Het Werkloosheidsdebat VAN KRANTENJONGEN TOT UITVINDER DONDERDAG 2 JUNI 1938 Tweede Kamer Instemming en wenschen Het werkloozencijfer Het uitgeven van een milliard Inpoldering Zui derzee De steunregeling Tewerkstelling in den landbouw Spijtige critiek Overzicht Vergadering van 1 Juni 1938 Acht sprekers hebben zich vandaag doen hooien. Van de R. K. kregen we den tweeden man er staan er nog twee ingeschreven van de C. H. kwa men de tweede en derde spreker in het vuur en de soc.-dem. maakten een kwar tet vol. Dat we bij dezen gang van zaken in de herhalingen vervielen, ligt voor de hand; dat deed ook de laatste soc.-dem. spreker, de heer Vos, die tevens bij voorbaat den partijgenoot-interpellant een stuk repliek uit de hand nam. Voor het Kabinet was overigens de dag gunstig. Behoudens wenschen op onderdeelen von 'den haar voornemens in het algemeen in stemming bij de heeren Smeenk, Oud, Bakker, Krol en R u ij t e r. De critiek werd vertegenwooitfigd door de heeren Van Houten, als steeds aanleu nend aan de SD.A.P. en Ir. Vos, terwijl Mej. De Jong in soc.-dem. stijl de werk loosheid in het kleedingbedrijf besprak. De eerste belangstelling ging uit naar 't zakelijk en gedocumenteerd betoog van den heer Smeenk. Ook hij had bezwaren tegen het opdrij ven Van het werkloozencijfer met degenen, die in de werkverschaffing zijn, vele kleine zelfstandigen en laatstelijk nog weer 18.000 kleine boeren. Op deze wijze zijn zelfs onze eigen cijfers niet meer verge lijkbaar en wordt tevens verklaarbaar, waarom hier en daar de werkloosheidsuit gaven in stijgende lijn zijn gegaan, terwijl die voor armenzorg daalden. In dit verbal.d werd er nog de aandacht op gevestigd, dat de defensiemaatregelen nog weinig invloed hebben gehad op het werkloozencijfer. Dat we met het oog op onzen in- i i uitvoer tras hebben te hoeden voor maatregelen, die onze internationale positie in het econo misch leven in gevaar zouden kunnen bren gen, was een niet overbodige waarschu wing ten aanzien van hen, die in autarki sche richting zouden willen sturen, dan wel van meening zijn, dat industrialisatie k putrance ons heil zou kunnen brengen. Dat bij de werkloosheidsbestrijding de ontplooiing van het normale bedrijfsleven principieel de prioriteit heeft, betoogden zoowel de heer Smeenk als oud-minister .0 u d. Een grnote-werken-politiek 'daarnaast is in de gegeven omstandighe den echter noodig. Maar zij dient met be leid te worden gevoerd en kan zeker niet rusten op de onbewezen en nog nergens be vestigde koopkracht-theorie van de heeren ,Van Gelderen en Vos. Tegenover de spraak van den heer Van Gelderen: wij spa ren ons arm, zette Mr. Oud wien de hang naar een kabinet op breede basis kennelijk nog niet verlaten heeft, uiteen, dat we misschien nog te weinig sparen en een ver- teringspolitiek der soc.-dem. er toe zou lei den, dat \ye, als we geld voor investeeringen zouden kunnen gebruiken, het niet zouden hebben. En nieuwe bedrijven kosten, kapi taal-intensief als ze zijn, veel geld. Dat we uit nood thans tot bepaalde maat regelen overgaan, die in wezen niet alle even soliede zijn. is intusschen onvermijde lijk. Gaarne zou de heer Smeenk willen we ten op welke wijze de Regeering meent sti- muleerend pp het bedrijfsleven te kunnen inwerken Op dit gebied zijn ook gevaar lijke maatregelen aanbevolen, die anderen zouden kunnen verlokken tot dumping. Denkt ge. zoo vroeg hij verder, in het be lang der industrialisatie, ook aan verla ging van lasten, al zijn in dit opzicht de mogelijkheden niet groot?. Met de luchthartigheid, waarmee sommigen soms spreken over het uitgeven van een milliard konden noch de heer Smeenk, noch Mr, Oud zich vereenigen. Bedenkt men wel, zoo vroeg de anti-rev. spreker, dat zulk een uitgaaf beteekent een budgetaire last gedurende tientallen jaren ,van 50 60 millioen per jaar? Zou men dat in ernst aandurven met het oog op de toe komst en pp de reeds aanwezige zwakke plekken in onze budgetaire politiek? Omdat bij de bestrijding van de werkloos heid 't vestigen van nieuwe blijvende werk gelegenheden op den voorgrond behoort te staan, drong de heer Smeenk er o.a. op aan, veel aandacht te schenken aan ontgin ningen en ruilverkavelingen. Hij achtte liet voorts geraden de voorbereiding van de in poldering van de nog resteeremle twee Zuiderzeepolders zoo tijdig ter hand te nemen, dat de werk zaamheden er aan kunnen beginnen, zoodra de Noord-Oostpolder gereed is. Al dienen er, met name ook in het Noor den des lands werkverschaffingen als toet singsmiddel te blijven bestaan, toch zijn er allerlei werken van niet te groot en omvang, die beter als normaal werk kunnen worden beschouwd. In dcnzelfden geest spraken later de h'fi rn Bakker en Krol, die wat meer arm slag voor de kleine gemeenten wenschten, •elke nu soms door de maatregelen van de Regeering -in het bestrijden der werkloos heid eer bemoeilijkt dan geholpen worden. Krot opruiming en bouw van goedkoope woningen ten plattelande waar nog heel at krotten dienen te verdwijnen werd door den heer Smeenk zeer in 't bijzon der onder de aandacht gebracht. Verplichte arbeidsdienst werd om princi- pieele redenen afgewezen. De heer Oud stond op dit punt minder afwijzend, als we het maar op z'n Nederlandsch doen en niet een bepaalde levensbeschouwing gaan op dringen. Ten deze staan we meer aan de zijde van den heer Smeenk, die op den reeds ingesla gen weg wenschte voort te gaan. Als kleinere middelen, die ter bestrijding van de crisis zijn aanbevolen, zijn in adres sen genoemd de verkorting van den werk tijd, beperking van de mechanisatie en ver vroegde pensionneering. Deze hebben echter zonder uitzondering velerlei schaduwzijden en brengen ten deele slechts verplaatsing van leed. Oip enkele vah deze punten ging de heer O u d iets dieper in. Hij wees er op, dat rationalisatie heeft geleid tot prijsdaling en meer welvaart. Zouden we tot verkorting van arbeids duur of werkspreiding overgaan, dan moeten we niet 't pad van Frankrijk op. Zou een matige verhooging van lasten on vermijdelijk zijn, dan zou deze door werk gevers, ai'beiders en overheid moeten wor den gedragen Hier kwam de heer O u d in strijd met zijn eigen uitgangspunt het normale bedrijfsleven stimuleeren terwijl hij tevens uit het oog verloor, dat zijn methode uitlokt tot nieuwe rationalisatie met al de gevolgen daarvan. Geïnformeerd werd of het inderdaad juist is, dat we hier en daar vastloopen met onze steunregeling doordat het mogelijk is, dat het steunbedrag plus emolumenten hooger is dan het plaat selijk loon. Extra-bevoegdheden wilde de heer Oud 't Kabinet wel toestaan, mits ze telkens wesr kunnen worden verlengd. Ook coördinatie binnen het Kabinet achtte hij wenscheiijk. Hier maakte de min.-president een bewe ging met zijn duim. Bedoelde hij te zeggen, dat het niet gemakkelijk is zelfs ministers er toe te brengen van hun zelfstandigheid iets prijs te geven?. Wat bij het doen uitvoeren van kleine opdrach ten, vroeg de R.K. heer Ru ij ter. Hij wenschte voorts krachtige bevordering van emigratie en reserveering van de binncn- landsche markt o.a, voor binnenlandsch vleesch. Het uiten van den wensch, is ech ter in beide gevallen gemakkelijker dan het komen tot de daad. De heer Ruijter verloor dat wel eenigszins uit het oog, vermoedelijk doordat hij geen van beide punten voldoen de concreet stelde. KENT U al HYGIDENT de nieuwe, zelfwerkende, Kunsf» gebit-reiniger? Maakt ZONDER BORSTELEN Uw ploot en gebit uw en verwijdert olie vlekken. Prijs normale fla con 45 ets., extro groote f loco». 85 ets. Koop nog heden HY GIDENT bij Uw Apoth. of Drog. Met genoegen hebben we het eenvoudige woord van den heer Bakker beluisterd Enkele van zijn desiderata noemden we reeds. Terloops laakte hij de onzakelijke, onchris telijke critiek van den heer v. Houten, die bij vernieuwing de lasterlijke bewering lanceerde als zou voor de defensie maar ongelimiteerd worden uitgegeven en voor sociale doeleinden schrielheid regeeren. Hier is de strijd met de feiten zoo apert dat men nauwelijks aan gpede trouw kan gelooven bij hen, die deze beschuldiging telkens weer herhalen. Inperking van instanties bij het Werk fonds had de instemming van den heer Bakker, die zich overigens verdienste lijk maakte door een bestrijding van de super-agrarisclic beschouwingen van zijn fractiegenoot Weitkamp. Zijn kennis van toestanden op het platteland de akkerbouwstreken hebben goede jaren achter den rug, verklaarde de Friesche afgevaardigde, bracht hem er toe er met kracht op aan te dringen, dat den boeren, die onder de steunregeling vallen, de ver plichting zou worden opgelegd meer arbeiders in hun bedrijf tewerk te stel len. Daar komt thans niets van. Wel worden machines gekocht, ook al ko men ze in de practijk duurder uit dan handkracht. Een andere wensch en zij was niet minder sympathiek gold den aftrek iti de steunregeling. Deze werkt werkschuw heid in de hand en is noodeloos hard tegen over degenen, die zich door spaarzaam heid eenig bezit een huisje b.v. heb- ?n verworven. De rede van den heer Krol liep in meer dan één opzicht parallel met die van den heer Bakker en droeg ten deele een locaal. Groningsch, karakter. De werkloosheidscijfers vormden het on derwerp van uitvoerige beschouwingen van Ir. Vos. In 't voorbijgaan vestigde hij de aan dacht op de absolute absentie van de N.S.B., die onlangs zoo heftig verontwaar digd deed over parlementair absenteïsme. Zijn betoog had eohter voornamelijk een politieken inslag en was er op gericht de 'Katholieken te prikkelen De rede van den heer Beaufort noemde hij „plus beau que fort" (meer mooi van vorm, dan sterk), omdat zij niet beant woordde aan de houding, welke den laat sten tijd van R.K. zijde tegienover het kabi net werd aangenomen. Men placht er te staan: één voet in de Regeering, één voet in de oppositie. Het radicalisme van voor Paschen is thans echter verdwenen, hoon de de heer Vos. Met deze critiek, waar de spijtigheid dik oplag, kon men desnoods vrede hebben misschien zelfs er een beetje waarheid in erkennen maar te ver ging o.i. de heer Vos, toen hij een uitlating van den heer Beaufort interpreteerde in een voor den minis ter-president onaangenamen zin niet alleen, maar op een wijze, die ware zij juist den R.K woordvoerder tot een huichelachtig, karakterloos mensch zou stempelen. Gij hebt gezegd, aldus de heer Vos, dat uit de leiding van de werkloosheidsbestrij ding moesten worden verwijderd allen, die daar niet van ganscher harte al hun krachten aan gaven. Was dit misschien aldus de schampere vraag uw formule om het aftreden van den minister-presi dent te eischen, waarvan in een Katholiek blad openlijk gesproken is? Dat was een pijl met gif. De vraag was een volkomen miskenning van de duidelijke bedoeling van den heer Beaufort. Deze hield zich uiterlijk kalm, maar dat de verontwaardiging niettemin in hem opbruiste, kon niemand ontgaan. Nadat de soc.-dem. spreker zijn rede be ëindigd had, begaf de heer Beaufort zich onmiddellijk naar Dr Colijn. De beteekenis daarvan ligt voor de hand. Voor morgen staan om te beginnen nog een tweetal Katholieke sprekers ingeschre ven. Dat na hen onmiddellijk de Regee ring aan het woord komt, verwachten we echter niet. Verslag ■angTjjke werkloosheid. ik der werkloosheid niet aan d. weest. Omtrent de werkloosheid vóór den oor- lor staan ons eig-enlljk geen gegevens ter be schikking. Als is de toestand thans beter dan in 1932, toch is h(j zeer ernstig. Met vergelijkingen met het bul men voorzichtig zijn. Veel verbetering is er in de nat,.. niet t« verwachten. Spr. wijst op het zorgwek kende van het niet doen van ikeringsfondsen. Ook deze aandacht hebben van I- ring, wil men niet komen tot :risis dreigt, ende werkge- het ontginnen jorbereldingen g der Zulder- irdigo inpolderini krachten in c is in de eerste plaats schappij. allerlei zedelijke werkloosheid niet bestrijden r lddelen die haar eigenlijk zouden vei En het gaat ook - - - - de verplaatsing i De bedoeling is blijkbaar: is het geld niet •oductleve doeleinden, dan >n. Spr. Is het meer met den heer Smeenk eens. Men moet deze zaken bezien op den langen duur. Wanneer het geld mair moet 'zijn de werkzaamheid cullere bedrijfsleven. Verkortin; beldsduur is een middel n het bedrijfsli erkkrach- U Door sa- opofferlng alleen Is er ten -beldspllcht dan in eigen Nederlandsche De heer RUIJTER (r.-k.) wenscht di de gemeenten^me«- orden, doch legdheld wordt beldsmarkt te ko- i het Werkfonds het nuttige en mogelijke een werk heeft uitgesproken, moet het en worden uitgevoerd, de Wieringermeer hadden meer kleine taald Spr. dringt aan op loonbeslagen. De' zeer lage loonen zijn mede oorzaak, dat de middenstand In groote moeilijkheden ver keert, als gevolg van onvoldoende afzet op de i nu niet mag blljve ulteit welk. nden eischen, merk( *pr. JSI. JMLb rede. welke Minister Colijn vorige week Woensdag hier heeft are Christelijke >ordige spr. bitter weinig tegen dient de Regeering oppotten, niel ende iobbers"? left toe. dal irkloosheid. Daar- kracht op te tre- 'derlandslïë gedaan Is t er wel Iets ÜH.werkloosheid, lan ls, ts lang niet voldoende. Spr. constateert, dat de Regeering ten f en van de werkloosheid geheel andere i en aanlegt dan ten opzichte van de defei Een complex van maatregelen Is noodig ivel -sten klem aandringt. heid mede gebonden is doi spr. dan de Regeerins an goeden wil te ttJn om zooveel In ;rmogen ligt het leed der werkloosheid :hrlsteli)kheld 1 end moet optreden. \t cehec.~ de geheele Unie rden genomen, waardoor de roductief wordt en weer meer landarbeiders in dienst zullen kunnen worden de omzetting van den steun in arbeid ROFFEL-RIJM FEESTDAG 't Was vandaag een dag van weelde En van rasroyaliteit. 't Was de dag van ongekende Gulle mededeelzaamheid: Twee- of driemaal honderdduizend Deegjes zijn vandaag verspeeld. Honderdduizend jonge' pieren Hebben zich in 't bad verveeld. Honderdduizend versche maden Doken onder in het nat, Ja, op een miljoen mameren Heeft de visch het goed gehad. 't Waren niet de rijke lieden Die hun overvloed van brood Voerden aan de gladde visschen In de tocht, de plas, de sloot. 't Waren meest de kleine menschen Die van hun bescheiden deel Graag een heerlijk havje maakten Voor der visschen vlotte keel. 't Was vandaag de eerste Juni: Inzet van het vischfestijn. Voor den hengelaar een sof dag, Voor de visschen extra fijn. (Nadruk verboden). LEO LENS P gunstige gevolgen i klei KROL (c.-h.) is van meening. dat we zoo spoedig mogelijk weer moeten komen tot een sluitend budget, hetgeen van het hoogste belang ls voor onzen volksweerstand. Ook ls spr. van oordeel dat krachtiger maat regelen dienen te worden genomen, waardoor de arbeiders weer meer in het bedrijfsleven wor den opger heid in het kleelinghedrijf, beidskrachten gebukt gaan De heer VOS (s.-d.) en thans hooger i In dit verband vraa. tomme niet eerder is tel om 30 millioen m erkfonds. gekomen, kon dat d ich). I ede de i.l -J dat het aantal werkloo- lan een iaar geleden. rom Minister iet het voor trekken voor i half jaar uit rede. ir verdaagd tol De Spanjaarden naar Ameland 's-GRAVENHAGE, 1 Juni. Zooals be kend is heeft de Regeering besloten de Spanjaarden die ongehuwd zijn, te internee ren op het eiland Ameland De Spanjaarden die voor deze interneering zijn aangewezen werden heden naar het Huis van Bewaring overgebracht in afwachting van hun tran sport naar Ameland, dat op een nader te bepalen dag zal plaats hebben. tem >1. Algemeen Pro» grnmmn, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten, Gram.muziek. (Om 9.30 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.15 lobegelelding. In de pauzot 4.30 Orgelspel. 5.30 Gram.muziek. 6.30 Cau serie over kamerplanten. 7.00 Berichten. 7.15 Declamatie en Gram.muziek. 7.45 Reportage, 8.05 Berichten ANP, Herhaling SOS-Berich. >n. 8.15 NCRV-oi i solist. 9.00 Cs Vlaamsche kunst", 9,30 Carillonconcert. 10.09 Berichten ANP. 10.05 Vervolg orkestconcert 10.45 Sport- praatje. 11.00 Gram.muziek. ca, 11.50—12.00 Schriftlezing. HILVERSUM II. 301.5 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 0.00 VARA. 10.40 VPRO. ll.OO— —12.00 VARA. 8.00 Gram.muziek. (Om 8.1C Berichten). 10.09 Morgenwijding. 10.20 De clamatie. 10.40 Gram.muziek. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Gram muziek. 12.00 Gram- muziek. (Om 12.15 Berichten). 12.45 De Pal- ladians. 1.45 Muzikale causerie (met gr.pl.) 2.30 Het Kovacs Lajos-orkest en solisten. 4.00 Gram.muziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.09 De Ramblers. 6.30 Poli- diojournaal. 6.50 Hammond-OrgelspeL Avondwijdang. 11.00 Gram.muziek. 11.30 Jas muziek (gr.pl.). 11.55—12.00 Gram.muziek. DROITWICH 1ÖOO M. 12.10 Orgel. 12.40 Ensem ble. 1.35 Strijkorkest. 4.50 Radiotooneel. 6.20 Octet. 7.05 Viool en plano. 7.35 Orkest 8.35 Symphonie-orkest, zangers en planoduo. S.55 Concert 11.10 Band. tooneel. 11.20 Orkest. KEULEN 430 M. 7.30 Orkest. 12.20 Orkest 1.35 Concert. 4.20 Orkest. 7.30 Orkest. 9.20 Voor 11.20 Orkest en Zangvereenl- ging. 12.20 Com 8.20 Duitschlandecho. 8.35 Orkest. 9.20 Radio-, tnnnppl 1(1 fill Praïcnpt 11 Oh f\ nlr.» w.. Werk maakt sterk Men schrijft ons: Uit enkele plaatsen ontvangen! wij bes richt dat de Nederlandsche Werkgemeen schap bonnetjes ter verkoop aanbiedt, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de moreele werkloosheidszoi^?. De indruk schijnt gewekt te zijn, dat deze instelling in eenig verband staat tot de Centrale voer Werkloozenzorg. Daarom deelen wij mede, dat deze instelling geen enkel verband heeft met de Centrale voor Werkloozenzorg, gesticht op initiatief vart den Raad van Nederlandsche Kerken voor practisch Christendom. De collecte-actie voor de Centrale voor Werkloozenzorg geschiedt geheel zelsftan- dig onder de leuze: „Werk maakt Sterk", Het adres der „Centrale" is: Stadhouders' laan 43-45, Utrecht Tekst en illustratie van H. KANNE GIETER 70 „O, domme eend, die ik was! Dat is waar ookl Die snede helpt ons niemendalI Had den we dien sohelm maar niet tot ere burger van onze stad gemaakt en han den met geld gegevenl Als hij hier weer komt, dan wacht hem de galg. Het is een schande ons zo te bedriegen!" zo sprak de Burgemeester en allen waren het met hem eens. Terstond richtte men op het beruchte Galgenveld een galg op, doch ereburger Tijl Uilenspiegel was er niet meer, 71 Tijl Uilenspiegel wachtte zich wel, om in de stad te verschijnen. Want het rus tige Schöppenstiidt was nu zonder haar klok niets en niemendal meer. Jaren lang bleef men nog vissen naar de klok. maar zij was weg en bleef weg. En d? vijandelijke trommels, die men had menen te horen, bleken niets anders te zijn ge weest dan een keisteen in een ledige ton. Nu had de man van de ton geen leven meer. Met gebalde vuisten kwam men op hem af 72 „Want", zo dacht men, „jij hebt met died Tijl Uilenspiegel samen gespannen en ook jouw schuld is het, dat we onz9 klok voor goed kwijt zijn geraakt". Doch de arme man was een stum.perd; hij was niet goed bij het hoofd en daarom liet de Burgemeester hem niet ophangen. En wie nog meer van Uilenspiegel wil weten, die moet er zijn verdere snakerijen maac eens op nalezen. Hoe kon hij toch telkens Willeke zooveel verdriet doen. Hilda had het bij het rechte eind gehad, hij had niet moeten trouwen, althans niet met een kindje als Willy. Hij begreep zichzelf niet. De jaren van wachten was hij haar trouw geble ven, was niets hem voor haar te veel geweest. Zij had in hem alles gewekt wat goed was en mooi, zijn karakterzonden waren onder haar invloed een vroegen dood gestorven, had hij geloofd. En nauwelijks had hij haar of ze waren herleefd. Wat een misselijke vent was hij. Ze zou nu moeilijker tot ver zoening bereid zijn dan de vorige keeren, omdat hij die laat- fete belofte ook niet had gehouden. Hoe kón je zoo'n belofte houden. Hij had die nooit moeten afleggen. Stel je voor, naar je vrouw gaan en zeggen, dat je momenteel meer voor een ander voelt. Dat deed toch niemand? Maar ja, toen hij dat beloofde, was hij er vast van overtuigd, dat het niet meer gebeuren zou. Wat? Telefoon? Intercommunaal nog wel? Hij sprong uit bed, wou naar beneden gaan, maar Willy as er al. „Dokter Verbeek? Hè, met vader? O dokter, is het heel érg? Dokter, zèg het me maar. Nee, ik kom direct per auto. Binnen 't uur ben ik er, Wat? Niet meer kennen? Maar hij kan Dokter, hij is toch niet dood? God sta me bij". In drie, vier sprongen was Hans beneden. „Willy!" Ze gaf geen antwoord. Geleund tegen den muur stond ze daar, de armen slap langs het lichaam, het gezicht ver wrongen. „Willeke, lieveling". Nog zei ze niets. Toen hij een van haar koude handen vatte, was het, of ze ontwaakte uit een droom. Met kracht duwde ze hem van zich. „Weg", riep ze, „weg jij. Mijn vader is gestorven en ik was niet bij hem. Jóüw schuld, jouw schuld, ellendeling!" „Niet mijn schuld, maar de schuld van jouw jaloezie", ontviel het hem. Zonder een woord te zeggen ging ze langs hem heen, de keuken in. Hij schoot naar boven, begon in wilde haast zich te kleeden. 't Wagentje stond nog voor, ze moesten er maar direct heen. Misschien een beroerte. Misschien leefde hij nog. De dokter scheen immers zooiets gezegd te hebben van „buiten-kennis"? Toen Hans de laatste hand aan zijn toilet legde, hoorde hij den motor aanslaan en toen hij naar het voorraam vloog, was de auto al niet meer te zien. HOOFDSTUK LI Niets bleef Willy bespaard. Vrouw Zwaanswijk vertelde precies, hoe ze de kamer gevonden hadden. „Met vier hor retjes en 't Zundasse serrevies en main oliebolle op tafel. Je zou denke, da de man malende was, maar dat was tie nie, want main man hait nog zoo möi met em gepraat. Main man zait,: meester gong na 't feest hier bove en daarom wou die et hier beneje ök nog een bietje feestelijk make. Main man ken et zoo raar zegge, hè?" De koster zei enkel: „Vader is verlost. Hai zei nou nóit meer alleenig hoeve te zain". De huishoudster was ontroostbaar over het feit, dat ze niet thuis was geweest. „Ik wou blijven, mevrouw, maar ik mocht niet van meneer. Hij dwong me als 't ware om weg te gaan. En ik dacht, dat hij bij den koster zou zijn". De dominee kwam en sprak over den hemel, waar „de verloste ziel juichte voor den troon". De dokter zei, er zeker van te zijn, dat de overledene on bewust en zonder te lijden gestorven was. Willy antwoordde niemand, zat met groote starende oogen voor zich uit te zien. Toen Hans, die een half uur later per motor was gearri veerd, met den begrafenisondernemer sprak en over enkele dingen haar oordeel vroeg, stond ze op, ging naar de kamer, waar de doode lag en draaide de deur achter zich in het slot. „Vader, vader", zei ze, maar geen tranen braken de ban, die over haar lag. „Vader, als ik nog maar één woord van je had. Vader, nou heb ik niemand meer". Eén woord. Véél woorden had vader nagelaten voor zijn kind, maar die woorden waren in het bezit van een ander. Die ander had het goed gemeend, toen hij de brief wegnam, voor hij zijn ouders riep. De brief was voor Willy en geen vreemd oog mocht die zien. Zelf had hij enkel de laatste woorden en het opschrift gelezen, dan de vellen saamgevou- wen en in een envelop gesloten. Hij zou den brief haar geven, zoodra ze wat bedaard was. Bedaard? Dat was ze van het eerste oogenblik af, vertelde hem zijn moeder. „Een bonk ais is die maid, jong! Jai trekt et je meer an „-.i as zaï „Onmogelijk". „Nou, ga d'r dan zellef conterleere, dan zei je et zien 's Avonds, toen hij verwachtte haar even alleen te kunneii treffen, ging hij. Hij vond enkel de huishoudster en den man, dien hij niet lijden mocht. Die man was ditmaal heel vriendelijk. „Komt u binnen", zei hij. „U heeft vader gevonden, niet waar? Ver' telt u me alles eens heel precies. Ik heb de droeve geschiede' nis zeker al wel dertigmaal gehoord vandaag, maar dan ook dertigmaal verschillend", (Wordt vervolgd) HUN GELUKSLAND Het zoozeer de aandacht gespannen houdend verhaal van Mevrouw D. Menkens-van der Spiegel, nadert zijn eind. Nog enkele feuilleton-nummers zullen volgen. Op veler verzoek deelen wij mede, dat dit verhaal in boekformaat zal verschijnen. De uitgave, alleen gebonden verkrijgbaar, zal bijna 400 blad zijden dik zijn. De prijs is door ons zoo laag moge lijk gesteld, namelijk op 2.75. Men kan dit bedrag reeds thans overschrijven of storten op ons giro nummer. Ook kan men bestellen bij den agent of bezorger van ons blad, zoomede bij den boekhandel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8