeft, dat het L. O. omgaat buiten de voorziening uit eigen geldmiddelen. Hetgeen te betreuren is. De nationale beteekenis onzer vrije school ligt voor een belangrijk deel in de spon tane zich zelf overgevende actie der be langhebbenden; in het voortdurend levend contact met een zich naar Gods Woord richtend volk. Niet het minst in het laatste deel der vorige eeuw is daardoor een kracht ont wikkeld, die ieder, tot ver buiten onzen kring, heeft verbaasd. Spr. heeft niet den indruk, dat onder de huidige regeling dezelfde kracht is bewaard gebleven. Het levend contact is bij velen teloor gegaan; de spontane, zich zelf overgevende actie is verflauwd. Gaat dit proces door, dan is op een belangrijk punt de functie van de vrije school vernietigd, tot schade van ons geheele volk. Nadat met dr. Scholten over zijn referaat van gedachten gewisseld was, werd de een ste zitting gesloten met het zingen van Ps.- 77 7 en 8 en dankgebed. Om half zes vereenigt men zich aan een gemeenschappelijken maaltijd, waarna he denavond een feestelijke bijeenkomst plaats vindt georganiseerd door de Arnhemschci afdeeling. Morgenochtend komt aan de orde .het-.xe* feraat van Dr. A. Kuypers van Amster dam over: „De wil in de nieuwere psychó- logie" en morgenmiddag spreekt dr. A.V-H+ E de lk oor t, Ned. Herv. predikant to" Amsterdam over: „De Chr. onderwijzer als voorbeeld voor het kind". Overzicht van de geweldige menigte meisjes, die gisteren in de Nenjjtohal te. Rotterdam het 20-jarig bestaan van haar. Bond herdachten. Naar schatting waren hier. tusschen de. gd 10.000 person bijeen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5