Het Werkloosheidsdebat
VAN KRANTENJONGEN TOT UITVINDER
DONDERDAG 2 JUNI 1938
Tweede Kamer
Instemming en wenschen Het werkloozencijfer
Het uitgeven van een milliard Inpoldering Zui
derzee De steunregeling Tewerkstelling in den
landbouw Spijtige critiek
Overzicht
Vergadering van 1 Juni 1938
Acht sprekers hebben zich vandaag
doen hooien. Van de R. K. kregen we
den tweeden man er staan er nog
twee ingeschreven van de C. H. kwa
men de tweede en derde spreker in het
vuur en de soc.-dem. maakten een kwar
tet vol.
Dat we bij dezen gang van zaken in de
herhalingen vervielen, ligt voor de hand;
dat deed ook de laatste soc.-dem. spreker,
de heer Vos, die tevens bij voorbaat den
partijgenoot-interpellant een stuk repliek
uit de hand nam.
Voor het Kabinet was overigens de dag
gunstig.
Behoudens wenschen op onderdeelen von
'den haar voornemens in het algemeen in
stemming bij de heeren Smeenk, Oud,
Bakker, Krol en R u ij t e r.
De critiek werd vertegenwooitfigd door de
heeren Van Houten, als steeds aanleu
nend aan de SD.A.P. en Ir. Vos, terwijl
Mej. De Jong in soc.-dem. stijl de werk
loosheid in het kleedingbedrijf besprak.
De eerste belangstelling ging uit naar 't
zakelijk en gedocumenteerd betoog van den
heer Smeenk.
Ook hij had bezwaren tegen het opdrij ven
Van
het werkloozencijfer
met degenen, die in de werkverschaffing
zijn, vele kleine zelfstandigen en laatstelijk
nog weer 18.000 kleine boeren. Op deze wijze
zijn zelfs onze eigen cijfers niet meer verge
lijkbaar en wordt tevens verklaarbaar,
waarom hier en daar de werkloosheidsuit
gaven in stijgende lijn zijn gegaan, terwijl
die voor armenzorg daalden. In dit verbal.d
werd er nog de aandacht op gevestigd, dat
de defensiemaatregelen nog weinig invloed
hebben gehad op het werkloozencijfer.
Dat we met het oog op onzen
in- i
i uitvoer
tras hebben te hoeden voor maatregelen, die
onze internationale positie in het econo
misch leven in gevaar zouden kunnen bren
gen, was een niet overbodige waarschu
wing ten aanzien van hen, die in autarki
sche richting zouden willen sturen, dan wel
van meening zijn, dat industrialisatie k
putrance ons heil zou kunnen brengen.
Dat bij de werkloosheidsbestrijding de
ontplooiing van het normale bedrijfsleven
principieel de prioriteit heeft, betoogden
zoowel de heer Smeenk als oud-minister
.0 u d.
Een
grnote-werken-politiek
'daarnaast is in de gegeven omstandighe
den echter noodig. Maar zij dient met be
leid te worden gevoerd en kan zeker niet
rusten op de onbewezen en nog nergens be
vestigde koopkracht-theorie van de heeren
,Van Gelderen en Vos. Tegenover de
spraak van den heer Van Gelderen: wij spa
ren ons arm, zette Mr. Oud wien de hang
naar een kabinet op breede basis kennelijk
nog niet verlaten heeft, uiteen, dat we
misschien nog te weinig sparen en een ver-
teringspolitiek der soc.-dem. er toe zou lei
den, dat \ye, als we geld voor investeeringen
zouden kunnen gebruiken, het niet zouden
hebben. En nieuwe bedrijven kosten, kapi
taal-intensief als ze zijn, veel geld.
Dat we uit nood thans tot bepaalde maat
regelen overgaan, die in wezen niet alle
even soliede zijn. is intusschen onvermijde
lijk.
Gaarne zou de heer Smeenk willen we
ten op welke wijze de Regeering meent sti-
muleerend pp het bedrijfsleven te kunnen
inwerken Op dit gebied zijn ook gevaar
lijke maatregelen aanbevolen, die anderen
zouden kunnen verlokken tot dumping.
Denkt ge. zoo vroeg hij verder, in het be
lang der industrialisatie, ook aan verla
ging van lasten, al zijn in dit opzicht de
mogelijkheden niet groot?.
Met de luchthartigheid, waarmee
sommigen soms spreken over
het uitgeven van een milliard
konden noch de heer Smeenk, noch
Mr, Oud zich vereenigen.
Bedenkt men wel, zoo vroeg de anti-rev.
spreker, dat zulk een uitgaaf beteekent een
budgetaire last gedurende tientallen jaren
,van 50 60 millioen per jaar? Zou men dat
in ernst aandurven met het oog op de toe
komst en pp de reeds aanwezige zwakke
plekken in onze budgetaire politiek?
Omdat bij de bestrijding van de werkloos
heid 't vestigen van nieuwe blijvende werk
gelegenheden op den voorgrond behoort te
staan, drong de heer Smeenk er o.a. op
aan, veel aandacht te schenken aan ontgin
ningen en ruilverkavelingen. Hij achtte liet
voorts geraden de voorbereiding van de in
poldering van de nog resteeremle
twee Zuiderzeepolders
zoo tijdig ter hand te nemen, dat de werk
zaamheden er aan kunnen beginnen, zoodra
de Noord-Oostpolder gereed is.
Al dienen er, met name ook in het Noor
den des lands werkverschaffingen als toet
singsmiddel te blijven bestaan, toch zijn er
allerlei werken van niet te groot en omvang,
die beter als normaal werk kunnen worden
beschouwd.
In dcnzelfden geest spraken later de h'fi
rn Bakker en Krol, die wat meer arm
slag voor de kleine gemeenten wenschten,
•elke nu soms door de maatregelen van de
Regeering -in het bestrijden der werkloos
heid eer bemoeilijkt dan geholpen worden.
Krot opruiming en bouw van goedkoope
woningen ten plattelande waar nog heel
at krotten dienen te verdwijnen werd
door den heer Smeenk zeer in 't bijzon
der onder de aandacht gebracht.
Verplichte arbeidsdienst werd om princi-
pieele redenen afgewezen. De heer Oud
stond op dit punt minder afwijzend, als we
het maar op z'n Nederlandsch doen en niet
een bepaalde levensbeschouwing gaan op
dringen.
Ten deze staan we meer aan de zijde van
den heer Smeenk, die op den reeds ingesla
gen weg wenschte voort te gaan.
Als kleinere middelen, die ter bestrijding
van de crisis zijn aanbevolen, zijn in adres
sen genoemd de verkorting van den werk
tijd, beperking van de mechanisatie en ver
vroegde pensionneering.
Deze hebben echter zonder uitzondering
velerlei schaduwzijden en brengen ten deele
slechts verplaatsing van leed.
Oip enkele vah deze punten ging de heer
O u d iets dieper in. Hij wees er op, dat
rationalisatie
heeft geleid tot prijsdaling en meer welvaart.
Zouden we tot verkorting van arbeids
duur of werkspreiding overgaan, dan
moeten we niet 't pad van Frankrijk op.
Zou een matige verhooging van lasten on
vermijdelijk zijn, dan zou deze door werk
gevers, ai'beiders en overheid moeten wor
den gedragen Hier kwam de heer O u d in
strijd met zijn eigen uitgangspunt het
normale bedrijfsleven stimuleeren terwijl
hij tevens uit het oog verloor, dat zijn
methode uitlokt tot nieuwe rationalisatie
met al de gevolgen daarvan.
Geïnformeerd werd of het inderdaad juist
is, dat we hier en daar vastloopen met onze
steunregeling
doordat het mogelijk is, dat het steunbedrag
plus emolumenten hooger is dan het plaat
selijk loon.
Extra-bevoegdheden wilde de heer Oud 't
Kabinet wel toestaan, mits ze telkens wesr
kunnen worden verlengd. Ook coördinatie
binnen het Kabinet achtte hij wenscheiijk.
Hier maakte de min.-president een bewe
ging met zijn duim. Bedoelde hij te zeggen,
dat het niet gemakkelijk is zelfs ministers
er toe te brengen van hun zelfstandigheid
iets prijs te geven?.
Wat
bij het doen uitvoeren van kleine opdrach
ten, vroeg de R.K. heer Ru ij ter. Hij
wenschte voorts krachtige bevordering van
emigratie en reserveering van de binncn-
landsche markt o.a, voor binnenlandsch
vleesch. Het uiten van den wensch, is ech
ter in beide gevallen gemakkelijker dan het
komen tot de daad. De heer Ruijter verloor
dat wel eenigszins uit het oog, vermoedelijk
doordat hij geen van beide punten voldoen
de concreet stelde.
KENT U
al HYGIDENT
de nieuwe, zelfwerkende, Kunsf»
gebit-reiniger? Maakt ZONDER
BORSTELEN Uw ploot en gebit
uw en verwijdert
olie vlekken. Prijs normale fla
con 45 ets., extro groote f loco».
85 ets. Koop nog heden HY
GIDENT bij Uw Apoth. of Drog.
Met genoegen hebben we het eenvoudige
woord van den heer Bakker beluisterd
Enkele van zijn desiderata noemden we
reeds.
Terloops laakte hij de onzakelijke, onchris
telijke critiek van den heer v. Houten, die
bij vernieuwing de
lasterlijke bewering
lanceerde als zou voor de defensie maar
ongelimiteerd worden uitgegeven en voor
sociale doeleinden schrielheid regeeren. Hier
is de strijd met de feiten zoo apert dat men
nauwelijks aan gpede trouw kan gelooven
bij hen, die deze beschuldiging telkens weer
herhalen.
Inperking van instanties bij het Werk
fonds had de instemming van den heer
Bakker, die zich overigens verdienste
lijk maakte door een bestrijding van de
super-agrarisclic beschouwingen van zijn
fractiegenoot Weitkamp.
Zijn kennis van toestanden op het
platteland de akkerbouwstreken
hebben goede jaren achter den rug,
verklaarde de Friesche afgevaardigde,
bracht hem er toe er met kracht op
aan te dringen, dat den boeren, die
onder de steunregeling vallen, de ver
plichting zou worden opgelegd meer
arbeiders in hun bedrijf tewerk te stel
len. Daar komt thans niets van. Wel
worden machines gekocht, ook al ko
men ze in de practijk duurder uit dan
handkracht.
Een andere wensch en zij was niet
minder sympathiek gold den aftrek iti
de steunregeling. Deze werkt werkschuw
heid in de hand en is noodeloos hard tegen
over degenen, die zich door spaarzaam
heid eenig bezit een huisje b.v. heb-
?n verworven.
De rede van den heer Krol liep in meer
dan één opzicht parallel met die van den
heer Bakker en droeg ten deele een locaal.
Groningsch, karakter.
De werkloosheidscijfers vormden het on
derwerp van uitvoerige beschouwingen van
Ir. Vos.
In 't voorbijgaan vestigde hij de aan
dacht op de absolute absentie van de
N.S.B., die onlangs zoo heftig verontwaar
digd deed over parlementair absenteïsme.
Zijn betoog had eohter voornamelijk een
politieken inslag en was er op gericht
de 'Katholieken te prikkelen
De rede van den heer Beaufort noemde
hij „plus beau que fort" (meer mooi van
vorm, dan sterk), omdat zij niet beant
woordde aan de houding, welke den laat
sten tijd van R.K. zijde tegienover het kabi
net werd aangenomen. Men placht er te
staan: één voet in de Regeering, één voet
in de oppositie. Het radicalisme van voor
Paschen is thans echter verdwenen, hoon
de de heer Vos.
Met deze critiek, waar de spijtigheid dik
oplag, kon men desnoods vrede hebben
misschien zelfs er een beetje waarheid in
erkennen maar
te ver ging o.i. de heer Vos, toen hij
een uitlating van den heer Beaufort
interpreteerde in een voor den minis
ter-president onaangenamen zin niet
alleen, maar op een wijze, die ware
zij juist den R.K woordvoerder tot
een huichelachtig, karakterloos mensch
zou stempelen.
Gij hebt gezegd, aldus de heer Vos, dat
uit de leiding van de werkloosheidsbestrij
ding moesten worden verwijderd allen, die
daar niet van ganscher harte al hun
krachten aan gaven. Was dit misschien
aldus de schampere vraag uw formule
om het aftreden van den minister-presi
dent te eischen, waarvan in een Katholiek
blad openlijk gesproken is?
Dat was een pijl met gif.
De vraag was een volkomen miskenning
van de duidelijke bedoeling van den heer
Beaufort. Deze hield zich uiterlijk kalm,
maar dat de verontwaardiging niettemin
in hem opbruiste, kon niemand ontgaan.
Nadat de soc.-dem. spreker zijn rede be
ëindigd had, begaf de heer Beaufort zich
onmiddellijk naar Dr Colijn. De beteekenis
daarvan ligt voor de hand.
Voor morgen staan om te beginnen nog
een tweetal Katholieke sprekers ingeschre
ven. Dat na hen onmiddellijk de Regee
ring aan het woord komt, verwachten we
echter niet.
Verslag
■angTjjke werkloosheid.
ik der werkloosheid niet aan d.
weest. Omtrent de werkloosheid vóór den oor-
lor staan ons eig-enlljk geen gegevens ter be
schikking. Als is de toestand thans beter dan
in 1932, toch is h(j zeer ernstig.
Met vergelijkingen met het bul
men voorzichtig zijn.
Veel verbetering is er in de nat,..
niet t« verwachten. Spr. wijst op het zorgwek
kende van het niet doen van
ikeringsfondsen. Ook deze
aandacht hebben van I-
ring, wil men niet komen tot
:risis dreigt,
ende werkge-
het ontginnen
jorbereldingen
g der Zulder-
irdigo inpolderini
krachten in c
is in de eerste plaats
schappij.
allerlei zedelijke
werkloosheid niet bestrijden r
lddelen die haar eigenlijk zouden vei
En het gaat ook - - - -
de verplaatsing i
De bedoeling is blijkbaar: is het geld niet
•oductleve doeleinden, dan
>n. Spr. Is het meer met
den heer Smeenk eens. Men moet deze zaken
bezien op den langen duur. Wanneer het geld
mair moet 'zijn de werkzaamheid
cullere bedrijfsleven. Verkortin;
beldsduur is een middel
n het bedrijfsli
erkkrach-
U Door sa-
opofferlng alleen Is er ten
-beldspllcht
dan in eigen Nederlandsche
De heer RUIJTER (r.-k.) wenscht di
de gemeenten^me«-
orden, doch
legdheld wordt
beldsmarkt te ko-
i het Werkfonds het nuttige en mogelijke
een werk heeft uitgesproken, moet het
en worden uitgevoerd,
de Wieringermeer hadden meer kleine
taald Spr. dringt aan op loonbeslagen.
De' zeer lage loonen zijn mede oorzaak, dat
de middenstand In groote moeilijkheden ver
keert, als gevolg van onvoldoende afzet op de
i nu niet mag blljve
ulteit welk.
nden eischen, merk(
*pr. JSI. JMLb rede. welke Minister
Colijn vorige week Woensdag hier heeft
are Christelijke
>ordige
spr. bitter weinig
tegen dient de Regeering
oppotten, niel
ende
iobbers"?
left toe. dal
irkloosheid. Daar-
kracht op te tre-
'derlandslïë
gedaan Is
t er wel Iets
ÜH.werkloosheid,
lan ls, ts lang niet voldoende.
Spr. constateert, dat de Regeering ten f
en van de werkloosheid geheel andere i
en aanlegt dan ten opzichte van de defei
Een complex van maatregelen Is noodig
ivel
-sten klem aandringt.
heid mede gebonden is doi
spr.
dan de Regeerins
an goeden wil te ttJn om zooveel In
;rmogen ligt het leed der werkloosheid
:hrlsteli)kheld 1
end moet optreden.
\t cehec.~
de geheele Unie
rden genomen, waardoor de
roductief wordt en weer meer
landarbeiders in dienst zullen kunnen worden
de omzetting van den steun in arbeid
ROFFEL-RIJM
FEESTDAG
't Was vandaag een dag van weelde
En van rasroyaliteit.
't Was de dag van ongekende
Gulle mededeelzaamheid:
Twee- of driemaal honderdduizend
Deegjes zijn vandaag verspeeld.
Honderdduizend jonge' pieren
Hebben zich in 't bad verveeld.
Honderdduizend versche maden
Doken onder in het nat,
Ja, op een miljoen mameren
Heeft de visch het goed gehad.
't Waren niet de rijke lieden
Die hun overvloed van brood
Voerden aan de gladde visschen
In de tocht, de plas, de sloot.
't Waren meest de kleine menschen
Die van hun bescheiden deel
Graag een heerlijk havje maakten
Voor der visschen vlotte keel.
't Was vandaag de eerste Juni:
Inzet van het vischfestijn.
Voor den hengelaar een sof dag,
Voor de visschen extra fijn.
(Nadruk verboden). LEO LENS
P gunstige gevolgen
i klei
KROL (c.-h.) is van meening. dat we
zoo spoedig mogelijk weer moeten komen tot
een sluitend budget, hetgeen van het hoogste
belang ls voor onzen volksweerstand.
Ook ls spr. van oordeel dat krachtiger maat
regelen dienen te worden genomen, waardoor de
arbeiders weer meer in het bedrijfsleven wor
den opger
heid in het kleelinghedrijf,
beidskrachten gebukt gaan
De heer VOS (s.-d.)
en thans hooger i
In dit verband vraa.
tomme niet eerder is
tel om 30 millioen m
erkfonds.
gekomen, kon
dat d
ich). I
ede de
i.l
-J dat het aantal werkloo-
lan een iaar geleden.
rom Minister
iet het voor
trekken voor
i half jaar uit
rede.
ir verdaagd tol
De Spanjaarden naar Ameland
's-GRAVENHAGE, 1 Juni. Zooals be
kend is heeft de Regeering besloten de
Spanjaarden die ongehuwd zijn, te internee
ren op het eiland Ameland De Spanjaarden
die voor deze interneering zijn aangewezen
werden heden naar het Huis van Bewaring
overgebracht in afwachting van hun tran
sport naar Ameland, dat op een nader te
bepalen dag zal plaats hebben.
tem
>1. Algemeen Pro»
grnmmn, verzorgd door de NCRV. 8.00
Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten,
Gram.muziek. (Om 9.30 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.15
lobegelelding. In de pauzot
4.30 Orgelspel. 5.30 Gram.muziek. 6.30 Cau
serie over kamerplanten. 7.00 Berichten. 7.15
Declamatie en Gram.muziek. 7.45 Reportage,
8.05 Berichten ANP, Herhaling SOS-Berich.
>n. 8.15 NCRV-oi
i solist. 9.00 Cs
Vlaamsche kunst",
9,30 Carillonconcert. 10.09 Berichten ANP.
10.05 Vervolg orkestconcert 10.45 Sport-
praatje. 11.00 Gram.muziek. ca, 11.50—12.00
Schriftlezing.
HILVERSUM II. 301.5 M. 8.00 VARA. 10.00
VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO 4.00 VARA.
7.30 VPRO. 0.00 VARA. 10.40 VPRO. ll.OO—
—12.00 VARA. 8.00 Gram.muziek. (Om 8.1C
Berichten). 10.09 Morgenwijding. 10.20 De
clamatie. 10.40 Gram.muziek. 11.10 Vervolg
declamatie. 11.30 Gram muziek. 12.00 Gram-
muziek. (Om 12.15 Berichten). 12.45 De Pal-
ladians. 1.45 Muzikale causerie (met gr.pl.)
2.30 Het Kovacs Lajos-orkest en solisten.
4.00 Gram.muziek. 5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel. 6.09 De Ramblers. 6.30 Poli-
diojournaal. 6.50 Hammond-OrgelspeL
Avondwijdang. 11.00 Gram.muziek. 11.30 Jas
muziek (gr.pl.). 11.55—12.00 Gram.muziek.
DROITWICH 1ÖOO M. 12.10 Orgel. 12.40 Ensem
ble. 1.35 Strijkorkest. 4.50 Radiotooneel. 6.20
Octet. 7.05 Viool en plano. 7.35 Orkest 8.35
Symphonie-orkest, zangers en planoduo. S.55
Concert 11.10 Band.
tooneel. 11.20 Orkest.
KEULEN 430 M. 7.30 Orkest. 12.20 Orkest 1.35
Concert. 4.20 Orkest. 7.30 Orkest. 9.20 Voor
11.20 Orkest en Zangvereenl-
ging. 12.20 Com
8.20 Duitschlandecho. 8.35 Orkest. 9.20 Radio-,
tnnnppl 1(1 fill Praïcnpt 11 Oh f\ nlr.» w..
Werk maakt sterk
Men schrijft ons:
Uit enkele plaatsen ontvangen! wij bes
richt dat de Nederlandsche Werkgemeen
schap bonnetjes ter verkoop aanbiedt,
waarvan de opbrengst ten goede komt aan
de moreele werkloosheidszoi^?.
De indruk schijnt gewekt te zijn, dat
deze instelling in eenig verband staat tot
de Centrale voer Werkloozenzorg. Daarom
deelen wij mede, dat deze instelling geen
enkel verband heeft met de Centrale voor
Werkloozenzorg, gesticht op initiatief vart
den Raad van Nederlandsche Kerken voor
practisch Christendom.
De collecte-actie voor de Centrale voor
Werkloozenzorg geschiedt geheel zelsftan-
dig onder de leuze: „Werk maakt Sterk",
Het adres der „Centrale" is: Stadhouders'
laan 43-45, Utrecht
Tekst en illustratie van H. KANNE GIETER
70 „O, domme eend, die ik was! Dat is waar
ookl Die snede helpt ons niemendalI Had
den we dien sohelm maar niet tot ere
burger van onze stad gemaakt en han
den met geld gegevenl Als hij hier weer
komt, dan wacht hem de galg. Het is een
schande ons zo te bedriegen!" zo sprak
de Burgemeester en allen waren het met
hem eens. Terstond richtte men op het
beruchte Galgenveld een galg op, doch
ereburger Tijl Uilenspiegel was er niet
meer,
71 Tijl Uilenspiegel wachtte zich wel, om
in de stad te verschijnen. Want het rus
tige Schöppenstiidt was nu zonder haar
klok niets en niemendal meer. Jaren
lang bleef men nog vissen naar de klok.
maar zij was weg en bleef weg. En d?
vijandelijke trommels, die men had menen
te horen, bleken niets anders te zijn ge
weest dan een keisteen in een ledige
ton. Nu had de man van de ton geen
leven meer. Met gebalde vuisten kwam
men op hem af
72 „Want", zo dacht men, „jij hebt met died
Tijl Uilenspiegel samen gespannen en
ook jouw schuld is het, dat we onz9
klok voor goed kwijt zijn geraakt". Doch
de arme man was een stum.perd; hij was
niet goed bij het hoofd en daarom liet
de Burgemeester hem niet ophangen. En
wie nog meer van Uilenspiegel wil weten,
die moet er zijn verdere snakerijen maac
eens op nalezen.
Hoe kon hij toch telkens Willeke zooveel verdriet doen.
Hilda had het bij het rechte eind gehad, hij had niet moeten
trouwen, althans niet met een kindje als Willy. Hij begreep
zichzelf niet. De jaren van wachten was hij haar trouw geble
ven, was niets hem voor haar te veel geweest. Zij had in hem
alles gewekt wat goed was en mooi, zijn karakterzonden
waren onder haar invloed een vroegen dood gestorven, had
hij geloofd. En nauwelijks had hij haar of ze waren herleefd.
Wat een misselijke vent was hij. Ze zou nu moeilijker tot ver
zoening bereid zijn dan de vorige keeren, omdat hij die laat-
fete belofte ook niet had gehouden. Hoe kón je zoo'n belofte
houden. Hij had die nooit moeten afleggen. Stel je voor, naar
je vrouw gaan en zeggen, dat je momenteel meer voor een
ander voelt. Dat deed toch niemand? Maar ja, toen hij dat
beloofde, was hij er vast van overtuigd, dat het niet meer
gebeuren zou.
Wat? Telefoon? Intercommunaal nog wel?
Hij sprong uit bed, wou naar beneden gaan, maar Willy
as er al.
„Dokter Verbeek? Hè, met vader? O dokter, is het heel
érg? Dokter, zèg het me maar. Nee, ik kom direct per auto.
Binnen 't uur ben ik er, Wat? Niet meer kennen? Maar hij
kan Dokter, hij is toch niet dood? God sta me bij".
In drie, vier sprongen was Hans beneden.
„Willy!"
Ze gaf geen antwoord. Geleund tegen den muur stond ze
daar, de armen slap langs het lichaam, het gezicht ver
wrongen.
„Willeke, lieveling".
Nog zei ze niets. Toen hij een van haar koude handen
vatte, was het, of ze ontwaakte uit een droom. Met kracht
duwde ze hem van zich.
„Weg", riep ze, „weg jij. Mijn vader is gestorven en ik
was niet bij hem. Jóüw schuld, jouw schuld, ellendeling!"
„Niet mijn schuld, maar de schuld van jouw jaloezie",
ontviel het hem.
Zonder een woord te zeggen ging ze langs hem heen, de
keuken in. Hij schoot naar boven, begon in wilde haast zich
te kleeden. 't Wagentje stond nog voor, ze moesten er maar
direct heen. Misschien een beroerte. Misschien leefde hij nog.
De dokter scheen immers zooiets gezegd te hebben van
„buiten-kennis"?
Toen Hans de laatste hand aan zijn toilet legde, hoorde hij
den motor aanslaan en toen hij naar het voorraam vloog, was
de auto al niet meer te zien.
HOOFDSTUK LI
Niets bleef Willy bespaard. Vrouw Zwaanswijk vertelde
precies, hoe ze de kamer gevonden hadden. „Met vier hor
retjes en 't Zundasse serrevies en main oliebolle op tafel. Je
zou denke, da de man malende was, maar dat was tie nie,
want main man hait nog zoo möi met em gepraat. Main man
zait,: meester gong na 't feest hier bove en daarom wou die et
hier beneje ök nog een bietje feestelijk make. Main man ken
et zoo raar zegge, hè?"
De koster zei enkel: „Vader is verlost. Hai zei nou nóit
meer alleenig hoeve te zain".
De huishoudster was ontroostbaar over het feit, dat ze niet
thuis was geweest. „Ik wou blijven, mevrouw, maar ik mocht
niet van meneer. Hij dwong me als 't ware om weg te gaan.
En ik dacht, dat hij bij den koster zou zijn".
De dominee kwam en sprak over den hemel, waar „de
verloste ziel juichte voor den troon".
De dokter zei, er zeker van te zijn, dat de overledene on
bewust en zonder te lijden gestorven was.
Willy antwoordde niemand, zat met groote starende oogen
voor zich uit te zien.
Toen Hans, die een half uur later per motor was gearri
veerd, met den begrafenisondernemer sprak en over enkele
dingen haar oordeel vroeg, stond ze op, ging naar de kamer,
waar de doode lag en draaide de deur achter zich in het slot.
„Vader, vader", zei ze, maar geen tranen braken de ban,
die over haar lag. „Vader, als ik nog maar één woord van je
had. Vader, nou heb ik niemand meer".
Eén woord. Véél woorden had vader nagelaten voor zijn
kind, maar die woorden waren in het bezit van een ander.
Die ander had het goed gemeend, toen hij de brief wegnam,
voor hij zijn ouders riep. De brief was voor Willy en geen
vreemd oog mocht die zien. Zelf had hij enkel de laatste
woorden en het opschrift gelezen, dan de vellen saamgevou-
wen en in een envelop gesloten. Hij zou den brief haar
geven, zoodra ze wat bedaard was.
Bedaard? Dat was ze van het eerste oogenblik af, vertelde
hem zijn moeder.
„Een bonk ais is die maid, jong! Jai trekt et je meer an
„-.i
as zaï
„Onmogelijk".
„Nou, ga d'r dan zellef conterleere, dan zei je et zien
's Avonds, toen hij verwachtte haar even alleen te kunneii
treffen, ging hij.
Hij vond enkel de huishoudster en den man, dien hij niet
lijden mocht. Die man was ditmaal heel vriendelijk. „Komt u
binnen", zei hij. „U heeft vader gevonden, niet waar? Ver'
telt u me alles eens heel precies. Ik heb de droeve geschiede'
nis zeker al wel dertigmaal gehoord vandaag, maar dan ook
dertigmaal verschillend", (Wordt vervolgd)
HUN GELUKSLAND
Het zoozeer de aandacht gespannen houdend verhaal
van Mevrouw D. Menkens-van der Spiegel, nadert
zijn eind. Nog enkele feuilleton-nummers zullen
volgen. Op veler verzoek deelen wij mede, dat dit
verhaal in boekformaat zal verschijnen. De uitgave,
alleen gebonden verkrijgbaar, zal bijna 400 blad
zijden dik zijn. De prijs is door ons zoo laag moge
lijk gesteld, namelijk op 2.75. Men kan dit bedrag
reeds thans overschrijven of storten op ons giro
nummer. Ook kan men bestellen bij den agent of
bezorger van ons blad, zoomede bij den boekhandel